beroeper de vrije

Op de koffie bij Karine Moykens (Departement Zorg)
“Geïntegreerde zorg is geen modewoord, maar de enige weg vooruit”
Dag van het Vrije Beroep
“Hacken is als een soort sport. Je moet daarvoor trainen en steeds bijleren.”
![]()

Op de koffie bij Karine Moykens (Departement Zorg)
“Geïntegreerde zorg is geen modewoord, maar de enige weg vooruit”
Dag van het Vrije Beroep
“Hacken is als een soort sport. Je moet daarvoor trainen en steeds bijleren.”
Een groot deel van onze zelfstandige vrije beroepers is actief in de zorg. En velen van hen staan letterlijk op de eerste lijn: dicht bij de patiënt, laagdrempelig en toegankelijk. Denk aan de tandarts of huisarts waarbij je rechtstreeks een afspraak maakt, de apotheker waar je spontaan binnenstapt, of de diëtist en de kinesitherapeut waar je met een eenvoudige doorverwijzing terechtkan.
Die eerste lijn vormt een fijnmazig netwerk van professionals die dicht bij mensen staan. Zo hebben we het graag: menselijk, efficiënt en effectief. Toch heeft net die kleinschaligheid ook een keerzijde, althans, voor beleidsmakers.
Want hoe maak je beleid voor een veld dat zo divers, zelfstandig en wijdverspreid is? Grote structuren laten zich gemakkelijker vatten in overlegtafels en strategische plannen. De zelfstandige zorgverstrekkers uit de eerste lijn glippen daardoor te vaak door de mazen van het net.
Nochtans is het precies daar, op die eerste lijn, dat het verschil kan worden gemaakt als het gaat om een persoonlijke en preventieve aanpak. Dáár ontstaat gezondheid, daar begint het welzijn van onze samenleving.
Het is tijd dat het beleid deze realiteit ten volle erkent. En de rol van onze zelfstandige zorgverstrekkers in het preventiebeleid de juist plek geeft.
Anton Smagghe, secretaris-generaal

colofon
De Vrije Beroeper is een uitgave van De Federatie Vrije Beroepen vzw (VU), Willebroekkaai 37, 1000 Brussel. Verschijnt 3x per jaar. De redactie van De Vrije Beroeper streeft naar de grootst mogelijke betrouwbaarheid van de gepubliceerde informatie, waarvoor zij echter niet aansprakelijk kan worden gesteld. Contact: +32 (0)2 21 22 504, info@federatievrijeberoepen.be Kernredactie: De Federatie Vrije Beroepen i.s.m. UNIZO-redactie Vormgeving: KIXX, Autobaan 5/0202, 8210 Loppem, tel +32 (0)51 40 43 12, www.kixx-concept.be Adverteren? Trevi nv, Meerlaan 9, 9620 Zottegem, +32 (0)9 360 62 16, www.trevi-regie.be Blijf op de hoogte via www.federatievrijeberoepen.be of onze LinkedIn-pagina www.linkedin.com/company/federatievrijeberoepen


Op de koffie bij Karine Moykens, secretarisgeneraal van het Vlaams departement Zorg.
“Bij ondernemerschap in de zorg moet de kwaliteit
Vorige maand kwam Karine Moykens nog eens bij onze zelfstandige zorgverstrekkers, dat zich in het NZZ organiseert, op bezoek. Dat blijft voor onze organisatie een hoogdag, want Karine speelt zonder meer een cruciale rol in ons zorgsysteem. Na een tiental jaar als kabinetschef voor de minister van welzijn, is ze ondertussen al een minstens even lange periode secretaris-generaal van het zorgdepartement van de Vlaamse overheid, dat zowel in omvang als budget de kroon spant. Ze werd in die hoedanigheid trouwens ook al overheidsmanager van het jaar. Uiteraard wilden we deze kans dus niet onbenut laten om haar bij een extra koffie nog wat vragen voor te schotelen.
Bedankt voor jouw extra tijd voor ons, Karine. We omschreven jouw professioneel parcours als inleiding van dit gesprek, maar kan je ons nog iets over jezelf delen wat misschien weinigen weten?
Leuk om mee te starten (lacht)! Ik denk dat mijn cultureel parcours misschien minder bekend is?
Ik ben actief bestuurder bij het Festival van Vlaanderen en voorzitter van de vzw Eden, die samen jaarlijks een festival organiseren (Gent Festival van Vlaanderen en Stroom, nvdr.)
Maar ook: ik heb lange tijd ook gegidst in het buitenland. Vooral de klassieke steden van Italië, maar bijvoorbeeld ook Wenen. Dan vertrok ik mee met de autocar vanuit België met een groep bezoekers. Misschien moet ik dat tijdens mijn pensioen ooit terug oppikken.
Ik las in verschillende artikelen dat je naar Mozes verwijst als inspirerend leiderschapsfiguur. In een wereld die momenteel toch vooral door mannen wordt gedomineerd, vraag ik me af:
zijn er vrouwelijke leiders van vandaag waar jij naar opkijkt?
Ik wil me liever niet op een figuur of persoon vastpinnen. Met Moses is dat gemakkelijker, want die loopt hier vandaag natuurlijk niet meer rond. Maar ook bij hem ging het vooral over zijn manier van leiderschap, minder over zijn persoon. Ik ben dus meer iemand die, ook van andere vrouwelijke leiders, liever stukjes mee pluk. Ik denk dan steeds aan de combinatie van empathie, geduld, daadkracht en resultaat-
gericht zijn. En misschien zijn die eigenschappen soms ook meer typerend voor vrouwelijke leiders? Waarmee ik niet wil gezegd hebben dat mannen dat niet kunnen hebben, natuurlijk.
Zijn er dan te weinig vrouwelijke leiders?
Dat is een open deur intrappen. Maar ik wil zelf alvast geen excuustruus zijn. Vrouwen moeten geen leiderschapsrol vertolken louter omdat ze vrouw zijn. Ze moeten het eerst en vooral zelf willen, en verder ook over de capaciteiten beschikken.
Je staat nu al tientallen jaren aan het hoofd van kabinetten of administraties. Welke raad zou je jezelf meegeven als je weer aan de start daarvan zou staan? Blijf jezelf en verloochen jezelf niet. Ik ben trots op mijn parcours, en zou daar eigenlijk niet meteen iets aan veranderen. Weet je, ik was altijd al een civil servant, en ben dat ook gebleven. Ik hou ervan om stenen te verleggen die het leven van de burger ten goede komen. En ik had vanaf dag één al door dat dit niet zal lukken als je vanuit een ivoren toren beleid voert. Contact zoeken met de betrokken sectoren en luisteren naar wat er op het veld leeft, is iets wat dicht bij mezelf ligt, en me ook helpt om beleid uit te stippelen én compromissen te zoeken.
Je spreekt over het belang van het luisteren naar het werkveld. Je staat toch aan het hoofd van een bijzonder groot administratief apparaat. Is de relatie met het werkveld, met bijvoor-
beeld ook onze zelfstandige zorgverstrekkers, dan een mogelijke blinde vlek?
Daar moeten we inderdaad waakzaam voor zijn, want dat kan. Hoe komen beleidsbeslissingen binnen bij de sector? Ik verwacht van de mensen binnen het departement dat ze daar, net zoals ik zelf ook probeer, voldoende voeling mee houden. Ik zei het bij de vorige vraag ook al; de ivoren toren is echt niet aan mij besteed. Bovendien kiezen we er binnen het departement bewust voor om via ons aanwervingsbeleid ook zorgberoepers met ervaring mee aan boord te hebben. Mensen die in het werkveld stonden, zoals apothekers, artsen of verpleegkundigen. Hun eerdere ervaring is cruciaal om het beleid mee te sturen. Ze maken er mij, terecht, vaak attent op hoe moeilijk en eenzaam het beroep van veel zorgaanbieders is.
Je benoemt de eenzaamheid, maar er hangt soms –onterecht – ook een negatieve connotatie vast aan ondernemerschap in de zorg. Klopt, en onterecht, want je kan tussen ondernemerschap en kwaliteitsvolle zorg een goed evenwicht vinden. Er is met ondernemerschap in de zorg niets mis, zolang het een verhaal is waarbij de kwaliteit van de zorg centraal blijft staan. Het is een vorm van sociaal ondernemerschap, waarbij de patiënt het leidmotief moet zijn.
Heb je zelf ooit geproefd, of zo niet gedroomd, van ondernemerschap in de zorg? Wel, ik heb er nog niet van geproefd, maar als jonge adolescent droomde ik er wel
van om arts te worden. Dat is er door omstandigheden thuis nooit van gekomen. Toen ik mijn opdracht op het kabinet afrondde, was er wel even een moment waarbij ik overwoog om het werkveld van de zorgsector in te duiken maar de roeping als civil servant, waar ik daarnet al over sprak, weerklonk te luid.
Even terug naar onze zelfstandige zorgverstrekkers. In het gesprek zopas met ons Netwerk Zelfstandige Zorgverstrekkers (NZZ) liet je optekenen dat geïntegreerde zorg geen modewoord is, maar “ the only way to go”. Kan je daar nog wat dieper op ingaan? Veel vragen naar zorg en ondersteuning zijn niet op te delen in sectorale hokjes. De hulp die mensen nodig hebben, loopt over zorgsectoren én over domeinen heen. Ik kan tal van voorbeelden geven. Denk maar aan de relatie tussen kanker en mentale impact, of hoe een 'ongezonde’ woning of armoede rechtstreeks in relatie staat met gezondheid. Op zoek gaan naar samenwerking en naar verbinding onderling is inderdaad volgens mij de weg die we verder moeten inslaan om tot
zelfstandige zorgverstrekker?
Ik merk wel dat in het werk en de werkdruk van alle dag het ‘out of the box’ denken snel ondergesneeuwd geraakt. Dat begrijp ik wel, maar dat is wel jammer.
Samenwerken buiten de klassieke denkkaders heen en teamwerk blijven grote uitdagingen die vaak minder eenvoudig te combineren zijn met een zelfstandig statuut. De betrokkenheid van zelfstandige zorgverleners is heel belangrijk voor een toegankelijke en kwalitatieve zorg.
Geïntegreerd doet me denken aan informatie delen. Soms gevoelige informatie. Zie je bij het uitrollen van geïntegreerde zorg geen risico’s rond het beroepsgeheim dat voor veel zorgberoepen net erg fundamenteel is? Ik merk dat het beroepsgeheim vaak het argument waarachter men zich schuilt om niet aan geïntegreerde zorg te doen. Ik vind dit in veel gevallen toch een vals argument.
Het beroepsgeheim is uiteraard een belangrijk instrument dat zowel de patiënt als de zorgverstrekker beschermt, maar wat mij betreft zit wel de
“Geïntegreerde zorg is geen modewoord, maar de enige weg vooruit.”
een juiste en gepaste zorg te komen. Met als doel: betere levenskwaliteit.
Zie je daarin ook een van de grote uitdagingen voor de toekomst voor een eerstelijns
patiënt aan het stuur. Hij of zij bepaalt wie er binnen zijn of haar zorgteam informatie mag delen om tot een volwaardige zorgplanning te komen. De regie moet in handen zijn van de patiënt.
Al vele jaren verenigen de zorgberoepen binnen onze Federatie zich in een clusterwerking rond zorg. Dat doen ze momenteel onder leiding van Hilde Deneyer (voorzitter), Stefaan Hanson en Dirk Verleyen (ondervoorzitters).
Wil je meer weten over ons Netwerk Zelfstandige Zorgverstrekkers? Ontdek het hier.
“De regie van het beroepsgeheim moet in handen zijn van de patiënt.”
Die samenwerking in de zorg willen jullie mee stimuleren via lokale kringwerking, begrijp ik. Moet ik dat ook zien als een manier om zorg weg te houden van schaalvergroting?
Neen, dat zijn geen tegengestelden. Schaalvergroting staat per definitie de lokaliteit niet in de weg. Er zijn veel organisaties die Vlaamsbreed werken, maar toch een lokaal gezicht hebben.
Sowieso heb ik wel het gevoel dat zorg erg versnipperd is. Komt dat ook doordat de zorgbevoegdheden in ons ook te versnipperd zijn? Ja, sowieso moeten we erkennen dat de bevoegdheden, ook na de zesde staatshervorming, effectief nog steeds erg versnipperd zijn. De voorbeelden liggen voor het rapen. Zo is Vlaanderen bevoegd voor palliatieve thuiszorg, maar wanneer een patiënt in een thuissituatie aan zijn huisarts om euthanasie vraagt, is dit federale regelgeving. Ook de financiering van de thuis-
verpleegkundige is nog een federale bevoegdheid.
Bijna ieder dossier zit vertakt over verschillende beleidsniveaus, wat het nodig maakt om in overleg te gaan met de federale overheid om afspraken te maken, gegevens uit te wisselen, financiering te voorzien, samenwerkingsakkoorden te sluiten, … Dit zorgt voor veel vertraging omdat er overleg nodig is tussen de beleidsniveaus en het niet altijd evident is om beslissingen te nemen, ondanks goede bedoelingen van iedereen. Dit alles maakt dat een sterk en efficiënt beleid voeren in Vlaanderen niet steeds evident. Maar in alle eerlijkheid, liever geen staatshervorming dan een onvolledige. Dan werken we liever met asymmetrische akkoorden en zetten we beter daarop in dan nog eens een onvolmaakte staatshervorming.
De structuren zijn sowieso slechts een middel om een goede gezondheid te realiseren.

Als je één regel of procedure mocht schrappen om de zorg werkbaarder te maken, welke zou dat zijn? Oh, één kiezen is moeilijk. Ik zou meer globaal willen antwoorden door de administratieve lasten binnen onze sector te viseren. Die moeten naar beneden. De Vlaamse regering heeft daarvoor het project ‘Regelrecht’ opgestart en daarin zetten we een vereenvoudigingsbril op. Hoe kunnen we de administratieve lasten voor zorgverleners verlagen zonder daarbij in te boeten op kwaliteit van de zorg? Het lijkt op het eerste zicht soms makkelijker dan het werkelijk is.
Als je nu tien jaar vooruitkijkt: wat zou voor u het
beste bewijs zijn dat het Vlaamse zorgbeleid écht veranderd is? En op welk moment zou jij later als secretaris-generaal afzwaaien met een voldaan gevoel? Dat die shift naar geïntegreerde zorg er gekomen is. En ik hoop ook dat tegen dan ook bij het departement zelf geïntegreerd werken in het DNA van de organisatie zit. We moeten het voorbeeld zijn. Als die twee zaken verwezenlijkt zijn, ga ik met een brede glimlach terugkijken (lacht).
Ik wens het je van harte toe. Bedankt voor deze leuke babbel, Karine!
Beroepskosten zijn kosten die je maakt voor jouw zaak en die je mag inbrengen in je belastingen. Hoe meer beroepskosten, hoe minder belastingen je betaalt. Maar welke beroepskosten komen in aanmerking voor aftrek en onder welke voorwaarden? We geven je graag een handig overzicht.
TEKST Liantis
Voorwaarden aftrekbare kosten
Als zelfstandig ondernemer mag je beroepskosten in aftrek nemen als je deze kosten:
• voor je beroepsactiviteit maakte om een belastbaar inkomen te verwerven;
• betaalt of draagt in het jaar dat je ze in aftrek wil nemen;
• kan bewijzen met bewijsstukken (facturen, bonnetjes, overeenkomsten ...).
Beperkte of gedeeltelijke
aftrekbare kosten
Niet alle beroepskosten zijn 100% aftrekbaar. Onderstaande kosten mag je slechts gedeeltelijk inbrengen:
• Autokosten zijn aftrekbaar ten dienste van het professionele gedeelte van je autogebruik. Het aftrekpercentage van de autokosten is afhankelijk van de CO2-uitstoot van je wagen. Zowel voor eenmanszaken als vennootschappen varieert het aftrekpercentage tussen de 50% en de 100%.
Voor voertuigen met een CO2-uitstoot van 200 gr/km of meer, wordt de aftrekbaarheid beperkt tot 40%.
• Restaurantkosten zijn voor 69% aftrekbaar, op voorwaarde dat de kosten zijn gemaakt voor je beroepsactiviteit.
• Relatiegeschenken (ook wel ‘representatiekosten’) mag je voor 50% inbrengen.
• Huisvestingskosten mag je in aftrek nemen voor een bepaald percentage van de kosten van het onroerend goed dat je gebruikt voor je beroepsactiviteit.
Volledig aftrekbare kosten
Zo goed als alle overige
kosten die je maakt voor je beroepsactiviteit zijn volledig aftrekbaar. Hieronder vallen bijvoorbeeld je sociale bijdragen, de premie voor je Vrij Aanvullend Pensioen, het lidmaatschap bij je sectorfederatie, sommige verzekeringen of de huur of maandelijkse afbetaling van je kantoorruimte.
Niet-aftrekbare beroepskosten
Een aantal uitgavenposten is niet aftrekbaar als beroepskosten. Het gaat om kosten met een volledige privébestemming, geldboetes en belastingen.
Meer weten?
Wil je meer weten over aftrekbare beroepskosten? Bekijk het handige overzicht via deze QR-code!

De vuurdoop van Bart Buysse
Op de bestuursvergadering van 2 oktober kwam Bart Buysse, sinds kort naast zijn rol bij UNIZO ook gedelegeerd bestuurder van de Federatie Vrije Beroepen een eerste keer langs. Zijn start gaf hem ook de kans om zich rechtstreeks tot de vrije beroepers te richten. “Het zijn sleutelspelers”, legt Bart uit.
Lees zijn integrale tekst hier:
Op donderdag 11 december organiseren we met ons netwerk van juridische en economische beroepen een nieuwe clustersessie, ditmaal over multidisciplinair samenwerken. We nodigen daarvoor professor dr. Christiaan Stokkermans uit die rechtsvergelijkend onderzoek naar samenwerkingsverbanden tussen vrije beroepen verrichtte.
Meer informatie vind je hier:
Bestuur klopt jaarthema voor 2026 af
Ondanks de razendsnelle technologische evolutie blijven veel vrije beroepen echt mensenwerk, en dat is ook net hun kracht. Advies op mensenmaat? Daar zijn natuurlijk ook mensen voor nodig. En dus wordt het jaarthema voor 2026: “Versterking gezocht. Mensen als brandstof voor het vrije beroep.”
Want hoewel het aantal vrije beroepers wel blijft toenemen, blijken tegelijk steeds meer vrije beroepen structureel onderbezet, worden sommigen ervan zelfs vaste klant op de lijst van knelpuntberoepen, vinden velen nauwelijks geschikte medewerkers, of geraken ze (zelf) al te vaak overbelast.
Tijd voor actie dus. We moeten erover waken dat de motor van onze maatschappij, vrije beroepers, niet stilvalt. Ze heeft brandstof nodig. Mensen.
Op de volgende bestuursvergadering van december wordt beslist over het actieplan dat dit jaarthema op de kaart moet zetten. Meer nieuws volgt!
Iedere huisarts kent het gevoel: de agenda zit vol, de wachtkamer ook, en de telefoon blijft rinkelen. We zeggen vaak dat het 'te druk' is. Dat we 'geen tijd' hebben.
Maar als ik eerlijk ben, gaat het meestal niet over tijd.
Het gaat over aandacht.
Tijd is rekbaar.
We weten allemaal hoe vaak het nog lukt om 'even snel' iemand ertussen te schuiven.
Nog een telefoontje.
Nog een herhaalrecept.
Nog een overlegje.
Het kan altijd efficiënter. Meer mensen in minder tijd.
Maar aandacht – echte, onverdeelde aandacht – is eindig.
Die kun je niet vermenigvuldigen door harder te werken of slimmer te plannen.
Aandacht is een vorm van energie. En die raakt op.
Als huisarts werk je in een vak dat draait om precies die aandacht.
De blik waarmee je hoort wat iemand niet zegt.
De rust om even te blijven zitten, ook als het consult eigenlijk al voorbij is.
De gevoeligheid om te merken dat het niet om de knie gaat, maar om de angst.
En als die aandacht versnippert – door te veel prikkels, systemen, targets en tijdsdruk – dan verdwijnt langzaam de kern van wat ons werk betekenisvol maakt.
Zo kan een steeds efficiëntere workflow zorgen voor steeds minder effectieve huisartsenzorg.
Misschien moeten we daarom minder praten over: hoeveel tijd is er nog?
Maar vaker de vraag stellen: hoeveel aandacht heb ik nog?
Deze bijdrage werd oorspronkelijk op zijn
LinkedIn-pagina gepost. Volg meer van Derk via deze weg:
Derk Runhaar, huisarts



Wie met ons op de Dag van het Vrije Beroep komt meevieren, zal Reinaert Van de Cruys niet snel meer vergeten. Met een keynote dat een kruising vormt tussen een computertraining, goochelshow en stand-upcomedy zal hij jou als aanwezige toeschouwer laten meekijken over de schouders van een cybercrimineel.
TEKST Bram Vandromme – FOTO Reinaert Van de Cruys
We ontmoeten Reinaert op de vooravond van onze Dag van het Vrije Beroep. Voor zij die jouw sessie moeten missen, Reinaert, stel jezelf even kort voor?
Ik ben dus Reinaert en vier jaar geleden heb ik Fox&Fish Cyberdefense mee opgericht. Zoals de naam doet vermoeden, zijn we een bedrijf dat rond cybersecurity werkt. Wij doen aan "ethisch hacken" wat inhoudt dat we bedrijven, in hun opdracht, hacken om kwetsbaarheden te ontdekken en ze nadien met betere beveiliging helpen. Maar we geven ook trainingssessies of organiseren phishingsimulaties om mensen alert te houden. En ga zo maar door.
Je werd afgelopen jaar verkozen tot “Young Cyber Security Professional of the Year”. Wanneer dacht je voor het eerst over cybersecurity: “wow, hier moet ik in geloven”?
Ik ben het wat stereotiepe verhaal van een twaalfjarige die in IT rolt nadat hij zichzelf
als jonkie leerde programmeren (lacht). Nu, als jonge gast leer je gaandeweg ook hoe je het kan manipuleren of breken. En natuurlijk, als tiener gaf het mij wel een echte kick om ergens "binnen te breken". Zo geraakte ik als vijftienjarige via de website bij een Limburgse gemeente binnen en kon ik aan data van duizenden inwoners. Ik heb dat probleem er meteen gemeld en dat lek werd dichtgetimmerd. Sindsdien had ik de microbe wel helemaal te pakken.
Hacken is als een soort sport. Je moet daarvoor trainen en steeds bijleren. Het is ook een erg competitief veld want iedereen wil kwetsbaarheden vinden die anderen nog niet ontdekten. Het geeft een kick om de eerste te zijn, en die kick werkt ronduit verslavend. Al vrij snel besefte ik dat ik daar de rest van mijn leven graag mee wil bezig zijn.
Je noemde jezelf daarnet ethisch hacker én bent ook
ondernemer met Fox&Fish. Hoe combineer je de rol van hacker met die van ondernemer? Waar botsen de twee en waar versterken ze elkaar? Of zie ik een tegenstelling die er niet is? Ik denk dat er absoluut geen tegenstelling is. Hackers kunnen prima ondernemers zijn. Het zijn natuurlijk wel onderscheiden vaardigheden.
Als hacker moet je technisch onderlegd zijn en goed met de computer overweg kunnen. Het ondernemerschap vergt ook heel wat andere skills. Denk maar aan inzicht in de markt, marketing of sociale vaardigheden. Dat is niet voor iedereen weggelegd. Sommige hackers zijn gewoon echt goede hackers en functioneren beter in een team.
Voor mezelf ervaar ik ook geen tegenstelling, maar dat is in grote mate door mijn neef Mathias (Vissers, nvdr.) waarmee ik ons bedrijf heb opgericht. Ik focus me op het uitvoerende werk,
en Mathias richt zijn pijlen op de andere aspecten van het ondernemerschap. Dan denk ik aan marketing, sales, boekhouding, ... Het is die combinatie die maakt dat ons bedrijf succesvol is. We zijn erg complementair.
Trouwens, zelfs niet-ethische hackers zou je in een bepaalde zin als ondernemers kunnen beschouwen. Velen onder hen zijn erg professioneel georganiseerd. Ze werken met teams, managers, besteden zaken uit, sluiten partnerschappen af en ga zo maar door. Het gaat eigenlijk over dezelfde vaardigheden als bij een legitieme onderneming.
Eén van je doelen is cyberveiligheid toegankelijker maken. Wat is volgens jou het grootste misverstand dat mensen daarover hebben, en hoe probeer jij dat te doorbreken?
Als mensen me over cyberveiligheid aanspreken, vragen ze me vaak welke antivrus ze moeten nemen of welke VPN-verbinding ze moeten gebruiken. Ik begrijp die vragen wel, maar het is toch een misverstand dat je daardoor online veiliger zou zijn.Het klinkt misschien verrassend, maar eigenlijk zijn dat zaken die je vandaag niet echt meer nodig hebt. Een toestel dat je vandaag in de winkel koopt, is al behoorlijk veilig op zichzelf.
Waar je moet op focussen zijn de menselijke stappen die jouw toestel niet voor jou kan doen. Op alles wat op het internet hangt en publiek bereikbaar is, moet sowieso een multifactorauthentificatie staan. Dat is hét actiepunt
voor zowel bedrijven als particulieren. Een sterk wachtwoord volstaat niet. Nog zo’n misverstand. Er zijn tal van manieren om aan wachtwoorden te geraken, en het vraagt aan de andere kant ook veel werk om verschillende wachtwoorden goed te beheren.
Tijdens jouw sessie toon je tal van herkenbare zaken voor het publiek. Wat levert steevast de grootste aha-ervaring op bij je publiek, en waarom?
Onze demo’s van het darkweb, de onderbuik van het internet, hebben ongetwijfeld de grootste impact en doen de meeste mensen toch wel wat van hun stoel vallen. Het is voor velen een schok om te zien hoeveel persoonlijke data, ook vaak vanuit overheidsinstanties, op straat ligt. Zo krijgen we wel de aandacht vast.
Een aha-moment van onze sessies is dan weer dat mobiele toestellen veel veiliger zijn dan bijvoorbeeld een laptop of computer. De meeste mensen denken dat dit omgekeerd is. Veel mensen bankieren liever via een computer terwijl het een pak veiliger is via een mobiel toestel.
In veel bedrijven is cyberveiligheid misschien nog steeds iets “van de IT-afdeling”. Hoe overtuig jij een CEO of directie om cyberveiligheid als meer te zien in plaats van alleen een technische kostenpost?
Vijf jaar geleden was het vaker nodig om het managementteam van een onderneming nog van het belang van cyberveiligheid
te overtuigen. Nu merk ik daar toch een grote shift in. Vandaag komt de top van bedrijven vaker zelf al bij ons aankloppen omdat ze zeker willen zijn dat ze veilig genoeg werken. Het kost minder en minder energie en tijd om mensen van het belang van cyberveiligheid te overtuigen. En gelukkig maar.
Technologie verandert razendsnel, de methodes van hackers dus ongetwijfeld ook. Welke opkomende dreiging of trend in vind jij het meest onderschat en wat moeten organisaties nú doen om zich daartegen te wapenen?
De trend die ik wel moet vermelden is natuurlijk artificiële intelligentie. Maar misschien is die ondertussen al niet meer zo onderschat. Ook hackers gaan daarmee aan de slag, bijvoorbeeld om antivirussen te omzeilen, gerichte phishingberichten te schrijven of deepfakes lanceren.
En wat organisaties moeten doen om zich beter te beschermen? Ik had al aangehaald dat multifactorauthentificatie de beste manier is om je te beveiligen. Wie nog systemen gebruikt die bereikbaar zijn via het internet zonder zo’n authentificatie loopt minstens vijf jaar achter op vlak van cyberveilgheid. En jammer genoeg zijn er nog héél veel organisaties die dit ontbreken. Maar ook persoonlijk geef ik je de tip: maak daar werk van. Een e-mailaccount of sociale media via multifactorauthentificatie beveiligen, kost je amper een uurtje werk, maar het maakt een enorm verschil in beveiliging.

Je bent jong, ondernemend én actief in een vaak complex vakgebied. Wat is jouw volgende grote ambitie of stap?
Ja, dat wordt vaak aan ondernemers gevraagd, he? (lacht). Ik denk dat ondernemers ook niet altijd die grote doelen moeten hebben, en dat dit soms ook averechts kan werken. Wij hebben wel een richting waar we naartoe willen, maar we willen voorkomen dat door het stellen van scherpe doelen, we opportuniteiten missen. De toekomst is zo moeilijk te voorspellen, en door te veel vooruit te plannen, kan je ook deuren afsluiten. Het is vaak net een heel goed idee om voldoende flexibel te blijven. De mensen waar we nu mee werken (ze werken momenteel met vijf, nvdr.) zijn er omdat we de ideale profielen zijn tegengekomen. Hadden we ze niet tegengekomen, dan waren we misschien nog altijd met twee. In die zin betonneren wij niet zo graag onze doelen. Hetzelfde geldt voor producten die we in de markt willen zetten.

je zelf voldoende cyberveilig?
En ben je wel voldoende verzekerd voor incidenten met hackers?
Als je hier meer informatie over wil, kan je terecht bij onze partner KBC. Via deze QR-code kan je jouw gegevens nalaten en nemen ze contact met je op om te bekijken hoe ze jouw bedrijf daarbij kunnen helpen.
Tot slot: welk advies zou je geven aan jongeren die in jouw voetsporen willen treden maar denken dat ze nog te jong of onervaren zijn?
Ik ben er zelf ook maar gewoon ingerold. Maar misschien twee zaken.
Eerst en vooral: als je wil ondernemen, focus je dan maximaal op wat je goed bent én energie van krijgt. Ondernemen is wat mij betreft een echte teamsport. Besteed zaken uit, of werk samen met mensen. Als ik een dag marketing of boekhouding moet doen, krijg ik die dag niets gedaan en ben ik op het einde van de dag uitgeput.
En verder: jong zijn maakt je misschien onervaren, maar dat vormt net ook een meerwaarde omdat je nog niet bent vastgeroest in een welbepaald stramien. Een kritische ingesteldheid over waarom de dingen gedaan worden zoals ze gedaan worden kan een hele grote troef zijn. Neem niks voor waar aan “omdat het zo wordt gedaan”.
Bedankt, Reinaert, en succes op jouw sessie op onze Dag van het Vrije Beroep!
Soms voelt het alsof we op een stormachtige zee zitten, zeker in tijden waarin extra miljarden worden gezocht voor de federale begroting. Dagelijks verschijnen vrije beroepers in de pers, vaak in een negatief daglicht: de ondernemer aan het zwembad, de vrije beroeper die vermeend onterecht beroep doet op een studiebeurs, of de arts die plots geen vrije beroeper meer zou zijn omdat hij overheidsgeld ontvangt.
Deze populistische beeldvorming is gevaarlijk. Vrije beroepers worden een gemakkelijk doelwit. Discussies over managementvennootschappen, belastingen op reële huurinkomsten of het bijeen gespaarde “appeltje voor de dorst” raken ons bestaan, want een vrij beroeper kan niet terugvallen op een riant overheidspensioen.
Vrije beroepers vertrekken altijd vanuit een vertrouwensrelatie met hun patiënten of cliënten. Dit vertrouwen is de kern van ons beroep en mag niet ondermijnd worden. Als Federatie staan we paraat om ons vrij beroep te verdedigen. Niet alleen voor ons eigen voortbestaan als vrij beroeper, maar vooral in het belang van de patiënt en cliënt.
Wat gebeurt er als er morgen geen vrije beroepen meer zijn? Willen we meer of minder overheidsbemoeienis?
Wat vandaag toch vooral ontbreekt, is respect en waardigheid voor onze beroepen. Daarom blijven we reageren wanneer een politicus het nodig vindt om onze vrije beroepen door het slijk te halen.
Tom Bovyn, voorzitter



UNIZO-lidmaatschap terugverdienen, doe je met ons strafste Pluxee-voordeel ooit!

Heb je personeel en geef je ze maaltijdcheques?
Als UNIZO-lid krijg je flink wat korting op Pluxee-maaltijdcheques.
Stra er nog: vanaf 3 medewerkers verdien je de volledige kost van je UNIZOlidmaatschap terug.


























€ 585,23
€ 681,10
€ 776,98
€ 872,85
€ 880,72
€ 1.664,37
EXTRA GOED NIEUWS
Ook als je al van het oude Pluxee-voordeeltarief geniet, kan je als UNIZO-lid naadloos naar het nieuwe, nog stra ere tarief overstappen.
*Simulatie op basis van maaltijdcheques van € 8. Voor simulaties op basis van andere bedragen, kan je terecht op de simulator via onderstaande QR-code.
Scan deze QR-code en activeer meteen jouw UNIZO-voordeel, powered by Pluxee. Vragen? Bel de UNIZO Ondernemerslijn op 02 21 22 678.