










![]()











Voorzittersbabbel










“We hoeven elkaars deur niet
plat te lopen, maar weten elkaar op tijd te vinden”


18 november

Bemachtig snel jouw plaats op onze Dag van het Vrije Beroep!





Als Federatie focussen wij sterk op de kwaliteit van vrije beroepers: de voorwaarden waaraan ze moeten voldoen, de verplichtingen die daarbij horen, en de vrijheden en verantwoordelijkheden die daarmee gepaard gaan. Maar ook hun maatschappelijke en economische impact staat centraal.
Minstens even belangrijk is hun nabijheid.
Vrije beroepers zijn letterlijk en figuurlijk dichtbij, in elke stad, elk dorp, en vaak zelfs in elke wijk. Iedereen wandelt of rijdt dagelijks voorbij een kantoor of praktijk van een notaris, arts of architect. Ook de tandarts of boekhouder zit meestal om de hoek. En wie een advocaat zoekt die de lokale context begrijpt, hoeft meestal niet ver te zoeken.
Vrije beroepers bieden niet alleen expertise en vertrouwen, maar ook nabijheid – zowel inhoudelijk als geografisch.
Ze maken deel uit van de lokale economie en dragen bij aan het kloppend hart van de handelskern. Hun uitdagingen en kansen zijn dan ook vaak dezelfde als die van andere lokale ondernemers: een geschikte locatie vinden, zorgen over mobiliteit en bereikbaarheid, of omgaan met lokale fiscaliteit. Het zijn gedeelde zorgen, met gedeelde belangen.
Maar naast de uitdagingen delen ze vooral ook dezelfde sterktes. Buiten hun inhoudelijke deskundigheid zijn vrije beroepers verweven met de gemeenschap waarin ze werken. Ze maken deel uit van de energie, de warmte en de geborgenheid die een lokale gemeenschap biedt – en ze geven die ook terug.
Vrije beroepers staan midden in het leven van mensen. En net daar, in dat centrum, maken ze elke dag het verschil.
Anton Smagghe,
secretaris-generaal

colofon
De Vrije Beroeper is een uitgave van De Federatie Vrije Beroepen vzw (VU), Willebroekkaai 37, 1000 Brussel. Verschijnt 3x per jaar. De redactie van De Vrije Beroeper streeft naar de grootst mogelijke betrouwbaarheid van de gepubliceerde informatie, waarvoor zij echter niet aansprakelijk kan worden gesteld. Contact: +32 (0)2 21 22 504, info@federatievrijeberoepen.be Kernredactie: De Federatie Vrije Beroepen i.s.m. UNIZOredactie Vormgeving: KIXX, Autobaan 5/0202, 8210 Loppem, tel +32 (0)51 40 43 12, www.kixxconcept.be Adverteren? Trevi nv, Meerlaan 9, 9620 Zottegem, +32 (0)9 360 62 16, www.treviregie.be Blijf op de hoogte: www.facebook.com/federatievrijeberoepen, twitter.com/vrijeberoepen Onze elektronische nieuwsbrief? www.federatievrijeberoepen.be







Een
dubbelinterview met twee voorzitters, beiden gedreven en klaar om het nieuwe werkjaar in te duiken.
“Een voorzitter zit met de neus in de organisatie, maar houdt
Habemus papam! 2025 werd het jaar van een nieuwe paus. Maar bij de Federatie Vrije Beroepen geen witte rook, geen wissel of tussenpaus, maar continuïteit. En daar zijn we niet minder blij om. Dit jaar zal de geschiedenisboeken van onze Federatie ingaan als het jaar dat Tom Bovyn, gynaecoloog in Gent, voor een tweede periode van drie jaar als voorzitter werd verkozen. Na een eerste verkiezing in 2022, waarbij hij advocate Marieke Wyckaert opvolgde, volgt hij nu zichzelf op. Afgetekend, want hij werd unaniem en zonder tegenkandidatuur verkozen. Van draagvlak gesproken.
De zomer is traditioneel wat rustiger voor koepelorganisaties zoals de onze, dus het was het perfecte moment om met een cocktail in de hand en de voeten in het zand, figuurlijk dan toch, de herverkozen voorzitter even op de rooster te leggen. En dat doen we niet alleen. We vroegen ook aan de voorzitter van UNIZO, Peter Brysse, om ons gesprek te vervoegen. Het werd een gesprek over het voorzitterschap en hun organisaties. Maar ook over de vrije beroepers, uiteraard.
TEKST Bram Vandromme – FOTO'S Kwartz
Tom, je bent net herverkozen als voorzitter van de Federatie Vrije Beroepen. Wat wil je in jouw tweede termijn anders aanpakken dan in de eerste?
Tom: Dat is meteen best een stevige vraag om mee te
starten (lacht). Ik wil graag dat onze Federatie nog meer maatschappelijke impact genereert. Niet alleen richting de beleidsmakers uiteraard, maar ik wil ook dat de boodschap van onze Federatie nog meer bij de
gewone man of vrouw in de straat terecht komt. Het blijft nodig om aan de mensen uit te leggen wie vrije beroepers zijn, waarom die nodig zijn en vooral waarom we ze zo hard moeten koesteren.
Vrije beroepers zijn zo divers. Is het niet meer aan de specifieke beroepsorganisaties zelf om de relevantie van hun beroep te benadrukken? Is dat een rol die onze Federatie, als gemeenschappelijke koepel, moet oppikken?
Tom: Zij moeten dat ook doen natuurlijk. Maar precies daar ligt de toegevoegde waarde van onze federatie: wij overstijgen die beroepsspecifieke belangen en springen mee in de bres als het erop aankomt. We worden meer en meer gehoord en kunnen het geluid van onze sectoren versterken. Soms helpt die afstand zelfs: wij kunnen net daardoor bepaalde standpunten innemen die moeilijker liggen voor een beroepsorganisatie zelf. Ik denk dat onze sectoren dat van ons ook verwachten.
Met de snelle opmars van artificiële intelligentie is er technologie die veel taken kan, en zal, overnemen. Aangezien wij vooral ‘intellectuele’ beroepen vertegenwoordigen, zoals onze vroegere naam FV”I”B (Federatie van Vrije Intellectuele Beroepen, nvdr.) ook doet herinneren, zullen we een metamorfose moeten ondergaan. Maar daarbij mag de specificiteit van elk vrij beroep en het menselijk aspect niet verloren gaan. We moeten daarom de man en vrouw in de straat, onze cliënten en patiënten, blijven informeren en uitleggen wat ons maatschappelijk belang is, en waarom dat voor hen ook belangrijk is. Bijvoorbeeld via een gerichte communicatiecampagne.
Peter: Je vermeldt daar belangrijke zaken, Tom.
De vrije beroepers moeten we als ondernemersgroep koesteren, want ze hebben een heel unieke rol in onze maatschappij. De vennootschap van mijn eigen onderneming werd ooit op een zondagvoormiddag bij een notaris opgericht. Op dat moment voelde mijn notaris perfect aan waarom dat toen, gezien de hele context en bijhorende complexiteit, ook nodig was. Het is dat soort dienstbaarheid “met een grote D” dat veel vrije beroepers zo waardevol maakt. Een overheidsapparaat ter vervanging kan dat heel moeilijk, of zeg maar: niet, waarmaken. En bovenal: een vrije beroeper kan een patiënt of cliënt ook wars van overheidsinmenging, of andere invloeden, adviseren. Dat we het belang daarvan aan het publiek moeten blijven vertellen, zoals Tom aangeeft, volg ik dus helemaal.
“Het is dienstbaarheid met een grote D dat vrije beroepers zo uniek maakt.”
Tom, heb je ooit getwijfeld om verder te doen?
Tom: Neen, eerlijk gezegd niet. Er staat momenteel een sterk team en dat maakt het eens zo aangenaam om van zo’n organisatie voorzitter te zijn. Ik had wel twijfels bij mijn eerste kandidatuur destijds. In 2022 moest ik Marieke Wyckaert opvolgen, en dat zijn toch grote schoenen om te vullen. Ik kijk wel uit
“We hoeven elkaars deur niet plat te lopen, maar weten elkaar op tijd te vinden.”
naar mijn tweede periode, omdat ik het gevoel heb dat ik nu alle spelregels ken, maar het spel nog niet helemaal heb gespeeld. Drie jaar blijkt toch kort en gaat sneller dan verwacht. Ik ben ook gestart in de coronaperiode en dat was toch anders.
Peter, jij bent ook eerder al herbenoemd. Terwijl Tom net aan zijn tweede periode start, ga jij jouw laatste jaar in als voorzitter. Wat wil je graag nog verwezenlijken in het komende jaar?
Peter: Voor mij is stilaan de rol aangebroken om voor te bereiden wat er na mij komt. Ik zie drie grote werven het komende jaar, met toch wel veel werk op de plank. Eerst en vooral wil ik onze nieuwe gedelegeerd bestuurder Bart (Buysse, nvdr.), die ondertussen is gestart, ondersteunen en op weg helpen. Hij zal er meteen moeten invliegen met het interprofessioneel overleg dit najaar. Verder ga ik er ook voor zorgen dat ons intern strategisch traject afgerond raakt en de laatste fase kan ingaan. Wie mij opvolgt, moet zich niet bezighouden met de losse eindjes van de vorige voorzitter. Hij of zij moet kunnen starten met een eigen agenda.
En tot slot zal ik het proces opstarten om een nieuwe voorzitter voor te dragen. In het komende jaar zal ik de vele stakeholders in en rond onze organisatie daarover spreken zodat we met ons bestuur
onze verwachtingen voor de toekomst helder kunnen formuleren, en zo ook hopelijk de juiste persoon kunnen enthousiasmeren. En die stakeholders, dat zijn er heel wat. Denk bijvoorbeeld maar aan de meer dan 100 sectororganisaties die bij ons aangesloten zijn.
Kennen jullie elkaar goed (genoeg)?
Tom: Mag ik van wal steken? Ik heb het gevoel dat we elkaar beter en beter leren kennen. Er zijn natuurlijk veel meer sectoren met UNIZO verwant dan onze Federatie alleen. Peter moet dus met veel mensen contact houden. Maar we voelen volgens mij beiden perfect aan wanneer er een overleg nodig is. We moeten elkaars deur ook niet platlopen. Ik heb Peter leren appreciëren als iemand die luistert; een gevoelige man ook. Hij is gepassioneerd in wat hij doet en ik denk dat UNIZO trots mag zijn op zo’n voorzitter; dat meen ik oprecht.
Peter: Met Tom had ik alleszins vanaf dag één het gevoel dat we op dezelfde golflengte zaten. Volgens mij vullen we onze voorzittersrol nogal gelijkaardig in. Er zijn verschillende manieren om als bestuur tot een consensus of conclusie te komen, en ik merkte al dat we dat in grote mate met dezelfde stijl doen: respect in het debat, ruimte voor nuance, en met veel zin voor het smeden van menselijke relaties. Dan is het logisch dat het onderling tussen ons ook klikt.

“Door te luisteren wordt het gros van de problemen tot de juiste proporties herleid.”
In hoeverre willen jullie als voorzitter ook operationeel een rol spelen of wegen? Hoe vinden jullie daar een evenwicht in?
Tom: Ik ben soms al eens impulsief in mijn denken en dan ben ik blij dat ik Anton (secretarisgeneraal, nvdr.) als klankbord aan mijn zijde heb. De wisselwerking met het team is zeer waardevol voor me. En cruciaal. Maar af en toe heb je als voorzitter wel eens neiging om een operationele rol op te pikken.
Peter: Klopt, we blijven ook ondernemers, hé, Tom. En als je dan iets ziet gebeuren, is
het bijzonder moeilijk om niet tussen te komen. Ik heb dat ook. Tijdens en na de coronacrisis was ik alvast een stuk meer bij het operationele betrokken dan wat de traditie is, maar ondertussen zoek ik actief de gezonde afstand weer op. Een voorzitter zit met de neus in de organisatie, maar houdt er de vingers best af. Dat is volgens mij de meest gezonde manier, maar je moet de realiteit van een organisatie ook steeds in de ogen durven kijken. En ingrijpen als dat volgens jou nodig blijkt. Maar het is bijzonder gezond om afstand nemen en in een organisatie vooral
te investeren in een goede relatie tussen de professionelen enerzijds, en de bestuurders anderzijds.
Noem eens een persoonlijke eigenschap die jullie bij het invullen van het voorzitterschap al flink heeft geholpen. Tom: Ik ben nogal een doorzetter in wat ik wil bereiken. En dat hoeft zeker niet altijd via de gemakkelijkste weg te lopen. Ik ga op dat parcours geen conflicten opzoeken en het meestal diplomatisch aanpakken om mijn doel te bereiken.
Ben je dan conflictvermijdend?
Tom: Neen, maar ik zoek in een debat de scherpte niet op.
Peter: Ik denk dat diplomatie bij jou toch wel komt boven
drijven, Tom. Zo ervaar ik het toch.
En wat heeft jou al veel kunnen helpen, Peter?
Peter: Ik denk mijn luisterbereidheid. Het doet deugd dat Tom dat daarnet ook zelf al vermeldde. Ik heb binnen UNIZO geleerd dat onze ondernemers, bestuurders, medewerkers, stakeholders, ... voornamelijk één ding willen, en dat is gehoord en erkend worden. Het gros van de problemen worden daarmee tot de juiste proporties herleid. Iemand die zich gehoord voelt, verandert op slag in een partner in de zoektocht naar oplossingen. Luisteren is dus de eerste stap, en dat probeer ik als voorzitter ook zoveel mogelijk te doen.
Wat frustreert jullie persoonlijk het meest in jullie rol als voorzitter?
Tom: Ik frustreer me in niet veel, maar de zoektocht naar financiële middelen blijft voor een belangenorganisatie als de onze een uitdaging.
Peter: Ja, het financiële plaatje blijft ook voor ons een uitdaging, maar ik wil daaraan toevoegen dat het werk ook nooit af is. Wij hebben als UNIZO bijzonder veel strijdpunten of prioriteiten. En als we er dan in slagen om er een maatregel door te krijgen waar het gros van onze ondernemers gelukkig mee is, zelfs als dat over een verpletterende meerderheid ervan gaat, dan nog vinden zij die er ongelukkig mee zijn, of uit de boot vallen, heel snel de weg naar UNIZO om dat kenbaar te maken. En voor elke groep die dan uit de boot valt, begint de strijd van vooraf aan opnieuw. Het werk is nooit af, en de successen
zijn altijd maar tussenstappen. Dat was voor mij in het begin bevreemdend en wat moeilijk, maar ondertussen weet ik: het werk kan ook nooit af zijn.
En het gekke is: tegelijk zijn die tussenstappen, die successen, ook wat me de meeste voldoening geeft. Als ik zie welke impact we met UNIZO op de regeerakkoorden hebben gehad, dan mogen we daar heel trots op zijn. Onze vingerafdrukken zijn heel zichtbaar. Maar evenzeer wat we nu claimen als de UNIZOvrijstelling op meerwaardebelasting. Je ziet die kiem ontstaan bij de studiedienst, en het hele parcours van dat dossier volgen tot finaal die vlag ook kan worden geplant... dat geeft me echt kippenvel, want dan voel je de kracht van onze organisatie in haar geheel. Ik weet welk bloed, zweet en tranen daarmee gepaard gaat. Dat zijn collectieve overwinningen waar we ons echt aan mogen verwarmen. Maar zoals ik daarnet zei: de dag nadien krijg je meteen enkele situaties voorgeschoteld van ondernemers die dan niet onder die vrijstelling vallen, en begint het lobbywerk wederom. Het zijn dus twee uitersten die elkaar, omdat ze zover uit elkaar liggen, weer raken.
Wat geeft jou als voorzitter voldoening, Tom?
Tom: Dat sommige bestuurders me aangeven dat ze gelukkig zijn met de koers die onze Federatie momenteel vaart. Ik haal zelf ook veel voldoening uit een bestuursvergadering waar de bestuurders nadien zelf ook tevreden van zijn. Het is fijn om contente mensen te zien. Ze maken er tijd voor vrij, dus het moet voor hen ook zeker waardevol zijn.
UNIZO wordt wel eens de grote zus van de Federatie genoemd. Hoe kijken jullie zelf naar die verhouding tussen beide organisaties?
Peter: Wat mij betreft, zijn we organisaties in symbiose. UNIZO heeft al een lange bestaansgeschiedenis, en het is echt geen toeval dat de vrije beroepers een van de allereerste ondernemersgroepen was waarvoor binnen onze organisatie ook een doelgroepwerking kwam. De rol die vrije beroepen in onze naoorlogse maatschappij hebben vertolkt, wordt soms onderschat. Ze hebben mee het fundament gelegd van de welvaart waar we vandaag als maatschappij van kunnen genieten. Onze werking op de doelgroep mondde uit in een echte Federatie, en maar goed ook. Dat was een verstandige keuze. Ondertussen staan er twee organisaties met een rijke geschiedenis. We zijn verbonden aan elkaar, maar we kunnen ook een eigen profiel en smoel aanmeten. In die symbiose zijn we volgens mij op het sterkst. Aan sommige tafels moeten we met twee zitten, en aan andere dan weer als één.
Jullie spreken over organisaties in symbiose. Mogen UNIZO en de Federatie er openlijk een andere mening op nahouden?
Tom: Dat is in het verleden zeker al gebeurd. Dat kan dus zeker. We moeten van mening durven verschillen. Wat goed is voor de meeste ondernemers, is daarom niet steeds goed voor een vrije beroeper. Die waakzaamheid moeten we blijven hebben.
Peter: Het moet inderdaad mogelijk zijn om andere stand
punten te communiceren. We hebben met onze organisaties wel een probleem als we het tegengesteld belang niet tijdig hebben opgemerkt, en elkaar daarvan ook niet hebben ingelicht. Het zou niet goed zijn dat we, bijvoorbeeld online, tegengestelde standpunten lezen die vooraf niet werden besproken. Maar dat geldt van beide kanten voor alle duidelijkheid.
Jullie zijn allebei ondernemers. Heeft het voorzitterschap jullie als ondernemer veranderd?
Tom: Ik besef nog meer hoe belangrijk de rol van vrije beroepers, en hun autonomie, in de maatschappij is. En die maatschappij verandert razendsnel. We weten niet wat de toekomst van het vrije beroep wordt, wat overigens ook de toekomst van onze Federatie zelf bepaalt. Het voorzitterschap heeft me ook wel nederig gemaakt. Onze impact is beperkt in tijd. We kunnen hooguit enkele stenen in de rivier verleggen.
“De impact als voorzitter is beperkt in tijd. We kunnen hooguit enkele stenen in de rivier verleggen.”
Peter: Ik kan vandaag meer rust vinden dan vooraf aan mijn voorzitterschap. Ik ben in de coronatijd gestart en dat waren heel turbulente tijden. Ik moest vaak snel bepalen wat van belang is voor de organisatie en me niet laten
afleiden door de ruis. Er zijn altijd maar een paar hefbomen waar je echt mee aan de slag kan. En dat heb ik snel geleerd door het voorzitterschap, ook deels door het moment ervan. De ruis leid je enkel maar af. Hoofd en bijzaak van elkaar scheiden heeft me ook in mijn eigen onderneming al veel geholpen.
Wat was jouw persoonlijk hoogtepunt als voorzitter tot nu toe. De herverkiezing telt niet mee, trouwens.
Peter: Voor mij was dat het eerste startevent van UNIZO, zonder twijfel. Er komen daar vanuit allerlei hoeken mensen op af, en vanaf het podium zag ik daar voor het eerst de breedte van onze organisatie. Dan kijk je in die ganse zaal, en besef je hoeveel wij verbinden en samenbrengen. Dat voel je ook fysiek in die zaal. Dat was voor mij de eerste keer en meest tastbare manier dat ik voelde hoe sterk we als organisatie zijn.
Tom: Wat mij het meest heeft getroffen, is de oudgediendenlunch. We hebben vorig jaar voorzitters, secretarissen, gedelegeerd bestuurders, ... van weleer nog eens samengebracht en ik vond dat een bijzonder ontroerend moment. Er zat aan die tafel zoveel talent, engagement en verstand. Zo goed als iedereen die er kon zijn, was er ook. Ze hebben zich destijds allemaal voor het vrije beroep en voor onze organisatie gesmeten. Ik voelde vooral veel dankbaarheid. Voor wat ze deden, en omdat ik bij hen aan tafel mocht aanschuiven.
Veel succes in het komende werkjaar, en bedankt voor deze fijne babbel!


Op 17 juni kwam Minister Annelies Verlinden op onze kantoren langs voor een overleg met onze juridisch en economische vrije beroepen. “Vrije beroepen bekleden een unieke positie in het landschap van Justitie: ze verzorgen de rechtstreekse band tussen burger, ondernemer en Justitie”, liet ze optekenen.
Lees verder op onze nieuwspagina:
Overheidsbetalingen blijven een struikelblok voor veel vrije beroepers
Recent bevroegen we, samen met ProfessionsLibérales.be, onze beroepsgroepen over hun ervaring met betalingen door overheden. De resultaten maken duidelijk dat vrije beroepers en hun ondernemingen op structurele drempels botsen bij het omgaan met overheidsbetalingen. Trage doorlooptijden, onduidelijke communicatie en een gebrek aan digitale ondersteuning zetten druk op hun werking. Dit terwijl vrije beroepers een sleutelrol spelen in domeinen zoals justitie, zorg, bouw en welzijn.
Alle resultaten via de QRcode.
Een nieuwe voorzitter en twee nieuwe bestuurders benoemd
Op 26 juni stond de jaarlijkse algemene vergadering van onze Federatie op de agenda. Het verkeer deed voor sommigen wat lastig, maar we waren wel blij om iedereen in het prachtige Havenhuis te ontvangen.
Naast het formeel gedeelte voorzien we nu ook steeds enkele inhoudelijke sessies voor de leden. Zo leren de vrije beroepen elkaar ook beter kennen.
Constantinus Politis schetste in een notendop de problematiek van de ereloonsupplementen van artsen, Steven Lannoo wees op de stevige uitdagingen bij het ereloon van architecten en Geoffrey Giet toonde aan dat het inschakelen van een vastgoedmakelaar altijd een goede keuze is.
Tijdens de formele vergadering werden Inge Saeys, voor het IBR, en Tom Van Dijck, voor de RBPA, benoemd als nieuwe bestuursleden van onze Federatie. Ook Tom Bovyn werd, na voordracht van het bestuursorgaan, benoemd als voorzitter voor de komende periode van drie jaar. Het wordt voor Tom zijn tweede periode als onze voorzitter.
Meer sfeerbeelden van de vergadering vind je hier:


Reserveer snel jouw plek op onze
Dag van het Vrije Beroep
Praktische info:
Op? dinsdagnamiddag 18 november
Waar? Quartier Papier, Zavemtem
Uur? Vanaf 13 uur
Tickets? Gratis, maar wel te reserveren
Lees het volledig programma met alle sessies en sprekers:
Op dinsdag 18 november vieren we opnieuw de vrije beroepers op onze jaarlijkse Dag van het Vrije Beroep. Zoals je al eerder in de Vrije Beroeper kon lezen, gaan we dit jaar voor een vernieuwd concept.
In de namiddag (jawel, niet: avond) kan je als vrije beroeper aan een uitgebreid inhoudelijk programma van sprekers deelnemen. Uiteraard focussen we ons op het jaarthema 'De vrije beroeper als veilige haven'.
Deelname aan het event is gratis, maar haast je wel, want de plaatsen zijn beperkt. Aarzel dus niet te lang.
Na de ontvangst (vanaf 13u) en een plenaire start kan je verschillende break-out sessies volgen. De sessies gaan over cybersecurity, communicatie, het beroepsgeheim en het optimaliseren van jouw onderneming. Uiteraard allemaal op maat van jou als vrije beroeper. Sprekers zijn Michel Maus, Anneleen De Lille, Katrien Foubert, Ilse Vantilborgh en veel meer.
Na de pauze is er dan een plenaire sessie over cyberveiligheid Reinaert Van de Cruys laat je meekijken over de schouders van een cybercrimineel, via een reeks hacking demonstraties die ogen (en monden) doen opengaan. Op leuke en interactieve wijze zie je hoe hackers vandaag werken, en leer je meteen hoe jezelf beter te beschermen.
Uiteraard sluiten we af met een netwerkmoment en walkingdinner.
Gratis lunchpresentatie over wacht- en consultatieruimtes
Vrije beroepers werken vaak met cliënten of patiënten die zich in een moeilijke, stressvolle of zelfs kwetsbare situatie bevinden. Een conflict, een psychisch probleem of een medische zorgvraag – het zijn geen evidente omstandigheden om een professioneel gesprek in aan te gaan. Toch wordt de fysieke ruimte waarin deze gesprekken plaatsvinden vaak over het hoofd gezien. Nochtans heeft die ruimte wél impact. Hoe maak je van je wacht- of consultatieruimte een plek die rust en vertrouwen geeft?
Tijdens een lunchsessie gaan we hierover in gesprek met interieurarchitecte Sophie Andries (ASH Studio). Zij deelt inzichten, voorbeelden en praktische tips rond het inrichten van ruimtes die écht een verschil maken voor cliënten en patiënten.
Kies datum/locatie naar voorkeur en schrijf je hier in:

Waar
Je kan deze lunchsessie op liefst vijf verschillende locaties volgen.
• vrijdag 26 september | Leuven – Kruul
• vrijdag 3 oktober | Oostende Andromeda Hotel
• vrijdag 10 oktober | Hasselt UNIZO Herkenrodesingel 12/0201
• dinsdag 21 oktober | Gent Teamleader DokNoord 3a/101
• vrijdag 7 november | Antwerpen UNIZO Frankrijklei 104
Programma
• 12 13 uur | Presentatie interieurarchitecte Sophie Andries
• 13 14 uur | Lunch en netwerkmoment
In onze reeks "in het daglid" willen we in elke editie van onze Vrije Beroeper een lidorganisatie van de Federatie Vrije Beroepen aan je voorstellen. In onze lenteeditie van de Vrije Beroeper stelden we de Algemene Pharmaceutische Bond aan je voor, maar nu gaan we een hele andere richting uit, want vandaag zoomen we in op het Instituut van de Bedrijfsrevisoren, of kort het IBR.
TEKST Bram Vandromme – FOTO IBR
België telt vandaag iets meer dan duizend bedrijfsrevisoren die ook allemaal lid zijn van het Instituut van de Bedrijfsrevisoren (IBR). Daarnaast bereiden nog pakweg 500 stagiairs, ook lid van het Instituut, zich op een carrière als bedrijfsrevisor voor.
Hoewel het revisoraat zeker een vrij beroep is, onderscheidt het zich ook van de andere vrije beroepen. “Onze leden zijn vaak internationaal georganiseerd in netwerken en opereren binnen een kader dat sterk beïnvloed is door Europese en internationale regels. Bovendien staan bedrijfsrevisoren onder een volledig extern publiek toezicht, wat een bijkomende waarborg biedt voor de onafhankelijkheid en kwaliteit van hun werkzaamheden. Deze combinatie van vrijheid en strikte omkadering maakt het beroep uniek en onderstreept
het belang van een sterke, toekomstgerichte beroepsorganisatie”, laat Inge Saeys, bestuurder bij onze Federatie voor het IBR en daar ook ondervoorzitter, optekenen.
Het revisoraat bleek in het verleden vaak aantrekkelijk voor mannen. 7 op 10 revisoren is mannelijk, maar daar zou wel eens verandering in kunnen komen, zeker nu juriste Inge Vanbeveren recent als nieuwe secretarisgeneraal werd benoemd.
Twee Inges aan de top van het IBR, dus. “Maar dat is echt wel toeval”, zo verzekert de kersverse secretarisgeneraal ons. “Ik verwierf als diensthoofd Normen en Regelgeving heel wat kennis over alle facetten van het beroep. Samen met mijn ervaring bij andere beroepsfederaties vormt dat de basis van mijn engagement.


Instituut van de Bedrijfsrevisoren
Koning Albert II laan 19, 1210 Brussel
Contact: info@ibrire.be Website: www.ibr-ire.be
Ik wil ervoor zorgen dat het beroep toekomstbestendig blijft. Dat gaan we doen door constructief, maar met open vizier, samen te werken met onze partners: het College van toezicht op de bedrijfsrevisoren, de Hoge Raad voor Economische beroepen, onze voogdijminister, het bedrijfsleven, het ITAA, deze Federatie Vrije Beroepen en ook de vakbonden. En uiteraard zou ik graag mijn steentje bijdragen tot de vervrouwelijking van het beroep.”
Het beroep kampt de laatste jaren met stevige uitdagingen. Technologische versnelling, regeldruk, een stijgende complexiteit, geopolitieke instabiliteit en een dalende aantrekkelijkheid van het beroep. De recent verkozen bestuursploeg bij het IBR is alleszins vastberaden om die uitdagingen enthousiast en met vertrouwen aan te pakken.



Van links naar rechts: Inge Saeys (ondervoorzitter), Eric Van Hoof (voorzitter) en Inge Vanbeveren (secretarisgeneraal)
Eric Van Hoof, recent benoemd als voorzitter blijft alvast niet bij de pakken zitten. “We hebben een prachtig beroep, en ik zal er alles aan doen om dat ook uit te stralen naar de buitenwereld. Het promoten van de aantrekkelijkheid van ons beroep, vooral naar jongeren toe, is één van onze topprioriteiten. We willen af van ons wat saaie imago. Ik verzeker je: dat is volkomen onterecht. Elke dag in het leven van een bedrijfsrevisor ziet er anders uit, De brede ervaring die je opdoet tijdens de opleiding maakt dit vak bovendien een ideale springplank naar een leidinggevende financiële functie.”, drukt de Voorzitter ons op het hart.
Inge Saeys vult enthousiast aan: “Ik ben rotsvast overtuigd van het maatschappelijk belang van ons beroep, en niet alleen met onze
audits bij grote beursgenoteerde bedrijven. We kunnen ook een verschil maken voor familiale ondernemingen en KMO’s. We gaan ons beroep nog eens extra in de kijker zetten op onze “Dag van het Revisoraat”, die we dit jaar op 22 september organiseren en gericht is op de bedrijfsrevisor van de toekomst. Bij deze: van harte welkom!”
Als bedrijfsrevisor ook lid worden van UNIZO? Alleen maar voordelen!
In deze vrije beroeper leer je het beroep van de bedrijfsrevisor en het Instituut van de Bedrijfsrevisoren (IBR) beter kennen. En dat is maar goed ook, want de bedrijfsrevisor is een vrije beroeper bij uitstek. Met kennis van zaken en een sterke deontologie bieden de bedrijfsrevisoren de zekerheid en ‘assurance’ die onze economie ook nodig heeft. Een volgende taak van het beroep zal ongetwijfeld het uitvoeren van de nieuwe waarderingsopdrachten zijn in het kader van de meerwaardetaks. Een uitgesproken kans om de maatschappelijke meerwaarde van de bedrijfsrevisor nog maar eens aan te tonen.
In de afgelopen vakantietijd viel het me overigens opnieuw op: uit elke crisis groeit iets nieuws, iets moois en ontstaan er kansen. Denk maar aan de coronaperiode. Vóór die tijd was fysiek vergaderen de norm, nu zijn we een pak meer vertrouwd met digitale mogelijkheden. Ondernemende vrije beroepers vonden toen nieuwe wegen en bewezen er hun veerkracht.
Ook nu, midden in de gezondheidscrisis (denk maar aan de artsenstaking), schakelen we een versnelling hoger. De recent goedgekeurde kaderwet van minister Vandenbroucke vormt weliswaar een rechtstreekse aanval op ons vrij beroep, maar zal tegelijk artsen en zorgverstrekkers uitdagen om samen met investeerdersondernemers de krachten te bundelen. Expertise, innovatie en ondernemerschap zullen zo hand in hand gaan, op zoek naar meer efficiëntiewinst.
Want wie onze autonomie als vrij beroeper wil inperken, zal ontdekken dat vrije beroepers juist dan hun grootste slagkracht tonen.
Tom Bovyn, voorzitter



























