beroeper de vrije

Babbel met stafhouder Frank Judo
“Soms is even stilstaan net het beste wat je in de aanbieding hebt.”
Cybermeting
Doe mee aan onze bevraging rond cyberveiligheid

Babbel met stafhouder Frank Judo
“Soms is even stilstaan net het beste wat je in de aanbieding hebt.”
Cybermeting
Doe mee aan onze bevraging rond cyberveiligheid
Op het ogenblik dat ik dit voorwoord schrijf, zitten we midden in de analyse van en het beantwoorden van vragen over het nieuwe federaal regeerakkoord. Met het slopende debat in het parlement op het netvlies, willen wij vooral graag inzetten op constructieve samenwerking met de beleidsmakers. We zien zowel kansen als bedreigingen in het akkoord.
“Boer let op uw ganzen” is scherp maar dat is wel onze rol. We moeten waakzaam zijn. Maar de titel zou verkeerdelijk de indruk kunnen wekken dat wij deze regering wantrouwen. Dat is niet zo, zo willen we niet starten. We geven ze een kans. En we weten ook dat er tussen een regeerakkoord en de finale wetgevende teksten vaak nog een lange weg ligt. Héél lang. Op die weg ligt ook onze ambitie voor de komende jaren.
In het regeerakkoord worden veel ambities uitgesproken, ook over zaken die op vrije beroepers een impact kunnen hebben. Via onze formele mandaten en informele contacten zullen wij meepraten in het beleidsproces en ervoor zorgen dat er met onze leden samengewerkt wordt. Voor ons is het ondenkbaar dat er wetgeving tot stand komt dat het kader van vrije beroepen beïnvloedt zonder dat er echt geluisterd wordt naar diezelfde beroepsgroepen die hier dagelijks mee geconfronteerd worden.
We staan in de startblokken, de weg is nog lang, maar we zijn er klaar voor. “We zijn er klaar voor” had ook de titel van dit voorwoord kunnen zijn. Wat er ook van zij, de vrije beroepers kunnen op ons rekenen. En nu aan het werk zeg ik dan tegen mijzelf en de collega’s.
Anton Smagghe, secretaris-generaal
colofon
De Vrije Beroeper is een uitgave van De Federatie Vrije Beroepen vzw (VU), Willebroekkaai 37, 1000 Brussel. Verschijnt 3x per jaar. De redactie van De Vrije Beroeper streeft naar de grootst mogelijke betrouwbaarheid van de gepubliceerde informatie, waarvoor zij echter niet aansprakelijk kan worden gesteld. Contact: +32 (0)2 21 22 504, info@federatievrijeberoepen.be Kernredactie: De Federatie Vrije Beroepen i.s.m. UNIZO-redactie Vormgeving: KIXX, Autobaan 5/0202, 8210 Loppem, tel +32 (0)51 40 43 12, www.kixx-concept.be Adverteren? Trevi nv, Meerlaan 9, 9620 Zottegem, +32 (0)9 360 62 16, www.trevi-regie.be Blijf op de hoogte: www.facebook.com/federatievrijeberoepen, twitter.com/vrijeberoepen Onze elektronische nieuwsbrief? www.federatievrijeberoepen.be
Een babbel met stafhouder Frank Judo over deontologie over de grenzen van het vrije beroep heen.
“Soms is stilstaan net het beste wat je in de aanbieding hebt.”
Voor deze Vrije Beroeper mochten we op de koffie bij stafhouder Frank Judo. Hem introduceren, is geen sinecure. Hoewel hij ondertussen in de Rupelstreek woont, is hij toch een echte Brusselaar. Hij werd in 1971 in Anderlecht geboren, liep school in het Sint-Jan Berchmanscollege en is ook al een kwarteeuw advocaat in een kantoor dat uitkijkt op de Kunstberg in hartje Brussel. Momenteel is Frank ook stafhouder van de Nederlandse Orde van Advocaten bij de Balie van Brussel. Maar deze inleiding beperken tot zijn advocatenparcours, zou hem oneer aandoen. Hij was meer dan vijftien jaar voorzitter van de Vlaamse Juristenvereniging, engageert zich maatschappelijk in tal van culturele verenigingen, schrijft graag en heeft een boon voor geschiedenis. Frank is ook historicus van opleiding en lijkt de laatste tijd weer wat meer in de geschiedenis te duiken.
We nodigden Frank uit voor een babbel over deontologie van vrije beroepers. Frank is al een hele poos lid van de commissie deontologie van de Orde van Vlaamse balies, is momenteel stafhouder van de Brusselse advocaten, en daar bovenop zal Frank binnenkort op de Dag van de Deontologie van Juriwise een sessie voor zijn rekening nemen. Altijd goede redenen om met Frank in gesprek te gaan, maar nu was dat dus zéker zo.
TEKST Bram Vandromme – FOTO’S Kwartz
Frank, ik ken jou natuurlijk vooral als jurist en advocaat, maar in mijn voorbereiding ontdekte ik dat je in 2022 een boek "Het bewaren waard" schreef waarin je misverstanden
over conservatisme de wereld wil uithelpen. Waarom wou je dit boek schrijven? Eigenlijk vooral omdat mijn goede vriend Karl Drabbe van Uitgeverij Ertsberg al jaren aan mijn mouw trok om dat toch eens te doen (lacht). Tijdens de lockdown enkele jaren terug, had ik geen excuus meer en vond ik ook de tijd om effectief achter het klavier te duiken. Ik schreef het omdat ik mij soms onredelijk
dik kan maken in onzorgvuldig taalgebruik. En “conservatief’ of “conservatisme” zijn termen die zich heel erg lenen tot zo’n slordig taalgebruik. Een beetje tot mijn eigen verbazing is het boek goed onthaald omdat het misschien kan bijdragen tot een zekere verbale hygiene en het debat erover ook voedt.
En waarom dan specifiek over conservatisme, nu er nog heel wat begrippen zijn die zich tot onzorgvuldig taalgebruik lenen?
Het is een thema dat me wel al langer bezighoudt, ook met mijn achtergrond als historicus en als kind van de jaren 70 waarin de ideologische spanningen soms te snijden waren.
Hangt aan “conservatief” niet meestal een negatieve connotatie?
Jazeker. Ik begin mijn lezingen over het boek vaak met een citaat van Wiel Nolens, een Nederlands priester-politicus, die in het begin van de twintigste eeuw zei dat de gemiddelde Nederlander liever voor brandstichter dan voor conservatief wordt uitgemaakt. En daar is vandaag nog altijd wel iets van aan. Maar het grappige is dat bij zo’n lezingen mensen me achteraf soms aanspreken om te vertellen dat ze misschien wel conservatiever zijn dan ze vooraf dachten.
conservatief denken dan in een karikatuur. Ik denk dat mijn verhaal ook het progressieve denken in zijn recht laat. Een verstandig progressief denkt ook niet dat elke verandering meteen vooruitgang is.
Wat je nu zegt, sluit aan bij jouw bedenkingen bij de stelling “stilstand is achteruitgang.”
Heel vaak zegt men: je kan toch niet tegen verandering zijn? Maar men gaat er dan van uit dat je iets bijzonder moet doen om verandering te bekomen. Maar dat is niet zo. Verandering is in de meeste gevallen een heel natuurlijk proces. Kijk maar naar onze haardos, bijvoorbeeld (lacht) Het miraculeuze is net om die verandering tegen te houden, te vertragen of te sturen. Dat besef heeft mij heel hard geholpen om het relatieve van het veranderingsdiscours te zien. Soms is stilstaan net het beste wat je in de aanbieding hebt. Als je aan een zebrapad staat, met rood licht en veel verkeer, dan is stilstaan beter dan vooruitgaan, of is achteruitgaan mogelijk zelfs nog wat beter.
Een conservatief zegt niet dat je verandering moet tegenhouden, maar ermee moet omgaan. Een conservatief is dus niet tégen verandering, maar is liever voorzichtig.
“De tendens tot voorzichtigheid, die vaak uit beroepsorganisaties komt bovendrijven, draagt bij tot het succes ervan.”
Nu, het is ook gemakkelijker om je te herkennen in een niet-karikaturaal beeld van
Die voorzichtigheid gaat terug op een zeker wantrouwen tegenover de sympathieke
knoeier die de mens is en op de kennis die we in het verleden opbouwden. Exclusief en enigszins gebiologeerd naar de toekomst kijken, wat men vaak met progressief denken verbindt, kan tot utopisch denken leiden dat niet falsifieerbaar en dus ook niet controleerbaar is.
Daardoor zit een conservatieve mindset vaak in de verdediging, maar paradoxaal genoeg is dat ook haar sterkte, want de informatie van het verleden die ze voedt, is wél voor controle vatbaar, in tegenstelling tot de onaantastbare, maar ook ontoetsbare, utopie.
Vind je jezelf ook conservatief?
Als je de wereld in twee helften deelt, dan zal dat wel. Daar heb ik geen moeite mee. Ik deel in het boek ook wat eigen ervaringen daarrond.
Vrije beroepers, maar zeker ook hun beroepsorganisaties, worden klassiek vaak als conservatief bestempeld. Is dat terecht volgens jou? Dat is een pertinente vraag waar ik best ook mee worstel. Ik denk dat er, zeker wat de juridische vrije beroepers betreft, inderdaad een geut conservatisme in de hele juristerij zit. Echter, juristen, of breder zelfs vrije beroepers, in globo over de conservatieve kam scheren, lijkt mij veel te kort door de bocht.
Beroepsorganisaties hebben zeker talent voor voorzichtigheid, dat wel. Maar we mogen niet vergeten dat die beroepsorganisaties van vrije beroepers ook al grote bijdragen leverden in de transformatie van ons land en de evolutie naar een meer gereguleer-
de economie. We moeten de verdiensten van die organisaties daarin ook kunnen erkennen. Soms, en zelfs vaker dan soms, leidt voorzichtigheid tot vernieuwing, die ook de ambitie heeft stabiel te zijn. Ik geloof dat de tendens tot voorzichtigheid, die vaak uit deze organisaties komt bovendrijven, net bijdraagt tot het succes ervan.
Je spreekt eerder over voorzichtigheid dan over behoudsgezind.
Inderdaad. Bij mijn weten zijn er maar weinig beroepsorganisaties die zich focussen op het louter behoud van de situatie van hun beroepsgroep. Soms verzetten ze zich wel tegen punctuele zaken, maar net zo frequent beschikken ze over een actieve agenda met vragen om zaken aan te passen of te veranderen. Beroepsorganisaties zijn vaak de drijvende kracht achter grote projecten die voor cliënten of patiënten het verschil maken. Denk bijvoorbeeld aan de advocatuur of het notariaat die wezenlijke bijdragen leverden bij het digitaliseringsparcours van justitie en overheid.
Laat ons even verder inzoomen op die vrije beroepen. Ondanks een definitie in het Wetboek Economisch Recht sinds 2018, blijft de invulling van wat een vrij beroep is, of zou moeten zijn, nog steeds voer voor debat. Houden zo? Wat voor mij een vrij beroep onderscheidt van andere beroepen, is misschien wel de absolute noodzaak van permanente vorming. Maar dat is een boutade. Vrije beroepers omschrijven, is niet makkelijk, maar ik hou nogal van de omschrijving van een ondernemer met een “plus”.
“Ik geloof heel hard in de dialoog tussen verschillende vrije beroepers. Je leert er jezelf ook het best ontdekken.”
“Wat een vrij beroep onderscheidt van andere beroepen is de absolute noodzaak van permanente vorming.”
Ik denk dat er iets bestaat als algemeen ondernemersfatsoen. Dingen die je doet, maar evenzeer niet doet.
Alleen moet dat ondernemersfatsoen in een aantal beroepen, zeker als ze te maken hebben met uitgesproken kennis, wat stringenter en meer afdwingbaar zijn. Door de verantwoordelijkheid die met die beroepen ook gepaard gaat. Daar mag je best wel wat eisen aan stellen. Vrije beroepen gaan voor mij dus om beroepen waarvoor een bijzondere vorming vereist is en het kennisonevenwicht dat daarbij ontstaat, begeleid wordt. Of moet worden. Zodat misbruik wordt uitgesloten en die kennis ook accuraat blijft. Maar er lijkt mij niet meteen een nood aan een gesloten lijst van wie dan wel, of geen, vrij beroep uitoefent. Er moet ruimte zijn voor evolutie, en dat laat het huidig kader wel toe.
Die “begeleiding” bij de uitoefening van vrije beroepen, zit vooral in enerzijds een wetgevend, anderzijds een zelfregulerend kader vervat. Hoe kijk je naar de balans daartussen?
Ik geloof sterk in het subsidiariteitsprincipe. Dus principieel kies ik voor minder wetgeving en voldoende zelfregulering. Maar dat wil wel zeggen dat je die zelfregulering ook ernstig neemt. In de ruimte die de wetgever laat, mag je dan ook geen ongeremde speeltuin voor de eigen beroepsbeoefenaars gaan organiseren. Maar evenmin lijkt het mij de bedoeling om via zelfregulering een al te rigide kader uit te werken. De balans is dus broos, maar er zit voor de beroepsorganisatie een belangrijke verantwoordelijkheid in. Eerst en vooral omdat je een kennisvoorsprong hebt tegenover de wetgever, maar ook omdat je hiermee
het signaal geeft dat als je het collectief ernstig neemt, je ook van jouw beroepsoefenaars mag verwachten dat ze het ernstig nemen.
Nu, we leven in tijden waarin wantrouwen welig tiert. Niet altijd onterecht hoor, maar het wordt wel vaak uitvergroot. Het is daardoor niet altijd eenvoudig om als beroepsgroep steeds meer zélf te regelen. Maar ik loop niet wild van de evolutie die we, eigenlijk in gans Europa, zien, dat omwille van de objectiviteit de overheid of wetgever meer dingen naar zich toetrekt.
Ik begrijp daaruit dat we dus niet méér deontologische regels of principes wettelijk moeten verankeren?
Ik zit daar inderdaad niet op te wachten. Vaak hangen die deontologische principes samen met de essentie van het vrije beroep waarover het gaat, met het concept ervan. Concepten die trouwens vaak lang aan onze wetgeving voorafgaan.
En wat in de wet staat, nodigt later misschien uit tot inperkingen ervan. Beter niet dus.
Daarmee samenhangend: in veel deontologische kaders zitten zowel eerder open normen (denk maar aan de waardigheid van het beroep bijvoorbeeld) als duidelijke specifieke regels. Wat geniet jouw voorkeur?
Dat is een dilemma. Als ik mijn juristenbril opzet, duiken bij open normen meteen vragen rond rechtszekerheid op, maar eigenlijk zijn er maar weinig regels die niet voor interpretatie vatbaar zijn. Mijn ervaring leerde tot nu toe dat die open normen, die evolutief zijn, paradoxaal genoeg mogelijk de rechtszekerheid net meer garanderen dan concrete regels die één enkele situatie willen aanpakken.
Hoe dan ook, als je deontologisch reguleert en aan zelfregulering doet, is het risico op steekvlamregels even groot als bij een wetgever, maar de nood aan een snelle reactie, vaak onder druk van publieke opinie of media, ontbreekt er wel meestal. Die snelheid is in een zelfregulerend kader minder nodig. Maar de gevaren bij zelfregulering loeren ook wel
om de hoek. Het is steeds oppassen voor lethargie of voor eeuwige tevredenheid met hoe we het zelf aanpakken.
Je bent nu bijna een half jaar stafhouder van de balie Brussel. Hoe loopt dat en kijk je nu op een andere manier naar deontologie dan vooraf?
Eigenlijk niet fundamenteel. Wat ik elders al over deontologie leerde, is vandaag in grote mate ook toepasbaar. Ik ben wel heel erg geschrokken van de welzijnsproblematiek bij de beroepsgroep. Bij zowel jong als oud, en ongeacht de grootte van het kantoor. Daar word je niet vrolijk van. Een gewetensonderzoek en enige zelfkritiek is wel op zijn plaats. Ik vraag me af of onze cultuur daar niet toe heeft bijgedragen.
De welzijnsuitdaging delen de vrije beroepers zeker allemaal. Maar wat delen volgens jou alle vrije beroepers op inhoudelijk deontologisch vlak?
Goeie vraag. Ik zie spontaan drie deontologische ankerpunten: vakkennis, transparantie, wat gaat over de manier waarop je die kennis aan cliënt of patiënt presenteert, en discretie.
“De vrije beroepers als veilige haven” is dit jaar ons jaarthema, en dat sluit meteen wel aan bij onder meer die discretie waarover je spreekt. Maar het beroepsgeheim is niet bij alle vrije beroepers even sterk?
Ik spreek liever van een discretieplicht dan van een beroepsgeheim, maar dat klopt inderdaad. Die discretieplicht is niet voor elke vrije beroeper even stringent, maar zolang de cliënt of de patiënt, via
die transparantieplicht, goed begrijpt tot waar ze strekt, zie ik daarin ook niet echt een probleem. Afbouw van de huidige beschermingsgraad door middel van discretieplichten kan niet aan de orde zijn.
Ik zou er mij wel oncomfortabel bij voelen als de omvang van de discretieplicht als een publicitair argument wordt ingezet, bijvoorbeeld tussen groepen van vrije beroepers. Vooral wie meest geschikt is om een welbepaalde bijstand te verlenen, telt.
Welke grote uitdagingen zie jij voor vrije beroepers liggen om die veilige haven voor patiënten en cliënten te blijven garanderen?
Met stip voorop: mensen. Vrije beroepen zijn toch wel een echte mensensector. Zullen we voldoende mensen blijven vinden zodat er een verantwoord aanbod blijft?
Ik zie bij verschillende vrije beroepers dezelfde klachten. Een terugloop van het aantal mensen die in die sector willen werken. En de indruk dat de kwaliteit niet noodzakelijk toeneemt, al moeten we daar altijd voorzichtig mee zijn. Maar er blijven overal wel vacatures openstaan...
In een krappe arbeidsmarkt kan bijvoorbeeld artificiële intelligentie in de toekomst mogelijk een deel van de oplossing zijn. Maar ik zeg er meteen wel bij: als vrije beroepers hun overlevingsmodel ophangen aan dingen die een machine evengoed kan doen als zij, vind ik dat wel een gebrek aan zelfvertrouwen. Een beroepsgroep die het juist van kennis moet hebben, moet toch ook in staat zijn om zichzelf op tijd en stond opnieuw uit te vinden. Daarom moeten
“Ik ben erg geschrokken van de welzijnsproblemen in mijn beroepsgroep. Bij zowel jong als oud, en ongeacht de grootte van het kantoor.”
we in artificiële intelligentie vooral een opportuniteit zien.
Je spreekt binnenkort op de Dag van de Deontologie over deontologie over de grenzen heen. En de titel luidt voor een deel: bruggen bouwen. Kan je dat even duiden? Omdat ik heel hard geloof in de dialoog tussen die vrije beroepsgroepen. En zelfs in dialoog met beroepen die helemaal niets met het vrije beroep te maken hebben. Dat wil niet zeggen dat je niet nu en dan met het eigene bezig moet zijn. Maar dat ontdek je vaak juist in de dialoog met anderen. Toen ik voorzitter van de Vlaamse Juristenvereniging was, vond ik een van de meest interessante activiteiten een dialoogavond tussen de zogenaamde zwarte toga’s en de witte jassen, zeg maar de juridische en de
medische sector. Die dialoog is zo verrijkend en kan ook leiden tot gemeenschappelijke initiatieven. Je gaat met elkaar in gesprek en na verloop van tijd kan je misschien zaken op eenzelfde manier, of waarom niet samen, aanpakken.
Ik las in een ander interview dat je een stapel ongelezen boeken op het nachtkastje hebt liggen. Wat is het laatste boek dat je hebt gekocht, en wat lees je momenteel? Een bundel over Ernst Kantorowicz waar ik jaren naar gezocht heb en eindelijk de hand heb op gelegd. En op dit moment lees ik “Afscheid van de handkus” van Benno Barnard.
Bedankt voor het fijne gesprek, Frank.
In de reeks "in het daglid" willen we elke editie van onze Vrije Beroeper een lidorganisatie van de Federatie Vrije Beroepen in het daglicht plaatsen. In de vorige Vrije Beroeper brachten we CIB in beeld. Vandaag zetten we de VVKP, de beroepsvereniging voor klinische psychologen, in de schijnwerpers.
TEKST Bram Vandromme – FOTO'S VVKP
Voor deze eerste rubriek van 2025 kloppen we aan bij Lotte De Schrijver en Steven Joris, beiden co-directeurs van de Vlaamse Vereniging van Klinisch Psychologen, kort: VVKP. “We verdelen de taken”, vertelt Steven. “Lotte is verantwoordelijk voor het beleid en de wetenschappelijke werking, ikzelf houd me bezig met de lokale kringcoördinatie en alle communicatie.”
De VVKP is de vereniging van klinisch psychologen in Vlaanderen. De vereniging staat op de barricades voor de klinische psychologie en verdedigt er de belangen van. Hoewel aansluiding bij de vereniging niet verplicht is, telt ze vandaag liefst 2.400 leden en verenigt ze zowel clinici, al dan niet in loondienst, als academici. Ook studenten kunnen zich (zelfs gratis) lid maken. “We proberen onze leden maximaal te ondersteunen. Ze krijgen toegang tot heel wat info en ledenvoordelen. Lidmaatschap bij de VVKP kost momenteel 215 euro voor een volledig jaar, maar er zijn ook kortingen voor pas afgestudeerden en collega’s die niet langer als klinisch psycholoog actief zijn”, laat Lotte optekenen. Het verrast natuurlijk
niet dat lidmaatschap bij de VVKP ook tal van voordelen biedt. Op de webstek, die je via de QR-code onderaan kan ontdekken, kan je terecht om al die voordelen uit te pluizen.
“Het komende jaar willen we vooral goeie relaties opbouwen met de nieuwe regeerploegen”, gaat Lotte verder. “Er liggen voor ons best wel veel belangrijke dossiers op tafel, zoals de praktijkstage en de eerstelijnsconventie. Maar we willen ook graag een wettelijk kader voor coaches en een accreditatiesysteem voor klinisch psychologen.”
Maar we mogen in onze agenda ook 2 oktober al aanstippen.
“Dan organiseren we onze jaarlijkse studiedag. Het thema houden we nog even voor ons, maar we hopen er veel mensen te mogen ontmoeten”, zegt Steven.
Op de vraag wat de VVKP op de politieke agenda wil zetten, komen tal van zaken naar voor. Een ervan blijkt het percentage van het gezondheidsbudget dat in geestelijke gezondheidszorg geïnvesteerd wordt. “Klopt. We blijven ons de komende tijd inzetten voor een verhoging ervan. De OESO beveelt minstens 10 procent van het federale gezondheidsbudget aan, maar bij ons is dat vandaag slechts 6 procent. Nochtans blijft de vraag naar betaalbare en toegankelijke psychische hulp maar toenemen”, sluit Lotte af.
Oude Graanmarkt 48, 1000 Brussel
Contact: info@vvkp.be Website: www.vvkp.be
Lid worden van het VVKP? www.vvkp.be/lid-worden
Als klinisch psycholoog ook lid worden van UNIZO? Alleen maar voordelen! Scan de QR-code of ga naar www.unizo.be/lid-worden
Met herwonnen moed zijn veel zorgverstrekkers ondertussen dit nieuwe jaar ingedoken. En mogelijk zijn er ook veel onder hen die het komende jaar de dingen anders willen aanpakken. Zorgverstrekkers helpen met hun ondernemerschap is iets waar wij ons, samen met UNIZO, al vele jaren voor inspannen en daarom staat onze masterclass voor praktijkmanagement opnieuw in de steigers!
Afgelopen klassikale reeks in het najaar van 2024 was een succes, dus hernemen we dit initiatief. Ditmaal zitten we niet in Gent, maar gaat de lessenreeks in Leuven door. Start op 26 april!
Meer info:
Groot sectorevent met Koen Geens en Bert Gabriëls
We nodigen directie en medewerkers van de aangesloten sectororganisaties graag uit op het jaarlijkse sectorevent van UNIZO op dinsdag 25 maart in Vilvoorde. Ook beroepsorganisaties binnen de Federatie Vrije Beroepen zijn meer dan welkom. Keynotespreker Koen Geens zal ons zijn blik gunnen op de toestand van de federale begroting. Daarna zal stand-up comedian Bert Gabriëls de Belgische politiek fileren. Afsluiten doen we met een walkingdinner.
Gratis inschrijven:
De Federatie pioniert met een opleiding voor stagemeesters
De balie Gent en de Federatie Vrije Beroepen slaan dit voorjaar de handen in elkaar om te pionieren met een van de allereerste opleidingen voor stagemeesters voor advocaten. De nood hieraan blijkt hoog te zijn. Uit een bevraging aan de balie Gent bleek dat het grootste deel van de stagemeesters (82%) nog nooit enige opleiding of cursus volgde die hen kan helpen bij het begeleiden van stagiairs. Hoewel zeven op tien onder hen niet vindt dat een korte opleiding verplicht zou moeten zijn, zou hetzelfde aantal onder hen wel overwegen om zo’n opleiding te volgen.
Samen met een grote werkgroep advocaten werd de opleiding uitgetekend. Ze duurt in totaliteit acht uur, gaat (fysiek, in Gent) door op drie verschillende lesmomenten. Wees er snel bij, want de plaatsen zijn per cyclus beperkt.
Inschrijven:
Gratis webinar over GDPR
Ook binnen ons Connect-project, waarbij we al jarenlang samen met VLAIO de economische vrije beroepers meer info geven over alle subsidie- en steunmaatregelen die de Vlaamse overheid rijk is, valt ons jaarthema niet op een koude steen.
De GDPR-wetgeving blijft ongemeen evolueren. Tijdens deze opleiding krijg je een helder overzicht van de recente veranderingen en leer je hoe je jouw organisatie compliant houdt. Deze sessie biedt niet alleen juridische inzichten, maar ook hands-on advies voor een vlotte implementatie. Wil je zeker zijn dat jouw bedrijf GDPR-proof blijft? Schrijf je in en blijf up-to-date! De sessie gaat door op 3 april van 12 tot 13 uur.
Gratis deelnemen via deze weg:
Benieuwd naar onze volledige kalender?
Ontdek ze hier:
Lig je soms wakker van je pensioen? Via jouw sociaal statuut heb je na je loopbaan recht op een wettelijk pensioen, maar als zelfstandige voorzie je best nog een extra appeltje voor de dorst. Met een Sociaal Vrij
Aanvullend Pensioen voor Zelfstandigen (Sociaal VAP) en een Individuele Pensioentoezegging (IPT) bijvoorbeeld.
TEKST Liantis – FOTO’S Shutterstock
Met het Sociaal Vrij Aanvullend Pensioen voor Zelfstandigen of Sociaal VAP bouw je op een fiscaal en sociaal aantrekkelijke manier aanvullend pensioen op. Je kan daarbij ook rekenen op financiële bescherming, een verdere doorstorting en rente-uitkering bij arbeidsongeschiktheid, dit zowel door een ziekte of een ongeval, een extra vergoeding bij ernstige ziekte (kanker, ziekte van Parkinson enz.). Kortom, een Sociaal VAP is dé pensioenformule bij uitstek voor zelfstandigen. Je kan je Sociaal VAP bovendien combineren met andere pensioenformules om zo een maximaal fiscaal voordeel te realiseren.
Voor zelfstandigen die hun activiteit uitoefenen via een vennootschap is het interessant om het Sociaal VAP aan te vullen met de Individuele Pensioentoezegging (IPT). Met de IPT worden de premies voor je pensioenplan betaald door
je vennootschap. Zo bouw je voor jezelf een aanvullend pensioenkapitaal op met automatische uitkering wanneer je de wettelijke pensioenleeftijd bereikt.
Ben je actief als zelfstandige binnen een eenmanszaak, dan kan je bovenop je Sociaal VAP een aanvullend pensioen opbouwen via een Pensioenovereenkomst voor Zelfstandigen (POZ). Deze pensioenovereenkomst is fiscaal voordelig én biedt jou enkele interessante bijkomende voordelen. Zo kan je rekenen op een mooi rendement en heb je de mogelijkheid om jouw pensioenplan uit te breiden met bijkomende waarborgen.
Liantis ondersteunt je graag met individuele begeleiding. Onze pensioenexperten beantwoorden met plezier al jouw vragen en bezorgen je graag vrijblijvend informatie over pensioenoplossingen op jouw maat.
Liantis risk solutions nv treedt op als verzekeringsmakelaar met zetel in de Sint-Clarastraat 48, 8000 Brugge (KBO-nummer 0433.343.936), RPR Gent, afdeling Brugge. Meer informatie vind je terug op onze site via liantis.be/nl/liantis-risk-solutions
Elk jaar werkt de Federatie
Vrije Beroepen rond een thema. Dit werkjaar ligt onze focus op de veilige haven die jullie als vrije beroepers voor hun patiënten en cliënten zijn. En hoe belangrijk dit voor onze maatschappij is.
Cliënten en patiënten kunnen in alle vertrouwen bij vrije beroepers terecht. Ze kunnen er hun hart luchten, maar kunnen er ook geheimen kwijt. De vrije beroeper is voor patiënten en cliënten vaak iemand die hun rugzak vol stress en ongerustheid overneemt. Ze lossen problemen op, of nog beter, voorkomen ze.
Een veilige omgeving gaat om meer dan enkel een robuust beroepsgeheim. Er is veel meer nodig om ervoor te zorgen dat, wat cliënten en patiënten met jou als vrije
beroeper delen, ook effectief veilig is. Daarom verdient cyberveiligheid onze aandacht.
Om ons jaarthema nu echt af te trappen, lanceren we een “cybermeting”. In deze meting gaan we na hoe cyberveilig vrije beroepers op vandaag werken.
Het invullen ervan zal maar enkele minuten van je tijd in beslag nemen. Al je antwoorden in deze enquête zijn persoonlijk en strikt vertrouwelijk. De vragen zijn deels geïnspireerd op de informatie die de FOD Economie (mijnzaakcyberveilig.be) beschikbaar stelt.
Benieuwd? Neem deel aan de bevraging:
Erg veel tinten grijs. Dat is het weer in januari dat ons weken geteisterd heeft waardoor we een tekort aan vitamine D hebben en ons futloos voelen. Maar zie, met het verschijnen van een federaal regeerakkoord verschenen ook de eerste zonnestralen. Hopelijk houden ze aan. We analyseren ondertussen volop wat dit voor de vrije beroeper betekent.
Ons jaarthema, de vrije beroeper als veilige haven, wordt alvast een boeiend thema. Vrije beroepers genieten het unieke vertrouwen van de cliënt of patiënt. Ze kunnen er hun zorgen kwijt en hun hart luchten. Om die veilige omgeving te blijven garanderen, moeten we in onze dagdagelijkse werking voldoende aandacht geven aan zaken zoals cybersecurity en GDPR. Van een collega-arts, die na meer dan 40 jaar werken op de rand van pensioen staat, werd de zichtrekening geplunderd door op een misleidende link in een e-mail te klikken. De bank geeft hiervoor blijkbaar geen waarborgen. Afgelopen jaar werd een e-mail-server en website van een andere collega gehackt, met behoorlijk wat hinder voor zijn werking tot gevolg. Het moet beangstigend zijn om dat mee te maken. Hoe kunnen we ons wapenen tegen deze gevaren? Dat gaan we uitzoeken.
Een regering vormen was moeilijk, vermoedelijk meer door een gebrek aan vertrouwen in de ander dan door de ideologische verschillen. Onze vereniging kent ook een grote verscheidenheid aan beroepsfederaties en toch kunnen we onze verschillen vaak overstijgen. Ik ben tevreden dat onze beleidsmakers dat nu eindelijk ook konden doen.
Mijn termijn van drie jaar voorzitterschap zit er haast op en binnenkort verkiezen jullie opnieuw een voorzitter. Ik heb van dit voorzitterschap nog geen spijt gehad. Wel integendeel. Het was een boeiende reis met veel interessante ontmoetingen. Jouw dienaar wil je alvast graag verder dienen omdat ik ook in continuïteit geloof. We gaan behouden wat goed is en verbeteren wat we kunnen verbeteren.
Onze Federatie zal ook in 2025 schitteren, groeien en bloeien. Als een gedreven organisatie waar we met trots het belang van de vrije beroeper vieren. Met respect voor ons rijk verleden, kijk ik uit om samen met jullie ook de toekomst verder uit te bouwen.
Tom Bovyn Voorzitter Federatie Vrije Beroepen