vrijeberoeper de

www.fvib.be
www.fvib.be
Zondagnamiddag, 3 maart, kwamen meer dan 300 ondernemers, waaronder ook heel wat vrije beroepers, afgezakt naar de eerste ‘zitting’ van het UNIZO ‘OndernemersParlement in de Antwerpse Boerentoren (KBC). Ze werkten er in verschillende ‘commissievergaderingen’ aan constructieve voorstellen die de ondernemersmotor meer brandstof moeten geven en gingen vervolgens in debat met de voorzitters van de meerderheidspartijen in de Vlaamse en federale regering, Bart De Wever (N-VA), Bruno Tobback (sp.a), Gwendolyn Rutten (Open VLD) en Wouter Beke (CD&V). UNIZO bundelt de resoluties van het Parlement in een actieplan dat onze welvaart moet verzekeren. Na afloop van de commissievergaderingen lieten de deelnemers ballonnen op met hun voorstellen en conclusies, opdat die tot in ‘Brussel’ zouden geraken.
Het UNIZO OndernemersParlement is het oplossingsgerichte vervolg op “ikkkomopstraat.be” waaraan 29.300 ondernemers deelnamen. “Ons land en zeker ook Vlaanderen staan voor gigantische uitdagingen. Opnieuw groei creëren, de vergrijzingsproblematiek grondig aanpakken, de arbeidsmarkt fors moderniseren en dynamiseren, onze economie competitiever maken zijn er enkele belangrijke van. De on-
dernemers zijn een heel belangrijk onderdeel van de oplossingen. Ons sterk en sociaal welvaartssysteem behoeft een stevige KMOmotor. Ondernemers moeten terug kansen krijgen in dit land. Daarbij moet de focus worden gelegd op kleine en middelgrote ondernemingen want die vertegenwoordigen 65,7 % van de totale tewerkstelling en genereren 58,2 % van de welvaart in dit land”, aldus UNIZO, daarin ook bijgetreden door FVIB.
De resoluties van het OndernemersParlement: Verlaag de vennootschapsbelasting voor KMO’s naar 20 % De ondernemersmotor sputtert. Dat blijkt ook uit de faillissementscijfers. Die stegen met maar liefst 14% tegenover dezelfde periode vorig jaar. Dat komt onder meer door de torenhoge globale belastingdruk in ons land. De fiscaliteit wordt geken>>>
Na afloop van het OndernemersParlement voelden we enkele aanwezige vrije beroepers aan de tand over hun bevindingen en conclusies.
Jacques Pieters, fiscaal advocaat en, onder meer, auteur van het boek “ Mijn zaak en de fiscus” “
Zekerheid en heldere eenvoud zijn heilig
in belastingen”
“Zekerheid en heldere eenvoud zijn heilig in belastingen. Er struikelen meer ondernemers over de complexiteit van de fiscaliteit dan over de tarieven. Wat niet wegneemt dat die tarieven nog altijd veel te hoog zijn. Ondernemers hebben ook weinig vertrouwen in de goede besteding van al dat belastinggeld door de overheid, wat het voor hen extra moeilijk maakt om over de brug te komen. Maar dat maakt van hen nog lang geen fraudeurs. Veruit de meeste ondernemers willen correct hun belastingen betalen, maar maken wel eens fouten tegen de fiscale spelregels uit onwetendheid, omdat de materie zo complex is en nauwelijks meer te vatten door wie er niet dagelijks mee bezig is. Voor die onwetendheid en het gebrek aan tijd en motivatie
om zich erin te verdiepen, hebben al heel wat zelfstandigen en KMO’s een zware prijs betaald: boetes die vaak niet in verhouding staan tot de - te goeder trouw - gepleegde inbreuk. Moet het dan verbazen dat ondernemers en controlerende ambtenaren als water en vuur zijn, dat ze elkaar zien als vijanden? Een eenvoudig en duidelijk belastingsysteem is wat ondernemers in de eerste plaats vragen, samen met billijke tarieven. Ondernemers hebben vaak de indruk dat politici er op uit zijn om keer op keer nieuwe barrières bij te creëren en het hen alsmaar moeilijker te maken. Veel ondernemers zijn zelfs bereid enkele grote aftrekken te laten vallen, in ruil voor een lager algemeen tarief dat hen duidelijkheid verschaft.” ◆
Fiscaal advocaat Jacques Pieters: “Er struikelen meer ondernemers over de complexiteit van de fiscaliteit dan over de tarieven. Wat niet wegneemt dat die tarieven nog altijd veel te hoog zijn.”
Net voor het ter perse gaan dit blad raakte de benoeming bekend van advocaat, hoogleraar en gewezen FVIB-voorzitter, Koen Geens. Hij volgt in die rol Steven Vanackere op, die ontslag nam. Koen Geens was FVIB-voorzitter van 1999 tot 2005 en vervulde die rol met verve. Met zijn wetenschappelijke visie en pragmatische aanpak versterkte hij de werking en uitstraling van FVIB. De sterke positie die onze organisatie voor vrije beroepen inneemt, is dan ook mede zijn verdienste. Bij deze feliciteren we Koen Geens dan ook graag met zijn nieuwe mandaat. In een latere editie van De Vrije Beroeper komen we hier ongetwijfeld nog uitvoeriger op terug. ◆
sterkst in het vrije beroep”
Vr AAG en A n T woord Geno T eerd: Citaten 11 ACTUA: wet op continuïteit ondernemingen aangepast, grotere rol voor ‘cijferberoepen’
11 ACTUA: Architecten klagen willekeur in gemeentelijke bouwverordeningen aan
11 ACTUA: n ieuw opleidingsaanbod van de U ni Z o o ndernemersAcademie
merkt door zeer hoge algemene tarieven (vennootschapsbelasting van 33,99%) en een ondoorzichtig en, zeker voor KMO’s, ingewikkeld kluwen aan aftrekmogelijkheden. Eén en ander leidt ook tot een onaanvaardbaar verschil in reële winstbelasting tussen KMO’s en in ons land opererende multinationale ondernemingen. 8 op 10 ondernemers ervaart dit verschil op vandaag als fundamenteel onrechtvaardig. Kleine en middelgrote ondernemingen zorgen voor het overgrote deel van tewerkstelling en welvaart maar worden daarvoor veel meer belast. Het ondernemersparlement heeft daarom de resolutie aanvaard dat het fiscale tarief voor de vennootschapsbelasting op 20% moet gebracht worden. In ruil zijn de ondernemers bereid om de schrapping van een groot deel van de aftrekposten bespreekbaar te maken. Ook de notionele intrestaftrek moet in dit kader herbekeken worden. Verder stellen de ondernemers ook voor een groot deel van de subsidies en premies die door onze overheden worden gehanteerd op te heffen. Zo’n fiscale hervorming zal tot een veel eenvoudigere en rechtvaardigere ondernemersfiscaliteit leiden. Die vereenvoudiging zal de overheid ook de kans geven fors te besparen op de overheidsuitgaven om de fiscaliteit in goede banen te leiden. Het ondernemersparlement vraagt de gesprekken over deze fundamentele fiscale hervorming zo snel mogelijk opstarten.
Dring het overheidsbeslag drastisch terug
Het overheidsbeslag in ons land bedraagt maar liefst 53,9%. Het ondernemersparlement wil dit beslag tegen eind 2014 onder de 50% teruggedrongen zien. Tussen 2000 en 2010 kwamen er in ons land een pak ambtenaren bij. Ook de overheidsschuld die momenteel boven de 100% zit van het bruto binnenlands product moet de komende jaren fors worden teruggebracht. De vermindering van het overheidsbeslag moet volgens het ondernemersparlement in eerste instantie gebeuren door het verminderen van het aantal ambtenaren op alle beleidsniveaus (van lokaal tot federaal). Door dit verstandig te doen, onder andere gebruik makend van de vergrijzing, kan ook de overheidsschuld afgebouwd worden.
Verminder de werkgeversbijdragen op arbeid met minstens 5% 81% van de ondernemers vindt de loonkost in ons land te hoog. Het ondernemersparlement heeft daarom de resolutie aangenomen dat de werkgeversbijdragen op arbeid met minstens 5% moeten dalen. De ondernemers zien in het efficiënter en slanker maken van de overheidsdiensten de belangrijkste compensatie voor deze lastenverlaging. Anderzijds erkent het parlement ook dat een snelle en vrij forse verlaging van de loonlasten niet kan zonder andere belastingen te verhogen of nieuwe belastingen in te voeren. Het ondernemersparlement wil die discussie in
alle openheid aangaan. UNIZO en FVIB waarschuwen de federale regering wel dat deze belastingen integraal moeten gebruikt worden om de loonlasten te verlagen, niet om gaten in de begroting te dichten. Het ondernemersparlement heeft ook een resolutie aangenomen die enerzijds een combinatie van arbeid en gezin blijvend mogelijk maakt maar anderzijds het aanmoedigingsbeleid om ‘minder te werken’ afbouwt. De ondernemers stellen dat “de systemen van flexibel minder werken niet geleid hebben tot meer en langer werken.”
De ondernemers willen dat wie ervoor kiest om minder te werken daarvoor zelf verantwoordelijkheid opneemt. Ze doen evenwel niets af aan de rechten en mogelijkheden om arbeid en gezin beter de combineren.
Na afloop van het OndernemersParlement voelden we enkele aanwezige vrije beroepers aan de tand over hun bevindingen en conclusies.
werner niemegeers is advocaat en plaatsvervangend raadsheer in het hof van beroep te Gent
“
Luisteren is goed, maar in de praktijk brengen is nog veel beter”
“Het is goed dat we onze vragen en bekommernissen als ondernemers zelf in resoluties kunnen gieten en rechtstreeks kunnen voorleggen aan de bevoegde politici. Die politici leven teveel in een andere wereld en dus vind ik het belangrijk dat ze minstens één- tot tweemaal per jaar rechtstreeks geconfronteerd worden met échte ondernemers uit de praktijk. Maar uiteindelijk vertellen we niets nieuws wanneer we andermaal hameren op de te hoge belastingdruk en veel te complexe fiscaliteit. Luisteren is goed, maar in de praktijk brengen is nog veel beter. Als de politieke wereld dát nu eens zou willen snappen. Ok, de overheid zit in financieel in moeilijke papieren, maar onze ondernemingen minstens evenzeer, of nog meer. Wat mij betreft, mag de overheid geen extra middelen gaan zoeken bij de KMO’s, maar kan ze wel heel wat schrappen in haar uitgaven. Zo denk ik aan het afschaffen van de provincies, wat een besparing van 1,8 miljard euro zou
opleveren, elk jaar opnieuw! Ook de eindigheid van de uitkeringen mag geen taboe blijven. En als je ziet hoeveel miljarden aan subsidies de overheid links en rechts uitdeelt… Ik ben akkoord dat ook sommige KMO’s daar beter van worden, maar wíj zijn niet de grote subsidiesnoepers. Het merendeel van dat geld gaat naar anderen en daar kan, denk ik, nog heel wat in gesnoeid worden. Een KMO-vriendelijk beleid hoeft overigens niet tégen de multinationals gericht te zijn, ook die mogen worden gekoesterd. Maar de politici mogen zich daar niet op blindstaren, ten nadele van de KMO’s. Elke grote onderneming is overigens ooit heel klein begonnen, als een KMO, en is maar kunnen bloeien dankzij een vruchtbaar klimaat. Kijk, bijvoorbeeld,
Advocaat Werner Niemegeers: “Die politici leven teveel in een andere wereld en dus vind ik het belangrijk dat ze minstens één- tot tweemaal per jaar rechtstreeks geconfronteerd worden met échte ondernemers uit de praktijk.”
maar naar Janssens Farmaceutica, het levenswerk van dokter Paul Janssens. De KMO staat aan de wieg van elke multinational. Dat mogen de politici niet vergeten.” ◆
Vorm een pact tussen ondernemers /vrije beroepers en overheidsdiensten voor milieu en ruimtelijke ordening 60% van de ondernemers ondervindt problemen bij de behandeling van vergunningsaanvragen, vaak door een weinig constructieve en oplossingsgerichte houding van de betrokken ambtenaren. Het ondernemersparlement heeft daarom de resolutie aangenomen een pact te sluiten tussen de ondernemers /vrije beroepers en de overheidsdiensten voor milieu en ruimtelijke ordening. In dat pact engageren de ambtenaren zich tot een oplossingsgerichte in plaats van probleemstellende houding. Het ondernemersparlement vraagt ook het systeem van beroepsprocedures in te perken. De ondernemers zien in de uitwerking van de Vlaamse omgevingsvergunning alvast een stap in de goede richting en willen die snel gerealiseerd zien.
Er mag een verschil blijven in sociale zekerheid tussen zelfstandigen en werknemers Zij die hun nek uitsteken en welvaart creëren hebben recht op een goed sociaal statuut. Tussen 2012 en 2030 gaan er ongeveer 77.000 zelfstandigen en vrije beroepers op pensioen. Hun pensioen ligt echter lager dan dat van werknemers. Gelet op de moeilijke budgettaire context en de kosten van de vergrijzing wil het ondernemersparlement inzetten op langere loopbanen en meer werken. “Hoe langer en hoe meer we met z’n allen werken, hoe meer bijdragen we verzamelen om ook gepensioneerde zelfstandigen een comfortabel pensioen te bezorgen. Daarnaast kiest de het parlement voor een opwaardering van het Vrij Aanvullend Pensioen. “Dat biedt zelfstandigen de kans om gedurende hun loopbaan via eigen bijdragen hun wettelijk pensioen aan te vullen.” Vandaag bedraagt de maximale aftrekbare bijdrage voor het gewoon VAP amper 8,17% van het netto beroepsinkomen van 3 jaar geleden, voor het sociaal VAP is dat 9,40%. Die percentages moeten opgetrokken worden. Het ondernemersparlement neemt de resolutie aan dat er een verschil mag blijven tussen de sociale zekerheid van zelfstandigen en die van werknemers. De minima moeten evenwel op hetzelfde niveau gebracht worden. Het ondernemersparlement kiest verder voor de vrije keuze van de zelfstandige zijn sociaal statuut via verzekeringen verder te verbeteren.
Op maandag 21 januari 2013 startte Charlotte Pollet als stafmedewerker bij FVIB . Charlotte studeerde Toegepaste Economische Wetenschappen en deed als recruitment consultant ervaring op bij CrossInternational N.V. . Charlotte volgt in eerste instantie het project ‘HRM in het vrij beroep’ op. Ook de uitbouw van de regionale werking van FVIB behoort tot haar takenpakket. Je kan Charlotte bereiken via charlotte.pollet@unizo.be, 02/21220570 of 0486/43.85.66. Sanderijn Vanleenhove ruilde begin januari FVIB voor UNIZO. Zij is er woordvoerster. In die hoedanigheid volgt zij nog de pers voor FVIB op. ◆
Het voeren van een doordacht en efficiënt HRM-beleid is voor elke ondernemer een uitdaging. Maar voor beoefenaars van een vrij beroep geldt dat des te meer. Denk maar aan de kwaliteit van de dienstverlening, de vertrouwensrelatie… die mede staat of valt met de kwaliteit en mentaliteit van de medewerkers… De toenemende samenwerking en associatievorming binnen het vrij beroep is eveneens een niet weg te denken factor in dat HRM-beleid. Om vrije beroepers, op maat van hun specifieke behoeften, te ondersteunen bij hun personeelsbeleid,
Steun
start FVIB met het project “HRM in het vrij beroep”. Stafmedewerker Charlotte Pollet zal dit coördineren. In de opstartperiode zullen de verschillende noden en behoeften op vlak van personeelsbeleid bij vrije beroepers in kaart worden gebracht. Tegen eind 2013 zal een boek gepubliceerd worden over HRM in het vrije beroep en er zullen ook HRtools ontwikkeld worden die direct kunnen toegepast worden in de vrije beroepspraktijk. In 2014 zullen er dan specifieke info- en vormingssessies georganiseerd worden door FVIB. ◆
Zoals u ook kan lezen in het opiniestuk “SAPPIG”, hiernaast, van FVIB secretarisgeneraal Jan Sap, neemt FVIB het niet dat onze vrije beroepen, tegen wil en dank, zouden worden ondergebracht bij de zogenaamde ‘Wet Marktpraktijken’. Niet omdat we ‘klantvriendelijkheid’ als vrije beroepers niet hoog in het vaandel zouden dragen, wel integendeel, maar omdat onze ‘cliënten’-benadering nu eenmaal van een heel andere orde is dan een traditionele ‘klanten’-benadering.
www.facebook.com/federatievrijeberoepen twitter.com/#!/fvib
Denk, bijvoorbeeld, maar aan onze deontologische codes. En typische ‘markt-fenomenen als solden, prijsvergelijkingen... zijn bij vrije beroepen helemaal niet aan de orde.
Het afschaffen van de ‘wet vrije beroepen’, ten gunste van de ‘wet marktpraktijken’ zou voor ons én onze cliënten een slechte zaak zijn. Daarom organiseren we een online petitie, met deze niet mis te verstane boodschap. Ook u kan deze actie steunen. Kijk op www.fvib.be ◆
> onze elektronische nieuwsbrief > www.fvib.be
d e Vrije b eroeper, de krant voor vrije beroepen, is een uitgave van FV ib , de Federatie voor Vrije en i ntellectuele b eroepen. Verschijnt 4x per jaar.
Contact e-mail: info@devrijeberoeper.be • Tel: 02/238 05 04 • Fax 02/280 03 79
Kernredactie: Filip h oremans, r onny Lannoo, Charlotte Pollet, Gert Peeters, Jan Sap, Sanderijn Vanleenhove
Vormgeving
Proforma Advertising bvba • danny.laureys@proforma.be
Tel: 015/52 91 10
Fotografen
Studio dann, d ental Mission, foto’s via de U ni Zo -regio’s
Illustraties k im
Verantwoordelijke uitgever FV ib vzw, w illebroekkaai 37, 1000 b russel
Adverteren in De Vrije Beroeper?
Contacteer reclameregie Trevi n V, Thomas Lannoo, Tel 02/ 428 30 90, Fax 02/ 428 37 55, thomas.lannoo@trevi-regie.be d e redactie van d e Vrije b eroeper streeft naar de grootst mogelijke betrouwbaarheid van de gepubliceerde informatie, waarvoor zij echter niet aansprakelijk kan worden gesteld.
het vrij beroep verdient meer erkenning
Laat me beginnen met het goede nieuws. Uit een recent onderzoek van UNIZO en de ADMB-groep blijkt een stijging met 4,4 % van de werkgelegenheid bij vrije en intellectuele beroepen. U werft dus nog mensen aan, in tegenstelling tot de dalende trend in veel andere sectoren. In deze tijden is dat opmerkelijk nieuws. Meer nog, deze tendens is al een tijd bezig. De jongste 10 jaar blijft de werkgelegenheid bij de vrije beroepen elk jaar groeien.
“
De vrije beroepen horen niet thuis in een algemene wet marktpraktijken. FVIB eist erkenning van hun specificiteit.”
Tot zover het goede nieuws. Nu het slechte nieuws . Ondanks deze positieve tewerkstellingscijfers, kunnen de vrije beroepen nog altijd veel te weinig rekenen op de nodige erkenning. Ik verklaar me nader. Momenteel is in de politiek een discussie bezig over het al dan niet onderwerpen van de vrije beroepen aan de zogenoemde ‘wet marktpraktijken’. Deze wet regelt handelspraktijken zoals de solden, koppelverkoop, sperperiode, verkoop met verlies, prijsaankondiging… Een aantal politieke partijen - ter linkerzijde van het politieke spectrum - wenst de vrije beroepen te onderwerpen aan deze wet op basis van een arrest van het grondwettelijk hof en de omzetting van Europese richtlijnen.
Onze Federatie van Vrije en Intellectuele Beroepen, FVIB, is daar vierkant tegen. Want veel van wat in de wet marktpraktijken wordt geregeld, is simpelweg niet van toepassing op vrije beroepen. Bovendien is er sinds 2002 een specifieke wet voor vrije beroepen over onder meer misleidende en vergelijkende reclame. Een eenvoudige aanpassing van deze bestaande wet kan perfect tegemoetkomen aan de vragen van het betrokken arrest .
De weigering van sommige politieke partijen om de bestaande wet op de vrije beroepen aan te passen, en alles onder een globaal boek marktpraktijken te duwen, illustreert een gebrek aan respect en erkenning voor de specificiteit van vrije beroepen. De beoefenaar van een vrij beroep zijn inderdaad zelfstandige ondernemers, maar niet zomaar gelijk te stellen met andere handelaars. De onafhankelijke positie evenals de maatschappelijke meerwaarde van een vrij beroep worden immers gewaarborgd door een beroepseigen deontologie, beroepsgeheim en een aangepaste reglementering.
Veel vragen we niet. Enkel een eenvoudige aanpassing van de bestaande wet op de vrije beroepen van 2002. Het zal voor onze, ook inzake tewerkstelling, dynamische sector, eindelijk goed nieuws en daadwerkelijke erkenning opleveren. Wie kan daar tegen zijn?
Om ons protest tegen het onderbrengen van de vrije beroepen onder de wet marktpraktijken kracht bij te zetten, organiseert FVIB een online petitie, die ook u kan ondertekenen. Kijk op www.fvib.be
Architect Luc Van Leuvenhage ( e X-i T Architectuur) is trots op zijn vak, maar…
“
Weinig (vrije) beroepen zijn zo zichtbaar aanwezig in het straatbeeld als dat van de architect. Privé-woningen, kantoren en kabinetten, flatgebouwen, ziekenhuizen en scholen… De dagelijkse impact van de architect op hoe we leven en werken kan nauwelijks worden overschat. Een gedroomde uitgangspositie om een sterk imago als beroepsgroep uit te bouwen… niet?
“In theorie wel, maar…”, aldus architect Luc Van Leuvenhage van EX-IT Architectuur uit Beveren, “waarmee hij al meteen de toon zet van ons gesprek. Samen met hem gingen we op zoek naar de ziel en uitdagingen van de architect in een snel veranderende wereld.
“Soms wou ik dat ik een advocaat was”, steekt Luc Van Leuvenhage van wal, “Als die een advies geeft, nemen de cliënten dat over het algemeen vlug aan. Ze vertrouwen op die expertise en erkennen dat ze zelf weinig kaas van juridische materies gegeten hebben. Maar een architect… in mijn vak ben ik al heel wat zelfverklaarde ‘experts’ tegengekomen, die mijn bouwtechnische expertise zwaar in vraag durven stellen en het zelf beter denken te weten. Zeker wanneer er zich een oom of broer mee gaat bemoeien, die zelf zijn huis heeft rechtgezet en in de familie als ‘de ervaringsexpert’ wordt beschouwd, krijg je nogal eens moeilijke discussies. Begrijp me niet verkeerd: ik hóu van kritische klanten. En hoe meer ‘moeilijke’ vragen en opmerkingen ik vooraf - in de ontwerpfase - mee kan nemen, hoe minder problemen achteraf. Maar als architect ben en blijf je uiteindelijk wel de échte vakspecialist, die de finale knopen moet kunnen doorhakken, en daar de volle verantwoordelijkheid voor neemt. Zonder dat vertrouwen en die erkenning is er, althans wat mij betreft, geen basis voor een opdracht.”
“Elk op zijn eigen manier…” “Inzake uitstraling en imago van ons beroep kan er dus nog heel wat verbeteren, en dat is de verantwoordelijkheid van alle architecten samen, daarin ook gesteund door onze beroepsverenigingen zoals o.a. NAV. Ook de Orde van Architecten mag op vlak van ‘image building’ best nog wat assertiever uit de hoek komen. We hebben immers een heel mooi verhaal te vertellen, over de kwaliteit van wonen, leven
werken… waar wij als architecten dagelijks mee aan bouwen, elk op zijn eigen manier… Het individualisme dat de architect typeert is enerzijds zijn sterkte: ultieme,
je een eigen visie ontwikkelt en daar op eigen kracht ook voor gaat, los van remmend conformisme. Maar tegelijk is dat individualisme ook onze grootste zwakte,
“Gelukkig werkt onze beroepsfederatie, o.a. NAV momenteel heel hard aan het versterken van het samenhorigheidsgevoel tussen de architecten, zodat we elkaar veel meer versterken en een vuist kunnen maken, ook in ons overleg met de Orde.”
vernieuwende creativiteit en meerwaarde ontstaan immers maar pas wanneer je buiten de lijntjes durft te kleuren, wanneer
daar waar het er op aankomt de krachten te bundelen, niet alleen om ons imago ten aanzien van de bouwheer te versterken,
maar ook om samen een sterke vuist te kunnen maken wanneer de uitoefening van ons beroep alweer bemoeilijkt dreigt te worden door een zoveelste tsunami aan nieuwe normen. Nieuwe regels zijn uiteráárd vaak nodig - denk maar aan de nieuwe isolatienormen - en vanzelfsprekend gaan we daar graag in mee, als de relevantie onomstotelijk vastligt. Sterker nog: als architecten lopen we vaak zelfs vooruit op die nieuwe vereisten. Kijk, bijvoorbeeld maar naar onze passiefwoningen, waarmee we bijna tien jaar vooruitlopen op de nieuwe Europese energienormen. Maar regels óm de regels en verschillend van gemeente tot gemeente - met dank aan de lokale autonomie - nee,
daar moet paal en perk worden aangesteld. Niemand wordt daar beter van, en het maakt ons werk er alleen maar complexer en duurder op.”
“Zolang wij onze meerwaarde en vakkennis als beroepsgroep niet sterker in de verf zetten, kan het nauwelijks verbazen dat de gemiddelde bouwheer zijn architect kritischer in vraag stelt dan, pakweg zijn advocaat, zijn accountant… Dat hij minder vanzelfsprekend uitgaat van die expertise. We kunnen en mogen de schuld niet zomaar in de schoenen schuiven van onze cliënten. Als ik, bijvoorbeeld, zie hoe de advocaten elkaar als beroepscategorie versterken, hoe ze elkaar regelmatig tegenkomen op de rechtbanken en onder-
en zijn collega Iwan Vermeirsch binnen architectenbureau “EX-IT Architectuur” volop verder aan hun eigen meerwaarde en visie, met een duidelijke focus op ‘passief’ bouwen. “Ik ben in 1983 als zelfstandig architect begonnen”, vertelt Luc, “Alleen. Eenmanszaken waren toen nog de norm, maar dat is tegenwoordig alsmaar minder het geval. De complexiteit van ons vak is de afgelopen jaren enorm toegenomen. Denk bijvoorbeeld maar aan de evolutie in de energie- en ventilatienormen voor nieuwbouwwoningen. En dat is maar één aspect. Alle dagen komen er nieuwe regels bij die - met dank aan de gemeentelijke autonomie - ook nog eens in België van plaats tot plaats kunnen verschillen.
“Soms wou ik dat ik een advocaat was. Als die een advies geeft, nemen de cliënten dat over het algemeen vlug aan. Ze vertrouwen op die expertise. Maar een architect… in mijn vak ben ik al heel wat zelfverklaarde ‘experts’ tegengekomen, die het beter denken te weten.”
ling netwerken, de beroepsfierheid en het maatschappelijk gezag dat ze uitstralen… Knap. Wij, architecten, horen of zien elkaar nauwelijks, hooguit af en toe eens op het gemeentehuis. Gelukkig werken beroepsfederaties als NAV momenteel heel hard aan het samenhorigheidsgevoel tussen de architecten, zodat we elkaar veel meer versterken. En ook de transformatie van onze Orde, die momenteel duidelijk aan de gang is, stemt me heel hoopvol voor de toekomst. Ons beroep snákt naar een ‘nieuwe adem’ naar een sterke(re) en eenduidige deontologische code, een kwalitatief vrij beroep waardig. Maar we zijn goed op weg.”
Samenwerken en expertise bundelen is de boodschap Intussen timmeren Luc Van Leuvenhage
Dat maakt onze dossiers er niet dunner op. Samenwerken en expertise bundelen is vandaag een noodzaak als je de bouwheer-cliënt een kwalitatieve ‘all-in’ service wil kunnen blijven bieden. Zo is EX-IT Architectuur ontstaan. Die naam verwijst naar ‘Exterieur, Interieur en Technieken’. Afhankelijk van de vragen die de bouwheer ons stelt, doen we bijvoorbeeld ook regelmatig beroep op andere bouwspecialisten, om het totale concept van een woning, beroepspraktijk of kantoor van A tot Z in te vullen en te doen kloppen. Totaalprojecten met een hoog ‘Architectuur’-gehalte en op het lijf van de bouwheer geschreven, zijn ons handelsmerk. Daar bovenop hebben we ons gespecialiseerd in passiefbouw, met een absoluut minimum aan energieverbruik. De gebouwen die we vandaag opleveren doorstaan nu al de strenge
Zo werkt (ver)bouwen “in de praktijk”
Bent u als vrije beroeper van plan uw praktijkruimte te (ver)bouwen? Bent u daarbij op zoek naar inspirerende voorbeelden, praktische tips en nuttige informatie? Dan is het luxueus uitgegeven, fraai geïllustreerde boek “In de praktijk” van auteurs Colette Demil en Staf Bellens, uitgegeven bij Minerva een absolute aanrader. In dit boek maakt u onder meer kennis met het nieuwe ‘passief’kantoorgebouw van notaris Joost Vercouteren uit Beveren, naast heel wat andere realisaties voor diverse (vrije) beroepen. ◆
“Totaalprojecten, op het lijf van de bouwheer geschreven, zijn ons handelsmerk.”
energiezuinigheidsproef die onvermijdelijk tegen 2020 voor alle nieuwbouwprojecten zal gelden. Maar daarmee is passiefbouw voor ons nog geen doel op zich. Die keuze vormt slechts één onderdeel van een totaalaanpak, waarbij de beleving, het comfort, de praktische logica en het welbevinden van wie in de ruimten woont en werkt, centraal staan. Elk ontwerp is het resultaat van diepgaande gesprekken met de bouwheer-cliënt, waarbij we heel veel vragen stellen, over de kleinst mogelijke praktische details, net zolang tot we exact begrijpen hoe de volledige puzzel in elkaar past. In de huid kruipen van de bouwheer, voelen, tasten ruiken… wat hij bedoelt en dat vertalen naar het ultieme ontwerp. Dát is de architectuur waar wij willen voor staan. Een keuze die duidelijk aanslaat, maar die bijvoorbeeld ook betekent dat mijn collega’s en ik slechts een beperkt aantal gebouwen tegelijk grondig kunnen opvolgen. Omdat wij alles tot in de kleinste details in orde wil hebben. Dat is een kwestie van respect voor de bouwheer en van beroepseer.”
Veel meer apotheker dan kruidenier
Meer info:
“In de praktijk” kost € 34,95, maar als UNIZO-lid betaalt u slechts € 27,96. Bestellen kan via www.uitgeverijminerva.be
“De afgelopen jaren mochten we al verschillende projecten realiseren voor vrije beroepers”, gaat Luc Van Leuvenhage verder, “Privé-woningen op zich, ‘bedrijfs’gebouwen, en ook enkele combinaties van woningen met geïntegreerde beroeps-
praktijk. Heel mooie uitdagingen, waarbij het er ook weer op aankomt de vragen en noden van die bouwheren-vrije beroepers te begrijpen en te vertalen. Hoe wordt er bijvoorbeeld in zo’n artsenpraktijk, notariaat… gewerkt, wat is de ‘flow’? Met welke specifieke aandachtspunten, typisch voor het beroep van de bouwheer, moet uitdrukkelijk rekening worden gehouden. Discretie is bijvoorbeeld een belangrijk aandachtspunt bij een aantal vrije beroepen. Mogen de verschillende cliënten elkaar al dan niet zien, of zijn er aparte in- en uitgangen nodig?... Zo heb ik als architect al diverse (vrije) beroepen van heel dichtbij leren kennen, wat mijn vak er uiteraard alleen maar boeiender op maakt. Zo realiseerden we, onder meer, het nieuwe ‘passief’kantoor van notaris Joost Vercouteren uit Beveren. Het inspirerende verhaal van deze realisatie, met tal van foto’s, lees je in het boek ‘In de prakijk’ van Collette Demil en Staf Bellens, uitgegeven bij Minerva. Het is maar één van de vele illustraties van hoe wij onze rol als architect willen en móeten opnemen. Wij zijn níet de kruidenier, bij wie je massaproducten, hapklaar uit het schap, kan kopen. Vergelijk ons eerder met de apotheker, die luistert, adviseert en daarná pas ‘verkoopt’, vertrekkend vanuit de noden van de patiënt. Net dát maakt van ons vrije beroepers. ◆◆◆
www.ex-it.be
Ik sukkel al jaren met mijn rug. Hier kan ik mijn rug in vorm houden en word ik professioneel begeleid.
Move 2 Improve is een groepspraktijk van kinesitherapeuten die zich, naast revalidatie, vooral toespitst op preventie.
KBC geloofde onmiddellijk in ons idee en ook in de vraag ernaar. Daarom hebben we samen een uitgebreid businessplan opgesteld dat tot nu toe alleen nog maar positief is gebleken.
Ontdek net als Move 2 Improve de gaten in de markt van elke gemeente in Vlaanderen op kbc.be/hetgatindemarkt. Hebt u een idee om ergens een gat in de markt te vullen of wilt u weten hoe KBC u kan helpen bij een nieuw ondernemingsidee? Kom er dan met ons over praten. En maak ook kans op een van de twintig bedrijfswagens* gedurende zes maanden om u sneller op weg te helpen.
KBC. Wij spreken uw taal.
De regering Di Rupo I besteedde tijdens de opmaak van het relanceplan ook aandacht aan de vermindering van de sociale lasten. Omwille van financiële redenen creëerde de regering geen nieuwe doelgroepverminderingen (DGV). Ze schafte er een aantal af en versterkte bestaande . Zoals ook de doelgroepvermindering “eerste aanwervingen”. Als u een eerste, tweede en/of derde werknemer wil aanwerven, dan kan u misschien genieten van een interessante loonkostenbesparing.
Hervorming DGV “eerste aanwervingen” De hervorming van deze doelgroepvermindering kost de schatkist om en bij de 49 miljoen euro. De regering hoopt om zo 10.000 nieuwe banen te scheppen, en dat
vooral bij de beginnende en uitbreidende KMO’s voor wie de stap naar vast personeel een uitzonderlijk grote impact kan hebben.
De aanpassing van de besproken vermindering van de werkgeversbijdragen aan de RSZ situeert zich vooral in het begin van de tewerkstelling. Voor de eerste kwartalen zijn de bedragen immers fors opgetrokken. Bij een optimale toepassing kan een werkgever tot 10.900 euro extra uitsparen aan werkgeversbijdragen.
20 kwartalen
De toepassingsmodaliteiten bleven ongewijzigd, en ook de referteperiode blijft behouden. De werkgever beschikt bij de start van de doelgroepvermindering over een periode van 20 kwartalen waarbinnen hij naar eigen goeddunken de DGV “eerste aanwervingen” kan toepassen.
Evenmin gelden er bijkomende voorwaarden voor de betrokken werknemer. In tegenstelling tot bij de oude “Plus-plannen”, de vermindering van RSZ-bijdragen op de eerste drie werknemers tot 2004,
zijn de nieuwe doelgroepverminderingen niet-persoonsgebonden. De werkgever kan, eens het recht is geopend, de RSZvermindering toepassen op gelijk welke werknemer in dienst.
Hoewel de wetgeving nog niet verschenen is, trad de nieuwe regeling in werking op 1 oktober 2012 en dat voor aanwervingen vanaf die datum. De werknemers die vóór die datum in dienst waren en het recht op een DGV openden, moesten het gedurende het laatste kwartaal van 2012 nog doen met de oude regels. Pas vanaf 1 januari 2013 stapten ook zij over naar het nieuwe stelsel en dat voor de nog resterende kwartalen.
Meer info: HR-dienstengroep ADMB: www.admb.be info@admb.be
Sinds 1 juli 1992 geldt voor vennootschapsmandatarissen een onweerlegbaar vermoeden van onderwerping aan het sociaal statuut van zelfstandigen. Binnen een zelfde vennootschap zowel zelfstandige (voortvloeiend uit de oefening van een mandaat) als werknemers zijn kan alleen als aan drie voorwaarden wordt voldaan.
Voorwaarden:
1. De mandataris heeft een taak als beheerder, terwijl de taak van een werknemer eerder van technische of materiële aard is (dualiteit van functies).
2. Een werknemer ontvangt loon voor de arbeidsprestatie. Krijgt u een vergoeding voor het mandaat, dan moet die vergoeding duidelijk van het loon te onderscheiden zijn.
3. Als werknemer is men onderworpen aan het werkgeversgezag (ondergeschikt verband).
Te onthouden:
• De concrete situatie in de vennootschap (werkverdeling, machts- en gezagsverhoudingen, verdeling van de aandelen, enz.) is de basis voor de beoordeling van deze voorwaarden. Het louter bestaan van een arbeidsovereenkomst of het ontvangen van een loon zijn op zich dus onvoldoende om als werknemer beschouwd te kunnen worden.
• De rechtspraak hierover is relatief uitgebreid. Vooral de derde voorwaarde - de
aanwezigheid van werkgeversgezag - is doorslaggevend.
• De vennootschapsvorm kan ook een rol spelen. Zo kan de zaakvoerder van een E(enpersoons)BVBA nooit werknemer van de EBVBA zijn. Men kan immers niet ondergeschikt zijn aan zichzelf. Daarnaast is de cumulatie van het werknemers- en zelfstandigenstatuut dikwijls aannemelijker in een NV dan in een BVBA. Hoewel de cumulatie in een BVBA niet bij voorbaat wordt uitgesloten, is dit redelijk zeldzaam omdat vaak niet aan alle voorwaarden is voldaan.
Gevolgen op sociaal en fiscaal vlak
• Sociaal
- Als mandataris bent u onderworpen aan het sociaal statuut van zelfstandigen.
- Werkt u daarnaast minstens halftijds als werknemer, dan wordt het zelfstandig beroep een bijberoep, en bent u sociaal verzekerd als werknemer. De verzekeringsplicht bij
een sociaal verzekeringsfonds voor zelfstandigen blijft evenwel behouden.
• Fiscaal: U moet een onderscheid maken tussen uw inkomsten als werknemer (Deel I van de belastingsaangifte) en de inkomsten als zelfstandige (Deel II van de aangifte).
Opgelet: de rechtspraak in dit dossier is heel uitgebreid. Trek geen overhaaste conclusies op basis van deze tekst. Voor alle vragen kan u terecht bij Zenito via studiedienst@zenito.be
“Meer dan vier vrije beroepers op tien is een vrouw. In geen enkele andere zelfstandigensector is het aandeel vrouwen zo groot. Tot de leeftijd van 30 jaar zijn vrouwen zelfs in de meerderheid”, zei Jan Sap, secretaris-generaal van FVIB, de UNIZO-Federatie Vrije Beroepen n.a.v. de Internationale Vrouwendag, op 8 maart.
De vervrouwelijking in het vrije beroep is daarenboven op tien jaar tijd toegenomen met 76,5%. Zelfs in de traditionele ‘mannenbastions’ als de juridische en economische beroepen is al ongeveer één op drie een vrouw. Bij de advocatuur is dat zelfs meer dan vier op tien. De Federatie ziet verklaringen in onder meer de betere toegankelijkheid van het hoger onderwijs en de toename van het aantal samenwerkingsverbanden. Algemeen is 35% van alle zelfstandigen een vrouw. “Vrouwelijke zelfstandigen verschillen niet fundamenteel van hun mannelijke collega’s”, benadrukt UNIZO-topman Karel Van Eetvelt. “Net zoals mannen willen ze hun passie verzilveren en hun eigen bedrijf uitbouwen”. Toch beseft de ondernemersorganisatie dat de combinatie werk en gezin sommige vrouwelijke ondernemers doet afhaken. Eerder dan te pleiten voor een uitbreiding van verloven en van de moederschapsrust, vraagt UNIZO meer aandacht voor ondersteunde maatregelen zoals kinderopvang of huishoudhulp.
35% van alle zelfstandigen is een vrouw. Het aandeel vrouwen is het grootst in de sector vrije beroepen (42,4%). De sector van de handel is goed voor 34,9%, de nijverheid voor 17,4%. In de landbouw en visserij is minder dan één op drie een vrouw (resp. 28,4% en 23,8%). Opgesplitst in hoofd- en bijberoep is het aandeel van vrouwelijke ondernemers telkens ongeveer drie op tien (resp.34,3% en 35,3%). Een kwart van alle zelfstandigen actief na hun pensioen, is eveneens een vrouw (25%). Het aandeel vrouwen in bijberoep nam sinds 2000 met 11% toe. Specifiek binnen de vrije beroepen zijn vrouwen met meer dan 70% het sterkst vertegenwoordigd in de paramedische sector (o.a. kinesitherapeuten, verpleegkundigen). Het afgelopen decennium was de vervrouwelijking bij zelfstandigen ook het grootst bij vrije beroepen: +76,5%. Vooral in ‘mannelijke’ beroepen als gerechtsdeurwaarders, notarissen en architecten stroomden meer vrouwen in (resp. + 74,1%, + 60% en 67,7%). De sterkste stijging was
er bij dierenartsen: + 113,5%.
Opvallend in alle sectoren is dat vrouwen na verloop van tijd hun zelfstandige activiteit stopzetten. Die uitstroom is onder meer te wijten aan de moeilijke combinatie tussen werk en gezin. Volgens UNIZO is een uitbreiding van de moederschapsrust of andere verloven geen oplossing voor vrouwen, want “vrouwelijke ondernemers willen hun zaak liever niet lang alleen laten”. UNIZO ziet dan ook meer heil in ondersteunende maatregelen zoals kinderopvang en huishoudhulp. Concreet pleit de organisatie voor een uitbreiding van voor- en buitenschoolse opvang; een betere aansluiting van de kinderopvang bij het kleuter- en lager onderwijs en een grotere flexibiliteit bij opvangcentra en kinderdagverblijven. Daarnaast weten veel vrouwen niet dat ze na de bevalling recht hebben op 105 gratis dienstencheques die ze ten laatste 15 weken na de bevalling moeten opnemen. De organisatie dringt daarom aan op een directere communicatie tussen het verzekerings- en ziekenfonds. UNIZO wijst er nog op dat het systeem van dienstencheques zeker niet mag geschrapt worden als gevolg van de regionalisering.
Een doordacht lichtplan is de ruggengraat van elk project. Zowel in de woning als praktijkruimtes, winkel of kantooromgeving is verlichting een essentieel element in het creëren van een beleving en stimuleren van de productiviteit. Delta Light deelt hier graag zijn expertise om samen met u tot een evenwichtige lichtstudie te komen.
Indien u The Lighting Bible wenst te ontvangen – de product cataloog van Delta Light en hét ultieme referentiewerk van de verlichtingssector –stuur dan een email met uw contactgegevens naar info@deltalight.com
T +32(0)56 435 735
F +32(0)56 435 736
door Gert Peeters, juridisch adviseur, gert.peeters@unizo.be
Is het wettelijk toegelaten om een werknemer een forfaitaire onkostenvergoeding te geven?
Dat kan. De onkostenvergoeding moet wel redelijk en realistisch blijven en aantoonbaar aansluiten bij de beroepsactiviteit van deze werknemer. Mocht u bijvoorbeeld een forfaitaire onkostenvergoeding aan uw secretaresse willen geven, dan zou de administratie hier wel eens een probleem van kunnen maken en deze vergoeding als loon beschouwen, waarop in dat geval zowel door u als door uw werknemer sociale zekerheidsbijdragen en belastingen zouden moeten worden betaald. ◆
Ik ben sinds 2007 zelfstandig vroedvrouw maar heb sinds 2010 binnen een vennootschap onder firma (VOF) gewerkt. Vanaf 2013 ben ik opnieuw zelfstandig, een eenmanszaak dus. Heb ik dan nog mijn eerste ondernemingsnummer?
U behoudt uw vroegere ondernemingsnummer maar er zal wel een kost verbonden zijn aan deze inschrijving. Voor vrije beroepen is een eerste inschrijving nog altijd gratis. Maar gezien dit uw tweede opstart is, is hieraan een wettelijke kost verbonden van € 81,50. ◆
De werknemers in mijn advocatenkantoor vallen onder het paritair comité 336 voor de vrije beroepen. Nu vernam ik in de pers dat er een algemene loonstop komt in 2013. Wat betekent dit voor mijn kantoor?
Het klopt dat de regering een loonstop aankondigde. De teksten hierover zijn echter nog niet gepubliceerd, waardoor het gissen blijft wat de regering bedoelt en wat de gevolgen in de praktijk zullen zijn. Een en ander heeft ertoe geleid dat er onder sociale partners nog steeds geen Interprofessioneel akkoord (IPA) werd gesloten. Zo’n IPA is ook voor de sociale partners van het Paritair Comité voor de vrije beroepen (PC336) traditioneel het startsein om sectorale onderhandelingen aan te knopen, onder meer over sociale arbeids- en loonvoorwaarden. Het is dus nog even afwachten om definitief te stellen dat er geen enkele loonsverhoging of andere afspraken (bijvoorbeeld rond vorming) komen. FVIB houdt u op de hoogte. ◆
Vermogens zijn nodig.
“ Als er geen vermogens meer zijn, dan heb je geen investeringen meer, en dus ook geen land meer dat economisch iets voorstelt.”
Luc Van den Bossche, gewezen minister SP.a.
Commerciële of niet commerciële informatie?
“Commerciële en niet commerciële informatie zullen steeds meer door elkaar lopen. Consumenten maken gewoon een onderscheid in informatie vanuit hun eigen interesses. Of die info nu van bedrijven, journalisten of andere spelers komt.”
Bruno Van Spauwen, ex- topman reclamebureau TBWA in De Tijd
Bouwvergunning van 100 pagina’s uithangen op ooghoogte.
“ De politiek laat de regels veel te veel door ambtenaren opstellen. Die denken vaak niet aan de praktische haalbaarheid ervan. Bij grote bouwwerken telt een vergunning soms meer dan honderd pagina’s. Hoe kan je die nu leesbaar op ooghoogte uithangen als het decreet voorschrijft?”
Architect en docent Johan Rutgeert in Het Nieuwsblad
Stilstaan is goedkoopst. “Wat ben je met goedkopere brandstof als je geen meter moet rijden?”
Lode Verkinderen, Vlaamse transportfederatie SAV in De Tijd
Vieze winst.
“De economische kant van een zaak draaiende te houden boeit mij. Efficiëntie. Dat is ook de ingesteldheid die je nodig hebt om een zaak draaiende te houden. Om winst te maken. Ik ben niet vies van het woord winst. Het is een beloning die je kunt gebruiken om mensen te stimuleren.”
Francesca Vanthielen, VTM-presentatrice in De Standaard ◆◆◆
Cliënt heeft niet altijd gelijk.
“Ik geloof niet in advocaten die hun cliënten altijd en overal gelijk geven. In het algemeen moeten advocaten meer leren bemiddelen. Een andere werkwijze dringt zich op: een akkoord bereiken, een procedure vermijden en je daar toch voor durven laten betalen.”
Jan Hermans, gewezen advocaat in De Standaard
De Wet op de Continuïteit van Ondernemingen (WCO) wordt verbeterd. Deze wet moest sinds april 2009 ondernemingen in moeilijkheden de kans bieden om een faillissement te voorkomen en hun continuïteit te verzekeren. In 2011 maakten 1389 bedrijven gebruik van de WCO, in 2012 al 1537. Maar slechts 30% van de bedrijven in een WCO-procedure raken uit het dal. UNIZO en FVIB zijn weliswaar voorstander van de wet, maar wezen van bij het begin op een aantal knelpunten. Daarom werd nu in samenspraak met minister Turtelboom een nieuw wetsontwerp bij het parlement ingediend met de nodige aanpassingen.
• Er komt een betere preventie en opsporing van bedrijven in moeilijkheden, want veel bedrijven maakten te laat gebruik van de WCO. De rol van de ‘cijferberoepen’ (boekhouders, accountants en audit-bedrijven) wordt daarom versterkt. Bepaalde knipperlichten zullen sneller worden doorgegeven aan de Kamers voor Handelsonderzoek.
• De rechter krijgt veel meer controlemogelijkheden om de toegang tot de procedure beter af te stemmen op bedrijven met een reële kans op herstel én om misbruiken te vermijden door
ondernemers die enkel hun schuldeisers proberen te ontlopen. Zo moeten alle stukken bij het inleidend verzoekschrift gevoegd worden. Als blijkt dat er verkeerde informatie werd gegeven, of dat de schuldenaar er toch niet in slaagt de onderneming terug leefbaar te maken, kan de rechter de procedure stopzetten.
• Het systeem wordt uniformer en eenvoudiger. Er dient vooraf een vaste kostprijs betaald voor de volledige procedure van bij de start tot het einde voor de rechtbank. Ze zullen ook beter geïnformeerd worden naar de doelstel-
ling van de reorganisatie, de duur en de positie van de andere schuldeisers. Bij een overname zullen zowel de overnemer, de werknemers als de leveranciers over meer informatie beschikken, zodat er op voorhand duidelijkheid is.
Conclusie: “Dankzij een aantal nieuwe voorwaarden zal de wet nog meer zijn nut kunnen bewijzen voor bedrijven die een goede kans hebben op herstel. Zowel de bedrijven in moeilijkheden, de schuldeisers als de werknemers hebben baat bij deze aanpassingen”, aldus minister Turtelboom. ◆◆◆
Steeds meer gemeenten worden autonoom op het vlak van ruimtelijke ordening. Zodoende kunnen ze sneller stedenbouwkundige vergunningen afleveren. Voor de bouwheren, en ook voor de architecten, is dat uiter aard een goede zaak. De keerzijde van de medaille is dat hier-door een inflatie aan gemeentelijke bouw verordeningen en een totale willekeur is ontstaan. Uit een enquête van de Vlaamse architectenorganisatie NAV bij zo’n 600 architecten blijkt dat meer dan 30% de lokale verordeningen overbodig en niet relevant vindt. Wat in de ene gemeente moet, is verboden in een andere. Zo zijn er grote verschillen op het vlak van de minimumoppervlakte van woongelegen heden, hemelwaterverordeningen, het plaatsen van septische putten, het verplicht voorzien van parkeerplaatsen en fietsen- en kinderwa genbergingen etc. ◆◆◆
Architecten klagen willekeur in gemeentelijke bouwverordeningen aan www.nav.be
nieuw opleidingsaanbod van de U niZo ondernemersAcademie
Bedrijfsopvolging en -overname zonder valkuilen
Een zaak overnemen of overlaten is een ingrijpende en complexe aangelegenheid voor al wie er bij betrokken is. Een degelijke voorbereiding, op basis van volledige en juiste informatie, is dan ook een absolute voorwaarde voor succes. Om ook de overdracht of overname van uw bedrijf vlot te laten verlopen, organiseert de UNIZO Ondernemersacademie de praktische opleidingen “Succesvol overnemen”, op 5 dinsdagavonden in mei en juni, en “Succesvol overlaten”, op 4 donderdagavonden, in dezelfde periode.
De UNIZO Ondernemersacademie is een nieuw initiatief, dat garant staat voor kwalitatieve, praktische en betaalbare KMO Managementopleidingen.
Kijk voor de opleidingen over opvolging en overname en het volledige cursusaanbod op www.ondernemersacademie.be
Real Time All Wheel Drive
2.000voordeel
22.999 = verkoopprijs CR-V 2.0 i-VTEC Comfort 2WD € 24.999 - lanceringskorting € 1.000 - overnamepremie € 1.000 De CR-V 2.0 i-VTEC Comfort 2WD is standaard reeds uitgerust met: 17” lichtmetalen velgen • Automatische dubbele zone airco • Cruise Control • Elektrische ruiten (voor- en achteraan) • Verwarmbare buitenspiegels • Trailer Stability Assist • Radio/CD/MP3 met USB/AUX aansluiting • Multifunctioneel stuurwiel • LED dagrijlichten