BV3 Uitvoering en situationele coördinatie inkijkexemplaar

Page 1


Beveiliger 3

Uitvoering en situationele coördinatie

Colofon

Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar worden gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze dan ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.

Samenstellers en uitgever zijn zich volledig bewust van hun taak een zo betrouwbaar mogelijke uitgave te verzorgen. Niettemin kunnen zij geen aansprakelijkheid aanvaarden op onjuistheden die eventueel in deze uitgave voorkomen.

De uitgever meent alle rechten van afbeeldingen te bezitten of daar afspraken over te hebben gemaakt. Indien rechthebbenden toch een opmerking hebben, kunnen zij zich tot de uitgever wenden.

ISBN 9789493326576

Auteur: Stephan Kapma

DTP: Stampwerk

© 2025, Smart Educational Tools

Smart Educational Tools, onderdeel van Stichting eX:plain

Disketteweg 6

Postbus 1230 3800 BE Amersfoort www.smarteducationaltools.nl

Juni, 2025

5. Situationeel

Wet- en regelgeving

Wet- en regelgeving

Inleiding

Als beveiliger heb je dagelijks te maken met regels en wetten. Je werkt met persoonsgegevens, ziet situaties waarin mensen spullen verliezen of schade veroorzaken, en soms ben je zelf getuige van een strafbaar feit. Het is belangrijk dat je weet wat je in die situaties mag doen en wat niet.

In dit hoofdstuk leer je welke wetten en regels belangrijk zijn voor jouw werk. Je maakt kennis met wetten zoals de AVG, het Burgerlijk Wetboek, het Wetboek van Strafrecht en het Wetboek van Strafvordering. Je leert niet alleen wat erin staat, maar ook hoe je die kennis toepast in de praktijk, bijvoorbeeld bij het omgaan met persoonsgegevens, het vinden van voorwerpen of het staande houden van een verdachte.

Leerdoelen

Na het bestuderen van dit hoofdstuk kun je:

ĵ Uitleggen wat het doel is van de AVG en de UAVG, en beschrijven hoe deze wetten van toepassing zijn op jouw werk als beveiliger;

ĵ Regels uit de (U)AVG over het verwerken, bewaren en beveiligen van persoonsgegevens in praktijksituaties toepassen;

ĵ Diverse begrippen uit het Burgerlijk wetboek waar je als beveiliger in je werk regelmatig mee te maken krijgt (zoals vindersrecht en aansprakelijkheidsrisico) uitleggen en toepassen;

ĵ Diverse begrippen uit het Wetboek van Strafrecht waar je als beveiliger in je werk mee te maken kunt krijgen (zoals inklimming, oplichting, computervredebreuk en stalking) uitleggen;

ĵ Beschrijven en uitleggen wat het verschil is tussen algemene en buitengewone opsporingsambtenaren;

ĵ Uitleggen wat het opsporingsonderzoek inhoudt en wanneer iemand volgens de wet als verdachte wordt aangemerkt;

ĵ Beschrijven en onderscheiden van de bevoegdheden tot staande houden en aanhouden, en aangeven welke rol een beveiliger daarbij mag hebben.

1.1 (U)AVG

Als beveiliger krijg je vaak te maken met persoonsgegevens. Denk aan namen van bezoekers, inschrijvingen, camerabeelden of gegevens van medewerkers. Het is belangrijk dat je deze gegevens goed beschermt. Niet alleen omdat dat in de wet staat, maar ook omdat mensen erop moeten kunnen vertrouwen dat hun privacy bij jou in veilige handen is.

De Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG) is een Europese wet die regels geeft over hoe bedrijven en organisaties met persoonsgegevens moeten omgaan. In Nederland is deze wet aangevuld met de Uitvoeringswet AVG (UAVG). Deze wet legt uit hoe de regels van de AVG in Nederland precies worden toegepast. Deze wetten helpen om misbruik van persoonsgegevens te voorkomen en de privacy van mensen te beschermen. Voor een beveiliger is het belangrijk om te weten wat wel en niet mag en hoe je kunt zorgen voor een veilige omgang met persoonsgegevens.

In deze paragraaf leer je:

ĵ Wat de AVG en UAVG precies inhouden en waarom deze wetten belangrijk zijn.

ĵ Wat je rechten en plichten zijn als je werkt met persoonsgegevens.

ĵ Welke maatregelen je kunt nemen om persoonsgegevens te beveiligen.

ĵ Hoe lang gegevens mogen worden bewaard en wat je moet doen bij een datalek.

1.1.1 De basis van de AVG

Grondrechten en privacy

Grondrechten zijn de belangrijkste rechten die iedereen heeft. Ze beschermen je vrijheid en zorgen ervoor dat je veilig en waardig kunt leven. In Nederland staan deze rechten in de Grondwet. Een voorbeeld is het recht op vrije meningsuiting. Een ander belangrijk grondrecht is het recht op privacy. De AVG is gebaseerd op dit recht op privacy.

€In artikel 10 van de Grondwet staat dat iedereen het recht heeft om in zijn persoonlijke levenssfeer met rust gelaten te worden.

Dit betekent dat mensen zelf mogen bepalen wie toegang heeft tot hun persoonlijke ruimte en informatie. Je persoonlijke levenssfeer gaat over dingen zoals wat er in je eigen huis gebeurt, met wie je contact hebt, en wat je deelt via de telefoon of sociale media. Het gaat ook over je persoonsgegevens, zoals je naam, adres en foto’s, die niet zomaar door organisaties mogen worden gebruikt.

De AVG beschermt deze privacy door strenge regels te stellen aan wat er met persoonsgegevens mag gebeuren. Zo moeten organisaties zorgen dat jouw gegevens veilig worden bewaard en alleen worden gebruikt voor een duidelijk doel. Dit is niet alleen belangrijk voor burgers, maar ook voor bedrijven en beveiligingsorganisaties. Het helpt namelijk om vertrouwen te winnen en te laten zien dat je zorgvuldig met informatie omgaat.

Voor jou als beveiliger is het daarom belangrijk om dit recht te respecteren. Dit betekent bijvoorbeeld dat je goed moet nadenken over wie toegang heeft tot bepaalde informatie, zoals camerabeelden of bezoekerslijsten.

Wat zijn persoonsgegevens en wie is de betrokkene?

Persoonsgegevens zijn alle informatie die direct over iemand gaat of waarmee iemand herkenbaar is. Er zijn twee soorten persoonsgegevens: directe en indirecte persoonsgegevens. Directe persoonsgegevens zijn gegevens zoals een naam, adres of telefoonnummer. Hiermee kun je iemand meteen herkennen. Indirecte persoonsgegevens maken iemand herkenbaar als je ze combineert met andere informatie. Denk aan een IP-adres, een combinatie van een postcode met een huisnummer, of uiterlijke kenmerken zoals lengte en haarkleur.

Sommige gegevens zijn extra gevoelig. Dit noem je bijzondere persoonsgegevens. Voorbeelden zijn informatie over iemands gezondheid, geloof, of afkomst. Deze gegevens krijgen extra bescherming omdat misbruik hiervan grote gevolgen kan hebben. Biometrische gegevens zijn een speciale soort bijzondere persoonsgegevens. Dit zijn persoonlijke kenmerken van iemands lichaam, die gebruikt kunnen worden om die persoon te herkennen. Denk aan vingerafdrukken, gezichtsherkenning, een irisscan of stemherkenning. Deze gegevens zijn uniek voor elke persoon. Daarom worden ze in de beveiliging vaak gebruikt, bijvoorbeeld bij het openen van een deur met een vingerafdruk. Juist omdat biometrische gegevens zo persoonlijk zijn, is de wet hier extra streng over. Je mag deze gegevens alleen gebruiken als dat echt nodig is, bijvoorbeeld voor beveiligingsdoeleinden. Er moet dan goed worden gekeken of het gebruik van biometrie echt de beste oplossing is, of dat het ook op een andere manier kan. Dat heet een strenge toets.

Biometrie is toegestaan voor beveiligingsdoeleinden. Er is dan wel een strenge toets nodig of het belang van het gebruik van biometrie in verhouding staat tot de inbreuk op de privacy. Ook wordt getoetst of het gebruik van biometrische gegevens de beste manier is om een toegang te beveiligen of dat er ook andere manieren zijn.

In de volgende tabel zie je de verschillende soorten persoonsgegevens en hun kenmerken bij elkaar:

Soort

Persoonsgegeven

Directe persoonsgegevens

Indirecte persoonsgegevens

Betekenis

Gegevens waarmee iemand direct herkenbaar is.

Gegevens die iemand herkenbaar maken in combinatie met andere informatie.

Bijzondere persoonsgegevens

Biometrische gegevens

Gegevens die extra gevoelig zijn en strenger beschermd worden.

Voorbeelden

Naam, adres, telefoonnummer, e-mailadres.

IP-adres, klantnummer, postcode + huisnummer, kenteken.

Gegevens over gezondheid, religie, politieke voorkeur, etniciteit, seksuele geaardheid.

Persoonlijke fysieke kenmerken die gebruikt worden voor identificatie. Vingerafdruk, gezichtsherkenning, irisscan, stemherkenning.

Bijzonderheden

Altijd beschermd door de AVG.

Alleen persoonsgegevens als ze terug te herleiden zijn naar een individu.

Mogen alleen verwerkt worden onder strikte voorwaarden.

Strenge toets: Biometrische gegevens mogen alleen worden gebruikt als er echt geen andere optie is en er een gerechtvaardigde noodzaak is (bijvoorbeeld voor beveiliging).

De persoon van wie de persoonsgegevens zijn, noemen we de betrokkene. In jouw werk als beveiliger kun je met persoonsgegevens van verschillende betrokkenen te maken krijgen, zoals bezoekers, collega’s of leveranciers. Het is belangrijk dat deze gegevens goed worden beschermd. Iedereen heeft namelijk rechten over zijn eigen gegevens. Een betrokkene mag bijvoorbeeld weten welke gegevens over hem worden opgeslagen, vragen om deze gegevens aan te passen of zelfs laten verwijderen.

€ De AVG is alleen van toepassing op de verwerking van gegevens over natuurlijke personen. Een persoon is identificeerbaar wanneer deze uniek van alle andere personen binnen een groep te onderscheiden is, zonder daar al te veel moeite voor te hoeven doen.

VeiligheidsketenH2

H2 Veiligheidsketen

Inleiding

Om te zorgen voor veiligheid is het belangrijk dat er samen wordt gewerkt door de verschillende partijen. Zij houden zich onder andere bezig met veiligheidszorg, rampenbestrijding en crisisbeheersing.

De veiligheidsketen kent verschillende schakels (fasen) die bij alle partijen worden toegepast.

ĵ Proactie: het wegnemen van mogelijk situaties die een mogelijk risico in de toekomst zou kunnen vormen.

ĵ Preventie: het ondernemen van acties om onveilige situatie te voorkomen.

ĵ Preparatie: het ervoor zorgen dat de juiste middelen en procedures beschikbaar zijn voor het geval van een incident.

ĵ Repressie: het gaat hierbij om een respons geven op een incident. Het gaat dan vooral om het beperken van de schade en letsel.

ĵ Nazorg: acties die na het incident worden genomen zoals slachtofferhulp en het evalueren van het incident.

Deze schakels zijn bedoeld om de veiligheid verder te kunnen professionaliseren, dus ook bij de beveiliging. Binnen de veiligheidsketen zijn meerdere partijen betrokken. Zowel particuliere organisaties zoals een beveiligingsbedrijf, maar ook publieke zoals politie, brandweer, ambulance en krijgsmacht. De basis voor de veiligheidszorg bij particuliere organisaties zijn de bedrijven zelf. Ze moeten voldoende maatregelen nemen om zich te beschermen. In het publieke domein, zoals de openbare weg, is dat de overheid.

We behandelen in dit hoofdstuk de partners in de veiligheidsketen, het stelsel bewaken en beveiligen, maar we beginnen met een aantal regels die gelden voor de particuliere beveiligers.

Leerdoelen

Na het bestuderen van dit hoofdstuk kun je:

ĵ Een aantal belangrijke regels uit de Rpbr benoemen;

ĵ Omschrijven wat het stelsel bewaken en beveiligen inhoudt;

ĵ Diverse begrippen rondom het stelsel bewaken en beveiligen omschrijven;

ĵ De partners uit de veiligheidsketen benoemen en hun samenwerking omschrijven.

2.1 Reglement particuliere beveiligingsorganisaties en recherchebureaus

(Rpbr)

Het Reglement particuliere beveiligingsorganisaties en recherchebureaus (Rpbr) is onderdeel van de Wet particuliere beveiligingsorganisaties en recherchebureaus (Wpbr). In de Rpbr staan onder andere eisen en regels over:

ĵ Aan welke eisen de opleiding tot beveiliger moet voldoen.

ĵ Hoe je uniform eruit moet zien als je aan het werk bent als beveiliger.

ĵ Welke legitimatiebewijzen er zijn voor beveiligers.

Deze onderwerpen staan beschreven in de Rpbr, zodat het voor alle beveiligingsbedrijven, opleidingen en werkende beveiligers duidelijk is welke regels en afspraken er zijn gemaakt. Regels over onder andere werken, opleiden en uniform dragen. Zo kan er geen misverstand ontstaan en werkt iedereen op dezelfde manier. Dat is belangrijk om de kwaliteit van beveiligers en beveiliging overal zoveel mogelijk hetzelfde te houden. Er kan dan ook goed worden opgelet of iedereen zich aan deze regels houdt. Werk je niet volgens de afgesproken regels uit de Rpbr, dan heeft dat gevolgen.

Hier volgen een paar artikelen uit de Rpbr met uitleg om je een idee te geven.

2.1.1 Artikel 5 Rpbr: Diplomaplicht

Lid 1. Een beveiligingsorganisatie belast uitsluitend een persoon met beveiligingswerkzaamheden, als deze in het bezit is van een op zijn naam gesteld diploma Beveiliger van de Stichting Vakexamens voor de Particuliere Beveiligingsorganisaties (SVPB).

Dit stukje wetgeving betekent dat alleen iemand, die een diploma heeft gehaald bij Stichting Vakexamens voor Particuliere Beveiligingsorganisaties (SVPB) mag werken als beveiliger.

Lid 2. De verplichting in het eerste lid geldt niet voor een periode van maximaal 12 maanden, te rekenen vanaf de dag dat de betrokkene voor het eerst bij een particuliere beveiligingsorganisatie met beveiligingswerkzaamheden wordt belast, als betrokkene door middel van een verklaring van de Stichting Vakexamens voor de Particuliere Beveiligingsorganisaties (SVPB) kan aantonen dat hij de praktijkopleiding voor het diploma Beveiliger volgt.

Dit stukje betekent dat je, als je in opleiding bent om beveiliger te worden, 12 maanden lang (als stagiaire in de beveiliging) werkzaamheden als beveiliger mag uitvoeren. Je moet dan wel je groene pas kunnen laten zien.

Lid 3. Op de uitvoering van de praktijkopleiding wordt toezicht uitgeoefend door de Stichting eX:plain. Leerbedrijven zijn aan de Stichting eX:plain een bedrag verschuldigd voor de uitoefening van dit toezicht. De hoogte van dit bedrag wordt jaarlijks door het Sociaal Fonds Particuliere Beveiliging (SFPB) vastgesteld, na overleg met de Stichting eX:plain.

Lid 4. De in het tweede lid genoemde periode van maximaal 12 maanden wordt niet onderbroken of verlengd.

In afwijking hiervan kan de korpschef de periode van 12 maanden a) onderbreken, of;

b) eenmalig met maximaal 12 maanden verlengen voor aspiranten die beschikken over het certificaat Beveiliger B (theorie-examens SVPB).

Aan de onderbreking of verlenging kunnen voorwaarden worden verbonden.

Dit betekent dat je je stage als beveiliger in opleiding niet mag opknippen in verschillende periodes. Ook mag je niet langer dan 12 maanden stagelopen met een groene pas.

2.1.2 Artikel 12 Rpbr: Goedkeuring en ontheffing uniformen

1. Het uniform, bedoeld in artikel 9, eerste lid, van de wet, is voorzien van een embleem, overeenkomstig het in bijlage 1 bij deze regeling vastgestelde model, op de wijze zoals in genoemde bijlage is omschreven.

2. De korpschef, of, indien een beveiligingsorganisatie werkzaamheden verricht op een luchtvaartterrein, de commandant, kan, uitsluitend voor die regio of voor dat luchtvaartterrein, aan een beveiligingsorganisatie ontheffing verlenen van de verplichting tot het dragen van een uniform indien dit gelet op de aard van de werkzaamheden gewenst is en zich daartegen geen zwaarwegende belangen verzetten. De korpschef of de commandant kan aan de ontheffing voorschriften verbinden betreffende de instructie van het betrokken personeel.

Als je als beveiliger werkt of stageloopt, moet je zichtbaar een V teken op je jas of shirt dragen. Daarnaast mag de korpschef wel toestaan dat beveiligers die werken of stagelopen op een luchthaven, een ander uniform dragen.

Voorschriften embleem

Het beveiligingsteken, ook wel embleem genoemd moet altijd goed zichtbaar zijn op de kleding die een beveiliger draagt.

Het beveiligingsteken wordt altijd linksvoor of rechtsvoor gedragen. Onder de revers. Een revers is een omgeslagen stukje stof, zoals een kraag op een nette jas of colbert.

Heeft het kledingstuk geen revers, zoals een trui of overhemd, dan wordt het beveiligingsteken aangebracht op een plek die door het beveiligingsbedrijf waarvoor je werkt, bepaald is.

In het volgende schema staat beschreven hoe het embleem eruit moet zien.

Uitvoering Het embleem is gemaakt van metaal of stof (borduurwerk). Een borduurwerk is een met draden en garens gemaakt plaatje. In dit geval de V van beveiliging. Is het embleem een boorduurwerk, dan wordt het met draad op het uniform aangebracht. Er bestaat ook een seal embleem, dit embleem kan het op een speciale manier met hitte op stof te drukken, aangebracht worden.

Borduurwerk Is het embleem een borduurwerk, dan moet er zilverdraad gebruikt zijn voor het borduren van het embleem. Voor de vorm en de letters.

Metaal Het embleem en de letters moeten zilverkleurig zijn. Het metaal tussen de letters is uitgevoerd in de kleur PMS 432 (grijs). De voorzijde van het metalen embleem is voorzien van blanke lak.

Het seal embleem Het volle vlak van het embleem en de letters in het embleem zijn zilverkleurig. De kunststof tussen de letters is uitgevoerd in de kleur PMS 432 (grijs). Het embleem wordt aangebracht door middel van hitte en druk (niet aan te brengen met een strijkijzer).

2.1.3 Artikel 13 Rpbr: Model legitimatiebewijzen

1. Het legitimatiebewijs, bedoeld in artikel 9, achtste lid, van de wet, komt overeen met het in bijlage 2 bij deze regeling vastgestelde model en de in die bijlage aangeduide kleur. Als het legitimatiebewijs wordt afgegeven door de commandant, wordt de in het model vervatte aanduiding van de korpschef als afgever van het legitimatiebewijs overeenkomstig aangepast.

2. Het legitimatiebewijs bevat een verklaring waaruit de toestemming, bedoeld in artikel 7, tweede of derde lid, van de wet, blijkt, van de korpschef, de commandant of de minister die deze toestemming heeft gegeven.

3. Het legitimatiebewijs, bedoeld in het eerste lid, kan een aantekening bevatten waaruit blijkt dat het de betrokkene slechts is toegestaan de op het legitimatiebewijs omschreven beveiligings- dan wel recherchewerkzaamheden te verrichten.

Dit betekent dat het legitimatiebewijs er precies zo uit moet zien als op de afbeeldingen hieronder. Er bestaan verschillende soorten legitimatiebewijzen. Afhankelijk van je werkzaamheden, heeft je bewijs een andere kleur.

Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.