donderdag 26 januari 2017 Reformatorisch Dagblad
14 Binnenland
„Uit het digibord kunnen we veel meer halen” Hans-Lukas Zuurman U TRECHT (ND). Met een virtual realitybril op je hoofd schat ten hoe hoog de Markthal in Rotterdam is. ‘Digitaal’ rukt voorzichtig op tijdens de Natio nale Onderwijsten Toonstelling in Utrecht.
In een soort mega-labyrint, verdeeld over vier grote hallen, struinen bezoekers over de grootste onderwijsbeurs van Nederland in de Utrechtse Jaarbeurs. Alles wat met kinderopvang, basisonderwijs, voortgezet onderwijs, speciaal onderwijs en mbo te maken heeft, is op de dinsdag geopende Nationale Onderwijstentoonstelling (NOT) te vinden. Of het nu gaat om de keuze voor een nieuw speeltoestel op het plein, specialistische hulp bij dyslexie, het printen van een persoonlijke schoolkalender of het kweken van plantjes in de klas. Wie alles in zich op wil nemen, mag daar wel meerdere dagen voor uittrekken. Naast de talloze stands in allerlei kleurige vormen en maten zijn er ook seminars rond thema’s als ”Hoe ict-bekwaam moet een leraar zijn?” en ”Kijk mee met een inspecteur in het onderwijs”. Schrijfmotoriek „Ik ben hier nog nooit geweest, ik heb de hoop opgegeven om alles te zien”, zegt leerkracht Janna Schmaal. Ze geeft les in groep 4 van rooms-katholieke basisschool De Johannesschool in de Arnhemse achterstandswijk Immerloo. Samen met haar collega Janneke de Wolf van groep 3 heeft ze net de workshop ”Effectief leren samenwerken in de klas” gevolgd. „Ik kom hier om meer te leren over schrijfmotoriek”, zegt De Wolf. De workshop van zojuist heeft haar al nieuwe kennis opgeleverd. „Het overleggen van kinderen met een maatje in de klas is niet effectief. Angstige kinderen zullen nog altijd geen hulp vragen en iedereen blijft op zijn eigen niveau functioneren. Dat was een eye-opener voor mij.” Schmaal vult aan: „Zo’n werkwijze levert alleen maar extra tijdwinst op voor leerkrachten.” De digitalisering van het onderwijs heeft bij hen op school nog geen hoge vlucht genomen, bekennen de leerkrachten. „Nog lang niet”, zegt De Wolf. Schmaal: „De behoefte is er wel, want met digitaal werken kun je direct feedback geven op het werk. Het probleem is het budget voor de apparatuur.” De Wolf: „De hebben wel een paar iPads, maar die moet je steeds weer op een centrale plek in de school ophalen, dat werkt niet. Ook moet je nadenken over je visie: alle neuzen moeten in dezelfde richting staan. Dat vergt weer studiemiddagen.” Schmaal: „He Is net als met het gebruik van het digibord: daar zouden we ook veel meer uit kunnen halen, maar de tijd is er niet.” Het gebrek aan modernere leermiddelen weerhoudt hen niet van de liefde voor hun vak: „Kinderen zijn direct en leuk. Je kunt ze –zeker in een achterstandswijk als waar onze school staat– zo verrijken.” Bij de stand van de bekende schoolboekenuitgever Malmberg herkennen ze de vraag naar digitaal materiaal, maar het loopt toch niet storm op dat vlak. „Scholen vragen zich af wat de meerwaarde is”, zegt Mirjam Bouman van Malmberg. „Niet
Koningin Máxima opende dinsdag samen met minister Bussemaker (r.) van Onderwijs de Nationale Onderwijstentoonstelling (NOT) in de Jaarbeurs in Utrecht en bracht daarbij een bezoek aan enkele stands. beeld ANP, Jeroen Jumelet
UTRECHT.
Kinderen zingen een welkomstlied tijdens de opening van de Utrechtse onderwijsvakbeurs. beeld Hans-Lukas Zuurman
UTRECHT.
elke school is al zover, maar de houding verandert. Iedereen raakt thuis immers steeds meer vertrouwd met de digitale wereld. Het grote punt is dat scholen nu de apparaten ook echt moeten aanschaffen.” De methodes van Malmberg hebben tegenwoordig volop digitale verwerkingsvormen. De uitgever introduceert volgende maand een combipakket: een nieuwe methode is dan inclusief een Chromebook of tablet. „Met een digitale aanpak kun je leerlingen op maat bedienen en de lesstof beter differentiëren”, licht methodespecialist Dick Vijge van Malmberg toe. „Een leerling moet niet alleen weten of hij of zij iets goed of fout heeft gedaan, maar ook waarom.” Volgens hem zijn er digitale lesmethodes –„ook hier op de beurs”– verkrijgbaar die die uitleg niet geven.
uitgekomen applicatie om te leren rekenen. De gebruiker belandt met zijn ogen in Rotterdam bij woon- en winkelgebouw de Markthal. Door te bewegen met het hoofd kan de hele omgeving bekeken worden. Virtual reality. „Je kunt ook naar de Erasmusbrug toe”, zegt Manon Keuenhof van Uitgeverij Deviant. „Doel is om afstanden te leren schatten en ruimtelijk inzicht te verwerven. Ontdek maar eens wat een kubieke centimeter nu precies is. Dat soort uitdagingen zit erin doordat er onderweg steeds nieuwe vragen opduiken.” Zo is er een app voor het verbeteren van het spreken van de Engelse taal. „Daarbij kregen we weleens de opmerking dat het volume wat harder gezet moet worden.” De apps zijn gratis te downloaden in de playstore, meldt Keuenhof. „Zo’n bril koop je voor 2,50 bij Action. Het loopt goed”, weet vormgever Lentz.
UTRECHT.
Voelen Bij Blink, een jonge digitale educatieve uitgever, hebben ze goed nagedacht over hoe leerlingen het beste leren. „Voelen is onthouden, zeggen wij”, zegt marketeer Carlijn Vos, terwijl bezoekers zich in haar stand vergapen aan de grote beeldschermen. „Daarmee bedoelen we dat als je kinderen weet te raken, ze veel meer lesstof weten te onthouden.” Blink is bekend van onder meer Groove.
me, een lesmethode Engels voor de basisschool, waarbij muziek de basis is van alle lessen. „We sluiten daarmee aan bij de vraag van kinderen dat ze willen weten wat er bijvoorbeeld gezongen wordt in die songs.” Volgens Vos is er met name in het voortgezet onderwijs „nog veel angst” voor een digitale aanpak van lessen. „In het basisonderwijs gaat het sneller, merken we. Leerkrachten zijn gewend vanuit het boek te wer-
„Student kan tijdens stage foto’s en video’s maken en die verzamelen in de app” ken en stellen dat leren niet altijd leuk hoeft te zijn. Wij zien echter dat het werkt als je goed weet aan te sluiten bij wat kinderen nodig hebben om te leren.” Boeken zullen niet per se verdwijnen, onderstreept ze. „Het gaat om wat werkt voor leerlingen, als zij liever een tekst op papier lezen dan van een scherm, dan is dat ook goed.” In de stand van Uitgeverij Deviant loert een bezoeker door een kartonnen 3D-bril. In het doosje zit een smartphone met de net
De virtual realitybril neemt bezoekers van de NOT mee naar een wereld waarin ze afstanden kunnen leren schatten. beeld uitgeverij Deviant
3D-spel „Boeken zijn de basis in de les, maar dit soort zaken maakt het interessanter.” Zo heeft de uitgever ook al enkele jaren een online-3D-spel dat jaarlijks wordt aangepast. „Daar leer je in een speelse omgeving rekenen door opdrachten in de winkel te doen en bijvoorbeeld groenten af te wegen of een auto voor een bepaald
aantal liters bij te tanken.” Een andere noviteit op de NOT is de App4Talent, een app en webapplicatie die zijn ontwikkeld door Jeftha Hempel. „Deze app is bijvoorbeeld bedoeld voor jongeren die een mbo-opleiding volgen. Een student kan tijdens zijn werk of stage foto’s en video’s maken en die verzamelen in de app. Iedereen heeft toch altijd een smartphone bij zich. Een docent kan in de app meekijken en realtime de voortgang zien.” Hempel illustreert: „Op het ROC Friese Poort in Sneek liet een docent laatst een foto zien van allerlei ingrediënten. Hij gaf de opdracht er een smoothie van te maken. Dat deden de studenten vervolgens in het praktijklokaal. Hun resultaten deelden ze weer in de app, inclusief een ref lectie erop. En zo bouwen ze aan een portfolio waar ze een pdf van kunnen maken om door te sturen naar een mogelijk toekomstige werkgever bijvoorbeeld. Het is een ideale manier om een gesprek aan te gaan als je verbaal wat minder sterk bent: je hebt iets concreets om te laten zien en om over te praten.” Een webversie van de app biedt de mogelijkheid om de resultaten ook op een beamer in de klas te tonen. De tentoonstelling in Utrecht is nog tot en met zaterdag te bezoeken.