OM-kosters-06-2025

Page 1


Een kerk zonder koster is ondenkbaar. Deze serie haalt kosters voor het voetlicht.

Probeer RD Zaterdag

Lees het RD 4 weken online en ontvang iedere zaterdag de papieren krant en het RDMagazine. rd.nl/onlinemagazine

In dit digitale magazine vindt u verhalen over het werk van een koster. Van een boze koster tot het bevrijden van een vogel uit de orgelpijp. Lees het allemaal in dit online magazine!

Wil je meer van dit soort verhalen lezen? Download dan de RD-app.

INHOUDSOPGAVE

Koster gg Geldermalsen: Ik ben elke avond present 4

Haagse koster biedt mensen in geestelijke nood een luisterend oor 6

Koster van De Hoeksteen (ggiN) in Barneveld opent de kerk elke dag om halfzeven 8

Urker kostersechtpaar (hhg): Het werk is soms emotioneel zwaar 10

Kostersechtpaar gg Barneveld-Zuid stuurt

250 vrijwilligers aan 12

Koster cgk Nunspeet bevrijdt vogel uit orgelpijp: „ Nee, het was geen mus of zwaluw” 14

Kees Roeleveld (CNV) hielp kosters in moeilijkheden: „Een koster hoeft niet alles te slikken” 16

Koster gg Geldermalsen: Ik ben elke avond present

„Wij kunnen dienstbaar zijn binnen de gemeente. Dat doen we graag en dat past bij ons”, vindt het kostersechtpaar Arjaan en Maja van den Born van de gereformeerde gemeente Tricht-Geldermalsen.

Ze wonen inpandig in het grote kerkgebouw dat 1500 zitplaatsen telt. Hij heeft een betaalde functie voor een volledige werkweek en zijn vrouw helpt hem daarbij. Verder zijn er wekelijks vrijwilligers en hulpkosters nodig om allerlei zaken in het kerkelijk leven van de gemeente in goede banen te leiden.

De belangrijkste plek is de kerkzaal, waar hij voorafgaand aan de zondagse erediensten de kerkgangers begroet. „Daarvóór is er al veel gebeurd. We beginnen ruim een uur voor de dienst met de licht-, geluid- en klimaatregeling en ik doe een ronde of alles netjes is. Als er met een doopdienst extra stoelen nodig zijn, licht ik de hulpkosters in zodat het ordelijk verloopt.”

De koster en zijn vrouw zijn elke dag wel in het kerkgebouw te vinden. „Er

is vijf avonden per week wat te doen, zoals catechese, mannen- en vrouwenvereniging, jeugdgroepen, koren en vergaderingen. Ik ben elke avond present, behalve op woensdagavond, als een hulpkoster me vervangt. Maar ook dan ben ik er vaak: de praktijk is weerbarstig.”

„We

beginnen ruim een uur voor de dienst met de licht-, geluid- en klimaatregeling en ik doe een ronde of alles netjes is”

- Arjaan van den Born, koster gg Geldermalsen

Grasveld

De koster is ook verantwoordelijk voor het onderhoud. „We houden het ge-

bouw, de tuin en het grasveld hier voor de kerk bij. Ik heb vooral een coördinerende taak bij het aansturen van de vrijwilligers.”

Dat doet hij vanuit zijn ruime kantoor. „Hier zit ik nogal eens, niet alleen om vrijwilligers aan te sturen, maar ook om bestellingen en facturen te plaatsen. Na de zomervakantie krijgt de kerk een extra schoonmaakbeurt. Dan zijn hier veertig tot honderd vrijwilligers in de weer.”

Zijn vrouw vindt het mooi dat de reformatorische school in een aangrenzend pand zit. „We kunnen gebruikmaken van elkaars faciliteiten”, zegt ze. Arjaan: „Ik heb goede contacten met de Rehobothschool en leer daar de kinderen kennen. Zo leg ik verbinding met hen en ken ik bijvoorbeeld hun namen als

Jan van Reenen
beeld Cees van der Wal

ze naar de catechisatie komen.”

Het kostersechtpaar heeft eveneens een taak bij samenkomsten van buiten de kerkelijke gemeente. Arjaan: „De Bethelkerk heeft een redelijk centrale ligging. De bijeenkomsten van het deputaatschap Israël worden hier gehouden, evenals vergaderingen van reformatorische zorg- en onderwijsorganisaties. Zo nodig bestellen wij de lunch of het buffet bij een cateraar.”

Treinkaartje

Af en toe doen zich bijzondere situa-

ties voor die de koster het hoofd moet bieden, zoals onlangs toen mensen uit Moldavië bij de kerk aanklopten. „Ze waren naar Nederland gekomen voor werk, maar vonden dat niet en wilden weer terug naar hun land. Toen heb ik contact opgenomen met allerlei instanties. Uiteindelijk hebben we hun een treinkaartje en eten voor onderweg gegeven. In Gouda zijn ze opgevangen door iemand van een hulporganisatie. Er gaat trouwens ook elke zondag iemand uit Moldavië naar onze kerk. Het contact is gelegd tijdens de marktevangelisatie in Geldermalsen.”

„Toen er in 2016 een vacature kwam, hebben we er tot in de nacht over gepraat”, vertelt Arjaan over de vraag waarom het echtpaar dit werk doet. „Eigenlijk waren we gelijk enthousiast en dachten we dat dit bij ons zou passen. We willen graag dienstbaar zijn binnen de gemeente. Het betekent dat we een klein schakeltje zijn in de dienst van de Heere en dat we dicht bij het Woord en in het huis van God mogen wonen. Als dorpelwachters.” Probeer

Haagse koster biedt mensen in geestelijke nood een luisterend oor

Hij woont naast de Bethlehemkerk in Den Haag. Als koster wil Johan Quist er zijn voor iedereen die aanklopt. „Het gebeurt regelmatig dat mensen hier komen in geestelijke nood.”

Het is gezellig in een bijzaal van de Bethlehemkerk. Een stuk of vijf vrijwilligers zitten te praten. Koster Quist (54), die dit werk al 22 jaar doet, schenkt koffie. Hij wordt voor 25 uur per week betaald. Voor de zondagse erediensten zijn er in totaal vijf hulpkosters die het werk vrijwillig doen.

De kerk van de hervormde gemeente wordt goed gebruikt, vertelt Quist. „Onze gemeente komt zondags twee keer samen. Die dag maakt ook een Spaanstalige gemeente gebruik van het gebouw. Een Ghanese gemeente gebruikt het wijkgebouw, terwijl een Eritrese gemeente onze kerk elke zaterdag afhuurt.”

Hij is ook betrokken bij door zijn gemeente georganiseerde zomerdiensten in de Grote of Sint-Jacobskerk in het centrum van Den Haag, die een

missionair doel hebben. Deze kerk is sinds de jaren tachtig onttrokken aan de eredienst. „De zomerdiensten zijn laagdrempelig en trekken heel wat toeristen. Ze zijn dit jaar vanaf 18 augustus.”

Honger

In een grote stad als Den Haag zijn heel wat mensen in nood, naar wie niemand omkijkt. Quist wil er zijn voor iedereen die aanklopt. „Het gebeurt regelmatig dat mensen hier komen in geestelijke nood. Ik geef hun koffie, stel hen op hun gemak en als ze echt honger hebben, geef ik hun eten. Nee, geen geld, want dan komen ze telkens weer terug. Ik weet niet wie dat geld echt nodig heeft en wie niet.

Als ze geestelijke nood hebben, verwijs ik hen door naar de dominee of naar iemand anders. Er kwam een keer een

dame die abortus had gepleegd en helemaal van streek was. Ik heb een goed gesprek met haar gehad. Een luisterend oor is vaak al even genoeg.”

Quist ziet zichzelf als een ANWB-paddenstoel langs het fietspad die mensen de weg wijst. Hij voegt eraan toe dat zijn lange haar het voor niet-christenen gemakkelijker maakt om contact te leggen.

De koster geeft ook, samen met ds. T.L.J. (Thejon) Bos, de Alphacursus om mensen bekend te maken met het christelijk geloof. „Ieder jaar melden zich mensen aan die God zoeken en lid willen worden van onze gemeente. Sommigen hebben een moeilijk leven achter de rug, anderen zitten vol vragen. Dan is het puinruimen om verkeerde godsbeelden weg te krijgen.”

Jan van Reenen
beeld Dirk Hol

Slechtvalk

De vrijwilligers zijn weer aan het werk. Het is tijd voor een rondje door de kerkzaal, waar twee vrouwen aan het stofzuigen zijn. Quist wijst naar een hoge stoel, die aan het eind van een rij staat in het gedeelte waar men op zondag na de dienst koffiedrinkt. „Kijk”, zegt hij, „die stoel gebruikte koningin Wilhelmina vroeger als ze naar de

dienst in de Bethlehemkerk kwam. De koster maakte in de wintertijd een warme stoof voor haar klaar.”

Buiten gekomen wijst hij omhoog naar de kerktoren. „Daar zit een jonge slechtvalk”, zegt hij. „Het paartje slechtvalken had dit jaar twee jongen. Je kon ze online via een webcamera, die ik geïnstalleerd heb, volgen.”

Peinzend voegt hij eraan toe: „Sinds de slechtvalken er zijn, is mijn blik omhooggegaan. Nu zie ik meer wat zich boven ons afspeelt. Sinds ik God heb leren kennen, heb ik meer oog gekregen voor de mensen en voor Gods schepping.”

Probeer RD Zaterdag

Lees het RD 4 weken online en ontvang iedere zaterdag de papieren krant en het RDMagazine.

Koster van De Hoeksteen (ggiN) in Barneveld opent de kerk elke dag om halfzeven

Wout Hazeleger is een bezige bij. Naast raadslid en adviseur is hij koster van een van de grootste kerkgebouwen in Nederland: De Hoeksteen in Barneveld.

Met 2860 zitplaatsen is het kerkgebouw, op de hoek van de Lunterseweg en de Vellerselaan in Barneveld, het grootste van de Gereformeerde Gemeenten in Nederland (GGiN). De deur blijkt open. „Die open ik doorgaans elke morgen om halfzeven en sluit ik weer om halfelf ’s avonds”, zegt koster Hazeleger in zijn ruime kantoor.

Behalve zijn grote bureau staat er een vergadertafel, is er veel elektronische apparatuur en een scherm waarop hij live kan zien wat er in en om de kerk gebeurt. „Als ik een bezoeker zie, ga ik naar hem of haar toe en maak ik een praatje.”

Hazeleger is sinds 2003 fulltime in dienst bij de plaatselijke ggiN, vijf jaar voordat De Hoeksteen in gebruik werd genomen. Tijdens de bouw stuurde hij honderden vrijwilligers aan. Toen

leerde hij veel leden kennen. „Ik ken nagenoeg alle 3000 kerkgangers”, zegt hij met een lach. „Al van jongs af was ik geïnteresseerd in mensen. Ik ben opgegroeid in buurtschap De Valk en kende de meeste bewoners daar tot kilometers in de omtrek. Sinds ik koster ben, heb ik me erop toegelegd om de kerkgangers te kennen.”

„Voorafgaand aan de diensten begroet ik de kerkgangers, in het bijzonder hen die er voor het eerst zijn”

- Wout Hazeleger, koster ggiN Barneveld

Chauffeur

Daarbij helpt dat hij chauffeur is van de bus van de Eben-Haëzerschool. Hij

kent de namen van alle kinderen die hij vervoert. Met huwelijksdiensten en begrafenissen ziet hij de familieverbanden en wordt hij weer wat wijzer, zegt hij. Dat komt hem van pas. „Voorafgaand aan kerkdiensten begroet ik de kerkgangers, in het bijzonder hen die er voor het eerst zijn. Het is belangrijk om de mensen te kennen. Ze moeten weten dat ze welkom zijn en dat ze erbij horen.”

Zijn werk biedt nogal wat uitdaging. „Ik ben niet alleen koster, maar ook raadslid voor de SGP in Barneveld en ik heb een adviesbureau. Ik ben blij met het vertrouwen van de kerkenraad, die mij de gelegenheid geeft om mijn tijd zelf in te delen. Dat geeft me de nodige vrijheid.”

Zout strooien

Kerkgebouw De Hoeksteen wordt ge-

Jan van Reenen
beeld Niek Stam

bruikt voor allerlei bijeenkomsten van de GGiN, zoals classis- en synodevergaderingen . Verder wordt bijvoorbeeld de toogdag van de GBS hier gehouden. „Dat zijn drukke dagen voor mij en de vrijwilligers. Dan zorgen we ook voor het eten en drinken. De landelijke zendingsdag van het deputaatschap zending en evangelisatie dit najaar belooft een uitdaging te worden”, zegt Hazeleger lachend.

De koster benadrukt de goede verstandhouding met het kostersecht-

paar Hendriksen van de naastgelegen Adullamkerk van de gereformeerde gemeente Barneveld-Zuid. „We helpen elkaar waar we kunnen. Als het ’s winters glad is, strooien we samen zout. Dan werken we ook samen met de hersteld hervormde gemeente.”

Enige tijd geleden kwam er aan het einde van de dienst een Engelssprekende man naar de kerk. Hij had in Irak gevochten, had daar een trauma opgelopen en was op zoek naar een kerk. Hazeleger: „Ik heb hem een Bijbel

meegegeven. Ik vraag me af hoe het verder met hem gegaan is. Misschien heeft onze kerk iets voor hem betekend.”

Hazeleger betekent graag iets voor mensen en voor de samenleving. „Dat doe ik ook in mijn andere banen, maar vooral in de kerk. De dienst des Heeren is het belangrijkste wat er is in het leven.”

Urker kostersechtpaar (hhg): Het werk is soms emotioneel zwaar

Het kostersechtpaar De Vries uit Urk doet het werk met veel gevoel. „Als in de kerk een condoleance plaatsvindt, hebben we een moeilijke week.”

Gusta en Willem de Vries zijn de kosters van de Moriakerk van de hersteld hervormde gemeente in Urk, in deze volgorde. Willem: „Toen mijn vrouw in 2019 als koster werd aangenomen, zat ik in de kerkenraad. Later ben ik haar gaan helpen. We doen alles samen.”

Op zondagmorgen, voor de dienst begint, staat Gusta ook vooraan, boven bij de trap naar de kerkzaal. Ze begroet de kerkgangers en maakt een praatje met een aantal van hen, „vooral met mensen die wat bijzonders hebben meegemaakt. Als ze na een ziekte weer in de kerk zijn, zeg ik dat ik blij ben hen weer te zien. Ik vind saamhorigheid heel belangrijk.”

Schoonmaak

Het echtpaar zit tijdens de dienst op blauwe stoelen achterin de kerk. Willem streamt de dienst ’s morgens en stuurt de bhv’ers aan. Als er iets bijzonders in een dienst gebeurt, zijn zij tweeën verantwoordelijk. Er is geen hulpkoster.

Als ze, één keer per jaar, met vakantie gaan, neemt hun zoon het werk waar. Zijn vrouw maakt de kerk schoon, samen met iemand uit de gemeente.

Gewoonlijk maakt het kostersechtpaar geen gebruik van vrijwilligers om de kerk schoon te maken. Willem: „Dat doen we elke week samen. Dat zijn we gewend. Op maandagochtend doen we de kerkzaal, de gangen en de zalen binnen en op vrijdagmorgen doen we de buitenboel.”

Willem heeft nog meer taken. „Kijk, we hebben digitale borden waarop de liturgie staat. Die heb ik samen met mijn zoons gemaakt. Op zaterdagmorgen stuur ik de liturgie naar de organist en naar de website en print ik die uit voor een kerkganger die slecht ziet. De liturgie zet ik ’s zaterdags op de computer en die gaat dan automatisch naar de schermen in de kerk. Het scheelt me veel werk op zondag.”

Willem is ook preekregelaar. „Ik bel de predikanten op of ze een preekbeurt in onze kerk willen vervullen als onze eigen predikant er niet is. We hebben als gemeente goede contacten met andere gemeenten op Urk. Soms staat er een predikant uit een andere kerkelijke denominatie hier op de kansel. Dat juich ik toe.”

Verdriet

Er zijn momenten dat beiden het werk emotioneel zwaar vinden. Dat is het geval bij condoleances en rouwdiensten. Gusta: „Dit jaar overleed er een gemeentelid van 39 jaar. Na de begrafenis zaten de zalen en de gangen vol mensen met verdriet. We hadden een zware week. We werden meegezogen in het verdriet.”

Ze waren ook uit hun doen door het overlijden van organist Piet Loosman. Willem: „We hadden een band met hem opgebouwd. Hij was op zondagmorgen altijd heel vroeg in de kerk en

Jan van Reenen
beeld Freddy Schinkel

oefende dan voor zichzelf, voordat de kerkgangers kwamen. Door gesprekken bouwden we een band op. Ik kreeg soms kippenvel op mijn armen door zijn gevoelvolle orgelspel aan het einde van de diensten. Hij overleed deze zomer onverwachts. Dat deed wat met ons.”

Gusta komt uit een kostersfamilie en is het werk gewend. „Ik vind het mooi om contact te leggen met mensen en met hen mee te leven. Doordeweeks spreek ik regelmatig leden van onze gemeente, ook jongeren, die zeker wel openstaan voor een goed gesprek. Er leven veel vragen bij hen. Het is onze

christenplicht om er voor anderen te zijn. Dat versterkt de onderlinge band. God geeft het dat we met elkaar lief en leed mogen delen.”

Kostersechtpaar gg Barneveld-Zuid stuurt 250 vrijwilligers aan

Kostersechtpaar Hendriksen van de gereformeerde gemeente in Barneveld-Zuid stuurt ongeveer 250 vrijwilligers aan. „We proberen de rust te bewaren in de kerkdiensten. Het is belangrijk dat de diensten ongestoord verlopen, want het is heilige grond tijdens de Woordverkondiging.”

Komend vanaf Lunteren zie je de Adullamkerk direct. Jerry en Jolanda Hendriksen zitten in de keuken. Ze kosteren sinds 2008, bij de opening van deze kerk; hij voor 29 uur per week en zij voor 6 uur.

Een van hun taken is het aansturen van de vrijwilligers en dat zijn er nogal wat. Jolanda: „Ik heb een grote groep vrouwen die helpt met het schoonmaken van de kerk. Er zijn negen groepen van twaalf vrouwen. Ze zijn eens per negen weken aan de beurt. We proberen te zorgen voor een goede sfeer. De vrouwen hebben ruim de tijd voor koffiedrinken, maar hun verantwoordelijkheidsgevoel is wel zo groot dat ze het werk gedaan krijgen.”

Buitenploeg

Jerry stuurt de buitenploeg aan. „Dat werk gebeurt door de mannen. Daarnaast is er nog de grote voorjaars- en

najaarsschoonmaak. Daarbij zijn er verreikers nodig om de hoge ramen van de kerk schoon te maken. Verder heb ik te maken met de zondagse vrijwilligers: de hulpkosters, de EHBO’ers, de verkeersregelaars en de toezichthouders. De laatstgenoemden bewaken de orde. Ze staan voorafgaand aan de dienst buiten op het plein en houden ook tijdens de dienst met behulp van camera’s alles in de gaten. Ik denk dat er al met al ongeveer 250 vrijwilligers actief zijn.”

Naast het gewone kosterswerk vindt het echtpaar Hendriksen dat zij ook het aanspreekpunt zijn voor gemeenteleden. Jerry: „Ik ben vaak in en om de kerk te vinden. Als mensen vragen hebben, schieten ze me gemakkelijk aan.”

De zalen worden regelmatig, voor een niet-commerciële prijs, verhuurd aan

diverse reformatorische organisaties en ook aan het Van Lodensteincollege als daar geen ruimte over is.

De contacten met koster Wout Hazeleger van het ernaast gelegen kerkgebouw De Hoeksteen van de Gereformeerde Gemeenten in Nederland zijn prima. Jerry: „Als het mogelijk is, helpen we elkaar, bijvoorbeeld met apparaten en de verhuur van zalen. Ik heb pas nog een bosmaaier geleend. Ook op het persoonlijke vlak zijn we goed met elkaar. We komen regelmatig op elkaars verjaardagen.”

Een gebeurtenis die de koster is bijgebleven vond in het voorjaar van 2023 plaats tijdens de dienst op eerste pinksterdag. „Er kwam een vrouw binnen die er nogal bijzonder uitzag en geen hoed op had. Ik sprak haar vriendelijk aan, want je wilt toch iedereen welkom heten. Wel zei ik dat het niet de be-

Jan van Reenen
beeld Freddy Schinkel

doeling was dat ze onder de dienst zou gaan staan. Maar dat gebeurde toch. Tijdens het slotgebed stond ze opeens op de trappen van de preekstoel en begon ze te roepen, waardoor ze de dienst verstoorde. Ik heb haar bij de arm genomen en naar buiten gebracht. Het was bijzonder dat dominee Van Laar gewoon door kon gaan met het dankgebed.”

Waarom is hij koster geworden? Jerry:

„Toen ik in 2008 de advertentie zag waarin een koster gevraagd werd,

„Tijdens

het slotgebed stond de vrouw ineens op de trappen van de preekstoel en begon ze te roepen”

- Jerry Hendriksen, koster gereformeerde gemeente Barneveld-Zuid

dacht ik eerst dat het niets voor mij was, maar ik veranderde van gedachten en kreeg er steeds meer zin in. Ik wilde iets voor de kerk betekenen door contact te hebben met de kerkelijke gemeente en het zorgen voor het onderhoud van het gebouw. Het is mooi om een schakel te zijn in de dienst van de Heere en een bijdrage te leveren aan het ongestoord laten verlopen van de diensten.”

Koster cgk Nunspeet bevrijdt vogel uit orgelpijp: „Nee, het was geen mus of zwaluw”

Het kostersechtpaar Aart en Wijmie Juffer is bijna altijd samen in de kerk. „We werken samen toe naar de zondag, waar het Woord van God in de dienst centraal staat.”

De christelijke gereformeerde kerk (cgk) in Nunspeet –te onderscheiden van de cgk Nunspeet-Ichthus– heeft twee kerkgebouwen. De Oenenburgkerk is het bekendste, omdat daar doorgaans de synode van het kerkverband wordt gehouden. De Dorpskerk is het mooiste. Dat vindt in ieder geval het kostersechtpaar Aart en Wijmie Juffer, dat het gebouw met gepaste trots laat zien.

Het in Elspeet woonachtige stel heeft een goede verstandhouding met kostersechtpaar Wijnne van de Oenenburgkerk. „We doen meerdere dingen samen, zoals de voorbereidingen voor het Heilig Avondmaal, de vrijwilligersavonden en begrafenissen. Tijdens de synode worden verschillende bijeenkomsten naar de Dorpskerk verplaatst”, zegt Aart.

Hij was al jaren hulpkoster voordat hij

koster werd. „Het was al lange tijd ons verlangen om koster te worden. We willen dienstbaar zijn in het huis van God, maar het past niet bij ons om op de voorgrond te treden. Toen er in 2020 een vacature kwam, zijn we tot onze grote vreugde allebei voor tien uur in de week benoemd.”

Het echtpaar is bijna altijd samen aan het werk. Wijmie: „We hebben ieder onze taken. Alleen werken zou ik niet zo leuk vinden. We kijken niet zo naar het aantal uren dat we maken. Soms blijven we gewoon even praten.”

De eredienst op zondag staat voor hen bovenaan. Wijmie: „We zijn dan een uur voor de aanvangstijd van de dienst aanwezig en doen de vaste karweitjes, zoals het glaasje water op de preekstoel brengen en de microfoon controleren.”

Vanaf een halfuur voor de dienst ontvangen ze de kerkenraadsleden en de dienstdoende predikant met een kop koffie. Aart: „Dan staan er hier in de hal genoeg stoelen om het tafeltje heen en worden ze allemaal welkom geheten.”

Nadat de kerkenraad naar de consistorie gegaan is, verwelkomt Aart de kerkgangers bij de hoofdingang. „Ik ken de mensen, groet iedereen en maak soms een praatje. Ik vind het belangrijk om op de hoogte te zijn van hun persoonlijke omstandigheden.” Wijmie: „Ik blijf in de hal, waar de ouders hun kinderen brengen voor de opvang.” Na afloop zorgen ze ervoor dat alles weer in orde is voor de volgende dienst en wordt de kerkzaal goed geventileerd.

Vrijheid

Doordeweeks zijn ze ook meestal samen aanwezig om mensen te ver-

Jan van Reenen
beeld Niek Stam

welkomen, of het nu gaat om kerkenraadsvergaderingen, bijeenkomsten van de mannen- of vrouwenvereniging of de catechese. „Ze krijgen koffie van ons, ook de oudere catechisanten.”

Aart is blij met de vrijheid die hij van zijn baas krijgt. Hij is tegelzetter en kan op elk gewenst moment, bijvoorbeeld voor een begrafenis, naar de kerk gaan.

Wijmie is blij met de buurvrouw die ze gerust kan bellen als ze wat vergeten is.

De meest bijzondere gebeurtenis die Aart zich herinnert, was toen er tijdens een dienst een vogel op een orgelpijp ging zitten. „Toen het orgel begon te spelen, schrok de vogel en viel het dier erin. Na de dienst heb ik de vogel losgelaten. Hij vloog direct weg. Nee,

het was geen mus of zwaluw.”

Het belangrijkste van het werk ligt voor hen beiden in het godsdienstige. Aart: „We vinden het een voorrecht om bezig te mogen zijn in de dienst aan God. De Woordverkondiging is absoluut het belangrijkste voor ons.”

Kees Roeleveld (CNV) hielp kosters in moeilijkheden: „Een koster hoeft niet alles te slikken”

Kosters zijn een dienstbaar volkje, maar ze moeten niet over zich heen laten lopen, vindt Kees Roeleveld. Jarenlang behartigde hij de belangen van kosters voor de Kostersbond van vakbond CNV.

Het kosterschap zat er bij Kees Roeleveld al vroeg in. Doordeweeks ging hij als kind de stoelen in de kerk in zijn geboorteplaats Scheveningen rechtzetten. Na wat andere banen lukte het hem zelf koster te worden: van 1988 tot 1999 in de gereformeerde kerk te Zaandam. Daarna was hij koster in de Bethlehemkerk van de (nu) protestantse gemeente Hilversum (19992011). „Ik deed het werk met hart en ziel”, zegt hij daarover in zijn woning in het Friese Gorredijk, waar hij inmiddels geniet van zijn pensioen.

In de laatste gemeente kreeg hij het aan de stok met zijn directe leidinggevende, een ouderling-kerkrentmeester. „Het begon ermee dat hij tegen me zei dat ik tijdens de dienst moest gaan koffiezetten. Dat kon niet, want ik was verantwoordelijk voor de dienst en kon niet weg. Er kwamen nog wat dingen bij, wat ertoe leidde dat ik last van mijn

hart kreeg en in 2011 met vervroegd pensioen ging.”

Roeleveld kreeg daarbij hulp van de CNV Kostersbond, waarvan hij lid en later bestuurslid en belangenbehartiger was. „Kosters kwamen bij me als ze moeilijkheden hadden. Het gebeurde bijvoorbeeld dat er geen afdracht van iemands pensioenpremie plaatsvond, dat een koster voor veel te weinig uren betaald kreeg, of dat hij ontslagen werd zonder dat er een goede vertrekregeling afgesproken werd. Ik was vijf tot zes uur per week met het werk bezig en heb heel wat gesprekken met juristen gevoerd.”

De boze koster

In de jaren zestig van de vorige eeuw telde de Kostersbond 900 à 1000 leden. Na 2000 was er sprake van vergrijzing en daalde het ledental hard. In 2020 werd de Kostersbond CNV

onderdeel van de sectorgroep Kerk en Ideëel van de vakbond CNV. De branchegroep telt nu nog 300 kosters, schat Roeleveld.

De oud-koster constateert dat het kosterswerk grote veranderingen ondergaan heeft. „Er is een kinderboekje van W.G. van de Hulst, dat heet ”Van de boze koster”. Die titel is verkeerd. Als je het boekje leest, merk je dat die man helemaal geen boze koster was. De omslag is in de loop van de tijd dan ook aangepast.”

Het is altijd de taak van een koster geweest om dienstbaar te zijn. Roeleveld: „Hij of zij zorgde ervoor dat alles goed voor elkaar was vóór de kerkdienst begon. De koster begon al vroeg, ook om tijdig te kunnen reageren als er iets onverwachts tussendoor kwam, zoals dat het licht het niet deed. Tijdens de diensten is de koster verantwoordelijk

Jan van Reenen
beeld Niek Stam

voor de orde. De dominee gaat over de inhoud, de koster gaat over het gebouw. Ook doordeweeks is de koster dienstbaar en moet hij bijvoorbeeld snel kunnen inspelen op onverwachte gebeurtenissen, zoals een begrafenis.”

Veel kosters zijn ook beheerder van het gebouw. Roeleveld: „Dan ben je verantwoordelijk voor de verhuur van het gebouw. Dat aspect is steeds belangrijker geworden. In veel kerkelijke gemeenten is sprake van een geldtekort. De predikant kan een kerk leeg preken en de koster kan vervolgens zorgen voor inkomsten door zo veel mogelijk zalen te verhuren. Hij moet er dan wel actief opuit gaan om bijvoorbeeld cursussen, feestjes of bijeenkomsten van de burgerlijke gemeente te boeken.”

Een ander kenmerk van de huidige kosters is dat ze beter met de moder-

ne techniek kunnen omgaan, denkt Roeleveld. Licht, geluid, verwarming, airco, luchtverversing, noem het maar op. „Een koster heeft vaak ook de verantwoordelijkheid voor het streamen van de diensten en voor de ringleiding. Als er slechthorenden in de kerk zitten, komen ze bij de koster terecht. Er zijn testers verkrijgbaar, waardoor te meten is of het geluid goed is.”

Koffie en koek

De goedlachse Roeleveld heeft een complete map met allerlei kostersverhalen. Een ervan gaat wél over een boze koster, nota bene hemzelf. „De muren in de kerkzaal moesten opnieuw gepleisterd worden. Ik vroeg aan mijn leidinggevende of het niet beter zou zijn om de banken en het orgel af te dekken. De man vond het niet nodig. Na het schuren van de wanden zag het hele gebouw vanbinnen wit. De kerkrentmeester vroeg of ik de banken

en het orgel wilde schoonmaken. Toen heb ik hem gevraagd dat zelf te doen.”

Dat brengt Roeleveld tot een paar adviezen. „Een koster moet wel dienstbaar zijn, maar hij hoeft niet alles te slikken. Er zijn kerkrentmeesters die misbruik van hun positie maken. Ga als koster zelf op onderzoek uit en lees de aanstellingspapieren om te weten wat de rechten en plichten zijn.”

Een volgende les gaat over de omgang met vrijwilligers. „Ook voor hen bestaan regels. Het is goed om die met hen te bespreken. Het zou mooi zijn als ze, als blijk van waardering, een kleine vergoeding krijgen voor het werk dat ze doen. Het is van belang dat de kosters belangstelling voor hen hebben en dat de vrijwilligers voldoende tijd krijgen om gezellig met elkaar koffie te drinken, met een lekkere koek erbij.”

Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.