eindejaarsbijlage
dinsdag 20 Tuesday 20 december December2011 2011 Reformatorisch Dagblad
29
in memoriam Tom Gehrels
John Stott
Ds. F. Stevens
Tom Gehrels (21 februari 1925-11 juli 2011) was astronoom. Hij werd geboren in Haarlemmermeer en groeide op in Halfweg. Tijdens de Tweede Wereldoorlog zat Gehrels in het verzet. Na de oorlog studeerde hij in Leiden astronomie. Hij emigreerde in de jaren 50 jaar Amerika. Samen met het echtpaar Kees van Houten en Ingrid van Houten-Groeneveld ontdekte hij ruim 4000 planetoïden en tal van kometen. Ook schreef hij veel boeken. Gehrels overleed in Tucson, in de Amerikaanse staat Arizona.
John Robert Walmsley Stott (27 april 1921-27 juli 2011) werd in Londen geboren als zoon van een militaire arts. Na in zijn jeugd een kostschool bezocht te hebben, studeerde Stott letteren en theologie in Cambridge. Hij werd sterk beïnvloed door de beroemde prediker D. Martyn Lloyd-Jones. Op 17-jarige had Stott een krachtige bekeringservaring. De ongetrouwde Stott werd na zijn studie gewijd tot voorganger in de All Soulskerk in Londen. Op 29-jarige leeftijd volgde hij de overleden hoofdpredikant van de kerk op. Enkele jaren daarna, in 1959, werd hij benoemd tot een van de hofpredikers van de Engelse koningin Elizabeth. In 1974 was hij nauw betrokken bij het opstellen van de slotverklaring van het Internationaal Congres voor Wereldevangelisatie, dat in het Zwitserse Lausanne werd gehouden. In de ruim vijftig boeken die hij schreef, richtte hij zich op zowel gewone mensen als theologen. Bekend is ”De basis van het christelijk geloof”, dat vaak vertaald werd en bedoeld is voor een breed publiek.
Frederik Stevens (21 september 1953-9 augustus 2011) werd geboren in Hoogeveen. Hij was aanvankelijk werkzaam bij de Belastingdienst en bij de gemeente Hoogeveen. In die tijd groeide het verlangen om predikant te worden. Hij verhuisde naar Huizen met de gedachte dat hij dan dicht bij Utrecht woonde als hij daar theologie zou gaan studeren. In Huizen was hij ambtenaar bij de sociale dienst en hield zich met de juridische kant van de dienst bezig. Op latere leeftijd begon hij de studie theologie. In 1988 werd hij hervormd predikant te Zegveld. Daarna diende hij de hervormde gemeente in Lunteren. In 1997 werd ds. Stevens justitiepastor in de penitentiaire inrichting in Zwolle. Ds. Stevens stelde dat hij in de gevangenis „pas écht predikant” was geworden door zijn omgang met mensen aan de onderkant van de samenleving.
Ahmed Walid Karzai
Ds. T. Rutters
Ds. A. J. Jorissen
Ahmed Walid Karzai (1961-12 juli 2011) was de halfbroer van de Afghaanse president Hamid Karzai. Hij speelde een prominente rol in de Afghaanse politiek na de Amerikaanse invasie van 2001. Hij werd gekozen in de provinciale raad van Kandahar. Dat was eigenlijk een vertegenwoordigende functie, maar Karzai liet zich zo gelden dat hij in de praktijk als de gouverneur van de provincie werd beschouwd. Hij omringde zich met een kring van familieleden en hem welgezinde stamleden. Ahmed Walid Karzai overleefde een aantal aanslagen op zijn leven door de taliban. Op 12 juli echter schoot het hoofd van zijn beveiligingsdienst, Sardar Mohammed, hem in zijn eigen huis van dichtbij door hoofd en borst. Andere lijfwachten schoten de dader onmiddellijk dood en stelden zijn lichaam op een plein in de stad tentoon. De Afghaanse president leidde persoonlijk de begrafenis van zijn broer.
Theodorus Rutters (4 augustus 1924-30 juli 2011) werd in ’s Gravenmoer geboren. Hij studeerde theologie in Apeldoorn en werd in 1954 predikant van de christelijke gereformeerde kerk te Stadskanaal-Wildervank. Daarna stond hij te Enschede-West (1958), Nijmegen (1961), Baarn (1968), Deventer (1974), Amsterdam-Noord (1979) en Steenwijk (1986). Ds. Rutters ging in 1992 met emeritaat.
Adolf Johannes Jorissen (5 oktober 192411 augustus 2011) werd geboren in Apeldoorn. Hij studeerde theologie in Utrecht en werd in 1951 hervormd predikant te Wilsum. Daarna stond hij te Oudshoorn (1955), was hij predikant voor het jeugdwerk vanuit de Hervormd-Gereformeerde Jeugdbond (1960), stond hij te Amersfoort (1967) en te Beekbergen (1976). Ds. Jorissen ging in 1988 met emeritaat. Na het emeritaat diende hij nog een jaar in Breukelen. In 2007 ging hij voor het laatst voor in een kerkdienst te Wilsum, zijn eerste standplaats. Ds. Jorissen maakte deel uit van de synodale commissie voor het Liedboek. De literair geïnteresseerde predikant was onder andere voorzitter van de Wilma-Stichting, die werk uitgaf van de christelijke schrijfster Willemina Vermaat (1873-1967).
Magnus Malan
Jan Jongepier
Eugene A. Nida
Al vroeg was duidelijk dat Magnus Malan (30 januari 1930-18 juli 2011) een glanzende carrière in het Zuid-Afrikaanse leger tegemoet zou gaan. In 1973 –hij was toen al generaal– werd hij tot opperbevelhebber van de landmacht benoemd. Drie jaar later klom hij op tot commandant der strijdkrachten. Een paar jaar later ging Malan met succes de politiek in. In 1980 benoemde president Botha, met wie hij een goede relatie had, hem tot minister van Defensie, een post die hij elf jaar lang bekleedde. Na een schandaal rond geheime inanciering van de Zulupartij Inkatha onthief president F. W. de Klerk Malan van zijn functie en maakte hem minister van Waterzaken en Bosbeheer. Malan moest in de jaren 90 terechtstaan voor zijn aandeel in de moord op zwarte burgers. Hij werd uiteindelijk van rechtsvervolging ontslagen, een uitspraak die de steun van president Mandela genoot. Malan werd ondervraagd door de Waarheid- en Verzoeningscommissie.
Organist en orgeldeskundige Jan Jongepier (26 februari 1941-31 juli 2011) uit Leeuwarden genoot brede bekendheid als improvisator en orgeladviseur. Hij werd in Zaandam geboren. Aan het Amsterdamse conservatorium studeerde hij bij Piet Kee. Als 16-jarige werd hij organist van het Garrelsorgel in Purmerend, in 1981 volgde zijn benoeming als organist van de Grote Kerk in Leeuwarden, een functie die hij tot januari 2006 vervulde. Jongepier gaf les aan de muziekschool in Purmerend en was twintig jaar als docent verbonden aan de conservatoria van Leeuwarden en Groningen. Als improvisator won hij prijzen op concoursen in Bolsward (1968) en Haarlem (1970, 1971 en 1972). Als publicist schreef hij tal van artikelen en boeken over orgelbouw en orgelhistorie. Als adviseur was hij betrokken bij de restauratie en nieuwbouw van ten minste 200 orgels. In 2004 kreeg Jongepier de prestigieuze Sweelinckprijs voor zijn verdiensten voor de Nederlandse orgelcultuur.
Eugene A. Nida (11 november 1914-25 augustus 2011) werd geboren in Oklahoma-stad in de Verenigde Staten. Na zijn opleiding aan de universiteit van Californië werkte hij korte tijd als predikant onder de indianen in Mexico. Al jong verdiepte hij zich in het Bijbelvertaalwerk en werd daar een specialist in. Nida werkte vanaf 1943 bij de American Bible Society. In 1946 was hij betrokken bij de oprichting van de Wereldbond van Bijbelgenootschappen, de United Bibles Societies (UBS). Nida was de grote man achter de ”dynamisch-equivalente” vertalingen van de Bijbel. Volgens Nida moest de Bijbel niet woord voor woord vertaald worden, maar diende de betekenis van de Bijbeltekst te worden overgezet van de ene naar de andere cultuur. Volgens critici, met name in Bijbelgetrouwe kring, kent zijn theorie een te groot gewicht toe aan de interpretatie van de vertaler en zorgt ze voor een groot verlies aan betekenis.
augustus
september
Ds. J. H. van Dijk
Dr. A. Noordegraaf
Ds. H. M. Cartwright
Johannes Hendrikus van Dijk (14 juli 1950-20 juli 2011) werd in Dordrecht geboren. Hij groeide op in een onkerkelijk gezin. In 1968 ging hij bij de politie werken en kwamen hij en zijn vrouw terecht in Noord-Brabant. Bij de dood van hun kind kwamen zij in contact met ds. M. Vlietstra, destijds christelijk gereformeerd predikant te Werkendam. Van Dijk werd ouderling in Werkendam. Na zijn theologiestudie in Apeldoorn werd hij op 12 juni 1986 bevestigd tot predikant in de christelijke gereformeerde kerk te Doornspijk. In 1989 vertrok hij naar Zaamslag. Daarna volgden Urk-Maranathakerk (1993) en Ameide (2003). Aan laatstgenoemde gemeente was hij sinds 2008 als predikant in bijzondere dienst verbonden. Ds. Van Dijk, woonachtig in Nunspeet, verleende verschillende jaren pastorale zorg aan leerlingen van de Pieter Zandt scholengemeenschap in IJsselmuiden.
Albert Noordegraaf (26 juni 1933-1 augustus 2011) werd in het Zuid-Hollandse Noorden geboren. Hij studeerde theologie in Utrecht en werd in 1959 hervormd predikant te Daarle. Daarna stond hij in Oldebroek, Ede en Utrecht. In 1978 werd hij docent aan de Gereformeerde Sociale Academie De Vijverberg. Van 1985 tot 1998 doceerde hij praktische theologie aan de hervormde kerkelijke opleiding in Utrecht. Noordegraaf promoveerde in 1983 op ”Creatura Verbi. De groei van de gemeente volgens de Handelingen der Apostelen”. Andere publicaties van hem waren ”Gods bouwwerk” en ”Oriëntatie in het diakonaat”. Dr. Noordegraaf was onder meer voorzitter van de IZB. Hij was ook lid van een van de werkgroepen voor de voorbereiding van het nieuwe Liedboek. Daarnaast had hij zitting in de redactie van de tijdschriften Wapenveld, Theologia Reformata en Centraal Weekblad en was hij medewerker van De Waarheidsvriend. Hij registreerde wat in kerk en maatschappij gebeurde en leverde daar commentaar op.
Ds. Hugh M. Cartwright (1943-20 september 2011) was sinds 1998 predikant van de Free Presbyterian Church in het Schotse Edinburgh. Hij was eerder predikant in de Free Church of Scotland en vanaf 1990 hoogleraar kerkgeschiedenis en kerkrecht aan het Free Church College in Edinburgh. Na een intern conlict –ds. Cartwright was met anderen ontevreden over de koers van de kerk en het niet adequaat uitoefenen van tucht– legde hij in mei 1998 zijn ambt en professoraat neer en ging hij over naar de Free Presbyterian Church. De predikant voelde zich verwant met de reformatorische kerken in Nederland. Hij onderhield onder anderen contacten met ds. W. C. Lamain. Ds. Cartwright maakte zich sterk voor het gebruik van de King James Bijbel, het uitsluitend zingen van psalmen in de kerkelijke erediensten en voor het behoud van de zondagsrust. Hij was tot haar dood in 2007 getrouwd met Mina Mary MacKintosh.
Ds. W. van Gorsel
Piet Stoffelen
Hella S. Haasse
Wim van Gorsel (22 september 1931-23 juli 2011) werd geboren in Sint Maartensdijk. Hij studeerde theologie te Utrecht. Na zijn studie diende hij achtereenvolgens de hervormde gemeenten in Oude-Tonge (1967), Ridderkerk (1972), Wijk bij Heusden (1976), Gouda (1984) en Schoonhoven (1988). Ds. Van Gorsel ging in 1996 met emeritaat. Na zijn emeritaat verleende hij tot en met 2006 bijstand in het pastoraat in de hervormde gemeente te Berkenwoude. Ds. Van Gorsel was onder meer veertig jaar lid van het bestuur van het Smytegelt-Fonds (uitgever van de Reveilserie), waarvan de laatste 25 jaar voorzitter. Ook was hij bijna dertig jaar hoofdredacteur van het Gereformeerd Weekblad. Het periodiek, opgericht in 1899, hield per 31 december 2007 op te bestaan. Van de hand van ds. Van Gorsel verschenen verschillende boeken, waaronder enkele meditatiebundels en een aantal kerkhistorische publicaties.
Piet Stoffelen (14 september 1939-5 augustus 2011) was PvdA-politicus. Stoffelen was van 1971 tot 1994 Tweede Kamerlid voor de PvdA. Van 1996 tot 1999 was hij lid van de Eerste Kamer. De PvdA’er was politiewoordvoerder en hield zich daarnaast bezig met binnenlands bestuur. Stoffelen, van huis uit hervormd, greep samen met twee collega’s het aantreden van koningin Beatrix in 1980 aan om zich te verzetten tegen het randschrift op de gulden. De PvdA’er, zo bleek in 1995, wist als enige Kamerlid dat politie en justitie tijdens de IRT-affaire zelf drugs doorleverden.
Hélène Seraia (Hella) Haasse (2 februari 191829 september 2011) was een van de laatste vertegenwoordigers van een generatie erudiete oeuvreschrijvers. Zij zette met name de ‘Indische’ literatuur en de historische roman op de kaart. In 1948 debuteerde ze met het Boekenweekgeschenk ”Oeroeg”, een novelle over de koloniale verhoudingen in Nederlands-Indië waarmee ze haar naam vestigde. Het boek –dat vijftig drukken beleefde– werd decennialang gelezen voor de literatuurlijst Nederlands. Het koloniale vraagstuk was Haasse vertrouwd: ze groeide op in Nederlands-Indië waar haar vader werkte als inancieel inspecteur. Haasse ontwikkelde zich tot een enigszins wereldvreemd kind dat leefde in een wereld van verhalen, toneel en geschiedenis. Vanaf de jaren vijftig publiceerde Haasse een reeks erudiete historische romans, zoals ”Het woud der verwachting” en ”De scharlaken stad”. Daarnaast schreef ze essays, psychologische romans, autobiograische werken, toneelstukken en verhalen.