Grotetafelgesprek Regelgeving & Veiligheid:
‘Meer bewustzijn en zelfreflectie zijn essentieel’
Arbeidsinspectie
‘Veilig werken op festivals is nog geen zekerheid’
Van Schaick Projectbegeleiding en Vigilans Group
‘Trots op gezamenlijk huzarenstukje SAIL 2025’
Bij Binck zorgen we dat de verkeersdoorstroming rondom jouw event soepel verloopt. Onze specialisten helpen je met alle facetten van jouw mobiliteitsvraagstuk, van vergunningsaanvraag en het maken van een mobiliteitsplan tot de uitvoering met tijdelijke verkeersmaatregelen en verkeersregelaars.
Meer info?
Hét bureau voor mobiliteit.
Wie denkt dat de grootste veiligheidsrisico’s op festivals bij bezoekers of de gebruikte techniek liggen, vergist zich. In het EB Live Grotetafelgesprek Regelgeving & Veiligheid werd duidelijk dat kwetsbaarheid vooral zit in kennis, samenwerking en interpretatie. Gemeenten hebben vaak te weinig expertise, zeker bij kleinere events, terwijl organisatoren op hun beurt steeds jongere, minder ervaren mensen op cruciale rollen zetten.
Uitgave
iMediate
Arendstraat 49
1223 RE Hilversum
Telefoon: 035 - 646 58 00
redactie@entertainmentbusiness.nl
Uitgever
Joost Driessen
Hoofdredacteur
De roep om uniformiteit klinkt luid, maar meer wetten zijn niet de oplossing. Breed gedragen richtlijnen – zoals de Veldnorm Evenementenzorg – werken beter, mits ze ruimte laten voor context en innovatie. Zelfregulering klinkt mooi, maar wordt pas geloofwaardig als de branche ook durft te sanctioneren. Dat gesprek schuurt, en terecht.
Technologie helpt, van crowdflow-camera’s tot digitale tellingen, maar blijft een hulpmiddel: zonder gezamenlijke interpretatie is data weinig waard. En dan is er nog het tekort aan politiecapaciteit, vooral rond open evenementen. Organisatoren moeten daarom beter begrijpen wat juridisch wel en niet mag.
Arnold le Fèbre
Redactie & medewerkers
Cas Spiertz, Marcel Debets (eindredactie), Jeroen van Trierum, Wally Cartigny, Edgar Kruize, Pierre Oitmann
Exploitatie
Mitchel van der Heide & Tarik Lahri
Telefoon: 035 646 5810 sales@imediate.nl
Laat dát een goed voornemen voor 2026 zijn.
Ik wens je veel leesplezier!
ARNOLD LE FÈBRE
Veiligheid is en blijft mensenwerk. Het vraagt om expertise, ervaring en volwassenheid en niet om weer een pdf met regels. Wie evenementen écht veiliger wil maken, moet dus niet alleen naar de overheid wijzen, maar ook naar zichzelf durven kijken.
Abonnementen
Vragen of meer informatie? Mail naar abonnees@imediate.nl
Als vakblad hanteren we de opzegregels uit het verbintenissenrecht. Wij gaan ervan uit dat u het blad ontvangt uit hoofde van uw beroep. Hierdoor wordt uw abonnement steeds stilzwijgend met een halfjaar verlengd. Opzeggen kan per post, mail of telefoon. De opzegtermijn is 30 dagen voor het einde van de abonnementsperiode.
HOOFDREDACTEUR EB LIVE
INHOUD
7 Vigilans Group & VSP
10 Grotetafelgesprek
18 Verschil België en Nederland
20 Think Twice 22
Jaarabonnement EB Live
Benelux: € 79,95
Elk volgend abonnement: € 50
Jaarabonnement EB + EB Live
Benelux: € 134,95
Elk volgend abonnement: € 89,95
Vormgeving
Tim van den Berg
Coverfotografie
Steven van Kooijk
Drukkerij
Vellendrukkerij BDU bv, Barneveld
© Copyright 2025
ISSN: 1875-2888
VAN SCHAICK PROJECTBEGELEIDING EN VIGILANS GROUP
Wie aan SAIL Amsterdam denkt, zal als eerste aan de stoet fregatten in het Noordzeekanaal en op het IJ denken. Echter, met zo’n 2,5 miljoen bezoekers die niet alleen op de stad Amsterdam, maar ook op de regio drukken, zijn mobiliteit en crowd management een monsterklus. Van Schaick Projectbegeleiding en Vigilans Group kijken met trots terug op het huzarenstukje dat zij hier hebben geleverd.
DOOR: EDGAR KRUIZE
Veel mensen denken bij SAIL Amsterdam vooral aan de boten op het IJ en alles daar omheen in de stad Amsterdam. “Maar tijdens de SAIL-IN en SAIL-OUT behelst het een evenement dat zich over 18 kilometer uitstrekt van IJmuiden tot Amsterdam, met alle gemeentes die daartussen liggen en alle regels, vergunningen, verantwoordelijken en wensen van omwonenden van dien!”
Dave van Schaick, eigenaar van Van Schaick Projectbegeleiding, lacht erbij. Maar hij zegt tegelijk dat het prestigieuze project hem ook veel nachtrust heeft gekost. “Los van het operationele vlak – we hadden op de eerste dag van vijf al 750 mensen die langs de route tussen IJmuiden en Amsterdam voor ons aan het werk waren – waren er zoveel verschillende stakeholders bij dit immense project betrokken, elk met hun eigen belangen. Los van gemeentes ook sideevents, private partijen, publiekelijke events rondom het terrein. Het was echt veel!”
Uitdijend project
Van Schaick Projectbegeleiding (VSP) is een expert op het gebied van tijdelijk verkeersmanagement, omgevingsmanagement, crowdmanagement en meer. “Dat gaat letterlijk van het zorgen dat verkeersstromen geoptimaliseerd blijven al bij de verkoop van de tickets tot parkeerbegeleiding, o site productie en het in goede banen leiden van publiek. Voor evenementen kunnen wij alles buiten de entree verzorgen, maar ook bij bouw- en wegwerkzaamheden,” vertelt Van Schaick. “In 2015 waren we ook al bij SAIL betrokken, toen deden we in opdracht van Stichting SAIL Amsterdam en TSC Crowdmanagement alleen de mobiliteitsmaatregelen. Dat zouden we in 2020 ook gaan doen, maar die editie ging vanwege corona niet door. Aanvankelijk was VSP ook dit jaar alleen voor het mobiliteitsdeel verantwoordelijk, met de Stichting SAIL als opdrachtgever. Toen kwam er ook een aanbesteding van de doorkomstgemeentes, waarvoor we ons plan pitchen en die aan-
besteding wonnen we. Tijdens de laatste editie in 2015 was het juist in die gemeentes een redelijke chaos, met allemaal wildparkeerders tijdens de SAIL-IN en -OUT. Dat moest deze editie worden voorkomen. Het grote verschil is enigszins bureaucratisch. Voor die doorkomstgemeentes is SAIL namelijk geen evenement. Dus is er geen evenementenvergunning en moet je het als een probleem in de openbare orde beheersen. Daarvandaan is het geëxplodeerd en hebben we ook Gemeente Amsterdam ondersteund met het evenement SAIL. Er moest nog iets geregeld worden voor afvalbeheersing en -management, EHBO, toiletten, hekken, camera’s, parkeerplekken, pendelbusvervoer, ticketing, crowdmanagement rondom de ponten over het IJ en rondom Centraal Station Amsterdam, en naast de Stichting heb je dan ook te maken met de Gemeente Amsterdam én het bestuur van de verschillende stadsdelen.”
Hoog kwaliteitsniveau
VSP heeft in alles wat zij doen een ‘best for project’ benadering en die mentaliteit heeft gedurende het proces de nodige barrières
'Voor doorkomstgemeentes was Sail geen evenement, dus een openbare orde kwestie'
geslecht. Door aan alle kanten professionals bij te schakelen om deze monsterklus kunnen klaren, is daarbij aan kwaliteit niets ingeboet. Vigilans Group werd door VSP aangetrokken om tijdens SAIL 2025 de gemeentelijke scope op het gebied van crowd management te organiseren. Van Schaick: “De uitdaging rondom SAIL was dat het in een enorm drukke periode viel, de festiviteiten op de Ring A10 waren in diezelfde periode, Formule 1 en Lowlands zaten er ook omheen. In mijn netwerk werd Vigilans Group aangeraden, en na een kop ko e met Robbin Stalma werd al snel duidelijk dat wij van eenzelfde manier van werken houden. Hun gedrevenheid en de passie om iets niet alleen goed maar zelfs een stapje beter te willen doen, maakte dat we snel naar elkaar toe zijn gegroeid. Sterker, ik durf terugkijkend best te stellen dat we dit dynamische project niet hadden kunnen doen met een andere partij. Nou ja, we zouden het wel gehaald hebben natuurlijk, maar niet op dit kwaliteitsniveau met de vele stakeholders en de nodige veerkracht en belangen. De samenwerking was echt heel intensief, maar super waardevol.”
Dezelfde bloedgroep
Robbin Stalma, oprichter van Vigilans Group, beaamt dat beide bedrijven een soortgelijke bloedgroep hebben. “Het draait
niet om ons, het draait om een evenement dat zo goed mogelijk moet verlopen. Zeker als het zo’n groot evenement is als SAIL, met honderdduizenden bezoekers op een dag en ontelbare stakeholders, dan moet je niet rigide vasthouden aan wat jouw taak is en wat die van een ander. Dan los je het ter plekke op, zodat het evenement er geen last van heeft.” Evenementen op een schaal van SAIL Amsterdam laten zich – hoe goed de voorbereiding ook is – niet in vaste scenario’s vangen. Zo was bijvoorbeeld het vuurwerk bij A'DAM Toren, wat tijdens de vorige editie nog op het Java-eiland was. Stalma: “Het werd achter Amsterdam CS drukker dan verwacht. Hier bleven in de avond dusdanig veel bezoekers kijken – in combinatie met de toch al drukkere SAIL – dat het risico zou kunnen ontstaan dat mensen in het water zouden kunnen vallen als er een druk op de menigte zou ontstaan. Dus hebben we direct de eerste nacht al bijgeschakeld en ruim 250 meter aan barriers langs de waterkant laten plaatsen. De volgende dag deed zich dan weer de situatie voor dat mensen met bootjes dachten ‘dat is mooi, daar kunnen we even aanleggen’, maar daar zijn die barriers natuurlijk niet op gemaakt. Dus moesten er borden worden geplaatst dat het verboden was aan te meren. Je moet continu blijven monitoren en bijsturen. Daar mag je niet in verslappen.”
dan moet je niet te rigide denken ‘wij zijn van de wegen, zij zijn van het water’, want met zo’n groot evenement heeft alles impact op elkaar. Want mochten zij besluiten samen met Port of Amsterdam dat de pontjes niet meer mogen varen, dan brengt dat ons voor natuurlijk gigantische uitdagingen mee. Want er gaan per oversteek 300 tot 600 mensen met een pontje mee. Vallen die weg, dan heb je een serieus uitdaging.” Van Schaick voegt toe dat hij het nadenken over dergelijke zaken en het oplossen er-
van leukste aan zijn vakgebied vindt. “Het is een mooie dynamiek waarin je dusdanig moet schakelen dat alles soepel blijft lopen, waarin iedereen de grootst mogelijke verantwoordelijkheid voor het evenement voelt en het publiek eigenlijk niet doorheeft dat je aan het werk bent.” Hij noemt als voorbeeld het incident met een bus die op de inrijbeveiliging bij Centraal Station was vastgelopen. “Er kon geen enkele bus meer naar de bushaltes voor het station. Als je dan weet hoe hoeveel bussen daar
Onzichtbaar oplossen
De werkzaamheden van Vigilans Group concentreerden zich gedurende het evenement met name rondom Centraal Station Amsterdam, de metro en tram, de pont over het IJ en diverse loopstromen. Daarbij was het continu schakelen over verantwoordelijkheden. Stalma: “We moesten bijvoorbeeld in gesprek of de waterpolitie al dan niet bij ons zou moeten zitten. En ook
Over VSP
VSP heeft al ruim 20 jaar ervaring rond bouw- en infrastructuurprojecten en werkt inmiddels ook al tien jaar rond (grootschalige) publieksevenementen. Vanuit de ‘best for project’ werkwijze, ontzorgt VSP organisatoren door bezoekers met een duurzame, innovatieve en e ciënte reisbeleving zo vlekkeloos mogelijk te begeleiden naar en vanuit de evenementenlocatie, met beheerste impact op de omgeving. VSP begeleidt in het opstellen en realiseren van mobiliteitsplannen – van verkeersstromen, parkeermanagement tot crowdmaatregelen – en stemt dit af en stuurt bij met vergunningverleners, wegbeheerders, omgeving, hulpdiensten en leveranciers die ze liever partners noemen.
'Met zo'n groot evenement heeft alles impact op elkaar'
rijden, heb je wel een idee van de uitdaging die zich dan voordoet. En dan heb je ook weer met verschillende partijen te maken, de gemeente, het openbaar vervoer. Maar het evenement moet door, en de bewoners van de stad die voor een deel echt helemaal niks met SAIL hebben,willen ook geen last hebben, dus ga je direct alternatieven verzinnen. Bussen om laten rijden, verkeer omleiden, verkeersregelaars bijschakelen, we hebben onder politiebegeleiding een bergwagen laten komen en het werd opgelost. Ik
denk dat we achteraf misschien van enkele mensen iets hebben gehoord en verder had niemand door dat er iets aan de hand was. We hebben dat geweldig opgelost met alle stakeholders en als bijna niemand het ziet, daarin zit voor mij de kick.”
Wat de samenwerking tussen VSP en Vigilans Group zo sterk maakte, is dat Van Schaick en Stalma dezelfde werkethiek hebben, maar ook complementair zijn aan elkaar. Stalma:
Vigilans Group richt zich als toonaangevende organisatie op het versterken van veiligheid, naleving en risicobeheer binnen diverse sectoren, waaronder de evenementenbranche. Met een multidisciplinair team van ervaren professionals combineert het bedrijf diepgaande expertise met moderne technologie om organisaties te ondersteunen bij het voorkomen, identificeren en beheersen van risico’s. Vigilans Group levert maatwerk dat nauw aansluit op de specifieke behoeften van elke organisatie.
“Elk hebben we onze kennis en ervaring en ons netwerk, zodat we elk op de best mogelijke manier met de diverse stakeholders konden communiceren. We zijn hierin echt samengesmolten om een vlekkeloze dienst te leveren. We zijn daarin alle twee super gedreven, maar ook anders. Ik kan soms met ‘mach 5’ vooruitstuiven, waar Dave denkt ‘hier moet even de handrem op’. Het is heel waardevol dat we een werkrelatie hadden in dit project waarin we dat tegen elkaar uit konden spreken. We hebben soms ook best pittige discussies gehad, waar ik eigenlijk alleen maar positief op terugkijk, omdat we alle twee het beste voor het project wilden. Daar zijn we alle twee door gegroeid en de door ons, organisatoren en professionele stakeholders gezamenlijk geleverde kwaliteit werd er ook echt beter van.” Van Schaick beaamt dat. “SAIL 2025 was een uniek evenement omdat de wereld in de tien jaar sinds de vorige editie enorm is veranderd op het gebied van regelgeving en verantwoordelijkheid. Maar ook het publiek is veranderd. Mensen zijn mondiger, als er iets fout gaat kan dat in no-time op sociale media ontplo en. Je kunt niet anders dan je 100% voorbereiden en elk mogelijk scenario uitdenken, ook als je die scenario’s misschien niet nodig gaat hebben. Normaal gesproken werken we bij VSP met een relatief klein team van 17 man, maar hier hadden we op een gegeven moment de verantwoordelijkheid over 750 man en moesten tegelijkertijd enorm veel ballen hoog worden gehouden. Soms hadden we het idee dat het ons boven de pet groeide, maar dan is het juist fijn als je kunt samenwerken met gelijkgestemden, gewaardeerde partners en everanciers die net als jij het belang van een evenement niet uit het oog verliezen. Hoewel we nu nog in de evaluatiefase zitten, denk ik dat we best trots kunnen zeggen dat wij, samen met een grote groep betrokkenen, de klus van ons leven hebben gedraaid.” ◾
‘Meer bewustzijn en zelfreflectie zijn essentieel’
Hoe ziet het landschap rondom regelgeving en veiligheid nu en in de nabije toekomst eruit? Huibert van Os (DutchBase Security), Syan Schaap (Event Safety Institute), Frank Hommes (ProBro), Geert Sijtzema (ISA Security), Bjorn Berkers (CREATE!), Wilbert Stam (EventCams) en Altwin Ponstein (VVEM) bogen zich over zeven actuele stellingen die de stand van zaken binnen de sector blootleggen. Een openhartig en kritisch gesprek over uniformiteit, wetten, ambtenarij, technologie, data, kennisdeling, zelfregulering en risico’s.
De grootste veiligheidsrisico’s komen van ambtenaren en gemeenten die niet genoeg kennis hebben om een oordeel te maken.
Geert Sijtzema: “Dat klopt en is begrijpelijk. Evenementen vallen namelijk niet onder hun dagelijkse werkzaamheden. Dan heb ik het vooral over de kleinere gemeenten. Je hebt daar te maken met ambtenaren die dit erbij doen. Zij schieten vaak tekort als het gaat om inhoudelijke expertise. De veiligheidstoets die wordt gemaakt is niet gebaseerd op kennis en kunde. Hierdoor worden er heel hoge risicomuren opgeworpen en dat is vaak niet nodig.”
Syan Schaap: “Niet alle kleine gemeenten, hoor. Dronten en Hilvarenbeek zijn door de jaren heen meegegroeid met de evenementen en hebben veel kennis daarover. Ze begrijpen hoe ze een plan moeten lezen.”
Huibert van Os: “Ik ben het gedeeltelijk eens met de stelling. Het gaat niet om de gemeentes, maar om de organisatoren. Gemeenten kunnen misschien niet helemaal inzien wat wel en niet van belang is en dus 'verkeerde' plannen goedkeuren. Maar dan is het de organisator die het risico heeft veroorzaakt. Een belangrijk onderdeel van ons vak is het hebben van multidisciplinaire kennis over alles wat er op een festival gebeurt. Hierdoor kunnen we op parate kennis direct schakelen. Dat is niet aan te leren met een cursus. Daarom is het erg belangrijk dat we onze mensen goed opleiden.”
Syan Schaap: “Helemaal mee eens. De grootste veiligheidsrisico’s komen als zowel de gemeenten als organisatoren er geen verstand van hebben. Dat gezegd hebbende je kun de stelling ook anders insteken. Wat denken jullie van ‘een veiligheidsrisico kan nooit door een ambtenaar worden veroorzaakt’? Zij organiseren namelijk het evenement niet. Gemeenten kunnen hooguit vragen om, in de ogen van de professional, onnodige regelgeving. Een ervaren organisator zegt dan ik doe wat je wilt, maar ondertussen zorg ik wel dat ik mijn zaakjes goed voor
elkaar heb. Dat is logisch want 99 procent van ons werk is toch het voorkomen van mogelijke risico’s? De echte uitdagingen komen van events die door vriendengroepen of vrijwilligers worden georganiseerd. Daar heerst vaak de instelling bij ons zal het wel goedkomen, want het ging in het verleden ook altijd goed.”
Wilbert Stam: “Het blijft vreemd dat gemeenten bij kleinere evenementen geen gebruik maken van de Veiligheidsregio. Ze vragen wel een advies bij c-evenementen maar bij een b-event dus niet. Dat komt denk ik omdat ze waarschijnlijk zelf leading willen zijn in de vergunningsaanvraag. Het is pijnlijk als je merkt dat ze niet weten waar het over gaat.”
jongens en meisjes. Dan ontstaat er een situatie dat iemand van een jaar of 24 de verantwoordelijkheid heeft voor een festival van 30.000 man. Toen ik die leeftijd had dacht ik ook ‘dat kan ik wel’. Met de kennis van nu heb ik een andere mening.”
Syan Schaap: “Het verschil is wel dat die 24-jarige nu een goede opleiding gevolgd kan hebben. Bij HBO’s zijn er bijvoorbeeld meer afstudeerrichtingen die aansluiten bij ons vak.”
Frank Hommes: “Het gebrek aan kennis heeft vaak ook te maken met het feit dat de mensen op bepaalde beslissingsposities te snel wisselen. Wij hebben in het verleden regelmatig meegemaakt dat je drie jaar lang met ervaren ambtenaren aan tafel zit en op een dag is dat een nieuw, onervaren persoon. Die heeft misschien wel een cursus BO gevolgd, maar operationele ervaring ontbreekt.”
Huibert van Os: “Dat is herkenbaar, maar ook hier vind ik dat we naar onszelf moeten kijken. Er is een aantal serieus grote organisaties dat na corona het productieteam ingewisseld heeft voor afgestudeerde
Bjorn Berkers: “Ik begrijp wat Huibert zegt. Als je een rijbewijs haalt, is het nog niet zo dat je goed auto kunt rijden.”
Syan Schaap: “Je hebt in ieder geval de basiskennis en geleerd hoe het werkt. Het risico is veel groter als je in een auto stapt zonder rijbewijs.”
Altwin Ponstein: “Het kennisdeel moet op peil en vooral up-to-date zijn. Ik hoor weleens verhalen dat een regelboek uit 1996 uit de kast wordt getrokken en dit als leidraad gebruikt wordt. Ten eerste is de inhoud daarin achterhaald. En ten tweede is het veel belangrijker om te luisteren naar de organisatoren. Zij hebben immers al jaren ervaring en weten precies wat wel en niet mogelijk is.”
'De echte uitdagingen komen van events die door vriendengroepen of vrijwilligers worden georganiseerd'
Geert Sijtzema: “Het is belangrijk om ambtenaren mee te nemen in wat wij doen. Dat gebeurt ook in onze branche. Zij moeten zich echter realiseren dat een dagje meelopen op een festival je geen expert maakt. Ik doe dit werk al 36 jaar en sta nog steeds iedere dag voor verrassingen. Er is niets zo dynamisch en wispelturig als een evenement.”
In plaats van te vragen om meer uniformiteit en wetten, is het belangrijker dat de branche zich richt op het opstellen van breed gedragen veiligheidsrichtlijnen.
Syan Schaap: “Wat we de afgelopen tien jaar zagen is dat iedere gemeente eigen regels heeft. Er is hard gewerkt om bijvoorbeeld uniformiteit in de brandveiligheidsregelgeving te krijgen. Daar is een wet uitgekomen, die voor meer dan verbetering heeft gezorgd. Er ontstonden discussies of deze regels wel van toepassing zou kunnen zijn binnen de bijzondere wereld van evenementen. Meer wetten zorgen dus niet per se voor uniformiteit, maar zeker wel voor meer discussiemomenten. Ik zie er meer in om per onderwerp te kijken naar duidelijke richtlijnen die ervoor zorgen dat je een goed en veilig event neer kunt zetten. In de medische sector is dat al gebeurd met de Veldnorm Evenementenzorg. Verschillende professionals uit dat vak hebben de handen ineen geslagen en kwamen met criteria hoe zorg op evenementen het beste ingestoken kan worden. Vervolgens zie je dat de overheid die richtlijnen overneemt.”
Altwin Ponstein: “Het manifest is aangeboden aan flink wat Kamerleden met de oproep om het te omarmen. Op die manier hopen we een situatie te krijgen waar alle regels in alle provincies gelijk zijn. Met de komst van het nieuwe kabinet hebben we de hoop dat iemand die handschoen oppakt en ermee aan de slag gaat. De VVEM is dan zeker een gesprekspartner.”
Huibert van Os: “Ik vind het moeilijk als het gaat over het dichttikken van zaken door middel van meer regels. Syan
Geert Sijtzema: “De VVEM heeft het manifest Evenement van de Toekomst gelanceerd. Daar staat heel veel in over uniformiteit van regelgeving. Dit is opgesteld door experts in de branche. Inmiddels is het zo dat de overheid ook weet dat dit soort initiatieven goed en doordacht zijn en gebruikt kunnen worden.”
en de mogelijkheid van omdenken om zo beter en misschien wel goedkoper te werken.”
Geert Sijtzema: “Als uniformiteit breed gedragen wordt in Nederland dan is dat voor iedereen in de branche beter. Kijk maar eens naar de verschillen in de vergunningsaanvraag tussen bijvoorbeeld Walibi in Dronten en het Go ertpark in Nijmegen.”
Syan Schaap: “Het is goed nieuws dat bij de update van de Landelijke Handreiking
'Veiligheid gaat niet alleen over het kijken naar de risico’s en die dan afdichten. Veiligheid gaat ook over het grotere plaatje'
geeft het voorbeeld van de Veldnorm Evenementenzorg. Misschien werkt dit goed, maar het zorgt er ook voor dat er niet meer gekeken kan worden naar nieuwe inzichten, initiatieven en creativiteit. Een andere manier van het kijken naar een probleem wordt op voorhand uitgesloten. Veiligheid gaat niet alleen over het kijken naar de risico’s en die dan afdichten. Veiligheid gaat ook over het grotere plaatje
Evenementenveiligheid de Nederlandse Vereniging Gemeenten (VNG) eindelijk is aangesloten. Nadat het proceskadergeüpdatet is, hoop ik dat ze doorpakken. Bij de NVG ontstaat er dan een document evenementveiligheid en de kans is groter dat er ook wordt nagedacht over wat daar nog meer onder kan vallen. Bijvoorbeeld uniformeren van vergunningsaanvragen of a-b-c-categorisering.”
Zelfregulering werkt alleen als de branche durft te sanctioneren. Zonder consequenties blijft het bij goede bedoelingen.
Geert Sijtzema: “Ik krijg kippenvel bij de woorden zelfregulering en sancties. In de Belgische beveiligingsmarkt is dit al het geval. Daar word je gecontroleerd door iemand van de overheid en een concullega. Ik denk dat daar altijd een stuk broodnijd bij komt kijken. De vraag die je daar vaak hoort is: hoe integer zijn de mensen die gaan controleren, laat staan sanctioneren? Het is goed dat de branche met regels komt, maar zelf ook sanctioneren lijkt me geen goed idee. Dat is toch een taak die ligt bij de overheid en politie.”
Bjorn Berkers: “Stel je een situatie voor waar er uniforme richtlijnen zijn en er is een bedrijf dat deze steevast overtreedt. Wat moet daar dan als sanctie tegenover staan?”
Belgische situatie hebben die geschetst werden door Geert, maar wel iets optuigen waar iedereen achter staat. Je kunt bijvoorbeeld zeggen onder welke voorwaarden je een evenement kunt laten controleren door een private partij. Zij leveren uiteindelijk een rapport bij de burgemeester en hij of zij beslist of er een sanctie komt.”
Wilbert Stam: “Speelt de branchevereniging hier geen rol in? Ik ga ervan uit dat er alleen gerenommeerde bedrijven zijn aangesloten?
Huibert van Os: “De vergunning intrekken is een goede eerste stap en als je die niet hebt, die van de organisator.”
Wilbert Stam: “Daar zitten wel wat haken en ogen aan. Op papier staat bijvoorbeeld dat een medisch manager moet controleren of de EHBO de juiste competenties heeft. Een organisatie wordt niet gecheckt, maar toeleveranciers wel.”
Bjorn Berkers: “De belangrijkste vraag is wie gaat beslissen wat de gevolgen zijn bij overtreding en hoe serieus die zijn.”
Frank Hommes: “In een gemeentelijke omgeving zou dat de handhaving moeten zijn. De stelling beweert overigens dat we een gebrek hebben aan consequenties. Ik vraag me af of dit zo is.”
Altwin Ponstein: “Als je bij een branchevereniging wilt aansluiten dan gelden er natuurlijk regels en criteria. Je wilt immers laten zien dat je het werk serieus neemt en er verantwoordelijkheid voor wilt dragen. Als het fundament goed is dan weet je als organisator dat als je met een aangesloten bedrijf in zee gaat, je geen zorgen hoeft te maken als het bijvoorbeeld gaat om regels.”
Bjorn Berkers: “Is het mogelijk dat als je niet voldoet aan de kwaliteitseisen en richtlijnen van de VVEM je uit de club wordt gegooid? Dat is toch ook sanctioneren?
Frank Hommes: “Zou je dat als een rol zien voor de VVEM, Altwin?”
Syan Schaap: “De uitdaging is dat er niemand buiten de branche is die de benodigde multidisciplinaire kennis heeft om het hele plaatje te kunnen overzien. Hierdoor ontstaat er een kans voor de industrie om te kijken naar private controles. We moeten niet de
Altwin Ponstein: “We kunnen dat zeker onderzoeken, maar onze werkzaamheden zijn voor en door de leden. Er moet een breed draagvlak zijn. Binnen zo’n situatie moet alles goed uitgewerkt worden door het bestuur, de partners en de leden. Er gebeurt in dat soort situaties natuurlijk heel veel op een postzegel. Het is dus essentieel dat het breed gedragen moet worden. Daarin ligt ook gelijk het gevaar. We hebben heel veel expertise en moeten dan iets specifieks checken.”
Technologie en data-analyse worden te weinig ingezet om risico’s in real-time te monitoren.
Bjorn Berkers: “Het wordt niet te weinig ingezet, maar het zou beter zijn als dat nog meer gebeurt.”
Frank Hommes: “Klopt en tegelijk denk ik dat onze industrie op dat gebied vooroploopt.”
Wilbert Stam: “Veel organisaties moeten inderdaad meer gebruik maken van technologie. Tijdens Festivak hebben we het uitgebreid over data-analyse gehad en hoe dit nog niet voor de volle 100 procent betrouwbaar is. De vraag is hoe ver een organisatie wil gaan om dit te verbeteren. Laat ik een voorbeeld geven. Bezoekers tellen op een plein. Dat kun je goed doen via de ingang, maar er is altijd een foutmarge. De uiteindelijke vraag is wat gemeenten en organisaties willen weten en wat ze met de cijfers gaan doen.”
gaan draaien. Waardoor je drie producties in een aan het doen bent.”
Syan Schaap: “Sinds het drama op Solid Grooves is in Amsterdam het tellen van bezoekers bij een evenement verplicht. Organisatoren moeten op ieder moment kunnen aangeven hoeveel bezoekers binnen zijn.”
Geert Sijtzema: “Wij zijn een groot voorstander van technologie, maar dan moet het wel waterdicht zijn. Als we het inzetten dan is het meer als extra paar ogen dan als dataverzameling. Het waarnemend oog is vaak nog steeds beter dan technologie. Met camera’s houden we zaken als publiekstromen, loopsnelheden en publieksdichtheid bij. Ik ben wel van mening dat organisatoren daarvoor standaard meer budget vrij moeten maken.”
Syan Schaap: “De gesprekken over het gebruik van technologie en de juridische kaders daar omheen worden vaak gevoerd binnen de verschillende stakeholders Tijdens de Vierdaagse Feesten in Nijmegen zijn er enorme discussies geweest tussen organisatie, gemeente en politie. De insteek was of je camera’s überhaupt zou mogen gebruiken en hoe. Alles is mogelijk en het is ook juridisch netjes te regelen, maar dan moet de politie daar wel aan mee willen werken en de meerwaarde ervan inzien. Afgelopen jaar speelde deze discussie onder meer in Oost-Nederland, waar de politie alle camerabeelden uitkijkt in een speciale ruimte in Apeldoorn. Als je goede afspraken weet te maken over het samen bekijken van de beelden, ontstaat er een gemeenschappelijk beeld van wat er gebeurt in een stad en kunnen organisatoren veel beter hun regierol pakken.”
Wilbert Stam: “Inderdaad. Beveiligers moeten dit meenemen in hun planvorming voor een event. Camera’s zijn ook een goede manier waarop je essentiële diensten als EHBO of beveiliging kan aansturen. Je hebt overzicht over een hele situatie.”
Huibert van Os: “Er zijn dan wel flinke uitdagingen. Bijvoorbeeld: wie bepaalt waar de camera’s worden geplaatst? Vanuit een veiligheidsperspectief zal dat een andere plek zijn dan van uit het perspectief van veiligheidscoördinatie. Het is daarnaast gevaarlijk dat als er geen centrale plek is waar handhaving, beveiliging en politie bij elkaar zit, zij allemaal een eigen agenda
Wilbert Stam: “Wat je nog steeds ziet is dat onze camera’s vaak letterlijk onder die van de politie hangen. Om beelden via de politie te krijgen is het vaak moeilijk en tijdrovend. Zeker als dit via de toezichtruimte in Apeldoorn moet.”
Syan Schaap: “Diegene die de beelden daar uitleest heeft natuurlijk geen gevoel van de sfeer tijdens het evenement. Na constatering van iets moet hij in woorden over gaan brengen wat er gezien is. Aan de andere kant van de lijn moeten die woorden dan weer geïnterpreteerd worden. Er is geen gemeenschappelijk beeld.”
Geert Sijtzema ISA Security
Wilbert Stam: “Wel een goede zaak is dat je steeds vaker vanuit Apeldoorn het verzoek krijgt om jouw beelden te delen. Die gebruiken ze dan bij opschaling van bijvoorbeeld ME als het echt uit de hand dreigt te lopen.”
Frank Hommes: “Terugkomend op de stelling. Ik denk dat dit bij kleinere events zeker het geval is. De overlegstructuur bij grotere events is vaak uitgebreider. Datadeling bij digitale of handmatige tellingen wordt daar, naar mijn mening, goed gedaan. Door samen te werken heb je snel data voorhanden en weet je wat je daarmee kunt doen.”
Altwin Ponstein VVEM
Bjorn Berkers CREATE!
Huibert van Os DutchBase Security
VAN LINKS NAAR RECHTS: WILBERT STAM, ALTWIN PONSTEIN, BJORN BERKERS, HUIBERT VAN OS, FRANK HOMMES, GEERT SIJTZEMA EN SYAN SCHAAP
Bjorn Berkers: “Na een incident sluit iedereen de hekken en de boeken omdat de angst er is dat hun incident gebruikt wordt als voorbeeld van hoe het niet moet. Het zou beter zijn als er een dialoog tussen verschillende partijen ontstaat die als doel heeft ervoor te zorgen dat het niet nog een keer op die manier kan gebeuren. Dat is veel beter dan weer nieuwe regels.”
ment van de brand bij Parookaville aan het opbouwen en nog geen dag later hadden we een extra controle of we eigen piepschuim hadden gebruikt.”
Geert Sijtzema: “In Nederland heeft een incident daadwerkelijk geleid tot nieuwe regelgeving en veranderingen in het proces. Dat waren de strandrellen van 2009 in Hoek van Holland.”
Incidenten leiden tot meer regels, maar zelden tot een structurele betere samenwerking of kennisuitwisseling.
Frank Hommes: “Belangrijk hier is de realisatie dat niemand in de branche het wiel heeft uitgevonden. In de regel doen we allemaal hetzelfde, maar dan net ietsje anders. Je geeft dus niet echt een uniek kijkje in je keuken.”
Geert Sijtzema: “Er kunnen ook andere dingen meespelen om niets te delen. Ik weet het niet zeker, maar bij de Tomorrowland brand kan het ook te maken hebben met een zeer grote juridische claim. Als dat geregeld is, verwacht ik wel dat leermomenten gedeeld gaan worden.”
Syan Schaap: “Een bekend voorbeeld waar ook niet over gesproken werd was het drama bij Astroworld. In totaal overleden daar 12 mensen. De reden voor het stilzwijgen had alles te maken met de juridische nasleep. Een rechter heeft zelfs een uitspraak gedaan dat niemand daarover mocht praten.”
Syan Schaap: “Daar moet de brand in de Volendamse kroeg Het Hemeltje ook bij genoemd worden. Dat drama heeft ook bijgedragen aan nieuwe regels over brandveiligheid.”
Huibert van Os: “Ik zie vooral dat incidenten bij een evenement vaak snel en intern worden opgelost. Het liefste wil je snel na het evenement zitten met alle betrokkenen om er voor te zorgen dat dit volgend jaar niet weer gebeurt. De realiteit is echter dat dit in veel gevallen pas gebeurt bij de voorbespreking van de nieuwe editie. Dat heeft natuurlijk met budget en volle agenda’s te maken.”
Huibert van Os: “Het vermogen om je bedrijf te onderscheiden is beperkt, maar iedereen heeft natuurlijk wel zijn eigen unieke haakjes. Als ik eerlijk ben dan vind ik het helemaal niet gek als je zegt ‘doe maar even niet’. De kans is groot dat dit aan je bedrijf blijft kleven. Zeker bij een jong bedrijf dat niet de ervaring in huis heeft van de mensen die hier aan tafel zitten.”
Bjorn Berkers: “De redenen kunnen legitiem zijn maar de werkelijkheid is dat volgend jaar eenzelfde incident ergens anders kan plaatsvinden. Bij meer openheid vindt die misschien niet plaats. Op meer regels zit niemand te wachten. Wij waren op het mo-
Moderator: “Als ik advocaat van de duivel mag spelen. Jullie organiseren een evenement en daar gaat iets gigantisch mis. Deel je dan alle learnings met de hele branche? Ga je met de billen bloot, ook richting je concurrentie?”
Geert Sijzema: “Als ze dat juist wel doen ontstaat er de mogelijkheid voor hen om er ook iets van te leren. Als het incident niet direct verwijtbaar is zie ik het probleem niet.”
Altwin Ponstein: “Vanuit de VVEM hebben we ieder jaar verschillende sessies en workshops. Een van de drukbezochte is De Zomer Van. Hier hebben we het uitgebreid gehad over voorbeelden waar iets misging. Niet om een organisatie te fileren, maar om de achtergronden te analyseren en er zo iets van te leren.”
'Misschien is het ook handig om als specifieke toeleveranciers van tijd tot tijd de koppen bij elkaar te steken'
Syan Schaap: “De brancheorganisatie is daarvoor een perfect vehicle, maar alles zit daar bij elkaar. Dat kan er voor zorgen dat er verschillende belangen zijn. Het een hoeft het ander niet uit te sluiten, maar misschien is het ook handig om als specifieke toeleveranciers van tijd tot tijd de koppen bij elkaar te steken.”
Met het gebrek aan politiecapaciteit en de doorstroming in functies bij alle overheidsdisciplines, is het onvermijdelijk dat er vroeg of laat iets ernstigs gebeurt.
Geert Sijtzema: “Ik denk dat het wel meevalt. Bij een gebrek aan politiecapaciteit is het natuurlijk onvermijdelijk dat er ernstige incidenten gaan gebeuren. Dan heb je het vooral over voetbal en demonstraties. Maar de politie doet op een groot evenement eigenlijk niet heel veel uitvoerend.”
Syan Schaap: “Je neemt nu een afgebakend festivalterrein als referentiekader. Er zijn natuurlijk ook events als kermissen en jaarmarkten. Daar voert de politie wel veel uit.”
Wilbert Stam: “Op de Vierdaagse Feesten lopen gelijktijdig 200 man politie rond.”
Syan Schaap: “In de zone buiten het eventterrein houden de bevoegdheden van een eventbeveiliger op, daar heb je politie bij nodig. Als daar iets gebeurt dan is snel schakelen belangrijk. Je moet agenten daar tijdig bij kunnen betrekken. De politie is ook daar vaak niet meer aanwezig. Dat kan verstrekkende gevolgen hebben. Zo werd er dit jaar bij het Bevrijdingsfestival in Wageningen een optreden van Roxy Dekker vanuit de eerdergenoemde zone bestormd. De beveiliging signaleerde iets, maar er was op die plek geen politie. Tijdens DelfSail hing het centrum van Delfzijl vol met privaatrechtelijke camera’s en werd deze plek benoemd als een groot evenemententerrein. De enige reden daarvoor was dat de politie er dan niet heen hoefde bij ongeregeldheden. Burgers werden de hele week gefilmd omdat de politie daar niet wilde zijn. Daar mag je best wel wat van vinden.”
weten wat wel en niet mag. We hebben het in het verleden meegemaakt dat een beveiliger een groep wegstuurde net buiten het festivalterrein. Dat mocht helemaal niet want dat was openbare ruimte. Wij hebben vorig jaar een handleiding gemaakt voor organisatoren. Hierin wordt duidelijk uitgelegd wat je positie is, wat juridisch gezien mag en wanneer je de politie erbij moet halen. Dat is belangrijk want als je in een situatie verkeerd reageert zou je daar zelf ook last van kunnen krijgen.”
Geert Sijtzema: “Aan de voorkant is er natuurlijk overleg. Onlangs hadden we shows van Kneecap in AFAS Live en een Joodse komediant in Meervaart in Amsterdam. Dan wordt er tevoren met de overheid, diensten en evenementen coördinator gesproken. Wat kan er gebeuren en wat gaan wij doen om te garanderen dat het publiek veilig blijft. In het geval van Meervaart hebben we gekozen voor 32 beveiligers. Normaal heb je voor een comedyshow drie of vier mensen nodig. Overigens deelde en erkende de rechterhand van de burgemeester onze veiligheidszorgen niet. Ik heb toen gezegd ‘wij regelen binnen, jullie zijn verantwoordelijk voor buiten’. Voor het event sprak ik met de politie en die vertelde me dat ze maar drie agenten voor die dagen beschikbaar hadden.”
Syan Schaap: “Het gevaar zit bij de zogeheten open evenementen waar het publiek geen tickets voor hoeft te kopen. Door een gebrek aan politiecapaciteit is de kans groot dat daar meer incidenten gaan voorkomen.”
Geert Sijtzema: “Mijn ervaring is dat agenten helemaal niet aanwezig willen zijn bij evenementen. Wel om te kijken, maar liever niet om op te treden. De werkzaamheden zoals overdragen van incidentveroorzakers vinden ze vervelend. Je ziet al jaren dat ze een terugtrekkende beweging maken.”
Syan Schaap: “Je moet tegenwoordig als organisator nog meer
Huibert van Os: “Meer politie voorkomt niet per definitie dat een situatie kan escaleren. Dat risico blijft altijd bestaan door uiteenlopende factoren. Als beveiligingsprofessional moet je daarom extra alert zijn, vroegtijdige signalen herkennen en direct kunnen schakelen op basis van parate kennis en ervaring zodra er een dreiging ontstaat.”
Wilbert Stam: “Dat klopt, als organisatie en beveiliging kun je veel zelf afvangen, zonder dat je daarvoor de politie nodig hebt.” ◾
DOOR: EDGAR
KRUIZE
Een concert, festival of ander (groot) publieksevenement organiseren blijft niet alleen financieel, maar ook vergunningstechnisch een uitdaging. Zeker als het een reizend evenement betreft dat meerdere Nederlandse gemeentes aandoet. Regels die in de ene gemeente gelden, voldoen in een andere niet. Eerder dit jaar riep de Vereniging van Evenementenmakers in een manifest op om hier voor de toekomst – en de daaraan gekoppelde bestendigheid van evenementen – meer eenduidigheid in te krijgen. Zodat in het hele land dezelfde eisen aan organisatoren en toeleveranciers worden gesteld en dat overheden landelijk dezelfde rechten en plichten hebben met betrekking tot evenementen.
Gelijker speelveld
Vanuit België klinkt echter de oproep om die eenduidigheid in heel Europa te realiseren. En dat lijkt een logische vraag voor een gelijker speelveld, want wie een festival of grootschalig publieksevenement wil organiseren in België, heeft te maken met een nog grotere wirwar aan regels dan Nederlandse organisatoren. Zowel in België als in Nederland zijn – uiteraard –vergunningen verplicht voor het houden van concerten, maar de procedures en eisen verschillen aanzienlijk tussen beide landen. Al is het alleen al in de aanvraagen doorlooptijd tijd die nodig is voor het verkrijgen van een evenementenvergunning, het verschil per stad of gemeente of
Belangrijke verschillen op het gebied van evenementenvergunningen tussen België en Nederland
Nederland en België hebben een rijke festival- en evenementencultuur. Als buurlanden zou je daarbij ook vergelijkbare regelgeving verwachten, om zo eenvoudig festivalconcepten over en weer te kunnen organiseren. Waar dat in Nederlandse gemeenten over en weer al niet altijd even makkelijk is, blijkt dat over de grens nog sterker het geval.
zelfs tussen Vlaanderen en Wallonië, kan in de maanden lopen. Maar het kan ook over een basaal iets als het aantal toegestane bezoekers per vierkante meter op een terrein of het geluidsniveau bijvoorbeeld. In Nederland wordt er continu over een ideaal geluidsniveau gepraat en het beschermen van het gehoor van medewerkers en bezoekers, maar hier gelden wel landelijk dezelfde regels, geborgd in het Convenant Preventie Gehoorschade Versterkte Muziek (zie ook het I Love My Ears-interview op pagina 30). In België echter geldt per gemeente een andere norm/limiet.
Dialoog
» Decentralisatie versus centralisatie: België kent een sterk gedecentraliseerde aanpak, waardoor eisen en procedures per gemeente kunnen verschillen. In Nederland is er meer uniformiteit en landelijke afstemming.
» Administratieve lasten: De Belgische procedures zijn doorgaans omslachtiger en vragen meer papierwerk, mede door de verschillende bestuurslagen en bijkomende vergunningen. In Nederland is het aanvraagproces gestroomlijnder en vaak digitaal.
» Termijnen: In Nederland zijn de termijnen voor aanvraag en beoordeling duidelijk vastgelegd. In België kunnen deze per gemeente verschillen en soms langer duren, afhankelijk van de lokale besluitvorming.
» Veiligheidsplannen: Beide landen stellen hoge eisen aan veiligheid, maar in België zijn de vereiste documenten vaak uitgebreider en moeten ze aan strengere normen voldoen.
» Alcohol en horeca: In België zijn aparte vergunningen voor het schenken van alcohol en het aanbieden van voedsel sneller vereist dan in Nederland, waar dit vaak onder de evenementenvergunning valt mits aan bepaalde voorwaarden is voldaan.
Tegenover de VRT vergeleek organisator Marcus Deblaere van Busker de regelgeving van het Vlaams Reglement op de Milieuvergunningen met kluwen, waardoor je als organisator die op verschillende plekken organiseert continu de dialoog aan met met de optredende artiesten. “Voor geluidstechnici is dat soms ook raar”, aldus Deblaere. “Als je op verschillende festivals maar tot een andere limiet mag gaan, moet je dat als organisator uitleggen. Op het ene festival mogen ze tot die limiet gaan, op het andere festival of indoorevent mogen ze maar tot die limiet gaan. Het is zeer belangrijk dat de oren van het publiek beschermd worden, maar het zou wel fijn zijn mochten het overal zeer duidelijk dezelfde normen zijn.”
Extra vergunningen België kent een relatief complex vergunningenstelsel. Dit stelsel is sterk gefragmenteerd door de federale staatsstructuur en de bevoegdheden die zijn verdeeld over gewesten, gemeenschappen, provincies en gemeenten. Voor concerten en/of festivals zijn doorgaans de gemeenten bevoegd, maar afhankelijk van de locatie, het type concert en de verwachte bezoekersaantallen kunnen ook provinciale of gewestelijke instanties betrokken zijn. Een gemeente kan regels opleggen, maar deze kunnen niet ingaan tegen regels van hogere overheden.
wat Kafkaëske administratieve rompslomp ontstaan rond de plaatsing van zelftapmachines. Bier mag beneden de 18 jaar niet worden verkocht. Maar zelfs op evenementen waar geen bezoekers van onder de 18 waren toegestaan, bleek het verkrijgen van een vergunning voor zelftapmachines met het oog op die ‘niet te controleren’ leeftijdsgrens een heel lastige discussie.
Nederland heeft daarentegen een meer gecentraliseerd en gestandaardiseerd vergunningenbeleid dan België. De meeste
nadruk ligt op overleg en transparantie. Er heerst op dat gebied dan ook met regelmaat een cultuurverschil. In België zijn de procedures vaak minder transparant en moeten organisatoren rekening houden met lokale gevoeligheden of het al dan niet hebben van persoonlijke contacten bij het (gemeente)bestuur. In Nederland verlopen procedures doorgaans duidelijker, met minder ruimte voor willekeur omdat regels – ook al kunnen deze verschillen per gemeente – doorgaans goed omschreven zijn.
Oneerlijke concurrentie
'In België zijn de procedures vaak minder transparant en moeten organisatoren rekening houden met lokale gevoeligheden'
De meest voorkomende vergunning voor een concert is de ‘evenementenvergunning’ of ‘toelating voor een publiek evenement’. Wie voor het eerst een evenement organiseert, kan op de website ikorganiseer.be een gids in het landschap vinden. In bepaalde gevallen zijn extra vergunningen vereist, bijvoorbeeld voor het plaatsen van tijdelijke constructies, zoals een tent of podium, het afsteken van vuurwerk of het schenken van alcohol. Wat betreft dat laatste zag je afgelopen zomer bijvoorbeeld her en der
concerten en festivals vallen onder de 'evenementenvergunning', die wordt afgegeven door de gemeente waar het evenement plaatsvindt en veel van bovengenoemde zaken zijn daar al in meegenomen. De aanvraagprocedure is – ook al zijn er duidelijk verschillen – in heel Nederland redelijk uniform. De Nederlandse aanpak op het gebied van vergunningen is ondanks de verschillen die er in diverse gemeenten zijn doorgaans wel pragmatisch en gericht op het voorkomen van problemen, waarbij de
Zowel in België als in Nederland wordt gewerkt aan de vereenvoudiging van de vergunningsprocedures. Maar je ziet in het evenementenlandschap ook steeds meer bezoekers door heel Europa festivals bezoeken en dat maakt dat de concurrentie aan alle kanten aanzienlijk groter wordt. In de podcast De Popcast stelde Herman Schueremans van Rock Werchter eerder dit jaar dat hij het liefst zou zien dat de regels rondom (het verkrijgen van) evenementvergunningen in heel Europa ongeveer hetzelfde zouden zijn. “Het enige wat ik zou vragen aan de overheid is dat men in België niet meer wetgeving oplegt dan in andere landen. Eigenlijk zouden die normen allemaal gelijk moeten zijn. Er moet daardoor vooral geen oneerlijke concurrentie ontstaan. Men zou erop moeten letten dat we samen sterk zijn in Europa.” ◾
Evenementenorganisatoren staan voor steeds grotere uitdagingen op het gebied van veiligheid. Minder politie, strengere eisen en een groeiende behoefte aan een proportionele aanpak bij overlast. SODA en SCOPED hebben de krachten gebundeld in de ontwikkeling van een nieuwe, preventieve aanpak. Onder de naam ThinkTwice is er afgelopen seizoen een pilot gedraaid op elf outdoorevenementen.
ThinkTwice is een aanpak waarbij bezoekers kunnen worden aangesproken op ongewenst gedrag zonder tussenkomst van politie of justitie. Het is geschikt voor elk event, van een groot dance-event tot de lokale wielerronde. De ThinkTwice-afhandeling is breed toepasbaar en richt zich niet op één type overtreding. De basis is het huisreglement, waarin regels staan over bijvoorbeeld het illegaal betreden van het terrein, roken in een tent, het gebruik van flares en het bezit van verdovende middelen. Door na overtreding direct in gesprek te gaan met bezoekers en duidelijk uitleg te geven over de afspraken, de risico’s en consequenties, wordt er ingezet op gedragsverandering. Om bewustwording kracht bij te zetten, kan ThinkTwice bij een overtreding een boete opleggen aan de bezoeker. Het gaat hier om een
Over ThinkTwice
ThinkTwice is een gezamenlijk initiatief van SCOPED en SODA. SCOPED heeft jarenlange ervaring in de evenementenbranche op het gebied van kwaliteitsaudits, crowdcontrol en fraudezaken. SCOPED begeleidt de afhandeling tijdens het evenement. SODA ontwikkelt innovatieve oplossingen op het snijvlak van civiel- en strafrecht en verzorgt de (financiële) afhandeling met de bezoeker. Meer informatie over ThinkTwice is te vinden op thinktwice.events.
civielrechtelijke afhandeling via een boetebeding dat opgenomen is in de huisregels. Dit geeft organisatoren de ruimte om bij een lichte overtreding een duidelijk signaal af te geven zonder dat dit vergaande gevolgen heeft voor de bezoeker. Dit betekent dat politie en justitie alleen nog ingeschakeld worden bij excessen.
Samen met de driehoek
Voor elk evenement maken gemeente, Openbaar Ministerie en politie samen met de organisatie duidelijke afspraken over het veiligheidsbeleid. ThinkTwice heeft hierin een adviserende rol en volgt het vastgestelde beleid. De boetebedragen lopen uiteen van 150 euro voor roken of vapen waar dat niet mag, tot 350 euro voor drugsbezit. De boetebedragen sluiten aan bij de richtlijnen van het Openbaar Ministerie.
Vriendelijk en eerlijk
“Uit onze pilot blijkt dat organisatoren behoefte hebben aan een vriendelijke manier om overtredingen af te handelen,” vertelt John van der Elst, operationeel directeur bij SODA. “Strengere veiligheidseisen vragen om meer aandacht en extra investeringen in preventie. Daarbij is het cruciaal dat deze maatregelen de beleving van het evenement niet beperken, maar juist versterken. ThinkTwice biedt een transparante aanpak en geeft beveiligers meer daadkracht. Zij kunnen optreden in plaats van alleen waarschuwen. Voor bezoekers is het ook prettig, want een lichte overtreding heeft geen vergaande gevolgen voor bijvoorbeeld een VOG of
thousiasme ook kritische geluiden. Gaat er ‘gejaagd’ worden op overtredingen, is het een verdienmodel en hoe reageren bezoekers? “Het is goed om te weten dat de aanwezige beveiliger de overtreding waarneemt en de bezoeker aanspreekt”, vertelt Dennis Maaijen, mede-eigenaar van SCOPED. “Daarna draagt de beveiliger de bezoeker over aan ThinkTwice die de afhandeling overneemt. Als we een gast uitleggen dat de huisregels er zijn voor de veiligheid van bezoekers en de organisatie, merk je vaak dat daar niet bij stilgestaan is. Dit gesprek is dan ook belangrijk voor de bewustwording bij de bezoeker. Een sigaretje roken in een tent lijkt onschuldig, maar het veroorzaakt overlast voor anderen
wijze van ThinkTwice. We zien dit ook terug in de betalingsbereidheid. De pilotdata laat zien dat bijna 75% het boetebedrag direct betaald heeft. Wie niet direct kon of wilde betalen, kreeg de gelegenheid de betaling achteraf te regelen. De kosten voor de aanpak worden door het evenement gedekt. Het aantal afgehandelde incidenten is dus geen prikkel voor ThinkTwice, waardoor de integriteit van de aanpak beschermd wordt.”
strafblad. Deze milde afhandeling past bij een branche waarin de bezoekersbeleving op één staat. Organisatoren ontvangen bovendien een compensatie voor de kosten van extra veiligheidsmaatregelen waarin zij moeten investeren.”
Kritische geluiden vs. de praktijk ThinkTwice werd afgelopen seizoen ingezet bij elf evenementen, waaronder SAIL, Dominator Festival, de Formule 1 en Supersized Kingsday. Verschillende evenementen met verschillende typen bezoekers. Tijdens de pilot zijn er 300 bezoekers aangesproken; daarvan werden 250 overtredingen afgehandeld door ThinkTwice. Bij de start van de pilot waren er naast en-
“Na een succesvolle pilot werken we al aan het vervolg,” geeft Van der Elst aan. “Komend seizoen onderzoeken we preventie-initiatieven met SKIP (drugspreventie)
'Het doel van ThinkTwice is niet om boetes op te leggen, maar bewustwording te creëren'
en het kan de organisatie een flinke boete opleveren. ThinkTwice besteedt ook veel aandacht aan het uitleggen van de rechten en plichten, want een boetebeding is voor veel bezoekers nog onbekend. Het doel van ThinkTwice is niet om boetes op te leggen, maar bewustwording te creëren, waardoor de kans op herhaling kleiner wordt. Door het gesprek aan te gaan, merk je dat er ook meer begrip is voor de werk-
en HALT (voor minderjarigen) om het preventieve karakter verder te versterken. Daarnaast gaat ThinkTwice zich ook richten op kleinere evenementen. Ook die hebben behoefte aan dezelfde tools om aan regelgeving te voldoen en overlast preventief aan te pakken. Juist die kleine, lokale evenementen, die vanuit een gemeenschap zijn opgezet, hebben hier behoefte aan”. ◾
Van een klein verzekeringskantoor groeide No Risk uit tot een gespecialiseerde speler in de film-, entertainment- en evenementenwereld. Buiten Nederland neemt de vraag naar dit soort specialistische ondersteuning eveneens toe.
DOOR: PIERRE OITMANN
Het is inmiddels vijftien jaar geleden dat Maarten van Denderen No Risk oprichtte. Sindsdien heeft het bedrijf zich ontwikkeld tot verzekeringsmakelaar voor de film-, entertainment- en evenementenwereld, met een duidelijke focus op risicomanagement en advies bij grotere events.
“We zagen dat er kennis en ervaring ontbrak,” zegt Brent Zaal, adviseur film- en evenementenverzekeringen bij No Risk.
“We waren ooit een algemene verzekeringsmakelaar, maar in 2020 hebben we
bewust gekozen om ons volledig te richten op deze branche. Sindsdien zijn we sterk gegroeid en mogen we nu onder meer de grootste pop- en dancefestivals tot onze cliënten klanten rekenen. Doordat onze aandacht volledig bij deze sector ligt, hebben we producten ontwikkeld die echt aansluiten bij de behoeften van klanten en snel meebewegen met wat de markt vraagt.”
Creatief, dynamisch en vernieuwend
Volgens Zaal is vooral de evenementenbranche een bijzondere uitdaging, omdat
die wereld voortdurend verandert. “Het is elk jaar anders,” zegt hij. “Dat maakt het werk juist zo interessant. Je werkt niet met standaardproducten die je simpelweg verlengt, maar je kijkt telkens opnieuw naar wat er nodig is. Het ene jaar staat er een extra kermisattractie, het volgende jaar wordt het terrein uitgebreid, verandert de ondergrond, staat er een grotere tent of wordt er met vuurwerk gewerkt. De variatie is enorm. Het is een creatieve en dynamische branche en dat vraagt van ons dat we zelf net zo flexibel zijn. Daarom ontwikkelen we onze producten zo dat ze meebewegen met die verandering.” Naast die dynamiek ziet hij dat ook de omstandigheden zelf veranderen. “We moeten steeds meer rekening houden met extreem weer, zoals zware neerslag, hittegolven en storm.”
Zaal ziet dat organisaties in de evenementenwereld de afgelopen jaren bewuster met risico’s en verzekeringen omgaan. “De advisering voorafgaand aan een evenement is een veel belangrijker onderdeel van de voorbereiding geworden,” vertelt hij. “Vroeger sloot men een aansprakelijkheidsverzekering en ging men ervan uit dat het daarmee geregeld was. Nu kijken we samen veel uitgebreider naar wat er gebouwd en gecreëerd wordt. Een nieuw decor, vuurwerkshows, licht- en geluidsinstallaties, dat zijn geen bijzaken maar ele-
de huurprijs op, terwijl je eigenlijk de vervangingswaarde van het materiaal moet verzekeren. De huurprijs ten opzichte van de vervangingsprijs ligt vele malen hoger. Wij zeggen altijd tegen die partijen: ‘Als je offertes opvraagt, zorg dan dat altijd de vervangingswaarde wordt doorgegeven.’
Bij een nieuwe organisatie zie je dat daar nog wel wat kennis of informatie ontbreekt om dat te begrijpen. Daar zijn wij dan de partij in die ze mee kan nemen in de risico's
'Doordat onze aandacht volledig bij deze sector ligt, hebben we producten ontwikkeld die echt aansluiten bij de klantbehoeften'
menten waar makers hun hart in leggen. Juist daarom is het belangrijk om vooraf goed te beoordelen welke risico’s daarbij komen kijken. Hoe zit het met de aansprakelijkheid wanneer je zo’n constructie neerzet en er gebeurt iets? Wie draagt welke verantwoordelijkheid en welk risico? Met de advisering vooraf ben je al bezig om mogelijke schade te beperken. Je merkt dat de professionaliteit in Nederland enorm is toegenomen. Organisatoren, toeleveranciers en alle andere betrokken partijen werken tegenwoordig op een bijzonder hoog niveau.”
Door die professionaliseringsslag van festivals ziet Zaal dat de vragen van organisatoren steeds specifieker worden. Anderzijds zijn er ook nog altijd dingen die door organisatoren over het hoofd worden gezien, maar waar No Risk wel op voorbereid is. “Wat ik nog vaak tegenkom is dat er bijvoorbeeld materiaal wordt ingehuurd en dat partijen zeggen: 'We willen het materiaal verzekeren.’ Maar dan geven ze
behoefte hebben aan gespecialiseerde ondersteuning. Dat geeft ons de ruimte om verder te groeien en onze aanpak ook buiten Nederland toe te passen,” zegt Zaal.
Kennis die internationaal werkt
No Risk telt inmiddels 25 medewerkers en is actief in zeven landen. Jaarlijks worden er meer dan 3.000 evenementenverzekeringen afgesloten. De werkwijze blijft overal hetzelfde: elk detail wordt vooraf doorgelicht. “Bij een evenement op een eiland kijk je bijvoorbeeld naar de afhankelijkheid van de pont. Is dat een risico? Wat betekent het voor je mobiliteitsplan als je moet annuleren? En welke alternatieven heb je om het evenement toch door te laten gaan?”
die ze lopen en ze te adviseren. We proberen onzekerheden weg te nemen en duidelijkheid te geven over wat het risico voor de organisator inhoudt.”
Specialisme over de grens
De sterke reputatie van Nederlandse festivals blijft ook buiten de landsgrenzen niet onopgemerkt. Daardoor ontstond in Europa een groeiende vraag naar dezelfde manier van verzekeren en adviseren. No Risk is inmiddels actief op meerdere Europese markten en verzekert een breed scala aan internationale events. “We merken dat organisatoren in heel Europa
Volgens Zaal wordt die specialistische blik in het buitenland steeds meer gewaardeerd. “In vijftien jaar tijd hebben we enorm veel ervaring opgebouwd. Doordat we ons volledig richten op de evenementenbranche, kunnen we vaak meer vertellen dan partijen voor wie dit slechts één van de disciplines is. Een belangrijk voordeel is dat we de Nederlandse verzekeringsmarkt slim kunnen koppelen aan de Engelse verzekeringsmarkt. Dat geeft ons de ruimte om voor elke klant een combinatie te maken van sterke voorwaarden, scherpe premies en oplossingen die echt passen bij de praktijk. Daardoor kunnen we deze aanpak steeds gemakkelijker in andere landen toepassen.”
DOOR: JEROEN VAN TRIERUM
Praat je met Frank Hommes over de huidige situatie in zijn werkveld, dan valt op een gegeven moment het woord ‘preventieparadox’. Lachend erkent hij dat dit woord door Arjan Lubach bedacht was in de corona-tijd. “Het heeft nu, misschien wel meer dan ooit, betrekking op ons werk”, aldus Hommes. “Hoe beter de preventie, hoe minder je die ziet. Als je veiligheid op orde hebt, denk je vaak: was dat allemaal nodig? Vooral als de van tevoren ingeschatte risico’s geen werkelijkheid werden. De vraag die volgt is: heb je een verkeerde inschatting gemaakt of werken de genomen maatregelen? Zodra je risico’s goed voor ogen hebt, is het mogelijk om plannen mee te laten veranderen en ontstaan er besparingsmogelijkheden. Die zijn nodig, want in onze branche zijn de kosten enorm gestegen. Niemand wil specifiek op veiligheid besparen, maar ik ben er zeker van dat je best kritisch naar ingezette maatregelen en het daarbij horende kostenplaatje mag kijken. Zeker met de kennis die je voorhanden hebt.”
ProBro helpt organisatoren daar graag mee op weg. Niet vanuit een onderbuikgevoel, maar met harde cijfers en data. “Al heel lang vangen we op verschillende momenten bij onze projecten data af. Zowel digitaal als handmatig. Hierdoor kunnen we bij een evaluatie of voorbespreking putten uit een jarenlange eigen informatiestroom. Een goed voorbeeld is hoe ProBro omgaat met zogenoemde Kiss & Ride-plekken. Wij weten dat het gebruik daarvan significant hoger is in Brabant dan in de Randstad, waar nacht-OV beter is geregeld. Door die kennis vooraf te verwerken, kun je bijvoorbeeld roosters verkorten of verschuiven, routes anders inrichten, communicatiemomenten beter timen en kosten reduceren zonder het systeem zwakker te maken. Alles loopt hierdoor nog beter en dat merkt de bezoeker ook. Niets is immers erger dan na een dure eindshow te lang op de parkeerplaats stil te staan om weg te gaan. Deze data gedreven aanpak zorgt er ook voor dat adviseurs en vergun-
Het is een realiteit waar festivalorganisatoren en toeleveranciers in leven: budgetdruk. Frank Hommes, eigenaar van ProBro, begrijpt dit, maar ziet bovenal kansen. “Je moet als toeleverancier anders werken en schakelen. Dat is niet altijd makkelijk, maar wel mogelijk. Vooral als je een goed beeld hebt van waar je wel maatregelen moet nemen en waar niet.”
ningsverleners graag met ons werken omdat er geen verassingen zijn.”
Samenwerking in een vroeg stadium
Plannen en data gaan bij ProBro hand in hand. Het bedrijf wil om risico’s uit te sluiten met een zo’n compleet mogelijk plaatje werken. Daarvoor maken zij ook gebruik van data over de normale verkeersituatie rondom de plek van het event. “We weten hierdoor niet alleen de piekmomenten, maar ook hoe het verkeersbeeld normaal is. Hierdoor kunnen we standaard verkeer dat normaal over deze route rijdt, vooraf gericht attenderen op mogelijke drukte of eigen festivalroutes over andere wegen laten gaan. Uiteindelijk is iedere festivalorganisator op zoek naar een efficiënt verkeersplan dat effectief alle risico’s afdekt. Daarom vinden we het belangrijk om samen in een vroeg stadium te kijken naar wat we hebben gedaan en wat we kunnen doen om alles nog beter, sneller en wellicht voordeliger in te schieten.” ◾
DOOR: CAS SPIERTZ
Terwijl ESI in 2025 weer een aantal interessante opdrachten uitvoerde, steeg het aantal opleidingen opnieuw. Daarmee werd een opvallende trend zichtbaar: een snelgroeiende groep beginners. “Mensen worden op een positie gezet waar veiligheid, vergunningverlening en regelgeving samenkomen, maar zonder dat ze de fundamenten kennen”, aldus Syan Schaap. “Dan is het fijn dat ze ons weten te vinden, zodat we het fundament kunnen leggen dat in organisaties soms ontbreekt. Het zijn vaak enthousiaste mensen. Maar ze hebben wel een complexe taak gekregen zonder de basiskennis die daarbij hoort.”
De Nederlandse live-entertainmentsector staat onder druk. De regeldruk groeit, gemeenten kampen met capaciteitsproblemen en uniformiteit in vergunnings- en veiligheidsprocessen ontbreekt. Volgens Syan Schaap, directeur en oprichter van het Event Safety Institute (ESI), is het tijd om samen als industrie te kijken hoe we in Nederland met evenementenveiligheid omgaan.
De jaarlijkse opleiding Coördinator Veiligheid en Vergunningen staat bol van medewerkers uit de evenementenbranche die leren welke vergunningen nodig zijn, welke plannen bij welk soort evenement horen en hoe zij op een professionele manier van start gaan. Syan Schaap: “Parallel daaraan bieden we leergangen voor gemeenten en adviserende diensten, gericht op proceskwaliteit. Wanneer overleg je met een organisator? Wanneer vraag je een veiligheidsplan? En vooral: wat is proportioneel?”
Zaanstad
In Zaanstad kregen evenementen enkele jaren geleden plotseling te maken met steeds strengere regels. De lokale politiek had eerst geen duidelijk beeld, maar organisatoren trokken aan de bel, waarna de gemeenteraad het oppakte. “Een inventarisatie liet zien dat een nieuwe, weinig ervaren groep vergunningverleners aanvragen kritisch afkeurde en extra voorwaarden stelde, gesteund door adviezen van diensten zonder voldoende evenementenkennis. Zo ontstond een patroon van oplopende eisen. Wij hebben toen samen met de gemeente de knelpunten in kaart gebracht en geholpen om terug te keren naar proportioneel beleid,” aldus Schaap.
De druppel voor kleine organisatoren
Capaciteitstekort
Tijdens deze leergangen ziet Schaap hoe zwaar de druk op gemeenten is. “Teams zeggen: we willen wel zorgvuldig werken, maar we hebben te weinig tijd. Dan wordt een risicoanalyse overgeslagen of vervalt een gepland overleg over een B-evenement. Terwijl een B-evenement soms een groot muziekfestival is met reële risico’s. Ik maak me daar soms wel zorgen over; ik begin me zo langzamerhand af te vragen of we werkelijk moeten wachten tot het volgende ongeluk...”
Het probleem raakt vooral de kleine en middelgrote evenementen. Een recent voorbeeld is het rockevenement Willems Wondere Weiland. De organisatie stopte nadat de eisen opnieuw werden verzwaard: van één naar twee beveiligers en verplichte windbelastingberekeningen voor een kleine toegangspoort. “Voor een gratis evenement van een vrijwilligersorganisatie is één extra beveiliger al een forse kostenpost. Opgeteld bij jaren van oplopende eisen was dat genoeg om te stoppen. Terwijl vaak die eisen te fors zijn, erg zonde van het evenement”, zegt Schaap.
Vier structurele oorzaken
Volgens Schaap zijn de problemen terug te voeren op vier fundamentele oorzaken.
1Te rigide wetgeving
“Met name de brandveiligheids- en beveiligingswetgeving sluit onvoldoende aan op evenementenpraktijk. Het Besluit
BGBOP schrijft afstandseisen en vuurlastberekeningen voor, zonder onderscheid tussen risicovolle en niet-risicovolle bouwsels. Ook in de beveiligingssector leiden trage en kostbare procedures ertoe dat inzet bij evenementen onnodig wordt bemoeilijkt. De discussie over het feit dat een beveiligerspas gekoppeld moet zijn aan het bedrijf dat je die dag inhuurt, is daar een voorbeeld van."
2Te weinig landelijke richtlijnen
Nederland kent nauwelijks uniforme richtlijnen voor crowdmanagement, medische inzet, beveiliging of productieveiligheid. Elke gemeente vult het zelf in, elke opleider ontwikkelt zijn eigen interpretatie.
“Zonder duidelijke richtlijnen ontstaat het gevaar dat iedereen zijn eigen regels verzint. Daardoor kom je nooit tot een ge-
zamenlijke opvatting over wat de juiste aanpak is of wat proportioneel beleid inhoudt. Aan de overheidskant zie je bovendien dat adviseurs vaak voor de meest veilige optie kiezen: liever te veel eisen dan wat redelijkerwijs past bij het evenement.”
Schaap vertelt dat we als land op dit punt het Verenigd Koninkrijk als voorbeeld zouden moeten nemen: daar zijn brancherichtlijnen door sector en overheid gezamenlijk opgesteld en breed gedragen. “In Nederland is de Veldnorm Evenementenzorg een positief precedent, maar voor andere domeinen ontbreekt zo’n breed geaccepteerde norm nog.”
aan structurele opleidingen
Er bestaat geen verplichte basisopleiding voor vergunningverleners, veiligheidsfunctionarissen of gemeentelijke
VK. “In het VK adviseren hulpdiensten via Safety Advisory Groups. De verantwoordelijkheid ligt bij de organisator. In Nederland is de neiging: de overheid moet overtuigd worden. Dat creëert een spel: wie goed schrijft krijgt een vergunning; wie goed organiseert maar minder goed schrijft, krijgt extra vragen.”
Oplossingen
toezichthouders. Alleen de politie kent een korte opleiding; bij brandweer en GGD ontbreekt die. Gemeentelijke ambtenaren volgen opleidingen alleen op eigen initiatief, omdat er geen verplichting is.
En ook voor organisatoren bestaat er geen minimaal kennisniveau om een evenement te organiseren. “Als een organisator niet weet wat standaard in een plan moet staan, wordt een plan geschreven op basis van vragen van de gemeente, niet op basis van eigen kennis,” legt Schaap uit. “En aan de overheidskant ontbreekt vaak het vermogen om te herkennen wat er niet in het plan staat.”
4Een
Schaap pleit voor drie grote stappen om de huidige knelpunten in de sector structureel aan te pakken. Allereerst moeten er landelijke richtlijnen komen die in samenwerking met de branche worden ontwikkeld. “De uitgestoken hand ligt er. We moeten gezamenlijk definiëren wat proportioneel en professioneel is. Of het nu gaat om crowdmanagement, arbo, productie of beveiliging.”
cultuur gericht op controle in plaats van advisering
Volgens Schaap ligt hier een fundamenteel cultuurverschil tussen Nederland en het
Daarnaast wil het ESI de knelpunten objectief in kaart brengen. Het instituut verzamelt actief data en onderzoekt momenteel de oplopende regeldruk in Nederland. Tijdens het volgende ESIcongres gaat een bestuurlijk panel met wethouders en burgemeesters in op de oorzaken en gevolgen. “We willen onderbouwen waar het wringt, zodat oplossingen niet op intuïtie maar op feiten worden gebouwd.”
Wanneer deze landelijke richtlijnen er zijn, of wanneer deelgebieden daarin vooroplopen, zal ESI ze vertalen naar professionele opleidingen. “We zijn bij uitstek het instituut om opleidingen aan te bieden voor professionals die al in het werkveld actief zijn en zich verder willen bijscholen en ontwikkelen. Tegelijkertijd willen we de samenwerking met mbo’s en hbo’s versterken om toekomstige eventprofessionals beter voor te bereiden.” ◾
'Een goed veiligheidsplan is één ding, maar overzicht houden tijdens het evenement is minstens zo belangrijk' “
In een tijd waarin evenementen steeds complexer worden en de veiligheidsdruk blijft toenemen, is realtime overzicht onmisbaar. Het daadwerkelijk behouden van overzicht tijdens een evenement bepaalt of een terrein beheersbaar en veilig blijft. Dat is precies waar EventCams zich in onderscheidt. Eigenaar Wilbert Stam: “Wij zorgen dat organisatoren het overzicht behouden - dat is waar het om draait.”
Of het nu gaat om een bruisend stadsfestival, een dorps of tentfeest of een meerdaags dance-evenement: veiligheid staat altijd bovenaan. Een goed veiligheidsplan is één ding, maar overzicht houden tijdens het evenement is minstens zo belangrijk”, benadrukt Wilbert Stam. EventCams ondersteunt organisatoren, beveiligingsbedrijven en gemeenten met slimme cameratechniek, realtime overzicht en deskundige coördinatie. Stam: “We zijn gespecialiseerd in tijdelijke camerabeveiliging voor evenementen, festivals, tentfeesten en of dorpsfeesten. Met de geavanceerde Bosch HD 360° PTZ-camera’s leveren we haarscherpe beelden – dag en nacht – met zoomfunctie, bewegingsdetectie en nachtzicht.”
De systemen zijn volledig mobiel inzetbaar. Zo kan een centraalpost-aanhanger worden ingezet als complete commandoruimte, terwijl compacte mobiele sets flexibel kunnen worden geplaatst boven cafés, op pleinen of in mobiele units. “Dankzij deze modulaire aanpak kunnen we zowel kleine dorpsfeesten als grootschalige meerdaagse festivals effectief ondersteunen.”
Onafhankelijk
Wat EventCams onderscheidt, is de onafhankelijke positie binnen de branche. “We zijn niet verbonden aan een vast beveiligingsbedrijf en kunnen daardoor samen-
werken met iedere organisatie, gemeente of beveiligingspartner”, legt Stam uit. “Wij leveren geen standaardpakketten. We kijken wat er nodig is, en passen onze techniek en ondersteuning daarop aan. Die onafhankelijkheid maakt ons flexibel én betrouwbaar.” Naast de technische oplossingen levert EventCams ook veiligheidscoördinatie op locatie. De veiligheidscoördinator fungeert als de verbindende schakel tussen organisatie, beveiliging, EHBO en andere diensten, zodat alle partijen met dezelfde informatie werken. “Deze aanpak ontlast organisatoren aanzienlijk. Zij kunnen zich volledig richten op het evenement, terwijl wij toezien op veiligheid, afstemming en communicatie tussen alle betrokken diensten. Met deze gecombineerde aanpak - techniek én regie - biedt EventCams een totaaloplossing voor elk type evenement.”
Betrouwbare techniek
EventCams werkt uitsluitend met Boschsystemen: hoogwaardige, betrouwbare camera’s met een bewezen reputatie op het gebied van beeldkwaliteit en stabiliteit. In een markt waarin steeds meer Chinese camerasystemen opduiken, kiest EventCams bewust voor kwaliteit, betrouwbaarheid en cyberveiligheid. Stam: “Wij willen zeker weten dat onze systemen betrouwbaar zijn en voldoen aan Europese normen.” Indien gewenst kan EventCams ook telcamera’s inzetten om bezoekersstromen in kaart te brengen. De beelden worden dan verwerkt met lokale AI-analyse waarmee trends en druktepatronen worden herkend. Hoewel deze technologie zich nog ontwikkelt, gebruikt EventCams deze toepassingen verantwoord en aanvullend, nooit als vervanging van menselijk toezicht. “We willen dat organisatoren zich kunnen focussen op hun bezoekers”, vertelt de EventCamsdirecteur. “Wij zorgen dat zij het overzicht behouden - dat is waar het om draait.” ◾
MeteoSupport is een Belgisch weerbedrijf dat gespecialiseerde, hyperlokale weerdiensten levert, voornamelijk aan de evenementensector en overheden in België en Nederland. Het bedrijf combineert meteorologische kennis met expertise op het gebied van evenementenrisico’s. Hoewel de naam MeteoSupport pas in 2022 in gebruik ging en de website een jaar later werd gelanceerd, is het bedrijf inmiddels alweer veertien jaar actief en verantwoordelijk voor eerdere initiatieven als NoodweerBenelux en Weerflash. De oprichting is terug te voeren naar 2011, toen noodweer tijdens het festival Pukkelpop vijf mensen het leven kostte en enorme schade aanrichtte.
“Op dat moment hebben we gezien dat er in België behoefte was aan een speler die hyperlokaal kijkt wat er richting een festivalterrein op komst is”, vertelt weeranalist Nicolas Roose, tevens oprichter van MeteoSupoort. “Dat is de drive geweest om vanuit onze passie van en kennis over het weer iets te betekenen voor evenementen.”
Extreme weersverwachtingen
Richtte MeteoSupport zich aanvankelijk op de Belgische markt, sinds drie jaar is het bedrijf ook in Nederland actief, op festivals als Bospop, De Opwekking en Intents. “We merken dat er in Nederland reeds een zeer mature omgeving is voor weerondersteuning bij outdoor events. Organisatoren vinden het vanzelfsprekend. In België ligt dat nog steeds wat moeilijker, ondanks relevante incidenten.
Iedereen kent wel de uitdrukking dat het weer ‘plaatselijk en veranderlijk’ is, maar festivalorganisatoren weten dat het ook hyperlokaal en enorm wispelturig kan zijn. MeteoSupport wil evenementen daarom zeer nauwkeurige weersinzichten verscha en.
De noodzaak van weerbewaking bij kleinere evenementen ontbreekt nog vaak.”
Extreme weersomstandigheden komen door klimaatverstoring steeds vaker voor, al zijn evenementen volgens Roose niet geholpen met algemene waarschuwingsniveaus als code geel, oranje of rood. “In de laatste jaren is er een overschot aan waarschuwingen waar partijen nerveus van worden, maar er wordt te weinig gekeken naar weer op hyperlokaal niveau, waardoor weersverwachtingen minder nauwkeurig zijn. Daar ligt bij ons juist de focus.”
Geringe onzekerheidsmarge
Een incorrecte weersvoorspelling kan enerzijds gevaarlijk zijn en anderzijds onnodige financiële schade opleveren voor een event, bijvoorbeeld wanneer een evenement geen doorgang kan vinden door een voorspelde storm die uiteindelijk nooit het festivalterrein bereikt. “De voorspellingen van MeteoSupport zijn voor negentig procent accuraat,” claimt Roose. “De
resterende tien procent onzekerheidsmarge heeft meestal maar een kleine impact op het evenement of valt buiten kritieke veiligheidsscenario's. Belangrijke gevaren worden altijd binnen de negentig procent voorspelbaarheid gecommuniceerd. Grote evenementen, met meer dan 20.000 bezoekers, integreren weerbewaking steeds vaker in hun budgetten. Kleinere evenementen besparen hierop, maar zien de noodzaak groeien naarmate ze in omvang toenemen of op het moment dat zij er zelf mee te maken krijgen.”
Gespecialiseerde weeranalisten
Volgens Roose onderscheidt MeteoSupport zich van algemene weer-apps of partijen die weerbewaking aanbieden door de specialistische kennis, een bewezen staat van dienst en correcte onderbouwing van hun adviezen. “We begrijpen de specifieke risicomodellen van evenementen en werken nauw samen met de organisatie, bijvoorbeeld in overleg met pyro, productie en brandweer.” Het team van weeranalisten is ofwel ter plaatse, ofwel op afstand actief, afhankelijk van de overeenkomst. MeteoSupport biedt drie pakketten aan, Essential, Premium en Ultimate, zodat er binnen ieder budget een oplossing is. “Wanneer events een Ultimate-pakket willen, verzoeken wij hen wel om tijdig hun wensen kenbaar te maken, zodat de gespecialiseerde weeranalisten tijdig ingepland kunnen worden. Zo kunnen wij de beste dienst leveren.” ◾
In oktober organiseerden I Love My Ears en GGD Amsterdam in de Amsterdamse Club Oliva het congres ‘Geluidsbeleving op muzieklocaties’. Het congres in een clubsetting bood de bezoekers een unieke kans om geluidsbeleving niet alleen te bespreken, maar vooral ook als publiek te ondergaan.
DOOR: EDGAR KRUIZE | FOTOGRAFIE: STEVEN VAN KOOIJK
Tijdens het congres bracht I Love My Ears stakeholders uit diverse branches samen die als overkoepelende link het ‘werk met versterkt geluid’ hadden. Dat betekent onder meer geluidstechnici uit de concert- en festivalwereld, dj’s, artiesten en hun managers, onderzoekers, mensen vanuit de horeca, sportscholen en bioscopen, clubeigenaren, organisatoren en brancheverenigingen.
Het samenbrengen van al die disciplines was dan ook een van de uitgangspunten van het congres, zegt Victor Zuidema, programmamanager gehoorschadepreventie bij VeiligheidNL. “We hebben nu al een aantal jaren het Convenant Preventie Gehoorschade Versterkte Muziek. Wat we daarbij hebben bemerkt is dat de diverse convenantpartners de problematiek rondom gehoorschade benaderen vanuit de rol waarin zij zitten. De VVEM vanuit de evenementenhoek, Koninklijke Horeca Nederland vanuit hun achterban, de Vereniging van Podiumtechnologie vanuit de technici, et cetera. Dat is natuurlijk ook logisch, maar uiteindelijk doen we onze campagnes voor de bezoekers van plek-
ken waar versterkte muziek te horen is. Het is belangrijk om uit de ‘eigen’ bubbel te komen en op een congres als dit ook zelf te ervaren welke beleving bepaalde geluidsniveaus precies geven aan publiek. Hoe bezoekers geluid beleven is een vraag die we onszelf in het vorige convenant hebben gesteld en ook in onze onderzoekagenda’s – mede mogelijk gemaakt door het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport –centraal hebben gesteld.”
Altijd maatwerk
Tijdens het congres (zie kader) zijn onder meer uitkomsten van genoemde onderzoeken gepresenteerd, maar is door middel van presentaties en workshops ook de impact van volumeniveaus invoelbaar gemaakt. “We hebben inzichtelijk kunnen maken dat beleving en volume, maar ook beleving en gehoorbescherming, heel goed te combineren zijn,” zegt Zuidema. “We toonden onder meer de uitkomsten van onderzoek dat bij vergelijkbare clubavonden is gedaan, maar hebben bijvoorbeeld ook getest bij poppodia en leden van Koninklijke Horeca Nederland. Ik vond het
‘Geluidsbeleving op muzieklocaties’ Het congres ‘Geluidsbeleving op muzieklocaties’ werd op maandag 13 oktober georganiseerd door I Love My Ears en GGD Amsterdam. Een middag waarin de vraag werd gesteld hoe we er collectief voor zorgen dat bezoekers en publiek de beste geluidsbeleving ervaren en tegelijk hun gehoor beschermen. ‘Geluidsbeleving op muzieklocaties’ was een middag om kennis te delen, inspiratie op te doen en te horen wat er in de praktijk werkt. Een verslag is te vinden op de EBLive.nl.
persoonlijk mooi om te zien hoe er direct een discussie op gang kwam tussen verschillende vakgroepen. Ze werken allemaal met versterkt geluid en versterkte muziek, maar kijken daar op een andere manier naar omdat het verschillende werelden zijn. Dat toont eens te meer aan dat als het gaat over versterkte muziek en hoe hard en/of te hard het is dit niet over één kam geschoren kan worden, maar dat het altijd maatwerk is. Waarbij je moet differentiëren op de soort locatie, de duur dat bezoekers met versterkte muziek geluid in aanraking komen, het genre van de muziek en de verwachting waarmee de bezoeker er naartoe gaat.”
geluid
Zuidema geeft aan blij te zijn dat VeiligheidNL met het congres in Club Oliva terecht kon, een club die dusdanig is ingericht dat het publiek op verschillende plekken verschillende volumeniveaus ervaart. “Het spanningsveld wat betreft versterkte muziek zit voor een groot deel in het soort locatie. Wat is het doel van die locatie? Is het een plek waar artiesten optreden? Is het een café waar mensen met elkaar wil-
Zelfs al ontlopen ze locaties met (te) hard geluid dan weer niet. “We moeten met het oog op geluidsbeleving en gehoorbescherming oude dogma’s achter ons laten”, aldus de oorheelkundig specialist. “De situatie is veranderd, en er is meer bereidheid dan ooit om hier op een verantwoorde manier mee om te gaan.”
waren verschillende GGD- en zorginstellingen aanwezig. Dat over en weer gesprekken en zelfs mogelijke samenwerkingen zijn ontstaan, is heel belangrijk.”
len praten? Het is doorgaans niet heel zwart-wit, want vaak loopt het door elkaar.
Vandaar dat we een clubsetting als praktijkvoorbeeld hebben genomen. Een club wil er met goed geluid ervoor zorgen dat mensen komen dansen. Op het congres liet DJ Mink heel goed horen en vooral voelen hoe je lichaam als vanzelf begint te bewegen bij bepaalde beats, grooves en volumes. Maar een club wil tegelijk dat mensen blijven hangen, een drankje bestellen, even wat kletsen en wellicht nog eens wat consumeren, in plaats van te dansen en daarna direct weg te gaan. Je moet met geluid dus kunnen laveren en op alle gebied aantrekkelijk blijven, mét aandacht voor het gehoor van je bezoekers en de promotie en voorlichting met betrekking tot gehoorbescherming.”
Hidde Pielage, onderzoeker bij VeiligheidNL, presenteerde enkele uitkomsten van onderzoek dat door VeiligheidNL is opgezet. Ook hier is het duidelijk; hoge geluidsniveaus sluiten niet per se aan bij de wens van de bezoekers.
‘Oude dogma’s achterlaten’
Tijdens het congres vertelde Diane Smit, KNO-arts en otoloog bij UMC Utrecht, dat publiek zich behoorlijk bewust is van de gevaren van hard geluid en dat uit hun onderzoeken is gebleken dat bezoekers daar ook hun eigen verantwoording willen nemen.
Victor Zuidema noemt het nu organiseren van het congres daarom een logische vervolgstap. “Bezoekers zijn uiteraard geen convenantpartner, maar hun gehoor is voor een groot deel wel waarvoor we het doen. Het momentum is nu sterk. Niet alleen bij die bezoekers, maar ook bij professionals. Ik denk dat het een paar jaar geleden niet mogelijk was geweest om deze groep mensen op een congres bijeen te brengen. Enerzijds omdat we nog niet zo ver waren met onze onderzoeken, het is mooi als je data kunt presenteren op zo’n dag, maar vooral omdat het belang van gehoorbescherming steeds breder leeft en de bereidheid om iets te doen hoog is. Koninklijke Horeca Nederland en VPT zijn bijvoorbeeld pas bij het laatste convenant aangesloten. Je ziet dat mensen van elkaar willen leren. We hadden bezoekers vanuit de hoek van sportscholen, er waren vertegenwoordigers van verschillende gemeenten, ook
VeiligheidNL wil in de toekomst graag meer van dergelijke congressen organiseren. Er zijn nog veel stappen te nemen en bewustwording, educatie en samenwerking zijn daarbij sleutelingrediënten. “Het thema van dit congres was ‘Geluidsbeleving op muzieklocaties’, maar in het filmpje dat tijdens de conferentie-intro werd vertoond, kreeg je al een beeld over de verwachting van bezoekers. Ik denk dat – en dat bleek ook uit het rondetafelgesprek tijdens het congres – hier nog veel te leren valt. Wat verwacht een bezoeker als deze naar een concert, festival, club of bioscoop gaat? Hoe kun je met goed geluid aan die verwachting voldoen? Maar ook: wat verwacht bijvoorbeeld een artiest?
Die specifieke partij is ook geen convenantpartner, maar zorgt er wel voor dat mensen naar versterkte muziek komen luisteren. Verwachten zij dat het publiek hen goed kan verstaan? Of willen zij juist harde muziek maken die je kunt voelen? Om aan die wensen en verwachtingen te voldoen, maar ook om voorlichting te geven over verantwoorde volumes en het dragen van gehoorbescherming, daar zijn dan weer wel de diverse partijen voor die convenantpartner zijn. Dus ja, we zien een vervolg op dit congres zeker voor ons. Het moment is daar om op dit gebied door te pakken.” ◾
Afgelopen festivalseizoen heeft de Nederlandse
Arbeidsinspectie bij 40 buitenfestivals inspecties uitgevoerd, gericht op gezond en veilig werk. Een eindrapport daarvan wordt in de komende maanden verwacht. EB Live tekende in gesprek met projectleider Rianne de Groot vast op hoe de inspecties zijn verlopen.
DOOR: WALLY
De Arbeidsinspectie ging in de periode april tot oktober 2025 aangekondigd op bezoek bij 40 festivals van verschillende organisatoren. Daarvan werd de helft bezocht op de dag(en) dat het festival voor het publiek toegankelijk was. De andere helft werd bezocht tijdens de opof afbouwperiode. Tijdens de bezoekdagen werden alle werkgevers geïnspecteerd waarvan op dat moment mensen aan het werk waren. Hierbij ging het voornamelijk om onderaannemers. Projectleider Rianne de Groot doet uit de doeken wat de inspec-
ties aan het licht brachten en wat er in het vervolg daarvan staat te gebeuren.
S*T*O*P
De Arbeidsinspectie hanteert het STOP-principe bij veiligheid op de werkplek. Daarbij staat elke letter van het woord STOP voor een handelingsfase. De inzet is om zo veel mogelijk resultaat te boeken in de eerste fase (S) om de laatste fase (P) het minst noodzakelijk te maken.
» Substitutie: Vervang een gevaarlijke situatie door een veiliger alternatief om het risico bij de bron weg te nemen;
» Technische maatregelen: Gebruik technische oplossingen om risico's te verminderen;
» Organisatorische maatregelen: Pas de werkorganisatie aan om risico’s te verminderen;
» Persoonlijke beschermingsmiddelen: Gebruik bijvoorbeeld gehoorbescherming als laatste redmiddel om blootstelling aan risico's te minimaliseren.
Wat is het doel van de controles van de Arbeidsinspectie bij festivals?
Rianne de Groot: “Het doel was bewustwording creëren over veilig en gezond werken op het festivalterrein. Werkgevers hebben een zorgplicht voor werknemers. We wilden inzichtelijk maken hoe die zorgplicht wordt ingevuld. De focus lag op het vergroten van het veiligheidsbewustzijn tijdens de op- en afbouw én tijdens de evenementen zelf.”
Wat maakt een festivalterrein bijzonder voor de naleving van de zorgplicht?
”Ten eerste dat er veel verschillende aannemers en leveranciers door elkaar heen werken. Verder het korte tijdsbestek waarin zaken op- en afgebouwd moeten worden, voortdurende veranderingen op het festivalterrein en de invloed van weersomstandigheden. Ook de onderlinge communicatie is soms een uitdaging. De combinatie van die factoren maakt het naleven van zorgplicht voor werkgevers complex.”
Wie en wat zijn precies geïnspecteerd?
“De inspectie werd uitgevoerd bij alle organisaties waarvoor werknemers of ingehuurden aan het werk waren. Van rigging tot horeca, van decorbouw tot beveiliging en schoonmaak. Ter plekke werd er tijdens de op- en afbouw gecontroleerd of er val-
of aanrijdgevaar bestond voor werkenden en welke maatregelen waren genomen om die gevaren te voorkomen. Tijdens de festivals werd ook op geluidsbelasting van werkenden gecontroleerd en de voorzorgsmaatregelen op dat vlak. Ook is gekeken of werkgevers hun verplichte risico-inventarisatie en -evaluatie (RI&E), een bijbehorend plan van aanpak en een basiscontract met een arbodienstverlener op orde hadden.”
Welke situaties zijn jullie tegengekomen tijdens de op- en afbouwfases?
“Inspecteurs hebben onder andere vastgesteld dat er soms werd gewerkt op hoogte zonder dat de juiste maatregelen waren genomen om de uitvoerende te beschermen. Verder was er soms sprake van tijdsdruk of er was gebrekkige afstemming tussen partijen waardoor risico's ontstonden. Hierbij ging het bijvoorbeeld om valgevaar voor
werknemers en de mogelijkheid om te worden aangereden op het terrein. Daarnaast zijn we arbeidsmiddelen tegengekomen waarvan de keuringsstatus niet op orde was en er zijn tekortkomingen in de RI&E geconstateerd.”
Tot welke constateringen hebben de inspecties op de festivaldagen geleid?
“Tijdens de festivals zagen de inspecteurs vooral dat onduidelijke coördinatie van werksituaties tot risico’s kan leiden en dat het lastig is om elk individu zich aan gemaakte afspraken te laten houden. Die zaken spelen ook tijdens de op- en afbouw. We hebben daarnaast meerdere keren geconstateerd dat er onvoldoende maatregelen waren genomen tegen blootstelling aan een te hoog geluidsniveau. Ook zijn er meerdere meldingen gemaakt van een onvolledige RI&E op het onderwerp ‘geluid’, plus andere tekortkomingen in de risicoinventarisatie en -evaluatie.”
vraagt. De Arbeidsinspectie heeft tijdens de controles dan ook toegelicht waar overtredingen betrekking op hadden, zodat duidelijk wordt wat de zorgplicht inhoudt en hoe je die in de praktijk toepast.”
Hoe verliep de samenwerking met de organisaties die werden geïnspecteerd?
Is de zorgplicht die werkgevers in de festivalbranche hebben duidelijk voor alle organisaties?
“We hebben gemerkt dat niet alle partijen bekend zijn met wat de Arbowet van hen
“Over het algemeen heel goed. “Organisaties waardeerden onze aanwezigheid. Zij gaven aan te snappen dat wij willen meedenken en niet alleen maar goed/foutvinkjes kwamen zetten. De gesprekken waren constructief en gericht op verbetering en dat zijn ze in de afhandelingsfase waar we nu in zitten nog steeds. ”
Zijn er boetes uitgedeeld of sancties opgelegd?
“Wanneer we overtredingen zagen, hebben we formele maatregelen genomen. Er zijn situaties geweest waarin het werk is stilgelegd omdat er sprake was van een groot risico. Ook zijn er boetes uitgedeeld.”
Wat is de volgende stap voor de naleving van de zorgplicht bij festivals?
“Wij willen dat in deze sector het veiligheidsbewustzijn omhoog gaat. Daarbij
richten we ons vanaf de voorbereidingsfase op contact met festivalorganisatoren en brancheorganisaties. Zo kunnen we meedenken over risico’s en het vermijden daarvan. Goede voorbereiding leidt tot minder overtredingen van de zorgplicht en geeft rust en overzicht tijdens de werkzaamheden op het terrein. Ons doel is dat de festivalbranche inclusief alle partners en toeleveranciers toegroeit naar een professionele veiligheidsstandaard.” ◾
» De Nederlandse Arbeidsinspectie bezocht 40 festivals waarvan 20 tijdens de op- en afbouwfase en 20 op festivaldagen.
» Ongeveer 170 onderaannemers zijn geïnspecteerd.
» Bij 100 van de geïnspecteerde bedrijven zijn overtredingen geconstateerd.
» Een groot deel van de overtredingen had betrekking op blootstelling aan een te hoog geluidsniveau
De Nederlandse Arbeidsinspectie publiceert in later stadium de definitieve resultaten.
TSC Crowd Management wil als evenementenbeveiliger de branche naar een hoger niveau tillen met vakgerichte opleidingstrajecten. Dit jaar heeft het bedrijf een volgende stap gezet, met onder meer de ontwikkeling van de vervolgopleiding Event Security Supervisor en de training Basishulpverlener Evenementen.
DOOR: EDGAR KRUIZE
In 2005 startte TSC Crowd Management als eerste beveiligingsbedrijf met de opleiding Event Security Officer. Het bedrijf zette daarmee een grote stap in de professionalisering van de evenementenbeveiligingsbranche. Toen kon nog iedereen die dat wilde zichzelf ‘beveiliger’ noemen. De introductie van het begrip Event Security Officer zorgde voor een significante professionaliseringsslag en twee decennia later is deze opleiding dusdanig ingeburgerd, dat alle grote evenementenbeveiligers deze aanbieden. Het is dan ook de officiele en wettelijk enige manier om als evenementbeveiliger aan de slag te kunnen. TSC heeft inmiddels een volgende stap gezet met de ontwikkeling van de opleiding Event Security Supervisor, dat vanuit TSC Academy wordt aangeboden.
Twintig jaar na de start van de eerste specifieke evenementenbeveiligingsopleiding, heeft deze nieuwe opleiding de eerste Event Security Supervisors opgeleverd. “Ook hier weer in samenwerking met de SVPB, dat de examens afneemt,” vertelt Erwin Wilms, teamleider opleidingen bij TSC Crowd Management. “Met deze vervolgopleiding voldoen we aan de steeds strengere wetgeving die voor beveiliging in de evenementenbranche geldt. Tegelijk kunnen we de medewerkers die dat willen een vervolgtraject en doorgroeimogelijkheden bieden.”
Nieuwe standaard
De opleiding Event Security Supervisor bereidt supervisors nog beter voor op hun rol tijdens (grootschalige) publieksevene-
menten. Deelnemers worden opgeleid op het gebied van onder meer leiderschap, arbeidsomstandigheden en wet- en regelgeving. “Het vertrekpunt is dat we als TSC een grote speler in de markt zijn en dat brengt verantwoordelijkheden met zich mee. Dus als we iets ontwikkelen, zoals deze opleiding, willen we dat niet alleen voor onszelf doen. De bedoeling is om op de lange termijn de kwaliteit van de hele branche beter te maken,” zegt Joep Coolen, Learning & Development Manager. Hij stelt dat het aanbieden van opleidingen en doorgroeimogelijkheden uiteraard een investering in de eigen medewerkers is, maar dat algemene kennisontwikkeling gaat over het beschikbaar maken en delen van kennis. “Ook aan anderen. Zodat we met elkaar kunnen bepalen wat er nodig is om de branche naar een hoger niveau te tillen. Dus de opleiding Event Security Supervisor is nieuw, maar we
hopen tegelijk dat dit een nieuwe standaard zet in Nederland, zodat we over de hele linie gezamenlijk de kwaliteit kunnen verhogen en kennis verbreden. En dat is eigenlijk het uitgangspunt van alle opleidingen die we aanbieden.”
Wensen van de markt en het personeel
“Dat betekent ook dat we als TSC actief de samenwerking zoeken met andere bedrijven in onze branche,” voegt Erwin Wilms toe. “Partijen die niet de mogelijkheid hebben om opleidingen als deze aan te bieden, kunnen bij ons terecht. Zo kunnen we het niveau over de hele linie verbeteren. We hopen echter op deze manier ook een probleem te tackelen waar iedere partij in onze branche mee worstelt: het behouden van personeel.” Er zijn veel mensen die zich prima kunnen vinden in hun rol als Event Security Officer en jarenlang bij TSC aan
het werk zijn. Maar het bedrijf wil ook tegemoetkomen aan de wensen en behoeften van de markt en de wetgeving, en het eigen personeel. Wilms: “Met de opleiding Event Security Supervisor hebben we een programma ontwikkeld waarmee mensen die ooit gestart zijn als Event Security Officer zichzelf theoretisch en dus ook in de praktijk kunnen door ontwikkelen. Daardoor behoud je het personeel langer en voelt men meer binding met het bedrijf.”
Dat laatste werkt twee kanten op, stelt Joep Coolen. Want Event Security Supervisors worden getraind op onder meer leiderschap en arbeidsomstandigheden. “Waardoor deze mensen op hun beurt weer oog hebben voor de Event Security Officers op een evenement. Men leert actief hoe men nieuwe medewerkers moet betrekken en personeel moet motiveren. De personen die leiderschap tonen zijn cruciaal in het behouden van je evenementbeveiligingspersoneel, omdat ze er onder meer voor moeten zorgen dat de beveiligers het naar hun zin hebben. Dat betekent dat ze leren hoe je oog moet hebben voor heel specifieke zaken. Staan mensen op een veilige werkplek? Staan ze binnen of buiten? In de hitte of de kou? Hebben ze genoeg pauzes? Dat soort heel persoonlijke en actieve zaken zijn onderdeel van de opleiding.”
'De bedoeling is om op de lange termijn de kwaliteit van de hele branche beter te maken'
De opleidingen die TSC Academy aanbiedt zijn niet alleen gericht op behoud en ont-
wikkeling van personeel, maar ook op wetgeving. Zo raakt de wetgeving rondom de inzet van hospitalitymedewerkers ook de TSC-werkzaamheden. Erwin Wilms legt uit dat ook hier geldt dat niet iedere hospitalitymedewerker zich door wil ontwikkelen tot evenementenbeveiliger. “Die mensen vinden hun werk gewoon leuk en beveiliger worden is dan een stap te ver. Om toch ook hier ontwikkeling mogelijk te maken en om te voldoen aan de steeds hogere eisen die worden gesteld, hebben we samen met de NIBHV de opleidingsmodule Basishulpverlener Evenementen ontwikkeld, een laagdrempelige opleiding zodat mensen als ‘Safety Host’ aan de slag kunnen. Mensen die deze opleidingsmodule hebben doorlopen, hebben onder meer kennis over eerstehulpverlening, ontruiming, omgaan met kleine brandjes, en begeleiden en informeren van professionele hulpverleners. Door deze taken goed te definiëren zitten we heel erg op het snijvlak van wat de wettelijke taken van een beveiliger zijn en wat een ‘Safety Host’ zou mogen.”
Daarmee TSC Crowd Management invulling geven aan de BGBOP die eisen stelt aan basishulpverlening op evenementen.
Duidelijk onderscheid
Joep Coolen noemt het een duidelijk onderscheid tussen de securitykant en de safetykant dat hierdoor ontstaat. “Waar we
uiteindelijk naartoe willen is dat iedere TSCmedewerker die op een evenement actief is – en idealiter ook alle medewerkers die zich bezighouden met veiligheid op andere evenementen – precies getraind is voor de positie waar hij of zij staat. En dat is belangrijk, want we werken soms op evenementen met wel 100.000 bezoekers en TSC is jaarlijks op zo’n 250 grootschalige evenementen aan het werk. Dat betekent dat we over de hele linie –van Safety Hosts tot Event Security Officers en Event Security Supervisors – goed opgeleide mensen willen hebben die blijven leren en door blijven ontwikkelen. Zodat je er als organisator van een evenement vanuit kan gaan dat de kwaliteit op elk niveau hoog is, maar dat vergunningsverstrekkers er ook vanuit kunnen gaan dat iedereen precies weet wie welke verantwoordelijkheden heeft.” Erwin Wilms: “En wat je nu al ziet gebeuren is dat sinds we genoemde opleidingen hebben geïntroduceerd ook andere partijen in de markt aan het nadenken zijn. Dat er net als bij de introductie van de opleiding tot Event Security Officer twintig jaar terug, dingen beginnen te spelen in de hele branche. Dus het is fijn dat we de stappen naar een hoger kwaliteitsniveau voor de branche nu al zichtbaar zijn.” ◾
In dit artikel stellen we vier subsessies aan u voor: elk met een eigen invalshoek, maar allemaal gericht op één gezamenlijk doel: meer begrip, meer verbinding en vooral meer ruimte voor evenementen.
Verantwoord ruimte geven: hoe?
Sprekers: Daniël Pardijs, Guus Stevering en Joris Bouwmeister, e.a.
Tijdens het panel gaan we op zoek naar antwoord op de vraag: “Hoe kunnen gemeenten en veiligheidsdiensten verantwoord ruimte geven aan evenementen”?
Denk daarbij aan regels die onnodig zijn of eisen die niet bijdragen aan een veiliger evenement, maar het kan ook gaan over ruimhartiger beleid voeren op zaken als de evenementenkalender of locatieprofielen.
Noodweer op een festival, wat komt er op je af?
Sprekers: Toine van de Ven (Tribe Security), Alfred Snoek (Infoplaza)
Kaarten voor het ESI
Jaarcongres zijn nu verkrijgbaar via de website van het Event Safety Institute. Scan de QR-code voor meer info.
Tijdens het ESI Jaarcongres 2026, op donderdag 26 maart in Theater Spant! te Bussum, komen ruim 350 professionals samen om één centrale vraag te onderzoeken: hoe behouden we in Nederland voldoende ruimte voor evenementen? Onder het congresthema ‘Ruimte voor evenementen’ duiden experts de belangrijkste trends en uitdagingen op het gebied van evenementveiligheid, van regeldruk tot nieuwe risico’s in de publieke ruimte.
In deze subsessie bespreken we aan de hand van de casus Intents Festival 2024 wat er op je afkomt als een evenement te maken krijgt met noodweer.
Toine van de Ven hielp Intents Festival met de coördinatie en afstemming van alle nodige maatregelen met de gemeente, de verzekeraar en de hulpdiensten.
Alfred Snoek van Infoplaza heeft de afgelopen jaren vele situaties met riscovol weer op evenementen meegemaakt vanuit zijn rol als weerexpert en geeft een inkijkje in het verloop van een aantal van deze situaties.
Deelnemers krijgen meer inzicht in de praktische gevolgen van risicovol weer, de maatregelen die erbij nodig kunnen zijn en de besluiten die hierbij mogelijk genomen moeten worden.
Hoe houden we kermissen veilig en toekomstbestending?
Sprekers: Atze Lubach (BOVAK), e.a.
Tijdens deze subsessie bespreken we wat er moet gebeuren om kermissen toekomstbestendig te houden, gegeven de incidenten door het hele land, de toenemende regels en de oplopende kosten voor veiligheid.
Doel van de sessie is om gemeenten inzicht te bieden in de e ecten van incidenten en de gevolgen van extra maatregelen voor kermissen. Ook gaan zij met elkaar in gesprek over good practices in het beheersen van veiligheid op kermissen.
Randvoorwaarden voor veilige sportevenementen
Sprekers: Rick Mensen, e.a.
Verschillende praktijksituaties van het afgelopen jaar zullen worden behandeld en geduid door o.a. Atze Lubach van kermisbond BOVAK.
Sportevenementen zijn momenteel ongekend populair. Deze populariteit draagt enerzijds bij aan een gezonde levensstijl en aan economische en maatschappelijke waarden, maar kan ook zorgen voor uitdagingen op gebied van veiligheid en zorg. In deze sessie delen we ervaringen en geven we concrete tips voor hardloopevenementen, wielerevenementen en andere sportevenementen in de openbare ruimte. Rick Mensen is senioradviseur bij CrowdProfessionals. Hij is jaarlijks betrokken bij vele sportevenementen, waaronder de Amsterdam Marathon en de Eindhoven Marathon. Mensen zal resultaten uit onderzoek en praktijkervaringen delen.
Deelnemers krijgen inzicht in de risico’s die ontstaan wanneer sportevenementen steeds populairder worden. Ze krijgen tips mee over het creëren van de nodige randvoorwaarden voor het waarborgen van de veiligheid voor publiek en deelnemers. ◾
De reis naar een evenement of concert is van even groot belang voor de totaalbeleving als het evenement zelf. Dat geldt evengoed voor de terugreis. Veilige mobiliteit wordt door veel bezoekers voor lief genomen, maar is op alle fronten essentieel. Van Rens Event Mobility zorgt ervoor dat bezoekers niet alleen genieten van een mooie dag of avond, maar ook weer veilig thuiskomen.
DOOR: EDGAR KRUIZE
“
Binnen Van Rens is veiligheid niet een afdeling, het is een houding,” zo stelt Timo van Ginkel, directeur bij Van Rens. Van Rens is al meer dan 90 jaar een vertrouwde naam binnen de verkeerstechniek. Vanuit die ervaring is de tak Event Mobility ontstaan. Deze is volledig gericht op tijdelijke verkeersmaatregelen rondom evenementen, of het nu gaat om een groot sportevenement, een concert of een lokaal evenement waar veel mensen samenkomen.
Van Rens Event Mobility was onder meer actief op festivals als Paaspop, Best Kept Secret en Solar Weekend Festival en evenementen als NK Wielrennen of Wings For Life. Met een op maat gemaakt mobiliteitsplan wordt gezorgd voor een efficiënte en veilige verkeersafhandeling, specifiek afgestemd op de unieke behoeften van elk evenement. “Wij zorgen voor de veiligheid van bezoekers, omwonenden en medewerkers,” aldus Van Ginkel. “Wij nemen het complete mobiliteitsvraagstuk uit handen van de organisatie, of het nu gaat om een dorpsfeest of een landelijk sportevenement.”
Jarenlange kennis
Dat doet Van Rens Event Mobility niet alleen door borden te plaatsen of routes in te richten. De kracht van Van Rens Event Mobility ligt in de combinatie van decennialange ervaring en een innovatieve, meedenkende aanpak. Vanuit de bredere organisatie Van Rens kan de eventafdeling terugvallen op jarenlange kennis van verkeerstechniek, materiaal en regelgeving, én op goede contacten binnen gemeentes en provincies. Hun ontwerpers worden al in een vroeg stadium betrokken bij het
vooroverleg met gemeentes, provincies, Rijkswaterstaat en andere betrokken partijen. In dat voortraject denken ze mee over de indeling van het terrein, de doorstroom van verkeer en bezoekers en de gevolgen voor de algehele mobiliteit.
Veilig thuiskomen
“Dankzij onze ervaring met complexe vergunningstrajecten weten we precies welke eisen en procedures daarbij komen kijken. Zo kan het bijvoorbeeld gaan om een evenement dat meerdere gemeenten doorkruist, waar naast verkeersmaatregelen ook tijdelijke afsluitingen, omleidingen en milieuzones moeten worden afgestemd,” legt Van Ginkel uit. “Wij combineren flexibiliteit met deskundigheid. Evenementen vragen vaak om doelgerichte en snelle oplossingen, maar altijd binnen de kaders van veiligheid en kwaliteit. Daar staan wij voor.”
De afgelopen periode werkte Van Rens
Event Mobility aan uiteenlopende evenementen. “Tour de Holland en het IJM live strandfeest waren prachtige projecten om aan mee te werken. En Wings for Life had een mooie, positieve maatschappelijke bijdrage. Dat zijn de evenementen waar we de meeste voldoening uit halen: waar beleving, organisatie en veiligheid samenkomen.”
Ook voor de komende tijd staan er weer veelbelovende projecten op de planning. “We zien leuke en uitdagende opdrachten op ons pad komen,” zegt Van Ginkel. “Wij werken verantwoord, zijn echt verbonden met onze opdrachtgevers en blijven altijd scherp op veiligheid. We blijven investeren in onze mensen, onze kennis en onze samenwerking met opdrachtgevers. Altijd met hetzelfde doel: dat iedereen na een mooi evenement weer veilig thuiskomt.” ◾
Wanneer staat het waar vast? Zowel voor organisatoren als voor het publiek van evenementen is dit een belangrijke factor die voor een bezoekerservaring en de veiligheid van de bezoeker bepalend kan zijn. In plaats van er louter op te monitoren, bedacht
Crowdcom om hun data in te zetten voor simulaties.
OITMANN
Crowdcom specialiseert zich in het real-time en anoniem monitoren van publieksstromen op grote en kleine evenementen om deze veiliger en efficiënter te maken. Dit gebeurt aan de hand van verschillende sensortechnieken. De verzamelde data worden getoond in een event-dashboard, dat aanpasbaar is aan de wensen van de klant. Die combinatie van data maakt het nemen van objectieve beslissingen tijdens een evenement mogelijk. Naast sensortechnieken zet Crowdcom simulaties in, die publieksstromen vooraf inzichtelijker maken. De inzet van deze simulatietool is vorig jaar gestart, voortbouwend op de wens van Mysteryland om de doorstroom op een deel van de nieuwe opzet van het terrein te testen en te verbeteren.
“De afgelopen editie had Mysteryland een andere opzet van het festivalterrein en tijdens besprekingen vooraf zijn we overeengekomen dat wij een simulatie zouden maken met onze data”, vertelt Quinten Kentie van Crowdcom. “Zodoende zijn we een traject aangegaan en hebben we met name in de voorbereidingsfase verschillende toetsingen uitgevoerd om te zien waar de bottlenecks zitten tijdens de uitstroomfase.”
Simulatie maakt het visueel
nement gevraagd wordt om diens simulatiedienst in te zetten, wordt er een simulatie gecreëerd in een digitale 3D-omgeving van het evenemententerrein, die je een beetje zou kunnen vergelijken met een serieuze versie van games als The Sims of RollerCoaster Tycoon. In deze omgeving worden bezoekersstromen gevisualiseerd en kunnen scenario's getest worden, zoals de in- en uitstroomden het publiek, maar ook het toetsen van show-stops en evacuaties. Hierdoor wordt het visueel inzichtelijk gemaakt waar knelpunten vormen in dit soort situaties. “Met een simulatie maak je een digitale omgeving waarin het hele festival staat ingetekend”, legt Kentie uit. “Denk bijvoorbeeld aan die ene bar die daar links of rechts van het podium moet staan. Maatregelen die worden genomen in de voorbereidingsfase kunnen met een andere blik bekeken en getoetst worden door een simulatie, waardoor organisatoren het terrein veiliger en effi ciënter kunnen inrichten.”
Wanneer Crowdcom door een eve-
Simulaties voorkomen ontwerpfouten die je anders pas ontdekt tijdens de opbouw van een festivalstage of tijdens het event zelf, zo schetst Kentie. “Denk aan een looproute die te smal is, een trap die te weinig capaciteit heeft of een barplein dat te snel volloopt. Door dit virtueel te testen voorkom je dat productie last-minute moet uit-
'Wij testen op het digitale terrein hoeveel ruimte echt nodig is en welke routes werken'
breiden of aanpassen — vaak met hoge kosten.”
Simulaties versnellen het vergunningsprocedures
Vergunningenprocedures worden steeds complexer: drukteberekeningen, reistijden, knelpunten, wachtrijen en ga zo maar door. Het zichtbaar maken van deze numerieke data helpt bij het verkrijgen van vergunningen, omdat er vooraf heldere communicatie over een event kan worden overlegd met gemeenten. “Data fungeren als een gemeenschappelijke, objectieve
taal voor communicatie met veiligheidsspecialisten en vergunningverleners”, redeneert Kentie. “Hierdoor kan op een toegankelijke manier inhoudelijk worden meegedacht over crowdmanagement en over de indeling van het terrein. Dit zorgt voor voorspelbaarheid en vertrouwen bij alle partijen. We vertalen vraagstukken over crowdmanagement van tekst naar beeld.”
De simulatietool helpt volgens Kentie dus om het ontwerp van het terrein te optimaliseren, wat kan bijdragen aan het verlagen van de productiekosten. “Wij testen op het digitale terrein hoeveel ruimte echt nodig is, welke routes werken en waar capaciteiten knellen. Daarmee voorkomen we dat er onnodige hekwerken, extra poorten, brede looproutes of overtollige voorzieningen
'Weten hoe jouw evenement er in de basis uitziet, is van enorm toegevoegde waarde'
worden gebouwd. Juist nu de productiekosten stijgen, levert dit directe besparing op.”
Langdurig traject of snelkookpan
De simulatietool is geschikt voor zowel grote als kleinschalige evenementen, waarbij er twee soorten trajecten onderscheiden kunnen worden door Crowdcom: langdurige projecten en ‘snelkookpansessies’, zoals Kentie ze noemt. “Het voorbeeld van Mysteryland, dat was een langdurig traject van een half jaar, waarbij wij verschillende modellen hebben gemaakt van het evenement en verschillende diepgaande interviews hebben gedaan met de klant.”
tie en dan spelen we verschillende scenario’s af in de tool en overleggen we samen met veiligheidscoördinatoren en organisatoren de uitkomsten bij ons op kantoor in Hedel. Dat geeft een veiligheidsspecialist meer zekerheid, omdat hij dan ziet dat hij keuzes kan maken op basis van onze data.”
Aan de andere kant zijn er evenementen die met hele specifieke vragen komen, zoals capaciteit van een entree, veiligheid van een brug, positionering van een trap of doorstroming rond een podium. “Door middel van een snelkookpansessie vliegen wij deze vraagstukken binnen een halve dag aan en wordt er als het ware een visuele brainstormsessie gehouden. Wij bereiden dan een digitale omgeving van een event voor in een simula-
De simulatiedienst is een aanvulling op de dienstverlening die Crowdcom al levert met bijvoorbeeld de telsystemen of mobiele centrale post, de Cdesk. Kentie beschrijft dat Crowdcom de toekomst van crowdmanagement niet enkel in realtime monitoring via dashboards ziet, maar bovenal in proactieve, voorspellende besluitvorming voorafgaand aan een evenement.
“Hoe ziet een evenement eruit en welke scenario’s kunnen plaatsvinden? Hoelang gaat een uitstroom duren? Dat soort dingen wil je eigenlijk al voorafgaand aan een evenement weten en niet pas terwijl het al gaande is. Een simulatie kan ons daar enorm bij helpen. Een simulatie is echter geen realiteit, dus een kritische blik blijft noodzakelijk. Het blijven publieksevenementen waar tienduizend scenario's kunnen plaatsvinden die je nooit allemaal kunt toetsen. Maar het weten hoe jouw evenement er in de basis uitziet, is van enorm toegevoegde waarde.” ◾
Waar de ‘festivalisering’ van onze maatschappij toeneemt, doen dreigingen die roet in het eten kunnen gooien dat ook. Veiligheid heeft dan ook hoge prioriteit voor alle partijen die betrokken zijn bij evenementen. De hiervoor gevraagde kennis en kunde komen voort uit samenwerking met scholen. “Wij richten ons volledig op de praktijk in het werkveld.”
DOOR: WALLY CARTIGNY
Binnen het MBO bestaan diverse opleidingen op het gebied van veiligheid. ROC Midden Nederland biedt bijvoorbeeld vanuit het Veiligheid & Defensie College studies op verschillende niveaus zoals Beveiliger (niveau 2), Handhaver Toezicht en Veiligheid (niveau 3), en Leidinggevende in de Veiligheidsbranche (niveau 4). De laatstgenoemde studie vormt een schakel tussen MBO 3, de arbeidsmarkt en het HBO. Volgens opleidingscoördinator Blanche Streppel is het een doorstroomstudie voor MBO 3-studenten met ambitie. “Het is een kopopleiding van één jaar waarvoor studenten een stevige basis moeten hebben. We bouwen voort op het vakmanschap dat ze in MBO 3 hebben ontwikkeld.”
Meedraaien bij evenementen
De kopstudie richt zich op leidinggeven en personeelsbeleid. Studenten leren teams
ding werkt daarvoor nauw samen met gemeenten, beveiligingsbedrijven, politie en andere partners. Zodoende draaien deze MBO’ers tijdens hun studie ook al mee in de veiligheidsorganisatie van evenementen. Streppel: “De MBO 4-groep stuurt daarbij soms ook groepen studenten aan op andere niveaus. Alle studenten van het Veiligheid & Defensie College doen concrete praktijkervaring op, zodat ze weten waar ze in hun werk mee te maken krijgen.”
defensie, handhaving en beveiliging. De opleiding geldt bovendien als hofleverancier van veiligheidsprofessionals voor gemeenten in de regio Nieuwegein. Een aanzienlijk deel van de geslaagden kiest er volgens Streppel voor om door te studeren aan het HBO.
Bonte mix studenten
Waardevolle inzichten
Streppel vertelt dat de opleiding nauw samenwerkt met het werkveld. “Studieprojecten ontstaan vaak vanuit vragen van gemeenten, politie of beveiligingspartners. Daarnaast organiseren we regelmatig bijeenkomsten en assessorentrainingen voor leerbedrijven. Die wisselwerking levert waardevolle inzichten op.” Bedrijven en organisaties zijn volgens
'Het werkveld bepaalt wat relevante vraagstukken zijn en beoordeelt ook mee of ons onderwijs daarbij aansluit'
en projecten aansturen, plannen maken, overzicht houden en verantwoordelijkheid nemen. Daarnaast verdiepen zij zich in HRvraagstukken en worden hun vaardigheden als Nederlands, Engels en rekenen aangescherpt. Volgens Streppel leidt de opleiding voor studenten tot allround leidinggevende veiligheidsprofessionals. Een groot deel van het leerproces vindt plaats in concrete werksituaties. De oplei-
haar vaak lovend over de capaciteiten van studenten die Leidinggevende in de Veiligheidsbranche volgen. “Onze studenten onderzoeken bijvoorbeeld vraagstukken die soms al langer spelen en komen met adviezen waar organisaties echt iets aan hebben. Dat waarderen werkgevers enorm.”
Na het afronden van de opleiding stromen veel studenten door naar functies binnen
Afgestudeerden van de mbo-opleiding Leidinggevende in de Veiligheidsbranche kunnen in het hbo verder met Integrale Veiligheidskunde (IVK). Avans Hogeschool is een van de hbo-instellingen die deze studie biedt. Volgens opleidingsverantwoordelijke Sandra Heijstermann bestaat de grootste groep eerstejaars uit havisten, aangevuld door een diverse groep mbo’ers uit richtingen als sport & bewegen, management & bedrijfskunde en dus beveiliging. “Ook zien we studenten die afkomstig zijn van de universiteit. Zij komen er vaak achter dat ze liever praktijkgericht willen werken en de studie IVK biedt die mogelijkheid in hoge mate”, aldus Heijstermann.
Avans werkt voor IVK met een onderwijsconcept waarin levensecht leren centraal staat. Leermodules en opdrachten zijn gekoppeld aan het werk van echte organisaties. Elke module staat in het teken van een realistisch vraagstuk dat direct vanuit het werkveld komt. Heijstermann: “Studenten werken bijvoorbeeld samen met opdrachtgevers als de brandweer, veiligheidsregio’s, gemeenten, maar ook evenementenorganisatoren en een attractiepark als de Efteling. Het werkveld bepaalt wat relevante vraagstukken zijn en beoordeelt ook mee of ons onderwijs daarbij aansluit.”
Vergunningaanvragers en sfeerbeheerders
Evenementenveiligheid is een van de thema’s waar IVK-studenten mee in aanraking komen. Dat gebeurt in het derde kwartaal van het eerste jaar. Studenten werken dan aan concrete veiligheidsopdrachten, bijvoorbeeld voor introductiefestivals in studentensteden, dance-events of voetbalwedstrijden. Heijstermann: “Ze werken mee aan vergunningaanvragen, risicoanalyses, terreinindelingen en bouwen zelfs maquettes voor een evenemententerrein. Studententeams kunnen ook meedraaien als sfeerbeheerders, waarvoor ze worden getraind door een beveiligingsorganisatie. Zo ervaren onze studenten al in vroeg stadium wat het betekent om betrokken te zijn bij de veiligheid rondom een evenemententerrein."
Stage en afstudeerproject
Naast de praktijkprojecten kent IVK ook een stageperiode van een half jaar in het tweede leerjaar. “Hierdoor zien studenten
al vroeg in hun opleiding hoe relevant hun toekomstige werk is”, zegt Heijstermann. “Het vergroot hun motivatie en helpt ze om een richting te vinden in het brede veiligheidsdomein. Tijdens de stage draaien studenten mee in een organisatie en voeren ze kleinere risico-inventarisaties en verbeterplannen uit. In het vierde leerjaar begeven ze zich opnieuw in het werkveld voor een afstudeerproject van een half jaar. In die periode doen de studenten onderzoek en voeren adviestrajecten uit.”
Competentiegericht
Organisaties die veiligheidskundigen willen aantrekken, zitten volgens Heijstermann te wachten op talenten met competenties. “Van IVK’ers wordt verwacht dat ze kritisch denken, en communicatief vaardig zijn. Ook moeten ze leiderschap en weerbaarheid tonen en het vermogen hebben om overzicht te houden in complexe situaties. Kortom, de praktijk vraagt om professionals die stevig in hun schoenen staan. Ons onderwijs is daarop ingericht. Het traditionele
lesgeven in losse vakken en het stampen van studiestof hebben we losgelaten. We leren studenten in plaats daarvan hoe en waar ze informatie kunnen vinden en hoe ze die kunnen toepassen. Kennis, vaardigheden en onderzoek worden geïntegreerd aangeboden, gebaseerd op ontwikkelingen in het veiligheidsdomein."
Moderne veiligheidsspecialisten
Om de studie IVK zo praktijkgericht aan te kunnen bieden, kiest Avans voor een continue afstemming met het werkveld. Heijstermann: “We werken met een Raad van Advies waarin directeuren, beleidsmedewerkers, mkb’ers, overheidsorganisaties en private partijen zitten. Zij toetsen voortdurend of ons onderwijs aansluit bij ontwikkelingen in de praktijk. Ook stagebedrijven en studenten zelf geven feedback, die we verwerken via een curriculumcommissie. Alles is erop gericht om een solide basis te bieden aan studenten die willen uitgroeien tot moderne, breed inzetbare veiligheidsspecialisten.” ◾