Embuild Magazine NL oktober 2025

Page 1


Hier gratis inschrijven!

POLITIEK

Interview

Maandblad van en voor de aannemer en de installateur Uitgave van Embuild • Kunstlaan 20, 1000 Brussel • afgiftekantoor Gent X • 6 euro

ELEKTRONISCH FACTUREREN

Verplicht vanaf 1 januari 2026

GO DIGITAL!

Van de dop naar een job

Het zal voor heel wat langdurige werklozen schrikken geweest zijn. Sinds midden september krijgen zij immers van de RVA een brief dat ze vanaf 1 januari 2026 geen recht meer hebben op een werkloosheidsuitkering. Mede onder impuls van Embuild besliste de federale Arizonaregering om die uitkering te beperken tot 2 jaar tijd. Niet meer dan logisch, trouwens, want leg maar eens uit dat er in heel België 320.000 werklozen zijn en dat tegelijk bijna 9 op de 10 bouwen installatiebedrijven die verse krachten zoeken amper iemand vinden. Hoe kan je beide rijmen? Sorry, maar met de beste wil van de wereld lukt dat niet.

Een voormalige socialistische minister van Werk zei het een tiental jaar geleden al: ‘al wie oren en poten heeft, moet werken’. Daar valt niets op af te dingen. Het is bovendien niet zo dat wij verwachten dat werkzoekenden alle technische kennis van de bouw al op voorhand hebben. Nee, voor opleiding zorgen we doorgaans zelf, op en naast de werf. Het enige wat we van een kandidaat verwachten, is motivatie en, plastischer uitgedrukt, de goesting om de handen uit de mouwen te steken.

Een aantal aannemers zeggen me nu dat ze van die langdurig werklozen weinig heil verwachten. Wie al ettelijke jaren ‘op de dop’ staat, zal ook nu niet geneigd zijn om onze rangen te komen vervoegen. Wel, daarvoor wordt de rol van arbeidsbemiddelaars VDAB, Actiris en Forem cruciaal nu. Zij zullen meer dan ooit het voortouw moeten nemen om de werklozen grondig te begeleiden, te activeren, te vormen en om te scholen. Dat is minstens even essentieel als het beperken van de werkloosheidsuitkering in de tijd.

Ook als sector zelf kunnen en moeten we ons steentje bijdragen. Eerst en vooral door aan te tonen dat de bouw- en installatiesector grondig veranderd is: technologischer, properder, veiliger en voor een stuk ook minder zwaar. Baksteen en beton blijven essentieel, maar bits en bytes allerhande evenzeer. Toch hebben te veel mensen nog een oubollig beeld van de bouw. Embuild heeft zelf het voortouw genomen met de Constructivcampagne ‘De Bouw Kijkt Verder’ die jongeren en minder jongeren bereikt via games, sociale media, een online ConstruWizard en een opmerkelijke stand op verschillende muziekfestivals. Dat is een beginpunt, een fundering, maar daarop moeten we verder bouwen, zodat mensen de bouw zien zoals hij echt is, namelijk als een sector vol potentieel.

Niko Demeester CEO Embuild

" Het enige wat we van mensen, die in de bouw willen werken, verwachten, is motivatie en de goesting om de handen uit de mouwen te steken."

ELEKTRONISCH FACTUREREN WORDT

VERPLICHT VANAF 1 JANUARI 2026: BEREID JE VOOR!!

3 ● Edito

Van de dop naar een job.

7 ● Regionaal standpunt

Met flipflop-beleid realiseren we geen renovatiegolf.

EVENEMENT

8 ● Matexpo

Constructiv-colloquium: focus op digitalisering in bouwbedrijven en -scholen.

BOUWBELANGEN

10 ● Elektronisch factureren

Elektronisch factureren verplicht vanaf 1 januari 2026.

12 ● Politiek

Interview met vice-premier David Clarinval.

16 ● Europese Unie

Wat kan Europa doen om de bouw van woningen weer op gang te krijgen?

DOSSIER

19 ● Inleiding

Hoe pakken we het tekort aan arbeidskrachten aan?

20 ● Context

Verloop en effecten van de sectorale imago- en activeringscampagne.

22 ● Regio’s

Regionale Embuilds in de bres.

26 ● Beroepsfederaties

Op promotietour bij jongeren met evenementen en wedstrijden.

Vanaf 1 januari 2026 moeten alle Belgische bedrijven hun facturen uitsluitend elektronisch versturen én ontvangen, via het Peppol-netwerk. Dat is een grote ommezwaai voor onze sector, die nog altijd sterk vasthoudt aan papier en pdf’s. Let op! Want ook al helpt Embuild je om de overstap te maken en pleit de organisatie voor een overgangsperiode of zelfs uitstel, toch kunnen er boetes tot 5.000 euro volgen voor wie te laat is.

In onze sector is het tekort aan arbeidskrachten al jarenlang een terugkerend probleem. We horen het jou vaak zeggen: “Het is lastig om personeel te vinden!” Op dit moment zijn er zo’n 17.000 openstaande vacatures in de Belgische bouwsector. Embuild, de gewestelijke entiteiten en de beroepsverenigingen maken zich hier grote zorgen over en proberen op allerlei manieren het probleem aan te pakken. 19

DOSSIER: HOE PAKKEN WE HET TEKORT AAN ARBEIDSKRACHTEN AAN?

TRACIMAT ALS MOTOR VOOR CIRCULARITEIT IN DE BOUW

Vanaf 2018 is in Vlaanderen de sloopbeheerorganisatie Tracimat operationeel geworden. Deze organisatie is voornamelijk ontstaan vanuit de bekommernis om het steenachtig materiaal dat bij de brekers terecht kwam, zuiver te krijgen en heeft daartoe een opvolgsysteem ontwikkeld. Maar nu, zeven jaar later, heeft Tracimat haar rol verruimd van kwaliteitsbewaker naar motor voor de circulaire bouweconomie.

EEN VOLLEDIG NIEUWE MULTIFUNCTIONELE CAMPUS VOOR

VDAB IN ROESELARE

Met zijn gloednieuwe campus voor talent- en loopbaanontwikkeling in Roeselare realiseert VDAB (Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling en Beroepsopleiding) in samenwerking met het consortium Build To Learn momenteel één van de grootste bouwprojecten voor opleidingsinfrastructuur in Vlaanderen. De campus wordt een multifunctioneel complex. De campus moet tegen mei 2027 volledig operationeel zijn.

28 ● Toekomstbouwers getuigen

Mogelijkheden en knelpunten bij het rekruteren van nieuwe werknemers.

30 ● Innovatie

De cobot: oplossing voor personeelsschaarste in de bouw.

SECTOR & BEROEPEN

33 ● Tracimat

Motor voor circulariteit in de bouw.

36 ● Energieprestaties

EPC NR verplicht voor alle grote nietresidentiële gebouwen vanaf 1 januari 2026.

38 ● Brussel/sociale woningbouw

BGHM zet in op circulariteit met nieuwe hergebruikclausules.

40 ● Buildwise

• Mozaïeken in zwembaden: vermijd assemblage op de rugzijde.

• Leidingen onder zwevende dekvloeren: welke akoestische impact?

PROJECTEN & BEDRIJVEN

44 ● Project

Een volledig nieuw multifunctioneel gebouw voor VDAB in Roeselare.

46 ● Ledenvoordelen

Uw lidmaatschap rendeert!

49 ● Bouwmarkt

• Knauf

• Rockfon

50 ● Markant

• Frank Beckx nieuwe gedelegeerd bestuurder bij Voka

• Cijfer van de maand.

Ben jij klaar voor e-invoicing?

Nog minder dan 100 dagen om je klaar te stomen!

Adsolut software is dé ideale partner voor het beheer van jouw bouw- en installatiebedrijf. Je onderneemt slimmer, automatiseert je bedrijfsprocessen én je bent helemaal klaar voor Peppol en 2026.

Klaar voor 2026 en Peppol

Groeit mee met je bedrijf

Voor grote én kleine bouwprojecten

Service app voor onderweg

Ik wacht niet meer en ga van start! Adsolut.be/einvoice

adsolut.be/embuild

Meer leren over Peppol en e-invoicing? Dankzij onze Business Challenges podcast leer jij met een no-nonsense manier alles over dit onderwerp en wat belangrijk is om over te schakelen.

Scan de QR Code en leer alles over Peppol, e-invoicing en hoe jij er vandaag mee aan de slag moet gaan!

Bezoek onze stand op Digital

Construction: nr 48

Volg onze seminarie over Peppol en e-invoicing: zaal 7, van 12u15 tot 12u45.

Met flipflop-beleid realiseren we geen renovatiegolf

Met de Septemberverklaring is de Vlaamse regering het politieke werkjaar gestart met een resem besparingsmaatregelen. Daarbij willen zij volgend jaar ook de renovatiepremies schrappen voor de middel- en hogere inkomens. Daardoor dreigt een derde van de alleenstaanden en een vierde van de koppels in Vlaanderen ondersteuning bij renovatiewerken mis te lopen. Bovendien volgt deze beslissing amper enkele maanden nadat de vorige hervorming en besparing in werking is getreden. Sinds 1 juli 2025 was de premie al beperkt voor de hogere inkomenscategorieën.

Maar burgers en renovatiebedrijven kunnen zich moeilijk organiseren als het beleid voortdurend wijzigt. Renovatieprojecten vergen een lange voorbereiding en grote investeringen. Wie vandaag plannen maakt, moet kunnen rekenen op een stabiel kader en een ondersteunend beleid.

De vraag dringt zich dan ook op of de Vlaamse regering renovatie nog belangrijk vindt? Met deze beslissing geeft ze het tegenovergestelde signaal. Burgers en bedrijven hebben nood aan een stabiel kader om investeringen te plannen. Als de spelregels en de doelstellingen voortdurend veranderen, stellen mensen hun renovatieplannen uit of haken ze af.

Intussen gaat het aantal grondige renovaties al jaren in dalende lijn. Vlaanderen kampt met een verouderd woningbestand en zou eigenlijk 3% van de woningen per jaar grondig moeten renoveren, terwijl dat percentage vandaag rond 1% blijft hangen. Daarvoor is net een volgehouden beleid nodig, geen opeenvolgende besparingen.

De cijfers spreken voor zich. Van januari tot en met mei 2025 werden in Vlaanderen 7.006 renovatievergunningen afgeleverd, tegenover 9.404 in dezelfde periode in 2021. Dat aantal daalde jaar na jaar: 8.162 in 2022, 7.419 in 2023, 7.362 in 2024 en nu dus 7.006 in 2025. Ook de jaarcijfers volgen dezelfde negatieve trend.

Daarom is een standvastig beleid en vooral een duidelijk signaal nodig dat renovatie wel degelijk een speerpunt is en dat Vlaanderen nog steeds voor de eigen doelstellingen gaat.

Embuild Vlaanderen breekt alvast een lans voor maatregelen die geen handenvol geld hoeven te kosten: zorg voor een betere begeleiding met renovatieplannen en het vinden van aannemers; realiseer een taxshift en maak elektriciteit goedkoper voor rendabele warmtepompen; maak werk van meer grootschalige renovatieprojecten in wijken; stem de overgebleven premies en leningen af op appartementen in mede-eigendom; en creëer transparantie voor de koper door naast de aankoopprijs ook het renovatiebudget te tonen.

Een duidelijke visie en langetermijnaanpak dringen zich op met als voornaamste leidraad om huishoudens en gezinnen te helpen: label omhoog is factuur omlaag.

Caroline Deiteren

Directeur-generaal van Embuild Vlaanderen

" Als de spelregels en de doelstellingen voortdurend veranderen, stellen mensen hun renovatieplannen uit of haken ze af."

Constructiv-colloquium focust op digitalisering in bouwbedrijven en -scholen

De 20ste editie van het Constructiv-colloquium op de Matexpo-beurs stond onder de titel Mijn betonmolen heeft Wifi in het teken van de toenemende digitalisering in de bouw. Constructiv heeft hierover een enquête laten uitvoeren bij 510 bouwbedrijven, 423 arbeiders en 91 scholen. Op het colloquium werden de resultaten van die enquête meegedeeld en van commentaar voorzien door een aantal panelleden waaronder Barbara Deroose (Constructiv), Stijn D’hoore (Furnibo), Liam De Cremer (Buildwise) en Pieter Schaut (VTI Ieper).

Nog ongebruikte

smartphones op de werf

Een eerste opvallend resultaat van de enquête: terwijl 97% van de bouwarbeiders over een smartphone beschikt, gebruikt 35% die zelden of nooit op de werf. Ongeveer twee derde doet dat dus wel. Bijna een derde werkt met digitale meetinstrumenten, 13% met software voor rapportages of veiligheid en 11% kan aanpassingen aan digitale bouwplannen aanbrengen.

Stijn D’hoore gaf aan dat jongeren daarin sneller mee zijn dan ouderen. Pieter Schaut beaamde dat leerlingen vaak minder bang zijn om digitale tools te gebruiken dan de leerkrachten. Barbara Deroose merkte op dat de invoering van de elektronische controlekaart tijdelijke werkloosheid (eC3.2) dankzij de nodige begeleiding en communicatie uiteindelijk vlotter is verlopen dan aanvankelijk werd gevreesd.

Wie heeft nog ondersteuning nodig?

Van de ondervraagde arbeiders stelde 66% dat zij voor het gebruik van digitale tools extra ondersteuning nodig hebben terwijl 43% verklaarde dat zij tools zelf of via hun collega’s leren gebruiken. De gebruikers vragen ook dat de digitale tools gebruiksvriendelijker worden en beperkter in aantal.

Furnibo heeft het gebruik van digitale tools nu in haar winteropleidingen meegenomen. Stijn D’hoore: “Voor weinig gebruikte tools, bijvoorbeeld om de maandelijkse loonfiche in te kijken, geven we aan onze medewerkers een folder mee. Maar voor zwaardere trajecten, bijvoorbeeld bij het gebruik van BIM, opteren wij voor een persoonlijke begeleiding. Het is dan wel belangrijk dat de expert niet uitlegt wat de tool allemaal kan. De begeleider moet veeleer stap voor stap uitleggen hoe een bepaalde concrete toepassing precies werkt.” Volgens Barbara Deroose zijn

Het panel van het colloquium van Constructiv met v.l.n.r. Stijn D'hoore, Pieter Schaut, Naomi Wauterickx, Liam De Cremer, Barbara Deroose en Stefaan Gruyaert.

vooral bedrijfsinterne opleidingen geschikt voor een digitale overdracht: dan leren de medewerkers ook van hun collega’s en dat verlaagt de drempel.

Hinderpalen voor digitalisering

Welke zijn de voornaamste hinderpalen voor een bouwbedrijf om te digitaliseren? 37% haalt de hoge kosten van digitalisering als belemmering aan, eveneens 37% de weerstand tegen verandering, 34% het gebrek aan kennis over de beschikbare technologieën en 27% het gebrek aan digitale vaardigheden bij de werknemers.

Liam De Cremer verwees naar de 360° camera toolkit die Buildwise nu aan bouwbedrijven ter beschikking stelt. Zij kunnen daarmee drie maanden lang kosteloos testen in hun eigen werkomgeving, zonder investeringen vooraf en zonder risico en met ondersteuning vanuit Buildwise. Alle mogelijke belemmeringen zijn daarmee weggenomen.

Om de weerstand tegen verandering tegen te gaan raadt Stijn D’hoore aan om het persoonlijk voordeel van het gebruik toe te lichten. Zeg niet zomaar dat ‘het moet'. Maar tegelijk is het belangrijk in het aanbod van tools selectief te zijn. Furnibo heeft bijvoorbeeld heel duidelijk geopteerd voor het gebruik van ERP en BIM. Dat binnen gans het bedrijf een digitale flow heerst, bevordert ook de aanvaarding. Wie bij Furnibo komt werken, weet dat omgang met digitalisering nu eenmaal deel zal uitmaken van de job.

Maar in hoeverre hebben de bouwbedrijven in het algemeen een duidelijke digitale structuur? Dat is maar bij 17% onder hen het geval. 39% van de bouwbedrijven staan open voor digitalisering maar doen er eigenlijk weinig mee en 32% werkt met digitale tools maar zonder IT-plan. Barbara Deroose gaf in dit verband nog een primeur mee: Constructiv gaat binnenkort een My Constructiv app lanceren waarop al haar diensten op het vlak van opleidingen, veiligheid en tegemoetkomingen digitaal toegankelijk zullen worden.

Op weg naar digitaler bouwonderwijs

En dan kwam tot slot de hamvraag van het colloquium: welke zijn de belangrijkste verbeterpunten voor een digitaler bouwonderwijs? Een verbeterde training van de leer-

" Een eerste opvallend resultaat van de enquête: terwijl 97% van de bouwarbeiders over een smartphone beschikt, gebruikt 35% die zelden of nooit op de werf. "

krachten (volgens 64% van de respondenten), meer toegang tot digitale kanalen, meer samenwerking met de bouwsector, meer praktische oefeningen en projecten en opvallend maar als laatste punt (volgens 53% van de respondenten) meer investeringen in digitale tools en software.

Een van de subsidiekanalen voor scholen om innovatief met bouwbedrijven samen te werken zijn de zogenaamde excellentieprojecten van Constructiv. Met zo’n project heeft VTI Ieper met Furnibo samengewerkt om in milieuvriendelijk beton en met digitale tools het woord BOUW te ontwerpen en te construeren. Daarnaast verwees Barbara Deroose naar de Building Your Learning-bibliotheek van Constructiv. Constructiv gaat dit platform toegankelijker en overzichtelijker maken. Maar tegelijk hoopt zij op meer inbreng van de leerkrachten hiervoor.

OPNIEUW MEER DAN 41.000 BEZOEKERS AAN MATEXPO

De 41ste editie van Matexpo is andermaal een succes geworden. De beurs telde meer dan 350 exposanten en registreerde meer dan 41.000 bezoekers. Deze vijfdaagse beurs bevestigde dus haar positie als hét ontmoetingspunt voor de bouw- en materieelsector. Volgens de organisatoren werden nooit eerder zoveel nieuwigheden gepresenteerd.

Bij de opening van de beurs werden de Matexpo Awards uitgereikt. Naast de Green Award en de Safety Award bestaan die ook uit een Inno-

De overhandiging van de Innovation Award voor de hangsteiger van Altrad door Caroline Deiteren (helemaal rechts) vanwege Embuild.

vation Award. Het was Caroline Deiteren, directeur-generaal van Embuild Vlaanderen, die deze award mocht uitreiken. Dat is een bekroning voor een baanbrekend nieuw product dat het werk in de bouw- en installatiesector efficiënter, veiliger of duurzamer maakt. De winnaar was Altrad met hun hangsteiger onder het viaduct van Vilvoorde. Een interessante oplossing waardoor het dagelijkse leven op de grond geen hinder ondervindt van de renovatie.

Matexpo profileerde zich dit jaar nadrukkelijk als de beurs van de hoop. Volgens de organisatoren bleek uit talloze gesprekken dat de sector met vernieuwd vertrouwen naar de toekomst kijkt. Ook bezoekers spraken over de positieve energie en dynamiek die in elke hal voelbaar was. De beurs vindt tweejaarlijks plaats in Kortrijk Xpo. De 42ste editie is gepland van 8 tot 12 september 2027.

Elektronisch factureren wordt verplicht vanaf 1 januari 2026: bereid je voor!

Vanaf 1 januari 2026 moeten alle Belgische bedrijven hun facturen uitsluitend elektronisch versturen én ontvangen, via het Peppol-netwerk. Dat is een grote ommezwaai voor onze sector, die nog altijd sterk vasthoudt aan papier en pdf’s. Let op! Want ook al helpt Embuild je om de overstap te maken en pleit de organisatie voor een overgangsperiode of zelfs uitstel, toch kunnen er boetes tot 5.000 euro volgen voor wie te laat is.

“Een gewaarschuwd mens telt voor twee”, zegt het spreekwoord. Vanaf volgend jaar is het gedaan met papier, pennen en potloden voor alle transacties tussen btw-plichtige bedrijven (B2B). De Belgische regering heeft de verplichting tot elektronische facturering officieel opgenomen in het koninklijk besluit van 8 juli 2025. Deze hervorming past in de Europese ViDA-strategie (VAT in the Digital Age), die voorziet in een algemene invoering ervan in alle lidstaten tegen 2030. Het doel is drieledig: de administratieve procedures vereenvoudigen, de betalingen versnellen en btw-fraude bestrijden.

15% van de bedrijven is er klaar voor

Vraag: hoever staan de 160.000 Belgische bouw- en installatiebedrijven in hun voorbereidingen? Volgens een onderzoek van Embuild zou slechts 15% klaar zijn om de stap te zetten. Er is dus nog werk aan de winkel. Anne-Laure Lejeune, SME & Sustainability Advisor bij Embuild, nuanceert dit cijfer echter. “Dankzij de bewustmakingsinspanningen van de afgelopen maanden beginnen veel bedrijven in de sector interesse te tonen voor elektronische facturering. Sommige zijn al goed geïnformeerd, andere ontdekken nog steeds de concrete implicaties van deze hervorming. Om aan deze behoeften tegemoet te komen, biedt Embuild stapsgewijze begeleiding, zodat elk lid deze overgang met vertrouwen en gemoedsrust kan aanpakken.”

"Het platform is intuïtief en gebruiksvriendelijk.

Dankzij gegroepeerde betalingen en automatische factuurherkenning besparen we enorm veel tijd."

UBL-bestand

Maar waar hebben we het eigenlijk over? Sommigen denken misschien dat het versturen van een pdf-bestand per e-mail elektronische facturering is. Dat is niet juist. Zonder al te veel in technische details te treden, moet je onthouden dat een pdf een statisch beeld is dat handmatig moet worden ingevoerd, terwijl een e-factuur een gestructureerd UBL-bestand is (waarbij de afkorting UBL staat voor Universal Business Language) dat machinaal leesbaar is en automatisch in boekhoudsoftware wordt geïntegreerd via Peppol. "Een pdf is als een foto van een factuur: je kunt hem bekijken, maar niet gebruiken. Een elektronische factuur is een echt gestructureerd model: alle gegevens die het bevat, zijn machinaal leesbaar en kunnen automatisch worden verwerkt. Dat is precies wat een elektronische factuur onderscheidt van een eenvoudige pdf of een stapel administratieve documenten: ze maakt de overstap mogelijk van een omslachtige manuele verwerking naar een vlot, geautomatiseerd en beveiligd proces", legt Frederik Billiet van Banqup Group, partner van Embuild en specialist in het Peppol-netwerk, uit.

Dit Europese netwerk garandeert een directe, betrouwbare en traceerbare overdracht tussen bedrijven, zonder onzekere tussenpersonen. "Peppol is als een digitale snelweg. De oplossing van Banqup, de opvolger van Billtobox, is een toegangspunt: wij zorgen ervoor dat jouw facturen foutloos en veilig op de juiste plaats terechtkomen. De aannemer hoeft de techniek niet te beheersen, hij hoeft alleen maar de juiste afslag te nemen", vervolgt Frederik Billiet.

Terugkoppeling

Nog niet overtuigd? Lees dan deze getuigenis van ons lid, Construction Legrand SRL (Henegouwen). Sinds juli 2024 gebruikt het bedrijf het Banqup-platform om zijn financiën te beheren, facturen van leveranciers te archiveren en betalingen uit te voeren. "Het dagelijks gebruik verloopt zeer vlot. Het platform is intuïtief en gebruiksvriendelijk. Dankzij de gegroepeerde betalingen en de automatische herkenning van facturen besparen we enorm veel tijd. Dankzij de automatische verwerking en het overzicht dat Banqup biedt, besparen we ongeveer 8 uur per week. Die tijd wordt opnieuw geïnvesteerd in taken met een hogere toegevoegde waarde“, aldus Aurélie Durand-Legrand.

Ook de boekhouders prijzen de voordelen van digitale facturering via het Peppol-netwerk aan. “We werken niet meer met onleesbare scans. Alles is digitaal, leesbaar en correct, wat de verwerking enorm vergemakkelijkt. Vroeger moesten we papieren documenten of scans van vaak matige kwaliteit verwerken. Vandaag zorgt elektronische facturering voor een vlot, betrouwbaar en zorgeloos proces", zegt Hein Vandelanotte, erkend accountant en lid van het ITAA (Institute for Tax Advisors and Accountants).

Ondersteuning van Embuild

Wees gerust, je staat er niet alleen voor in deze overgang. Embuild begeleidt je. "Ons doel is duidelijk: onze leden voorbereiden en ondersteunen. Daarom werken we samen met partners die kunnen inspelen op de uiteenlopende behoeften van onze leden, of het nu gaat

UIT ONDERZOEK VAN EMBUILD

BLIJKT ECHTER HET VOLGENDE:

● 76% van de bouw- en installatiebedrijven verstuurt momenteel facturen in pdf-formaat per e-mail, 15% doet een beroep op een erkend e-facturatieplatform en 8% verstuurt facturen nog steeds op papier en per post.

● 99% van de ondernemingen uit de sector weet dat e-facturatie verplicht is tussen bedrijven onderling en dat vanaf 2026.

● 10% weet nog niet hoe dergelijke vorm van facturatie te implementeren.

● Toch kaarten heel wat bouw- en installatiebedrijven een aantal moeilijkheden aan bij de overstap naar e-facturatie. Zo vindt 65% het te duur om te werken met een erkend e-facturatieplatform, terwijl 61% dat technisch te complex vindt. 54% betreurt een gebrek aan informatie en opleiding, 52% ziet het nut van elektronische facturatie niet in.

"Het platform is intuïtief en gebruiksvriendelijk. Dankzij de gegroepeerde betalingen en de automatische herkenning van facturen besparen we enorm veel tijd."

INFO:

Bezoek onze website www.embuild.be voor meer informatie. Met webinars, infosessies en persoonlijke begeleiding ondersteunen Embuild en Banqup de leden stap voor stap. Banqup zal aanwezig zijn op onze beurs Digital Construction Brussels op 21 oktober.

om zelfstandigen, kmo's of grote bedrijven. Banqup biedt een oplossing die het mogelijk maakt om elektronische facturering met meer gemoedsrust aan te pakken. Uiteraard blijft elke organisatie vrij om de aanpak te evalueren en te kiezen die het best aansluit bij haar realiteit en prioriteiten", benadrukt Anne-Laure Lejeune.

We hebben voordelige voorwaarden bedongen voor onze leden: een gratis test van het platform gedurende een maand, gevolgd door een waardebon van 60 euro die overeenkomt met zes maanden gratis gebruik, dus zeven maanden in totaal. “Wie nu begint, kan de nieuwe werkwijze omarmen en ervan profiteren. Er zijn ook interessante fiscale voordelen, zoals een aftrek van 20% voor investeringen en een aftrek van 120% voor advieskosten. Profiteer er vandaag nog van", voegt Frederik Billiet toe.

Wacht niet langer!

1 januari 2026 is al morgen. Dus een tip: wacht niet langer! Bereid je vandaag nog voor om last-minute technische problemen en vooral financiële sancties te vermijden! "Wij pleiten voor een tolerantieperiode, of zelfs uitstel, voordat sancties gerelateerd aan elektronische facturering worden opgelegd. En laten we niet vergeten dat overheden een voorbeeldfunctie hebben door zelf de vereisten van e-facturering na te leven", waarschuwt Anne-Laure Lejeune. Nu is het wachten om te zien of die boodschap bij de overheden aanslaat; intussen weet je wat je te doen staat. Om tijd te besparen. En tijd is geld. Dat hoeven wij jou niet te vertellen.

"Ik wil de nadruk leggen op de vereenvoudiging van overheidsopdrachten waar dat mogelijk is"

We zetten onze reeks politieke interviews voort. Deze keer stelden we onze vragen aan David Clarinval (MR), vicepremier en minister van Werk, Economie en Landbouw, om meer inzicht te krijgen in de maatregelen ten gunste van bedrijven, en in het bijzonder die uit de bouwsector. Interview.

David Clarinval, laten we beginnen op Europees niveau. Hoe kunnen we voorkomen dat nationale overregulering, voortvloeiend uit Europese wetgeving, Belgische bouwbedrijven benadeelt ten opzichte van internationale concurrenten? Het is belangrijk om het EUprincipe “Think Small First” toe te passen in onze sector.

De Commissie zal binnenkort haar voorstellen presenteren die het huidige Europese kader zullen wijzigen. België zal actief deelnemen aan de werkzaamheden van de Raad om meer eenvoud en evenwicht in de contractuele relaties te realiseren. De regering heeft zich ertoe verbonden de betalingstermijnen verder te verkorten en de waarborgsommen verder te verlagen, met oog voor de haalbaarheid en de financiële risico’s voor de overheidsdiensten.

" Het doel is om tegen het einde van de legislatuur 80% kmo-deelname te bereiken, waarvan 60% als opdrachtnemer."

"Think Small First” geldt inderdaad voor de bouwsector, maar eigenlijk voor de hele economie! De regering heeft zich geëngageerd om overregulering op Europees niveau tegen te gaan en we zijn actief bezig met 'better regulation'.

Ik pleit ook voor dynamische effectanalyses, kmo- en concurrentietests. Overleg met stakeholders is daarbij essentieel. Deze stappen zijn cruciaal om ervoor te zorgen dat onze wetgeving doeltreffend is en aansluit bij de realiteit op het terrein.

Tot slot waak ik erover dat er geen goldplating plaatsvindt, zodat onze concurrentiekracht behouden blijft."

U kondigt een grote hervorming van de overheidsopdrachten aan. Kunt u die kort toelichten? Embuild vraagt vooral maatregelen tegen onrechtmatige bedingen, meer prijstransparantie en een kortere time-toaward.

"Ik wil de nadruk leggen op de vereenvoudiging van overheidsopdrachten waar dat mogelijk is.

De betalingsregels voor overheden mogen niet gunstiger zijn dan die voor bedrijven. De FOD Bosa, bevoegd voor overheidsopdrachten, moet ervoor zorgen dat de automatische betaling van verwijlinteresten op federaal niveau realiteit wordt.

Het doel is om tegen het einde van de legislatuur 80% kmo-deelname te bereiken, waarvan 60% als opdrachtnemer.

Uw vraag naar meer prijstransparantie is volledig terecht. Op mijn initiatief en dat van de eerste minister hebben we, onder de vorige regering, de regelgeving hierover al aangepast. Sinds 1 juni 2024 is de aanbestedende overheid in bepaalde gevallen verplicht om bij de opening van de offertes informatie bekend te maken, zoals de individuele plaats van elke inschrijver in het voorlopig klassement. Dit helpt bouwbedrijven bij hun planning en zorgt voor meer transparantie. Vanuit het werkveld hoor ik echter dat deze regel zeer gebrekkig wordt nageleefd. Heel wat aanbestedende overheden zouden deze communicatie vertragen of zelfs achterwege laten. Dat is ronduit onaanvaardbaar! De overheid moet de wet naleven. Ik zal

mijn collega’s in de regering en de Commissie voor Overheidsopdrachten sensibiliseren, zodat alle bestuursniveaus toezien op de naleving van deze verplichting."

Onze federatie merkt ook op dat het e-Procurementplatform de administratieve last met 30% kan verminderen. Overweegt u het gebruik van dit platform verplicht te maken voor alle overheidsopdrachten?

"Het platform is zo ontworpen dat het gebruiksvriendelijk is en erop gericht om procedures te vereenvoudigen en de administratieve last voor bedrijven te verlagen.

Zoals het regeerakkoord voorziet, wordt elektronische facturatie aan bedrijven (G2B) verplicht voor overheden.

Het gebruik van het federale e-Procurementplatform is verplicht, behalve voor opdrachten onder de 30.000 euro. Voor kleine opdrachten is het minder aangewezen, omdat dit kmo’s zou kunnen ontmoedigen om deel te nemen."

De regering wil ook de juridische bescherming uitbreiden naar renovatie- en casco-projecten. Hoe voorkomt u dat dit leidt tot extra kosten voor consumenten en meer administratie voor bedrijven?

"Consumenten investeren vaak aanzienlijke bedragen in renovatie- of casco-projecten. Deze vallen niet onder de wet-Breyne, en dat is ook niet wenselijk, want de 'one-size-fitsall'-aanpak van de wet-Breyne past niet bij renovatiewerken, die sterk kunnen verschillen in omvang en aard. Ook de Bijzondere raadgevende commissie Verbruik stelde in september 2022 dat de wet-Breyne een specifieke wet moet blijven voor woningbouw en -verkoop. Het regeerakkoord voorziet daarom, na overleg met stakeholders, in een apart beschermingssysteem voor renovatie- en casco-projecten.

Getuigenissen van consumenten die tienduizenden euro’s verliezen aan malafide 'aannemers' die herhaaldelijk failliet gaan, raken zowel de sector als de consument. Ik

David Clarinval is vicepremier en minister van Werk, Economie en Landbouw.

weet dat de sector zelf vraagt om op te treden tegen deze fraudeurs die de reputatie van de sector schaden. Maar het is niet de bedoeling om de hele bouwsector met dure nieuwe verplichtingen op te zadelen vanwege enkele 'cowboys'.

Mijn standpunt in de regering is dan ook dat elke maatregel in dit dossier zich specifiek moet richten op frauduleuze spelers."

Laat ons het nu over administratieve lasten hebben: Embuild heeft een ambitieus plan met 30 concrete maatregelen ingediend. Welke daarvan wilt u uitvoeren? Wat met de ConstruBadge? Moet die verplicht worden in de welzijnswet? En wat met het 'Only Once'-principe?

"Het verminderen van de administratieve last voor bedrijven is een van mijn prioriteiten deze legislatuur. Ik wil bedrijven de ruimte geven om zich te focussen op hun economische activiteiten en zo waarde te creëren.

Ik heb uw voorstellen grondig bekeken, onder meer over de KBO, overheidsopdrachten en UBO. Mijn diensten analyseren deze voorstellen, en ik werk samen met de minister van Administratieve Vereenvoudiging aan trans-

versale principes en tools zoals de e-Box voor bedrijven en het 'Only Once'-principe.

Het dossier rond de ConstruBadge wordt momenteel onderzocht door de RSZ, om werkgevers een zo volledig mogelijk beeld te geven van wie er op de bouwplaats aanwezig is. Het doel is om opdrachtgevers in realtime te informeren over sociale gegevens zoals Limosa. Zodra er een voorstel ligt, zal ik samen met mijn collega Rob Beenders (Vooruit) en de sociale partners, onder wie Embuild, bekijken hoe we dit wettelijk kunnen verankeren.

Wees gerust, deze voorstellen blijven niet onbeantwoord."

Op termijn zal verplichte elektronische facturatie vanaf 2026 de administratieve last van bedrijven verminderen. Maar volgens onze recente enquête is slechts 15% klaar voor deze stap. Gaat u zko’s en kmo’s ondersteunen bij deze overgang?

"Ik besef dat de overstap naar elektronische facturatie voor veel zko’s en kmo’s een uitdaging is. Enerzijds is er een sensibiliseringscampagne gevoerd door de FOD Financiën en de FOD Economie. Anderzijds is er financiele steun voorzien voor de nodige IT-ontwik-

Voor de vicepremier is het verminderen van de administratieve last voor de bedrijven een van de prioriteiten van deze legislatuur.

kelingen. De aftrek voor digitale investeringen in facturatie, klantenbeheer, e-commerce en cybersecurity is opgetrokken tot 20% vanaf 1 januari 2025.

Gezien de uitdaging voor bouwbedrijven ben ik ervan overtuigd dat een federatie als de uwe een sleutelrol speelt in de informatieverstrekking aan haar leden in deze laatste rechte lijn."

Wat met de check-in en check-out? Wordt dat verplicht voor alle werknemers: loontrekkenden, zelfstandigen en gedetacheerden?

En wat vindt u van het idee om de aansprakelijkheid van de werkgever naar de werknemer te verschuiven?

"Wat het check-in- en check-out-systeem betreft, ligt de bal momenteel bij de Nationale Arbeidsraad (NAR). We wachten het advies van de sociale partners af vooraleer concrete voorstellen uit te werken.

Voor mij is het in elk geval essentieel dat het nieuwe systeem de huidige administratieve last vermindert en dat de verplichting niet alleen geldt voor Belgische werknemers, maar ook voor gedetacheerden.

Het spreekt, volgens mij, voor zich dat de aansprakelijkheid voor een correcte registratie bij de werknemer ligt. De werkgever kan immers niet dagelijks controleren of iedereen de bouwplaats heeft verlaten.

Een duidelijke instructie, een overgangsperiode en maatregelen om buitenlandse werknemers te betrekken zijn noodzakelijk voor een goede implementatie. Wat de technische aspecten betreft, lijkt samenwerking met de bestaande toepassing van de RVA aangewezen."

Hebt u nog een laatste boodschap voor onze lezers om dit interview af te ronden?

"Als minister van Economie en Werk is mijn prioriteit duidelijk: de concurrentiekracht van de bedrijven waarborgen. De bouwsector is een pijler van onze economie, met bijna 29.000 werkgevers, 82.000 zelfstandigen, 207.000 werknemers, waarvan 152.000 arbeiders, en veel openstaande vacatures. U kunt op mij rekenen om uw sector te verdedigen binnen de regering."

VEILIG BOUWEN: EERST DENKEN, EN DAN DOEN!
Doe mee en signeer het charter op safetymypriority.be

" Wat het check-in- en check-outsysteem betreft, ligt de bal momenteel bij de Nationale Arbeidsraad (NAR). "

Wat kan Europa doen om de bouw van woningen weer op gang te krijgen?

Nu er een Europese Commissaris voor Wonen is aangesteld, zet de EU de wooncrisis bovenaan de agenda. Maar voordat ze een initiatief neemt, wil de Europese Commissie eerst horen wat bedrijven, burgers en regeringen ervan vinden. Embuild pleit voor een aanpak die focust op waar Europa het verschil kan maken: meer geld vrijmaken voor betaalbare woningen, vergunningen sneller regelen, offsite bouwen stimuleren, energiezuinige renovaties aanmoedigen en sociale huisvesting uitbouwen. Een platform zou kunnen helpen om landen, gewesten en gemeenten beter te laten samenwerken.

De afgelopen jaren is bouwen flink duurder geworden door hogere materiaal- en loonkosten, én door stijgende hypotheekrentes. De hoge grondprijzen, de complexe stedenbouwkundige regelgeving en de lange vergunningsprocedures maken het bouwen van nieuwe woningen extra moeilijk.

door ingewikkelde procedures en soms lokale tegenwerking.

Meerdere knoppen tegelijk indrukken

" In België werden in het eerste kwartaal van 2025 minder dan 10.000 nieuwe woningen vergund, een historisch dieptepunt."

Het gevolg? In België werden in het eerste kwartaal van 2025 minder dan 10.000 nieuwe woningen vergund – een historisch dieptepunt. Ondertussen groeit het aantal huishoudens sneller dan de bevolking, vooral door meer mensen die alleen wonen. Die demografische ‘versnippering’ zorgt voor extra vraag naar meer, vaak kleinere woningen, terwijl het huidige aanbod dat niet aankan. Zo wordt het evenwicht tussen vraag en aanbod alleen maar schever.

Sociale huisvesting

Sociale huisvesting is nog een zwakkere schakel. De nood is enorm, maar het geld ontbreekt. De relanceplannen voorzien 52,8 miljard euro, maar eigenlijk is er bijna 342 miljard nodig om aan de Belgische vraag te voldoen. In Vlaanderen alleen stonden er in 2022 maar liefst 176.000 mensen op de wachtlijst voor een sociale huurwoning. Projecten lopen vast door te weinig budget (dat is opgeslokt door allerlei crisissen), maar ook

Om uit deze impasse te raken, moet er op verschillende fronten tegelijk iets gebeuren. Vergunningen sneller en eenvoudiger regelen is een prioriteit. Volgens onderzoek van de KUL over de economische impact van het vergunningsbeleid in België levert een versnelde behandeling van bouwvergunningen voor residentiële projecten een aanzienlijke financiele winst op. Voor een standaardproject van 20 woningen levert elke verkorting van de doorlooptijd een besparing op van 150.000 euro voor 6 maanden, 300.000 euro voor 12 maanden en 500.000 euro voor 18 maanden. Innovatie is ook een belangrijke hefboom. In België wint offsite bouwen terrein, en dat heeft voordelen: sneller klaar, lagere kosten, hogere kwaliteit en betere energieprestaties. Het gebrek aan geharmoniseerde normen en Europese standaarden remt de groei ervan, net als te weinig investeringen op dit gebied. De digitale omslag in de bouwsector gaat ook te traag: slechts 55% van de Europese bouwbedrijven gebruikt technologie, en in België werft amper 5% digitale profielen aan. Nochtans is de impact op de kosten, timing, veiligheid en kwaliteit alleen maar positief. Ook de groene transitie is een uitdaging

voor onze bedrijven. De meeste bedrijven willen duurzaam werken, maar lopen aan tegen extra kosten, recyclageketens die nog niet goed werken en oneerlijke concurrentie van goedkope, nieuwe materialen uit het buitenland. Om dit potentieel te benutten zijn gerichte financiële prikkels nodig, zoals fiscale voordelen en minder administratie.

Laat het duidelijk zijn: het doel van de Europese Commissie is niet om een nieuwe richtlijn voor betaalbare huisvesting te maken, maar om bestaande instrumenten beter te benutten en aan te passen, zodat ze nationale en regionale beleidsmakers kunnen inspireren en ondersteunen. De Europese hefbomen zijn: het vrijmaken van Europese financiering (EIB, Cohesiefonds, InvestEU), het verkorten van de termijnen voor het verlenen van vergunningen, het ondersteunen van offsite bouwen door het financieren van onderzoek en innovatie, het stimuleren van de bouw van sociale woningen en energetische renovatie door de herziening van de staatssteunverordening.

Europees platform

Een Europees platform zou de samenwerking tussen landen, gewesten en gemeenten kunnen versterken. Zo’n systeem is broodnodig en positief voor de sector, maar moet wel afgestemd zijn op de lokale realiteit, want de wooncrisis ziet er overal anders uit en vraagt dus om maatwerk.

Gezien deze wooncrisis roept Embuild op tot een Europees initiatief dat zich richt op de gebieden waar de Unie de grootste impact kan hebben. Dat betekent Europese financiering ten volle inzetten voor betaalbare woningen, vergunningen sneller en eenvoudiger regelen, offsite bouwen stimuleren, energiezuinige renovaties versterken en sociale huisvesting uitbouwen. Zo’n platform kan ook de inspanningen van lidstaten, gewesten en gemeenten coördineren en best practices verspreiden. Alleen door te kiezen voor een combinatie van eenvoud, innovatie, financiële prikkels en Europese samenwerking kunnen we de wooncrisis aanpakken – in het belang van de burgers, de regio’s en een duurzame toekomst.

AL GENOEG AAN JE HOOFD?

Waarom je verzekeringen

– pro en privé – bundelen bij Federale Verzekering?

• Je hebt 1 contactpersoon, met kennis van zaken

• Je vermindert je administratie

• Je krijgt 15% korting* als je 3 verzekeringen combineert

Zo maak jij je hoofd en handen vrij om je te kunnen focussen op je zaak! Federale Verzekering. Altijd mee, pro en privé. Combineer 3 VERSCHILLENDE VERZEKERINGEN en 15krijg

*Voorwaarden en actiereglement op federale.be/nl/combineer-bespaar

Hoe pakken we het tekort aan arbeidskrachten aan?

In onze sector is het tekort aan arbeidskrachten al jarenlang een terugkerend probleem. We horen het jou vaak zeggen:

“Het is lastig om personeel te vinden!” Op dit moment zijn er zo’n 17.000 openstaande vacatures in de Belgische bouwsector. Embuild, de gewestelijke entiteiten en de beroepsverenigingen maken zich hier grote zorgen over en proberen op allerlei manieren het probleem aan te pakken. Het is cruciaal om het imago van onze sector op te poetsen en hem aantrekkelijker te maken. Overal in het land hebben we nood aan nieuwe en gerenoveerde woningen, gebouwen en moderne infrastructuur. Dat kan alleen als bouw- en installatiebedrijven voldoende mensen hebben om zowel kwantitatief als kwalitatief werk te leveren.

Verloop en effecten van de sectorale imago- en activeringscampagne

“Zelfs met de huidige zwakkere bouwconjunctuur telt de Belgische bouw nog altijd ongeveer 17.000 openstaande vacatures”, stelde Embuild bij de start van het huidige schooljaar. “De vacaturegraad, die aangeeft hoeveel openstaande vacatures er zijn in verhouding tot het totaal aantal banen in de sector, is in de bouw met 7,07% het hoogst van alle sectoren. Drie kwart van de bouwbedrijven zoekt momenteel versterking of vervanging. Maar liefst 87% van die bedrijven omschrijft dat zoekproces als moeilijk tot zeer moeilijk.”

Oproep van Embuild

Niko Demeester, CEO van Embuild, riep dan ook bij de start van het nieuwe schooljaar jongeren op om voor één van de vele studierichtingen in de bouw te kiezen. De job- en carrièremogelijkheden in de bouw zijn legio. Niko Demeester: “Veel mensen associëren de bouw nog steeds met zwaar, vuil of saai werk, maar dat is onterecht want de bouw- en installatiesector wordt steeds technologischer en innovatiever.

AI (Artificial Intelligence), drones, VR (Virtual Reality) en 3D printing zijn nu alomtegenwoordig en maken het werk op de werf efficienter, lichter, veiliger en properder. Bovendien bieden we steeds meer jobs aan op het vlak van planning, administratie, verkoop, marketing, communicatie of juridische adviesverlening. De bouwbedrijven zoeken dus echt heel wat uiteenlopende profielen.”

Ambitieuze doelstellingen

Om het imago van de sector te verbeteren loopt nu al sedert april 2022 een grootscheepse promotiecampagne. Die gaat voornamelijk uit van het sectoraal fonds Constructiv en wordt gesteund door al de sociale partners die dit fonds besturen (waaronder ook Embuild). In 2022 heeft de sector daarbij drie ambitieuze doelstellingen vooropgesteld: 20% meer instroom in basisopleidingen voor de bouw, 20% meer doorstroming van die opleidingen naar de sector en 20% minder uitstroom uit de sector.

Jan Vochten, directeur van het sociaal departement van Embuild, legt uit: “De campagne ging van start met een aantal TV-spots met de slogan 'De bouw kijkt verder'. Daarnaast kwam het onlineplatform www.debouwkijktverder.be tot stand. Op die site kan je al de jobs en opleidingen in de bouw vinden. Daarnaast nam Constructiv elk jaar aan een aantal druk bezochte muziekfestivals deel. Bezoekers konden een aantal bouwtesten uitvoeren en kregen dan leuke T-shirts over de bouw mee. Constructiv heeft ook jongeren aangemoedigd om op allerlei ‘construction challenges’ in te gaan. Zo konden zij hun creativiteit botvieren door een digitaal huis op te richten.

Verbeterd imago

Het imago van de sector is intussen merkbaar verbeterd. Uit een bevraging is bijvoorbeeld gebleken dat 32% van de Belgen zeer positief staan tegenover de bouw tegen maar 27% vier jaar geleden. Ook de eigen bouwvakkers zijn fierder op hun sector geworden: 57% tegenover 52% voorheen. Het aantal volgers van de sector op sociale media is verviervoudigd van 6.660 naar 27.894. In 2024 werden op www.debouwkijktverder.be bijna 160.000 beroepenpagina’s bekeken. Tegelijk steeg het aantal job- en opleidingsvragen op die site tot bijna 23.000.”

Kristof Van Roy, manager bij Constructiv en verantwoordelijk voor studiewerk en communicatie, herinnert eraan dat de campagne van

belangstelling voor de

Constructiv op drie strategische pijlers stoelt: eerst het imago van de bouwsector opwaarderen, vervolgens diverse doelgroepen overtuigen van de meerwaarde van een job in de bouw en tenslotte diverse doelgroepen activeren voor de bouw door instroomdrempels te verlagen en hun de weg te wijzen naar vacatures en opleidingen.

Meer klemtoon op activering

Vanaf 2023 zette de campagne van Constructiv gestaag meer in op de pijler ‘activatie’. De online activeringstool BouwWizard behoort daarbij. Met die test kunnen jongeren voor zich zelf nagaan voor welk bouwberoep zij het meest aanleg hebben. De aandacht verschoof van spectaculaire werven naar verhalen van individuen: de ‘bouwhelden’. In april 2025 zag een nieuwe actie het leven: de zoektocht naar bouwvakkers die getuigen over hun leven op de werf. Want maar liefst 49% van de instroom in de sector verloopt via informele netwerken van de werknemers zelf. Uitgangspunt is dat zij de beste ambassadeurs zijn voor een job in de bouwsector.

Kristof Van Roy: “Wij laten hen dus zelf content maken en in hun eigen netwerk verspreiden maar tegelijk steunen wij hen bij het maken van hun social media posts. Na een succesvol pilootproject in Oost-Vlaanderen hebben wij deze actie tot heel Vlaanderen uitgebreid onder de naam ‘Content Builders’. In september 2025 waren er al 24 Content Builders actief. Bovendien breiden wij de actie nu uit naar leerkrachten en leerlingen. Scholen die meedoen kunnen rekenen op tips & tricks van een communicatie-agentschap om hun bouwrichtingen in de kijker te zetten.”

Effect op leerlingenaantallen

Maar welk is het effect van de campagne op het aantal leerlingen tot nu toe? Het is positief dat dit aantal er alvast niet langer op achteruit gaat. Kristof Van Roy: “Over de laatste drie beschikbare schooljaren (2021-2022,2222-2023 en 2023-2024) is er zelfs sprake van een lichte stijging van het aantal leerlingen ingeschreven in het bouwonderwijs in België (voltijds en duaal onderwijs samengeteld). Het aantal leerlingen evolueerde in die periode van 13.030 naar 13.275. Dat is bijna 2% meer.

Dit aantal daalde in Wallonië (van 5.399 tot 5.262) en in het Brusselse gewest (Frans- en Nederlandstalig onderwijs samen) van 759 naar 701. Maar in Vlaanderen merkten wij duidelijk een stijgende trend (van 6.872 naar 7.312). Dat

komt neer op een toename met 6%.” Veerle Desutter, beleidsverantwoordelijke Onderwijs & Arbeidsmarkt bij Embuild Vlaanderen, stipt daarbij nog aan dat niet alleen het totaal aantal leerlingen maar ook het aantal meisjes in het Vlaamse bouwonderwijs toeneemt.

Daarnaast haalt zij nog twee opvallende evoluties aan: “Sinds de hervorming van het Vlaamse onderwijs kunnen jongeren in de derde graad kiezen voor Bouw- en Houtwetenschappen. Die opleiding bereidt voor op een masteropleiding in de bouw. Het aantal leerlingen in die opleiding steeg van 198 in 2024 naar 340 in 2025. En de deelname aan de duale bouwopleidingen is op een jaar tijd bijna verdubbeld. Bovendien zullen als gevolg van de Vlaamse onderwijshervorming de 7de specialisatiejaren voortaan allemaal duaal worden aangeboden. Het effect hiervan op de leerlingenaantallen is evenwel nog onzeker.”

Inschakeling van buitenlanders

En hoe zit het met de inschakeling van gedetacheerden in de bouw? Volgens cijfers van Constructiv is dit aantal tijdens de laatste kwartalen gestaag gedaald, bijvoorbeeld van 38.475 in het vierde kwartaal van 2022 naar 37.356 in het vierde kwartaal van 2025 (waarvan 27.606 in Vlaanderen, 11.868 in Wallonië en 6.512 in het Brusselse gewest).

Arbeidsmigratie via een ‘single permit’ (via een gecombineerde arbeids- en verblijfsvergunning), een systeem waarbij een buitenlandse werknemer van buiten de Europese Unie op de loonlijst van het Belgische bedrijf wordt gezet, kent daarentegen een gestage groei, althans in Vlaanderen. Veerle Desutter: “De Vlaamse bouw gebruikt dit systeem vooral om middengeschoolde technici in te schakelen (bijna 2.000 in 2024) en veel minder om hoogopgeleide ingenieurs in te schakelen (minder dan 100 in 2024).

In andere sectoren, zoals de IT-sector, ligt het aandeel hooggeschoolde buitenlanders met een ‘single permit’ veel hoger.”

Veel
stand van Constructiv op het festival Suikerrock in Tienen.

Regionale Embuilds in de bres

De organisatie van de arbeidsbemiddeling en van het onderwijs is een regionale bevoegdheid. In het hiernavolgende artikel gaan wij dieper in op de initiatieven die Embuild Vlaanderen, Embuild Wallonie en Embuild Brussels ondernemen om de tekorten op de bouwarbeidsmarkt te helpen oplossen.

Vlaanderen

Embuild Vlaanderen zkt. toekomstbouwers

Onder de noemer ‘toekomstbouwers’ versterkt Embuild Vlaanderen de imagocampagne van Constructiv met twee bijzondere initiatieven: enerzijds door bouwprofessionals in scholen van het secundair onderwijs een getuigenis te laten afleggen en anderzijds door groepen van leerlingen te laten kennismaken met de bouwrealiteit op bouwplaatsen en in ateliers van bouwbedrijven.

Embuild Vlaanderen streeft voor beide initiatieven naar een uitbreiding. Veerle Desutter, beleidsverantwoordelijke voor onderwijs en arbeidsmarkt bij Embuild Vlaanderen getuigt: “In 2025 gaven 30 gastsprekers evenveel gastlessen in scholen. Zij lieten de jongeren kennis maken met de innovaties in de bouw op het vlak van duurzaamheid en digitalisering en spraken ook over de vele job- en carrièremogelijkheden in onze sector.

Enthousiaste gastsprekers voor de klas

Wij bezorgen aan de gastsprekers voor die voordracht een stramien waarop zij kunnen voortwerken. Op basis hiervan kunnen zij hun eigen carrière maar ook het werk van hun collega’s toelichten. Na deze toelichting van ongeveer een uur is er een uur mogelijkheid tot vraagstelling. Maar de gastsprekers kunnen dit tweede uur ook invullen met demonstraties.

Al de gastsprekers reageerden intussen enthousiast. Voor het schooljaar 2025-2026 hopen wij het aantal gastsprekers uit te breiden tot een 50-tal. In principe zijn deze gastlessen bestemd voor leerlingen van de 1ste graad maar gastsprekers zijn ook bereid om te spreken voor leerlingen van de 2de en de 3de graad.

Die hebben al gekozen voor de bouw maar worden door zo’n gastspreker extra gemotiveerd, wat de doorstroming naar de bouw alleen maar kan bevorderen. Extra gastsprekers kunnen zich nu bij Embuild Vlaanderen aanmelden.”

Al op vrijdag naar open werven

Een tweede initiatief van Embuild Vlaanderen gaat over de openstelling van werven voor leerlingen op de vrijdag die voorafgaat aan de Open Wervendag. Veerle Desutter: “Ook hiervoor merken wij een stijgend enthousiasme bij onze leden. In 2024 zijn wij kleinschalig met dit initiatief van start gegaan. Maar in 2025 ontvingen wij al bijna 2.000 jongeren op 13 werven. Die vrijdag ging bovendien gepaard met een event op een renovatiewerf in Kortrijk waar een 200-tal leerlingen aan deelnamen. Voor vrijdag 29 mei 2026 mikken wij op 20 opengestelde werven. Hiervoor kunnen bouwbedrijven kandideren vanaf oktober. Voor beide initiatieven binnen het project Toekomstbouwers werken wij samen met Constructiv en met Vlajo (Vlaamse Jonge Ondernemingen).”

Niet-beroepsactieven activeren

Omwille van de federale beslissing om de werkloosheidsuitkering in de tijd te beperken wil de Vlaamse regering zoveel mogelijk mensen, die vandaag nog niet werken, toch stimuleren om aan het werk te gaan. Samen met Voka dringt Embuild Vlaanderen er bij VDAB op aan om langdurig werkzoekenden te activeren. Dat kan via een opleiding bij VDAB, via een IBO (Individuele Beroepsopleiding in de Onderneming) of een stage. Ook voor die doelgroep plaatst Embuild Vlaanderen de bouw prominent in the picture.

Tegelijk moet VDAB werk maken van een vereenvoudiging van de IBO. Dit actiepunt

" Een tweede initiatief van Embuild Vlaanderen gaat over de openstelling van werven voor leerlingen op de vrijdag die voorafgaat aan de Open Wervendag. "

VEERLE DESUTTER

Met het Vlaamse project Toekomstbouwers komen bouwprofessionals in de scholen om leerlingen voor de sector te doen kiezen.

Het Waalse project ‘Construis ton avenir’ stelt werkzoekenden in staat om werven te bezoeken en in de opleidingscentra van de Forem de bouwberoepen te ontdekken.

" Wallonië staat op een kruispunt met veel hervormingen, vooral in het onderwijs. De bouw biedt mooie carrièreperspectieven. "

GAUTHIER DE VOS

wordt trouwens expliciet in het Vlaams regeerakkoord vermeld. Samenwerken met een bedrijf uit de sociale economie behoort eveneens tot de mogelijkheden. De Vlaamse overheid wil in die bedrijven duizend extra jobs creëren. Bouwbedrijven kunnen sommige taken aan hen uitbesteden. Een aantal doen dit nu al.

Buitenlands talent inschakelen

Maar Veerle Desutter plaatst daar nog de volgende kanttekening bij: “Zelfs als er meer niet-beroepsactieven in de bouw instromen, blijft het aantrekken van buitenlands talent noodzakelijk om het huidige bouwarbeidstekort op te lossen. Dat gebeurt vaak via detachering maar kan ook via een gecombineerde arbeids- en verblijfsvergunning. In 2024 heeft de Vlaamse bouw via deze weg middengeschoolde technici van voornamelijk Turkse nationaliteit maar daarnaast ook uit Marokko, Albanië en Kosovo aangeworven. We zien dit aanwervingskanaal jaar na jaar groeien en verwachten dat dit nog verder het geval zal zijn.”

Heel concreet organiseert Embuild Vlaanderen op 20 november een rondetafel om samen met een Pakistaanse delegatie concrete samenwerkingsmogelijkheden voor arbeidsmigratie in de bouw-, zorg- en technische

sector te verkennen. Pakistan kent een lange traditie in het uitsturen van jonge arbeidsmigranten en de Pakistaanse overheid coördineert en investeert volop in deze samenwerkingen. Het aantal deelnemers is beperkt. Meld je zo snel mogelijk aan bij veerle.desutter@ embuild.be.

Wallonië

Toen Bernard Piron in 2021 werd aangesteld als voorzitter van Embuild Wallonie, gaf hij aan dat zijn eerste prioriteit het tekort aan arbeidskrachten was. En dat is nog steeds zo. “In Wallonië zijn er momenteel 6.000 openstaande vacatures in de sector en volgens een studie van de Forem zullen er tegen 2030 nog eens 30.000 extra werknemers nodig zijn om de doelstellingen van de Waalse renovatiestrategie te halen,” legt Gauthier De Vos, manager Werk, Opleiding en Onderwijs bij Embuild Wallonie, uit.

Onze Waalse regionale entiteit zet zich uiteraard ook in om meer mensen naar de sector te lokken. “In 2019 zijn we gestart met de campagne ‘Je construis mon avenir’, die inmiddels heeft plaatsgemaakt voor de nationale campagne ‘De bouw kijkt verder’, gecoordineerd door Constructiv. Die campagne is de hoeksteen van de sector en ondersteunt verschillende initiatieven, ook in Wallonië.”

Verschillende doelgroepen

Deze acties zijn gericht op verschillende doelgroepen. Voor het grote publiek start op 18 oktober het derde seizoen van ‘Les Nouveaux Bâtisseurs’ op de RTBF. “Enkele weken lang wordt er elke zaterdag, vlak voor het journaal van halfacht, een aflevering uitgezonden. Het zijn reeksen die de diverse beroepen in de bouwsector in de kijker zetten. Mooie verhalen over vakmensen en arbeiders die onze gebouwen bouwen en renoveren. We hopen dat deze getuigenissen mensen inspireren om voor de sector te kiezen.”

Een andere actie om mensen te rekruteren, deze keer gericht op bedienden: de Speed Dating Construction. “Dit is al de tiende editie van dit evenement dat we samen met Buildwise en AKT for Wallonia organiseren. Het is bedoeld voor studenten in hun derde bachelorjaar of laatste masterjaar in een bouwrichting, zodat ze bedrijven kunnen ontmoeten die hen willen verwelkomen voor hun eindstage. De laatste editie vond plaats op 24 september bij Buildwise in Limelette.”

Voor werkzoekenden is er het project ‘Construis ton avenir’, dat jaarlijks meer dan 300 werkzoekenden wil onderdompelen in verschillende beroepen binnen de sector. “Dit is de tweede editie, in samenwerking met Constructiv en de Forem. Dit jaar organiseren we zeven dagen verspreid over heel Wallonië in Forem-opleidingscentra: Châtelineau, Doornik, Haine-Saint-Paul, Frameries, Nijvel, Grâce-Hollogne en Libramont. We mikken op 500 deelnemers.

Zo’n dag verloopt als volgt: ’s ochtends bezoeken de deelnemers een werf en ontmoeten ze professionals, ’s namiddags keren ze terug naar het centrum en kunnen ze verschillende beroepen uitproberen en de voor- en nadelen ontdekken. We verdoezelen niets over de werkomstandigheden,” zegt Gauthier De Vos. “Dit jaar organiseren we ook een try-out voor jongeren van het IFAPME. Hetzelfde programma, maar dan voor jongeren tussen 15 en 18 jaar die nog geen beroepskeuze hebben gemaakt.”

STEAMULE

Tot slot wijst Gauthier De Vos op het STEAMULE-project, in samenwerking met de Stichting voor het Onderwijs en ADEB-VBA, de vereniging der Belgische aannemers van grote werken. Het project is aan zijn tweede

editie toe. Het is een jaarlijks traject van intersectorale activiteiten om jongeren bewust te maken van STEM-beroepen, met aandacht voor het doorbreken van beroepsstereotypen en gekoppeld aan educatieve doelstellingen. “Het project is bedoeld voor leerlingen van het eerste en tweede middelbaar, die gedurende het schooljaar verschillende beroepen leren kennen. Vorig jaar namen 750 leerlingen uit 8 scholen deel: 5 in Luik en 3 in Henegouwen.”

De manager Werk, Opleiding en Onderwijs bij Embuild Wallonie hoopt dat al deze initiatieven de gezochte arbeidskrachten naar de Waalse bouwsector zullen brengen. “Wallonië staat op een kruispunt met veel hervormingen, vooral in het onderwijs. De bouw biedt mooie carrièreperspectieven. In deze zoektocht naar arbeidskrachten staat Embuild Wallonie aan je zijde om samen een oplossing te vinden,” besluit Gauthier De Vos.

Brussel

“De Brusselse bouwsector is nog steeds op zoek naar gekwalificeerde en gemotiveerde arbeidskrachten. Al ligt de aanwerving momenteel wat stil door het ontbreken van een regering, het wegvallen van de RENOLUTION-premies en het stilleggen van heel wat openbare projecten. Maar ik ben ervan overtuigd dat zodra er een regering is, alles snel weer op gang kan komen,” zegt Laurent Schiltz, secretaris-generaal van Embuild.Brussels. “De renovatiestrategie RENOLUTION heeft er al voor gezorgd dat de sector in vier jaar tijd gegroeid is van 30.000 naar 35.000 werknemers. Het heropstarten van de renovatiepremies is dus cruciaal, ook om die werknemers te blijven inzetten voor de klimaatdoelstellingen.”

Onze regionale entiteit werkt dagelijks aan een belangrijk project, mogelijk gemaakt door een subsidie van de Franse Gemeenschapscommissie (COCOF). Het doel? Enerzijds meer mensen aantrekken naar de bouwsector, anderzijds jongeren helpen om de overstap naar onze sector te maken. “Het project wil jongeren die een alternerende opleiding volgen, vlot laten doorstromen naar de bouw. Er is een raamovereenkomst tussen de sociale partners van de sector, het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en de COCOF om het opleidings- en werkgelegenheidsbeleid zo goed mogelijk af te stemmen op de noden van bedrijven en doelgroepen. Bij Embuild.Brussels is er iemand specifiek aangesteld voor dit project, die nauw samenwerkt met het SFPME (Opleidingsdienst voor kmo’s)

Construcity organiseert acties zoals de Construcity Bike Show met acht thematische fietsen die op evenementen de bouwberoepen voorstellen.

en het EFP, het centrum voor alternerend leren in Brussel,” legt Laurent Schiltz uit. Die persoon is Dimitri Laenen, adviseur Werk, Opleiding en Onderwijs (WOO) bij Embuild.Brussels. “Binnen alternerend leren heb je de opleiding tot leerling (15 tot 23 jaar) en die tot bedrijfsleider (vanaf 18 jaar). Mijn taak is om deze jongeren of volwassenen te begeleiden tijdens hun traject. Ik help hen een stageplaats te vinden en contacteer bedrijven om hen te informeren over de voordelen van alternerend leren en te peilen of ze een stagiair willen ontvangen. Na drie jaar opleiding help ik hen om door te stromen en stimuleer ik bedrijven om die persoon op lange termijn aan te nemen. De EFP-verantwoordelijken zorgen onder andere voor de erkenning van bedrijven die stagiairs ontvangen, en ik coördineer het hele proces,” vertelt Dimitri Laenen.

Construcity.brussels

"

Dankzij Construcity helpen we jongeren en volwassenen om te starten in bouwberoepen die zinvol zijn, duurzaam en gericht op innovatie en de toekomst."

Embuild.Brussels is ook erg actief binnen de Opleidings- en Werkgelegenheidspool (OWP) voor de bouwsector in Brussel: Construcity.brussels. Alle projecten rond werk en opleiding, zowel publiek als privaat, worden daar gecoördineerd en gebundeld – inclusief het hierboven beschreven transitieproject. Embuild.Brussels is overigens sinds de oprichting in 2021 voorzitter van deze pool. De pool verenigt alle publieke en private spelers (Constructiv, Embuild.Brussels, Actiris, VDAB, Bruxelles Formation, efp & sfpme en Leefmilieu Brussel). Ook andere organisaties zoals de Cité des Métiers en het onderwijsveld werken regelmatig samen met de OWP.

Organisatorisch bestaat Construcity uit een sectorale pijler beheerd door Constructiv en Embuild, een werkgelegenheidspijler beheerd door Actiris en een pijler beheerd door Bruxelles Formation die zich inzet voor opleiding en de erkenning van vaardigheden. “De pool wil alle acties van deze spelers rond werk en opleiding coördineren en middelen en expertise delen ten voordele van werkzoekenden en werknemers in Brussel. Het uiteindelijke doel is onder andere om de instroom van werkzoekenden en deelnemers aan opleidingen in de sector te verhogen,” aldus de adviseur.

353 mensen aan werk geholpen

Concreet vinden er elke dinsdag infosessies plaats in de kantoren van Construcity, midden in Brussel aan de Koningsstraat 45.

Dat zijn er zo’n vijftig per jaar, met gemiddeld twaalf aanwezigen. Iedereen die interesse heeft in een job of opleiding in de bouw krijgt in een kwartier een overzicht van de mogelijkheden. De cijfers van 2023-2024 tonen dat Construcity goed werkt: er waren meer dan 400 screenings, 1.019 individuele actieplannen voor werkzoekenden en 353 mensen werden aan werk geholpen. “Elk jaar komen er 1.000 nieuwe mensen bij in de sector. Dat betekent dat een derde van de instroom via Construcity verloopt,” benadrukt Laurent Schiltz om het belang van deze pool te onderstrepen.

Op vlak van opleiding volgden 3.052 mensen een traject. “Construcity heeft een opleidingscentrum in Anderlecht, en het plan om een groot opleidingscentrum voor bouwberoepen te bouwen in Sint-Agatha-Berchem loopt nog steeds,” zegt de secretaris-generaal van Embuild.Brussels. “In de toekomst zullen ook de scholen moeten samenwerken met Construcity, dat met één stem moet spreken en alle sectorale acties in Brussel moet bundelen.”

Construcity is ook het sectorinstrument waarmee de campagne 'De bouw kijkt verder' in Brussel wordt uitgevoerd. Heel wat bedrijven uit de sector geloven in de meerwaarde en werkten al samen met de pool, zoals Socatra, Louis De Waele, Jacques Delens, Balcaen, Cegelec, Vandermosten, WAWW en nog vele anderen.

Construcity is ook aanwezig op verschillende vakbeurzen en organiseert acties om onze sector bekend te maken: de weken van duurzaam bouwen met leerlingen uit het vijfde en zesde leerjaar van Brusselse scholen, de Construcity Bike Show met acht thematische fietsen die op evenementen de bouwberoepen voorstellen… Construcity (en dus ook Embuild. Brussels) is overal aanwezig om onze sector en zijn potentieel in de kijker te zetten.

Duurzame beroepen met toekomst

Onze Brusselse regionale entiteit doet er dan ook alles aan om bouwbedrijven te helpen bij hun zoektocht naar personeel. “De Brusselse bouwsector zal altijd nood hebben aan arbeidskrachten. Bij Embuild.Brussels kennen we de huidige en toekomstige noden van de bedrijven en begeleiden we hen in hun zoektocht. Dankzij Construcity helpen we jongeren en volwassenen om te starten in bouwberoepen die zinvol zijn, duurzaam en gericht op innovatie en de toekomst,” besluit Laurent Schiltz.

Met evenementen en wedstrijden

Buiten Constructiv en de regionale Embuilds leveren ook de beroepsfederaties van Embuild inspanningen om het imago van de beroepen die zij vertegenwoordigen, bij de jongeren te verbeteren. Het gaat dan om evenementen of wedstrijden die alle hetzelfde doel nastreven: jongeren op een realistische en uitdagende manier laten kennis maken met de aantrekkelijke aspecten van deze beroepen.

Installatiesector actief ontdekken in Walibi

Zo organiseerde Techlink op 24 en 25 april 2025 voor de eerste keer een Install Tomorrow Experience Day in Walibi. Het evenement was meteen een schot in de roos want meer dan 2.000 leerlingen tussen 15 en 18 jaar en hun begeleiders konden daarop ontdekken hoe spannend, innovatief en toekomstgericht technische installatieberoepen kunnen zijn. Want daar was geen plaats voor saaie toespraken maar wel ruimte voor het opdoen van praktijkervaring en voor interactie. Dankzij partners en sponsors konden leerlingen van HVAC en sanitair en van elektrotechnische opleidingen volop testen, creëren, monteren en demonteren en zelfs programmeren. Walibi biedt twee voordelen. Daar was plaats voor een belevingsruimte van 2.000 m² vol met interactieve standen. Bovendien konden de jongeren de backstage van het Walibi-park bezoeken waar installatietechnieken op grote schaal worden toegepast. Het enthousiasme van de jongeren voor de technische installatieberoepen aanmoedigen is hoognodig. Prognoses voorspellen dat er de komende 15 jaar in de sector 30.000 nieuwe jobs zullen bijkomen omwille van de energietransitie en de tegen 2050 na te streven energieneutraliteit.

Op naar een tweede editie

Op 23 en 24 april 2026 plant Techlink gegarandeerd een tweede editie in Walibi. De ambities liggen nog hoger. Eric Piers, CEO van Techlink, legt uit: “Wij streven daarvoor naar een verdubbeling van het aantal leerlingen: van 2.000 naar 4.000. Wij nodigen alle BSO, TSO- én doorstroomleerlingen binnen de elektro- en sanitaire sector uit met focus op

de laatstejaarsstudenten maar deze keer ook studenten uit het hoger onderwijs. Wij zorgen er ook voor dat de deelnemers een voorbereidingstraject krijgen zodat nog meer gemotiveerde leerlingen de standen bezoeken. Bovendien zorgen wij voor een nog groter en beter aanbod ‘achter de schermen’ bij Walibi. Tijdens het evenement gaan wij ook aan leerkrachten specifieke opleidingssessies aanbieden.

Daarnaast zullen wij een grote campagne voeren rond de jobsite die aan Install Tomorrow is gelinkt. En wij streven naar nog meer aandacht in de media en vanuit het beleid. De Waalse minister voor Energie en Klimaat Cécile Neven heeft haar komst nu al bevestigd. Kortom, als Techlink reiken wij de hand naar het onderwijs en de politiek en zou deze samenwerking een ‘schoolvoorbeeld’ moeten zijn van hoe wij de sector van de technische installaties ondersteunen.”

Weldra 25 jaar Vlaamse Houtproef

De jaarlijkse houtproef van de Vlaamse Schrijnwerkers binnen Embuild is veruit het oudste initiatief van een beroepsfederatie om jongeren voor de sector warm te maken. In het schooljaar 2025-2026 zal deze proef al voor de 25ste keer worden georganiseerd. Via hun houtproef willen de Vlaamse Schrijnwerkers het beroep van houtbewerker in een positief daglicht stellen, de opleiding tot houtbewerker beter bekendmaken en tegelijk de jongeren overtuigen om zich verder te verdiepen in de veelzijdigheden van het vak.

De Vlaamse Houtproef is een proef voor leerlingen uit het secundair onderwijs (zowel van het 4de en 5de jaar BUSO als van het 4de jaar BSO en TSO) die de richting hout of

De jongeren kunnen op de 'Install Tomorrow Experience Day' testen uitvoeren.

In het schooljaar 20252026 zal de 'Vlaamse Houtproef' al voor de 25ste keer worden georganiseerd.

" Voor de tweede editie van de 'Install Tomorrow Expience Day' streven wij naar een verdubbeling van het aantal leerlingen: van 2.000 naar 4.000."

Op de Belgian Roof Day vindt de wedstrijd 'Krak van het Dak' plaats waarbij jonge dakwerkers anderhalve dag de tijd krijgen om hun vaardigheden te tonen en zo meteen ook het belang van jong talent in de sector benadrukken.

schrijnwerkerij volgen. Tijdens de houtproef maakt elke leerling in de school een werkstuk in massief hout en plaatmateriaal, onder toezicht van een afgevaardigde van Embuild. Het werkstuk zelf wordt ook door iemand van de schrijnwerkersfederatie ontworpen. Op het einde van de dag worden de afgewerkte werkstukken meegenomen voor een grondige beoordeling door een vakjury. Op het einde van het schooljaar worden de laureaten gehuldigd tijdens een provinciale prijsuitreiking.

Belang van manueel vakmanschap

Lawrence Steen, adjunct-directeur van Embuild Connect, getuigt: “Met de Vlaamse Houtproef willen de Vlaamse Schrijnwerkers een krachtig signaal geven: vakmanschap, métier en handvaardigheid zijn géén verleden tijd maar wel essentiële vaardigheden. Met deze proef willen zij de onderwijsinstellingen

ervan overtuigen om een basisvaardigheid zoals manuele houtbewerking niet uit het oog te verliezen. Uiteraard moeten leerlingen leren werken met machines, maar bij het plaatsen van een raam of keuken bij de klant zal een schrijnwerker altijd moeten kunnen terugvallen op zijn vakbekwaamheid om kleine aanpassingen te doen. Daarvoor is handvaardigheid onmisbaar.”

Op 24 april 2025 namen 650 leerlingen uit 45 Vlaamse scholen aan de Vlaamse Houtproef deel. Voor die proef werden intussen de site www.houtproef.be, een facebook-pagina en een moderner logo gecreëerd. De proef kreeg toen ook heel wat weerklank op regionale TV-zenders.

Derde Krak van het Dak

Op de Belgian Roof Day van 24 oktober 2025 organiseert de dakfederatie Embuild Roofers voor de derde keer onder de noemer ‘Krak van het Dak’ een wedstrijd waarbij jonge dakwerkers anderhalve dag de tijd krijgen om hun vaardigheden te tonen en zo meteen ook het belang van jong talent in de sector benadrukken. Momenteel volgen nog veel te weinig jongeren een opleiding voor dakdekker of dakdichter terwijl de dakensector steeds belangrijker wordt in de strijd tegen de klimaatverandering.

Lawrence Steen: “Vorig jaar namen 16 jonge dakwerkers tussen 17 en 24 jaar deel aan deze wedstrijd. Maar dit jaar hebben wij voor deze wedstrijd extra promotie gevoerd, onder meer met videobeelden op sociale media. Op de Belgian Roof Day is er plaats voor maximaal 21 deelnemers. Zij moeten namelijk op een maquette een plat dak, een hellend dak of een metalen dakbedekking kunnen aanbrengen. Maar wij ontvingen meer kandidaturen. Dus hebben wij dit jaar een preselectie moeten doorvoeren.”

Beloftevolle Hovenier

Nog een wedstrijd die al langer loopt, is die voor de Beloftevolle Hovenier. Embuild Plus is daarbij betrokken. Die wedstrijd vond in 2025 voor de 16de keer plaats. Leerlingen van 18 verschillende scholen namen eraan deel. Drie finalisten streden in mei voor de eindoverwinning op de Tuindagen in Beervelde. De wedstrijd bestaat onder meer uit een uitdagende praktische opdracht, met name de aanleg van een stukje tuin met gras, beplanting en verharding.

Mogelijkheden en knelpunten bij het rekruteren van nieuwe

werknemers

Karel Derde, Dirk Herman en An Warrens zijn voor leerlingen van het secundair onderwijs de bouwsector komen toelichten in het kader van het project Toekomstbouwers van Embuild Vlaanderen. Maar welke initiatieven ontwikkelen zij zelf om nieuwe medewerkers te rekruteren en welke hinderpalen komen zij daarbij tegen?

Dirk Herman, senior HR business partner bij Willemen Infra, merkt op dat zijn bedrijf al heel wat inspanningen heeft geleverd om het personeelsbestand van 1.050 medewerkers (waarvan 70% arbeiders en 30% bedienden) op peil te houden. Een belangrijk nadeel voor zijn sector is dat het onderwijs bijna geen wegenbouwgerichte opleidingen organiseert.

Beperkt onderwijsaanbod

Dirk Herman: “In Vlaanderen zijn er amper twee scholen (in Geel en Roeselare) die een 7de specialisatiejaar voor de wegenbouw aanbieden. Wij onderhouden nauwe contacten met deze scholen maar het aantal afgestudeerden is veel te beperkt om aan onze noden te voldoen. Wij zouden kunnen rekruteren uit de talrijkere ruwbouwafdelingen maar leerlingen uit die afdelingen mogen dan weer geen stage lopen in wegenbouwbedrijven. Dat past blijkbaar niet in de leerplannen.”

In Vlaanderen is vanaf 2019 een systeem van duaal leren tot stand gekomen. Dat moest een volwaardige leerweg worden, zoals het voltijds onderwijs. Dirk Herman merkt op: “Wij hebben daar reeds aan deelgenomen en er veel energie in gestoken maar met slechts één aanwerving als concreet resultaat. Bovendien zijn de leerlingen in dat circuit nog te vaak weinig gemotiveerd en te laag in aantal.”

Geen bijscholing meer via VDAB

Willemen Infra heeft ook al werkzoekenden proberen te contacteren om openstaande vacatures in te vullen. Dirk Herman: “Daarvoor kunnen wij nog een beroep doen op VDAB. Maar werkzoekenden moeten vaak

eerst een vooropleiding krijgen. Want bij wegenwerken zijn de risico’s te groot. Nadien kunnen wij ze aanwerven met een combinatie van on-the-job training en een externe bijscholing.

Tot voor kort stuurden wij onder meer onze nieuwe arbeiders tijdens de winter op vakopleiding naar de opleidingscentra van VDAB. Maar in die centra mogen voortaan alleen nog opleidingen voor werkzoekenden plaatsvinden. Bouwbedrijven moeten hun eigen werknemers zelf (laten) opleiden. Dat is zeer duur, zeker voor de wegenbouwsector, omwille van de nodige machines en terreinen. Constructiv wil nu eigen opleidingsinfrastructuur voor de zogenaamde ‘gemechaniseerde beroepen’ uitbouwen. Maar de uitbouw ervan zal zeker nog meerdere jaren duren.”

Rekruteren in het buitenland?

Is dan rekruteren uit landen zoals Polen en Roemenië een oplossing? Dirk Herman: “België is in het buitenland niet zo populair omwille van de hoge lasten op de lonen. En een Poolse kraanman verdient momenteel in Polen netto evenveel als een Belgische kraanman.

Bovendien zijn ook daar ervaren wegenwerkers schaars. Via een uitzendbureau hebben wij arbeiders uit het buitenland proberen te rekruteren. In principe konden zij dan gedurende twee weken een opleiding krijgen bij VDAB. Maar de instructeurs van VDAB gebruiken in hun lessen enkel Nederlands.”

Twijfels bij re-integratie

De overheid wil nu dat bouwbedrijven

Leerlingen van Stamina Brugge bezoeken de renovatiewerken op de luchthaven van Oostende

An Warrens van KDS voor de klas

meewerken aan de re-integratie van langdurig zieken en langdurig werkzoekenden en van nog inactieve burgers. Dirk Herman heeft zijn twijfels daarbij: “Wegenwerker is en blijft een zwaar beroep. Tegelijk heeft de overheid de subsidies voor de aanwerving van langdurig werkzoekenden stopgezet.

Nog een knelpunt is de beperkte talenkennis en mobiliteit van die doelgroep. Vaak beschikken zij niet over een rijbewijs. Bovendien is wegenbouw teamwerk. Een ploeg van drie moet minimaal uit twee stielmannen bestaan en mag met een derde beginneling worden aangevuld. Maar als je die ervaren arbeiders niet hebt of kan vinden, kan je met die derde onervaren kracht niets aanvangen.”

Op zoek naar polyvalentie

Het bedrijf van Karel Derde (Derde Construct, specialist in de aanleg van parkeerdaken) telt een 25-tal arbeiders en een 5-tal bedienden. Het bedrijf steunt grotendeels op medewerkers die op de eigen payroll staan. Maar die moeten zeer polyvalent zijn: zij moeten afwisselend kunnen metselen, rioleringen kunnen aanleggen, met branders kunnen werken, thuis zijn in wegenwerken en waterdichting en bovendien de veiligheidsvoorschriften beheersen.

Karel Derde: “Als ik voor de klas sta, vertel ik vooral hoe mijn bedrijf is gegroeid, hoe ik met een paar mensen ben begonnen en dan mijn bedrijf verder heb uitgebouwd. Om die groei te kunnen realiseren heb ik nu nog relatief gemakkelijk nieuwe arbeidskrachten kunnen vinden. In belangrijke mate richt ik mij daarvoor tot VDAB. Ik heb daar heel wat goodwill opgebouwd. VDAB-medewerkers promoten dan ook mijn bedrijf omwille van zijn goede reputatie. Ik onderhoud ook contacten met bouwscholen uit Aalst, Dendermonde en Wetteren. Maar ik moet vaststellen dat zij hun leerlingen eerder naar de algemene aannemers uit de regio oriënteren dan naar gespecialiseerde bedrijven zoals het mijne.

Eisen van kwaliteit en inzetbaarheid

Tegelijk stel ik vast dat de instroom niet altijd aan onze kwalitatieve eisen beantwoordt en nogal wat ziekteverzuim kent. Ik zou werkzoekenden kunnen inschakelen via een IBO (Individuele Beroepsopleiding in de Onderneming) maar dat spreekt kandidaten vaak (financieel) niet aan, tenzij zij wanhopig op zoek zijn naar een nieuwe job.

Met interimkantoren werk ik niet meer:

die kosten veel en het risico bestaat dat de nieuwe medewerkers na enkele maanden opnieuw worden afgeworven. Ik overweeg dus om dan toch nog naar buitenlandse vaklui uit te kijken. Het is wel belangrijk dat ik in mijn bedrijf het Nederlands als voertaal kan behouden om de communicatie en de veiligheid te kunnen garanderen.”

Werken aan imagoverbetering

An Warrens leidt het bedrijf KDS dat gespecialiseerd is in dak- en schrijnwerken, gevelbekleding en zolderinrichting en op 14 jaar tijd is uitgegroeid tot een bedrijf met een team van 30 medewerkers waarvan 25 arbeiders. Ook dit bedrijf focust op de eigen uitvoering van werken.

In haar voordrachten in scholen probeert An Warrens ook meisjes voor de bouwsector te enthousiasmeren en benadrukt zij dat de sector niet mag worden verengd tot fysisch zwaar werk. Ook werken met digitale tools en met drones behoort daarbij. An Warrens: “In het verleden heeft de bouw niet altijd zo’n goed imago gekregen. Om dit negatieve imago bij te sturen is nog een grote stap vooruit nodig.”

Samenwerken met onderwijs en VDAB

Met haar voordrachten draagt An Warrens bij tot de verbetering van het sectorimago in het algemeen. Maar tegelijk draagt zij ook haar eigen bedrijf uit: “Wij werken nauw samen met de bouw- en houtafdelingen van scholen in Sint-Niklaas, Beveren en Zwijndrecht en bieden geregeld stageplaatsen aan. Wij hebben ons ook opgegeven als partner voor de 7de specialisatiejaren. Die worden vanaf dit schooljaar allemaal op duale basis georganiseerd.

Daarnaast werken wij samen met VDAB. Na een basisopleiding bij VDAB (bijvoorbeeld in het opleidingscentrum van Hamme) kunnen werkzoekenden bij ons een IBO volgen en daarna bij ons worden tewerkgesteld. Daarover kan ik toch een groot aantal succesverhalen vertellen. Een IBO-er krijgt volgens mij uiteindelijk toch een degelijke vergoeding. Bovendien moet hij na zes maanden IBO tenminste zes maanden in het bedrijf blijven werken. En naast deze garantie heeft hij van bij de start van de tewerkstelling recht op een loon als geschoolde.”

Cobots als oplossing voor personeelsschaarste in de bouw

Bekwame bouwvakkers vinden is in ons land al decennialang een groot probleem. Niet verwonderlijk dat de sector op zoek gaat naar innovatieve oplossingen voor het personeelstekort. Stenenfabrikant Dumoulin Bricks ontwikkelde robots die het leven van metselaars een pak makkelijker maken én het werk efficiënter laten verlopen.

Dumoulin Bricks is een fabrikant van gevelstenen en snelbouwstenen uit Roeselare. Het bedrijf is in handen van de West-Vlaamse families Vandermersch en Van den Braembussche en is sinds 1934 actief als steenbakker.

In 2008 liet Dumoulin Bricks een gloednieuwe en volautomatische productiefaciliteit bouwen in Roeselare. Die steenbakkerij, die operationeel is vanaf 2012 en die klei uit de lokale kleigroeve gebruikt, is vandaag de dag een van de modernste en meest geavanceerde steenbakkerijen in Europa. Zij draait zeven dagen op zeven en 24 uur per dag.

Personeelstekort dwingt tot innovatie

"Iedereen in de bouwsector botst steeds op dezelfde problemen," legt marketing manager Charlotte Vandermersch uit. "Alle bouwbedrijven ondervinden de grootste moeite om nog geschoolde metselaars te vinden. Bovendien haken veel metselaars af vanaf de leeftijd van 50, omdat het werk zo belastend is. En jongeren? Die kiezen steeds minder vaak voor een bouwopleiding.”

Tegelijk stelt men bij Dumoulin Bricks een andere evolutie vast: snelbouwstenen worden almaar groter en zwaarder.

"Bakstenen evolueerden van kleinere metselstenen naar grotere lijmblokken. Enerzijds worden de stenen fysiek groter om het bouwproces te versnellen, anderzijds zorgt een toename in de bruto volumieke massa –vaak omwille van betere akoestische prestaties – ervoor dat ze ook zwaarder worden. Die combinatie maakt het werk fysiek zwaarder

'Wall-y’ is een compacte robot met een hydraulische grijparm, die twee snelbouwstenen van 50 op 50 cm tegelijk kan optillen.

" Tegelijk met de cobot ontwikkelde

Dumoulin Bricks ook een nieuw type keramische snelbouwsteen, waardoor het metselen nog sneller verloopt. "

voor de bouwvakkers.

Voeg daarbij nog de drang naar een steeds hogere bouwsnelheid en de toegenomen aandacht voor ergonomie samen en je begrijpt waarom Dumoulin Bricks op zoek is gegaan naar een technologische oplossing om metselwerken sneller, efficiënter én ergonomischer te laten verlopen."

Eigen cobot ontwikkeld

Die oplossing bestond uit het produceren van zo groot mogelijke stenen enerzijds en het ontwerpen van een eigen robot om die grote stenen te plaatsen anderzijds.

"We zijn op zoek gegaan naar een fabrikant van robotica die in samenspraak met ons een robot heeft ontwikkeld die de plaatsers kan helpen bij het metselen met snelbouwsteen. Het resultaat is ‘Wall-y’ geworden, een compacte robot met een hydraulische grijparm, die twee snelbouwstenen tegelijk kan optillen. De plaatser hoeft dus geen gewicht meer te heffen, hij moet enkel de steen naar de juiste plaats begeleiden en lijm aanbrengen met een spuitpistool. Het metselen gaat zo een pak efficiënter en het werk wordt fysiek een stuk minder belastend voor de metselaar. De robot kan echter niet autonoom werken, hij moet steeds bediend worden door de metselaar. Vandaar dat wij niet spreken van een robot, maar van een ‘cobot’”.

Eigen snelbouwsteen voor maximale efficiëntie

Tegelijk met de cobot ontwikkelde Dumoulin Bricks ook een nieuw type snelbouwsteen, waardoor het metselen nog sneller verloopt.

Charlotte Vandermersch: "We hebben een steen op kleibasis (keramiek) ontwikkeld van 50 x 50 cm. We zijn momenteel de enige fabrikant in Europa die zo'n formaat kan aanbieden. Het metselen met stenen van die afmetingen gaat uiteraard heel snel, maar de stenen zijn ook een stuk zwaarder. Eén 'XL-lijmblok', zoals deze snelbouwsteen heet, weegt 27 kg. Het is dus echt wel de bedoeling om die in combinatie met de cobot te gebruiken.

Wij hebben een vloot van die cobots in voorraad. We verhuren die ook aan onze klanten, of beter gezegd: wanneer ze de stenen bij ons aankopen, dan zit het gebruik van de Wall-y in de prijs inbegrepen. We komen ook altijd ter plaatse een opleiding geven en bege-

leiden de opstart, zodat de mensen op de werf weten hoe ze het toestel moeten gebruiken. Maar we stellen de cobots ook beschikbaar aan technische bouwscholen, om de richting aantrekkelijker te maken voor jongeren. Zo tonen we aan dat er binnen de bouwsector ook ruimte is voor innovatie."

Compact toestel

Veel aannemers gaan ervan uit dat die cobot enkel nuttig is op grote werven, maar dat klopt niet.

"Je kan die ook perfect gebruiken voor bijvoorbeeld een klassieke eengezinswoning. De Wall-y kan makkelijk verplaatst worden met een transpallet en kan met behulp van een werfkraan op de verdieping geplaatst worden. Er is ook geen generator nodig, de Wall-y wordt aangedreven door een elektrische werfbatterij. Een 16 ampère-aansluiting volstaat."

Technologie als oplossing

"Bij Dumoulin Bricks geloven we voluit in het potentieel van technologie. Daarom hebben we gekozen voor een volautomatische steenbakkerij die blijft inzetten op innovatie, vandaar ook ons geloof in cobots als oplossing voor de problemen waar onze aannemers mee geconfronteerd worden.

We botsen soms op wat weerstand, omdat aannemers niet altijd staan te springen om hun vertrouwde manier van werken aan te passen, maar ik zou hen zeker aanmoedigen om onze cobot eens uit te testen. Met onze Wall-y kan 6 ton snelbouwsteen per dag geplaatst worden, zonder enige fysieke belasting! Omgerekend komt dat neer op zo’n 60 m² muuroppervlakte per dag.

In een tijd waar we niet alleen zorg moeten dragen voor onze planeet, maar ook voor ons menselijk kapitaal, denk ik dat de Wall-y zeker een meerwaarde kan betekenen voor de bouwbedrijven," besluit Charlotte Vandermersch.

INFO : www.dumoulinbricks.be

Tracimat als motor voor circulariteit in de bouw

Vanaf 2018 is in Vlaanderen de sloopbeheerorganisatie Tracimat operationeel geworden. Deze organisatie is voornamelijk ontstaan vanuit de bekommernis om het steenachtig materiaal dat bij de brekers terecht kwam, zuiver te krijgen en heeft daartoe een opvolgsysteem ontwikkeld. Maar nu, zeven jaar later, heeft Tracimat haar rol verruimd van kwaliteitsbewaker naar motor voor de circulaire bouweconomie.

Het bestaan van een sloopbeheerorganisatie is juridisch verankerd in het Vlarema (Vlaams reglement voor duurzaam beheer van materialenkringlopen en afvalstoffen). De Vlaamse overheid heeft daarmee de oprichting van een sloopbeheerorganisatie mogelijk gemaakt. In 2014 heeft Embuild Vlaanderen met de vzw Tracimat zo’n organisatie opgericht. Embuild Vlaanderen bestuurt nog altijd deze vzw, samen met de Vereniging van Sloop-, Ontmantelings- en Recyclingbedrijven (VSOR) en de sectororganisatie van ad-

vies- en ingenieursbureaus (ORI).

Aanvankelijk had Tracimat vooral tot doel de steenachtige fractie die vrijkomt bij renovatie- en sloopwerken, beter op te volgen en zo de kwaliteit van de gerecycleerde granulaten te verhogen. Tracimat ontwikkelde daartoe een traceerbaarheidssysteem vanaf de plaats waar het puin vrijkomt tot aan de producent van gerecycleerde granulaten (breker).

Selectieve sloop stimuleren

Dit sloopbeheersysteem dat uiteindelijk vanaf 2018 effectief in voege is

getreden, diende om de selectieve sloop van gebouwen en infrastructuren te stimuleren en te ondersteunen. Selectief slopen is een essentiële voorwaarde om het klassieke proces van downgrading om te buigen naar frequenter en hoogwaardiger hergebruik en recyclage.

Belangrijk was toen het nog altijd gehanteerde verschil tussen puin met een laagmilieurisico-profiel (LMRP) en puin met een hoogmilieurisico-profiel (HMRP). Bij LMRP-puin is de herkomst van het puin gewaarborgd en is het risico beperkt dat, na verwerking van dit puin, de gerecycleerde granulaten nog vervuild zijn.

Bij HMRP-puin daarentegen zijn er onvoldoende garanties over de herkomst van het puin en bijgevolg over de milieuhygiënische kwaliteit ervan. Het risico op vervuiling van de granulaten is daardoor reëel. De HMRP-stromen moeten dan ook afzonderlijk worden behandeld en uitgebreid worden beproefd. De gerecycleerde granulaten moeten per 500 m³ (voor fijne fracties) of per 1.000 m³ (voor grovere granulaten) worden uitgekeurd.

Sloopopvolgingsplan wettelijk verplicht

Van cruciaal belang voor de werking van Tracimat was de wettelijke verplichting van een sloopopvolgingsplan vanaf medio 2022 bij de sloop of ontmanteling van grotere gebouwen of infrastructuren. Concreet geldt de verplichting voor niet-residentiële

gebouwen groter dan 1.000 m³, voor in hoofdzaak residentiële gebouwen van meer dan 5.000 m³ en voor infrastructuurwerken waarbij meer dan 250 m³ materiaal vrijkomt. Het sloopopvolgingsplan moet aan de omgevingsvergunningsaanvraag voor de sloop worden toegevoegd.

Tracimat behandelt momenteel zo’n 2.000 dossiers per jaar, zowel van gebouwen als van infrastructuren, en telt op dit ogenblik 17 personeelsleden.

Rol van Tracimat in het sloopproces

Tracimat zorgt eerst voor de conformverklaring van het sloopopvolgingsplan. Deze verklaring garandeert dat het sloopopvolgingsplan een correct beeld geeft van de materialen maar ook van gevaarlijke en storende stoffen die bij de sloopwerkzaamheden zullen vrijkomen. Een betrouwbare inventarisatie van de sloopmaterialen voorkomt onaangename verrassingen tijdens de uitvoering. Maar als die inventaris ook het hergebruikpotentieel van de materialen aangeeft, bevordert zij tegelijk het circulair bouwen.

Het sloopopvolgingsplan moet worden opgesteld door een sloopdeskundige. Momenteel kan Tracimat op ongeveer 230 sloopdeskundigen een beroep doen. Die hebben van Tracimat een specifieke opleiding mét examen gekregen.

Bij de uitvoering van de sloopwerken kan de sloper aan Tracimat een verwerkingstoelating aanvragen. Die geeft aan dat het puin afkomstig is van een selectieve sloop, de sloop werd uitgevoerd op basis van een conform sloopopvolgingsplan en gevaarlijke afvalstoffen op een gecontroleerde manier werden verwijderd. De materialen kunnen daardoor als LMRP-puin naar de breker worden afgevoerd.

En na de sloop- of ontmantelingswerken kan het sloopbedrijf bij Tracimat een sloopattest aanvragen. Dit attest geeft aan dat de volledige traceerbaarheidsprocedure correct is verlopen. De opdrachtgever is dan zeker dat het sloopwerk conform de regels van het selectief slopen is verlopen.

Uitbreiding van het actieterrein

Binnen Europa is Vlaanderen de enige regio met een sloopbeheerorganisatie. Europese instanties bestempelen Tracimat als een ‘best practice’ omwille van haar stimulerende rol binnen de circulaire economie. Tracimat wil nu trouwens verder gaan dan de projecten waarvoor haar tussenkomst wettelijk is opgelegd én haar actieterrein uitbreiden van enkel steenachtige materialen naar alle materialen die vrijkomen bij de sloop.

Bio-ingenieur Liesbet Van Cauwenberghe, algemeen directeur van Tracimat, legt uit: “Eigenlijk is het voor alle projecten nuttig om met sloopattesten te werken. Want dat bewijst dat je als bedrijf duurzaam bezig bent. Circulariteit is trouwens een van de zes doelstellingen van de EU-taxonomieverordening. Actie ondernemen aan de bron en daarna de afvalstoffen opvolgen verdient de voorkeur. Als afvalstoffen onzuiver worden verzameld, wordt het moeilijk om ze nadien te scheiden.

Traceerbaarheid biedt de beste garanties voor recyclage. Ook producenten zijn geïnteresseerd om hun materialen bij een sloop zo zuiver mogelijk terug te winnen. Produceren op basis van gerecycleerd materiaal vergt bij hen bovendien vaak minder energie dan werken met primaire grondstoffen.”

Tracimat is dan ook een van de partners van de Living lab Circulaire Sloopteams, naast Embuild Vlaanderen (de lead partner van het project), Buildwise, de architectenvereniging NAV, de stad Mechelen, Aclagro, Rockwool en Resulation. Dit project dat loopt van januari 2023 tot december 2025, heeft tot doel van Vlaanderen dé urban mining regio van de toekomst te maken door grondstoffen uit gebouwen zoveel als mogelijk terug te winnen.

Maar dat zal maar lukken als opdrachtgevers, ontwerpers, aannemers en experten vanaf het prille begin van een sloopproject als één sloopteam samenwerken. Door de huidige nog grotendeels versnipperde aanpak blijven veel circulaire kansen onbenut. En Tra-

cimat wil die schakel zijn. Vandaar de betrokkenheid bij deze Living lab.

Concrete invulling

Ingenieur-architect Lies Mertens, verantwoordelijke voor het Team Projecten bij Tracimat, heeft concrete invulling aan het Living lab gegeven: “Wij hebben in het kader van het Living lab Circulaire Sloopteams een aantal pilootprojecten uitgezocht en daarbij niet alleen de sloopopvolging als dusdanig bekeken maar ook de mogelijks uitgebreidere rol van de sloopdeskundige en de mogelijke afzet van de herbruikbare materialen die uit de sloop voortkomen. Dat potentieel voor hergebruik en/of recyclage kunnen aangeven is belangrijk om de opdrachtgever te sensibiliseren.

Vervolgens hebben wij hergebruiken recyclagefiches ontwikkeld die aan een sloopopvolgingsplan kunnen worden toegevoegd om het bewustzijn en draagvlak te vergroten. Daarnaast is een filmpje opgemaakt waar de fiches worden uitgetest in de praktijk, alsook een strip van één pagina als wegwijzer naar de fiches en om de nood aan samenwerking in de sector te schetsen. Bovendien organiseren wij vanuit Tracimat in oktober trainingsdagen voor sloopdeskundigen over hergebruik en recyclage en later ook infosessies voor andere doelgroepen rond die fiches.”

Liesbet vult tenslotte aan: “Tracimat beschikt over een uitvoerige databank met sloopprojecten waarin

SAVE THE DATE

Na drie jaar intensief onderzoek en samenwerking met praktijkpartners vindt op dinsdag 9 december in het gebouw van Buildwise in Zaventem het slotevent van het project Circulaire Sloopteams plaats. Daar kan je kennis maken met de belangrijkste inzichten, tools en ervaringen uit dit project waarmee je dan circulair slopen concreet kan toepassen in jouw projecten.

de uiteenlopende te ontmantelen materialen en hun hoeveelheden worden vermeld. Die data geven een belangrijke indicatie over de hergebruik- en recyclagemogelijkheden. Wij zijn nu aan het bekijken onder welke juridische voorwaarden wij over die data kunnen communiceren naar onze stakeholders (vooral dan de materialenproducenten). Ook de hergebruikfiches zouden op termijn op een centraal platform kunnen komen.”

HOE MET EEN SLOOPTEAM MEER HERGEBRUIK EN RECYCLAGE BEREIKEN?

De belangstelling voor (selectieve) sloopwerken neemt toe, samen met het hergebruik van bouwmaterialen en het hoogwaardig recycleren van afvalstromen. Het Living lab Circulaire Sloopteams maakt de Vlaamse bouwsector meer circulair door de partners in het sloopproces meer te laten samenwerken.

Mogelijke rollen voor architect en sloper

Maar hoe moet zo’n sloopteam er dan uitzien? In het kader van dit project werden eerst de mogelijke sloopteamformules opgelijst. Daarna werden die formules in verschillende living labs (echte sloopwerven) praktisch uitgetest. Er werden hierover ook een aantal workshops georganiseerd. Daarbij rezen vragen over de rol van de architect. Hij kan de koppeling tussen het sloopen het bouwproces maken. Zijn ontwerp zal bijvoorbeeld bepalen of vrijgekomen materialen een plek kunnen krijgen in een nieuw gebouw. Maar heeft hij voldoende inzicht in de demontagemogelijkheden?

Kan de sloper dan optreden als ‘materialenmakelaar’? Hij kent best de afzetmogelijkheden, de mogelijke kopers en de prijzen die zij voor herbruikbare en hoogwaardig recycleerbare materialen bieden. Maar niet alles kan onmiddellijk worden hergebruikt. Moeten er

daarvoor dan publieke materialenbanken komen? Vooral de onduidelijkheid over de verantwoordelijkheden in het sloopproces vormt een barrière voor hergebruik. Want wie beslist bijvoorbeeld of een stalen ligger veilig opnieuw kan worden gebruikt: de architect, de ingenieur, de opdrachtgever of de sloper?

Sleutelpositie van opdrachtgever

Van cruciaal belang is dat de opdrachtgever open staat voor hergebruik. Zoniet zal hergebruik een loze belofte blijven. Is de opdrachtgever uiteindelijk de ambitiebewaker in het sloopproces, met de architect als brugfiguur tussen demontage en nieuw ontwerp en de sloopaannemer eerder als demontagedeskundige dan als brute sloper?

En wanneer moet de opdrachtgever zijn circulaire ambities in de aanbestedingsdocumenten opnemen? Als dat achteraf gebeurt, is het te laat. Vooraf zou de opdrachtgever inzage moeten hebben in sloopinventarissen en het advies van slopers, sloopdeskundigen, hergebruik- en LCA-experten moeten kunnen inwinnen. Ook hier is een lineaire projectlogica (eerst ontwerp, dan aanbesteding, daarna uitvoering) niet op zijn plaats.

Bestekteksten en fiches als leidraad

Daarnaast werden in het kader van deze living lab ook al bestekteksten voor circulair slopen en gunningscriteria uitgeschreven. En Tracimat heeft in dit kader hergebruik- en recyclagefiches uitgewerkt voor materiaalstromen met een hoog urban mining potentieel. Concreet zijn er, in samenwerking met diverse materiaalproducenten, recyclagefiches uitgewerkt voor roofing bitumen, vlakglas, gipshoudende materialen, hout, glas- en rotswol, pvc- en aluminiumschrijnwerk, tapijttegels, homogene vinyl en linoleum.

Verder wordt ook nog een gids over samen circulair slopen voorbereid waarin alle output van dit onderzoeksproject wordt samengebracht.

EPC NR verplicht voor alle grote niet-residentiële gebouwen vanaf 1 januari 2026

De Vlaamse overheid zet in op het verduurzamen van het Vlaamse gebouwenpatrimonium. Voor niet-residentiële gebouwen betekent dat koolstofneutraliteit tegen 2050. Dat betekent dat al het energiegebruik van deze gebouwen gedekt is door hernieuwbare energie of restwarmte. Voor jou als bouwprofessional betekent dit dat je misschien ook nog een EPC NR moet laten opmaken.

Wat is een nietresidentieel gebouw?

Niet-residentiële gebouwen zijn onder andere scholen, ziekenhuizen en sportinfrastructuur, maar ook kantoorgebouwen. Ook het kantoor van jouw bedrijf kan dus onder deze regelgeving vallen, afhankelijk van de grootte. Industrie- en landbouwgebouwen zijn uitgesloten van de EPC NR-verplichting. Voor kleine niet-residentiële gebouwen, zoals een bakkerij, tandartsenpraktijk of een kleine showroom, kan de eigenaar kiezen: de opmaak van een EPC voor niet-residentieel gebouw (EPC NR) of een EPC voor een klein niet-residentieel gebouw (EPC kNR).

EPC NR: Wat verandert er?

Sinds 2023 is het EPC NR al verplicht bij verkoop (en andere notariële overdrachten) en verhuur van grote niet-residentiële gebouwen. Sinds 1 januari 2025 moeten grote niet-residentiële gebouwen met de samengetelde vloeroppervlakte van de verschillende verdiepingen groter dan 1.000 m² al over een EPC NR per gebouweenheid beschikken, ongeacht of er een overdracht of verhuur plaatsvindt. Vanaf 1 januari 2026 breidt deze verplichting uit naar alle grote niet-residentiële gebouwen. Dit betekent dat ook kleinere kantoorgebouwen en commerciële panden binnen de bouwsector onder deze regelgeving vallen.

Wat houdt het EPC NR in?

Het EPC NR wordt opgemaakt door een energiedeskundige type D en is vijf jaar geldig. Het bevat:

• een energielabel van A (koolstofneutraal) tot G (geen hernieuwbare energie of restwarmte);

• een energiescore: gebaseerd op een theoretische berekening, dat de energieprestatie van het gebouw zelf weergeeft, los van de gebruiker; aanbevelingen om het gebouw energiezuiniger te maken.

Het energielabel op het EPC NR is gebaseerd op het werkelijke gemeten energiegebruik. Dit in tegenstelling tot het EPC voor residentiële gebouwen. Daarom moeten meterstanden en gegevens van zowel energiegebruik als hernieuwbare energieproductie geregistreerd worden. Bij onvoldoende meetgegevens krijgt het gebouw het label ‘X’.

De EPC NR-verplichting is niet enkel een administratieve vereiste, maar een hefboom naar een duurzamer gebouwenbestand. Bouwprofessionals spelen hierin een sleutelrol.

Klein of groot nietresidentieel?

Een kleine niet-residentiële eenheid is een gebouweenheid:

• waarvan de hoofdbestemming niet-residentieel is;

• met een bruikbare vloeroppervlakte

van maximaal 500 m²;

• het maakt geen deel uit van een groot niet-residentieel geheel. Het aangesloten geheel van niet-residentiële gebouweenheden heeft een totale bruikbare vloeroppervlakte van minder dan of gelijk aan 1000 m², én bevat geen enkele niet-residentiële eenheid groter dan 500 m².

Grote niet-residentiële eenheden zijn alle niet-residentiële eenheden die niet aan de definitie van een kleine niet-residentiële eenheid voldoen. Ook een eenheid kleiner dan 500 m² kan een 'grote' niet-residentiële eenheid zijn. Denk bijvoorbeeld aan een kleinere winkel in een groot winkelcomplex.

EPC-wegwijzer

Niet duidelijk of en welk EPC je moet laten opmaken? Het VEKA-ontwikkelde de handige EPC-wegwijzer. Je beantwoordt een reeks vragen en krijgt meteen het resultaat. Zie: https://apps. energiesparen.be/epc-wegwijzer.

Dit artikel kwam tot stand in samenwerking met het Vlaams Energieen Klimaatagentschap (VEKA).

MEER INFO? Zie www.vlaanderen.be/ epc-nr

Y o u r p a r t n e r i n H R I

Ee n m e n s e l i jke p a r t n e r v o o r b e d ri j v e n e n z e l f s t a n d i g e n d i e o p

z o e k z i j n n a a r d o e l t re f fe n d e HR-o p l o s s i n g e n e n o n d e r s te u n i n g

Hu lp no di g b i j het b e he re n van je lone n?

Group S i s al me e r dan 8 0 jaar exp e r t e n ne e mt alle s vo or z i jn re ke nin g: lone n, p e rsone e l e n so ciaaljuridi sch a dvie s.

Op zo e k naar me e r f lexib i lite it in ve rlonin g?

Met on s c afetariap lan kunne n je me dewe rke rs e e n de e l van hun lo on aanpas se n, zon de r ext ra kosten vo or jou.

Plannin ge n b e he re n?

Maak het p lanne n van we rkure n e n payroll e e nvou di g met on ze han di ge to ols.

Ee n HR-me dewe rke r af wez i g?

On ze HR-con s u ltants staan klaar om je team te ve rste rke n.

Aan het re krute re n?

Met Group S Se le ct ne me n w i j het volle di ge p ro ce s van

A tot Z vo or on ze re ke nin g.

Je team op le ide n?

Ontde k de op le idin ge n die b e schikbaar z i jn via on ze

Ac a de my.

Be n je ze l fstan di g?

Wi j b e ge le ide n je vanaf de star t via on s

On de rne min g s loket e n on ze

So ciale Ze ke rhe id s kas.

BGHM zet in op circulariteit met nieuwe hergebruikclausules

In mei 2025 lanceerde de Brusselse Gewestelijke Huisvestingsmaatschappij (BGHM) nieuwe hergebruikclausules voor haar opdrachten voor werken. Die zijn het resultaat van het werk van de interne commissie circulariteit. Embuild.Brussels steunt dit initiatief, dat hergebruik en circulariteit stimuleert bij de renovatie en bouw van sociale woningen. We vroegen uitleg aan Gaëlle Rodriguez, juriste bij de BGHM.

Als publieke speler wil de BGHM hergebruik en circulariteit promoten in haar renovatieen bouwprojecten. Zo speelt ze in op vele sociale, economische en ecologische uitdagingen. Daarom werd een 'commissie circulariteit' opgericht. “Die commissie ontstond na heel wat vragen van dossierbeheerders en architecten van de BGHM en OVM’s (Openbare Vastgoed Maatschappijen) die meer circulariteit en duurzaamheid wilden in hun renovatieprojecten in het kader van sociale woningbouw. De commissie telt 16 leden: architecten, juristen en administratief personeel van de BGHM en de OVM’s. Gemiddeld om de twee maanden komen ze samen om ervaringen en ideeën uit te wisselen, en om standaarddocumenten te maken voor de OVM’s, die onder toezicht van de BGHM werken en opdrachten voor werken plaatsen, en voor de beheerders van de BGHM. Via deze commissie wilden we vooral hergebruikclausules opnemen in de bestekken,” legt Gaëlle Rodriguez uit.

Gaëlle Rodriguez, juriste bij de BGHM, heeft de hergebruikclausules voorgesteld op een evenement van de commissie circulariteit.

EMBUILD.BRUSSELS COÖRDINEERT HET AD VITAM

MATERIAL-NETWERK

AD VITAM MATERIAL, gecoördineerd door Embuild.Brussels in opdracht van het Brussels Gewest, is een netwerk dat professionals uit de volledige waardeketen van de bouwsector samenbrengt rond het thema hergebruik van materialen. Het netwerk wil contacten vergemakkelijken tussen iedereen die met dit onderwerp bezig is, om zo het hergebruik in de hoofdstad te verhogen. Het biedt gedeelde middelen aan, zoals tools, expertise en een kaartoverzicht, draagt bij tot de informatieverstrekking in de sector en organiseert ontmoetingen om nieuwe partnerschappen te stimuleren.

Drie soorten hergebruik

De clausules maken drie vormen van hergebruik mogelijk: ter plaatse (in situ), buiten de site (ex situ), en het gebruik van materialen uit hergebruikstromen op de werf. “Nu zijn deze clausules optioneel. Beheerders zijn vrij om ze al dan niet te gebruiken. Als ze er echter voor kiezen om deze hergebruikclausules op te nemen in de bestekken, is het aangeraden om vooraf een hergebruikinventaris van het project te maken,” zo stelt de juriste van de BGHM.

De clausules hebben impact op verschillende onderdelen van het bestek: prijsbepaling, inbegrepen kosten, gunningscriteria en verschillende andere criteria, wijzigingen aan de opdracht, technische opleveringen en controles, boetes en uitvoeringstermijnen.

“HET IS ONTZETTEND BELANGRIJK OM JE TE OMRINGEN MET ERVAREN PARTNERS!”

Louis De Waele, lid van onze organisatie, werkt momenteel aan een project dat de commissie circulariteit in staat heeft gesteld om de hergebruikclausules te herwerken en te finaliseren. Het gaat om het woonproject Clos des Mariés in Elsene, vlak bij het station van Etterbeek, op de site van de voormalige rijkswachtkazernes, tegenwoordig bekend als Usquare.

Het doel? Een grondige renovatie van vier gebouwen en hun omgeving tot 31 sociale woningen, met circulariteit en hergebruik als rode draad –zowel bij de ruwbouw als bij de afwerking en installaties.

Twee grote pijlers van hergebruik

Maar liefst 85% van het gebouw blijft behouden. “Er zijn twee grote pijlers van hergebruik in dit project,” benadrukt Marc Vanderick, duurzaamheidsverantwoordelijke bij Louis De Waele. “Ten eerste: 70% van de metalen profielen die de toekomstige structuur van de buitenterrassen vormen, moet afkomstig zijn uit een hergebruikstroom. Ten tweede: op basis van de hergebruikinventaris, opgesteld door Rotor, moet 39% van de uitgaande materiaalstroom hergebruikt worden – op de site of elders – en moet 46% van de inkomende stroom, rekening houdend met hergebruik ter plaatse, bestaan uit hergebruikmaterialen in het nieuwe project. Beide pijlers stonden duidelijk in het bestek.”

Om deze doelen te halen, werkte Louis De Waele samen met Coliseum, een partner die gespecialiseerd is in het beheren van inkomende en uitgaande hergebruikmaterialen tussen verschillende sites, om zo die stromen optimaal te benutten. “Wat echt aan de basis lag van de goede samenwerking tussen alle betrokkenen, was het opstellen van de hergebruikinventaris in lijn met de clausules uit het bestek. Op basis daarvan, en de verschillende bestemmingen voor de materialen, zijn we immers aan de slag gegaan. We hebben heel wat materialen opnieuw gebruikt die nog in goede staat waren, vooral van de gebouwschil: dakpannen, bakstenen, leien, klinkers en dorpels in blauwe hardsteen. Daarnaast hebben we materialen uit hergebruikstromen ingezet, zoals keramische tegels, houten vloerelementen voor de terrassen en natuurlijk de metalen profielen die ik al noemde,” aldus Marc Vanderick.

Hergebruikt staal: een peperduur materiaal Over die metalen profielen gesproken: “Dat was een van de grootste uitdagingen van dit project. Dankzij de samenwerking tussen alle partijen – zowel de opdrachtgever als de aannemer – konden we de haalbaarheid van hergebruikprofielen onderzoeken en oplossingen vinden om het doel van 70% hergebruik te benaderen. Samen met Coliseum

De hergebruikclausules zijn dus het resultaat van het werk van de commissie circulariteit. “We hebben ze eerst getest in een pilootproject, Clos des Mariés in Elsene, samen met aannemer Louis De Waele (zie kader). Die test liet toe om de clausules bij te sturen, en in mei 2025 zijn ze officieel gepubliceerd op onze website,” zegt de juriste van de BGHM.

Opleidingen en toolbox

De commissie werkt mee aan opleidingen rond het thema, onder meer via Leefmili-

hebben we de juiste voorraad gevonden en, op basis van de aanbevelingen van het controlebureau van de aannemer, BuildTIS, de nodige tests uitgevoerd om het hergebruik van de metalen profielen te valideren,” benadrukt de duurzaamheidsverantwoordelijke bij Louis De Waele. “Bovendien moet je weten dat hergebruikt staal een peperduur materiaal is. Het hele proces om het te vinden en te valideren kost veel tijd en geld. Daarom was het voor ons belangrijk dat het bestek het begrip ‘te verantwoorden som’ (TVS) bevatte, zodat prijzen konden worden aangepast of het mogelijk was om van het doel af te wijken als het te duur werd. In dit geval was dat niet zo, omdat we deelnamen aan een proefproject rond de clausules met de BGHM. Iedereen had dus hetzelfde doel voor ogen en stond sterk open voor hergebruik.”

Een puur milieubewuste keuze

Marc Vanderick is tevreden over dit pilootproject. “Het is heel interessant om dit soort clausules te integreren in overheidsopdrachten voor sociale woningen. De filosofie van dit project was vanaf het begin heel duidelijk: focus op hergebruik! Het is ontzettend belangrijk om je te omringen met ervaren partners, zoals hier bij het woonproject Clos des Mariés. De opdrachtgever en het aannemersbedrijf moeten er ook volledig achter staan. Bij hergebruik hangt alles immers samen in de bedrijfsstrategie: financiën, planning en de ervaring van de partners.” Tot slot waarschuwt hij: “Let goed op de prijzen en zorg dat de ‘te verantwoorden som’ in het bestek staat! Hergebruik is momenteel een puur milieubewuste keuze, die nog altijd duurder is dan traditionele nieuwbouw.”

eu Brussel, en bouwt zo een netwerk van kennisdeling uit. Ze wil ook de belangrijkste aandachtspunten rond hergebruik delen binnen de sociale huisvestingssector, zodat die meegenomen worden in elk project. “Het opnemen van deze clausules in opdrachten voor werken, en het delen van kennis en ondersteuning via onze commissie, zijn sterke hefbomen om publieke opdrachtgevers en alle betrokkenen te sensibiliseren voor de regionale milieuambities,” besluit Gaëlle Rodriguez.

Mozaïeken in zwembaden: vermijd assemblage op de rugzijde

Tegelzetters worden regelmatig geconfronteerd met loskomende mozaïektegeltjes in zwembaden. Om dit probleem te vermijden, geef je best de voorkeur aan mozaïekvellen waarbij de assemblage gebeurt via een papier op de zichtzijde dat na de plaatsing verwijderd wordt.

Beschrijving van het probleem

Het verschijnsel doet zich zowel voor onder de waterlijn (wanden en vloer), als errond of er net boven. De verschillende onderzochte schadegevallen wijzen niet meteen op een invloed van het zwembadwater of specifieke waterbehandelingssystemen (zie Buildwise-artikel 2016/03.09).

Bij de onderzochte gevallen bestonden de mozaïektegels bijna altijd uit geprefabriceerde vellen waarbij de tegels verkleefd zijn op een net aan de rugzijde.

Duurzaamheid van de verlijming

Bij een eerder Buildwise-onderzoek naar schadegevallen met losgekomen mozaïektegeltjes in zwembaden (zie Buildwise-artikel 2009/04.13) werd vastgesteld dat de gebruikte tegels op een net bevestigd waren met een lijm van het type PVAc (polyvinylacetaat).

Dit lijmtype kan in een alkalisch milieu (bv. bij contact met cementmortel) oplossen of zwellen, wat kan leiden tot het loskomen van de tegeltjes.

Bij het huidige onderzoek werd de duurzaamheid van de verlijming onderzocht voor mozaïeken verlijmd met lijmstippen (op basis van polyester) aan de achterzijde van het mozaïekvel en voor mozaïeken op net verlijmd met vijf lijmtypes:

● twee PVAc-lijmen

● PU-acrylaatlijm

● acrylaatlijm

● polyesterlijm.

Bij deze proef werden de stalen tot 14 dagen ondergedompeld in een alkalische vloeistof waarvan de pH vergelijkbaar is met een cementgebonden lijm.

Uit ons onderzoek blijkt dat de lijmstippen geen schade ondervinden na blootstelling aan de alkalische vloeistof.

De resultaten van de proef op de mozaiektegeltjes op net, daarentegen, zijn uiteenlopend:

Loskomen van de tegeltjes van een glasmozaïek in een zwembad.

Proef op de duurzaamheid van de verlijming van mozaïeken op net.

● bij de polyesterlijm en de eerste PVAc-lijm komen de tegeltjes los van het net

● bij de acrylaatlijm wordt een sterke zwelling waargenomen zonder dat de tegels daarbij loskomen

● bij de PU-acrylaat en de tweede PVAc-lijm lijkt de lijm niet aangetast te zijn.

Onze steekproef suggereert dat een aanzienlijk deel van de mozaïekvellen op het net verlijmd zijn met een lijmtype dat hechting verliest of zwelt in een alkalische omgeving.

We weten dat de gebruikte lijmtypes (PVAc, polyester- en acrylaatlijmen) gevoelig kunnen zijn voor chemische aantasting in een alkalisch milieu. De technische informatie van de fabrikanten van de mozaïekvellen (op net of met lijmstippen) bevat in geen enkel geval informatie over de chemische aard en duurzaamheid van de verlijming.

Assemblage met papier op de zichtzijde

De draden van een net op de rugzijde van mozaïekvellen en in mindere mate de lijmstippen zorgen niet voor een optimaal contact met de tegels. Daarom werd nog een derde

assemblagewijze onderzocht: de assemblage met papier op de zichtzijde.

De drie systemen werden verlijmd op beton met dezelfde cementgebonden poederlijm van het type CT2E en een identieke werkwijze in overeenstemming met de technische fiche van de lijm (type lijmkam, lijmdikte, wachttijden …).

De op de drie systemen uitgevoerde trekproeven tonen aan dat de hechtsterkte van de mozaïeken verbonden via een papier op de zichtzijde duidelijk groter is dan die van de mozaïeken verbonden via lijmstippen of verkleefd op een net aan de rugzijde.

Bij het aanbrengen van een mozaïektegelbekleding in zwembaden is het dus aangeraden om gebruik te maken van elementen waarbij de assemblage gebeurt via een papier op het zichtvlak.

Samenvatting van een artikel verschenen op de pagina’s 10-11 van het Buildwise Magazine 2025/3. Enkel het originele Buildwise-artikel geldt als referentie.

Leidingen onder zwevende dekvloeren: welke akoestische impact?

De bescherming tegen contactgeluiden van bovenliggende appartementen voldoet soms niet aan de verwachtingen. Vaak wordt de aanwezigheid van leidingen als mogelijke oorzaak naar voren geschoven. Een gerichte meetcampagne toont echter aan dat dit op zich geen beperkende factor vormt, voor zover de juiste uitvoeringsvoorschriften in acht genomen worden.

Contactgeluidsreductie ΔLw

Om te voldoen aan de akoestische comforteisen tussen woningen, is een zwevende uitvoering van de dekvloer steeds noodzakelijk. De vloeropbouw bovenop de draagvloer bestaat meestal uit (van onder naar boven):

● een al dan niet thermisch isolerende uitvullaag

● een elastische tussenlaag

● een cementgebonden dekvloer.

De verbetering van de contactgeluidsisolatie ΔLw (in dB) door het aanbrengen van deze vloeropbouw wordt in het laboratorium gemeten op een betonnen referentievloer. Deze contactgeluidsreductie wordt dan gebruikt om een inschatting te maken van het haalbare prestatieniveau in situ. De waarde ΔLw is afhankelijk van de samenstelling van alle lagen van de vloeropbouw en dus niet alleen van de elastische tussenlaag.

Impact van leidingen

Tot voor kort was er veel onduidelijkheid over de akoestische impact van aanwezige nutsleidingen voor onder meer sanitair en elektriciteit. Deze bevinden zich in de praktijk op de draagvloer en worden meestal grotendeels ingebed in een uitvullaag voordat de elastische tussenlaag aangebracht wordt. Aangezien in de genormaliseerde laboratoriumproefopstelling geen leidingen aanwezig zijn, blijft de mogelijke impact van leidingen in situ onzeker. Om hierin duidelijkheid te

Afb. 1 Principedoorsnedes van de beproefde zwevende vloeropbouwen.

scheppen, werd een grootschalige meetcampagne uitgevoerd in het akoestische laboratorium van Buildwise. Hierbij werd onder meer een typische badkamersituatie onderzocht met een realistisch patroon van elektriciteitsen waterleidingen (zie afbeeldingen 1 en 2).

Verschillende combinaties van uitvullagen en elastische tussenlagen werden beproefd, zonder en met deze leidingen.

Resultaten van de studie

De resultaten bevestigen dat de invloed van de aanwezige leidingen op de contactgeluidsreductie van de vloeropbouw gering is.

De opgemeten afwijkingen blijven binnen de gebruikelijke toleranties omwille van uitvoeringsvariaties bij zwevende dekvloeren. Ook voor de niet volledig uitgevulde varianten blijkt dit het geval te zijn.

We kunnen bijgevolg stellen dat de aan-

ALLE INFO OVER CIRCULAIR BETON OP ÉÉN PLEK VERZAMELD

Circulair beton verovert de werf, met een kleinere milieu-impact en meer mogelijkheden voor de aannemer. Maar hoe schrijf je het voor, en waar is het te vinden? Ontdek onze beknopte gids, onze tools en alle informatie die we rond dit thema verzameld hebben via de website https://buildwise.direct/circulair­beton of door de bijgevoegde QR-code te scannen.

Samenvatting van een artikel verschenen op de pagina’s 20-21 van het Buildwise Magazine 2025/3. Enkel het originele Buildwise-artikel geldt als referentie.

wezigheid van leidingen onder de zwevende dekvloer een verwaarloosbare impact heeft op de akoestische prestaties van de vloeropbouw.

Een zorgvuldige plaatsing waarbij de continuïteit van de elastische tussenlaag overal gewaarborgd is, blijft een belangrijk aandachtspunt, zeker wanneer de leidingen niet volledig uitgevuld worden. In dit verband verwijzen we naar thema 6 uit Technische Voorlichting 281 en de animatie ‘Contactgeluidsisolatie', beschikbaar op de Buildwise-website

Afb. 2 Twee proefopstellingen met identiek leidingenpatroon, vóór het aanbrengen van de uitvullaag.
“Een ‘best fit’ oplossing vinden voor al de eisen was onze grootste uitdaging.”

Met zijn gloednieuwe campus voor talent- en loopbaanontwikkeling in Roeselare realiseert VDAB (Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling en Beroepsopleiding) in samenwerking met het consortium Build To Learn momenteel één van de grootste bouwprojecten voor opleidingsinfrastructuur in Vlaanderen. De campus wordt een multifunctioneel complex. Bij de campus zullen burgers en werkgevers terechtkunnen voor het volledige aanbod van VDAB en van zijn partnerorganisaties, van bemiddeling en begeleiding tot opleiding. De campus bestaat uit een hoger hoofdgebouw van zes bouwlagen met daarrond vier ruime halgebouwen als leerhubs, beslaat een vloeroppervlakte van circa 30.000 m² en kost ongeveer 71 miljoen euro.

Toepassing van concurrentiële dialoog

Het consortium Build To Learn bestaat uit Bildt. architecten, Team V Architectuur, Alheembouw, Cordeel Belgium en VK architects+engineers die deel uitmaken van het studiebureau Sweco. Kristof Waelkens, programmamanager van VDAB voor dit project legt uit: “Voor de aanbesteding van deze campus heeft VDAB gebruik gemaakt van de concurrentiegerichte dialoog. Voor dit gebouw zochten wij een consortium dat zowel het ontwerp als de bouw voor zijn rekening kon nemen. De concurrentiegerichte dialoog heeft ervoor gezorgd dat ontwerp en uitvoering in overleg met VDAB als opdrachtgever steeds verder werden verfijnd waardoor zij ook beter aan onze vraag beantwoorden.

Voor dit project waren 3 consortia in de running. Uiteindelijk hebben wij voor het consortium Build To Learn gekozen. Om al de deelnemende consortia aan te moedigen hun best te doen, hebben we ervoor geopteerd om aan de consortia die uiteindelijk niet werden geselecteerd, een vergoeding toe te kennen voor de geleverde inspanningen. Ook de samenwerking met het gekozen consortium verloopt vlot: zowel van onze kant als van de kant van het consortium bestaat een cultuur dat

alles op tafel kan en mag komen.”

Vier kwadranten rond centrale hoogbouw

De nieuwe loopbaancampus ligt centraal in de provincie West-Vlaanderen, vlakbij de uitrit Roeselare-Haven van de E403 tussen Brugge en Kortrijk. In de centrale hoogbouw komen vooral lokalen voor onthaal, gesprekken en opleidingen en vergader- en cateringfaciliteiten. De praktijkgerichte opleidingsateliers liggen daarrond als vier kwadranten: een voor de industrie- en metaalcluster, een voor automotive, een voor innovatieve opleidingsactiviteiten en een voor de bouw.

Dit laatste kwadrant sluit aan bij de oefenterreinen voor de opleidingen bouw infra. Daarachter komt nog een bijgebouw waar deze opleidingen gefaciliteerd worden. Op die manier kon in het nieuwe complex de reeds lang bestaande opleidingscapaciteit van VDAB voor de bouwinfrasector worden gevrijwaard.

Campus op basis van gridstructuur

Het gebouw bestaat uit een structurele grid, d.w.z. een rooster van in elkaar hakende balken en kolommen. De stabiliteitsingenieurs hebben ervoor gezorgd dat 80% van de wanden

De oefenterreinen voor de bouwinfrasector liggen vlakbij de nieuwe campus.

De nieuwe loopbaancampus ligt in Roeselare, centraal in de provincie West­Vlaanderen, vlakbij de uitrit Roeselare­Haven van de E403 tussen Brugge en Kortrijk.

" Alheembouw is doorheen de verschillende DBFM(Design, Build, Finance and Maintain)programma’s voor scholen de grootste scholenbouwer in Vlaanderen geworden."

niet-dragend en demontabel zijn.

De campus moet steeds de modernste technieken kunnen aanbieden. De gridstructuur maakt het mogelijk om ruimtes op een flexibele manier samen te voegen of te splitsen en aan de wisselende toekomstige behoeften aan te passen. Het atelier voor de automotive bijvoorbeeld werd zodanig ingericht dat de heftoestellen in de grond kunnen verzinken en het één grote polyvalente ruimte kan worden. Voor de bouw van bepaalde ateliers in de loopbaancampus ontving VDAB een subsidie van 6,7 miljoen euro van EFRO (het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling) en VLAIO (het Vlaams Agentschap Innoveren en Ondernemen).

Ervaring in Design & Build uitspelen

Alheembouw coördineert met een team van een 6-tal project- en werfleiders de voortgang van het project. Pieter-Jan Vanlerberghe is de projectmanager. Hij vertelde ons meer over de rol van Alheembouw: “Alheembouw is doorheen de verschillende DBFM(Design, Build, Finance and Maintain)-programma’s voor scholen de grootste scholenbouwer in Vlaanderen geworden. Wij beschikken dus over heel wat expertise in scholenbouw en die expertise hebben wij kunnen meenemen bij de realisatie van dit project waarbij het toch in belangrijke mate om opleidingsinfrastructuur gaat.

Het project wordt gebouwd via een Design & Build-formule: ook dat is een formule waarmee wij vertrouwd zijn en die ons juist de gelegenheid biedt om onze technisch kennis optimaal te delen met de ontwerpers. De grote uitdaging bij dit project was de combinatie van hoge kwalitatieve eisen vanuit de opdrachtgever (zoals de toepassing van het Vlaamse duurzaamheidskader GRO en een A++ integrale toegankelijkheid) met de implementatie van uiteenlopende technieken om tot een CO2-neutraal gebouw te komen, en dit binnen een relatief korte uitvoeringsperiode van 30 maanden.

Toepassing van prefab en BIM

Voor de oprichting van de campus hebben wij maximaal gebruik gemaakt van prefab. Willy Naessens heeft de prefab structuren geleverd. Bij het uittekenen van die structuren hebben wij al voluit rekening gehouden met de

toekomstige installaties. Dat gebeurde volledig met BIM (Building Information Modeling), wat de communicatie met de prefab leverancier aanzienlijk vergemakkelijkt. De vereiste openingen voor de installaties zijn dus al aangebracht in de ruwbouwfase. De gridstructuur zorgt voor een transparant gebouw. Maar tegelijk moesten wij er dan wel voor zorgen dat het gebouw aan de akoestische eisen beantwoordde. Een ‘best fit” oplossing voor al die eisen vinden was onze grootste uitdaging”.

Het gebouw mag geen CO2 uitstoten voor onder meer koeling, verwarming, sanitair warm water, verlichting, hulpenergie, liftinstallaties, enz. Ter plaatse opgewekte hernieuwbare energie wordt gemaximaliseerd. Hierbij wordt gebruik gemaakt van een combinatie van technieken: zonnepanelen, warmtepompen, warmterecuperatie en een BEO-veld waarvoor 100 boringen nodig waren, naast een tiental boringen voor de HVAC-opleiding. Kristof Waelkens voegt daar nog een paar uitdagingen aan toe: “Een optimaal gebruik van daglicht maar tegelijk het voorkomen van oververhitting: daarvoor komt er zonwering aan de zuidkant. Verder hebben wij ook eisen gesteld naar natuurlijke materialen (zoals bamboe) en materialen uit hergebruik (Cradle to Cradle Mosa-tegels en cem III-cement).”

Verder verloop van de werken

De bouw van de loopbaancampus in Roeselare is eind 2024 van start gegaan. Momenteel is de betonnen structuur reeds af. Op de benedenverdieping waren op het moment van de reportage reeds 80% van het buitenschrijnwerk en van de ramen gerealiseerd. Weldra zouden ook de vloerplaten worden gegoten. Tegen februari 2026 moet het gebouw wind- en waterdicht zijn. Het ganse complex moet tegen mei 2027 volledig operationeel zijn.

Deze loopbaancampus is de tweede in de rij. In 2018 opende de eerste loopbaancampus, namelijk de T2-campus in Genk. Intussen loopt ook al de dialoogfase voor de nieuwe loopbaancampussen in Gent en Antwerpen. Terwijl VDAB eigenaar van de campus in Roeselare wordt, zal VDAB in Antwerpen en Gent huurder van de gebouwen worden. Daar wordt aan de geïnteresseerde consortia gevraagd niet alleen voor het ontwerp en de bouw in te staan maar ook de passende terreinen aan te bieden.

(© WAX)

PROMO VAN DE MAAND OKTOBER 2025

Norwear Hamburg veiligheidsschoen

De Norwear Hamburg is een stevige, comfortabele veiligheidsschoen met brede pasvorm. Uitgevoerd in volnerfleder met een huidvriendelijke mesh binnenvoering. Het waterafstotende materiaal, de lichte tweelagige PU-zool en de beschermende PU-overneus tegen slijtage maken deze schoen tot een duurzame keuze voor dagelijks en intensief gebruik.

Voor extra veiligheid is de schoen voorzien van een stalen tussenzool en neus. Het hoge model biedt bijkomende stabiliteit en bescherming.

Belangrijkste kenmerken:

• Brede pasvorm

• Volnerfleder, waterafstotend

• Huidvriendelijke mesh binnenvoering

• Lichte tweelagige PU-zool

• PU-overneus tegen slijtage

• Stalen tussenzool en neus

• Hoog model

• EN ISO 20345:2011 S3 SRC

• Beschikbare maten: 35 – 48

• Verpakking: per paar

Speciale verkoopprijs enkel voor de maand oktober 2025

Ledenprijs: € 49,00 (exclusief BTW)

Niet-ledenprijs : € 57,00 (exclusief BTW)

Deze veiligheidsschoen kan besteld worden via de website www.embuild.be, e-shop, categorie veiligheid of door een mail te sturen naar bestellingen@embuild.be

Embuild Magazine is het maandblad van de vzw Embuild, Kunstlaan 20, 1000 Brussel

Verantwoordelijke uitgever: Filip Coveliers, Kunstlaan 20, 1000 Brussel

Afgiftekantoor: Gent X

Redactie: Marc Guéret, Gerrit De Goignies tel. 02 545 57 30 marc.gueret@embuild.be

Vormgeving: nikka.cuypers@embuild.be abder-razzaaq.boujdaini@embuild.be

Druk: Graphius

Reacties ­ vragen: communicatie@embuild.be

Met de medewerking van: de studiedienst van Embuild tel. 02 545 56 36 officeteam@embuild.be

• Embuild Vlaanderen Johan Walewijns, tel. 02 545 57 49 johan.walewijns@embuild.be

• Embuild.Brussels

Morgane Cendoya, tel. 02 545 58 29 morgane.cendoya@embuild.be

• Embuild Wallonie Justine Danis tel. 02 545 59 56 justine.danis@embuild.be

Abonnementen: Ann Cooreman, tel. 02 545 57 20 ann.cooreman@embuild.be

Reclame: Kristel Dekempeneer, tel. 02 545 56 99 - fax 02 545 59 08, kristel.dekempeneer@embuild.be of kde@embuild.be.

Prijs jaarabonnement

Leden van Embuild: begrepen in het lidgeld Niet-leden: € 137,80 (incl. BTW en portkosten) / buitenland: € 300 (incl. btw en portkosten)

Lid van de Unie van de Uitgevers van de Periodieke Pers

EÉN APP, ALLE OPLOSSINGEN:

HOE DONE-IT DE WERF SNEL EN HELDER DIGITALISEERT!

“ALLES WAT VROEGER OP PAPIER STOND, IN EXCEL OF OP POST-ITS, ZIT HIER NU IN,” ZEGT ERIC VAN TILBURG (CEO DONE-IT), TERWIJL

HIJ ZIJN SMARTPHONE TOONT. WE SPREKEN HEM OM TE BEGRIJPEN

HOE EEN BELGISCHE APP HET LEVEN VAN BEDRIJVEN MET MOBIELE MEDEWERKERS EEN PAK EENVOUDIGER MAAKT.

Done-it ontstond uit een herkenbare frustratie: ploegen aansturen op verschillende werven, werkuren bijhouden, verplaatsingen opvolgen én tegelijk voldoen aan alle wettelijke verplichtingen. “We wilden één tool die dat allemaal kon, zonder hardware of ingewikkelde installaties,” vertelt Eric Van Tilburg.

Gebruiksvriendelijk

Het resultaat? Een alles-in-één app voor tijdregistratie met geolocatie, automatische Check-in@work, en het beheren van de gereden kilometers per werknemer, project of voertuig. Binnenkort komt daar ook het rechtstreeks invullen van C3.2- attesten bij, volledig geïntegreerd in de app. De app is allesomvattend én erg gebruiksvriendelijk. “Een klant zei ooit: “De app is niet ingewikkeld. Na vijf minuten zag ik al uren, trajecten en zelfs attesten op mijn scherm. Snel, helder en to the point. Het is alsof je een administratief medewerker in je broekzak hebt”, glimlacht Eric Van Tilburg. En dat klopt: je ziet wie heeft ingecheckt, vanop welke locatie, en hoeveel uur er gewerkt werd. Alles wordt automatisch gekoppeld per project, werknemer, klant of voertuig. Overuren, vakantiedagen en ziektebriefjes? Ook dat zit erin.”

“Je ziet wie heeft ingecheckt, vanop welke locatie, en hoeveel uur er gewerkt werd Alles wordt automatisch gekoppeld per project, werknemer, klant of voertuig Overuren, vakantiedagen en ziektebriefjes? Ook dat zit erin ”

Eric Van Tilburg (CEO Done-it)

Vlotte aansluiting op bestaande tools

Done-it rekent bovendien automatisch af op het aantal vooropgestelde projecturen. “Zo weet je meteen of je op schema zit… of in het rood gaat.” En voor wie andere software gebruikt: dankzij de volledig open API sluit je Done-it makkelijk aan op je bestaande tools.

ZOMERACTIE

Lifetime GRATIS voertuigtracking *

Done-it biedt jouw bedrijf, volledig gratis, een voertuigvolgsysteem aan. Levenslang!

*Gratis voertuigtracking voor het leven, beperkt tot de eerste 100 nieuwe klanten. Maximaal 10 voertuigen per bedrijf. Actie geldig tot 30/09/2025.*

Ook de prijs verbaast: slechts 90 euro per maand voor 10 medewerkers + 2 beheerders. Voor het toevoegen van extra mede werkers betaal je 6 euro per maand. “Dat is minder dan een stevig ontbijt in Antwerpen,” grapt Eric Van Tilburg.

Meer info? www.done-it.app

Rockfon introduceert vernieuwd zichtvlies voor Pallasplafondplaat

Rockfon, onderdeel van de ROCKWOOL­groep en specialist in akoestische plafond­ en wandoplossingen, zet opnieuw een stap richting meer duurzaamheid. Op 1 oktober 2025 lanceerde het bedrijf een nieuwe versie van de Rockfon Pallas­plafondplaat, nu met een vernieuwd zichtvlies. Deze aanpassing is nodig om de plaat in de toekomst te kunnen combineren met de innovatieve PUF/ DEX­bindertechnologie die Rockfon in 2026 ­2027 zal

introduceren. Rockfon Pallas blijft natuurlijk gewoon even functioneel, duurzaam en betrouwbaar als altijd, mét de bijbehorende voordelen van rotswol.

Rockfon bevestigt hiermee zijn ambitie om producten continu te verbeteren én duurzamer te maken. Dankzij het nieuwe zichtvlies kan straks naadloos worden overgestapt naar de PUF/DEX­binder, wat zorgt voor een 70% lagere emissie op productniveau, "Onze klanten rekenen op oplossingen die niet alleen vandaag presteren, maar ook morgen voldoen aan de hoogste duurzaamheidsnormen.

Voor Rockfon Pallas betekent dat nu een vernieuwd vlies, zodat de overstap naar de nieuwe, duurzamere binder straks probleemloos verloopt." zegt commercieel directeur Roger Dezaire.

Het nieuwe zichtvlies is een belangrijke stap in de toekomstvisie van het bedrijf en de route naar de science ­based CO 2 ­reductiedoelen voor 2034 en de ambitie om in 2050 netto ­nul­koolstof­ uitstoot te bereiken.

INFO : www.rockfon.com

Knauf maakt zijn brandtestrapporten nog toegankelijker

Knauf is in de sector een bekende producent van innoverende afbouwen isolatiematerialen, systemen en gereedschap. Gezien de steeds strengere wettelijke voorschriften op het vlak van brandveiligheid tilt Knauf zijn dienstverlening naar een nog hoger niveau, met name door de toegang tot brandtestrapporten te vergemakkelijken. Hoe? Dankzij een nieuwe online tool kunnen bouwprofessionals te allen tijde de meest recente technische documenten raadplegen, die de conformiteit en prestaties van de Knauf­systemen zwart­ op ­wit garanderen. In België worden deze eisen met name geregeld door het Koninklijk Besluit van 7 juli 1994, dat minimale prestaties oplegt naargelang het type gebouw. Knauf laat zijn oplossingen testen en valideren in een laboratorium.

Het digitale platform is geïntegreerd in de website van Knauf België. Deze tool is voor iedereen toegankelijk en maakt het mogelijk om de meest recente brandtestrapporten rechtstreeks te downloaden, gerangschikt per type systeem (scheidingswanden, voorzetwanden, verlaagde plafonds, vloeren enzovoort). Op de pagina over 'brandwerendheid' vind je ook de nieuwe brochure Fire Systems en beknopte technische fiches die jaarlijks worden opgesteld voor de meest gangbare systemen. "Brandweerstand en brandstabiliteit zijn fundamentele vereisten in de bouw. Het doel is om onze klanten hoogwaardige, geteste en gevalideerde oplossingen te bieden en hen tegelijkertijd gemakkelijker toegang te geven tot belangrijke informatie. Het was dus essentieel om de meest recente versies van

brandtestrapporten rechtstreeks toegankelijk te maken, zonder dat alles via een tussenpersoon hoeft te verlopen", aldus Technical Manager Célia Parmentier.

INFO : www.knauf.com

FRANK BECKX NIEUWE GEDELEGEERD BESTUURDER BIJ VOKA

Bij de Vlaamse interprofessionele werkgeversorganisatie Voka heeft gedelegeerd bestuurder Hans Maertens op 1 september de fakkel doorgegeven aan Frank Beckx. Hans Maertens studeerde rechten en communicatiewetenschappen. Na een lange journalistieke loopbaan werd hij in 2010 directeur-generaal van de West-Vlaamse kamer van koophandel: een functie die hij uitvoerde tot 2015 wanneer hij gedelegeerd bestuurder van Voka werd.

Bij zijn afscheid op de Voka-rentrée benadrukte hij dat hij niet op vervroegd pensioen zou gaan. Hij gaat bedrijven en organisaties met raad en daad bijstaan, opnieuw schrijven en zich ook over het Vlaams erfgoed ontfermen, samen met de vzw Herita, en meer in het bijzonder over Cinema De Keizer in Lichtervelde, de oudste dorpsbioskoop in Vlaanderen.

Niko Demeester, CEO van

Embuild, vertelt hierover: “ Als secretaris-generaal van Voka heb ik ongeveer zes jaar zeer goed met Hans kunnen samenwerken: een samenwerking waarop ik nu nog steeds met veel voldoening en warmte terugblik.” Frank Beckx is jurist van opleiding en begon zijn loopbaan als kabinetsadviseur. Hij is sinds 2021 directeur van het kennis- en lobby-

centrum van Voka. Daarvoor leidde hij Essenscia Vlaanderen, de sectorfederatie van de chemie en life sciences. Na Jo Libeer en Hans Maertens die eerst voor een kamer van koophandel werkten, is Frank Beckx de eerste gedelegeerd bestuurder bij Voka die voorheen zijn sporen bij een sectororganisatie heeft verdiend.

De verwachte inflatie voor 2025 bedraagt 2,4 %

Het Federaal Planbureau heeft zijn inflatieprognoses voor de periode van september 2025 tot december 2026 gepubliceerd. Zij voorspellen dat de inflatie zal blijven dalen, met een gemiddelde van 2,4% in 2025 en 1,4% in 2026, tegenover 3,14% in 2024 en 4,06% in 2023. De gezondheidsindex zal naar verwachting respectievelijk 2,6 % en 1,5 % bedragen in 2025 en 2026.

De volgende overschrijding van de spilindex (133,28) wordt verwacht in januari 2026. Rekening houdend met de programmawet van 18 juli 2025 (Belgisch Staatsblad, 29 juli 2025) zullen de sociale uitkeringen en de salarissen van ambtenaren in april 2026 met 2 % worden aangepast om rekening te houden met de stijging van de kosten van levensonderhoud.

Bovendien wordt op basis van de termijnmarktnoteringen van 20 augustus 2025 ook een daling van de energieprijzen verwacht. De olieprijs zal in 2025 naar schatting gemiddeld 70 dollar per vat bedragen en in 2026 65 dollar. De aardgasprijs zal naar verwachting dalen van gemiddeld 38 euro per MWh in 2025 tot 32 euro per MWh in 2026.

Frank Beckx, Voka­voorzitter Rudy Provoost en Hans Maertens

Tijdsregistratie en projectbeheer op locatie

Done-it is dé a pp voor wer kgever s met per soneel op ver plaatsing

DUURZAME VERWARMING & KOELING

 Eenvoudige en modulaire totaaloplossing

 Warmtepomp, warmtepompboiler, warmwatertank én automatisering

 Tijdswinst, installatiegemak en overzicht via Installer App & Portal

 Training en ondersteuning via ‘service hotline’ renson.net

Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.