Embuild Magazine april 2024

Page 1

DOSSIER

De maatschappelijke verantwoordelijkheid van bedrijven.

VERKIEZINGEN

Houden de partijprogramma’s rekening met uw noden?

ARCHIVERING

Laat uw archieven niet verloren gaan.

MOBILITEIT Parkeren als aannemer in Brussel.

@nl.embuild /nl.embuild .embuild.be embuildBE
M
APRIL 2024
Maandblad van en voor de aannemer en de installateur Uitgave van Embuild • Kunstlaan 20, 1000 Brussel • afgiftekantoor Gent X • 6 euro
agazine

Beroepsverbod voor malafide aannemers en installateurs sneller uitspreken en uitbreiden

AWe willen daarom het beroepsverbod uitbreiden en sneller laten uitspreken. Op dit ogenblik kan de rechter zo’n beroepsverbod pas opleggen nadat het faillissement werd uitgesproken. Dat duurt echter veel te lang. Die beroepsverboden moeten veel sneller uitgesproken en gepubliceerd worden. Enkel op de manier is JustBan, een zwarte lijst van malafide ondernemers, een nuttig instrument voor de consument om te checken of hij met een betrouwbare partner in zee gaat. Ook moet het beroepsverbod uitgesproken kunnen worden bij herhaalde faillissementen en bij zware inbreuken.

f en toe komt de bouw- en installatiesector in een slecht daglicht te staan in de media. Er duiken dan vooral verhalen op over malafide bedrijven die na een voorschot te hebben aangerekend met de noorderzon verdwijnen en consumenten achterlaten in onafgewerkte woningen. Zulke vormen van misbruik zijn uiteraard volstrekt ontoelaatbaar en daar moet hard tegen worden opgetreden. Die cowboys verzieken de boel voor de hele sector, want de overgrote meerderheid van alle bouwbedrijven werkt wel volgens de regels. Dat tonen cijfers eenvoudigweg aan.

In 2023 waren er meer dan 100 000 vergunde bouw- en renovatieprojecten. Daarbovenop komen de vele renovaties die niet vergund moeten worden. De economische inspectie ontving vorig jaar 333 klachten. Die klachten slaan dus op minder dan 1 procent van alle projecten. Bijna alle aannemers en installateurs kunnen dus hun bouw- of renovatieproject in goede verstandhouding met de klant afronden. En zo hoort het ook.

Ook al heeft de bouw al heel wat ondernomen om de consument te beschermen (verzoeningscommissie bouw, wet Breyne, tienjarige aansprakelijkheid, stappen naar een ombudsdienst bouw …) en hebben we als bouwfederatie met www.buildyourhome.be een op consumenten gerichte website met allerlei praktische informatie om een bouw- of renovatieproject tot een goed einde te brengen, toch blijft het essentieel om op dit vlak verdere stappen te zetten.

Een andere maatregel die we naar voor schuiven om malafide ondernemers aan te pakken, is dat bij een faillissement een mogelijke kwijtschelding van de restschulden opnieuw actief onderzocht moet worden door de rechtbank. Het is dan aan de rechter om zulke verzoeken tot kwijtschelding rigoureus te beoordelen. Op die manier kunnen fraudeurs niet snel-snel een nieuwe onderneming oprichten om opnieuw misbruiken te plegen en kunnen gedupeerde consumenten meer kansen krijgen om een deel van hun geïnvesteerd bedrag terug te krijgen.

Niko Demeester

CEO Embuild

" De bouw doet al heel wat om de consument te beschermen, maar toch is het nodig om op dat vlak verdere stappen te zetten. Cowboys moeten er zonder pardon uit."

EDITO
EMBUILD MAGAZINE • 04-2024 3

3 ● Edito

Weg met de cowboys in de bouw!

6 ● Regionaal standpunt

Wat de komende regering dringend moet doen.

7 ● Visie uit Brussel

Neem de obstakels voor woonprojecten weg!

BOUWBELANGEN

8 ● De politieke partijprogramma’s Hun standpunten geanalyseerd.

14 ● Sloop- en heropbouw

Nu ook 6 procent btw als het resultaat een huurwoning is.

15 ● Diefstal op de bouwplaats

Het blijft een probleem maar u kunt er iets aan doen.

DOSSIER

17 ● Maatschappelijk verantwoord ondernemen

MVO wordt steeds minder vrijblijvend.

18 ● Nieuwe Europese richtlijn

Verslag uitbrengen over de impact van de onderneming op mens en milieu.

20 ● VLAIO

De implementatie van een duurzaamheidsstrategie krijgt steun.

21 ● The Embuild Foundation

Een organisatie die perfect aansluit op de nieuwe MVO-context

PARTIJPROGRAMMA’S GEANALYSEERD

In de aanloop naar de verkiezingen hebben de politieke partijen hun programma’s bekendgemaakt. Zit er iets in voor u? Verlaagde btw, flexibeler werken, minder belastingen? De studiedienst van Embuild maakte de analyse, zodat u met kennis van zaken kunt kiezen.

MAATSCHAPPELIJK VERANTWOORD ONDERNEMEN

Hoe een bedrijf zijn maatschappelijke verantwoordelijkheid opnam, was lang een zaak van vrijwillige keuzes door het management. Dat is nu aan het veranderen, onder meer onder impuls van Europa. We bekijken wat dat voor u betekent.

@nl.embuild /nl.embuild .embuild.be embuildBE DOSSIER De maatschappelijke verantwoordelijkheid van bedrijven. VERKIEZINGEN Houden de partijprogramma’s rekening met uw noden? Laat uw archieven niet verloren gaan. MOBILITEIT Parkeren als aannemer in Brussel. Uitgave van Embuild Kunstlaan 20, 1000 Brussel • afgiftekantoor Gent 6 euro Magazine APRIL 2024 4 EMBUILD MAGAZINE • 04 | 2024 INHOUD
17 8

INHOUD

PARKEREN IN BRUSSEL

Er zijn signalen dat aannemers niet meer in het Brussels gewest gaan werken omdat parkeren er een grote ellende is. Daarom werd een webinar georganiseerd dat helder uitlegde welke procedures gevolgd moeten worden. We vatten het voor u samen.

BAILLONVILLE

Ook aan de andere kant van de taalgrens slaat de vergrijzing toe. Tegen 2050 moet het aantal plaatsen in Waalse woonzorgcentra verdubbeld worden. De uitbreiding van het woonzorghuis van Baillonville, uitgevoerd door ons lid Picard Construct, sluit perfect aan op deze context.

22 ● CFE

Een sustainability professional aan het woord.

24 ● Camino

Joost Callens, een geëngageerd ondernemer.

26 ● ADEB-VBA

We hebben een gestructureerde sectorale aanpak van duurzaamheidsrapportering nodig.

SECTOR & BEROEPEN

28 ● Archivering Laat het geheugen van uw onderneming niet verdwijnen.

32 ● Het bedrijf overlaten

In een lerend netwerk werden de cruciale punten besproken en geïllustreerd.

33 ● Natuur-inbouw Dit boeiende project ging officieel van start.

34 ● Parkeren in Brussel Het kan, maar dan moet u de mogelijkheden en procedures kennen.

36 ● Buildwise

• De online bouwdetails zijn een onschatbare bron van informatie voor de bouwprofessional.

• De nieuwe TV 290 met referentiedetails voor buitenbepleisteringen op metselwerk en beton.

PROJECTEN & BEDRIJVEN

40 ● Woonzorgcentrum

Een creatieve uitbreiding met respect voor het origineel.

42 ● Ledenvoordelen Uw lidmaatschap rendeert!

45 ● Bouwmarkt

• Mis de derde editie van Techni-Mat in Flanders Expo in Gent niet!

• Materialenfabrikant Wienerberger past zich aan klimaatverandering aan.

46 ● Markant

• Politieke ontmoeting Minister Dermagne en Embuild samen op bezoek bij Buildwise.

• Concurrentievermogen België is competitiever geworden in de afgelopen jaren, zegt een onderzoek.

EMBUILD MAGAZINE • 04 | 2024 5 40 34
© Christopher Roxs

Hete hangijzers van meet af aan aanpakken in volgend Vlaams regeerakkoord

In de voorbije legislatuur heeft de Vlaamse regering vooruitgang geboekt op verschillende domeinen. Bovendien werden voorstellen van Embuild Vlaanderen zoals de renovatieplicht aangenomen. Een ander voorstel, de woonwaarborg, werd aangekondigd. Ook in de vergunningsprocedures werden stappen vooruitgezet. Maar die werden doorkruist door dossiers zoals stikstof, PFAS en wateroverlast. Deze grote uitdagingen zullen ook in de volgende legislatuur prominent aanwezig zijn. Daarom roepen Embuild Vlaanderen en Voka op om dossiers niet te laten aanslepen, maar meteen op te nemen in een robuust regeerakkoord.

Embuild Vlaanderen heeft de beschikbare verkiezingsprogramma’s onder de loep genomen. Verschillende partijen willen inzetten op betere vergunningsprocedures, maar de koppeling met de knelpunten rond milieu en ruimte, wordt niet of onvoldoende gemaakt. Dossiers als stikstof en PFAS zijn geen verrassing meer. Dit moet dus meteen aangepakt en decretaal verankerd worden, om rechtszekerheid te creëren. Anders blijven optimale vergunningsprocedures dode letter.

Daarnaast is er dringend nood aan een integraal waterplan, opgesteld in overleg met de lokale besturen, onder de hoede van één Watercommissaris die eenheid van commando en de nodige budgetten moet krijgen. Maar daarvan is weinig terug te vinden in de partijprogramma’s. Wel passeert een algemeen bouwverbod in watergevoelig gebied de revue, terwijl het eerder aangewezen is om met de watertoets project per project de haalbaarheid na te gaan. Want zo’n bouwverbod komt boven op de vele beperkingen in de provinciale ruimtelijke plannen. Terwijl op de beperkte beschikbare ruimte net meer aanbod nodig is.

Bovendien gaan de huidige ruimtelijke plannen gepaard met een onderschatting van de woningbehoeften in Vlaanderen. Dat brengt ons bij een belangrijke blinde vlek in de programma’s: betaalbaar wonen. Het is in de verkiezingsprogramma’s met een vergrootglas zoeken naar een integrale aanpak van die groeiende woonproblematiek. Onderbouwde inschattingen van de woonbehoeften worden niet of te weinig als uitgangspunt genomen. Deze mogen zeker niet gereduceerd worden tot een prognose van het aantal gezinnen, die nu verkeerdelijk als basis van de provinciale ruimtelijke beleidsplannen worden gebruikt. Daarnaast zijn in de voorbije legislatuur de wachtlijsten voor een sociale woning enkel aangegroeid. In zijn memorandum heeft Embuild Vlaanderen per doelgroep voorstellen naar voren geschoven om tegen 2034 voor elke Vlaming een betaalbare en kwaliteitsvolle woning te voorzien. Met als speerpunt de vraag naar een integraal meerjarig woonbeleid met een jaarlijkse vooruitgangsmeting.

Voorts vloeit er heel wat inkt over de klimaatuitdaging. Hoewel de basis voor een transitie werd gelegd met onder andere de renovatieplicht, is de concrete financiering van grote doelen vaak onduidelijk. Aangezien voorstellen van partijen zoals de prefinanciering door nutsbedrijven, allesbehalve evident zijn, is het vooral zaak om particulieren goed te begeleiden en te ondersteunen. Particulieren zullen immers het leeuwendeel van de kosten voor de transitie op zich dienen te nemen.

Het wordt cruciaal dat bij de opmaak van een Vlaams regeerakkoord robuuste antwoorden worden geformuleerd voor deze uitdagingen.

Marc Dillen

Directeur-generaal Embuild Vlaanderen

"Embuild Vlaanderen heeft de beschikbare verkiezingsprogramma’s onder de loep genomen. "

STANDPUNT
6 EMBUILD MAGAZINE • 04 | 2024

Wooncrisis in Brussel: vereenvoudigen om meer te kunnen bouwen

Het Brussels gewest zakt steeds dieper weg in een wooncrisis, die gepaard gaat met een exodus van gezinnen uit de middenklasse. De oorzaak wordt gevormd door de gestegen prijzen, die hoofdzakelijk gelinkt zijn aan het onevenwicht tussen vraag en aanbod. Er komen niet meer genoeg woningen op de markt.

De belastingen op vastgoed stijgen. Het duurt onaanvaardbaar lang vóór een stedenbouwkundige vergunning afgeleverd wordt. Al jaren klaagt Embuild deze fenomenen aan, die trouwens bevestigd worden door verschillende studies - waarvan sommige besteld werden door de Brusselse regering. Het verkrijgen van een vergunning duurt gemiddeld vijf en een half jaar. Een huurappartement op de Louisalaan kost minder dan de belasting op het gebruik van het openbare domein. Eén voor één beginnen investeerders onze hoofdstad de rug toe te keren. En de Brusselaars, die zijn het kind van de rekening.

Wat doet onze regering dus? Ze maakt de barrières voor de investeerders en de eigenaars nog wat hoger, door de stedenbouwkundige lasten op woonprojecten op te trekken en door te eisen dat projecten van meer dan 3500 vierkante meter een kwart sociale woningen bevatten. Zelfs de Brusselse Gewestelijke Huisvestingsmaatschappij BGHM is tegen die maatregel! Maar volgens het gewest is hij nodig om de wooncrisis op te lossen. Tussen 2018 en 2023 werden onze wijken geconfronteerd met een prijsstijging van gemiddeld 27 procent. 56 000 gezinnen staan op de wachtlijst voor een sociale woning.

Voor alle duidelijkheid: Embuild is niet tegen de bouw van sociale woningen, integendeel zelfs. We hebben samen met de bevoegde minister en de BGHM manieren gezocht om dergelijke woningen te creeren. Met uitstekende resultaten, want dankzij een publiek-private samenwerking konden we in deze legislatuur bijna vier keer meer sociale woningen bouwen. Maar op hun eentje zullen deze de wooncrisis niet oplossen. Er moeten snel bijkomende woningen gebouwd worden in alle segmenten.

Maar dat kan alleen als de stedenbouwkundige procedures vereenvoudigd en versneld worden. Dat zal werk vragen, maar er bestaan oplossingen. Een verder doorgedreven digitalisering zal daarvan een aspect zijn. Maar er is ook een nieuw fiscaal en investeringsbeleid nodig, met op z’n minst een moratorium van verschillende jaren op nieuwe belastingen, en met systemen die de financiële positie verbeteren van mensen die een woning willen verwerven.

Alexandre De Cesco

"Tussen 2018 en 2023 werden onze wijken geconfronteerd met een prijsstijging van gemiddeld 27 procent. 56 000 gezinnen staan op de wachtlijst voor een sociale woning."

STANDPUNT EMBUILD MAGAZINE • 04 2024 7

Welke voorstellen voor de bouw lezen we in de programma’s van de politieke partijen?

Van meet af aan moet worden opgemerkt dat deze tekst verre van volledig is en een samenvatting bevat van de belangrijkste voorstellen die direct of indirect betrekking hebben op de sector. Op het moment van schrijven waren de volledige programma's van alle partijen nog niet beschikbaar. Dus hebben we de beschikbare informatie verzameld.

Belastingvoorstellen

1

BTW-TARIEVEN Meerdere partijen stellen een btwverlaging voor, sommige voor afbraak-herbouw, andere voor energetische investeringen.

DÉFI wil een btw-verlaging voor energetische investeringen, voor afbraak-herbouw en voor nieuwbouw, op voorwaarde dat er "hoge norme n" bereikt worden wat betreft energie-efficiëntie en duurzaamheid. Les Engagés wenst 6 procent btw op afbraak-ontmanteling-herbouw, als het project een betere CO2 -voetafdruk oplevert, en op ecologische materialen in het geval van nieuwbouw met ecologische materialen; MR wil een verlaagd btw-tarief van 12 procent op nieuwbouwwoningen. Ook N-VA en PS verdedigen een btw-tarief van 6 procent op afbraak-herbouw.

2

ENERGETISCHE INVESTERINGEN Er worden �scale stimulansen voorgesteld bij de uitvoering van energetische investeringen. MR wil een �scale ondersteuning om de verbetering van de energieperformantie in woningen te ondersteunen. DÉFI wil energetische renovaties aanmoedigen via vrijstelling van de onroerende voorhef�ng (OV) en een voordelige �scaliteit.

8 EMBUILD MAGAZINE • 04 | 2024 VERKIEZINGEN

VERKIEZINGEN

De Europese, federale en regionale verkiezingen vinden plaats op 9 juni 2024. Embuild stuurde haar memoranda, waarin de prioriteiten van de sector werden uiteengezet, naar de verschillende politieke partijen en de pers. Tijdens ons BouwForum in februari 2024 hebben we aandachtig geluisterd naar de bouwvoorstellen van de verschillende politieke partijen. Na een analyse van de verschillende programma's hebben we in dit artikel de passages uitgelicht die van belang zijn voor onze sector.

EMBUILD MAGAZINE • 04 | 2024 9

3

(VASTGOED)FISCALITEIT ALGEMEEN Bijna alle partijen hernemen de principes uit de vorige legislatuur: fiscaliteit op arbeid moet dalen met afschaffing van nichefiscaliteit en verschuiving naar andere belastingen, al dan niet belastingen op vastgoed.

MR wil de OV voor eigen woning, geplafonneerd, afschaffen. Les Engagés willen inkomsten uit arbeid en kapitaal samenvoegen en progressief belasten, maar het (te herzien) kadastraal inkomen (KI) behouden zonder naar taxatie van werkelijke inkomsten over te stappen. Ook PS wil het kadastraal inkomen herzien. ECOLO wil werkelijke huurinkomsten en meerwaarden belasten. Vooruit wil reële huurinkomsten belasten en een superaftrek voorzien van 150 procent voor energetische renovaties van huurwoningen.

4REGISTRATIERECHTEN Veel partijen lanceren voorstellen rond een verlaging van de registratierechten (vooral in Wallonië) waarbij de hoogte van de rechten en/ of vrijstellingen afhankelijk zou gemaakt worden van energetische investeringen en toegespitst op de eerste woning.

DÉFI wil een jaarlijkse indexatie van het abattement voor de eigen en enige woning en een verlaging bij verhuur aan een sociaal verhuurkantoor. Les Engagés wil een verlaging – of zelfs de afschaffing – bij aankoop van de eerste woning en vervangen door een jaarlijkse belasting en een verhoging bij niet eerste woningen.

MR wil de registratie- of schenkingsrechten verlagen bij een verbetering van meer dan 2 EPB-klassen met een progressieve regeling waarbij de belastingen verder dalen bij meer dan 2 klassen verbetering en een verdere verlaging van de registratierechten voor de eerste woning en wil ze ook overdraagbaar maken. MR wil ook de tarieven van registratie-en successierechten progressiever maken en de maximale tarieven om de gezinswoning vrij te stellen verlagen bij vererving tussen echtgenoten. Open VLD wil een verdere verlaging van de registratierechten.

Voorstellen inzake overheidsinvesteringen

De meeste partijen praten uitvoerig over investeringen van verschillende aard (in onderwijs, preventie, verbetering

van de energieprestaties van woningen, enz.). Aan de andere kant wordt er heel weinig gezegd over de specifieke kwestie van overheidsinvesteringen.

PS en GROEN roepen beide op om de overheidsinvesteringen te verhogen tot 4 procent van het bbp, zoals bepaald in de regeerverklaring van de huidige regering.

VOORUIT pleit voor een verhoging van de overheidsinvesteringen naar 1 procent van het bbp.

ECOLO vraagt om een meerjarig interfederaal investeringsplan van 15 miljard euro om de strategische infrastructuur te versterken, onder andere de infrastructuur die verband houdt met de ecologische en energietransitie, zelfvoorziening op voedselgebied en aanpassing aan klimaatverandering.

LES ENGAGÉS roept op om de overheidsinvesteringen nieuw leven in te blazen om het economisch potentieel van het land op de lange termijn te stimuleren.

10 EMBUILD MAGAZINE • 04 | 2024

1INVESTEREN IN DE OVERHEIDSGEBOUWEN Het verbeteren van de energieprestaties van gebouwen komt voor in alle programma's van alle politieke partijen, maar meestal alleen met betrekking tot huisvesting.

MR wijst erop dat de staat het goede voorbeeld moet geven door zijn gebouwen te renoveren met het oog op energiebesparing en lagere energiekosten.

PS stelt voor om een ambitieus beleid te ontwikkelen om overheidsgebouwen tegen 2050 CO 2 -neutraal te maken. En deze partij vraagt om de noodzakelijke investeringen daarvoor zo snel mogelijk te doen.

VOORUIT heeft het over het verbeteren van openbare gebouwen op het vlak van toegankelijkheid, connectiviteit, enzovoort, maar niet op het vlak van energieprestaties.

2

INVESTEREN IN SPOORWEGINFRASTRUCTUUR

De modal shift ten gunste van het spoor wordt door verschillende partijen genoemd.

DÉFI, MR, ECOLO en GROEN verwijzen naar Spoorvisie 2040, die streeft naar bijna een verdubbeling van het aandeel treinverkeer, met minimaal 4 treinen per uur naar de grote steden en 2 treinen per uur op de rest van het net. Aan de andere kant wordt er weinig gesproken over meer investeringen in de spoorweginfrastructuur.

ECOLO roept op tot massale investeringen in het spoorwegaanbod om de doelstellingen van Spoorvisie 2040 te bereiken.

PS vraagt onder meer dat de NMBS en Infrabel voldoende overheidsmiddelen krijgen om hun ambitieuze doelstellingen te bereiken, door personeel aan te werven en de nodige investeringen te doen.

DÉFI en LES ENGAGÉS dringen aan op een snellere invoering van het GEN. PS zegt de voltooiing van het GEN nauwlettend in de gaten te houden. MR wil dat het meerjareninvesteringsplan (actieplan per spoor vervoerd goederenvolume 2030) volledig en systematisch wordt gefinancierd.

Juridische voorstellen

1

OVERHEIDSOPDRACHTEN Over het algemeen beroepen de Franstalige partijen zich op het principe van de voorbeeldfunctie van de overheid om de opname van klimaatoverwegingen in overheidsopdrachten aan te moedigen.

● Integreer en ondersteun circulariteit in overheidsopdrachten, onder meer met betrekking tot materialen

Ecolo ondersteunt het gebruik van lokale materialen van biologische oorsprong in overheidsopdrachten en een snellere invoering van de circulaire economie. Deze partij stelt voor om de identificatie van materialen te organiseren, met behulp van een identiteitskaart voor gebouwen, en om minimumdrempels voor hergebruik vast te stellen, te beginnen bij openbare projecten.

EMBUILD MAGAZINE • 04 | 2024 11

VERKIEZINGEN

LES ENGAGÉS stelt voor om ecologische materialen beter te integreren in de criteria die worden gebruikt bij overheidsopdrachten, om normen in te voeren voor materialen met het oog op recyclage en hergebruik van bouwafval, en om de toegang tot technische goedkeuringen en levenscyclusanalyses voor ecologische bouwbedrijven te vergemakkelijken.

DÉFI wil de circulaire economie integreren in overheidsopdrachten door voor te stellen om enerzijds een label voor de circulaire economie in te voeren, evenals een one-stop shop om bedrijven te helpen, en anderzijds gekwantificeerde doelstellingen op te nemen voor de aankoop van "circulaire" goederen door overheden.

PS stelt voor dat de overheid een leidende rol blijft spelen op het gebied van circulariteit, met name door middel van overheidsopdrachten waarin verschillende aspecten van circulariteit zijn opgenomen.

In het algemeen willen MR en PS de circulaire economie ondersteunen door lokale kanalen te creëren, met name voor bouwafval (MR).

● Duurzame opdrachten en sociale en milieuclausules in overheidsopdrachten bevorderen

PS wil van overheidsopdrachten een instrument voor verantwoorde economische ontwikkeling maken. Deze partij dringt aan op ecologische verantwoordelijkheid bij overheidsopdrachten en naleving van het DNSH-principe. Ze stelt dan ook voor om sociale en milieucriteria de norm te maken in overheidsopdrachten (niet alleen voor werken maar ook voor diensten), om bedrijven met een negatieve sociale en milieu-impact te bestraffen en om overheidsopdrachten begrijpelijker te maken door standaardbestekken voor te stellen. Over deze clausules moet worden gerapporteerd om goede praktijken te identificeren en uit te wisselen tussen aanbestedende overheden.

Op milieugebied vindt MR dat de staat het goede voorbeeld moet geven door zijn gebouwen te renoveren met het oog op energiebesparing en lagere energiekosten. Wat het meer sociale aspect betreft, wil MR overheidsopdrachten identificeren die geschikt zijn om uit te besteden aan maatwerkbedrijven.

Ecolo wil de duurzaamheid van gebouwen en de bouwsector bevorderen, met name door hergebruik, transformatie, recyclage en hergebruik aan te moedigen.

● De toegang tot overheidsopdrachten voor kmo’s en lokale bedrijven bevorderen

LES ENGAGÉS wil zko's en kmo's die betrokken zijn bij de bouw en de productie van bouwmaterialen ondersteunen en opleiden, zodat ze nieuwe technische innovaties kunnen overnemen en zich de instrumenten eigen kunnen maken die nodig zijn voor de overgang (TOTEM, digitaal gebouwdossier, enz.).

PS dringt erop aan dat lokale bedrijven en kmo's toegang krijgen tot overheidsopdrachten, met name door vereenvoudigde bijzondere bestekken en het oprichten van openbare begeleidingscellen, maar ook door betere informatie te verstrekken over aanbestedingen en financieringsfaciliteiten op te zetten waarmee kmo's toegang krijgen tot grotere opdrachten.

● Aanbestedende overheden bewust maken van hun rol bij overheidsopdrachten

PS is de enige partij die deze sensibilisering en opleiding voorstelt voor aanbestedende overheden over hun rol, via overheidsopdrachten, in het regionale economische herstel, de overgang naar duurzame ontwikkeling en de bevordering van een betere toegang voor Waalse bedrijven. Ze stelt ook voor om een databank op te zetten om de regionale en nationale markt beter te kunnen prospecteren.

2ADR: ALTERNATIEVE GESCHILLENBESLECHTING

LES ENGAGÉS, de MR en de N-VA dringen aan op de bevordering van buitengerechtelijke geschillenbeslechting, in het bijzonder voor Les Engagés, door hen beter te �nancieren, door de oprichting van buitengerechtelijke geschillenkamers in de rechtbanken (zoals ook voorgesteld door de PS) en door het gebruik van bemiddeling waar mogelijk te bevorderen.

N-VA geeft bij consumentengeschillen zelfs de voorkeur aan bemiddeling boven gerechtelijke procedures. MR wil ook dat deze oplossingen voor iedereen toegankelijk zijn.

PS stelt voor om alternatieve geschillenbeslechtingsmethoden te ontwikkelen in het publiekrecht, d.w.z. voor administratieve rechtbanken zoals de Raad van State.

12 EMBUILD MAGAZINE • 04 2024

VERKIEZINGEN

Voorstellen inzake sociale materies

1FLEXIBILITEIT MR stelt voor dat in geval van discussies over de organisatie van het werk in bedrijven (annualisering van de arbeidstijd, avond-, weekend- en zondagswerk, enz.), bij gebrek aan een akkoord tussen de werkgever en de vakbondsafvaardiging van het bedrijf binnen een bepaalde onderhandelingsperiode (bijvoorbeeld 15 dagen), de werkgever een intern referendum mag organiseren en, indien een voldoende meerderheid wordt behaald, het besluit binnen het bedrijf kan uitvoeren zonder dat de vakbonden daarmee nog moeten instemmen.

OPEN VLD wil werknemers en werkgevers de vrijheid geven om flexibele werktijden af te spreken en alle obstakels daarvoor uit de weg ruimen. Deze partij wil ook elk plafond op belastingvrije overuren afschaffen.

CD&V wil een structurele regeling die werknemers die willen overwerken in staat stelt om dit op een fiscaal en sociaal gunstige manier te doen, met de opbouw van sociale rechten.

ECOLO en GROEN willen een collectieve arbeidsduurvermindering naar 32 uur, met compenserende aanwervingen en behoud van het loon voor mensen met een laag of modaal inkomen. De extra kosten voor de werkgever worden gecompenseerd door een verlaging van de socialezekerheidsbijdragen, die op haar beurt voor de staat worden gecompenseerd door de besparingen op werkloosheidsuitkeringen en werkgerelateerde langdurige ziekten.

PS en VOORUIT pleiten ook voor een collectieve arbeidsduurvermindering naar 32 uur met compenserende aanwervingen en de invoering van strengere regels voor overuren (maximumquotum, geldige reden, overloon en verplicht inhalen).

2OPLEIDING Wat betreft onze oproep om terug te keren naar de oude regeling van collectieve opleidingsinspanningen benadert geen enkele partij de opleidingskwestie vanuit deze invalshoek.

ECOLO, GROEN en CD&V willen het recht op 5 dagen opleiding uitbreiden naar alle werknemers. PS wil het individuele recht op opleiding van 5 dagen uitbreiden naar alle werknemers, zowel werkenden als werklozen. Ze wil dit ook uitbrei-

den tot 10 dagen per jaar en opleggen dat deze opleidingen tijdens de werkuren worden georganiseerd.

MR wil loopbaanlang leren stimuleren. De 5 dagen opleiding zouden kunnen worden omgezet in een bedrag dat ter beschikking wordt gesteld aan de werknemer, die zelf zou moeten kiezen welke opleiding hij of zij binnen of buiten het bedrijf zou willen volgen. Het bedrijf zou worden aangemoedigd om elke opleiding (formeel of informeel) te organiseren via een fiscale hefboom die het mogelijk zou maken om het bedrag dat op de opleidingsrekening van de werknemer wordt gestort geheel of gedeeltelijk terug te vorderen.

3SOCIALE DUMPING De weinige partijen die de kwestie van oneerlijke concurrentie aan de orde stellen, zijn voorstander van meer inspecties. Les Engagés vraagt dan ook in het bijzonder om meer inspectiepersoneel om sociale fraude te bestrijden en om een betere samenwerking tussen de verschillende inspectiediensten. ECOLO wil ook de effectiviteit van de controles verbeteren. OPEN VLD wil dat de controles beter worden gericht op echte fraudeurs en dat onnodige controles op bedrijven die aan de regels voldoen worden voorkomen.

Sommige partijen gaan verder en gaan tegen onze eisen in. Vooruit wil de onderaannemingsketen bij privéopdrachten beperken door de beperkingen toe te passen die bestaan in overheidsopdrachten. Ze is ook voorstander van een checkout in risicosectoren zoals de bouw. PS wil het aantal niveaus van onderaanneming in zowel publieke als private opdrachten beperken tot twee. Ze vraagt ook om de hoofdelijke aansprakelijkheidsregeling uit te breiden naar alle niveaus van onderaanneming.

4LASTENVERLAGING Geen enkele partij heeft het over de lastenverlaging van 2,70 euro per uur die we nodig hebben om op gelijke voet te concurreren met gedetacheerden. Een meer algemene lastenverlaging maakt deel uit van een belastinghervorming met als doel het nettoloon van de werknemer te verhogen (LES ENGAGÉS, DÉFI, MR, OPEN VLD en CD&V), zonder echte neerwaartse impact op de loonkosten.

Bovendien vragen PS-VOORUIT en ECOLO-GROEN om een hervorming van de wet van 1996 inzake het concurrentievermogen van de bedrijven, om de loonnorm indicatief te maken en om de automatische indexering integraal te behouden, wat de concurrentiepositie van de bouwbedrijven niet zal verbeteren.

EMBUILD MAGAZINE • 04 | 2024 13

6 procent btw op afbraak gevolgd door heropbouw tot huurwoning

Einde maart heeft de federale regering beslist dat het verlaagde btw-tarief van 6 procent uitgebreid wordt tot afbraak gevolgd door heropbouw tot huurwoning. Toen we dit artikel schreven, was deze maatregel nog niet definitief goedgekeurd, maar stond er wel een ontwerptekst op de website van de kamer van volksvertegenwoordigers. De maatregel gaat in op de eerste dag van de maand die volgt op de publicatie in het Staatsblad.

Er geldt sinds het begin van dit jaar in heel het land een verlaagd btw-tarief van 6 procent op afbraak gevolgd door heropbouw tot woning. Maar de invoering van deze veralgemeende btw-verlaging kwam met een aantal voorwaarden. Ze gold bijvoorbeeld alleen voor particulieren die hun enige en eigen woning lieten bouwen. Het resultaat mocht dus geen huurwoning zijn, met één grote uitzondering: woningen bestemd voor lange-termijnverhuur binnen een sociale-woningbeleid.

Maar de regering besliste nu dus om de verlaagde btw ook toe te kennen aan afbraak gevolgd door heropbouw tot een huurwoning die niet bedoeld is voor de sociale-huurmarkt. Deze ommezwaai is niet in niet geringe mate te danken aan het intense lobbywerk van Embuild. We zijn tevreden dat de regering inzag dat het aanbod van kwaliteitsvolle huurwo-

ningen een duw in de rug moest krijgen.

Wijzigingen

Het feit dat de criteria voor het verlaagde btw-tarief versoepeld zijn, betekent niet dat deze volledig afgeschaft worden. De heropgebouwde woningen die bedoeld zijn voor verhuur moeten aan drie grote voorwaarden voldoen:

• de bewoonbare oppervlakte is niet groter dan 200 vierkante meter;

• ze zijn bestemd om meteen verhuurd te worden en ze blijven minstens 15 jaar lang ononderbroken huurwoning;

• ze worden verhuurd aan particulieren die er meteen hun domicilie vestigen.

Het is niet verplicht dat de opdrachtgever van de werken een natuurlijke persoon is. Ook vennootschappen die afbreken en herbouwen om te verhuren zullen in aanmerking komen.

Er bestaan nog enkele aspecten die men in het oog moet houden. We sommen de voornaamste op:

• het verlaagde btw-tarief geldt niét voor afbraak gevolgd door heropbouw tot koopwoning, ook niet wanneer de koper de woning verwerft om deze te verhuren;

• het verlaagde btw-tarief geldt niet voor vakantiewoningen of huurwoningen die dienen als tweede verblijf.

Zoals al opgemerkt moet de heropgebouwde woning minstens vijftien jaar lang ononderbroken een huurwoning blijven. Ze mag in die periode dus niet verkocht worden, of gebruikt worden voor een ander doel. Van huurder veranderen mag vanzelfsprekend wel, maar er moet iedere keer een geschreven en geregistreerde huurovereenkomst gesloten worden.

Om het verlaagde tarief te kunnen genieten moet een verklaring bezorgd worden aan de FOD Financiën vóór de btw op de afbraak- en heropbouwwerken de eerste keer opeisbaar wordt. Voor projecten die van start gingen vóór deze nieuwe maatregel van kracht werd, kan de verklaring nog bezorgd worden tot 31 maart 2025.

INFO : Nog vragen? Stel ze aan marleen.porre@embuild.be.

14 EMBUILD MAGAZINE • 04 2024
VASTGOEDFISCALITEIT

Meer dan de helft van de bouw- en installatiebedrijven is slachtoffer van werfdiefstallen

Onlangs onderzocht Embuild met een enquête onder de leden of werfdiefstallen een groot probleem zijn. Het antwoord is helaas ja … maar het goede nieuws is dat u het risico kunt verkleinen.

205 bouw- en installatiebedrijven namen deel aan de bevraging. 52 procent van hen, dus net iets meer dan de helft, rapporteerde een diefstal op de bouwplaats in de twaalf maanden die voorafgingen aan de enquête. Vier op tien bedrijven (39 procent om precies te zijn) werden zelfs het slachtoffer van verschillende diefstallen. Vaak gaat het om bouwmaterialen of kleinere werktuigen. “We roepen de bouw- en installatiebedrijven op om al hun machines, gereedschap en materialen te markeren,” reageert Niko Demeester (CEO Embuild).

Politie

Ook de federale politie heeft data over werfdiefstallen. Volgens de recentste volledige jaarcijfers werden er 2777 aangegeven in 2022. Dat is 17 procent meer dan in 2021, toen er 2369 aangegeven werden. Het meest gegeerd bij dieven is klein gereedschap zoals een boor, een zaag of een hamer. Dan komen bouwmaterialen, gevolgd door groot gereedschap en grotere machines zoals betonmolens en plafonneermachines. Generatoren, compressors en andere grote werfmachines worden zelden gestolen, net zoals voertuigen.

De helft van de ondernemingen die bestolen werden, vermeldde dat er meer bouwmaterialen gestolen werden in de voorbije jaren. Verbazingwekkend is dat niet; de prijs van deze materialen is immers met 35 procent gestegen sinds het uitbreken van de coronacrisis in maart 2020. Om het anders te zeggen: bouwmaterialen stelen is een lucratieve business geworden voor dieven …

Vaker aangegeven

Het aantal diefstallen op bouwplaatsen ligt in werkelijkheid natuurlijk hoger dan de cijfers

van de politie suggereren. Niet iedereen doet een aangifte. Dat bleek ook uit onze enquête. 34 procent stapt niet naar de politie als er bouwmaterialen gestolen werden; 29 procent doet geen aangifte als dieven aan de haal gingen met klein gereedschap of kleine toestellen.

Tegelijkertijd doet ongeveer een derde van de bouw- en installatiebedrijven werfdiefstallen nu vaker een aangifte dan vijf jaar geleden, en dat ongeacht de gestolen items. “Dat is de juiste reflex”, zegt Niko Demeester. “Enkel op die manier kan er een volledig beeld gevormd worden van de problematiek en kan werfdiefstal een stevige politionele aanpak krijgen.”.

Bedrijven kunnen met een aantal ingrepen werfdiefstallen proberen te voorkomen, bijvoorbeeld door markering met een traceringsysteem te voorzien. De meerderheid in de enquête doet dat met voertuigen (58 procent). Voor werftuigen (43 procent), grote machines (36 procent) en kleine machines (26 procent) komt het minder voor, hoewel tracering een sterk ontradend effect heeft.

Ten slotte nemen bouw- en installatiebedrijven ook andere maatregelen om werfdiefstal te voorkomen:

• 49 procent plaatst altijd een omheining rond de werf, 33 procent soms;

• 43 procent plaatst soms camera’s op de werf, 2 procent altijd;

• 42 procent zorgt soms voor verlichting ’s nachts op de werf, 15 procent altijd;

• 21 procent zorgt soms voor bewegingsdetectie op de werf;

• 15 procent schakelt soms een bewakingsfirma in, 1 procent altijd.

EMBUILD MAGAZINE • 04 | 2024 15 ONDERZOEK DOOR EMBUILD

ALTIJD MEE, PRO EN PRIVÉ

Je bent je eigen baas en je werkt elke dag hard voor je klanten. Je verwacht terecht ook het beste van je partners. Bij Federale Verzekering zetten we ons al meer dan 100 jaar in voor ondernemers zoals jij. We beschermen kostbare en onmisbare machines, maar ook je aansprakelijkheid. Een aanvullend pensioen? Daar hebben we de oplossingen voor. En natuurlijk ben je niet enkel ondernemer. We beschermen dan ook je gezinswoning en je familie... en we zorgen voor het spaarpotje voor je oogappel!

Federale Verzekering. Altijd mee, pro en privé. Meer info op federale.be

Raadpleeg altijd de algemene voorwaarden alsook de financiële en technische infofiches voor je intekent op een product leven. Federale Verzekering – V.U: Tom De Troch – Stoofstraat 12 – 1000 Brussel  - www.federale.be - Gemeenschappelijke Kas voor Verzekering tegen Arbeidsongevallen - Vereniging van Onderlinge LevensverzekeringenCoöperatieve Vennootschap voor Verzekering tegen Ongevallen, Brand, Burgerlijke Aansprakelijkheid en Diverse Risico’s CV - RPR Brussel BTW

BE 0403.257.506.

BE 0407.963.786/BE 0408.183.324/
Action rebranding portrait NL 210x297.indd 1 16/02/2024 08:27:20

Maatschappelijk verantwoord ondernemen

Ondernemingen hebben altijd al een sociale rol gespeeld, maar nu de VN zeventien doelstellingen voor duurzame ontwikkeling heeft opgesteld, is die rol een heuse maatschappelijke verantwoordelijkheid geworden. Het gaat bovendien niet meer louter om vrijwillige initiatieven van het management. Vooral onder impuls van Europa wordt ondernemingen in toenemende mate gevraagd om formeel verantwoording af te leggen, denk maar aan de Corporate Sustainability Reporting Directive (CSRD), en de Environmental, Social and Governance (ESG)-rapportering.

En let op: ook de kleinste bouwbedrijven kunnen hiermee te maken krijgen. Wanneer ze werken als onderaannemer voor een groter bedrijf zal hen immer gevraagd worden om de nodige informatie over te maken. Maatschappelijk verantwoord ondernemen lijkt misschien ver van uw bed –maar u zou zich wel eens kunnen vergissen.

EMBUILD MAGAZINE • 04 | 2024 17 BOUWFORUM
08:27:20

Europese richtlijn CSRD in Belgisch recht omgezet vanaf juli 2024

De Corporate Sustainability Reporting Directive (CSRD), de nieuwe Europese richtlijn over duurzaamheidsrapportering, werd eind 2022 officieel bekendgemaakt. De Belgische overheid heeft nog tijd tot juli van dit jaar om die richtlijn in Belgisch recht om te zetten. Een wetsontwerp is trouwens reeds in de maak. Met deze wetgeving gaat men over van een informele naar een formele maatschappelijke verantwoordelijkheid van ondernemingen.

Een groot aantal (bouw)bedrijven rapporteren nu al over hun duurzaamheid door middel van een informele aanpak van MVO (maatschappelijk verantwoord ondernemen) op basis van de 17 SDG (Sustainable Development Goals) van de Verenigde Naties. Zij doen dat op hun eigen manier. Hun rapporten zijn daardoor niet vergelijkbaar.

Maar in het kader van de Green Deal wil de Europese Commissie de niet-financiële verslaggeving van de ondernemingen harmoniseren, in het bijzonder voor de sociale en de milieueffecten. Op die manier wil de Europese Commissie ook de beschikbaarheid en de kwaliteit van de gepubliceerde informatie verbeteren.

De Corporate Sustainability Reporting Directive (CSRD) werd gepubliceerd eind 2022. Het maatschappelijk verantwoord ondernemen is daardoor niet langer een informeel gebeuren maar wordt veel meer geformaliseerd en bovendien versterkt door de taxonomie en het DNSH (Do no significant harm)-principe en wordt de sokkel van het beleid op het vlak van ESG (milieu- en sociale normen en governance) voor activiteiten die de maatschappij en het leefmilieu bepalen.

Welke informatie?

Een onderneming die onder de niet-financiele rapportageverplichting valt, zal de uitdagingen van haar werkzaamheden op het gebied van milieu, maatschappij en goed bestuur moeten identificeren. Zij zal dit moeten doen aan de hand van de effecten, risico's en mogelijkheden voor haarzelf en haar omgeving.

De technische invulling van de CSRD zal

gebeuren aan de hand van European Sustainability Reporting Standards (ESRS). Die standaarden gaan niet alleen over milieuaspecten zoals klimaatverandering, vervuiling, water- en materiaalgebruik en biodiversiteit maar ook over sociale aspecten, niet alleen met betrekking tot de eigen medewerkers maar bijvoorbeeld ook tot de arbeid binnen de volledige waardeketen van een bedrijf en de invloed op de gemeenschap.

De onderneming moet aangeven hoe haar governance (bestuurssysteem) rekening houdt met de duurzaamheidsuitdagingen en hoe deze duurzaamheidsuitdagingen zijn ingebouwd in de bedrijfsstrategie. Het bedrijf zal moeten beschrijven hoe het de effecten, risico's en kansen van duurzaamheid identificeert en beheert. Bovendien zal het bedrijf de impact van de bedrijfsstrategie voor maatschappelijk verantwoord ondernemen moeten meten aan de hand van prestatie-indicatoren (KPI's).

Wat betekent dubbele materialiteit?

De CSRD huldigt daarbij het principe van de dubbele materialiteit. Dit houdt in dat de betrokken onderneming niet alleen moet rapporteren over de invloed van milieuverandering op haar werkzaamheden, maar ook over de invloed van haar activiteiten op het milieu (inclusief sociale en bestuurlijke kwesties).

Marie-Lorraine Bareth, European Affairs adviseur bij Embuild, legt uit: “Een bouwbedrijf kan bijvoorbeeld te maken krijgen met bepaalde risico's die verband houden met klimaatverandering, en dus met de toenemende schaarste van hulpbronnen en met toenemende risico’s voor de beschikbaarheid van bouwmaterialen. Maar het

18 EMBUILD MAGAZINE • 04 | 2024
VERANTWOORD ONDERNEMEN

bouwproces als geheel kan ook een rol spelen bij het versnellen van de klimaatverandering, omdat het een aanzienlijke hoeveelheid hulpbronnen vereist.”

Vanaf wanneer voor welke ondernemingen?

De CSRD-rapportering gaat eerst verplicht zijn voor zeer grote beursgenoteerde ondernemingen, verzekeringsmaatschappijen en kredietinstellingen. Het gaat dan om bedrijven die voldoen aan twee van de volgende drie criteria: meer dan 500 werknemers tellen, meer dan 40 miljoen euro omzet realiseren en meer dan 20 miljoen euro op de balans hebben staan. Die moeten al rapporteren in 2025 op basis van het boekjaar van 2024.

Vervolgens treedt de CSRD-rapportering is voege voor grote Europese ondernemingen, al dan niet beursgenoteerd, die twee van de volgende drie drempels overschrijden: 250 werknemers tellen, 40 miljoen euro omzet realiseren en 20 miljoen euro op de balans hebben staan. Deze bedrijven moeten rapporteren vanaf 2026 op basis van het boekjaar van 2025.

Tenslotte zullen alle beursgenoteerde ondernemingen moeten voldoen aan de verplichting om niet-financiële verslagen openbaar te maken, ook als zij maar kmo’s zijn. Maar die moeten wel pas rapporteren vanaf 2027 op basis van het boekjaar van 2026.

Griet Goossens, adviseur Milieu & Klimaat van Embuild Vlaanderen waarschuwt dat ook kleinere bedrijven kunnen worden gevat door de CSDR, weliswaar onrechtstreeks: “Wanneer de kleinere bedrijven als onderaannemers voor bedrijven werken die onder het toepassingsgebied van de CSRD-rapportering vallen, is de kans reëel dat de hoofdaannemer voor bepaalde

rapporteringsbehoeften een beroep zal doen op de (kleinere) onderaannemers.”

Volgens welk stramien?

Het bestuursverslag dat de betrokken onderneming jaarlijks publiceert, moet een hoofdstuk bevatten dat gewijd is aan niet-financiële verslaggeving. Alle betrokken ondernemingen zullen daarbij een Europees digitaal formaat moeten volgen. Bovendien zal een onafhankelijke derde partij deze informatie moeten verifiëren.

De CSRD stelt een gemeenschappelijk kader vast voor de bekendmaking van de niet-financiele informatie. Momenteel worden de milieu- en de sociale criteria van de CSRD verder uitgewerkt. Tegelijk worden de duurzaamheidscriteria van de Europese taxonomieverordening vastgelegd. Die verordening definieert de criteria waaraan een activiteit van een onderneming moet voldoen om als duurzaam te worden beschouwd. Het is een soort groot woordenboek van duurzaamheidscriteria voor vele sectoren. Het is de bedoeling om de criteria van de taxonomieverordening en van de CSRD maximaal op elkaar af te stemmen.

Voor- en nadelen voor bouwbedrijven

Marie-Lorraine Bareth besluit: “De CSRD zal helpen om beleggers en klanten aan te trekken voor onze sector. Door de beschikbare informatie te harmoniseren, wordt het voor beleggers en klanten immers veel gemakkelijker om de prestaties van bedrijven op het gebied van milieu, maatschappij en goed bestuur te vergelijken. Bovendien is het een unieke kans om het imago van de onderneming op te krikken door duurzame ontwikkelingspraktijken toe te passen.” Maar een mogelijk nadeel is dat de opvolging van de prestatie-indicatoren die het bedrijf moet onderzoeken, een aanzienlijke dataverzameling dreigt te vergen.

Bij Embuild volgt kmo- en duurzaamheidsadviseur Anne-Laure Lejeune de Belgische implementatie van de richtlijn op, onder meer in overleg met het kabinet van minister David Clarinval en samen met de commissie Duurzaamheid van Embuild. Embuild is ook betrokken bij het Common SME ESG Data Survey Project van Febelfin. Dit project heeft tot doel een uniforme en gemeenschappelijke manier te ontwikkelen voor het delen van ESG (Environmental, Social en Governance)-gegevens tussen kmo's en andere belanghebbenden zoals de financiële instellingen.

EMBUILD MAGAZINE • 04 | 2024 19

De implementatie van een duurzaamheidsstrategie krijgt steun

De regionale instanties bieden aan bedrijven de nodige steun als zij een duurzaamheidsstrategie willen opzetten, en ook als zij willen tegemoetkomen aan de CSRD, de nieuwe Europese richtlijn over de duurzaamheidsrapportering. Hieronder brengen wij een beknopt overzicht.

In Vlaanderen ondersteunt de overheid bedrijven op het vlak van innovatie en transformatie (energietransitie, digitale transformatie, circulaire economie en bio-economie) via het Team Bedrijfstrajecten van het VLAIO (Vlaams Agentschap Innoveren & Ondernemen). Maar het is van groot belang of u al dan niet een kmo bent. Een kmo is een zelfstandig bedrijf met minder dan 250 werknemers (in voltijdse equivalenten) en heeft een jaaromzet van maximum 50 miljoen euro óf een balanstotaal van maximum 43 miljoen euro. Het VLAIO ondersteunt vooral de kmo’s. Rik Candries, lead van het team Circulaire Economie bij VLAIO, legt uit: “Het Team Bedrijfstrajecten van het VLAIO neemt grote bedrijven als klanten aan om hen te ondersteunen bij innovatieve of duurzame projecten zoals bij de transformatie naar een duurzaam businessmodel of bij het vermarkten van een circulair product. Maar het team zal hun geen advies geven over de CSRD en hen niet begeleiden om compliant te worden. Het zal hen dan doorverwijzen naar kwalitatieve duurzaamheidsconsultants.”

Aanspreekpunt voor kmo’s

Maaike Van Overmeire is bedrijfsadviseur van VLAIO en voor kmo’s het eerste aanspreekpunt voor de CSRD. Zij beantwoordt vragen over de wetgeving. Zij kan ook een infosessie in een kmo komen geven over de verplichtingen die eraan komen, of een interne workshop organiseren om een kmo te helpen met de eerste stappen in de duurzaamheidsrapportage. Zij staat kmo’s bij in het opstellen van een duurzaamheidsvisie- en strategie, het identificeren van duurzame kansen en het implementeren van duurzame praktijken in de bedrijfsvoering. Maar zij zal niet zelf de rapportering uitwerken. Daarvoor verwijst ook zij door naar een aantal kwalitatieve duurzaam-

heidsconsultants.

Maaike Van Overmeire: “De voornaamste impact die kmo’s kunnen verwachten, is het verzoek om informatie van hun klanten en leveranciers waarbij de kmo een integraal onderdeel van hun waardeketen vormt. Mogelijks zullen zij de kmo’s waarmee zij samenwerken, vragen om een gedetailleerde berekening van hun CO 2 -uitstoot of om een overzicht van hun diversiteits- en inclusie-initiatieven. Deze vragen beantwoorden is vaak een complex proces. De meerderheid van de kmo’s heeft nu al bepaalde vragen ontvangen en vaak zitten ze met de handen in het haar. Het kan dan zeer nuttig zijn om bijvoorbeeld een opleiding over de berekening van CO2 -uitstoot te volgen. VLAIO geeft zelf geen opleidingen over de CSRD. Daarvoor verwijst VLAIO naar partners. Om die opleidingen te volgen kunnen kmo’s dan een beroep doen op de kmo-portefeuille.”

Infosessies en begeleidingsstrategie

In Wallonië heeft Embuild Wallonie reeds informatiesessies over deze thematiek georganiseerd. Salim Chamcham, economist bij Embuild Wallonie, vervolgt: “Wij zijn op dit ogenblik onze begeleidingsstrategie op het vlak van ESG (Environmental, Social en Governance) aan het ontwikkelen met de steun van Waalse referentiepartners. Enerzijds werken wij daarvoor samen met de directie Duurzame Ontwikkeling van de SPW (Service Public de Wallonie). Die heeft een oproep tot kandidaatstelling gelanceerd met als doelstelling om bedrijven van de bouwsector te begeleiden bij de structurering en de implementatie van een duurzaamheidsrapportage volgens de CSRD. Anderzijds werken wij samen met Wallonie Entreprendre om bij bedrijven de bewustwording en de engagementen op te starten die vooruitlopen op de eisen waaraan zij binnenkort zullen moeten voldoen.”

20 EMBUILD MAGAZINE • 04 2024
VLAIO

The Embuild Foundation (voorheen bekend als Aedificas) sluit aan op de nieuwe MVO-context

Sinds 2011 maakt de voormalige Confederatie Bouw haar leden warm voor maatschappelijk verantwoord ondernemen via haar stichting van openbaar nut Aedificas, die het MVO-engagement van bouwbedrijven beloont. MVO staat voor Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen. Tijdens de gezondheidscrisis werd bij de stichting de pauzeknop ingeduwd en dit jaar hervat ze haar activiteiten, in de nieuwe MVO-context, en met een nieuwe naam, die de band met onze beroepsorganisatie versterkt: The Embuild Foundation.

In de andere artikels in dit dossier gaat het hoofdzakelijk over de formele aspecten van de maatschappelijke verantwoordelijkheid van de ondernemingen. Met de Embuild Foundation bevinden we ons in het informele deel van MVO. Onder haar vroegere naam Aedi�cas werd deze stichting van openbaar nut in 2011 opgericht door de voormalige Confederatie Bouw en de PDOK (Patronale Dienst voor de Organisatie en de Controle van de bestaanszekerheidsstelsels).

Prioritaire gebieden

Het basisdoel was om het maatschappelijk engagement van bouwbedrijven die externe instellingen actief op sociaal gebied helpen of daarmee samenwerken, te belonen via awards.

In overeenstemming met haar statuten zal de stichting zich blijven richten op maatschappelijke en culturele verplichtingen, volgens de volgende prioritaire gebieden: verbetering van welzijn en gezondheid; bestrijding van schooluitval door middel van onderwijs en beroepsopleiding; beroepsherinschakeling en integratie van mensen aan de zelfkant van de maatschappij; instandhouding en opwaardering van cultureel of architecturaal erfgoed.

Bij de stichting werd sinds 2020 de pauzeknop ingeduwd, maar ze hervat dit jaar haar activiteiten. "Het is de wens van de raad van bestuur om de activiteiten vanaf 2024 herop te starten met een nauwere band met Embuild. Aedificas wordt dus The Embuild Foundation en het is de bedoeling dat de werking beter aansluit op de nieuwe MVO-context”, legt voorzitter Jef Lembrechts uit.

Nieuwe context

Wat is deze nieuwe context? Francis Carnoy, als verantwoordelijke aangesteld voor The Embuild Foundation door de CEO van Embuild, Niko Demeester, legt uit: "Sociale verantwoor-

Embuild foundation for Aedi cas

delijkheid wordt nu maatschappelijk verantwoord ondernemen en ontwikkelt zich nu in de context van de 17 duurzame ontwikkelingsdoelen van de VN. Het wordt de basis van ESG-beleid, dat betrekking heeft op milieu-, sociale en bestuursnormen voor activiteiten die een impact hebben op de samenleving en het milieu. Eerst vereiste MVO een vrijwillige verbintenis van het management, bekend als informeel MVO. Maar MVO zal geleidelijk aan de naleving van nieuwe regelgeving op regionaal, federaal en Europees niveau met zich meebrengen, dus formeel MVO: taxonomie, CSRD-richtlijn, DNSH enzovoort.

MVO wordt dan ook een must in de strategie en het management van ondernemingen voor financiering, werving enzovoort. De wedstrijd van de Embuild Foundation kan een voorbereidende aanpak zijn voor ondernemingen die aan MVO willen doen en de ESG-verbintenissen ervan willen onderschrijven. “Als gevolg hiervan zullen de milieu- en bestuursverplichtingen ook worden beoordeeld door de jury", benadrukt Francis Carnoy.

Tot slot kan ook de maatschappelijke partner van de tandems evolueren. "Naast liefdadigheidsinstellingen of sociale instellingen zou dit ruimer opgevat elke “maatschappelijk actieve onderneming” kunnen omvatten, met inbegrip van overheidsinstanties en commerciële bedrijven die een specifieke aanvullende activiteit ontwikkelen op sociaal en cultureel gebied", besluit Jef Lembrechts.

EMBUILD MAGAZINE • 04 2024 21
Jef Lembrechts, voorzitter van de Embuild Foundation. Francis Carnoy, als verantwoordelijke aangesteld voor The Embuild Foundation door de CEO van Embuild, Niko Demeester.

Duurzaamheidsdoelstellingen enkel haalbaar mits samenwerking

CSO (Chief Sustainability Officer) van de Groep CFE Isabelle De Bruyne was in 2023 een van de drie finalisten voor de award van sustainability professional georganiseerd door Time for Society en het VBO en heeft die award uiteindelijk gewonnen. Na 17 jaar op diverse projecten van CFE te hebben gewerkt (van projectingenieur tot manager en directeur) werd zij in mei 2019 benoemd tot de eerste CSO van de Groep CFE. Bij de aanvaarding van haar award stelde zij al: “Deze award had ik nooit kunnen winnen zonder de ondersteuning en de vastberadenheid van al mijn collega’s. Duurzaamheid moet door een hele organisatie gedragen worden om succesvol te zijn”. Ook doorheen het interview dat wij met Isabelle De Bruyne hadden, blijken samenwerking en gedragenheid de rode draad te vormen.

CFE is een multidisciplinaire groep die uiterst duurzame gebouwen ontwikkelt, de industrie slim en ef�ciënt maakt en de infrastructuur creëert voor de energie en de mobiliteit van morgen. Bovendien is de groep niet enkel actief in België maar ook in Luxemburg en Polen. Die diversiteit zorgt voor extra uitdagingen maar biedt vooral extra kansen.

Duurzaamheidsambassadeurs

" Deze award had ik nooit kunnen winnen zonder de ondersteuning en de vastberadenheid van al mijn collega’s. "

Isabelle De Bruyne: “Om onze duurzaamheidsstrategie vorm te geven beschikken wij in elk segment van ons bedrijf over een aanspreekpunt op het vlak van duurzaamheid die binnen elke Business Unit voor dit thema fungeert als ‘ambassadeur’. Wij bepalen centraal de duurzaamheidsthema’s en de KPI’s (key performance indicators) die rond die thema’s moeten worden bereikt. Maar elk van onze Business Units gaat dan na hoe zij die KPI’s kunnen halen. Zo is de omgeving waarbinnen een Pools bedrijf werkt, in het algemeen meer op fossiele brandstoffen gericht dan in België. Daar moeten wij rekening mee houden.”

Maar tegelijk inspireren de duurzaamheidsverantwoordelijken elkaar ook. “Vanuit Brussel fungeren wij als kenniscentrum op het vlak van duurzaamheid. Als een bepaal-

de aanpak hoge kosten met zich meebrengt, werken wij graag eerst met pilootprojecten. Zo hebben we de idee om onze bouwplaatsen te bevoorraden vanuit een centraal consolidatiecentrum of ‘hub’ eerst uitgeprobeerd in Luxemburg. Intussen werd diezelfde aanpak alvast in Brussel toegepast, met bevoorrading via de waterweg”. Buiten de talrijke informele contacten komen al de duurzaamheidsverantwoordelijken van de groep een maal per maand samen op een hybride vergadering. Op die manier fungeren zij als ‘Sustainability Board’ van de groep.

Faciliteren en inspireren

Isabelle De Bruyne ziet haar rol van CSO vooral als facilitator: “Door mijn jarenlange werfervaring houd ik met onze doelstellingen en met onze KPI’s sterk rekening met de realiteit op onze bouwplaatsen. Uit ervaring weet ik dat het altijd sneller moet gaan en hoeveel moeilijker het geworden is om de vereiste kwaliteit te bereiken. Als CSO wil ik niet met problemen komen aandraven maar vooral oplossingen aanbieden. Ik wil ook goed het waarom van onze doelstellingen en van onze KPI’s uitleggen. Maar tegelijk wil ik me ook laten inspireren door onze medewerkers op onze bouwplaatsen”.

Hoe die duurzaamheids-KPI’s eruitzien, blijkt onder meer uit het jaarrapport van 2022

22 EMBUILD MAGAZINE • 04 | 2024 INTERVIEW MET EEN SUSTAINABILITY PROFESSIONAL

van de Groep CFE. Daaruit blijkt dat CFE de koolstofintensiteit van haar wagenpark tegen 2030 met 40 procent wil verlagen. Daarnaast wil CFE tegen dan ook de koolstofintensiteit van haar energieverbruik met 40 procent doen dalen. Tegelijk heeft CFE er zich toe verbonden om tegen 2030 geen opgepompt water meer in de riolering te lozen en haar afvalproductie met 30 procent te verminderen.

Cruciaal belang van data

Isabelle De Bruyne: “Als ingenieur geloof ik sterk in de kracht van data. Zonder duidelijke doelstellingen en zonder cijfers zullen wij niets kunnen bereiken. CFE beschikt over een app waarmee wij per kwartaal onze KPI’s op het vlak van duurzaamheid kunnen opvolgen.”

Volgens Isabelle De Bruyne zal de CSRD, de Europese richtlijn over duurzaamheidsrapportering, de visie en de doelstellingen van CFE amper wijzigen. De richtlijn benadrukt de zogenaamde dubbele materialiteit, dus de impact van het bedrijf op het klimaat én de impact van het klimaat op het bedrijf. Maar de groep heeft dit vier jaar geleden al een eerste keer onderzocht en recentelijk nog eens ten gronde. Ten gevolge van de CSRD zullen meer interne data extern worden bekendgemaakt. Die data zullen ook transparanter moeten zijn en de toets van de accreditering moeten kunnen doorstaan.

Zo zullen er KPI’s bijkomen op sociaal vlak, bijvoorbeeld op het vlak van diversiteit. Daarvoor zal de CSO moeten samenwerken met de HR-verantwoordelijken zoals zij voor het aspect governance’ zal moeten samenwerken met de juristen van de groep. CFE zal op het vlak van duurzaamheid ook de aanbestedingseisen van de opdrachtgevers in het oog moeten houden. CFE heeft daarbij als voordeel dat zij zelf over een segment voor vastgoedontwikkeling beschikt en in die zin zelf de opdracht mee definieert. Maar Isabelle De Bruyne beklemtoont dat de CSRD niet enkel een rapporteringstool mag zijn: de richtlijn moet voor bedrijven vooral een inspirerend beleidskader worden.

Partnerschappen aangaan

Bovendien kijkt Isabelle De Bruyne verder dan de Groep CFE. Zij vindt ook inspiratie op overlegfora met andere bouwbedrijven. Zij neemt deel aan de vergaderingen van de SteerCo over duurzaamheid bij de federatie van aannemers van grote bouwwerken VBA.

Daarnaast maakt zij deel uit van de Belgian Alliance for Sustainable Construction (BA4SC) en van het visiecomité van Buildwise. Een andere belangrijke uitdaging zal erin bestaan om leveranciers en onderaannemers naar het capteren van duurzaamheidsgegevens te begeleiden. Buiten de bouwbedrijven zullen bijvoorbeeld ook de beton- en de cementnijverheid volgen.

Isabelle De Bruyne: “Ik wil niet louter toekijken hoe verandering zich volstrekt. Ik wil integendeel de drijvende kracht zijn achter de change for good (het bedrijfsmotto van CFE). Als vrouw, moeder, ingenieur en burger … vanuit al die rollen en al die ervaringen ben ik ten volle toegewijd aan mijn rol van ‘changemaker’. Als CSO van de Groep CFE heb ik de kans om bij te dragen tot belangrijke projecten die een belangrijke impact hebben op de planeet en op de huidige en toekomstige generaties. Maar die ambitie kan ik niet alleen waarmaken. Gezamenlijk zullen wij de grootste impact uitoefenen. Partnerschappen zijn essentieel als we de belangrijke uitdagingen van vandaag en morgen moeten aangaan.”

Na 17 jaar op diverse projecten van CFE te hebben gewerkt (van projectingenieur tot manager en directeur) werd zij in mei 2019 benoemd tot de eerste CSO van de Groep CFE.

EMBUILD MAGAZINE • 04 | 2024 23
INTERVIEW MET EEN SUSTAINABILITY PROFESSIONAL

Zorgzaam beleid levert Durabrik B Corp-certificaat op

In zijn beleid laat het bouwbedrijf Durabrik zich niet alleen leiden door ecologische bekommernissen maar streeft het ook sociale doelstellingen na. Met deze duurzaamheidsstrategie heeft Durabrik nu ook erkenning gekregen: in 2023 werd Durabrik voor het eerst B Corp gecertificeerd.

Joost Callens, nu voorzitter van de raad van bestuur van de Camino-groep waartoe Durabrik behoort, heeft er altijd naar gestreefd om van Camino een zorgzame bedrijvengroep te maken met oog voor duurzaamheid én maatschappelijke dienstbaarheid. In zijn recentste publicatie De zoekende leider verwoordt hij deze bekommernis als volgt: “Duurzaamheid en maatschappelijke betrokkenheid kan je samenvatten onder de noemer ‘zorgzaamheid’: zorgzaam voor het milieu, voor de buurt, voor de planeet, voor de mensen maar ook zorgzaam voor het bedrijfseconomische resultaat, want dat is evenzeer noodzakelijk voor het overleven van de onderneming op lange termijn.”

De bedrijvengroep is daar nu al ruim tien jaar mee bezig. Op een bepaald moment heeft

de groep geïnventariseerd wat in die tijd allemaal werd gerealiseerd. Joost Callens: ‘Meteen hebben we er de uitdaging aan gekoppeld om na te denken over wat we de komende tien jaar nog willen realiseren. Zo hebben we opnieuw een pad uitgestippeld om als bouwbedrijf een echte ‘community builder’ te worden.”

Synergie met socialprofitsector

De bouwgroep heeft onder meer gezocht naar synergie met bedrijven uit de socialprofitsector. Volgens Joost Callens kunnen beide organisaties veel van elkaar leren: “Ik had ooit het voorrecht om een dag lang deel te nemen aan een gespreksronde tussen leidinggevenden in profit- en socialprofitorganisaties. De conclusie was dat ze heel wat bekommernissen delen. Bedrijven zijn vaak meer begaan met

Durabrik zette project Hart voor Mensen op, dat sociale organisaties in de buurt van bouwplaatsen steunt met financiële bijdragen. Deze organisaties kregen een cheque van het project.

Het prestigieuze B Corpcertificaat verbindt bedrijven overal ter wereld die duurzaam en sociaal ondernemen onderdeel hebben gemaakt van hun strategische missie. Dit beleid en deze erkenning zijn illustratief voor de duurzaamheid die bedrijven in de toekomst zullen moeten nastreven

24 EMBUILD MAGAZINE • 04-2024 ECOLOGISCHE DUURZAAMHEID COMBINEREN MET MAATSCHAPPELIJKE BETROKKENHEID

ECOLOGISCHE DUURZAAMHEID COMBINEREN MET MAATSCHAPPELIJKE BETROKKENHEID

overleven, de uitbouw van relaties en de creatie van eigen waarde terwijl socialprofitorganisaties vooral focussen op samenhang, het verschil maken en dienstbaarheid. Maar al deze elementen zijn voor beide organisaties van belang.”

Zo werkt Durabrik voor het schoonmaken van de bouwplaatsen voor de oplevering samen met De Loods, een sociaaleconomisch bedrijf dat werkt met mensen die om allerlei redenen buiten de normale arbeidsmarkt vallen. Joost Callens: “Sommigen dachten vooraf dat we bij deze samenwerking zouden moeten inleveren op kwaliteit. Intussen zijn ze door de feiten op andere gedachten gebracht. Vanuit de zorg van het maatwerkbedrijf om hun dienstverlening te bewaken en ons daarover te bevragen, is er een open cultuur van ervaringsuitwisseling gegroeid, wat resulteerde in een win-winsituatie voor beide organisaties.”

Daarnaast werkt Durabrik samen met Kiemkracht en Mirto voor uiteenlopende zaken zoals tuinonderhoud, catering, verhuis enzovoort.

Hart voor Mensen

De vijftigste verjaardag van Durabrik vormde de aanleiding om het project Hart voor Mensen op te zetten. Joost Callens: “Zo steunen we sociale organisaties in de buurt van onze bouwwerven met een financiële bijdrage. Dat zijn organisaties die werken rond armoede, senioren, mensen met een beperking of natuurbehoud. Daarnaast engageren wij ons, in samenwerking met Natuurpunt, om elke vierkante meter beton die we gieten, te compenseren door een vierkante meter natuur te creëren.”

Joost Callens beklemtoont daarbij dat de projecten voor goede doelen alleen maar zin hebben als het geen losse kruimeltjes zijn, maar zaadjes die kunnen uitgroeien tot iets met een blijvende impact: “We streven ernaar de losse projecten te integreren in een ruimere maatschappelijke strategie door een link te leggen met de baseline van Durabrik: bouwen begint bij mensen.”

Aedificas-prijs voor Toontjeshuizen

Het streven naar maatschappelijke verantwoordelijkheid uit zich eveneens in het engagement van Joost Callens voor mensen met een beperking. Een van de zonen van

Joost Callens, Toon, heeft zo’n beperking. Joost heeft zich dan afgevraagd wat hij kan doen om voor mensen, zoals Toon, aangepaste huizen te bouwen waarin zij (met begeleiding) zelfstandig kunnen wonen. Zo is het initiatief van de Toontjeshuizen ontstaan.

Bij de Toontjeshuizen is een vastgoedfonds betrokken dat geld verzamelt voor het bouwen van de huizen. De nodige fondsen worden gezocht bij de ouders van de kinderen en hun netwerk en bij alle investeerders die deze vorm van wonen mede mogelijk willen maken. Een tweede vennootschap draait rond de organisatie van de aangepaste zorg voor de bewoners van de huizen. Toontjeshuizen werkt daarvoor samen met erkende zorgorganisaties. De ouders van kinderen met een beperking fungeren als co-creatiepartners bij dit project. Durabrik kreeg hiervoor in 2018 een Aedificas-prijs. Op 1 februari 2024 opende het Toontjeshuis in Sint-Niklaas. Het werd de nieuwe thuis voor negen bewoners.

Internationale erkenning

Als kers op de taart is er nu de erkenning van Durabrik als B Corp-organisatie. Duurzaamheidscoördinator Evelien van Kemenade vat de impact van deze erkenning als volgt samen: “Durabrik behoort nu tot de internationale gemeenschap van bedrijven die duurzaam en sociaal ondernemerschap helemaal als vanzelfsprekend beschouwen en in elke vezel van hun beleid verweven hebben. Na een diepgaande B Lab screening van ons algemeen bestuur, medewerkersbeleid, maatschappelijke betrokkenheid, milieu-aanpak en klantenbeheer mogen we nu drie jaar lang het B Corp-certificaat uitdragen.”

Intussen heeft Evelien Van Kemenade ook al een eerste duurzaamheidsverslag opgemaakt voor de volledige Camino-groep. De groep valt onder de toepassing van de nieuwe Europese richtlijn over de duurzaamheidsrapportering (CSRD). Evelien van Kemenade: “De groep heeft altijd al sterk ingezet op zowel ecologische als sociale duurzaamheidsaspecten. Ook de CSRD focust op beide aspecten. Wij moeten voor het eerst rapporteren over het boekjaar van 2025 voor 2026. Maar wij zijn dit nu reeds aan het voorbereiden. De voornaamste uitdaging zal erin bestaan om tijdig de data te verzamelen die de richtlijn oplegt.”

" Ik had ooit het voorrecht om een dag lang deel te nemen aan een gespreksronde tussen leidinggevenden in profit- en socialprofitorganisaties. De conclusie was dat ze heel wat bekommernissen delen. "

JOOST CALLENS

EMBUILD MAGAZINE • 04-2024 25

DOSSIER

"We hebben een gestructureerde sectorale aanpak van CSRD nodig"

Het thema van dit dossier is vooral interessant voor grote bouwbedrijven en belangt vooral hen aan. Als belangrijke spelers in de sector moeten zij immers op dit gebied het goede voorbeeld geven en het voortouw nemen. Embuild Magazine interviewde daarom Pierre-Alain Franck, CEO van ADEB-VBA, de vereniging van grote bouwbedrijven, die deel uitmaakt van Embuild. Hij lichtte de verschillende initiatieven op dit gebied toe. toe.

In 2022 richtte ADEB-VBA de Belgische Alliantie voor Duurzaam Bouwen op (Belgian Alliance for Sustainable Construction of BA4SC). Deze alliantie brengt verschillende publieke en private partners met verschillende achtergronden samen, evenals sectorspelers zoals Buildwise, het OCW, Febelcem, BMP, MOW, COPRO, ORI, BECI, SECO, BVS en SPW.

" Als ADEB-VBA zouden we deze informatie graag structureren, en onze leden willen deze niet-financiële rapportage op termijn graag zelf kunnen uitvoeren. "

Deze alliantie heeft zes strategische prioriteiten gedefinieerd die verband houden met duurzaamheid: de meting en vermindering van CO2-uitstoot, de ontwikkeling van een tool vergelijkbaar met Totem voor infrastructuur, taxonomie, duurzaamheidscertificaten, de ontwikkeling van een geharmoniseerde tool voor EPB en duurzame bestekken. "Binnen ADEB-VBA hebben we een steerco opgericht, een duurzaamheidscomité, dat via verschillende werkgroepen aan dezelfde zes thema's werkt. Het idee is om best practices te ontwikkelen en uit te wisselen tussen de leden voordat ze worden gepresenteerd binnen de alliantie", legt Pierre-Alain Franck uit.

Werken aan dubbele materialiteit

De derde prioriteit betreft daarom taxonomie, de classificatie van economische activiteiten die een gunstig effect hebben op het milieu.

"Dat is nauw verbonden met de CSRD, nieuwe wetgeving waar onze leden en wij momenteel aan werken. De CSRD hanteert het principe van dubbele materialiteit en we zijn momenteel de spelers aan het identificeren die invloed op ons hebben en vice versa. Het is belangrijk om een gestructureerde sectorale aanpak voor deze kwestie te hebben, omdat iedereen hetzelfde kader moet gebruiken. We wisselen veel informatie uit, maar het is nog niet allemaal even duidelijk. De leden weten niet altijd wat ze moeten doen, omdat er nog veel moet worden opgehelderd over dit duurzaamheidsverslag”, zegt de CEO van ADEB-VBA. "Op dit moment zijn er veel consultants op de markt die voor bouwbedrijven werken. Iedereen onderscheidt zich met zijn eigen methodes en informatie, en het is een echte business. Als ADEB-VBA zouden we deze informatie graag structureren, en onze leden willen deze niet-financiële rapportage op termijn graag zelf kunnen uitvoeren.“

26 EMBUILD MAGAZINE • 04 | 2024

ADEB-VBA

ESG

En hoe zit het met het algemene ESG-beleid van ADEB-VBA? "De meeste van de zes genoemde thema's hebben betrekking op het milieu. We hebben ook een hele reeks werkgroepen opgezet binnen onze vereniging, waaronder één die de Green Board/Milieu heet. De Green Board nodigt een reeks deskundigen, bedrijven en overheden uit om zeer praktische oplossingen voor het verminderen van de milieueffecten van bouwprojecten met onze leden te delen. Hoe je het gebruik van water, materialen, energie kunt verminderen... er is geen tekort aan onderwerpen die ons boeien! ", zegt Pierre-Alain Franck. "Op sociaal gebied (de S van sociaal) hebben we ook een HR Board. Daarin wordt onder meer gewerkt aan het verbeteren van de arbeidsomstandigheden binnen

VEILIG

BOUWEN:

EERST DENKEN, EN DAN DOEN!

de bedrijven. Tot slot, wat de G van governance betreft, hebben we als federatie het onderwerp nog niet echt onder de knie, hoewel het een onderwerp is dat leeft onder onze leden.“

Besluit

Maatschappelijk verantwoord ondernemen is dus een centraal aandachtspunt van de vereniging van grote bouwbedrijven. Ze werkt er nauw samen met haar leden, via verschillende werkgroepen. "Wat me opvalt is dat de meesten hebben begrepen dat ze hun bedrijfspraktijken moeten verbeteren om duurzamer te worden. Als we kijken naar de CSRD, dan zien we dat zij externe mensen hebben ingehuurd om zich met deze kwestie bezig te houden. Het proces is dan ook in volle gang en onze leden focussen erop. Het is onze rol om hen samen te brengen zodat ze hun werkmethoden en de instrumenten die ze al gebruiken kunnen bespreken, om zo tot een gestructureerde sectorale aanpak van deze nieuwe wetgeving te komen. Dit is de sleutel tot het bereiken van tastbare doelstellingen op korte, middellange en lange termijn", concludeert de CEO van ADEB-VBA.

Doe mee en signeer het charter op safetymypriority.be
EMBUILD MAGAZINE • 04 2024 27

Uw archief is niet alleen belangrijk voor uw eigen onderneming

Bouwbedrijven zijn zich niet altijd bewust van het collectieve belang van hun archieven. Deze winnen nochtans aan belang bij onderzoekers. Ze kunnen documenten bevatten die waardevol zijn voor de onderneming maar ook voor onderzoekers. Ze documenteren de bouwpraktijk en geven inkijk in de sociaaleconomische realiteit daarachter. Het Vlaams Architectuurinstituut werkte de afgelopen jaren samen met enkele bouwbedrijven om te onderzoeken wat de beste aanpak is voor hun archieven.

Waarin zijn archiefgebruikers geïnteresseerd?

Archieven van bouwbedrijven zijn op de eerste plaats nuttig voor het voorbereiden en plannen van nieuwe bouwprojecten. Twee voor de hand liggende groepen gebruikers zijn de bouwhistorici en de restauratiearchitecten, die onderzoek doen naar de structuur of de geschiedenis van een specifiek gebouw.

Bouw- en studiebureaus putten uit de technische informatie in bouwarchieven om dossiers op te stellen voor het onderhoud of de renovatie van gebouwen. Vandaag is er ook veel interesse in historische bouwtechnieken, een steeds relevanter thema nu de herbestemming van gebouwen aan belang wint.

Bouwarchieven zijn een belangrijke bron om gelegenheidspublicaties op te stellen en te illustreren. Daarnaast gebruiken ook academische onderzoeksgroepen bouwarchieven voor onderzoek naar de algemene bouwgeschiedenis in België. Andere historici zien bouwbedrijven als belangrijke sociaaleconomische actoren. De archieven kunnen een zicht geven op thema’s als arbeidsvoorwaarden, veiligheidsvoorschriften en migratie. De historische boekhouding kan dan weer een inkijk geven in de economische situatie waarin een bedrijf opereerde.

Wie verzamelt archieven van bouwbedrijven?

Archieven verzamelen is niet hetzelfde als oude documenten verzamelen. Bij een archief

28 EMBUILD MAGAZINE • 04 | 2024 VLAAMS ARCHITECTUURINSTITUUT
De bouw van fabrieksgebouw Sidmar in Zelzate door aannemer Van Coillie (1965-1970). Collectie Vlaams Architectuurinstituut – Collectie Vlaamse Gemeenschap, Antwerpen.

is het geheel van de documenten belangrijk. Ze zijn allemaal binnen een werkcontext ontstaan. Deze samenhang tussen de documenten maakt een archief waardevol. Een oude bouwtekening is fijn, maar deze wordt des te interessanter als we ook kunnen beschikken over het aanbestedingsdossier, de werfverslagen, foto’s, detailtekeningen enzovoort.

Verzamelaars van bouwarchieven zijn vooral openbare archiefinstellingen die archiefcollecties aanleggen voor publiek gebruik. Een archiefinstelling die zich uitsluitend toelegt op bouwarchieven bestaat in België jammer genoeg niet. Ook internationaal zijn hier niet veel voorbeelden van te vinden.

Er worden ongeveer 60 archieven van bouwactoren bewaard in openbare archiefinstellingen in België, waarvan 25 van substantiële omvang. Het gaat hier niet enkel om bouwondernemingen maar ook om archieven van verenigingen. Het Rijksarchief Beveren, het Provinciaal Archief West-Vlaanderen en stads-en gemeentearchieven bewaren de meeste archieven. Het Vlaams Architectuurinstituut in Antwerpen en het CIVA in Brussel zijn architectuurarchieven die in hun verzamelbeleid vooral focussen op architecten en

Laadkade voor de bouw van socialehuisvestingsproject Scheldeoord in Gent, door bouwfirma Serck (1930). Collectie Industriemuseum, Gent.

"Bouwbedrijven zijn belangrijke actoren in onze maatschappij. Hun archieven bevatten essentiële info om onderzoek te kunnen doen naar de geschiedenis van materialen, circulariteit, arbeidsomstandigheden, migratie..."

INGE BERTELS, ONDERZOEKER CONSTRUCTION HISTORY EN DECAAN VAN DE FACULTEIT ONTWERPWETENSCHAPPEN VAN DE UNIVERSITEIT ANTWERPEN

wordt sinds 2013 wel het belangrijke archief

ontwerpers. Bouwbedrijven zijn eerder een uitzondering in hun collectie. In het CIVA wordt sinds 2013 wel het belangrijke archief van de onderneming Blaton bewaard. Een belangrijke reden waarom er relatief weinig archieven van bouwactoren worden bewaard, is dat deze categorie van organisaties onderbelicht is gebleven in het onderzoek naar de bouwgeschiedenis. Maar dit is onder impuls van enkele onderzoeksgroepen aan het veranderen.

Hoe werkt een archiefoverdracht?

Bij een overdracht draag je het archief of een deel van het archief over aan een andere partij, meestal een professionele archiefinstelling. Er zijn twee mogelijkheden:

• HANDGIFT OF SCHENKING. In dit geval wordt de archiefinstelling de eigenaar van het archief. Bij een handgift volstaat een door beide partijen ondertekend document. Een schenking vereist de tussenkomst van een notaris;

• BEWAARGEVING In dit geval geeft het bouwbedrijf zijn archief tijdelijk in

EMBUILD MAGAZINE • 04 | 2024 29

bewaring bij een archiefinstelling. Het bouwbedrijf blijft de eigenaar.

Voor een archiefinstelling is de opname van een archief een hele investering. Deze zal dan ook enkel hoogst uitzonderlijk ingaan op bewaargevingen.

Een goede overeenkomst bevat volgende elementen:

• een summiere lijst van het archief dat wordt overgedragen;

• afspraken over het transport;

• garanties van de archiefinstelling dat deze het archief als een goede huisvader zal beheren en dat ze de wetgeving op het auteursrecht en de privacy zal naleven;

• afspraken over de openbaarheid van de stukken;

• afspraken over de rechten van de archiefinstelling. Wat mag de archiefinstelling allemaal doen met het archief?

Als het archief relatief jong is, controleer dan nauwgezet of er geheimhoudingsverklaringen rusten op sommige delen. Lijst deze op en spreek met de archiefinstelling af dat deze enkel toegankelijk kunnen worden gemaakt na uw toestemming.

Wat zeker overdragen?

Het is niet altijd nodig noch wenselijk om het volledige archief over te dragen. De opname van een groot bouwarchief is niet altijd haalbaar voor een archiefinstelling. Daarom kan het een goed idee zijn om gedeelten van het archief over te dragen. Enkele informatiereeksen verdienen bijzondere aandacht door hun evidente erfgoedwaarde.

ARCHIEVEN

VAN VÓÓR 1945

België is rijk aan bouwbedrijven met een geschiedenis die teruggaat tot het begin van de 20ste eeuw en zelfs vroeger. Maar het valt op dat archieven van vóór 1945 in veel van deze bedrijven bijzonder schaars zijn. Overnames en fusies deden vaak geen goed aan het archiefbeheer. Bezit uw bedrijf plannen, fotomateriaal, briefwisseling of andere documenten van vóór 1945? Dan gaat het om zeldzaam

en waardevol materiaal. Gooi het zeker niet weg en overweeg om het aan een openbare archiefinstelling te schenken. Merk overigens op dat de ouderdom van deze stukken een professionele conservatie vereist.

FOTOVERZAMELINGEN

Een ander type informatie dat we tegenkomen bij bouwbedrijven zijn fotocollecties die de realisaties en werven van bedrijven documenteren. Vaak gaat het om foto’s van goede kwaliteit gemaakt door beroepsfotografen. Voorbeelden zijn de fotocollecties van de bedrijven Van Coillie en Van Laere, beide bewaard in het Vlaams Architectuurinstituut, of de fotocollectie van Serck, bewaard in het Industriemuseum Gent. Het gaat om belangrijk materiaal, dat intensief in onderzoek en publicaties over bouwgeschiedenis wordt gebruikt.

Zelf de toegang tot het archief organiseren

Veel bedrijven houden hun oud archief graag bij zich. Bijvoorbeeld omdat ze de informatie nog vaak raadplegen, of omdat ze zelf een erfgoedwerking over de geschiedenis van het bedrijf opzetten. In dat geval kan de onderneming ook zelf de toegang van externen tot het archief organiseren. Enkele tips:

• maak het archief aan onderzoekers bekend op platformen als de VAi Archiefhub of Archiefpunt;

• maak goede afspraken met de bezoeker. Laat hen een document ondertekenen waarin de bezoeker verklaart het archief goed te behandelen. Neem eventueel ook afspraken op over het nemen van reproducties;

• voorzie toezicht door een medewerker.

VRAAG RAAD

Heb je vragen waar je terechtkunt met je archief, wens je informatie over de erfgoedwaarde, of wens je ondersteuning met het toegankelijk maken van je archief? Het Vlaams Architectuurinstituut hee de taak om jouw bouwbedrijf hiermee te ondersteunen.

Heb je na het lezen nog vragen? Meer info en tips vind je op de website van het Vlaams Architectuurinstituut op vai.be/advies.

" Archieven zijn voor sommige mensen een noodzakelijk kwaad, maar voor anderen zijn ze bijzonder interessant. We moeten meer inzetten op mensen bewust maken van de waarde van archieven."

MARTIN BILLIET, ADMINISTRATIEF EN FINANCIEEL DIRECTEUR LES ENTREPRISES LOUIS DE WAELE

30 EMBUILD MAGAZINE • 04-2024
Cebeo_Flux_Flat_210x297_0223_NL.indd
www.renson.net FLUX+ FLAT Balansventilatie in combinatie met puur installatiegemak  Vocht, CO2 en VOC vraagsturing  Plafond- of wandmontage
25 kg & Quick-Fix ophangsysteem
Bespaar tot 50 % totale installatietijd VENTILATION SUNPROTECTION OUTDOOR NIEUW Cebeo_Flux_Flat_210x297_0223_NL.indd 1 28/02/2023 14:06

Wat speelt mee bij de overdracht van de onderneming?

Veel bouwbedrijven zijn op zoek naar een overnemer. Anderen zoeken dan weer een aannemer die zijn bedrijf wil overlaten. Hoe verloopt een dergelijk proces? Welke obstakels moet je overwinnen? Embuild organiseerde hierover vier sessies binnen een lerend netwerk met aannemers.

De eerste sessie ging dieper in op het algemene proces van een overdracht. Een aantal aspecten komen terug bij elke deal. Daarbij onder meer:

• de prijs. Wat verwacht de verkoper, en wat kan hij krijgen?

• de timing;

• de afspraken, verklaringen en waarborgen (de beperking van de aansprakelijkheid van de verkoper);

• de nazorg en de rol van de overlater daarin. Bij dit punt horen ook de gevolgen wanneer een afspraak niet wordt nageleefd;

• de betalingsmodaliteiten;

Interessant op dit gebied was de getuigenis van Jonas Van Thuyne (Nivolo). Zijn overname-avonturen sloten aan op een trend onder de Vlaamse chapebedrijven. In enkele jaren tijd nam de concentratie in deze deelsector sterk toe. In elke provincie is er nu een groot chapebedrijf dat in heel de regio actief is. Intussen verkoopt een dochterbedrijf van Nivolo ook chape in Franstalig België, hoewel uitwijken naar Wallonië niet evident is.

Financieel

middelen geraakt. Bie Boudolf besprak onder meer subsidies, leningen (waarbij de winwinlening), risicokapitaal (privaat), bootstrapping (de interne werking optimaliseren) en crowdfunding.

Vlaio begeleidt en helpt ondernemers op zoek naar de meest geschikte financieringsmethode.

Juridisch

De laatste sessie van het lerende netwerk ging over de juridische aspecten. De overdracht van aandelen en de overdracht van een handelsfonds worden vastgelegd in een juridisch bindende overeenkomst. Deze bevat een aantal variabelen, waarover de partijen onderhandelen. Afhankelijk van de structuur van de overname komen daar nog andere bijzondere overeenkomsten bij, andermaal met een aantal punten waarover onderhandeld moet worden.

• de financiering.

In een lerend netwerk gaat ook veel aandacht naar de praktijk. Hans Van Hooland (Lumco), die al bij verschillende overnames betrokken was, deelde zijn ervaringen en gaf uitleg bij de valkuilen en de geleerde lessen.

aandacht naar de praktijk. Hans Van

Commercieel netwerk

De tweede sessie was gewijd aan de uitbouw van een netwerk voor een commercieel interessante overname. Waar vind je geïnteresseerde kopers en verkopers? Welke platformen bestaan er? Hoe discreet moet je zijn?

De derde sessie was gewijd aan de financiële aspecten van een overdracht. Je kunt op veel verschillende manieren de waarde van een onderneming bepalen. Deze allemaal behandelen was onmogelijk, en dus zoomde het netwerk in op drie methodes. Twee daarvan werden toegepast op een anoniem gemaakte jaarrekening. De gemakkelijke methode geeft meteen een beeld van de minimumwaarde van een bedrijf. De andere methode houdt rekening met een aantal correcties, bijvoorbeeld wanneer de waarde van een gebouw in de boeken lager is dan de reële waarde.

Bedrijfsadviseur Bie Boudolf van Vlaio gaf toelichting bij de financiering van een overname. Dat is nuttige informatie voor een koper, maar ook voor de verkoper is het interessant om te weten waar en hoe je aan de nodige financiële

Zodra partijen het over alle zaken eens zijn, kan de overname plaatsvinden en kunnen de aandelen of het handelsfonds van eigenaar wisselen. Zeker in kmo’s is het gebruikelijk dat de verkoper tijdens een overgangsperiode de koper bijstaat met zijn kennis, ervaring en netwerk.

Over dit onderwerp kwam Erika Vigoureux (Vigoureux) getuigen. Na het vertellen van haar persoonlijk verhaal kwamen onder meer de volgende vragen aan bod: welke contracten heeft ze onderhandeld met de andere partij? Welke clausules hebben ze toegevoegd? Hoe heeft ze haar uitstap gedefinieerd? Wat is de impact op kinderen die meewerken in de het bedrijf?

INFO: Reacties en vragen zijn welkom bij freija.jongbloet@embuild.be.

32 EMBUILD MAGAZINE • 04 | 2024 LEREND NETWERK
freija.jongbloet@embuild.be.

Het startschot voor het project Natuur-inbouw werd gegeven

Op 12 maart vond het start-event plaats van Natuur-inbouw, het door Europa gefinancierde Interreg-project dat onderzoekt hoe de bouw de biodiversiteit kan ondersteunen en bevorderen. Het was een zeer boeiende dag, met lezingen en discussies over natuurinclusief bouwen en met een overzicht van verschillende goede voorbeelden.

Er was aanzienlijke interesse voor het start-event.

In het vorige nummer van Embuild Magazine kon u meer lezen over de ambities van Natuur-inbouw. Nog niet zolang geleden werd er veel natuur-inclusiever gebouwd dan nu. Onder een dakpan of ergens in een spleet was altijd wel plaats voor het nest van een vogel. Moderne bouwtechnieken laten evenwel veel minder ruimte voor biodiversiteit. Daarom is er nood aan een benadering die weer meer kansen geeft aan de natuur.

Natuur-inbouw is een project dat kennis hierover gaat verzamelen en verspreiden. Het ging officieel van start op 12 maart met een event in het Hendrik Consciencegebouw van de Vlaamse overheid in Brussel. In dit project slaan overheid, bouw en groensector de handen in elkaar.

De aanwezigen werden welkom geheten door Jelle Van den Bergh, de adjunct-kabinets-

chef van Vlaams minister van Omgeving Zuhal Demir. Dan volgden lezingen door Timo Roeke (Vogelbescherming Nederland), Daan Dekeukeleire (Natuurpunt Vleermuizenwerkgroep), Dirk Criel, (landschapsecoloog en projectverantwoordelijke Faunahuis in Brakel) en een vertegenwoordiger van de gemeente Goes in Nederland.

Na de lunch legde Wim Garmyn (Embuild Vlaanderen) uit dat de bouw een constructieve partner kan zijn voor de habitat van mens én dier. Zo speelt de bouw een belangrijke rol bij de versterking van groen-blauwe netwerken. In het panelgesprek dat daarop volgde, werden de heikele thema’s niet geschuwd. Hoe weeg je belangen af en hoe helpen we de fauna in en rond ons huis?

Het start-event werd afgesloten met een aangenaam netwerkmoment.

Jelle Van den Bergh, de adjunct-kabinetschef van Vlaams minister van Omgeving Zuhal Demir, heette de aanwezigen welkom.

DE PROJECTPARTNERS

Er nemen 21 partners deel aan Natuurinbouw: het Departement Omgeving van de Vlaamse overheid, Vogelbescherming Nederland, Natuurinvest, Blenders vzw, Natuurpunt, Embuild Vlaanderen, Buildwise, PXL Hogeschool, Technische Universiteit Eindhoven, het Antwerpse autonome provinciebedrijf Kamp C, de provincies Vlaams-Brabant, Limburg, Oost-Vlaanderen en West-Vlaanderen, de Nederlandse provincie Zeeland, de gemeente Gent en de Nederlandse gemeenten Weert, Goes, Terneuzen, Breda en Middelburg.

Natuur-inbouw is een Europees Interregproject dat loopt tot eind augustus 2026. Het wordt geleid door het Departement Omgeving, dat valt onder Vlaams minister Zuhal Demir.

EMBUILD MAGAZINE • 04 2024 33 12 MAART 2024

Webinar van Embuild.Brussels schept klaarheid in de procedures

Embuild.Brussels heeft onlangs in samenwerking met het Opzoekingscentrum voor de Wegenbouw (OCW), Parking.brussels, Brussel Mobiliteit en Green Deal Stadslogistieke en webinar georganiseerd over de procedures die bouwbedrijven en -professionals in het Brusselse gewest kunnen volgen om er te parkeren, evenals over de toepasselijke tarieven en de geldigheid van de vergunningen. Dit online event wou een antwoord bieden op de reactie van sommige aannemers dat zij niet meer in het Brusselse Gewest willen komen werken omwille van de problemen om er nog te kunnen parkeren.

Het webinar begon met een uiteenzetting door Pierre Vassart, de woordvoerder van het Brusselse parkeeragentschap Parking.brussels. De Brusselse gemeenten zijn autonoom bevoegd voor hun parkeerbeleid maar maar de meerderheid van hen heeft de controle en de toekenning van bewonerskaarten en van parkeervrijstellingen aan dit agentschap overgedragen.

Pierre Vassart een onderscheid tussen de regionale en de lokale parkeerkaarten. Het woord ‘parkeerkaart’ is hierbij niet helemaal op zijn plaats vermits het grotendeels om een digitale vergunning gaat. De regionale kaart maakt het mogelijk in heel het Brusselse gewest te parkeren terwijl de gemeentelijke kaart de parkeermogelijkheden tot één gemeente beperkt. De regionale kaart is bestemd voor bedrijven die voor hun activiteiten vaak in meerdere gemeenten van het Brusselse gewest moeten parkeren.

De regionale parkeerkaart voor interventies kan worden aangevraagd door bedrijven van maar ook van buiten het Brusselse Gewest terwijl een gemeentelijke kaart enkel kan worden aangevraagd door een bedrijf waarvan de zetel of de exploitatie-eenheid zich in diezelfde gemeente bevindt. Een gemeentelijke professionele kaart wordt forfaitair toegekend voor een jaar. Een gewestelijke kaart kan voor een maand genomen worden, met maandelijkse hernieuwingen indien nodig.

Bezoekerskaarten als alternatief

Financieel komen deze vier parkeermogelijkheden neer op wat volgt:

FORMULE

Gewestelijke kaart voor professionelen

Gemeentelijke kaart voor professionelen

Gemeentelijke bezoekerskaart op vraag van de aannemer *

Gemeentelijke bezoekerskaart via de bewoner **

* Maximaal 100 beurten

Regionale en lokale parkeerkaarten

Voor professionele gebruikers maakte

KOSTEN VOOR DE AANNEMER

90 euro per maand

vanaf 200 euro per jaar

2,5 euro (9 euro in Elsene en Koekelberg)

0 euro

DUUR

onbeperkt

onbeperkt

per 4,5 uur

per 4,5 uur

** De bewoner betaalt 2,5 euro voor 4,5 uur, en 5 euro per dag

Een alternatieve oplossing bestaat erin gebruik te maken van de bezoekerskaart die de inwoners van het Brusselse gewest voor hun bezoekers kunnen aanvragen. Deze kost 2,50 euro per periode van 4,5 uur. (0,60 euro in Vorst). Bij een bezoek van de aannemer stuurt de inwoner dan een sms naar het nummer 4411. Deze bestaat uit een code gevolgd door een spatie en dan de nummerplaat van het voertuig. Dat is vooral nuttig voor kortere interventies van minder dan 4,5 uur. In dat geval betaalt de inwoner. In Elsene kunnen ook aannemers zo’n bezoekerskaart aanvragen. Ze moeten die dan zelf betalen.

Ter vergelijking haalde Pierre Vassart de parkeerkosten aan als de aannemer geen gebruik maakt van de vier voornoemde mogelijkheden met een parkeerkaart. In een grijze zone moet hij dan ter plaatse 8,8 euro betalen voor 2 uur parkeren en 22 euro voor 4,5 uur parkeren. Ook in een groene zone kunnen de

34 EMBUILD MAGAZINE • 04 | 2024 HOE KUNNEN EN MOGEN PROFESSIONALS NOG PARKEREN IN HET BRUSSELSE GEWEST?

kosten dan hoog oplopen: van 5,3 euro voor 2 uur tot 23,5 euro voor 9 uur parkeren. In zones waar een blauwe parkeerschijf volstaat, moet de aannemer niets betalen maar mag hij amper 2 uur geparkeerd blijven.

Pierre Vassart signaleerde nog dat alle parkeerkosten fiscaal aftrekbaar zijn. Voor aanvragen voor een tijdelijk parkeerverbod op de openbare weg met parkeerborden, voor bijvoorbeeld de oprichting van een stelling en de plaatsing van een afvalcontainer, verwees hij naar de gemeentelijke overheden: die bepalen de voorwaarden hiervoor.

Hoe de kaarten aanvragen?

Om de regionale parkeerkaart te krijgen moet je een formulier invullen en handtekenen. Je moet ook een kopie van het inschrijvingsbewijs van de wagen(s) bezorgen en een kopie van de identiteitskaart van de zaakvoerder, uitbater of verantwoordelijke of een volmacht voor de aankoop van de vrijstellingenkaart.

Het is belangrijk daarbij ook een bedrijfsvervoersplan of een goedgekeurd equivalent te voegen. Zowel het aanvraagformulier voor de gewestelijke vrijstellingenkaart ‘professionelen’ als het in te vullen equivalent bedrijfsvervoerplan (voor bedrijven met minder dan 100 werknemers) bevinden zich op de website https://parking.brussels. Dit laatste formulier peilt naar het mobiliteits- en parkeerbeleid van het bedrijf en naar het verplaatsingsgedrag van zijn werknemers.

Registratie en controle

De regionale parkeerkaart voor professionelen heeft nog de vorm van een fysieke kaart maar gaat tegelijk gepaard met een digitale registratie van de nummerplaat. Plaats de fysieke kaart duidelijk zichtbaar aan de binnenkant van de voorruit met de voorkant naar boven. De gemeentelijke parkeerkaart is louter virtueel, zoals trouwens ook de bezoekerskaarten. De controle gebeurt door middel van scannervoertuigen en is volgens Pierre Vassart zeer efficiënt. Nadat een agent de data heeft kunnen verifiëren, wordt bij een ongeldige parkeersituatie een retributie van 40 euro opgestuurd.

Vaak voorkomende overtredingen

Hinko van Geelen, senior onderzoeker bij het OCW, ging daarop dieper in op een aantal

inbreuken op de verkeersreglementering die vaker voorkomen in een dichtbevolkt gebied zoals het Brusselse Gewest. Hij herinnerde onder meer aan het verbod om op fietspaden en trottoirs en om op of te dicht bij zebrapaden te parkeren. Ook op verkeersdrempels bestaat een parkeerverbod. Men mag evenmin te dicht bij kruispunten parkeren.

Hij waarschuwde bovendien voor het over een langere periode parkeren van aanhangwagens op de openbare weg en voor wanneer moet worden gelost en geladen.

Digitaal overzicht

Na de uiteenzettingen door Pierre Vassart en Hinko van Geelen volgden nog enkele vragen. Interessant was de vraag naar een overzicht van de effectieve parkeermogelijkheden in het Brusselse Gewest. Parking.brussels verwees daarbij naar de mapviewer die de site van dit agentschap aanbiedt op https://parking.brussels/fr/smart/observatoire-du-stationnement. Deze cartografische webapplicatie maakt het iedereen mogelijk om geactualiseerde geografische parkeerinformatie te krijgen. Tot slot verwees Laurence Sailliez, adviseur Mobiliteit, Logistiek en Verkeersveiligheid van Embuild.Brussels, naar de nieuwe dienstverlening die Embuild.Brussels op deze domeinen aan de aannemers aanbiedt. Op de site van Embuild Brussels bevindt zich al een uitgebreide FAQ over zaken zoals snelheidsbeperkingen, de logistiek van en naar de bouwplaatsen, de bundeling van de werflogistiek in een consolidatiecentrum enz. Vragen over deze problematieken kan je stellen door ze te mailen naar mobiliteit@embuild.be.

INFO : Om de regionale parkeerkaart te krijgen moet je een formulier invullen en handtekenen. Je moet ook een kopie van het inschrijvingsbewijs van de wagen(s) bezorgen en een kopie van de identiteitskaart van de zaakvoerder, uitbater of verantwoordelijke of een volmacht voor de aankoop van de vrijstellingenkaart.

EMBUILD MAGAZINE • 04 2024 35

Een detail voor elk project!

Buildwise streeft ernaar om tegemoet te komen aan de behoeften van de bouwsector en breidt hiertoe voortdurend zijn aanbod aan publicaties uit: naast het Buildwise Magazine, de Technische Voorlichtingen (TV’s) en de Innovation Papers (IP’s) vormen de online bouwdetails tegenwoordig een onschatbare bron van informatie voor de bouwprofessioneel.

Of het nu gaat om het ontwerp, het voorontwerp, de uitvoering of een expertise, de bouwprofessioneel heeft in elk stadium nood aan betrouwbare referentiedocumenten en dit, zowel voor nieuwbouw- als voor renovatieprojecten. In de sector wordt er vaak verwezen naar de artikels uit het Buildwise Magazine. Er word ook al vele jaren gerefereerd aan de Technische Voorlichtingen (TV’s). Deze worden niet zelden vermeld in de bestekken en zijn zo bekend dat aannemers of ontwerpers niet aarzelen om er in hun besprekingen naar te verwijzen met hun nummers. Denken we hierbij maar even aan de TV 244 en de TV 280 over platte daken.

Deze must-reads worden voortaan ver-

Bouwdetail 1347: aansluiting van een spouwmuur op een toegankelijk terras.

gezeld door hun ‘kleine zusjes’: de fiches met bouwdetails die beschikbaar zijn via de website www.buildwise.be. De databank met fiches wordt elke dag met nieuwe items aangevuld. Tegenwoordig zijn er al meer dan 500 typedetails online beschikbaar. Een groot aantal van deze fiches is gebaseerd op informatie, afkomstig van bestaande TV’s. Een aantal andere zijn het resultaat van discussies, gevoerd binnen de Buildwise-werkgroepen, en worden rechtstreeks gepubliceerd op de website van het Centrum.

De fiches zijn gemakkelijk editeerbaar zodat ze indien nodig aangepast kunnen worden aan de laatste ontwikkelingen en laboratoriumonderzoeken. Dit formaat laat tevens toe om de databank te verrijken met technische aandachtspunten, 3D-schetsen,

36 EMBUILD MAGAZINE • 04 2024 BUILDWISE

Bouwdetail 1425: renovatiewerken –aansluiting met een vloerplaat op de volle grond.

video’s, hyperlinks en andere media. Op deze manier kan er tegemoet gekomen worden aan de essentiële vereisten van de bouw van de 21e eeuw (stabiliteit, thermische isolatie, luchtdichtheid, waterdichtheid, brandveiligheid, akoestiek, fasering van de werken, demonteerbaarheid ...).

Een voorbeeld? Laten we eens kijken naar de renovatie van een gevel langs de binnenzijde: vraag je je af hoe je de eventuele koudebruggen aan de voet van de muur moet aanpakken, of wil je weten wat de meest geschikte fasering voor de werkzaamheden is? De algemene fiche 1388 kan je helpen bij je principekeuzes en met de fiches 1423 tot en met 1425 kan je je uitvoeringsdossier vervolledigen. De fiches bevatten eveneens talloze aanbevelingen en dit, zowel voor het gebruik van conventionele isolatiematerialen als voor de uitvoering van capillair actieve isolatiesystemen.

Wedden dat je binnenkort op de werf de aansluitingsdetails voor een opstand uit isolerend metselwerk zal bespreken met de fiche 1072 voor je neus en dat je voor het beoorde-

len van de noodzaak van een prekader voor de plaatsing van je schrijnwerk een beroep zal doen op de fiche 1439? En misschien kijk je binnenkort samen met je team wel naar de animatie uit fiche 1347 die de stappen voor de realisatie van de aansluiting tussen een dakterras en een toegangsdeur weergeeft?

Eén ding is zeker: jij en deze bestsellers worden de drijvende kracht achter een robuustere en duurzamere bouwpraktijk!

Andere vragen over dit onderwerp?

Bezoek dan de webpagina van de Normen-Antenne Smart Connect: deze bevat de meer dan 500 bouwdetails die momenteel beschikbaar zijn, evenals een schat aan informatie over de normen en regelgeving omtrent het gebruik van bouwmaterialen. Je kan ook rechtstreeks naar het kadertje Bouwdetails op de Buildwise-startpagina gaan en vervolgens de filters gebruiken om je zoekopdrachten te verfijnen. op

EMBUILD MAGAZINE • 04 | 2024 37 BUILDWISE
Scan de QR-code om de animatie uit fiche 1347 te bekijken.

De nieuwe TV 290 met referentiedetails voor buitenbepleisteringen op metselwerk en beton

Deze recentelijk online geplaatste Technische Voorlichting geeft een inleiding op en compileert een aantal detailfiches uit de databank met bouwdetails op de Buildwise-website. In deze eerste zeven fiches wordt aangegeven hoe de details van wanden uit dragend isolerend metselwerk correct uitgevoerd moeten worden.

De referentiedetails van de Technische Voorlichting 290 vormen een aanvulling op de TV nr. 289, gewijd aan de ontwerp- en uitvoeringsprincipes van buitenbepleisteringen, aangebracht op metselwerk en beton. Deze details – waarvan het belang niet onderschat mag worden – werden opgesteld door de werkgroepen ‘Buitenbepleisteringen’ en ‘Metselwerk’ in de schoot van het Technisch Comité (TC) ‘Plafonneer-, voeg- en gevelwerken’. De Federale Overheidsdienst Economie, KMO, Middenstand en Energie verleent zijn steun aan het project ‘Details Rendering’ dat in 2023 door Buildwise gevoerd werd.

Zeven aansluitingstypes

Deze eerste reeks van zeven fiches gaat dieper in op de diverse aansluitingen tussen een buitenbepleistering en dragend isolerend metselwerk: aansluiting op het schrijnwerk, aansluiting op een dakopstand, aansluiting onderaan het dakschild, aansluiting op de dakrand en verschillende aansluitingen aan de muurvoet al naar gelang het gaat om een

Hoe kan men de TV 290 verkrijgen?

Het gaat hier om een e-TV die niet op papier verkrijgbaar is, maar enkel online via de website www.buildwise.be.

Voor meer informatie: info@buildwise.be

beschermd volume op de volle grond, een beschermd volume op een niet-verwarmde kelder.

Hoe is een wand uit dragend isolerend metselwerk opgebouwd?

In de inleiding van de TV wordt er een woordje uitleg gegeven over het ontwerp en de uitvoering van verticale wanden die niet voorzien zijn van bijkomende lagen isolatiemateriaal, maar die wel in overeenstemming zijn met de EPB-eisen (of zelfs met nog strengere eisen). Men heeft het in dit geval over de typologie van dragend isolerend metselwerk en over verdeelde thermische isolatie in tegenstelling tot thermische isolatie langs de buitenzijde of langs de binnenzijde.

Er bestaan metselstenen die tegelijkertijd een dragende en een thermisch isolerende functie vervullen. Het gaat hier om bepaalde cellenbetonblokken en blokken uit beton met lichte granulaten, evenals om snelbouwstenen uit gebakken aarde waarvan de holtes geoptimaliseerd werden of eventueel in de fabriek opgevuld werden met een isolatiemateriaal. Deze isolerende elementen worden opgetrokken met dunne voegen (tussen 0,5 en 3 mm). Hun warmteweerstand (berekend volgens de norm NBN EN 1745) is bijgevolg vooral afhankelijk van de eigenschappen van de metselstenen. Door hun thermisch isolerende karakter en hun grote dikte maken ze het namelijk mogelijk om te beantwoorden aan hoge energetische eisen, zonder dat men dient terug te grijpen naar de plaatsing van een bijkomend isolatiemateriaal.

De bepleisteringen moeten verenigbaar zijn met de ondergrond en het kan nodig zijn om vooraf een voorbehandelingsproduct op de

38 EMBUILD MAGAZINE • 04 | 2024 BUILDWISE

ondergrond aan te brengen. De buitenbepleisteringen egaliseren de ondergrond en bieden een esthetische afwerking. Ze maken de wand eveneens luchtdicht en beperken het binnendringen van water in de wand.

De uitvoering van het metselwerk, van de binnenbepleistering en van de buitenbepleistering moet respectievelijk gebeuren volgens de TV 271, de TV 284 en de TV 289. De typologie is specifiek en vereist bijgevolg bijzondere aansluitingsdetails. De ruwbouw moet ontworpen en uitgevoerd worden in de wetenschap dat het metselwerk dienst doet als isolatielaag. De bouwknopen moeten dus zodanig behandeld worden dat koudebruggen vermeden worden en dat de continuïteit van de isolatie gewaarborgd blijft. De buitenbepleistering moet op haar beurt voldoende bescherming bieden tegen de weersomstandigheden. Het is met andere woorden van groot belang dat de aansluitingsdetails van de buitenbepleistering op de andere gevelelementen robuust ontworpen en uitgevoerd worden.

EMBUILD MAGAZINE • 04 | 2024 39 BUILDWISE

Picard Construct breidt woonzorghuis Baillonville uit

Volgens Christie Morreale, de Waalse minister van Volksgezondheid, stijgt het aantal plaatsen in Waalse woonzorghuizen sinds 2011. In 2022, de laatst beschikbare cijfers, waren dat er 49 754. Gezien de vooruitzichten van een vergrijzende bevolking is het de bedoeling om dit cijfer tegen 2050 te verdubbelen. Het project voor de uitbreiding van het woonzorghuis van Baillonville, uitgevoerd door ons lid Picard Construct, past dan ook perfect in deze context.

Als je de legendarische steenweg N4 verlaat en in de richting van Durbuy rijdt, kom je na een paar kilometer door het kleine dorpje Baillonville (gemeente Somme-Leuze), in de provincie Namen. Leuk weetje: het ligt op de linkeroever van de Eau d'Heure, een zijrivier van de Ourthe. Woonzorghuis Véronique ligt in deze deelgemeente van iets meer dan 600 inwoners.

Naast een gebouw dat al jaren operationeel is en bewoners verwelkomt, staat een gloednieuw gebouw dat onlangs is opgetrokken. Dit gebouw is de nieuwe uitbreiding van het woonzorghuis gebouwd in opdracht van de Aedifica Group, een vastgoedbedrijf gespecialiseerd in zorgvastgoed, en het wordt uitgebaat door Vulpia, een netwerk van woonzorghuizen en assistentiewoningen.

Eerste en tweede fase

In deze heel aangename groene omgeving wordt Embuild Magazine verwelkomd door Damien Wyaumont, werfleider bij het familiebedrijf van klasse 7 Picard Construct, gevestigd in Tenneville, tussen Marche-en-Famenne en Bastogne (provincie Luxemburg). Hij leidt dit uitbreidingsproject sinds december 2022.

Voordat hij tot de kern van de zaak komt, verwijst hij al meteen naar het bestaande gebouw. "7 of 8 jaar geleden hadden we al de eerste fase van dit woonzorghuis gebouwd in opdracht van een privépersoon. Het is verheu-

gend dat het bedrijf ook de tweede fase van het project mag uitvoeren. Voor ons is het een bewijs van goed werk, een teken van vertrouwen”, zegt hij.

Het bestaande woonzorgcentrum heeft 30 kamers en 8 assistentiewoningen, waarvan er 4 moesten worden afgebroken voor het uitbreidingsproject. Het nieuwe project heeft 50 kamers en 12 assistentiewoningen. "Een assistentiewoning kan gezien worden als een kleine flat, die meer ruimte biedt dan een kamer, ideaal voor een koppel dat wil genieten van een zekere mate van zelfredzaamheid, zoals koken, en niet wil deelnemen aan alle gemeenschappelijke maaltijden”, legt de werfleider uit.

Link met houten gevelbekleding

De architect van dit project is Laurent Lemaire uit Luik. "Voor hem was het heel belangrijk om een link te leggen met het bestaande woonzorghuis. Als je naar de tweede verdieping van de uitbreiding kijkt, zie je een houten gevelbekleding, die aansluit op de gevelbekleding van het eerste gebouw. De uitbreiding gaat van niveau -1 naar +2 en natuurlijk zal het mogelijk zijn om op elke verdieping van het eerste naar het tweede deel van het woonzorghuis te gaan.“

Drie belangrijke criteria

De eerste steen voor het project werd eind 2022 gelegd. "We begonnen met het leggen van de funderingen, met grondwerken en het stor-

De dragende kalkzandsteenblokken wegen tot 200 kilogram per stuk. Je kunt er snel mee werken. Een ploeg van twee personen met een kraan kan tot 50 vierkante meter per dag plaatsen (foto Christopher Roxs).

Aan de achterkant van de uitbreiding werd een parking aangelegd. Let ook op de houten gevelbekleding die het oude en het nieuwe gebouw verbindt.

40 EMBUILD MAGAZINE • 04 | 2024 PROJECT
© Christopher Roxs
"

Het is verheugend dat het bedrijf ook de tweede fase van het project mag uitvoeren."

Het project werd gebouwd door Picard Construct, een familiebedrijf van klasse 7. Op de foto Damien Wyaumont, die sinds december 2022 werfleider was.

ten van beton, zowel voor het nieuwe gebouw als voor de parking aan de achterkant, tot eind januari. Dit deel was niet gemakkelijk omdat we te maken hadden met schaliegrond die erg moeilijk te breken was”, legt Damien Wyaumont uit. “De ruwbouw werd opgestart in februari 2023. Er waren drie belangrijke criteria voor dit project. Het eerste was een snelle uitvoering. We hadden 15 maanden om de werken uit te voeren, wat een vrij strakke planning betekende. We hebben ploegen die tijdens het bouwverlof, in juli 2023, hebben gewerkt om de deadlines te halen. Voor een snelle uitvoering koos de ontwerper voor dragende kalkzandsteenblokken. Dit zijn grote gelijmde blokken die elk tot 200 kilogram wegen. Daarmee kan je snel werken: een ploeg van twee personen met een kraan kan tot 50 vierkante meter per dag opbouwen. Andere criteria zoals akoestiek en de stabiliteit van het gebouw zijn ook belangrijk bij dit type blokken. In zes maanden tijd, rond eind juli, waren de grondwerken en de ruwbouw voltooid.”

Assistentiewoningen op de tweede verdieping

Vanaf augustus kon ons lid aan het dak en de gevels werken. Op niveau -1 is arduin gebruikt voor de gevel, terwijl de benedenverdieping en de eerste verdieping zijn bekleed met klassiek wit pleisterwerk op isolatie. Voor de tweede verdieping werd, zoals al aangegeven in dit artikel, gekozen voor houten gevelbekleding om een link te leggen met het eerste gebouw.

Hoe worden de verdiepingen benut? "Op

Het bestaande rusthuis had dertig kamers en acht assistentiewoningen. Vier daarvan werden afgebroken tijdens de uitbreiding. Het nieuwe deel bestaat uit vijftig kamers en twaalf assistentiewoningen (foto Christopher Roxs).

niveau -1 vinden we de technische ruimtes, de kleedkamers/sanitaire voorzieningen voor het zorgpersoneel en de gloednieuwe keuken, die van het oude gebouw naar het nieuwe is verhuisd. De kamers bevinden zich op de benedenverdieping en de eerste verdieping, terwijl de assistentiewoningen op de tweede verdieping liggen”, legt de werfleider uit.

De nieuwe vleugel heeft twee trappenhuizen en drie liften, er komen zonnepanelen op het dak en het gebouw zal worden verwarmd met een conventioneel verwarmingssysteem dat gevoed wordt door een ondergrondse collectieve gasketel. Aan de achterkant, bij de nieuwe parking, is ook een nieuwe waterzuiveringsinstallatie aangelegd. "We zorgden voor de grondwerken, de ruwbouw, de binnenafwerking en de buitenaanleg. Schrijnwerkerij Huberty, die ook deel uitmaakt van Picard Construct, verzorgde het binnenschrijnwerk. Een collega zorgde voor de speciale technieken en HVAC.“

Feestelijke opening in juni

Toen we eind maart een bezoek brachten, waren de steigers net verwijderd en werkten de verschillende ploegen aan de binnen- en buitenafwerking, onder meer aan de nieuwe parking. Het gebouw wordt in mei opgeleverd en de officiële opening staat gepland voor juni. "Dit project bewijst dat Picard Construct alle soorten bouwplaatsen aankan. Ik ben er trots op hieraan te hebben kunnen bijdragen en deel uit te maken van dit familiebedrijf, dat veel belang hecht aan het welzijn van al zijn medewerkers”, besluit Damien Wyaumont.

EMBUILD MAGAZINE • 04 | 2024 41
© Christopher Roxs

Stofmasker Norwear Pro P3 - FFP3

PROMO VAN DE MAAND

Er zijn verschillende soorten adembescherming die toegepast kunnen worden als bescherming nodig is omdat in de lucht gevaarlijke stoffen kunnen zitten: afhankelijke en onafhankelijke adembescherming. Bij afhankelijke ademhalingsbescherming wordt de omgevingslucht gezuiverd met een filter. Het kiezen van de juiste ademhalingsbescherming vereist een grondige kennis van de luchtkwaliteit en van de gevaarlijke stoffen die zich in de werkomgeving bevinden. Welke type ademhalingsbescherming het best wordt gebruikt, hangt af van verschillende parameters.

Embuild biedt daarom verschillende maskers aan, namelijk FFP1 en FFP2 beide zonder en met filter. Deze maand wordt het kwartsmasker “Stofmasker Norwear Pro P3 - FFP3” in de kijker gezet.

Speciale verkoopprijs enkel voor de maand april 2024

Ledenprijs : 5,36 €/stuk excl. btw

Niet-ledenprijs : 5,95 €/stuk excl. btw

Deze kunnen besteld worden via de website www.embuild.be, e-shop, categorie “Veiligheid” -> maskers of door een mail te sturen naar bestellingen@embuild.be

Embuild Magazine is het maandblad van de vzw Embuild, Kunstlaan 20, 1000 Brussel

Verantwoordelijke uitgever: Filip Coveliers, Kunstlaan 20, 1000 Brussel

Afgiftekantoor: Gent X

Redactie: Peter Graller, Marc Guéret, tel. 02 545 57 30 peter.graller@embuild.be

Vormgeving: nikka.cuypers@embuild.be abder-razzaaq.boujdaini@embuild.be

Druk: Graphius

Reacties - vragen: communicatie@embuild.be

Met de medewerking van: de studiedienst van Embuild tel. 02 545 56 36 officeteam@embuild.be

• Embuild Vlaanderen

Johan Walewijns, tel. 02 545 57 49 johan.walewijns@embuild.be

• Embuild.Brussels Morgane Cendoya, tel. 02 545 58 29 morgane.cendoya@embuild.be

• Embuild Wallonie

Katia Bogaard tel. 02 545 56 68 katia.bogaard@embuild.be

Abonnementen: Claude Bernaerts, tel. 02 545 56 88 claude.bernaerts@embuild.be

Reclame: Kristel Dekempeneer, tel. 02 545 56 99 - fax 02 545 59 08, kristel.dekempeneer@embuild.be of kde@embuild.be.

Prijs jaarabonnement

Leden van Embuild: begrepen in het lidgeld Niet-leden: € 137,80 (incl. BTW en portkosten) / buitenland: € 300 (incl. btw en portkosten)

Lid van de Unie van de Uitgevers van de Periodieke Pers

Vanaf nu wordt Embuild Magazine gedrukt op papier geproduceerd met hout uit duurzaam beheerde bossen. De duurzaamheid wordt gegarandeerd door de internationale organisatie Forest Stewardship Council (FSC), die niet alleen het bos controleert maar de hele handelsketen tot aan de drukker.
LEDENVOORDELEN 42 EMBUILD MAGAZINE • 04 | 2024
APRIL 2024
LEDENVOORDELEN EMBUILD MAGAZINE • 04 2024 43

Mis de derde editie van Techni-Mat in Flanders Expo in Gent niet!

Techni-Mat is dé ontmoetingsplaats voor bouwprofessionals actief in de infrastructuur, industrie- en ruwbouw, en burgerlijke bouwkunde. Dit is de derde editie van het evenement, dat wordt gehouden in Flanders Expo in Gent op woensdag 15 en donderdag 16 mei.

Deze vakbeurs focust op betonoplossingen, industriebouw, openbare ruimte, hemelwatermanagement en -ontharding, energietransitie, CO 2 -reductie en CO 2prestatieladder, digitalisering en meer. U kunt er fabrikanten en exclusieve verdelers ontdekken van technieken en materialen voor funderingen, industrie- en ruwbouw en buitenafwerking, materialen en infrastructuur voor de openbare ruimte en wegtechnieken, technieken en materialen bestemd voor tunneling, riolering en energieproductie en –distributie.

Techni-Mat biedt ook een waardevol platform voor kennisdeling, netwerken en het ontdekken van de nieuwste ontwikkelingen in de bouwsector. Mis deze kans niet om uw expertise te vergroten en te connecteren met gelijkgestemde professionals!

MEER WETEN? www.techni-mat.eu. Gratis toegang na online registratie met de code EMB5624.

Materialenfabrikant Wienerberger past zich aan klimaatverandering aan

De sector krijgt te maken met de vele gevolgen van klimaatverandering (hittegolven, droogtes, overstromingen, enz.) en moet zich aanpassen om de wereld van morgen te bouwen. Wienerberger wil bij het klimaatadaptief bouwen het voortouw nemen. De fabrikant neemt mitigerende maatregelen in de productieprocessen. “Het beleid van Wienerberger focust op circulair bouwen en het inzetten op CO 2 -neutraliteit. We streven naar het maximaal sluiten van kringlopen, dat zowel voor de grondstoffen als het water in de productieprocessen”, legt commercieel directeur Katrien Nottebaert uit.

Wienerberger brengt een allesomvattend gamma om klimaatadaptief te bouwen op de markt. “De keuze voor witte of lichtkleurige bouwmaterialen levert op warme dagen een bijdrage aan het lager houden van de temperatuur in en rond de gebouwen. Kijken we specifiek naar het dak, daar

helpt een witte dakbedekking bij het reflecteren van zonnestraling en het verminderen van de warmteopname via het dak. Dit kan de opwarming in gebouwen tegengaan en zo de koelingsbehoefte beperken. Wienerberger heeft in het gamma verschillende witte of lichtgrijze pannen voor hellende daken. Leadax Roov is een oplossing voor platte daken. Eentje die overigens aantoonbaar circulair is dankzij het hergebruik van PVB-folies uit de glasindustrie in het productieproces. Mooi meegenomen is bovendien dat de witte kleur voor de dakbedekking niet alleen zorgt voor het verminderen van het hitte-eilandeffect, maar ook een hoger rendement voor de op het dak geplaatste zonnepanelen garandeert”, zegt Katrien Nottebaert. "We bieden ook natuurinclusieve producten aan om een geschikte leefomgeving voor diverse planten en dieren te creëren. Met bouwelementen zoals kasten en pannen voor vleermuizen, egelkasten, pannen en stenen voor vogelnesten en ook insecten- en bijenstenen.”

Tot slot zet Wienerberger zelf ook in op maatregelen om zijn sites aan te passen aan de nieuwe realiteit. Afgelopen jaar legde het de laatste hand aan een biodiversiteitsplan voor elk van zijn 200-tal productiesites wereldwijd.

INFO : www.wienerberger.com

EMBUILD MAGAZINE • 04 2024 45 BOUWMARKT

MARKANT

MINISTER DERMAGNE EN EMBUILD OP BEZOEK BIJ BUILDWISE

Eind maart kreeg Buildwise het bezoek van federaal minister van Economie Pierre-Yves Dermagne. Ook Niko Demeester (CEO Embuild) en Christine Lhoste (directeur van onze studiedienst) waren van de partij. Ze maakten van de gelegenheid gebruik om de minister onze eisenbundel voor de verkiezingen te overhanden.

Dermagne was onder de indruk van Buildwise:

“Dit is een zeer fascinerend bezoek. Dankzij deze technologieën en innovaties kan de bouw zijn productiviteit verhogen, en de krapte op de arbeidsmarkt verminderen. Dit centrum is meer dan ooit nodig, niet alleen voor zijn onderzoek en ontwikkeling maar ook voor de verspreiding van goede praktijken. Investeringen in onderzoek en ontwikkeling zijn essentieel voor België.”

De minister dankte de medewerkers van Embuild en van Buildwise voor het werk dat ze iedere dag verrichten:

“Voor hun inzet, niet alleen voor de sector maar meer algemeen ook voor de gehele samenleving. Als minister van Economie en als verkiezingskandidaat zal ik me ervoor inzetten dat de bouw een centraal element is van het economische en industriële beleid in België. Het is een sector die meetelt en die we in de komende dagen, weken, maanden en jaren nodig zullen hebben, en dus moeten we hem steunen.”

Tijdens het bezoek sneed Embuild ook de erkenning van bouwondernemingen aan.

De minister zei dat het dossier op, de goede weg is. “We

gaan alles doen om het zo snel mogelijk vooruit te doen gaan. We hebben vruchtbare contacten met Embuild; en dit is een dossier dat we snel moeten afronden.”

Ook aanwezig tijdens het bezoek was Séverine Waterbley, voorzitter van de FOD Economie. Zij had het over een fascinerende plek, de toekomst van de bouw, heel modern en inspirerend. De FOD en de bouw zijn partners: “We hebben bevoegdheden die gaan van de erkenning van aannemers over het winnen van zand en de normeringen tot de prijsnormering … We hebben dus

Federaal minister van Economie Pierre-Yves Dermagne met onze eisenbundel.

zeer veel projecten en dit was belangrijk omdat we de evolutie konden zien van die verschillende projecten, waarbij Buildwise, maar ook met de sector.”

België stond in 2023 op de 13de plaats in de wereldranglijst van het concurrentievermogen van het IMD. Dat is een aanzienlijke verbetering vergeleken met 2021 en 2022, toen we respectievelijk 24ste en 21ste stonden. België presteert goed op het vlak van bedrijfsefficiëntie (plaats 5 in 2023, vergeleken met plaats 20 in 2021). Infrastructuur staat op de 10e plaats,

terwijl economische prestaties op 13 staan. Voor overheidsefficiëntie doen we het minder goed, met een 22ste plaats.

De wereldranglijst wordt aangevoerd door Denemarken, gevolgd door Ierland en Zwitserland. Nederland staat op plaats 5. Venezuela staat op de laatste plaats van de 64 landen. Het IMD World Competitiveness Yearbook (WCY) wordt sinds 1989 gepubliceerd. Dit is een wereldwijde benchmark die 64 landen rangschikt op basis van hun economische prestaties, overheidsefficiëntie, bedrijfsefficiëntie en infrastructuur.

46 EMBUILD MAGAZINE • 04 | 2024
13

DIG I T ALISERING IS ESSENTIEEL VOOR AANNEMERS DIE ZICH

W I LLEN PROFESSIONALISEREN EN EMBUILD MOET HEN DAAROP VOORBEREIDEN.

ZONDAG 26 MEI 2024

Schrijf je werf in vóór 29 maart op openwervendag.be

Een initiatief van Zet jouw werven in de spotlights

Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.