Embuild Magazine mei-juni 2025

Page 1


MEI-JUNI 2025

Maandblad van en voor de aannemer en de installateur Uitgave van Embuild • Kunstlaan 20, 1000 Brussel • afgiftekantoor Gent X • 6 euro

DOSSIER

OPEN WERVENDAG

315.000 bezoekers voor de 18e editie

BELEID Interview met vice-eerste minister Jan Jambon

CONGRES BETAALBAAR WONEN In teken van wooncrisis

DIG I T ALISERING IS ESSENTIEEL VOOR AANNEMERS DIE ZICH

W I LLEN PROFESSIONALISEREN EN EMBUILD MOET HEN DAAROP VOORBEREIDEN.

Heilige huisjes slopen?

“Bij elk huurpand dat we online zetten, hangt half Holland aan de lijn”. Het zijn mijn woorden niet, maar die van verschillende vastgoedmakelaars uit de provincie Antwerpen. En die uitlatingen verwonderen mij niet. Bij onze Noorderburen woedt er immers een heuse wooncrisis. Er zijn meer dan 300.000 woningen te kort, waardoor de huurprijzen de pan uit swingen en gemakkelijk een kwart hoger liggen dan bij ons. Gevolg: oranje boven in België, toch zeker in de grensstreek tussen ons land en Nederland.

Bij ons loert zo’n wooncrisis ook om de hoek, maar dankzij doorgedreven lobbywerk van Embuild kan die crisis ingedamd worden. De federale regering heeft immers onder onze impuls beslist om de verlaagde btw van 6% voor sloop en heropbouw ook permanent mogelijk te maken voor verkoopprojecten. Die maatregel gaat, normaal gezien, op 1 juli in en zal een impuls geven aan de bouw van nieuwe huur- en koopwoningen aan betaalbare prijzen. Dat is een absolute noodzaak. Tussen nu en 2030 hebben we immers elk jaar 75.000 extra woningen nodig om in alle noden te voorzien.

Goed, Embuild haalt dus een zeer belangrijke slag binnen, maar wie denkt dat we nu op onze lauweren rusten, die heeft het grondig mis. Er rest ons op heel wat vlakken nog meer dan werk genoeg en daar zetten we met plezier onze tanden in. Zo wil de Arizonaregering sterk inzetten op een betere bescherming van de consument en neemt ze daarbij ook de bouw- en installatiesector in het vizier. Voor ons is het zonneklaar: een eventuele uitbreiding van de wet Breyne, de creatie van een volwaardige ombudsdienst voor de bouw, maar ook elke nieuwe reglementering qua consumentenbescherming moet steeds in nauw overleg met de bouw- en installatiebedrijven gebeu-

ren, anders zullen dergelijke maatregelen opnieuw veel rompslomp creëren voor onze bouwbedrijven en dat zonder toegevoegde waarde voor de consument.

Ook in de strijd tegen sociale fraude zal Embuild het voortouw blijven nemen. Cowboys die de boel bedriegen moeten eruit, maar extra symbolische regeltjes zullen we proberen te counteren. Onze positie is glashelder: de overheid pakt beter malafide bedrijven financieel aan, eerder dan bonafide bedrijven te bestoken met extra regels en bijkomende administratieve lasten. Een boetemachine die administratieve vergetelheden of vergissingen hard afstraft, is voor ons een absoluut ‘no pasaran’.

Daarnaast blijven we strijden voor administratieve vereenvoudiging om die hele papierberg wat kleiner te maken en gaan we voor een meer flexibele arbeidsmarkt die onder meer zaterdagwerk makkelijker mogelijk maakt. Werven genoeg dus. We hopen dat de federale regering echt werk maakt van alle beloofde hervormingen, want onze economie heeft er nood aan!

Niko Demeester

CEO Embuild

" Met de verlaagde btw voor verkoopprojecten sloop-herbouw haalt Embuild een zeer belangrijke prioriteit binnen, maar er ligt nog veel werk op de plank."

3 ● Edito

Heilige huisjes slopen?

7 ● Regionaal standpunt

Embuild.Brussels vecht al een jaar om de RENOLUTION-premies te redden.

EVENEMENT

8 ● Open Wervendag

315.000 bezoekers voor de 18e editie

BOUWBELANGEN

12 ● Beleid

Interview met vice-eerste minister

Jan Jambon.

14 ● Veiligheid

TWW controleert steeds vaker op Veiligheidscoördinatie Ontwerp en het respecteren van de preventiehiërarchie.

16 ● Arbeidsrecht

Een jobstudent aanwerven : welke regels gelden in 2025?

18 ● CSRD-richtlijn

Greenomy, dé tool om je data om te zetten in een duidelijk en volledig duurzaamheidsrapport.

20 ● FIEC

Een belangrijke speler in de verdediging van de bouw in Europa.

DOSSIER

23 ● Inleiding

De problematiek van de mobiliteit in de stadscentra.

24 ● Brussel

Naar Brussel komen om een bouwplaats uit te voeren? Een lastig probleem!"

EURO”

In april jongstleden had Embuild een onmoeting met Jan Jambon, vice-eerste minister en minister van Financiën en Pensioenen. Tijdens dit gesprek sneed onze beroepsfederatie een aantal belangrijke dossiers voor de sector aan. Ook Embuild Magazine legde de federale minister enkele vragen voor.

DOSSIER : DE PROBLEMATIEK VAN DE MOBILITEIT IN DE STADSCENTRA

Voor bouw- en installatiebedrijven is werken in het centrum van sommige Belgische steden tegenwoordig een hele uitdaging. In dit dossier onderzoeken we specifiek de situatie in drie steden die beschikken over een lage-emissiezone (beter bekend als LEZ-zone): Brussel, Antwerpen en Gent.

“ER KOMT TEGEN 2029 EEN LOONKOSTVERLAGING VAN ONGEVEER 1 MILJARD

CONGRES BETAALBAAR WONEN BUIGT ZICH OVER WOONCRISIS

Embuild Vlaanderen heeft op 13 mei haar derde congres over betaalbaar wonen georganiseerd voor meer dan 200 deelnemers: aannemers, ontwikkelaars, financiers maar ook vertegenwoordigers en medewerkers van diverse overheden en woonmaatschappijen. De oproep tot deelname was dan ook urgent want het recht op wonen voor iedereen is in Vlaanderen in gevaar.

STATION VAN MECHELEN ONDERGAAT COMPLETE TRANSFORMATIE

Het station van Mechelen ondergaat momenteel een complete gedaanteverandering. Omdat het station tijdens de werken operationeel moet blijven, verlopen de werken in verschillende fasen waarbij telkens 2 of 3 perrons tegelijk worden aangepakt. Op dit ogenblijk werkt de Tijdelijke Maatschap Artes Roegiers en CIT Blaton samen aan de vernieuwing van de perrons 8, 9 en 10. Deze fase zal tot eind 2026 in beslag nemen. Artes Roegiers en CIT Blaton zullen nadien de overige perrons aanpakken. Die werken zullen tot medio 2030 lopen.

26 ● Bedrijf/getuigenis

“Sommige van onze technici hebben geweigerd om naar Brussel te komen werken.”

28 ● Cobaty

De Brusselse mobiliteit centraal tijdens een debatmaaltijd.

30 ● Vlaanderen

Problemen bij de belevering van werven in Vlaamse steden.

SECTOR & BEROEPEN

35 ● Matexpo

Focus op de business voor de 41ste editie.

36 ● VBOC

Vlaamse regering en bouw- en vastgoedsector sluiten toekomstpakt.

37 ● Energiecongres Vlaanderen snakt naar renovatiesprong

38 ● Congres betaalbaar wonen Congres buigt zich over wooncrisis.

40 ● Digitale veiligheid in de bouw

Bewust, beschermd en voorbereid.

42 ● BuildForward 2030

Samen de transformatie naar duurzaam en betaalbaar bouwen waar maken.

46 ● ISOBUILD

Met ISOBUILD sterker als isolatiedistributeur.

48 ● Buildwise

• Slimme aanpak van het onderhoud van technische installaties.

• De nieuwe TV 296 ‘Gevelreiniging’.

• Een handleiding voor de digitale Onderhoudsgids voor duurzame gebouwen.

• Onderhoud van gebouwen: de sleutel tot duurzame kwaliteit.

PROJECTEN & BEDRIJVEN

52 ● Project Station van Mechelen ondergaat complete transformatie.

54 ● Ledenvoordelen Uw lidmaatschap rendeert!

57 ● Bouwmarkt

• Knauf.

58 ● Markant

• Michel Vanderstraeten nieuwe voorzitter van Embuild Vlaanderen.

• Cijfer van de maand.

Embuild versterkt alle bedrijven actief in de bouw

Een aannemer die lid is van Embuild - de voormalige Confederatie Bouw - mag op beide oren slapen. Er bestaat geen betere partner voor:

• advies

• informatie

• ondersteuning

• belangenbehartiging

• netwerking

• promotie van jouw bedrijf bij het grote publiek onder meer via buildyourhome.be

Word nu lid op embuild.be/nl/lid-worden

Embuild.Brussels vecht al een jaar om de RENOLUTIONpremies te redden!

Embuild.Brussels vecht al bijna een jaar onophoudelijk voor de herlancering van de RENOLUTIONpremies, een essentieel instrument om de gewestelijke klimaatdoelstellingen te bereiken en de economische levensvatbaarheid van onze bedrijven in de hoofdstad te garanderen.

Het gaat slecht met de bouwsector in Brussel. In 2024 werd de RENOLUTIONpremieregeling twee keer abrupt onderbroken. Gezien deze zorgwekkende instabiliteit heeft Embuild.Brussels meteen actie ondernomen om de belangen van deze snelgroeiende sector te verdedigen. Dankzij deze niet aflatende strijd werden de premies in oktober 2024 opnieuw gelanceerd, voordat ze in december weer werden stopgezet vanwege het ontbreken van een regering in Brussel.

De cijfers van de Embuild.Brussels-studie zijn bijzonder alarmerend: meer dan de helft van de ondervraagde bedrijven verwacht dat hun omzet met meer dan 50% zal dalen. Nog verontrustender is dat een op de tien Brusselse bedrijven gewoon zou kunnen verdwijnen als de premies niet opnieuw worden ingevoerd. Deze dreiging hangt boven een sector die in 2024 al 1.945 faillissementen heeft geregistreerd, een dramatische stijging van 22% ten opzichte van 2023.

Het begrotingsargument dat vaak naar voren wordt gebracht, houdt geen steek. Er bestaat specifieke financiering: het Fonds voor energiebeleid (30 miljoen euro per jaar), het deel van het Sociaal Klimaatfonds dat Brussel toekomt, dat eind juni 2025 moet zijn afgerond (2,21 miljard euro voor België), en de inkomsten uit het toekomstige ETS 2-systeem vanaf 2027. Bovendien, zoals de studie "Evaluatie Mijn

VerbouwPremie" in Vlaanderen aangeeft, zijn premies een essentieel instrument dat andere financiële instrumenten aanvult.

Naar aanleiding van de impuls van Embuild. Brussels hebben de spelers in het veld van de RENOLUTION-alliantie een samenhangend scenario opgesteld met een maximaal budget van 60 miljoen euro voor 2025. Dit werk richt zich op de meest structurerende interventies voor bewoonbaarheid en energieprestaties, terwijl een realistisch financieel evenwicht wordt gegarandeerd. Dit scenario is er ook op gericht om het stimulerend effect en het hefboomeffect te maximaliseren en tegelijkertijd het buitenkanseffect te minimaliseren met een maximaal rendement voor de Brusselse economie. Deze aanpak maakt dit scenario economisch nog deugdzamer voor het gewest.

De afgelopen vijf jaar is de sector gegroeid van 30.000 naar 35.000 werknemers. Deze toename, die essentieel is om de doelstellingen voor 2033 en 2045 te halen, dreigt teniet te worden gedaan als de premies niet snel opnieuw worden ingevoerd. Om een crisis in de sector van de energetische renovatie in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest te voorkomen, moeten de premies opnieuw worden gelanceerd zonder te wachten op een nieuwe regering.

De bal ligt nu in het kamp van de beleidsmakers. Duizenden banen en de toekomst van de Brusselse gebouwen hangen ervan af.

" Meer dan de helft van de ondervraagde bedrijven verwacht dat hun omzet met meer dan 50% zal dalen."

Open Wervendag trok 315.000 fysieke en virtuele bezoekers

Op 25 mei 2025 organiseerde Embuild de 18e editie van de Open Wervendag, met 125 opmerkelijke werven die open waren voor het grote publiek. "Deze editie was een groot succes, met 65.000 fysieke bezoekers en 250.000 virtuele bezoekers, een pak meer dan vorig jaar", aldus Niko Demeester, de CEO van Embuild. Dit evenement trok ook vertegenwoordigers uit de politieke wereld uit alle hoeken van het land aan.

Het programma van deze dag omvatte onder andere grote infrastructuurwerken, woningen met hoge energie-efficiëntie, warmtenetten, zwembaden en vele andere projecten.

Federale en gewestelijke ministers

Verschillende van deze werven werden bezocht door toppolitici. We verwelkomden onder andere premier Bart De Wever, evenals de federale vicepremiers, Jan Jambon, Vincent Van Peteghem en Maxime Prévot, de federale minister van Justitie Annelies Verlinden, de federale minister van Asiel en Grote Steden Anneleen Van Bossuyt, de federale minister van Zelfstandigen en KMO's Eléonore Simonet, en de federale minister van Energie Mathieu Bihet.

Er namen ook ministers van het Vlaamse Gewest deel aan Open Wervendag: Jo Brouns, de minister van Omgeving en Landbouw, Annick De Ridder, de minister van Openbare Werken, Mobiliteit en Havens en partijvoorzitter van CD&V Sammy Mahdi.

In Wallonië bezochten de Waalse minister van Economie Pierre-Yves Jeholet, de Waalse minister van Mobiliteit en Openbare Werken François Desquesnes, de Waalse minister van Erfgoed en Toerisme Valérie Lescrenier, de Waalse minister van Milieu Yves Coppieters en de Waalse minister van Energie en Wonen Cécile Neven,

Federaal minister van Justitie Annelies Verlinden bracht een bezoek aan het nieuwe arresthuis in Antwerpen, dat plaats zal bieden aan 440 gedetineerden (Jan De Nul/EEG).

de partijvoorzitter van Les Engagés Yvan Verougstraete en de minister-president van de Duitstalige Gemeenschap Olivier Paasch ook de verschillende bouwplaatsen.

125 opmerkelijke werven

Voor deze gelegenheid hadden onze leden 125 opmerkelijke werven opengesteld voor het grote publiek, zowel voor fysieke als virtuele bezoeken. "We streven ernaar onze sector bij zoveel mogelijk mensen onder de aandacht te brengen. Dat is belangrijk, want de bouw- en installatiesector zijn de afgelopen jaren sterk geëvolueerd. Onze sector speelt een cruciale rol in de klimaattransitie, de modernisering van onze infrastructuur en het optrekken van extra woningen", legde Niko Demeester uit. 315.000 bezoekers namen deel aan deze 18e editie van de Open Wervendag. 65.000 mensen deden dit op locatie, op een werf zelf, en 250.000 deden dit virtueel, achter een computer. Het is dus een groot succes. Op de site openwervendag.be blijven deze werven nog enkele weken toegankelijk. Nogmaals bedankt aan iedereen voor hun deelname en tot volgend jaar!

Sammy Mahdi, de voorzitter van CD&V, bracht een bezoek aan de bouwplaats van het cultureel centrum in Asse (Artes).

Federaal minister van Asiel en Grote steden, Anneleen Van Bossuyt. stond op de Bijlokesite in Gent, waar een oude kraamkliniek wordt gerenoveerd (Denys). →

↑ In Brussel kon je de renovatie van het Museum Kanal-Centre Pompidou gaan bezoeken (BPC Group-CIT Blaton).

↓Het evenement krijgt altijd media-aandacht. Hier beantwoordt onze CEO Niko Demeester live de vragen van Radio 2 vanuit het casino in Oostende, dat een grote transformatie ondergaat (Artes).

Het nieuwe voetbalstadion in La Louvière stond op de lijst van te bezoeken werven. Ons lid Reno Energy zorgt voor de technische installaties.

De federale minister van Middenstand en KMO, Eléonore Simonet (midden), bracht een bezoek aan de lopende werken in het Centraal Station. Links van haar staat Directrice-generaal Christine Lhoste van Embuild (Franki Construct en Willemen Infra).

↑ Van links naar rechts: Bob Van Poppel (voorzitter van Embuild Antwerpen), Embuild-voorzitter Christophe Maes en Bart De Wever, eerste minister, op de site van de Scheldetunnel in Antwerpen (COTU, Jan De Nul, BESIX en Stadsbader Contractors).

Caroline Deiteren, gedelegeerd bestuurder van Embuild Vlaanderen, stond op de site van de Bypass, een tijdelijke snelweg van 5 kilometer die naast de bestaande autosnelweg werd aangelegd, in Antwerpen (ROCO, Willemen Groep, Jan De Nul, BESIX, BESIX Infra, Denys, Van Laere en Deme).

↑ In Hoebanx, in hartje Hasselt, komen er binnenkort 274 studentenkamers en een universiteitsrestaurant (Haex building for generations).

De bouwplaats van de Beverentunnel (2), een van de grootste renovaties van autosnelwegtunnels in Vlaanderen in 2025 (Agentschap Wegen & Verkeer, BESIX, BESIX Unitec, BESIX Infra, Stadsbader Contractors, Stadsbader, Equans en Sweco). ↓

Noorderhart breidt uit met een nieuw revalidatie- en MS-centrum en een Chirurgisch Dagcentrum , wat een belangrijke stap is in de ontwikkeling van de zorginfrastructuur in Noord-Limburg (VDS VanderstraetenHouben). →

De minister-president van de Duitstalige Gemeenschap Olivier Paasch was in Eupen, waar een nieuwe sporthal wordt gebouwd (Convents

Ook vicepremier Vincent Van Peteghem was aanwezig.
SA-Jouck SRL en Heinen SA).
De dag trekt altijd bezoekers die gemotiveerd zijn om kennis te maken met onze mooie sector. ↓

“Er komt tegen 2029 een loonkostverlaging van ongeveer 1 miljard euro”

In april jongstleden had Embuild een onmoeting met Jan Jambon, vice-eerste minister en minister van Financiën en Pensioenen. Tijdens dit gesprek sneed onze beroepsfederatie een aantal belangrijke dossiers voor de sector aan. Ook Embuild Magazine legde de federale minister enkele vragen voor. Interview.

Jan Jambon, op fiscaal vlak juicht

Embuild de uitbreiding van het verlaagde btw-tarief voor sloop en heropbouw toe. Welke duurzaamheidsvoorwaarden zullen hieraan eventueel verbonden worden later?

De duurzaamheidsvoorwaarden die verbonden zijn aan het verlaagde btw-tarief zijn momenteel nog niet bepaald. Omdat die pas voorzien zijn in 2027 hebben we daar nog even tijd voor. Daarom zitten we nu in de fase waarin door mijn administratie onderzocht wordt welke die voorwaarden zullen zijn en hoe we die concreet vorm gaan geven. Wel zal ik erover waken dat de duurzaamheidsvoorwaarden geen extra administratieve last gaan creëren én dat we ze zo eenvoudig mogelijk houden. Eens we hiervoor een aantal concrete voorstellen ter beschikking hebben, betrek ik daar graag de sector bij. Zodat we die kunnen aftoetsen met de mensen die er dagdagelijks mee bezig zijn.

Gaat u in het kader van de Green Deal ingaan op ons verzoek om emissievrij bouwmaterieel op te nemen in de thematische investeringsaftrek?

In deze budgettair uitdagende tijden moeten we keuzes maken. Kiezen is ook verliezen. Het manna valt jammer genoeg niet uit de hemel, dus momenteel hebben we de opname hiervan niet voorzien. We kozen evenwel voor een btw-verlaging ten belope van 250 miljoen euro, ook geen sinecure in het huidige budgettaire klimaat. Daarnaast is ook de groene

investeringsaftrek opgetrokken van 30% tot 40%. Tot slot komt er tegen 2029 een loonkostverlaging van ongeveer 1 miljard euro.

Alle bouwbedrijven zijn familiebedrijven: zij investeren gedurende decennia in hun bedrijf om het dan gezond te kunnen overdragen naar de volgende generatie. Hoe zal de meerwaardebelasting hun zin voor ondernemen, investeren en risico nemen al dan niet schaden?

Wij werken die meerwaardebelasting nu uit binnen de regering. Zolang die wettekst niet helemaal rond is, kan ik daar geen uitspraken over doen. Ik kan alleen maar zeggen dat wij wel degelijk aandacht hebben voor deze bekommernissen en ze ook meenemen.

Wat zal de impact zijn van de tijdelijke werkloosheid op de pensioenrechten van werknemers? Want de werkgevers in de bouwsector hebben immers veel nood aan dit systeem om onverwachte schommelingen in weer en werkvolume op te vangen en wensen hun werknemers hiervoor liefst niet gepenaliseerd te zien?

Ik begrijp de bezorgdheid ten volle. Ons systeem van tijdelijke werkloosheid was tot voor kort tamelijk uniek in de wereld. Het is een heel nuttig instrument voor anticyclisch economisch beleid. En ik ben mij er ten volle van bewust dat het vooral voor de industrie en de bouw een essentiële vorm van economische ondersteuning is.

Tegelijkertijd leiden periodes van tijdelijke werkloosheid tot gelijkstellingen in het

Vice-eerste minister

Jan Jambon tussen

Niko Demeester en Christophe Maes, respectievelijk CEO en voorzitter van Embuild.

" Ons systeem van tijdelijke werkloosheid was tot voor kort tamelijk uniek in de wereld. "

pensioenstelsel. Vandaag tellen ze mee voor zowel de toegang tot het pensioen (aantal loopbaanjaren) als de berekening ervan (gelijkstelling aan het werkelijk ontvangen loon). En dat heeft natuurlijk een kost, want voor die periodes worden er geen sociale bijdragen betaald.

De Arizonapensioenhervorming heeft twee grote doelstellingen. Ten eerste onze pensioenen betaalbaar houden. Ten tweede werken belonen en zo aan verstandige solidariteit doen. Maar vandaag bestaat een gemiddelde pensioenloopbaan voor bijna een derde uit gelijkgestelde periodes. Dit is niet langer betaalbaar en het is ook niet sociaal rechtvaardig. We gaan dus rationaliseren in het aantal gelijkstellingen, waaronder ook (tijdelijke) werkloosheid.

Wat betekent dit nu concreet? Wel, werkloosheid blijft een gelijkgestelde periode voor de normale toegang tot het pensioen. Maar er komt wel geen gelijkstelling om te ontsnappen aan de pensioenmalus die we gaan invoeren, noch om in aanmerking te komen voor vervroegd pensioen op 60 na 42 loopbaanjaren.

Bij het berekenen van het pensioenbedrag gaan we dan weer voor periodes van werkloosheid niet langer het werkelijke loon gebruiken, maar een beperkt fictief loon. Bovendien gaan we, om het volume aan gelijkgestelde periodes onder controle te krijgen, een grens invoeren op het aantal gelijkgestelde periodes dat wordt meegenomen in de pensioenberekening. We gaan van start met maximum 40% in 2027 en laten deze grens jaarlijks met 5% dalen, zodat we in 2031 op 20% uitkomen.

Gezien het economische belang van tijdelijke werkloosheid zijn we echter aan het bekijken of we TW op dezelfde wijze moeten behandelen als gewone werkloosheid. Tegelijk zijn we ook aan het bekijken of we niet moeten differentiëren tussen de verschillende soorten van TW (bijvoorbeeld slecht weer). Mogelijks blijven we TW of specifieke soorten ervan dan gunstiger behandelen. Dit zal snel duidelijk worden, want het is de ambitie van de regering De Wever om de Arizonapensioenhervorming voor het jaareinde in het

parlement gestemd te hebben.

De bestrijding van sociale fraude is een absolute prioriteit voor Embuild. Zet u mee uw schouders onder het Plan voor Eerlijke Concurrentie en hoe ziet u concreet de invoering van de check-out die voorzien is in het regeerakkoord?

Ik wacht op mijn collega minister Rob Beenders voor een initiatief op vlak van sociale fraudebestrijding. Maar uiteraard wil ik dit volop ondersteunen en hier mee mijn schouders onder zetten. De invoering van de check-out is inderdaad opgenomen in het regeerakkoord, maar ook de praktische uitwerking daarvan zit bij mijn collega. Ik veronderstel dat hij ook in samenspraak met de sector tot een werkbare oplossing voor alle partijen zal komen.

Naar aanleiding van de geopolitieke onzekerheden bereidt de regering terecht een defensieplan voor. Waarop moet de bouwsector zich voorbereiden qua investeringen in wegen, bruggen, tunnels, kazernes en andere militaire infrastructuur?

In de uitrol van het vorige defensieplan zijn momenteel veel infrastructuurwerken in uitvoering of voorbereiding. Die totale investering bedraagt niet minder dan 630 miljoen euro per jaar. Dat geld gaat naar het bouwen van nieuwe of renoveren van bestaande gebouwen zoals kazernes en energetische renovaties. Dat geld gaat zowel naar nieuwe gebouwen, kazernes, andere nieuwe infrastructuur of renovatie.

Momenteel werkt defensie aan een nieuwe strategische visie waarin ook een infrastructuurluik zit. In de komende tien jaar zullen dus opnieuw investeringen gedaan worden in kazernes en andere militaire infrastructuur. Dat gaat zowel om administratieve gebouwen (bureelruimte, logement, horecacomplexen...), logistieke infrastructuur (opslagplaatsen, loodsen, onderhoudscomplexen…) als over operationele infrastructuur (secured zones, trainings- en sportinstallaties, munitiedepots, wachtgebouwen, kades…), maar ook in wegenis- en vliegpistewerken. In het kader van de versterking van de militaire mobiliteit verwacht men voorts ook investeringen in bruggen en tunnels.

TWW controleert steeds vaker op Veiligheidscoördinatie Ontwerp en het respecteren van de preventiehiërarchie

De jongste jaren zien we steeds vaker dat platte daken vol staan met technische installaties zoals warmtepompen, zonnepanelen en buitenunits die regelmatig technische interventies of onderhoud vereisen. Het is dan ook geen toeval dat de Inspectie Toezicht Welzijn op het Werk de laatste tijd ook geregeld grotere bouwprojecten controleert (een appartementsblok, supermarkt, hotel, kantoor- of fabrieksgebouw,…) waar dat soort technische installaties op het dak voorzien of aanwezig zijn. Met daarbij bijzondere aandacht voor het respecteren van het KB op de Tijdelijke en Mobiele Bouwplaatsen (de tijdige aanstelling van de Veiligheidscoördinator Ontwerp) en van zowel de algemene preventiebeginselen als de preventiehiërarchie.

“Die beginselen vinden we terug in artikel 5 en 15 van de Welzijnswet”, zegt Marc De Wilde, specialist welzijnsbeleid bij de Studiedienst van Embuild. “In totaal gaat het om een tiental basisprincipes, die essentieel zijn voor het waarborgen van een veilige en gezonde werkomgeving. Maar wat is nu eigenlijk die fameuze preventiehiërarchie? Deze geeft aan welke maatregelen eerst dienen genomen te worden. Samengevat bestaat de hiërarchie uit vier lagen. Eerst dien je organisatorische maatregelen te nemen om het risico uit te schakelen aan de bron of toch zoveel mogelijk te beperken. Vervolgens komen de collectieve beschermingsmiddelen (CBM), bijvoorbeeld collectieve valbeveiliging. Op rang 3 treffen we de persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM) aan, zoals een harnas en een levenslijn. Op de laatste plaats vinden we instructies en opleidingen.”

Reeds in de ontwerpfase van een bouwwerk dienen de opdrachtgever, de bouwdirectie belast met ontwerp én de veiligheidscoördinator-ontwerp na te denken over en rekening te

houden met deze preventiehiërarchie.

“Eigenlijk moet er al in de conceptiefase van een gebouw voldoende nagedacht worden in functie van een zo veilig mogelijk gebruik en onderhoud later”, benadrukt De Wilde. Wat betekent dat met het oog op het onderhoud van technische installaties op daken, er voorrang moet gegeven worden aan collectieve beschermingsmaatregelen boven maatregelen voor individuele bescherming. Voorbeelden van goede collectieve beschermingsmaatregelen voor latere werkzaamheden op een dak zijn o.a. een voldoende hoge borstwering en permanente of opklapbare leuningen.”

Vonnis Correctionele Rechtbank Luxemburg

“We zien dan ook, zowel in onze buurlanden Frankrijk en Nederland als in België, op dit vlak een toenemende aandacht van de inspectiediensten”, vervolgt de veiligheidsexpert van Embuild. “En in uitzonderlijke gevallen leiden inbreuken op de preventiehiërarchie ook tot rechtszaken. Zo is er een recent vonnis van de Correctionele Rechtbank Luxemburg, Afdeling Marche-en-Famenne, dat de natio-

nale pers gehaald heeft. Het verklaarde zowel de opdrachtgever, een hotelketen, als het architectenbureau schuldig aan inbreuken op de preventiehiërarchie omdat ze in de fase van het ontwerp, voor het onderhoud geopteerd hadden voor gebruik van een levenslijn (persoonlijk beschermingsmiddel) in plaats van een collectieve valbeveiliging.”

Niet of laattijdig aanstellen

VC-ontwerp

Maar op basis van een aantal controles met focus op de naleving van het KB op de Tijdelijke en Mobiele Bouwplaatsen die TWW de voorbije maanden uitvoerde, stellen we vast dat er niet enkel gezondigd wordt tegen de voorgeschreven preventiehiërarchie.

“Uit de cijfers van de Inspectie blijkt het niet of laattijdig aanstellen van een veiligheidscoördinator-ontwerp de meest voorkomende inbreuk te zijn”, licht Marc De Wilde toe. “Deze moet immers al tijdens de studiefase worden aangesteld door de opdrachtgever of de bouwdirectie belast met het ontwerp, de

architect dus. Wettelijk mag deze laatste zelfs de uitwerking van het project niet aanvatten of voortzetten, zolang de coördinator-ontwerp niet is aangesteld. Deze VC-ontwerp wordt belast met de opstelling van een veiligheidsen gezondheidsplan en van het postinterventiedossier (PID). Een dossier dat is aangepast aan de kenmerken van het bouwwerk en dat de nuttige gegevens bevat voor de veiligheid en gezondheid, waarmee bij eventuele latere werkzaamheden rekening moet worden gehouden.”

“En de regelgeving is duidelijk: ook in de ontwerpfase moeten alle betrokken partijen rekening houden met de preventiebeginselen en de preventiehiërarchie bij het maken van zowel bouwkundige, technische als organisatorische keuzes. Artikel 17 van de Welzijnswet zorgt er eigenlijk voor dat veiligheid en gezondheid geïntegreerd worden vanaf de tekenplank”, besluit de Senior Sociaal Adviseur van Embuild.

Een jobstudent aanwerven? Welke regels gelden in 2025?

Een talentvolle leerling duaal leren gedurende de zomermaanden ook enkele weken laten meedraaien als jobstudent, mag dat? En wat met je eigen kinderen? Gelden voor hen dezelfde regels als voor anderen? We zetten hieronder de belangrijkste regels rond jobstudenten nog eens op een rijtje.

Studenten kunnen op verschillende manieren terecht in de bouwsector. De belangrijkste twee zijn als jobstudent of als leerling duaal leren. Bij ‘duaal leren’ doet de jongere kennis op school op, in combinatie met ervaring op echte werven. Maar jongeren hebben ook de mogelijkheid om via een studentenjob aan de slag te gaan in de bouw.

Welke regels voor jobstudenten?

Bouwbedrijven kunnen jobstudenten enkel tewerkstellen gedurende de periodes van niet-verplichte aanwezigheid in de onderwijsinstellingen; met andere woorden op zaterdag, zondag en tijdens feestdagen en schoolvakanties.

Tot eind 2016 mochten jongeren maar 50 dagen studentenarbeid verrichten, maar die regel is sinds 2017 gewijzigd. De maximale duur van de tewerkstelling wordt sindsdien uitgedrukt in uren. Recent werden de regels opnieuw bijgestuurd en jongeren mogen voortaan 650 uur werken per kalenderjaar.

Zolang ze dit aantal uren niet overschrijden, zijn ze niet onderworpen aan bijdragen voor de sociale zekerheid en ook niet aan de bedrijfsvoorheffing. Jobstudenten zijn enkel onderworpen aan een solidariteitsbijdrage van 8,13% (2,71% ten laste van de student en 5,42 % ten laste van de werkgever).

Maar wie geldt als student?

Studentenarbeid is toegelaten voor:

● studenten die aan de voltijdse leerplicht hebben voldaan (15 of 16 jaar) en die een voltijdse opleiding voortzetten.

● studenten die niet meer aan de leerplicht zijn onderworpen, omdat ze 18 jaar oud zijn of hun secundaire studies hebben beëindigd, en die een dagopleiding met

volledig leerplan voortzetten.

● minderjarige studenten van 15 jaar en ouder, die deeltijds onderwijs of een deeltijdse opleiding volgen, op voorwaarde dat de tewerkstelling uitsluitend gebeurt tijdens de schoolvakanties en dat zij geen overbruggingsuitkering ontvangen.

Een stagiair duaal leren mag dus ook gewoon een studentenjob uitvoeren. Maar let op: als de studentenjob bij dezelfde werkgever waar de jongere ook de praktische opleiding volgt wordt uitgevoerd, aanvaarden de FOD Werkgelegenheid en de RSZ dit enkel voor de zomermaanden (juli en augustus).

Als werkgever moet je vooraf een schriftelijke studentenovereenkomst afsluiten met de student. Je vindt hiervoor een modeldocument op de website van Embuild. Verder moet je een DIMONA–aangifte doen met daarin de data van indiensttreding en uitdiensttreding en studenten moeten ook gebruik maken van elektronische dopkaarten in geval van tijdelijke werkloosheid.

Wat schuift dat?

Het studentenbarema voor de bouwsector volgt sinds 1 juli 2023 het baremaloon van categorie I. Dit baremaloon wordt dus ook op kwartaalbasis geïndexeerd en bedraagt vanaf 1 april 2025 18,034 euro bruto.

De studentenbarema’s voor bedienden (die dus geen arbeider zijn) staan op de website van het Sociaal Fonds van PC 200.

Studenteninkomsten zijn onderworpen aan specifieke fiscale regels. Als studenten niet meer dan 650 uur per jaar werken, een schriftelijke arbeidsovereenkomst hebben en geen socialezekerheidsbijdragen moeten betalen, wordt er geen bedrijfsvoorheffing ingehouden. Of een student belasting moet betalen, hangt af van zijn totale inkomen.

Studenten kunnen ook fiscaal ten laste blijven van hun ouders, op voorwaarde dat ze deel uitmaken van het gezin, hun bestaansmiddelen onder een bepaalde grens blijven en hun lonen geen beroepskosten voor de ouders vormen.

Wat met veiligheid?

De werkgever moet een analyse uitvoeren van de risico's waaraan de jobstudent blootgesteld wordt bij het uitvoeren van zijn werkzaamheden. Daarbij beoordeelt hij alle risico's voor de veiligheid, de lichamelijke en geestelijke gezondheid en de ontwikkeling van de jobstudent. Deze analyse moet worden uitgevoerd in samenwerking met de preventieadviseur van de interne of externe dienst voor preventie en bescherming op het werk. Ze moet worden opgenomen in het globale preventieplan en op basis van deze analyse moeten de gepaste preventiemaatregelen worden genomen.

Om veiligheidsredenen zijn een aantal activiteiten verboden voor minderjarige werknemers (jonger dan 18 jaar). Logischerwijze zijn deze ook verboden voor alle studenten-werknemers, ongeacht hun leeftijd. Deze beperkingen gelden niet voor de studenten-werknemers van 18 jaar en ouder die een studierichting volgen die overeenstemt met het werk of de werkzaamheden waarvoor de verbodsbepaling geldt, op voorwaarde dat ze door een ervaren werknemer worden begeleid.

Basisveiligheidsopleiding verplicht

Jobstudenten worden aangenomen op basis van een arbeidsovereenkomst. Als ze ingezet worden op tijdelijke en mobiele bouwplaatsen moeten ze dus – net als de andere werknemers – de verplichte basisveiligheidsopleiding van minstens 8 uur gevolgd hebben. En dat binnen de maand na het aanvatten van de tewerkstelling.

Sommige studenten uit het beroeps- of technisch onderwijs kunnen van een vrijstelling genieten wanneer zij op school al een VCA-attest hebben behaald.

Alle details over jobstudenten en veiligheid vind je in het Constructiv-Dossier 151 over tewerkstelling van jongeren in de bouw en in de Infofiche 3009-Welzijn van jobstudenten in bouwbedrijven.

WAT MET MIJN EIGEN KIND ALS DAT EEN HANDJE TOESTEEKT IN MIJN ZAAK?

Stel, je hebt een eigen bouwbedrijf. Op zaterdagvoormiddag neem je je minderjarige zoon mee met de bestelwagen om wat materiaal rond te voeren naar de verschillende werven, zodat de ploegen op maandagochtend wat tijd winnen. Het is een situatie die in veel familiale bouwbedrijven gangbaar is.

Wie zijn kinderen op één of andere manier wil laten meehelpen in het bedrijf, moet zich ervan bewust zijn dat er hiervoor twee statuten mogelijk zijn: ofwel werkt jouw kind met een overeenkomst voor studentenarbeid ofwel werkt het als zelfstandig helper van een zelfstandige die als natuurlijk persoon werkt. De kinderen van een zelfstandige zijn niet onderworpen aan het sociaal statuut van zelfstandigen zo lang ze geen 20 jaar oud zijn of als ze maar occasioneel een handje toesteken (minder dan 90 dagen per jaar). Neem contact op met jouw sociaal verzekeringsfonds voor meer informatie. Opgepast: zonder rechtsgeldig statuut zal dit als zwartwerk worden beschouwd.

MEER WETEN?

Op het ledengedeelte van de Embuildwebsite vind je een uitgebreid dossier over studentenarbeid, met daarin meer uitleg over onder andere de formaliteiten bij aanwerving, de verboden werkzaamheden en veiligheidsmaatregelen, het fiscaal en sociaal statuut van de student en veel meer.

Maar vergeet niet dat zelfs onder een rechtsgeldig statuut de kinderen risico’s lopen, zeker als ze op de bouwplaats werken. Het mag dan misschien zijn op een moment dat er geen werken aan de gang zijn, er blijven veiligheidsrisico’s aan verbonden. Veilig werken is een topprioriteit voor Embuild. Het is niet voor niets dat wij geëist hebben dat iedereen op de bouwplaats een opleiding basisveiligheid moet hebben genoten. Kinderen die meekomen op de werf zouden dus minstens die opleiding moeten genoten hebben. Als zich een ongeval voordoet, kunnen de gevolgen immers verstrekkend zijn. Wat het statuut van de jongere ook is, veilig werken is het belangrijkste.

Een praktische gids om te helpen bij het rapporteren over duurzaamheid

Om bouwbedrijven te helpen bij het opstellen van hun rapportages over hun milieu-, sociale en governanceprestaties (ESG), volgens de CSRD-richtlijn (Corporate Sustainability Reporting Directive), heeft Embuild in samenwerking met CAP Conseil een praktische sectorale gids opgesteld. Het doel? Zijn leden helpen om 'deze verplichting' om te zetten in een concurrentievoordeel.

In onze sector staat duurzaamheid centraal en wordt het een belangrijk concurrentiecriterium. Opdrachtgevers, banken, investeerders en leveranciers besteden er steeds meer aandacht aan en onze bedrijven moeten hier rekening mee houden. Daarnaast verplicht de Europese CSRD-richtlijn hen om aan deze duurzaamheidseisen te voldoen.

Deze taak komt boven op de al drukke dagelijkse activiteiten van onze bedrijven, ongeacht hun grootte. Hoewel deze richtlijn in eerste instantie grote organisaties betreft, is het immers belangrijk op te merken dat ook kmo's indirect betrokken partij zijn bij deze Europese wetgeving. "Om de administratieve last voor de kleinere organisaties te verminderen, heeft de Europese Commissie een reeks vereenvoudigingsmaatregelen voorgesteld, bekend als het Omnibus-pakket. Het belangrijkste doel is om de eisen van de CSRD-richtlijn te verlichten, vooral voor kmo's, door meer rekening te houden met de specificiteiten van elke sector. Om bedrijven van alle groottes de nodige tijd te geven om zich voor te bereiden, heeft de Commissie besloten om een pauze van twee jaar in te lassen. Concreet betekent dit dat er voor 2028 geen rapport hoeft te worden gepubliceerd," legt Marie-Lorraine Bareth, European Affairs Advisor bij Embuild, uit.

Toolkit

Maak je geen zorgen, je staat er niet alleen voor. Naast deze wetgevende vereenvoudiging heeft Embuild een complete, didactische en operationele gids ontwikkeld.

● Duurzaamheidsrapportage betreft de hele sector, inclusief kmo's.

● De Embuildgids maakt je leven stap voor stap eenvoudiger.

● Concrete tools, getuigenissen, een FAQ-rubriek.

● Beheers de risico's en anticipeer op de opportuniteiten !

Het is een toolkit om je te begeleiden bij je rapportage. "Hij bevat checklists, een rapportstructuur voor grote bedrijven en kmo's, de stappen en tools voor het uitvoeren van de dubbele materialiteitsanalyse en het identificeren van de Impact, Risico's en Opportuniteiten (IRO’s), allemaal gestaafd door concrete voorbeelden. Het document bevat ook een FAQ-rubriek, een lexicon en getuigenissen van bedrijven die al bezig zijn met duurzaamheid," zegt Anne-Laure Lejeune, SME & Sustainability Advisor bij Embuild, verantwoordelijk voor dit project. "Met deze gids biedt Embuild ook een duidelijke en precieze roadmap aan in tien stappen voor het opstellen van je rapportage. Het bespaart je dus tijd door je beproefde en aangepaste tools voor de bouwsector te bieden. Het stelt je in staat om je aanpak te structureren, op de verwachtingen van je partners te anticiperen en de risico's die gepaard gaan met het opstellen van een duurzaamheidsrapport te beheersen. Deze verplichting, hoewel ze een uitdaging vormt, biedt ook een opportuniteit om je te onderscheiden.”

De gids is beschikbaar en gratis te downloaden op de website van Embuild: www. embuild.be. Andere informatie over dit onderwerp (webinar, omnibus en opleidingen) is ook beschikbaar op de site. Aarzel niet om je ervaringen en suggesties met ons te delen om deze gids te verrijken en de grote familie van Embuild-leden erbij te betrekken en te engageren voor duurzame en verantwoorde groei.

Greenomy, dé tool om je data om te zetten in een duidelijk en volledig duurzaamheidsrapport

Naast het opstellen van een praktische gids, is Embuild ook een samenwerking aangegaan met Greenomy, een Belgisch platform dat gespecialiseerd is in het verzamelen van data voor ESG-rapportage, om zijn leden bij deze overstap te begeleiden. Het doel? Een proces dat als ingewikkeld, tijdrovend en lastig wordt gezien, zo eenvoudig mogelijk maken. We spraken met François-Guillaume de Lichtervelde, chief of staff bij Greenomy.

Kun je kort uitleggen wat Greenomy precies is?

Greenomy is een SaaS-platform (Software as a Service) dat aangedreven door kunstmatige intelligentie (AI) complexe verplichtingen omzet naar een geharmoniseerd datamodel. Via een gebruiksvriendelijke interface kunnen bedrijven – groot én klein – hun ESG-data makkelijk structureren. Het resultaat? Volledige duurzaamheidsrapporten, sneller en met minder moeite opgesteld. Sinds vorig jaar hebben we al meer dan 500 kmo’s begeleid bij hun ESG-rapportering.

Dat klinkt heel interessant voor de vele kmo’s die bij Embuild zijn aangesloten. Absoluut. Zelfs als je (nog) niet verplicht bent om ESG-rapporten op te stellen, is het een waardevol managementinstrument. Zo kun je risico’s op tijd inschatten – denk maar aan energie-afhankelijkheid – en toon je aan al je partners dat je werk maakt van duurzaamheid. Het is dus een commercieel voordeel, zeker bij openbare en private aanbestedingen. Met andere woorden: het versterkt de concurrentiekracht van je bedrijf.

Wat zijn de belangrijkste troeven van het platform?

De tool is eenvoudig in gebruik en toegankelijk voor iedereen – ook voor bedrijven zonder gespecialiseerde ESG-medewerkers. Dankzij de AI helpt het platform je om alle nodige gegevens te verzamelen, onder andere voor de gestandaardiseerde VSME-vragenlijst, de duurzaamheidsnorm voor kmo’s. Je krijgt zo automatisch gestructureerde rapporten en duidelijke dashboards waarmee je jouw ESG-strategie kan aansturen. Dat betekent: tijdwinst,

" Greenomy is een SaaSplatform (Software as a Service) dat aangedreven door kunstmatige intelligentie complexe verplichtingen omzet in een geharmoniseerd datamodel."

FRANÇOIS-GUILLAUME DE LICHTERVELDE

meer overzicht én betere toegang tot financiering. Daarnaast is er de Greenomy Academy, met praktische opleidingen over belangrijke ESG-thema’s zoals VSME, dubbele materialiteit en hoe je jouw bedrijfsvoering kan afstemmen op de Europese taxonomie.

Embuild moedigt bij haar leden digitalisering steeds meer aan, ook het gebruik van AI. Greenomy is daar een goed voorbeeld van. Zeker weten. Greenomy bevat een generatieve AI-agent, Artemis, die automatisch interne rapporten of Excel-bestanden analyseert, zonder in te boeten op audit-compliance. Dat bespaart je enorm veel tijd omdat je data niet meer manueel hoeft in te voeren.

Omdat we samenwerken kunnen onze leden rekenen op voordelige voorwaarden om van jullie diensten gebruik te maken.

In 2025 krijgen kmo-leden van Embuild gratis toegang tot het ESG-model, inclusief de geplande overstap naar de nieuwe Europese VSME-standaard. Zo kunnen ze hun duurzaamheid op een eenvoudige manier evalueren, ook al zijn ze daar wettelijk nog niet toe verplicht. Grote bouwbedrijven krijgen dan weer 10% korting op Greenomy’s oplossingen voor CSRD-rapportage en de taxonomie.

Tot slot, nog een laatste boodschap?

ESG-rapportering is een enorm handige managementtool. Je gebruikt hem niet alleen om risico’s te beheersen, maar ook om waarde te creëren. Zeker voor kmo’s levert hij voordelen op qua financiering en reputatie. Het is dus geen last, maar een opportuniteit. Met Greenomy kunnen bedrijven hun duurzaamheidsinspanningen in kaart brengen en zich voorbereiden op een toekomst die duurzaam is.

De FIEC: een belangrijke speler in de verdediging van de bouw in Europa

De FIEC (Europese Federatie van de Bouwnijverheid) behartigt de belangen van bedrijven van elke omvang in de sector bij de Europese instellingen. Deze federatie brengt 32 aangesloten federaties uit 27 Europese landen samen, waaronder 24 EU-lidstaten, evenals Noorwegen, Zwitserland en Oekraïne. Haar rol is van cruciaal belang bij het aanpakken van de uitdagingen van de sector en het ondersteunen van bedrijven in het licht van veranderingen in de Europese regelgeving, waarbij je moet weten dat ongeveer 75% van de nationale regelgeving direct of indirect afhankelijk is van die Europese wetgeving.

In de afgelopen jaren is Europees beleid steeds belangrijker geworden voor de bouwsector. De vorige legislatuur stond grotendeels in het teken van de Green Deal, die tot doel heeft om van Europa tegen 2050 het eerste koolstofneutrale continent te maken. Deze ambitie heeft een aan-

zienlijke impact gehad op de bedrijven in de sector, met verschillende grote hervormingen. Laten we er drie belangrijke noemen. De eerste is de verplichting om duurzaamheidsverslagen te publiceren, waarbij bedrijven transparanter moeten zijn over hun mili-

eu-impact. De tweede is de herziening van de bouwproductenverordening, met inbegrip van de invoering van een digitale databank met de technische en milieutechnische specificaties van materialen. En de derde is de herziening van de richtlijn energieprestatie van gebouwen (EPBD), gericht op het versnellen van de renovatie van het Europese gebouwenbestand om tegen 2050 koolstofneutraliteit te bereiken.

Nieuwe legislatuur: concurrentievermogen

Tot 2029 zal de prioriteit van de Europese Unie liggen bij het versterken van het concurrentievermogen van Europese bedrijven ten opzichte van concurrenten met soms agressieve praktijken, zoals China en de Verenigde Staten. Europa zal zijn industriebeleid moeten aanpassen om geen terrein te verliezen. Concurrentievermogen zal dus de rode draad van deze nieuwe legislatuur zijn. Belangrijke

" Samen verdedigen we krachtig de belangen van de bedrijven in de sector bij de Europese besluitvormers. Samen klinkt onze stem luider."

initiatieven voor de bouw- en installatiesector zijn onder meer: een vermindering van de administratieve last, onder meer door de herziening van de richtlijnen inzake overheidsopdrachten, om procedures voor de plaatsing van opdrachten te versnellen en te vereenvoudigen, en de 'omnibus'-initiatieven, gericht op het stroomlijnen van bepaalde wetgeving, met name die met betrekking tot duurzaamheidsrapportage en de groene taxonomie. Een van de belangrijkste doelstellingen daarvan is het verbeteren van de toegang tot groene financiering.

Duurzaamheid

Hoewel concurrentievermogen een centraal thema is, blijft duurzaamheid een prioriteit voor de Europese Commissie. De komen-

de vijf jaar verschijnen er nieuwe regels voor de circulaire economie, met een focus op de bouw- en sloopsector. Er zal ook een Europese strategie voor waterveerkracht worden ingevoerd om te anticiperen op uitdagingen in verband met watervoorraden (droogte, overstromingen en waterverontreiniging).

Betaalbare huisvesting

In de hele Europese Unie wordt toegang tot betaalbare en duurzame huisvesting een kritieke kwestie. Als reactie op deze crisis heeft Commissievoorzitster Ursula von der Leyen Dan Jørgensen benoemd tot de eerste Europese commissaris voor Huisvesting. Zijn missie kan worden samengevat in drie punten: het ontwikkelen van een Europees plan voor betaalbare en duurzame huisvesting, met inbegrip van een strategie om het aanbod van woningbouw te stimuleren, het opzetten van een pan-Europees investeringsplatform voor huisvesting en ten derde het herzien van de staatssteunregels om nationale investeringen in sociale en betaalbare huisvesting te vergemakkelijken.

Tekort aan arbeidskrachten

Deze prioriteiten en doelstellingen hebben alleen zin als ze ook daadwerkelijk kunnen worden uitgevoerd. Helaas hebben onze bedrijven vandaag de dag te maken met een tekort aan arbeidskrachten en vaardigheidskloven. Het is daarom van essentieel belang om investeringen in opleiding te ondersteunen en de aantrekkelijkheid van de sector te verbeteren.

Hoewel dit voornamelijk nationale verantwoordelijkheden zijn, heeft de Europese Unie specifieke programma's en financiering, waaraan de FIEC actief deelneemt. De rol van doorgeefluik opgenomen door de nationale federaties is evenwel essentieel voor de uitvoering ervan.

Onmisbare partner

In deze snel veranderende context is de FIEC een essentiële partner voor Embuild. Samen verdedigen we krachtig de belangen van de bedrijven in de sector bij de Europese besluitvormers. Samen klinkt onze stem luider.

In ons eerstvolgend nummer zullen wij dieper ingaan op het jaarlijks congres van de FIEC dat midden mei in Athene plaatsvond.

Jouw personeel met korting verzekeren?

tot 20%* korting op je polis!

Deze actie loopt tot 30/09/2025. Meer info of een afspraak, scan de QR-code! Zorg voor de bescherming van je team. Neem nu een verplichte arbeidsongevallenpolis en ontvang tot 20% korting op je polis!

De problematiek van de mobiliteit in de stadscentra

Voor bouw- en installatiebedrijven is werken in het centrum van sommige Belgische steden tegenwoordig een hele uitdaging. Denk aan lage-emissiezones (beter bekend als LEZ-zones) die je verplichten om je wagenpark aan te passen, moeilijkheden om te parkeren én dure, ingewikkelde administratieve rompslomp om de openbare ruimte in te nemen. Door al die hindernissen haken sommige bedrijven zelfs volledig af voor opdrachten in de binnenstad.

In dit dossier nemen we specifiek drie Belgische steden onder de loep die zo’n LEZ-zone hebben: Brussel, Antwerpen en Gent. Wat willen we bereiken? Een beter beeld krijgen van de mobiliteitsproblemen in deze stadscentra en werkbare oplossingen voorstellen.

Naar Brussel komen om een bouwplaats uit te voeren?

Een lastig probleem!

Voor veel aannemers is in Brussel komen werken nu een lastig probleem: het gewest is moeilijk bereikbaar, parkeren gaat er niet vlot, er geldt een LEZ-zone, bouwplaatsen invoeren in de Osiris-software is ingewikkeld enzovoort. "Door al deze mobiliteits- en administratieve beperkingen die kosten met zich meebrengen, is de conclusie duidelijk: komen werken in Brussel is 30% duurder dan in de andere twee gewesten van het land", hekelt Laurent Schiltz, secretarisgeneraal van Embuild.Brussels. Hij draagt mogelijke oplossingen aan.

Hoewel het Brussels Hoofdstedelijk Gewest initiatieven heeft genomen rond ecologische transitie en zachte mobiliteit, blijft het voor onze bouw- en installatiebedrijven bijzonder uitdagend – en bovendien duur – om zich naar de hoofdstad te begeven voor het uitvoeren van bouwplaatsen.

Laten we beginnen met het uitleggen van de onduidelijkheid rond het Osiris-loket, beheerd door Brussel Mobiliteit. Ter herinnering: deze software werd in april 2014 ingevoerd en had tot doel bedrijven één enkel platform te bieden voor alle aanvragen met betrekking tot een bouwplaats op het openbaar domein. In 2017 had Embuild.Brussels het beheer van dit loket verworven en de complexiteit ervan vastgesteld.

Chaos

In 2020 nam Brussel Mobiliteit deze rol over en richtte het een eigen loket op. "Sindsdien is het een chaos", zegt Laurent Schiltz. "Het oorspronkelijke idee van Osiris was administratieve vereenvoudiging en harmonisatie van procedures op gewestelijk niveau. Maar het werkt niet. De gemeenten zijn er niet in geslaagd om in het systeem te komen en elk van hen blijft vragen om afzonderlijke en zeer complexe formaliteiten die onze aannemers invoerwerk geven. In het begin konden ze naar de gemeente blijven gaan waar iemand voor hen het invoerwerk deed. Dit is niet langer het geval, maar de gemeenten blijven hoge retributies en dossierkosten vragen. Brussel Mobiliteit erkent zelf dat

het Osiris-loket momenteel een aanzienlijke uitdaging vormt voor de organisatie. Sommige bedrijven hebben iemand voltijds moeten aanwerven die de hele dag niets anders doet dan invoerwerk verrichten op het platform. Daarnaast kunnen boetes voor het simpelweg vergeten aanplakken van een Osiris-toelating variëren van 5.000 tot € 13.000 euro. Sommige bedrijven hebben in een paar maanden tijd voor meer dan 40.000 euro aan boetes gekregen. Door dit systeem weigeren veel aannemers om in Brussel te komen werken en hebben Brusselaars moeite om vakmensen te vinden om hun werken uit te voeren.”

Hervormen en stroomlijnen

Wat beveelt Embuild.Brussels aan in het licht van deze vaststelling? "Deze wetgeving moet worden hervormd en gestroomlijnd, vooral de procedures die veel te complex zijn en te lang duren. We vragen dat bouwplaatsen met weinig of geen impact op de openbare weg niet langer in Osiris hoeven te worden ingevoerd. We roepen de toekomstige regering ook op om de directe kosten van dit systeem te verminderen door de dossierkosten af te schaffen, aangezien het nu de bedrijven zijn die al het invoerwerk doen, en vragen een drastische verlaging van de bedragen van de boetes die van toepassing zijn in geval van overtredingen, die momenteel disproportioneel en ongerechtvaardigd zijn. En ten derde roept Embuild.Brussels op om alle openbare operatoren samen te brengen om één enkel, eenvoudig en efficiënt platform te bouwen voor alle aanvragen en toelatingen met betrekking tot bouwplaatsen in het Brussels

Hoofdstedelijk Gewest, dat gebaseerd zou kunnen zijn op de eerste werkzaamheden van de Kruispuntbank van Gebouwen en hun Bezetting.”

LEZ-zone en elektrificatie

Daarnaast is de LEZ-zone ook een obstakel om in Brussel te komen werken. Het verbod op de Euro 5-norm is wel met twee jaar uitgesteld, tot 2027. Maar dieselmotoren worden in 2030 verboden, gevolgd door alle verbrandingsmotoren in 2035. "Waar het echt om draait, is de elektrificatie van het wagenpark van onze bedrijven", benadrukt Laurent Schiltz.

Om een overzicht te krijgen van de huidige situatie, lanceerde Embuild.Brussels in januari 2025 een enquête bij zijn leden (zie kaderstuk). "Daaruit blijkt dat meer dan de helft van de bedrijven niet wil overstappen op elektrisch omdat de investering nog te zwaar is en niet geschikt voor bestelwagens, en de infrastructuur voor laadpalen voor bestelwagens nog niet eens ter discussie staat."

Parkeergelegenheid

Een ander groot probleem met betrekking

tot mobiliteit in Brussel is het parkeren en het daaruit voortvloeiende tijdverlies. Maar je moet weten dat er een formule is die je kan interesseren. "parking.brussels biedt meer bepaald een gewestelijke parkeerkaart voor 'professionelen' aan, voor 90 euro/maand. Dit is het resultaat van jarenlang lobbywerk van Embuild.Brussels", benadrukt Laurent Schiltz. Onze Brusselse collega's organiseerden onlangs een webinar (nvdr: het is nog steeds beschikbaar op de website van Embuild.Brussels) over het onderwerp met alle tarieven die van kracht zijn in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, evenals uitleg over de verschillende parkeerzones. We verwijzen je naar de pagina's 34-35 van onze editie van april 2024.

Conclusie

Mobiliteit blijft een heikel en prijzig probleem in Brussel. "Embuild.Brussels wil zijn leden op dit punt wel degelijk verdedigen. Sommige bedrijven betalen hun werknemers 8 uur terwijl ze de facto slechts 6 uur werken vanwege mobiliteitsproblemen. Het is niet rendabel", besluit Laurent Schiltz.

DE OVERSTAP NAAR ELEKTRISCH LOOPT MOEIZAAM DOOR PRAKTISCHE BEZWAREN

Volgens de enquête van Embuild.Brussels heeft slechts 39% van de ondervraagde bedrijven al elektrische voertuigen ingevoerd, 9,4% overweegt deze overstap en 51,6% is niet geïnteresseerd. Bedrijven willen door praktische bezwaren niet overstappen op elektrische voertuigen. Er staan serieuze hindernissen in de weg. Uit de enquête blijkt echter dat grote ondernemingen verder gevorderd zijn dan kmo's, dankzij een grotere financiële draagkracht, een meer gediversifieerd wagenpark en een gemakkelijkere toegang tot steunmaatregelen. Kleine bedrijven lopen vast door de kosten, de afhankelijkheid van bestelwagens en de logistieke rompslomp.

Voor 90% van de ondervraagden draait elektrificatie vooral om bedrijfswagens (90%), gevolgd door bestelwagens (48%) en bouwmachines (3%). Bestelwagens, die essentieel zijn voor de sector, lopen achter vanwege de hoge kosten, de verminderde actieradius en een gebrek aan geschikte modellen (gebrek aan oplossingen voor elektrisch slepen). "Uit de enquête blijkt ook heel duidelijk dat opladen een groot probleem blijft. De

bedrijven kunnen niet vertrouwen op openbare laadpalen. Parkeren in Brussel is al moeilijk en het vinden van een vrije plek uitgerust met een laadpaal is dat nog meer. Het installeren van laadpalen op bouwplaatsen of bij arbeiders thuis is nog steeds erg ingewikkeld en onderbrekingen om te gaan opladen hebben een impact op de werkdag", legt Lily Benoit, adviseur Mobiliteit en Logistiek bij Embuild.Brussels, uit. "De mogelijke oplossingen zijn: de ontwikkeling van laadpalen aangepast aan bestelwagens in een stedelijke omgeving, een netwerk van laadinfrastructuur voor professionelen, de installatie van mobiele laadstations op bouwplaatsen, steun bij installatie in bedrijven en het delen van infrastructuur."

Om over te schakelen op elektrisch bestaan er steunmaatregelen. Maar uit de enquête blijkt dat slechts 30% van de bedrijven op de hoogte is van deze steunmaatregelen. De nuttig geachte zijn: belastingvoordelen, premies voor de aankoop of leasing en voor de installatie van laadpalen.

Concluderend blijkt uit deze enquête dat de elektrificatie van de sector

traag vordert, maar beperkt en ongelijk blijft tussen kleine en grote bedrijven. De kosten van dergelijke voertuigen en de moeilijkheden die gepaard gaan met opladen zijn ook obstakels. "Embuild.Brussels pleit voor een nauwe samenwerking tussen alle private en publieke actoren en voor meer steun voor kleine bedrijven om een realistische en effectieve transitie mogelijk te maken. We vormen een werkgroep met Leefmilieu Brussel, Brussel Mobiliteit en Brussel Economie en Werkgelegenheid om oplossingen te vinden die aangepast zijn aan onze sector om de overgang naar elektrisch en algemener naar duurzamere mobiliteit te vergemakkelijken", zegt Lily Benoit. "Maar let op: de overstap naar elektrisch is slechts één van de oplossingen. Je logistiek binnen het bedrijf compleet herbekijken kan een enorme hefboom zijn om je winstgevendheid op te krikken, vooral in een stedelijke context zoals Brussel. Ik denk aan ritten optimaliseren, het bouwen van een fietsenvloot, het inschakelen van kittingdiensten...", besluit de adviseur Mobiliteit en Logistiek bij Embuild.Brussels.

“Sommige van onze technici hebben geweigerd om naar Brussel te komen werken”

Vivian Crowet is Supply Chain Manager bij Senec, een bedrijf dat al meer dan 60 jaar gespecialiseerd is in de installatie, reparatie en onderhoud van verwarmingsketels en airconditioning. Senec is zeer actief in grote steden, waaronder Brussel, met meer dan 30.000 onderhoudscontracten. "We merken dat het steeds moeilijker wordt om in de hoofdstad te komen werken. We gaan verschillende oplossingen uitproberen, maar we hopen dat er politieke steun komt."

Het bedrijf heeft 230 medewerkers, waarvan 145 technici, en ongeveer vijftig van hen zijn actief in Brussel. Als verantwoordelijke voor de logistieke keten is Vivian Crowet goed op de hoogte van de problemen die technici ondervinden om in de hoofdstad te komen werken.

Volgens Vivian Crowet is parkeren het grootste probleem in Brussel. "We hebben ons gebruik van voertuigen aangepast aan het type interventie: kleine bestelwagens voor onderhoud, middelgrote voor reparatie en grote voor installatie. Maar parkeren blijft nog altijd even moeilijk voor onze technici. Een parkeerplaats vinden in Brussel kan 35 tot 40 minuten duren, soms zelfs langer, afhankelijk van de zone. Ze moeten regelmatig door de buurt rijden om een plek te vinden, waardoor ze soms hun interventie moeten annuleren en opnieuw plannen. Dit is tijdverlies en frustratie, zowel voor onze mensen als voor onze klanten. Onze technici gebruiken de kaart voor professionelen van 90 euro per maand aangeboden door parking.brussels. Maar dan moet je nog een plek vinden..." Hij sprak ook over de voetgangerszone. "Deze is alleen toegankelijk op bepaalde vroege ochtenduren. Als je een paar minuten te laat bent, krijg je flinke boetes. De politiek streeft naar zachte mobiliteit, maar dit gaat ten koste van beroepsactiviteiten. Sommige van onze technici hebben geweigerd om naar Brussel te komen werken. De politiek moet maatregelen nemen, want het risico is zeer

Vivian Crowet is Supply Chain Manager bij Senec.

groot dat de stad een mobiliteitswoestijn wordt."

Elektrificatie

Met de vernieuwing van het wagenpark, die over een vooraf bepaalde periode plaatsvindt, is de LEZ-zone geen probleem voor Senec. Wat betreft de elektrificatie van voertuigen, legt Vivian Crowet echter uit dat de overschakeling op alle vlakken ingewikkeld is. "De aanschafprijs van elektrische bedrijfsvoertuigen blijft hoog, de autonomie is beperkt tot tussen de 120 en 300 km, en de infrastructuur om op te laden is er niet," zegt hij. "Het is ook niet geschikt voor onze soorten interventies. Stel je voor dat onze technici op 1 km van de klant moeten parkeren om een laadpaal te vinden en dat de interventie een uur duurt. Dit is gewoonweg onwerkbaar qua planning. Zolang de laadinfrastructuur niet voldoende aanwezig is, is het onmogelijk. We zijn niet tegen elektrificatie, maar politieke actie is hier nodig."

Wat betreft het Osiris-loket, legt hij uit: "Voor onze interne organisatie laten we liever de klanten de aanvragen bij Osiris beheren, maar het probleem is dat veel van hen deze stappen niet ondernemen, wat onze interventies bemoeilijkt."

Oplossingen

Senec zoekt naar oplossingen en probeert te innoveren voor een betere mobiliteit in de hoofdstad. "We praten met adviseurs van Embuild en Urbike over het gebruik van bakfietsen of andere alternatieven die het bevoorraden van onze technici vergemakkelijken. Hiervoor zouden we beveiligde magazijnen of hubs nodig hebben om het materiaal op te slaan. Verschillende tests moeten nog worden uitgevoerd om betrouwbare en langetermijnoplossingen te vinden, maar zonder garanties over de resultaten. Het wagenpark is al gestroomlijnd en levert de eerste bevredigende resultaten op. Ten slotte werken we aan de optimalisatie van de planning op basis van de interventies. Dit is een systeem dat Brussel in verschillende zones verdeelt en opdrachten toewijst aan een technicus op basis van zijn woonplaats," legt Vivian Crowet uit.

Conclusie

In zijn conclusie richt de Supply Chain Manager van Senec een boodschap aan de

In de onderneming zijn ongeveer vijftig technici actief in Brussel.

politiek. "Brussel beschikt momenteel niet over de nodige voorzieningen om beroepsactiviteiten zoals de onze te ondersteunen. Wat betreft de energietransitie naar elektrisch, vereist dit beter aangepaste infrastructuur, die momenteel ontbreekt. Het is aan de politiek om dit alles te laten evolueren en we hopen dat onze oproep wordt gehoord. Van onze kant gaan we ons inzetten om de eerder genoemde oplossingen te testen."

" De politiek moet maatregelen nemen, want het risico is zeer groot dat de stad een mobiliteitswoestijn wordt. "

De Brusselse mobiliteit centraal tijdens een debatmaaltijd georganiseerd door Cobaty

De laatste debatmaaltijd georganiseerd door Cobaty, de zakenclub verbonden aan de bouw- en vastgoedsector, had toevallig als thema: “Mobiliteit in Brussel: (constructieve) uitwisseling van standpunten." Deze avond vond plaats op het Sint-Annakasteel in Oudergem op 22 april 2025 en bood de gelegenheid om meer te weten te komen over GRACQ (Groupe de Recherche et d’Action des Cyclistes Quotidiens) en Interparking.

Voor de ongeveer vijftig aanwezige leden en na een welkomstwoord van Wim Straetmans, voorzitter van Cobaty, was Florine Cuignet de eerste spreker van deze debatavond. In 2008 begon ze te werken bij de vzw GRACQ, die de rechten van fietsers in Franstalig België verdedigt en deze fietsers ook verenigt. Sinds 2014 is ze verantwoordelijk voor het Brusselse beleid en vertegenwoordigt ze de fietsers bij voornamelijk de gewestelijke overheid.

over meer dan 1.000 in 2024. Helaas heerst er ongelijkheid bij het fietsen: 60% mannen, 40% vrouwen en heel weinig kinderen. Een andere vaststelling: onder huishoudens zonder eigen auto gebruiken burgers met hoge inkomens vaker de fiets dan degenen met lage lonen.”

" Ondanks het stabiele aantal auto's, ongeveer 500.000, wordt het verkeer steeds lastiger. "

GRACQ werd opgericht in 1975, kort na de eerste oliecrisis. "In Brussel zagen we de ontwikkeling van grote wegennetten, waar fietsers geen plaats hadden. Onze vzw is dus ontstaan uit een verzetsbeweging. Vandaag zijn we aanwezig in Brussel en Wallonië en tellen we ongeveer 19.500 leden. We werken voornamelijk met vrijwilligers. Ons doel is ervoor te zorgen dat iedereen die zich per fiets wil verplaatsen, dit onder de beste omstandigheden kan doen, via de vertegenwoordiging van fietsers bij de overheid, het organiseren van opleidingen en communicatie- en sensibiliseringscampagnes," legde Florine Cuignet uit. Een rode draad: de vzw wil steeds meer mensen aanmoedigen om op de fiets te stappen. "Want de fiets is een van de antwoorden op tal van maatschappelijke uitdagingen en heeft een positieve impact op de levenskwaliteit," benadrukte ze. Voordat ze Amsterdam als voorbeeld noemde, in Nederland, "daar hebben ze de fietscultuur opgebouwd" en de evolutie in Brussel uitlegde. "Onze hoofdstad telt steeds meer fietsers. De gemiddelde groeisnelheid sinds 2010 is enorm: 12% per jaar! Een voorbeeld is de Wetstraat: in 2010 reden daar 211 fietsers tijdens het spitsuur, tegen-

"Ons doel is de fiets voor iedereen toegankelijk te maken." Dit omvat onder andere een goede fietsinfrastructuur, waarbij op de hoofdassen een duidelijke scheiding tussen fietsers en automobilisten wordt bevorderd, maar ook tussen fietsers en voetgangers, met een interessante boodschap voor aannemers. "Build it and they will come!" vertaald als "Bouw het en ze zullen komen!" We zien ook de opkomst van fietssnelwegen. "Ze zijn in aanbouw, zowel binnen Brussel als om de verbinding met de Brusselse rand te verzekeren. Ze vergroten het potentieel van de fiets, ook voor verplaatsingen tussen de gewesten.”

Florine Cuignet betreurde vervolgens het schrijnende gebrek aan beveiligde fietsparkeerplaatsen. "De angst voor diefstal vormt een belemmering voor het bezit van fietsen en dus voor het gebruik ervan. In 2023 werden er 4.956 diefstallen gemeld. Er zijn momenteel 13.000 aanvragen voor beveiligde parkeerplaatsen in afwachting tegenover ongeveer 8.000 beschikbare plaatsen. Er moeten ambitieuzere normen worden geïntegreerd bij nieuwbouw!" Een boodschap gericht aan de aanwezige aannemers en ontwikkelaars.

Tot slot herinnerde ze aan het belang van het opleiden van fietsers en automobilisten om een beter samenleven van de weggebruikers te bevorderen, een onderwerp dat in de tweede helft van de avond uitgebreid werd besproken, en ook aan het belang van het integreren van fietslessen in schoolprogramma's.

Florine Cuignet (links) is verantwoordelijk voor het Brusselse beleid bij de vzw GRACQ. Arnaud Baijot (rechts) is Head of Group M&A bij Interparking.

Interparking

Vervolgens nam Arnaud Baijot, Head of Group M&A bij Interparking, het woord. "Onze groep werd opgericht in 1958, ter gelegenheid van de Wereldtentoonstelling en ons hoofdkantoor bevindt zich nog steeds in Brussel. Na de afronding van de overname van Saba, gepland eind 2025, zullen we aanwezig zijn in 16 landen, meer dan 500 steden en zullen we meer dan 2.000 parkings beheren dankzij 4.000 mensen. We hebben vier hoofdactiviteiten: ontwerp, bouw en ontwikkeling, acquisitie en beheer van parkeerplaatsen," gaf hij aan. "We zien parkeren als een garderobe van een restaurant, het staat ten dienste van de stad als een belangrijke speler in de stedelijke mobiliteit. Een op de drie auto's die in de stad rijdt, zoekt een parkeerplaats. Dankzij ons beheer van 800.000 plaatsen, voornamelijk niet op straat, geven we meer dan 4.000 km weg terug aan actieve gebruikers. We benadrukken ook de intermodale rol van onze parkeerplaatsen (deelauto's, last mile, beveiligde fietsparkeerplaatsen en de Pcard voor combimobiliteit) en onze uitrol van een netwerk van elektrische laadstations in heel Europa, 35.000 in de komende vijf jaar.” Wat betreft Brussel, wees hij op enkele interessante bevindingen. "Ondanks het stabiele aantal auto's, ongeveer 500.000, wordt het verkeer steeds lastiger. Hoewel Brussel een van de rijkste regio's van Europa blijft, ondanks een lager inkomen per inwoner dan het nationale

gemiddelde, is dit te danken aan de 350.000 pendelaars die de Brusselse economie ondersteunen. Brussel moet deze pendelaars blijven aantrekken, anders zullen ze hun koopkracht in andere kwaliteitsvolle steden in de omgeving besteden. Dit vereist een verbetering van de doorstroming van de verschillende mobiliteitsmodi, en niet terugplooien op jezelf. Onder de Europese steden waar we aanwezig zijn, heeft Brussel een achterstand opgelopen om zijn pre-Covid bezoekersniveau in te halen. We hebben echter onlangs de terugkeer van het toerisme opgemerkt, waardoor de pre-Covid bezoekersaantallen worden overschreden, ondanks de maatregelen van het Good Move-plan.”

Debat

De avond eindigde met talrijke vragen en gedachtewisselingen. We konden de bruggen zien die deze twee mobiliteitsactoren verbinden, die oorspronkelijk diametraal tegenover elkaar stonden, maar die het uiteindelijk met elkaar eens raakten, met name over het belang van het bevorderen van intermodaliteit in en nabij een stad als Brussel. "Een avond rijk aan lessen voor de aanwezige cobatisten," concludeerde Wim Straetmans, terwijl hij Katrien Kempe (BVS) en Francis Carnoy (Embuild) bedankte omdat zij het initiatief namen voor dit evenement dat een mijlpaal zal vormen in de annalen van de club.

" In 2010 reden er 211 fietsers op de Wetstraat tijdens het spitsuur, tegenover meer dan 1.000 in 2024. "

Problemen bij de belevering van werven in Vlaamse steden

Uit een enquête van Embuild Vlaanderen van 2023 bij 300 bouwbedrijven is gebleken dat 93% al eens opdrachten in de stedelijke centra hadden geweigerd: niet alleen omwille van de files maar ook omwille van de parkeerproblemen (zowel wegens problemen om een parkeerplaats bij de werf te vinden als wegens de kosten die daaraan verbonden zijn), de administratieve rompslomp en het risico op (GAS)boetes. In welke mate is deze situatie intussen verbeterd en welke maatregelen hebben de nieuwe Vlaamse en lokale besturen in petto? Dat onderzoeken wij in het hiernavolgende overzicht.

Casus Antwerpen

Lage-emissiezone als eerste hinderpaal

Volgens Joris De Fré, directeur van Embuild Antwerpen, hebben de lage-emissiezones (LEZ) die voor de stadscentra van Antwerpen en Gent werden ingevoerd (respectievelijk in 2017 en 2020), al heel wat kleinere bouwbedrijven (vooral van ambachtslieden) van de uitvoering van werken in het stadscentrum

uitgesloten: “Zij zagen het niet zitten om voor de uitvoering van die werken nieuwe bestelwagens te kopen en bleven daarom weg. Hetzelfde fenomeen dreigt zich trouwens te herhalen bij de invoering van zero-emissie zones in de stadscentra.”

Een tweede breuk met het verleden was in Antwerpen het moment dat aannemers niet langer zelf borden met een tijdelijk parkeerverbod mochten plaatsen. Joris De Fré:

“Voortaan komen de stadsdiensten die borden zelf plaatsen. Maar de aanvraag kan digitaal worden ingediend. Zowel de aannemer als de opdrachtgever kunnen het tijdelijk parkeerverbod aanvragen. De minimale kost hiervoor is niet buitensporig en bedraagt 58 euro.”

Vlakbij de werf kunnen parkeren

Een bijkomend probleem was de beslissing van het stadsbestuur dat in de historische binnenstad van Antwerpen alleen nog bewoners en een beperkt aantal vergunninghouders mochten parkeren. Installatie- en afwerkingsbedrijven konden een vergunning krijgen maar algemene aannemers bijvoorbeeld niet.

Joris De Fré: “Wij hebben hier onmiddellijk op gereageerd en een half jaar later werd dit reglement aangepast waardoor al de bouwaannemers in de historische binnenstad konden parkeren. Naast inwoners zijn dus nu ook hun leveranciers en al hun aannemers opnieuw welkom. Aannemers kunnen in principe opnieuw dicht bij hun werf parkeren. De parkeermogelijkheden zijn bovendien ruimer dan voorheen omdat toeristen en shoppers de parkeerplaatsen op straat niet meer mogen bezetten. Ook hiervoor verloopt de aanvraag digitaal. De retributie komt overeen met wat je normaal in dit stadsdeel zou moeten betalen om te kunnen parkeren.”

Charter in plaats van verbod

Door een tragisch ongeval (een vrachtwagen die twee meisjes had overreden) stond de Antwerpse schepen van mobiliteit onder forse druk om een initiatief te nemen. Maar in plaats van vrachtverkeer op de begin- en einduren van de scholen te verbieden, zoals bijvoorbeeld in Mechelen gebeurt, is het stadsbestuur in overleg met Embuild Antwerpen tot een charter gekomen. In plaats van een strikt verbod opteerde de stad voor een reeks van engagementen. Dat schept ruimte voor afspraken.

Joris De Fré: “Door het charter te ondertekenen verbindt de aannemer zich tot een doordachte organisatie van het verkeer van, naar en op de werf. Het transport van en naar de werf moet via de veiligste route gebeuren. De aannemer gebruikt voor zijn zwaar vrachtvervoer (van meer dan 3,5 ton) zoveel mogelijk toegangswegen van een hoge categorie en vermijdt maximaal de kleinere stegen. De stad stelt hem daartoe een mobiliteitstool ter beschikking in de vorm van een

routeplanner.

Voor werven binnen een straal van 100 meter rond een school zal de aannemer voorafgaandelijk met de school afspreken hoe de belevering van de werf zal gebeuren, wat de meeste aannemers sowieso al doen. Verder bepaalt het charter onder meer dat de vrachtwagens moeten worden uitgerust met 360 graden camera’s en met geluidsignalen die het omgevingsverkeer waarschuwen. De vrachtwagens van onze aannemers evolueren trouwens in die zin op basis van de Europese veiligheidsvoorschriften.”

Kluwen van retributies

Een vijfde probleem waarmee aannemers in de Antwerpse binnenstad worden geconfronteerd en dat nog het meest problematisch is, zijn de retributies voor de inname van het openbaar domein. Voor een inname van 100 m² lopen die retributies op tot meer dan 40.000 euro.

Joris De Fré: “De stad moet die belastingen publiek bekend maken en zij worden effectief op de website van de stad vermeld. Maar het is niet gemakkelijk om ze terug te vinden. En naast de belastingen op die inname zijn er ook nog belastingen op de spandoeken voor de steigers en op de drijfkracht van de machines die op een werf worden ingezet. Ik raad aannemers dan ook aan de website van de stad grondig te doorzoeken. Tegelijk stel ik vast dat de begrippen in de retributiereglementen van de gemeenten niet altijd duidelijk worden geformuleerd. Op dit vlak pleit ik alvast voor meer uniformiteit.”

Casus Gent

Buitensporige inname-retributies versus betaalbaarheid

De buitenissige omvang van de retributies voor de inname van openbaar domein is ook een belangrijk pijnpunt in de getuigenis van Roeland De Geyter, technisch directeur van de Oost-Vlaamse algemene aannemer Dero Construct: “Voor de renovatie van een historisch pand in het centrum van Gent vanaf 2023 was een inname van het openbaar domein vereist ten behoeve van de werfinrichting met torenkraan. Op basis van het retributiereglement bereikt men al vrij snel het plafondbedrag per kalenderjaar. Tot en met 2023 was dit 29.500 euro. Vanaf 2024 werd dit echter opgetrokken naar 80.000 tot 160.000 euro per kalenderjaar, afhankelijk van de duur van de inname. Bovendien werden wij verplicht om de

volledige werfinrichting, inclusief torenkraan, naar aanleiding van de Gentse Feesten tijdelijk weg te nemen. De kosten en vergoedingen voor de inname van het openbaar domein liepen uiteindelijk op tot 175.000 euro, wat overeenstemde met nagenoeg 10% van de bouwkost van de gesloten ruwbouw voor het volledige project. Een kost die uiteindelijk door de opdrachtgever moet worden vergoed en bijgevolg ontmoedigend werkt voor de opwaardering van het bestaande patrimonium.”

Beperkte overlegmogelijkheden Roeland De Geyter: “Daarnaast gingen we in overleg met de stadsdiensten om de meest logische aanrijroutes te bepalen, zowel om de werf te kunnen beleveren als om het verkeer zo min mogelijk te hinderen. We stelden daarbij vast dat er op het werkveld werd meegedacht, maar men botste op regels die niet pragmatisch konden worden toegepast. Dit genereerde een veelvoud aan GAS-boetes, maakte de aanrijroute minder veilig en meer hinderlijk voor het verkeer op de openbare weg, en leidde tot supplementaire werforganisatie. Een oplossing op maat had een win-win kunnen zijn, voor stad én aannemer.”

Gebrek aan coördinatie

Steven Deweerdt van het renovatiebedrijf Deweerdt uit Oostakker dat vaak in het centrum van Gent renovaties aan erfgoedgebouwen uitvoert, klaagt ook over de talrijke administratieve formaliteiten en de controles die daarbij te pas komen. “De diensten zijn bovendien niet op elkaar afgestemd. Je moet bijvoorbeeld een vergunning vragen voor de inname van het openbaar domein en een vergunning voor de toegang tot voetgangersgebied. Maar beide vergunningen krijg je niet tegelijk. Het kan dus gebeuren dat je een vergunning krijgt voor het een terwijl je nog geen vergunning hebt voor het ander.

Om een parkeerplaats te mogen innemen, krijg je ook maar 6 meter. Maar mijn vrachtwagens zijn 7 meter lang. Het hangt dan af van de goodwill van de agent of je al dan niet een boete krijgt.”

Ook in Gent naar charter werftransport?

Embuild Oost-Vlaanderen heeft in 2020, bij de invoering van de LEZ, nog een enquête georganiseerd die een 200-tal aannemers hebben beantwoord. Ongeveer twee vijfden van de respondenten stelden toen niet langer in Gent te willen werken terwijl zij dat vroeger wel deden. En een derde kwam enkel nog naar het stadscentrum voor ‘zeer interessante’ werken. Het is wel positief dat het bestuursakkoord van de nieuwe Gentse coalitie deze problematiek uitdrukkelijk erkent.

Het nieuwe bestuursakkoord stelt concreet het volgende voor: “Er komt een aannemerskaart voor aannemers en werklui. Wanneer ze voor interventies of werken in het centrum moeten zijn, kunnen ze dankzij die kaart hun voertuig dicht bij hun klanten parkeren.” Het stadsbestuur van Gent heeft de invoering van zo’n aannemerskaart onlangs goedgekeurd.

Philip Bogaert, co-directeur van Embuild Oost-Vlaanderen, heeft intussen kunnen vaststellen dat het nieuwe stadsbestuur nu bereid is om de vervoers- en parkeerproblemen van de aannemers nader te onderzoeken, open staat voor oplossingen en opnieuw wil aansluiten bij de principes van het charter werftransport dat in 2018 tussen de stad en een aantal sectororganisaties van de bouw (waaronder Embuild) werd afgesloten.

Vlaams beleid

Van LEZ naar ZES

Het aanvankelijke politieke enthousiasme rond de LEZ is blijkbaar aan het wegebben. Het Vlaams regeerakkoord voor 20242029 stelt duidelijk als uitgangspunt: “Omdat de evoluties naar een emissievrij wagenpark de luchtkwaliteit verbeteren, verstrengen we het wettelijk kader rond de lage-emissiezone niet verder dan de voorwaarden die op 1 september 2023 effectief van kracht waren.”

Wat dit in praktijk betekent, moet volgens de website van de Vlaamse overheid wel nog in wetgeving worden verduidelijkt

Het nieuwe Gentse bestuursakkoord bevat zelfs de volgende bepaling : “De lage emissiezone wordt niet verstrengd. We voe-

" Ik stel vast dat de begrippen in de retributiereglementen van de gemeenten niet altijd duidelijk worden geformuleerd. Op dit vlak pleit ik voor meer uniformiteit."

ren een studie uit naar de meerwaarde van de huidige LEZ. Als die meerwaarde niet voldoende kan worden aangetoond, schaffen we de LEZ af.” Intussen heeft een andere afkorting opgang gemaakt: de ZES of Zero-emissie zones voor Stadslogistiek. Die belangen in belangrijke mate rechtstreeks de bouw aan.

Van studie naar kaderovereenkomst Het project van de emissievrije stedelijke distributie is al in 2021 van start gegaan. Voor het voorbereidend onderzoek werden Antwerpen, Leuven en Kortrijk als studiegebied gebruikt. Meer specifiek werd onderzocht hoe de logistiek in die steden er vandaag uitziet en hoe die distributie emissievrij kon worden gemaakt. Uit die studie bleek onder meer dat 27% tot 40% van de gereden vrachtkilometers in de stad uit bouwactiviteiten voortkomt. Het bouwtransport is daarmee één van de grootste logistieke sectoren in de stad. Maar de studie erkende ook dat de weg naar zero-emissie voor de bouw niet evident is.

" Volgens het nieuw bestuursakkoord komt er in Gent een aannemerskaart voor aannemers en werklui."

In 2024 is de Vlaamse overheid dan tot een ambtelijke kaderovereenkomst gekomen die ook Embuild Vlaanderen heeft onderschreven. Embuild Vlaanderen bevestigde daarbij dat ook bouwbedrijven meer naar elektrisch vervoer evolueren maar vond het tegelijk belangrijk dat er geen verplichte ZES komen maar dat Vlaamse steden vanaf 2027 kunnen beslissen om die zones stapsgewijs in te voeren.

Randvoorwaarden voor zeroemissie logistiek

Caroline Deiteren, directeur-generaal van Embuild Vlaanderen, stelde daarbij: “Eerst moeten een aantal randvoorwaarden vervuld zijn. Er moeten voldoende emissieloze voertuigen beschikbaar zijn tegen een aanvaardbare prijs. Daarnaast moet er financiële ondersteuning komen om een meerkost voor de aannemers te vermijden. Tenslotte moeten voldoende laadinfrastructuur en netcapaciteit voorhanden zijn.”

Verkeers- en parkeerregels zijn vaak anders per gemeente. Belangrijk bij de ambtelijke kaderovereenkomst over de ZES was het streven naar een uniforme regeling die

"

Het bouwtransport blijkt één van de grootste logistieke sectoren in de stad te zijn."

van toepassing is op alle Vlaamse steden. Na studie was het voorstel voor voertuigen die de ZES-zones betreden, als volgt: voor nieuw aangekochte bestelwagens is het de bedoeling om vanaf 2027 emissievrij te zijn en voor alle voertuigen binnen die categorie is dat 2033; voor nieuwe vrachtwagens en tractoren is het ambitieniveau 2029. Voor alle voertuigen werd dat 2035.

Daarbij wordt nu vanuit het departement en het kabinet voor MOW (Mobiliteit en Openbare Werken) de volgende nuancering aangebracht: “In de loop van het verdere onderzoek zal pragmatisch gekeken worden hoe deze tijdslijn moet wijzigen zodat bedrijven tijdig duidelijkheid krijgen over wat er van hun verwacht wordt en de tijd krijgen om zich hieraan te kunnen aanpassen. Maar het was wel duidelijk dat uniformiteit belangrijk is voor zowel steden als bedrijven.”

Pilootprojecten rond stadslogistiek

In 2024 gingen ook pilootprojecten rond stadslogistiek van start. Zo stelde de stad Mechelen een divers aanbod aan voertuigen ter beschikking van bedrijven die leveren in Mechelen zoals cargobikes met een afneembare container, lichte elektrische voertuigen, elektrische bestelwagens en gekoelde vrachtwagens. De stad werkte daarvoor samen met verschillende logistieke ondernemingen.

Ook de stad Gent stelde een testvloot van zero-emissievoertuigen ter beschikking aan de ondernemers. Sommige vervoerders kiezen er blijkbaar voor om hun rit in de stad uit te besteden aan lokale vervoerders die zich toeleggen op zero-emissie stadslogistiek, naar analogie met de idee van logistieke bouwhubs aan de stadsrand. Zo gaan meer goederen gebundeld én emissievrij de stad in. Deze pilootprojecten zullen tegen het einde van 2025 worden geëvalueerd.

5 tips om ongevallen op het werk te voorkomen: best practices

Veiligheid op het werk is geen optie, het is een noodzaak. Dankzij enkele eenvoudige handelingen en met een betere preventie, kunnen elk jaar heel wat ongevallen voorkomen worden. Hier zijn 5 praktische tips om risico’s te verminderen en om zo te zorgen voor een veiligere werkomgeving voor iedereen.

1. TRAIN WERKNEMERS EN MAAK ZE BEWUST VAN VEELVOORKOMENDE RISICO’S.

Continue training is de eerste verdedigingslinie tegen ongevallen. Het is essentieel om uw team goede veiligheidspraktijken aan te leren, deze kunnen variëren afhankelijk van uw activiteit. Ken ook de juiste reflexen, en pas ze toe in geval van gevaar.

2. CONTROLEER MATERIALEN EN UITRUSTING REGELMATIG.

Om het risico op ongelukken te beperken, is het essentieel om de staat van materiaal en gereedschap regelmatig te controleren en ervoor te zorgen dat machines, hefapparatuur, enz. goed zijn nagekeken. Het kan zijn dat het gebruik van een bepaald toestel verboden is als het niet regelmatig wordt nagekeken. Investeer ook in apparatuur van goede kwaliteit en zorg ervoor dat werknemers weten hoe ze deze op de juiste manier moeten gebruiken. Het gebruik van defecte apparaten of machines wordt afgeraden.

3. GEBRUIK DE JUISTE BESCHERMINGSMIDDELEN.

Veiligheid moet een prioriteit zijn, dus het is essentieel om te investeren in individuele en collectieve beschermingsmiddelen.

4. MOEDIG COMMUNICATIE AAN

Het is essentieel om uw team aan te moedigen om te communiceren, vooral in risicovolle situaties. Het organiseren van briefings, het maken van preventieposters en het opstellen van duidelijke instructies die moeten worden opgevolgd, helpt werknemers zich betrokken en beschermd te voelen binnen een veiliger bedrijf.

5. SLUIT EEN

ARBEIDSONGEVALLENVERZEKERING AF OM HET ONVERWACHTE TE DEKKEN.

Zelfs met dit advies kunnen er ongelukken gebeuren. Heeft u personeel, dan is het wettelijk verplicht om verzekerd te zijn voor arbeidsongevallen. En u kunt zo ook rekenen op preventieadvies. En gebeurt er iets, dan weet u dat het slachtoffer geholpen wordt, zowel bij tijdelijke als permanente arbeidsongeschiktheid.

MEER WETEN OVER OVER DE ARBEIDSONGEVALLENVERZEKERING?

Scan deze QR-code

Iedere beslissing om de Arbeidsongevallenverzekering te onderschrijven, moet gebaseerd zijn op een uitgebreid onderzoek van het IPID en de algemene voorwaarden.

FEDERALE Verzekering – V.U: Tom De Troch – Stoofstraat 12 – 1000 Brussel www.federale.be. Gemeenschappelijke Kas voor verzekering tegen Arbeidsongevallen - RPR Brussel BTW BE 0407.963.786 - Bankrekening: BIC: BBRUBEBB - IBAN: BE19 3100 7685 5412.

Focus op de business tijdens de 41e editie van Matexpo

De 41e editie van Matexpo, de vakbeurs voor bouwmachines en -materieel, vindt plaats van 10 tot en met 14 september in Kortrijk Expo. Het is een evenement dat je niet mag missen, waar professionals in de bouw de nieuwste innovaties op de materieelmarkt kunnen komen bekijken.

"Twee jaar geleden, voor de 40e editie, organiseerden we een feestelijke beurs met het uitgeven van een boek en speciale acties tijdens het evenement. Dat is allemaal achter de rug en dit jaar ligt de focus op de business als zodanig", zegt Matexpo-directeur Gregory Olszewski

Gedurende vijf dagen in september krijgen professionals uit de sector de kans om de 130 000 m² van Kortrijk Expo te verkennen om de laatste trends in bouwmachines te bekijken en, als ze dat willen, erin te investeren. Hoe denkt de beursdirecteur over deze nieuwe editie te midden van alle voorbereidingen?

"Het is een uitdagende tijd voor de sector en dat heeft zijn weerslag op onze klanten, de leveranciers, en op de aannemers. De federale regering heeft veel beloofd, maar het zal tijd kosten om al deze veranderingen door te voeren. Als gevolg daarvan voelen we een zekere terughoudendheid om te investeren. Ondanks deze context van terughoudendheid en voorzichtigheid zijn alle stands bezet en zullen er iets meer dan 350 exposanten aanwezig zijn. We hebben zelfs standhouders die terugkeren zoals Wirtgen”, legt Gregory Olszewski uit.

Het herstel versnellen

De grote baas van de Kortrijkse beurs hoopt dat het evenement "de handel weer op gang zal kunnen brengen". "Een vakbeurs heeft een enorme impact op de business. Ondanks deze context van onzekerheden heb ik het gevoel dat de zaken langzaam weer aantrekken, en ik hoop dat Matexpo de versneller zal zijn van dit herstel. Om daarachter te komen, moeten we wachten op de reacties van de bezoekers.”

Twee jaar geleden, in september 2023, kwamen er zo'n 38 000 mensen naar de beurs.

De 40e editie van Matexpo was een feestelijke editie.

"Het was toen midden in een hittegolf en dat had invloed. Maar volgens mij gaat het niet om het aantal, maar wel om de kwaliteit van de gesprekken met de exposanten. De beurs is ook de ideale plek om in korte tijd leveranciers en klanten te ontmoeten. Ik zeg altijd: Matexpo bezoeken bespaart tijd! Dat zou overigens onze slogan moeten worden”, zegt Gregory Olszewski.

Een mogelijke slogan, maar geen thema's tijdens het evenement. "We kiezen er bewust voor om zonder thema’s te werken. De drie belangrijkste thema’s in de bouw zijn innovatie, duurzaamheid en veiligheid. Als je er één kiest, sluit je de andere twee uit! Maar we merken dat veiligheid een thema is dat centraal staat. " En hij besluit: "We zijn optimistisch. De reclamecampagne is in volle gang en we hopen dat ze een impact zal hebben op de bezoekers." Antwoord half september.

MEER WETEN? Surf naar www.matexpo.com voor het programma van het evenement en voor informatie over de exposanten.

Vlaamse regering en bouwen vastgoedsector sluiten toekomstpact

Op de vergadering van het Vlaams Bouwoverlegcomité op 23 mei hebben de Vlaamse regering en vertegenwoordigers van de bouw- en vastgoedsector een toekomstpact afgesloten. Daarmee engageren beide partijen zich om de grote maatschappelijke uitdagingen op het vlak van wonen, infrastructuur, klimaat en energie gezamenlijk aan te pakken.

Het pact steunt op vijf inhoudelijke bouwstenen: vergunningen, investeringen, betaalbaar wonen, renovatie en innovatie. Een zesde pijler over onderwijs en arbeidsmarkt wordt nog voorbereid. Samen vormen deze bouwstenen een structureel kader voor duurzame samenwerking tussen de Vlaamse regering en de belangrijkste organisaties in de bouw- en vastgoedketen: Embuild Vlaanderen, Bouwunie, BVS (Beroepsvereniging van de vastgoedsector), NAV (Netwerk Architecten Vlaanderen), de Orde van Architecten, de Beroepsvereniging voor Architecten en ORI, de sectororganisatie van advies- en ingenieursbureaus.

Regering en sector kiezen daarbij voor een partnerschap, voorbij de waan van de dag. Caroline Deiteren, directeur-generaal van Embuild Vlaanderen: "De bouw- en vastgoedsector speelt de

komende jaren een cruciale rol in het behalen van maatschappelijke doelstellingen zoals betaalbaar wonen, een renovatiesprong, klimaatadaptatie en een vlotte mobiliteit. Met dit pact engageren we ons en maken we samen met de Vlaamse regering een plan om dit te realiseren."

Vergunningen: robuuster en vlotter

Rechtszekere, robuuste en vlotte vergunningsprocedures zijn een prioriteit voor de Vlaamse regering én voor de sector. Jo Brouns, Vlaams minister van Omgeving: "We moeten maximaal inzetten op een vereenvoudiging van de vergunningsregels. Vooral grotere projecten moeten nu jarenlang procedures doorlopen. Dat maakt alles duurder. Een gemengde commissie zal tegen september met een advies ter zake komen. De Vlaamse regering zal hiermee aan de slag gaan om de nodige vergunningszekerheid te bieden bij de start van een project."

Investeringen: nodig om de toekomst veilig te stellen

Ook in moeilijke budgettaire tijden zal de Vlaamse regering een investeringsregering blijven. Annick De Ridder, Vlaams minister van Mobiliteit, Openbare Werken, Havens en Sport: “We investeren gericht in onderhoud en vernieuwing van wegen, bruggen en tunnels. Door samen te werken met de bouwsector zorgen we ervoor dat deze investeringen efficiënt en duurzaam worden uitgevoerd."

Betaalbaar wonen: een recht voor elke Vlaming

De betaalbaarheid van wonen blijft een belangrijk aandachtspunt, vooral in en rond de steden en voor de lagere inkomens. Het pact zet in op bijkomend aanbod, versterking van de sociale en private huurmarkt en betere samenwerking tussen lokale besturen en bouwactoren. Melissa Depraetere, Vlaams minister van Wonen, Energie en Klimaat: "We zetten alles op alles om meer betaalbare woningen te realiseren, met duidelijke bindende afspraken, innovatieve formules en een samenwerking met private investeerders."

Renovatie: een renovatiesprong nodig

Met slechts 9% van het woningbestand met een goed EPC-label, is een versnelling van de renovatiegolf essentieel. Het toekomstpact voorziet in betere begeleiding, aangepaste regelgeving en een collectieve aanpak.

Innovatie: motor voor een succesvolle bouw

Door middel van innovatie, digitalisering, prefabricatie, industrialisering, ecosysteemdenken en circulaire technieken zal het mogelijk zijn om sneller en duurzamer te bouwen, zonder in te boeten op kwaliteit of betaalbaarheid. Het toekomstpact erkent de nood om in te zetten op bouw- en procesinnovatie doorheen de hele bouw- en vastgoedketen.

De Vlaamse regering met delegatie van bouw- en vastgoedsector na het sluiten van het toekomstpact.

Vlaanderen snakt naar renovatiesprong

De Vlaamse overheid wil al jaren dat huizen in rap tempo gerenoveerd worden. Er worden fikse doelen gesteld en de vereisten zijn niet min. Maar intussen stagneert het aantal renovaties. Hoe kunnen we die trend keren? Tijdens het energiecongres van Embuild Vlaanderen wisselden 300 aannemers, techniekers, architecten, producenten, lokale overheden en administraties hierover van gedachten.

Caroline Deiteren, directeur-generaal van Embuild Vlaanderen, pleitte op dit congres voor een renovatiesprong: “Een renovatiesprong is dringend nodig. We zijn al door één energiecrisis heen gegaan. In de onzekere wereld van vandaag ligt de volgende op de loer. En Vlamingen zijn daar niet klaar voor. Een recente bevraging bij 1.000 Vlamingen geeft aan dat 80% vreest dat de energiekosten in de toekomst gaan stijgen. Er komt een tijd aan waarin we gaan voelen wat niet-renoveren kost. En die kosten zijn niet voor de overheid, maar voor de Vlaming.

Vlamingen maken zich

zorgen

Het gaat niet enkel meer om ons klimaat. Vlamingen maken zich zorgen over de betaalbaarheid van hun energiefactuur. Renoveren en verduurzamen beschermt ons tegen de onzekerheid van internationale energieprijzen. Het maakt ons minder afhankelijk van buitenlands gas. Het verlaagt onze CO2-uitstoot. Het verlaagt onze factuur. Maar meer dan de helft van de Vlamingen vindt de renovatiekosten niet opwegen tegen de daling van de energiekosten of de stijging van de woningwaarde. Mensen kennen die voordelen, maar hebben moeite om de investering op te brengen. 72% van de Vlamingen wil dat de overheid renoveren makkelijker maakt en bijna 40% van de Vlamingen vindt dat de overheid te weinig doet om mensen te helpen om hun huis energiezuiniger te maken.”

" Er komt een tijd aan waarin we gaan voelen wat niet-renoveren kost. En die kosten zijn niet voor de overheid, maar voor de Vlaming."

Waarmee en hoe de politiek kan helpen

De mensen op dit vlak ondersteunen is effectief mogelijk wanneer de politiek helpt met de volgende zaken:

● Zorg ervoor dat potentiële kopers de echte prijs van het huis kennen: de aankoopprijs én de renovatiekosten. Niet alleen dient de prijsindicatie in het EPC een grondige update te krijgen. Ook dienen die renovatiekosten in alle transparantie in de verkoopadvertentie te staan naast de aankoopprijs.

● Vlamingen begeleiden met het opstellen van een renovatieplan en hen helpen om de juiste aannemers te vinden. Dat zal meer mensen overtuigen om de stap te zetten.

● Een shift waardoor elektriciteit goedkoper wordt en je zo de investering van een warmtepomp sneller terugverdient. Vandaag maken mensen hun huis warmtepompklaar

maar vaak installeren zij nog een gasketel omdat dit financieel interessanter is. Dat moet veranderen.

● Meer grootschalige renovatieprojecten, waaraan Vlamingen kunnen deelnemen. Wanneer in een wijk meerdere gelijkaardige renovatiewerken worden gebundeld, gaat dit gepaard met een prijsvoordeel voor de klant en een efficiëntieverhoging voor de aannemer.

● Beschikbare tools zoals MijnVerbouwpremie en MijnVerbouwlening zijn vooral bestemd voor de renovatierealiteit van woningen. Zorg ervoor dat die ook geschikt zijn voor appartementsgebouwen (in mede-eigendom).

Caroline Deiteren beklemtoonde de noodzaak van een renovatiesprong als volgt: “Nu kunnen we niet de pauzeknop induwen. Enkel een versnelling hoger schakelen en renoveren makkelijker maken bereidt de mensen voor op de nabije toekomst.”

Congres betaalbaar wonen buigt zich over wooncrisis

Embuild Vlaanderen heeft op 13 mei haar derde congres over betaalbaar wonen georganiseerd voor meer dan 200 deelnemers: aannemers, ontwikkelaars, financiers maar ook vertegenwoordigers en medewerkers van diverse overheden en woonmaatschappijen. Kortom: al wie in Vlaanderen begaan is met de woonproblematiek, was op het appel verschenen. De oproep was dan ook urgent want het recht op wonen voor iedereen is in Vlaanderen in gevaar.

Caroline Deiteren, directeur-generaal van Embuild Vlaanderen, opende met de cijfers van de woonbalans. In 2024 ging volgens die balans voor tweeverdieners-kopers 34% van het inkomen naar de aflossing van de lening en in 2023 zelfs 39%. Wat Caroline ook was opgevallen: de prijzen voor bestaande woningen zijn de laatste jaren minder sterk gestegen dan de nieuwbouwprijzen. Bouwmaterialen vertegenwoordigen een derde en arbeid de helft van de nieuwbouwkosten. Maar van groot belang voor de bouw zijn de (para)fiscale kosten met een aandeel van 36%.

Extra huishoudens en langere wachtlijsten

Tegen 2035 zal het aantal huishoudens met 7% toenemen en het aantal eenpersoonshuishoudens zelfs met 13%. Tegelijk kalft het aantal toegekende bouwvergunningen steeds verder af: met 1% in 2021, met 9% in 2022, met nog eens 9% in 2023 en met 12% in 2024. Intussen worden de wachtlijsten voor een sociale woning almaar langer. De Vlamingen maken zich zorgen over hun woonsituatie. Dat is ook gebleken uit een enquête die Embuild Vlaanderen heeft laten organiseren. Een kwart stelt dat de huidige krapte op de woningmarkt hun persoonlijke woonplannen in de weg zit. Een overgrote meerderheid verwacht bovendien dat de woonsituatie verder zal verslechteren, en betwijfelt of hun kinderen nog een eigen woning zullen kunnen verwerven.

Kleiner gaan wonen spreekt slechts een minderheid van de Vlamingen aan maar een meerderheid aanvaardt wel dat wij in de toekomst dichter bij elkaar zullen moeten gaan wonen.

Open brief met oplossingen

Voor de oplossing van de woonproblematiek heeft Embuild Vlaanderen een open brief opgesteld. Die pleit onder meer voor een meer gecoördineerd woonbeleid waarbij de betrokken overheden ook meer verantwoordelijkheid opnemen. Dat elke gemeente een eigen

Sprekers op het congres met v.l.n.r. Piet Derriks, Caroline Deiteren, Jeroen Sleurs, Benediekt Van Damme en Gaëtan Hannecart.

visie formuleert, leidt tot tal van lokale beperkingen, zoals bouwstops, of de verplichting om grotere wooneenheden te bouwen, of het niet in de realiteit omzetten van de bouwshift.

De open brief dringt ook aan op een drastische vereenvoudiging van de vergunningsprocedures. Er moeten meer sociale woningen komen maar tegelijk moet er ruimte zijn voor aanverwante systemen, met inbreng van private actoren. En tenslotte moet de fiscale druk op het wonen omlaag, onder meer door de registratierechten op de grond naar 2% te verlagen.

Buurtontwikkeling in het slop

Gaëtan Hannecart, voorzitter van de raad van bestuur van Matexi, bevestigde hoe moeizaam de ontwikkeling van woonbuurten momenteel verloopt. In 2024 heeft Matexi 1.031 opleveringen gerealiseerd (tegenover 1.343 in 2023), vonden 984 verkopen plaats (tegenover 1.238 in 2023) en werd een omzet van 338 miljoen euro bereikt (tegenover 419 miljoen euro in 2023).

De uitdagingen zijn nochtans enorm. We zitten in Vlaanderen met 300.000 slechte woningen. Bovendien zouden er in Vlaanderen tegen 2035 200.000 woningen moeten bijkomen. Maar de laatste drie jaar zijn bouwkosten en nieuwbouwprijzen fors gestegen terwijl de koopkracht een dip kende. Alleen met sociale woningbouw dit probleem oplossen zal niet lukken: 200.000 extra sociale woningen bouwen zou maar liefst 60 miljard euro kosten. Gaëtan Hannecart waarschuwde dat ontwikkelaars nooit woningen zullen realiseren die niet financierbaar zijn want dan gaan zij failliet. Dan gaan zij nog liever projecten niet laten doorgaan.

Mythes ontkrachten

Hij ontkrachtte ook een aantal mythes. Er is nog woonruimte in Vlaanderen. 200.000 extra woningen zullen het ruimtebeslag voor wonen met amper 0,25% doen toenemen. Sedert het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen heeft Matexi trouwens resoluut op kernversterking ingezet. Maar voor het inbreidingsgericht aansnijden van de ruimte ontbreekt vaak de (politieke) moed terwijl de 13.177 km lintbebouwing nauwelijks wordt aangepakt. Ook afbraak en hernieuwbouw (bijvoorbeeld van oude fabriekspanden) is zeer zinvol.

Uiteindelijk zal elke bijkomende woning bijdragen tot een oplossing van de woonproblematiek, ook de bouw van nieuwbouwunits in relatief duurdere buurten. Want daardoor komen woonunits vrij in buurten met een lager inkomen. “Een beleid dat ontwikkelaars hindert bij de bouw van duurdere woningen, is in feite asociaal. Want zo’n beleid maakt de doorstoot van gezinnen

onmogelijk.”

Om fenomenen zoals NIMBY (Not In My Backyard) en BANANA (Build Absolutely Nothing Anywhere Near Anyone) tegen te gaan is een eenduidige ruimtelijke ordening cruciaal, liefst op basis van korte nota’s met een duidelijke omschrijving van de bestemmingen en niet, zoals nu, door zaken overmatig te specificeren, en eerder door te bepalen wat er niet mag komen in plaats van te detailleren wat er wel mag komen.

Kleiner bouwen als oplossing?

Piet Derriks, managing director van Immoweb en bestuurder van Realo, wees er bijkomend op dat de vastgoedkracht sinds 2022 er sterk op achteruit is gegaan. Maar tegelijk is de oppervlakte van onze woningen gemiddeld hoger dan in andere Europese landen. Een mogelijke oplossing bestaat er in kleiner te bouwen en bijvoorbeeld 15 à 20 m² in te boeten. Waarom dan de bouw van kleinere wooneenheden vanuit de overheid nog zo bemoeilijken?

Benediekt Van Damme, waarnemend administrateur-generaal van Wonen in Vlaanderen, deelde mee dat de huidige Vlaamse regering in een investeringsvolume van 6 miljard euro voor sociale woningbouw voorziet. De huurwaarborg, waardoor Vlamingen tot 100% kunnen lenen, staat echter on hold. Bij de mogelijkheid om sociale woningen via modulaire woonunits te realiseren stelt zij bij de woonmaatschappijen koudwatervrees vast. En ook het geconventioneerd verhuren (verhuren onder de markthuurprijs én met een subsidie) heeft nog niet bereikt wat was verhoopt.

Op basis van een representatief onderzoek is volgens Jeroen Sleurs, algemeen directeur van de Gezinsbond, gebleken dat bij 92% van de gezinnen de ouders bij de verwerving van een woning willen helpen maar dat 42% dat maar in beperkte mate kan doen en 19% daarvoor niet de middelen heeft. Op het vlak van woningrenovatie valt op dat 50% van de gezinnen geen weet heeft van het huidige energiepeil van de woning. Om renovaties aan te moedigen pleit de Gezinsbond vooral voor een

" Ontwikkelaars zullen nooit woningen realiseren die niet financierbaar zijn. Want dan gaan zij failliet. "

versterking van Mijn Verbouwlening met soepelere terugbetalingsfaciliteiten.

Hoe beter presteren in de bouw?

Michel Vanderstraeten, gedelegeerd bestuurder van de VDS Group, sprak over de lage marge in de bouw (amper 2% bij de klasse 8-bedrijven) en over de lagere productiviteit (+ 1,3% per jaar in de bouw tegenover +2,1% per jaar in de industrie). Maar er zijn (ook in bouw) ‘outperformers’: het zijn doorgaans bedrijven die beschikken over een ecosysteem, bij het ontwerp betrokken zijn en zo kostprijs en uitvoerbaarheid kunnen bewaken.

Hij overliep diverse PPS-projecten waarbij de VDS Group betrokken was, maar gaf ook aan dat het residentieel aandeel in het orderboek intussen van 70% naar 25% is gezakt. Stijgende bouwprijzen en financieringskosten fnuiken de haalbaarheid van vastgoedprojecten. Maar er is meer. Het aandeel van de technieken in bouwprojecten is verdubbeld. Binnenstedelijke ontwikkelingen kosten 20% meer door de extra verwikkelingen die daarmee gepaard gaan. En dan zijn er de extra kosten op het vlak van grondverzet, bronbemalingen, elektrificatie enz. Opdat de bouw in de toekomst goedkoper zou worden, verwacht Michel Vanderstraeten veel van de verplaatsing van de bouwactiviteiten off-site.

Onderteken de open brief Bouwen maakt wonen betaalbaar

Bewust, beschermd en voorbereid: digitale veiligheid in de bouw

De digitalisering van de bouwsector versnelt, en daarmee nemen ook de cyberrisico’s toe. Waar vroeger vooral fysieke beveiliging volstond, is digitale weerbaarheid nu cruciaal. Cyberaanvallen zoals phishing en ransomware treffen niet enkel grote bedrijven, maar steeds vaker ook kmo’s in de bouw. In dit artikel gaan we kort in op de uitdagingen en oplossingen rond cybersecurity in de sector, met aandacht voor bewustwording, regelgeving (zoals NIS2) en initiatieven zoals

Friendly Phishing van Embuild Vlaanderen

Blijven investeren is noodzakelijk

Uit de Cybersecurity Barometer van 2023 en 2024 blijkt dat bouwbedrijven reeds de vereiste basismaatregelen nemen. Toch schort het aan geavanceerde ingrepen zoals encryptie, biometrische authenticatie en penetratietesten.

Vooral kleine ondernemingen lopen achter. Slechts één derde beschikt over

volledige procedures en het volgen van opleidingen is nog niet overal gangbaar. Hoewel bijna de helft meer budget vrijmaakt, blijft de hogere frequentie van incidenten een bedreiging. Zonder structurele en meer geavanceerde investeringen in techniek, de uitbouw van processen en de bewustwording van de medewerkers blijft de sector kwetsbaar. De Vlaio-barometers zijn raad-

pleegbaar via https://www.vlaio.be/ nl/begeleiding-advies/digitalisering/ cybersecurity/waarom-inzetten-op-cybersecurity/cs-barometer.

Veranderende wetgeving moet verkoopstroef worden

De invoering van de Corporate Sustainability Reporting Directive (CSRD)

vereist uitgebreide ESG-rapportage en verhoogt de nood aan veilige data-uitwisseling. Bijkomend wordt cybersecurity ook steeds vaker opgenomen in aanbestedingen, waarbij aandacht gaat naar dataveiligheid en opslaglocaties.

De in oktober 2024 gestarte NIS2 (tweede Network and Information Systems richtlijn) verplicht kritieke sectoren tot strikte veiligheidsmaatregelen. In essentie beoogt deze NIS2-richtlijn dat overheden de nodige aandacht aan cybersecurity besteden, en verplicht zij de belangrijkste operatoren in de kritieke sectoren van onze samenleving ertoe om strikte veiligheidsmaatregelen te nemen en incidenten te melden.

Bouwbedrijven die toeleveren aan deze sectoren moeten voorbereid zijn op eisen rond digitale veiligheid van hun klanten. Ze moeten de wetgeving omarmen en de verplichting in hun commerciële bedrijfvoering inpassen als een verkoopstroef

Waarom technologie, mensen en processen samen het verschil maken

Een doeltreffende en hollistische cyberstrategie vereist meer dan technische middelen. Regelmatige updates, sterke paswoorden en MFA (Multi-Factor Authentication) vormen de basis. Geavanceerde tools zoals SIEM (Security Information and Event Management) en IDPS (Intrusion Detection and Prevention System) beschermen tegen meer geavanceerde dreigingen.

De menselijke factor blijft echter de zwakste schakel. Regelmatige opleidingen, phishingsimulaties en -feedback verhogen het bewustzijn. Een formeel beleid, incident response- plannen en data-classificatie versterken de organisatie. Ook leveranciersbeheer en de aanstelling van een Security Officer zijn aanbevolen.

Strategieën moeten ook dynamisch zijn: evaluaties, audits en aanpassingen zijn essentieel om bij te blijven met evoluerende bedreigingen. Een centraal informatiepunt voor bedrijven is de website van de Cybersecurity Coalition Belgium, terug te vinden op https:// ccb.belgium.be/nl/bedrijven-en-organisaties.

Zwakste schakel blijft de mens

Een effectieve bewustmaking is essentieel en de versterking van deze verdedigingslinie gebeurt door een cybersecurity awarenesscampagne d.w.z.een georganiseerde en structurele communicatie- en opleidingsaanpak. Thema’s zoals veilig wachtwoordgebruik, informatiebeveiliging, clean desk policy en phishing aanvallen komen hierin aan bod

Phishingsimulaties trainen medewerkers in het herkennen van pogingen en microlearnings versterken dit met korte, gerichte lessen. Embuild Vlaanderen werkte samen met Outkept in het project ‘Friendly Phishing’, dat via VLAIO een jaar lang gratis training aanbood aan Vlaamse bouwbedrijven. 75 bouwbedrijven namen hieraan deel. De resultaten zijn raadpleegbaar via www.embuildvlaanderen.be/projecten/friendly-phishing/.

Herhaling en variatie zijn belangrijk in een campagne: via workshops, quizzes, posters en nieuwsbrieven blijft het onderwerp levendig. Tools zoals meldprocedures en checklists zorgen ervoor dat veilig gedrag in de praktijk wordt toegepast. Het meten van resultaten en bijsturen is cruciaal voor succes bij de gedragsverandering naar en de adoptie van cyberveilig werken

Ondersteuning door de Vlaamse overheid te weinig bekend

Bouwbedrijven maken te weinig gebruik van overheidssteun. Hierna volgende zin toevoegen: Slechts 2% van de cybersecurity verbetertrajecten werden uitgevoerd bij bouwbedrijven. VLAIO (Vlaams Agentschap Innoveren en Ondernemen) ondersteunt ondernemingen met inhoudelijk advies en financiële steun

Kmo’s krijgen 50% subsidie, nietkmo’s die onder NIS2 vallen 35%. Ook via de kmo-portefeuille kunnen subsidies voor cybersecurity-opleidingen tot 45% verkregen worden. Bedrijfsadviseurs van VLAIO begeleiden ondernemingen bij het vinden van partners en het uitbouwen van een netwerk rond cyberveiligheid. Hiervoor verwijzen wij naar https://www.vlaio.be/nl/begeleidingadvies/digitalisering/cybersecurity.

Besluit

Cybersecurity is een strategisch aandachtspunt geworden voor bouwbedrijven. Investeringen in technologie, processen en opleiding zijn niet meer wenselijk maar essentieel. Met initiatieven zoals Friendly Phishing, VLAIO-steun en erkende dienstverleners kunnen ook kmo’s hun digitale weerbaarheid versterken. Tenslotte moet cyberveiligheid een gedeelde verantwoordelijkheid worden binnen elke organisatie om blijvend gewapend te zijn tegen digitale dreigingen.

MEER INFO : peter.vandamme@embuild.be via cybersecurity verbetertrajecten. Afhankelijk van de maturiteit van de onderneming biedt men een START-, MEDIUM- of PLUS-pakket aan. Deze variëren van analyse en actieplan tot uitgebreide begeleiding, met kostprijzen tussen 8.500 en 35.000 euro (exclusief btw).

Samen de transformatie naar duurzaam en betaalbaar bouwen waar maken

Veertien organisaties hebben zich geschaard achter het overkoepelend sectorplan BuildForward 2030. Op het event NEXT van 29 april hebben zij zich ertoe geëngageerd om mee te werken aan de transformatie van de sector. Die transformatie gaat niet elk individueel bedrijf alleen aankunnen. Het is een gedeelde uitdaging waarbij samenwerking centraal zal staan.

En die samenwerking stond centraal bij de totstandkoming van het sectorplan BuildForward 2030, beklemtoonde Olivier Vandooren, CEO van Buildwise, in zijn welkomstwoord. Het plan BuildForward 2030 werd niet uitgedokterd door een besloten groep van experten, maar kreeg via een co-creatief traject met een ecosysteem van 14 actoren vorm.

Het NEXT-event markeert dan ook het begin van een lange-termijntraject. Anderen zijn meer dan welkom om zich aan te sluiten en mee aan de uitvoering vorm te geven. Want de transformatie die de sector momenteel meemaakt, moeten wij niet zomaar ondergaan: die moeten wij allemaal zelf vastgrijpen. “Be part of the change” luidde dan ook de hoofdboodschap van het event.

Tom Willemen, voorzitter van het visiecomité van Buildwise, beklemtoonde hoe belangrijk het is om vooruit te kijken. Het in 2019 opgerichte visiecomité heeft hiertoe al 6 studies afgewerkt: over de transformatie van de stad, de circulariteit en de digitalisering in de bouw, de financierbaarheid van projecten, de megatrends in de bouw en de verdieping daarvan. Een laatste, zevende studie van het visiecomité is nu dieper ingegaan op de impact van AI (Artificiële Intelligentie) op de bouw.

Meer werken in co-creatie

Een belangrijk aandachtspunt betreft de toepassing van ecosystemen in de bouw. Hoe kunnen wij samen extra meerwaarde creëren voor de bouwketen en de klanten? Dat is nu volgens Olivier Vandooren de hamvraag. Bin-

Groepsfoto met al de sprekers en de huidige partners van BuildForward 2030.

nen Buildwise werd daarom vorig jaar beslist om het Technisch Comité Architecten om te vormen tot het TC Co-design Proces. Ook wordt er bekeken hoe prestaties beter in bestekken kunnen worden geïntegreerd om zo de toepassing van innovatievere oplossingen te bevorderen.

Niko Demeester, CEO van Embuild, sprak klare taal over de huidige problemen van de bouw: moeilijke vergunningenparcours en hoger dan geraamde kosten in combinatie met kleinere marges. Die problemen moeten wij met een ruime groep van partners aanpakken. De bouw moet niet alleen duurzamer, maar ook productiever worden. En hoe moeten wij dit doen? Door meer samen te werken, door meer te innoveren (ook op logistiek vlak) en door extra meerwaarde te creëren.

Drie cruciale uitdagingen

Vervolgens gingen de sprekers dieper in op de uitdagingen voor de sector. Jan Parys, voorzitter van de organisatie van advies- en ingenieursbureaus ORI, ging dieper in op de eerste uitdaging: de duurzame ontwikkeling. Die uitdaging blijft onontkoombaar. Denk maar aan de klimaatverandering die niet verdwijnt. Droogtes en overstromingen zullen het nieuws blijven bepalen. Tegelijk is de uitdaging uiterst veelzijdig: naast ecologische bevat zij eveneens sociale en economische aspecten. Duurzaamheid kan bouwen duurder maken, indien men het evenwicht tussen die aspecten uit het oog verliest. De evolutie op Europees vlak, waar men van green deal naar clean industrial deal gaat, past daarin. Competitiviteit komt er iets nadrukkelijker in naar voren.

Koen Kempeneers, voorzitter van Bouwunie, sprak over de tweede uitdaging: de betaalbaarheid van het bouwen. En dan gaat het niet alleen over de kosten van materialen en personeel, maar ook over de kosten van de bouwgronden. Koen Kempeneers waarschuwde dat we op een bouwcrisis afstevenen: het aantal bouwvergunningen blijft maar dalen. Het is dus belangrijk om met gans de sector aan betaalbare oplossingen te werken die tegelijk de rentabiliteit van de bouwbedrijven vrijwaren.

En zo kwam het event als vanzelf op de derde uitdaging van de sector uit: de verhoging van rentabiliteit en productiviteit. Fan-

Thomas Scorier, voorzitter van Buildwise, met de vlaggen met de logo's van de partners op de achtergrond.

ny Verschraege, Customer Service Manager van Buildwise, stelde hiervoor oplossingen voor zoals lean bouwen, nieuwe logistieke methoden en modulair bouwen. “In het licht van de trage groei en de beperkte productiviteit van de sector moeten wij meer op elkaar afstemmen, en inzetten op sterkere processen.”

Samenwerken met ontwerpers en producenten

Het event focuste vervolgens op de drie pijlers van BuildForward 2030: samenwerken, innoveren en meerwaarde creëren voor de eindklant en de sector. Steven Lannoo, directeur van Netwerk Architecten Vlaanderen (NAV), stelde dat de traditionele tripartite in de bouw (met opdrachtgever, ontwerper en aannemer) steeds meer plaats maakt voor een rondetafelconfiguratie. Volgens hem moeten wij ook afstappen van de paraplumentaliteit in de bouw en meer in vertrouwen samenwerken, meer met Design & Build-contracten werken en met een algemeen typebestek.

Frank Vanhove, voorzitter van de BouwMaterialenProducenten (BMP), stelde dat de producenten nu volop innoveren en investeren om hun voetafdruk te verminderen. Maar ook daarvoor is samenwerking nodig, "

De bouw is nog te veel een wereld van unieke prototypes en innoveert te weinig. Vergeet dan groei en rentabiliteit. "

bijvoorbeeld door meer data uit te wisselen en door producenten meer van bij de start van projecten te betrekken.

Bouw als motor van innovatie

En zo kwam het event uit op de tweede pijler van BuildForward 2030: de omvorming van de bouw tot een impactvolle motor van innovatie. Bart De Pauw, algemeen directeur van de Butgb (Belgische Unie voor de Technische Goedkeuring in de Bouw), betoogde dat voor innovatieve oplossingen (zowel producten als systemen) de nood aan certificatie almaar zal toenemen. De Butgb kan hierop inspelen, omdat ze bij kan dragen tot het opbouwen van vertrouwen.

Herman Derache, algemeen directeur van Sirris (het collectief centrum van de Belgische technologische industrie), stelde dat de bouw nog te veel een wereld van unieke prototypes is en te weinig innoveert. Groei van productiviteit en rentabiliteit is in die context heel moeilijk. In de industrie zijn volgens hem heel wat concepten ontwikkeld waaruit de bouw kan leren, met name op het vlak van industrialisatie, digitalisatie en artificiële intelligentie. Omgekeerd kan de industrie ook leren van de bouw. De bouw werkt met een succesvolle collectieve aanpak, die inspirerend kan zijn.

Peter Claeys, directeur van Volta, signaleerde dat elektriciteit steeds meer dé energiedrager bij uitstek wordt en de installateur steeds meer een energie-adviseur moet zijn. Zich hieraan aanpassen is voor de installateur dan ook een must. AI-consultant Gorik Rutten van Buildwise demonstreerde tot slot hoe AI kan helpen om in lange bestekken specifieke elementen, zoals bijvoorbeeld isolatie, te distilleren of om in die bestekken inconsistenties op te sporen.

Klantengerichte waardencreatie

Het event sloot af met de derde pijler van BuildForward 2030: klantgerichte meerwaardecreatie. Bruno Vandenwijngaert, CEO van Constructiv gaf een alternatieve omschrijving van de bouw: in plaats van ‘dangerous’, ‘dirty’ en ‘difficult’ moet de sector zich profileren als ‘dynamic’, ‘digital’ en ‘diverse’. Innovaties helpen om het imago van de sector op te poetsen, en nieuw talent aan te trekken.

FLUX+ WALL

De revolutie in D+ ventilatiesystemen

 30% lager energieverbruik t.o.v. vergelijkbare apparaten

 Geïntegreerde vocht-, CO2- en VOC-detectie

 Elk onderdeel gewisseld binnen de 5 minuten

 Unieke begeleide inregelflow dankzij de Renson installer app

Eva Van den Bossche, directeur van het OCW (Opzoekingscentrum voor de Wegenbouw), gaf aan dat de wegensector, meer dan de gebouwensector, ervaring heeft met alternatieve samenwerking en contractvormen die openheid voor innovatie stimuleren. Tegelijkertijd benadrukte ze dat de opdrachtgevers van de wegensector veel belang hechten aan betaalbaarheid én duurzaamheid.

Na een laatste oproep van de voorzitter van Buildwise, Thomas Scorier, om deel uit te maken van de toekomstige transformatie van de bouw plantte elk van de 14 participerende organisaties de vlag met hun logo als teken van hun engagement om daar effectief werk van te maken.

" Be part of the change."

Build Your Home helpt bouwers en verbouwers de vakman vinden die ze nodig hebben om hun droomhuis te realiseren.

Vul je gegevens op Build Your Home aan, zodat (ver)bouwers je bedrijf vinden en zien wat jij in je mars hebt. Pak uit met je mooiste realisaties en overtuig de klant van je vakmanschap. Het kost je maar enkele minuten en is helemaal gratis bovendien!

Een volledig profiel betekent:

 Meer zichtbaarheid

 Meer vertrouwen bij klanten

 Meer kans op nieuwe opdrachten  Gratis reclame voor je bedrijf

je

Met ISOBUILD sterker als isolatiedistributeur

Met ISOBUILD is sedert begin mei van dit jaar een volledig nieuwe business unit tot stand gekomen die zich specifiek toelegt op de distributie van isolatiematerialen voor de bouwschil. Maar deze unit bouwt verder op de jarenlange expertise van drie bedrijven die als distributeurs naam en faam hebben verworven: WaeyaertVermeersch Isolatie uit Kortemark, Caremiso uit Verviers en Isowill uit Hoboken. Wij hadden een gesprek met de twee managing directors van de nieuwe unit: Danny Van den Branden en Nico Vermeersch.

De doelstellingen van de versterkte samenwerking zijn duidelijk: de reeds sterke positie van de betrokken bedrijven op het vlak van voorraadbeheer en logistieke dienstverlening nog verder verbeteren, met het ISOBUILD-netwerk voortaan gans België bestrijken, de jarenlange expertise als gespecialiseerde distributeur verder uitbouwen en het reeds uitgebreide assortiment verder uitbreiden.

Bundeling van krachten

De bedrijven Waeyaert-Vermeersch Isolatie, Caremiso en Isowill dateren alle drie van de jaren 60 en 70 van de vorige eeuw. Intussen hebben zij dus al heel wat expertise op isolatievlak kunnen opbouwen. Het nieuwe logo en de nieuwe overkoepelende benaming staan vooral voor een versterkte bundeling van de krachten.

Maar voor het overige blijven de drie betrokken bedrijven op hun huidige locaties. Ook de adressen, telefoon- en btw-nummers blijven dezelfde. Waeyaert-Vermeersch, Caremiso en Isowill die voortaan ISOBUILD KORTEMARK, ISOBUILD HOBOKEN en ISOBUILD VERVIERS heten, waren trouwens eerder al zusterbedrijven binnen de Europese IPCOM-holding die eveneens vanuit België wordt aangestuurd. Ook Crosslink, een zusterbedrijf van Isowill dat een uitgebreid assortiment isolatie- en bouwspecialiteiten verdeelt, zal zich aansluiten bij de ISOBUILD GROUP en voortaan onder de naam ISOBUILD CROSSLINK de markt betreden.

Thuis in alle bouwsegmenten

ISOBUILD is geen producent of plaatser van bouwisolatiematerialen maar een ‘pur sang’ distributeur. De nieuwe unit legt zich specifiek toe op de distributie van isolatiematerialen voor de ganse bouwschil in de brede zin van het woord. De betrokken gebouwen kunnen zeer divers zijn: woongebouwen, handelsgebouwen en andere niet-residentiële gebouwen maar ook industriële en agrarische gebouwen. Op al deze vlakken beschikt ISOBUILD over de nodige expertise.

Specifieke bouwtechnische knowhow

Nico Vermeersch: “Wij onderscheiden ons vooral door onze specifieke bouwtechnische knowhow. Wij adviseren niet alleen aannemers maar ook architecten en studiebureaus bij de keuze van de gepaste producten en helpen hen met de nodige berekeningen, zodat telkens de isolatie wordt geplaatst die precies aan de eisen van de opdrachtgever beantwoordt. Bovendien worden bouwen en isoleren steeds complexer. De isolatie moet bijvoorbeeld beantwoorden aan een steeds strengere en veelzijdigere reglementering”.

Danny Van den Branden: “Wij zien bij de voorschriften een voorzichtige tendens naar ecologische isolatiematerialen. Voorlopig gaat het nog om een nichemarkt maar als groep gaan wij hier in de toekomst zeker meer op inzetten en hiervoor een ‘green-line’ creëren.”

Logistiek sterk

En Danny haalt vervolgens nog een belangrijke troef aan: “Op logistiek vlak maken wij ons sterk dat wij op alle dagen overal in België kunnen leveren. Onze logistieke sterkte heeft onder meer te maken met het feit dat wij hiervoor met eigen mensen werken. Het transport naar onze klanten gaan wij niet uitbesteden. Onze chauffeurs zijn mensen met kennis van zaken.”

Buiten ISOBUILD voor de isolatie van de bouwschil is binnen de IPCOM-groep eveneens ISOPARTNER actief. De distributie van technische isolatie, passieve brandbescherming en geluidsisolatie, die voorheen via Isowill plaatsvond, gebeurt voortaan onder de naam ISOPARTNER BELGIUM. Verder maakt ook Isolteam deel uit van de IPCOM-group in België. Isolteam is een specialist in isolatiewerkzaamheden en de plaatsing daarvan. Zij valt echter niet onder de ISOBUILD GROUP.

Nico Vermeersch
Danny Van den Branden

Exper ts in insulation Experts in insulation

We zijn verheugd om aan te kondigen dat Isowill, Caremiso, Waeyaert-Vermeersch Isolatie en Crosslink vanaf nu onder een nieuwe naam zullen verdergaan. De IPCOM-groep lanceert een nieuwe business unit, gespecialiseerd in de distributie van bouwisolatie: ISOBUILD.

De verschillende vestigingen behouden hun lokale karakter als isolatiepartner, maar profiteren van een uitgebreider assortiment, een toename in expertise!

U kunt uiteraard blijven rekenen op onze vertrouwde service en kwaliteit!

We blijven actief op onze vertrouwde locaties, die voortaan bekendstaan als ISOBUILD HOBOKEN, ISOBUILD VERVIERS, ISOBUILD KORTEMARK en ISOBUILD CROSSLINK.

BOUW ISOLATIE

INDUSTRIEBOUW ISOLATIE

AGRARISCHE ISOLATIE

AKOESTISCHE ISOLATIE

Slimme aanpak van het onderhoud van technische installaties

Vanaf 2025 zal het verplicht zijn om grote tertiaire gebouwen uit te rusten met een gebouwbeheersysteem (GBS). De hierdoor gegenereerde informatie opent de deur naar nieuwe functionaliteiten zoals het predictieve onderhoud van deze installaties.

In grote gebouwen wordt het onderhoud van het systeem vaak toevertrouwd aan gespecialiseerde bedrijven. In dat geval wordt de onderhoudsstrategie geformaliseerd in een onderhoudscontract waarin de te behalen eisen en doelstellingen duidelijk gespecifieerd worden.

De verschillende onderhoudstypes

Bij een curatief of herstellend onderhoud (zie schema) wacht men tot er een panne optreedt alvorens in te grijpen. Dit onderhoud kan met spoed ingepland worden of uitgesteld worden volgens de regels van het onderhoudsplan.

Het is ook mogelijk om het risico op storingen of defecten te voorkomen door preventief onderhoud uit te voeren. In tegenstelling tot de curatieve aanpak, biedt dit onderhoudstype de volgende voordelen:

● de vrijwaring van het comfort en de gezondheid van de gebruikers

● het behoud van de energieprestaties van de systemen

● de vermindering van het aantal noodinterventies

● de verlenging van de levensduur van de installaties

● het voorkomen van gevaarlijke effecten of kettingreacties als gevolg van een storing.

Er bestaan twee soorten preventief onderhoud: systematisch en conditiegebaseerd. Systematisch onderhoud bestaat erin om op regelmatige tijdstippen preventieve acties uit te voeren, ofwel in functie van de tijd die verstreken is sinds de laatste interventie, ofwel in functie van de werkingstijd van het toestel.

Conditiegebaseerd onderhoud maakt het

De onderhoudstypes worden onderverdeeld in verschillende categorieën gedefinieerd door de norm NBN EN 13306.

dan weer mogelijk om preciezer te bepalen welke acties ondernomen moeten worden en welke toestellen preventief vervangen moeten worden. Dit is gebaseerd op waarnemingen of indicatoren die erop wijzen dat er een storing dreigt. Dus, in tegenstelling tot het systematische onderhoud, voorkomt het conditiegebaseerde onderhoud de voortijdige vervanging van toestellen die nog in staat zijn om hun functie te vervullen. Deze methode vereist echter dat er gegevens verzameld worden over het onderzochte element (toestel, systeem ...).

Er zijn twee subcategorieën: niet-gepland conditiegebaseerd onderhoud en gepland conditiegebaseerd onderhoud, vaak predictief onderhoud genoemd.

Bij niet-gepland conditiegebaseerd onderhoud worden drempelwaarden vastgelegd in de vorm van expliciete regels voor bepaalde installatieparameters (debiet, temperatuur, drukverlies ...). Het overschrijden van deze drempelwaarden geeft aan dat het onderzochte element slecht functioneert.

Voor het predictieve onderhoud worden ook gegevens over de werking van de installatie gebruikt. Dankzij meer geavanceerde analysemethoden die gebruikmaken van deze gegevens en hun historiek kan men bepalen of het toestel naar verwachting presteert. Deze

geavanceerde methoden bieden betere prestaties doordat ze subtiele afwijkingen kunnen detecteren. Dit maakt het mogelijk om storingen in een vroeg stadium op te sporen en proactief onderhoud te plannen.

Het potentieel van predictief onderhoud

In het kader van de EPB-regelgeving wordt de installatie van een GBS vanaf 2025 verplicht voor grote tertiaire gebouwen en vanaf 2030 voor kleinere gebouwen. Om predictief onderhoud mogelijk te maken, zijn de kosten dan beperkt tot de ontwikkeling en integratie van

Samenvatting van een artikel, verschenen op de pagina’s 18-19 van het Buildwise Magazine 2024/4. Enkel het originele Buildwise-artikel geldt als referentie.

analysemethoden in de GBS-omgeving. Predictief onderhoud is niet alleen weggelegd voor grote gebouwen die uitgerust zijn met een GBS. Het kan immers ook toegepast worden op één enkel toestel (ketel, warmtepomp ...) of op kleinere technische installaties

Om deze innovaties op de voet te volgen, neemt Buildwise momenteel deel aan het PREMAI-project (PREdictive Maintenance using AI). Dit project, ondersteund door Innoviris, onderzoekt het potentieel van artificiële intelligentie (AI) voor de ontwikkeling van de analysemethoden waarop predictief onderhoud gebaseerd is.

De nieuwe TV 296 ‘Gevelreiniging’

De nieuwe Technische Voorlichting 296 die dit jaar uitgegeven werd door Buildwise telt 80 rijkelijk geïllustreerde en gedetailleerde pagina's en geeft een overzicht van alle richtlijnen in verband met gevelreiniging . Ze onderstreept het belang van het herstellen van de gevels in een voldoende schone staat, met behoud van de patina en de sporen van de tijd. De technische aandachtspunten die bij deze gevelreiniging belangrijk zijn, komen uitgebreid aan bod.

Het document presenteert de verschillende gevelmaterialen, zoals natuursteen, gefabriceerde materialen en afwerkingen en voegwerk, en geeft aan welke reinigingstechnieken geschikt zijn voor elk type materiaal. Er wordt ook dieper ingegaan op de factoren die de gevelvervuiling beïnvloeden, zoals de oppervlaktetoestand, de fysisch-chemische wijzigingen, uitbloeiingen, stof, roet, vlekken en biologische vervuiling.

De reinigingstechnieken worden in drie grote groepen ingedeeld: watergebaseerde methodes, scheikundige methodes en mechanische methodes. Elke methode wordt in detail beschreven, met de voordelen en nadelen ervan en met de mogelijke toepassingsgebieden. Het document hamert erop dat de keuze van de reinigingstechniek afgestemd moet worden op de aard en de staat van de gevelmaterialen en het type vervuiling.

Het is zinvol om over te gaan tot voorafgaandelijke proeven om de meest geschikte uitvoeringsparameters en uitvoeringstechnieken te bepalen. Ook de afscherming van de oppervlakken die niet gereinigd worden,

komt aan bod, met advies over de beschermingsmaterialen en hun uitvoeringstechnieken.

Het document behandelt eveneens een aantal specifieke gevallen zoals de reiniging van metalen, de verwijdering van vlekken, gevelverven en graffiti, en reikt voor elke situatie gepaste methodes en producten aan.

Ten slotte gaat de TV 296 ook nog in op de kwalitatieve en kwantitatieve beoordeling van een gevelreiniging. Hiertoe worden er een aantal criteria en meetmethodes aangereikt waarmee het mogelijk is om de doeltreffendheid van de reiniging en het materiaalbehoud te controleren. Ze eindigt met een overzicht van de Belgische wetgeving inzake gevelreiniging, met aandacht voor de technische aspecten, veiligheidsmaatregelen, milieuoverlast en de noodzaak van een bouwvergunning voor erfgoedgebouwen. Een lijst met naslagwerken over gevelreiniging rondt deze nieuwe TV volledig af. Surf snel naar www.buildwise.be en lees de TV! Ze is immers onmisbaar voor de sector!

Een handleiding voor de digitale Onderhoudsgids voor duurzame gebouwen

De vierde uitgave van de Onderhoudsgids voor duurzame gebouwen van Buildwise, die dateerde uit 2023, heeft een volledige digitale update gekregen die beschikbaar is via de rubriek ‘Rekentools’ op de website www.buildwise.be. Om je te helpen bij het gebruik van deze digitale Onderhoudsgids, staat er nu ook een online handleiding ter beschikking.

Ken je het gezegde ‘Voorkomen is beter dan genezen’? Toegepast op de bouw zou je kunnen zeggen: ‘Onderhouden is beter dan herstellen’. Temeer omdat herstellingen altijd aanzienlijk duurder uitvallen dan een eenvoudig onderhoud. Herstellingen die vermeden hadden kunnen worden door een ‘normaal’ onderhoud zijn dan ook een frequente bron van geschillen.

Om hieraan te verhelpen, publiceerde Buildwise in 2023 de vierde uitgave van zijn Onderhoudsgids voor duurzame gebouwen, waarbij zowel rekening gehouden werd met de laatste evoluties binnen het bouwwezen als met de alsmaar strenger en uitgebreider wordende reglementeringen. Elk hoofdstuk van de Gids bevatte een aantal artikels, gewijd aan een welbepaald onderdeel, materiaal of bouwsysteem. De rubriek ‘Prestaties’, aangevuld met een reeks actuele referentiedocumenten, gaf dan weer een overzicht van de diverse werkzaamheden die per bouwelement, materiaal of installatie uitgevoerd moesten worden (controle, reiniging, andere interventies …).

De

digitale Onderhoudsgids

Aangezien niet alle technieken en gebouwelementen in elk project aanwezig zijn, is het echter niet altijd zinvol om de integrale versie van de Onderhoudsgids aan de bouwheer te bezorgen. De digitale update biedt de aannemer daarom de mogelijkheid om dit document aan te passen aan de context van het project. De gebruiker kan met andere woorden een selectie maken van de gebouwelementen en de bijhorende maatregelen die hem interesseren. Niets dan voordelen dus!

De Onderhoudsgids voor duurzame gebouwen uit 2023.

Handleiding

Om je te helpen bij het gebruik van de digitale Onderhoudsgids, staat er nu ook een online handleiding ter beschikking. Hierin staat beschreven hoe je correct kan inloggen

met je Buildwise-account, hoe je de taal kan instellen, hoe je de gids kan personaliseren, hoe je persoonlijke onderhoudsmaatregelen kan toevoegen ... Je vind er ook hoe je een specifieke zoekopdracht kan uitvoeren, hoe je de gewenste onderhoudsmaatregelen kan selecteren en andere kan toevoegen, hoe je wijzigingen kan aanbrengen en dergelijke meer.

Kreeg je reeds te maken met andere specifieke technische problemen bij het gebruik van je digitale Onderhoudsgids, zoals registratieknoppen die geblokkeerd blijven of persoonlijke maatregelen die geregistreerd maar niet zichtbaar zijn? In de handleiding, die net zoals de Gids zelf beschikbaar is in de rubriek ‘Rekentools’ op de website www.buildwise.be, vind je alle informatie die je nodig hebt om je surfervaring te optimaliseren.

Deze handleiding vergemakkelijkt het gebruik van de Onderhoudsgids voor duurzame gebouwen.

Onderhoud van gebouwen: de sleutel tot duurzame kwaliteit

Een goed onderhouden gebouw blijft veilig, efficiënt en waardevast. Buildwise toont je wat wanneer onderhouden moet worden: van daken en technieken tot gevels. Voorkomen is hierbij beter dan genezen: dankzij onze heldere richtlijnen en onderhoudsfrequenties anticipeer je slim op problemen en beperk je dure ingrepen. Bij Buildwise vind je nu alles wat je nodig hebt om het onderhoud doeltreffend aan te pakken: van een digitale Onderhoudsgids op maat en praktische richtlijnen voor gevelreiniging tot interessante publicaties voor de gebouwschil, de afwerking alsook de installaties. Laat je ondersteunen door onze expertise en bouw mee aan de betrouwbare gebouwen van morgen.

Ontdek het volledige aanbod op https:// buildwise.direct/onderhoud-van-gebouwen.

Station van Mechelen ondergaat complete transformatie

Het station van Mechelen ondergaat momenteel een complete gedaanteverandering. Omdat het station tijdens de werken operationeel moet blijven, verlopen de werken in verschillende fasen waarbij telkens 2 of 3 perrons tegelijk worden aangepakt. Op dit ogenblijk werkt de Tijdelijke Maatschap Artes Roegiers en CIT Blaton samen aan de vernieuwing van de perrons 8, 9 en 10. Deze fase zal tot eind 2026 in beslag nemen. Artes Roegiers en CIT Blaton zullen nadien de overige perrons aanpakken. Die werken zullen tot medio 2030 lopen.

Het stationsgebouw van Mechelen heeft al een bewogen geschiedenis achter de rug. Mechelen was aanvankelijk het centrale knooppunt van het Belgische spoorwegnet. Al in 1838 werd een eerste stationsgebouw voltooid. Vijftig jaar later werd dit gebouw vervangen door een nieuw station met een overkapping uit staal en glas. Door de bombardementen van de tweede wereldoorlog drong de bouw van een nieuw station zich op. Dat werd in 1959 ingehuldigd.

Maar intussen vonden de NMBS en de stad Mechelen dat de tijd rijp was voor opnieuw een nieuw station waarbij tegelijk de wijk rond het station volledig wordt heraangelegd. Eerder al werd langs de oost/achterzijde van het station een nieuwe verbindingsweg van 2,7 km tussen de Brusselsesteenweg en de N15 aangelegd, de zogenaamde ‘tangent’. In 2017 werden de ruwbouw voor die tangent en de aansluitende ondergrondse parking voltooid en in 2020 werd de bypass met de perrons 11 en 12 in gebruik genomen met een eerste exemplaar van de nieuwe overkapping boven die sporen.

Gefaseerde uitvoering

De opdracht die NMBS en De Lijn nu aan Artes Roegiers en CIT Blaton hebben toevertrouwd, heeft betrekking op de overige 10 sporen. Deze opdracht zal ongeveer 100 miljoen euro kosten . Een eerste fase van die werken betrof de vernieuwing van de sporen 1 en 2 die inmiddels al in gebruik werden genomen. Op dit ogenblik zijn dus de perrons 8, 9 en 10 aan de beurt.

Er zijn voorstellen geweest om de werken gradueel te laten opschuiven vanaf perron 11 en 12 naar perron 1 en 2, zoals in het station van Gent Sint-Pieters gebeurt. Maar dat bleek in het station van Mechelen niet mogelijk. Een bijzonder kenmerk van dit station is dat de helft van de sporen zich op een hoger niveau bevindt dan de andere helft. Volgens de NMBS moesten op beide helften altijd sporen beschikbaar blijven.

Logistieke uitdagingen

Vandaar dat eerst de twee uiterste perrons werden aangepakt en pas nadien de perrons daartussen aan bod komen. Bert Bauwens, projectmanager bij Artes Roegiers legt uit: “Vandaar dat wij nu moeten werken daartussen, momenteel op een bouwplaats die 400 meter lang en amper 24 meter breed is. Die ligging zorgt voor bijzondere problemen voor de aan- en afvoer van gronden en materialen. De toegang tot de werfzone is zeer beperkt. Wij maken daarvoor onder meer gebruik van het tracé dat nadien door de bussen zal worden benut. Schuins onder de sporen komt immers een ondergrondse doorgang voor bussen. Want het busstation zal zich in de toekomst achter het station bevinden in plaats van ervoor. Bovendien hebben wij heel wat elementen voor de afwerking van de perrons op voorhand aan de rand van de werfzone tussenin klaar gezet om ze dan gemakkelijker in de afwerkingsfase te kunnen aanleveren.”

Ruimer en dieper

De ondergrondse corridor die nu nog de perrons van het station met elkaar verbindt, is

Beschoeiingen en uitgravingen voor de perrons 8, 9 en 10.

Zicht op het nieuwe station van Mechelen vanuit het oosten.

maar 10 meter breed. In de toekomst zal onder de sporen een 100 m brede ondergrondse corridor lopen. Het is de bedoeling van die corridor een ruime plaza te maken waarin naast de trappen en de liften ook de loketten voor de reizigers en commerciële ruimten zullen uitmonden. Bovendien komt onder die plaza nog een fietstunnel en ruimte voor uitgebreide fietsenstallingen.

Om de resterende perrons en sporen die tijdens de werken in gebruik blijven op hun plaats te houden, zijn omvangrijke afschermingswerken met jet grouting vereist. De complexe voorgeschiedenis van het station heeft daarbij voor verrassingen gezorgd.

Onsamenhangende ondergrond

Bert Bauwens, projectmanager bij Artes Roegiers legt uit: “Bij de uitgraafwerken voor die wanden stoten wij geregeld op restanten van de vorige stations: op betonresten, restanten van metselwerk en zelfs op treinbielzen. Bij de bouw van de perrons 1 en 2 hadden wij geopteerd voor VHP (Very High Pressure)-wanden. Deze techniek bestaat erin grond ter plaatse te vermengen met een watercementmengsel (grout) en met fijne boorstangen groutkolommen te vormen die dienst doen als funderingselement. Maar de obstakels die wij telkens tegenkwamen, bemoeilijkten deze oefening.

© Mechelen in beweging

© Mechelen in beweging

Nadien zijn wij overgeschakeld op vernagelde wanden voor het bovenste deel van de beschoeiing. Grondvernageling bestaat erin in de grond wapeningselementen of nagels aan te brengen die de spanningen in de grond kunnen opnemen. Door deze nagels aan te brengen ontstaat dan een gewapend grondmassief. Voor het onderste deel van de beschoeiing gebruikten wij dan toch nog VHP-wanden.

In de huidige fase hebben wij in samenspraak met de NMBS een remediëringstechniek uitgewerkt waarbij we over de volledige hoogte met VHP-wanden kunnen werken. Wanneer we een massief obstakel tegenkomen, doorboren wij dat met een boormachine. Op die manier heb je een solide wand en kan de beschoeiing op een beter gecontroleerde manier gebeuren.”

Werken op nog operationele site

“Werken uitvoeren in een station dat operationeel moet blijven, is zoals een openhartope-

ratie uitvoeren op een patiënt die nog wakker is”, voegt Bert Bauwens er nog aan toe. “De passagiers moeten kunnen blijven circuleren. Perrons moeten bereikbaar blijven met trappen en liften. Een bijkomend probleem is dat het station van Mechelen maar over één corridor beschikt en niet over twee, zoals bijvoorbeeld dat van Gent Sint-Pieters. We kunnen dus geen corridor tijdelijk afsluiten.

Die éne corridor moet langs beide kanten toegankelijk blijven. Dat verplichtte ons ertoe om nu tijdelijk de circulatie met doorloopcontainers licht om te buigen om nadien opnieuw de centrale circulatie met nieuwe doorloopcontainers te herstellen. Dergelijke doorloopcontainers bleken uiteindelijk veiliger dan de open voetgangersbrug die wij voor perron 1 en 2 gebruikten. En werken in een nog operationele structuur impliceert ook vaak de bouw van provisoire trappen en schuilhuisjes.”

Superlichte luifelstructuur

Nog een bijzonderheid van het nieuwe station is de luifelstructuur. Het nieuwe station is een ontwerp van de architecten Salvatore Bono en Brent Turchak. Voor de vormgeving van het stationsgebouw lieten zij zich inspireren door de Vierendeelbruggen over het Kanaal Leuven-Dijle die nog altijd bestaan en worden gerenoveerd.

Voor de transparante partijen van de luifels werd gekozen voor ethyleen-tetrafluorethyleen (ETFE). Bert Bauwens: “Het gaat in feite om kussens van ETFE die geklemd zitten in een metalen profiel en daarna via pvc-buizen met lucht worden opgepompt. Die zijn zeer goed lichtdoorlatend, vuilwerend en vooral erg licht. Daardoor was ook een minder zware draagstructuur vereist. Onderaan aan de perrons werd wel nog voor een afscherming in glas gekozen”.

Expertise in stationsbouw

Met dit project zijn Artes Group en CIT Blaton niet aan hun proefstuk toe op het vlak van stationsbouw. Zij werkten eerder al aan de vernieuwing van het station van Oostende. Intussen staat ook de vernieuwing van het station in Ottignies op het programma. Ook deze vernieuwing, zoals dat van Mechelen, zullen Artes Group en CIT Blaton samen uitvoeren.

Huidige werfzone voor de perrons 8, 9 en 10 .

PROMO VAN DE MAAND MEI-JUNI 2025

Dagboek der Werken

Embuild

Het Dagboek der Werken (opgemaakt conform aan de eisen van de overheid), wordt bijgehouden op elke bouwplaats door de afgevaardigde van de aanbestedende overheid. Dagelijks worden alle aanduidingen in verband met de uitvoering van de werken vermeld.

Het dagboek der werken geeft een stand van zaken van de werken weer en een samenvatting van de genomen beslissingen en aangegane overeenkomsten, evenals de bevelen van het bestuur en van de ontwerper.

Het dagboek der werken wordt permanent bewaard op de bouwplaats tot aan de voorlopige oplevering van de opdracht.

Het bestuur, de aannemer en de ontwerper ontvangen meestal wekelijks een afschrift van de aantekeningen die in de afgelopen week werden opgemaakt.

Het dagboek der werken is in de eerste plaats bedoeld voor de overheidsopdrachten maar kan ook nuttig zijn voor private werken.

Speciale verkoopprijs enkel voor de maand mei-juni 2025

Ledenprijs voor deze publicatie: € 18, (exclusief BTW)

Niet-ledenprijs voor deze publicatie: € 21, (exclusief BTW)

Deze uitgave kan besteld worden via de website www.embuild.be, e-shop, categorie juridisch of door een mail te sturen naar bestellingen@embuild.be

Embuild

Digitale experten voor de bouwsector

Met onze toepassingen kunt u alle processen van een bouwbedrijf beheren, van de offeraanvraag tot de eindfactuur

De voordelen van onze geïntegreerde beheersoftware:

Tijdsbesparing van ten minste 20 %

Al uw gegevens gecentraliseerd in één softwarepakket

Geen dubbele of drievoudige gegevensinvoer meer

Mobiele toepassing beschikbaar

Informatie altijd beschikbaar in realtime

Veel snellere besluitvorming

UITZONDERLIJK AANBOD VOOR EMBUILD LEDEN

20% korting op uw eerste Hit-Office werkplek of 3 uur gratis digitale audit van uw bedrijf

Rapportering op maat hit-office com | hit-mobile com | hit-tracking com | hit-clock com | ficos com | +32 80 28 11 40 | info@ficos com

VEILIG

BOUWEN:

EERST DENKEN, EN DAN DOEN!

16.000 BOUWBEDRIJVEN

Daar kan je niet omheen

16.000 bouwondernemers in héél België rekenen op ons. Klein en groot. Actief in alle activiteiten en technieken van de brede bouwsector. Embuild is hun stem en partner. Wij verdedigen hun belangen en promoten hun innovatief vakmanschap.

Samen Bouwen, Samen groeien.

Knauf Ceilings Belgium: multimateriële oplossingen voor plafonds en muren

Met de lancering van Knauf Ceilings Belgium brengt Knauf België al zijn plafond- en wandoplossingen samen onder één duidelijk en krachtig platform. Het resultaat? Eén aanspreekpunt voor designers, architecten en bouwprofessionals die op zoek zijn naar de juiste plafondsystemen en -designs voor elk type ruimte. Als kers op de taart wordt er een gloednieuwe plafondtegel aan het gamma toegevoegd.

Knauf Ceilings Belgium omvat een breed assortiment aan plafond- en wandoplossingen in verschillende materialen, vormen, texturen en kleuren. Van modulaire plafonds, akoestische wandpanelen tot zwevende eilanden: het portfolio biedt voor elke ruimte een passende oplossing naargelang het gewenste systeem, materiaal, doel en prestatie.

“De integratie van ons volledige plafondsysteem binnen het Knaufmerk is een strategische keuze, ge -

baseerd op onze filosofie van onbeperkte mogelijkheden” zegt Jens De Greve, Product Manager Ceilings van Knauf Belgium. “Vanaf nu verdwijnen aparte logo’s en merkidentiteiten. Alles is Knauf. Dat betekent: eenvoudiger contact, duidelijker aanbod en een betere klantervaring over de hele lijn.”

INFO : www.knauf.com

Embuild Magazine is het maandblad van de vzw Embuild, Kunstlaan 20, 1000 Brussel

Verantwoordelijke uitgever: Filip Coveliers, Kunstlaan 20, 1000 Brussel

Afgiftekantoor: Gent X

Redactie: Marc Guéret, Gerrit De Goignies tel. 02 545 57 30 marc.gueret@embuild.be

Vormgeving: nikka.cuypers@embuild.be abder-razzaaq.boujdaini@embuild.be

Druk: Graphius

Reacties - vragen: communicatie@embuild.be

Met de medewerking van: de studiedienst van Embuild tel. 02 545 56 36 officeteam@embuild.be

• Embuild Vlaanderen

Johan Walewijns, tel. 02 545 57 49 johan.walewijns@embuild.be

• Embuild.Brussels

Morgane Cendoya, tel. 02 545 58 29 morgane.cendoya@embuild.be

• Embuild Wallonie

Justine Danis tel. 02 545 59 56 justine.danis@embuild.be

Abonnementen: Ann Cooreman, tel. 02 545 57 20 ann.cooreman@embuild.be

Reclame: Kristel Dekempeneer, tel. 02 545 56 99 - fax 02 545 59 08, kristel.dekempeneer@embuild.be of kde@embuild.be.

Prijs jaarabonnement

Leden van Embuild: begrepen in het lidgeld

Niet-leden: € 137,80 (incl. BTW en portkosten) / buitenland: € 300 (incl. btw en portkosten)

Lid van de Unie van de Uitgevers van de Periodieke Pers

MICHEL VANDERSTRAETEN NIEUWE VOORZITTER VAN EMBUILD VLAANDEREN

De algemene vergadering van Embuild Vlaanderen heeft Michel Vanderstraeten (links op de foto) verkozen tot nieuwe voorzitter. Hij volgt Karl Neyrinck (EEG Group) op, die de sectorfederatie de voorbije vijf jaar met visie en gedrevenheid geleid heeft.

"De bouw staat op een scharniermoment," zegt Michel Vanderstraeten. "Het is de taak van Embuild Vlaanderen om de obstakels waar onze bedrijven op botsen te benoemen én aan te pakken, in dialoog met overheden en andere stakeholders. We willen tegelijk onze leden ondersteunen om de nodige transities door te maken."

Michel Vanderstraeten is burgerlijk ingenieur bouwkunde (VUB) en sinds 1997 actief bij Vanderstraeten nv, een algemeen aannemer. In 2000 werd hij

gedelegeerd bestuurder en in 2013 ook CEO van de VDS Group, waartoe onder meer de aannemingsbedrijven Execon en Peremans behoren. In datzelfde jaar was hij medeoprichter van Montreal

Development, een projectontwikkelaar. Binnen Embuild was hij al geruime tijd actief als bestuurder bij Embuild Limburg en als ondervoorzitter van Embuild Vlaanderen.

Als nieuwe voorzitter wil Vanderstraeten de ingeslagen koers van zijn voorganger voortzetten. "Karl Neyrinck heeft sterk ingezet op innovatie en op de kracht van samenwerking tussen de verschillende deelsectoren. Onder zijn voorzitterschap heeft Embuild Vlaanderen belangrijke veranderingen ondergaan, zoals de aanstelling van een nieuwe directeur-generaal, Caroline Deiteren. Ik wil dat werk verderzetten en nog meer inzetten op dialoog en gemeenschappelijk optreden, ook buiten de sector."

GROTE FLUCTUATIES DE AFGELOPEN JAREN IN VERKOPEN VAN HUIZEN EN APPARTEMENTEN.

In de afgelopen jaren hebben zich significante veranderingen voorgedaan in de verkoop van onroerende goederen. In 2019 waren er 107.240 woningtransacties, met een groei van 15% en een mediaanprijs van 240.000 euro (+7%). In 2020, bij het begin van de COVID-crisis, daalde het aantal transacties met 21%, terwijl de mediaanprijs slechts met 2% steeg. In 2023 en 2024 bleef het aantal transacties relatief stabiel met respectievelijk 86.297 en 85.736 verkopen, terwijl de mediaanprijs zich stabiliseerde op 290.000 euro, met minimale prijsstijgingen van respectievelijk 2% in 2023 en 0% in 2024.

Evenzo zijn de verkopen van appartementen aanzienlijk veranderd in de afgelopen jaren.

In 2019 werden 42.428 transacties geregistreerd, wat een groei van 15% vertegenwoordigde en een mediaanprijs van 190.000 euro(+4%). In 2020, begin COVID, daalde het aantal transacties tot 37.351, een afname van 12% met een mediaanprijs van 204.000

euro (+7%). In 2023 en 2024 bleef het aantal transacties redelijk constant met respectievelijk 42.517 en 43.206 verkopen, terwijl de mediaanprijs werd gehandhaafd op 239.000 euro in 2023 en 243.000 euro in 2024. en 2024.

EEN INITIATIEF VAN breng je zakken gratis terug naar één van de deelnemende verdelers. Meer info op cleansitesystem.be

GO DIGITAL!

Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.