Nando 2 - Diagnostische module - proefexemplaar

Page 1


Diagnostische module

Inhoud

1 Wiskundetaal

2 Coördinaten

3 Optellen en aftrekken van gehele getallen

4 Vermenigvuldigen en delen van gehele getallen

5 Optellen en aftrekken van rationale getallen

6 Vermenigvuldigen en delen van rationale getallen

7 Machten en vierkantswortels

8 Volgorde van bewerkingen

9 Vergelijkingen en vraagstukken

10 Bewerkingen met verzamelingen

11 Procenten

12 Data interpreteren

13 Het metriek stelsel

14 Omtrek en oppervlakte van vlakke figuren

15 Oppervlakte en volume van 3D-objecten

In deze module oefen je op leerstofonderdelen d I e je leerde I n

het eerste jaar en d I e je vlot moet beheersen :

Je vindt van 15 onderwerpen telkens enkele signaaloefeningen en differentiatieoefeningen.

Kies enkele onderwerpen waarop je wil oefenen of kies de onderwerpen die de leraar je opgeeft. Volg onderstaand stappenplan.

STAP 1 Kies een onderdeel en maak de signaaloefeningen.

STAP 2

Verbeter de signaaloefeningen en bekijk aandachtig jouw resultaat. Behaal je voor de signaaloefeningen een goed resultaat, dan beheers je dat onderdeel nog voldoende. Behaal je een minder goed resultaat, dan beheers je dat onderdeel onvoldoende. Analyseer je fout en kijk waarom het fout ging.

Schrijf zelf feedback:

• Wat moet je opfrissen?

• Noteer typevoorbeelden om in de toekomst minder fouten te maken.

• Waarop zou je best nog verder oefenen?

STAP 3 Op de pagina naast de signaaloefeningen vind je differentiatieoefeningen. Maak een aantal van deze oefeningen. Kies uit 1 peper, 2 pepers of 3 pepers.

1 Wiskundetaal

>>> Deze voorkennis wordt gebruikt vanaf module 1.

Signaaloefeningen

Vul in met ∈ of ∉

a) 3

b) 3 5

c) 15 3 e)A AB

d) 2,0 f)C a

Vul in met ⊂ of ⊄

a)

b) {0,2,4,6,8 }

c) e)[AB] AB

d) f)AC a

Verder oefenen :

3

Volgt uitspraak II uit uitspraak I ?

Gebruik de implicatiepijl (⇒) of noteer een tegenvoorbeeld.

a) uitspraak I : a is een veelvoud van 9. b) uitspraak I : A ligt even ver van B als van C. uitspraak II : a is een veelvoud van 3. uitspraak II : A is het midden van [BC].

Verder oefenen : D4

D ifferentiatietraject

Verbind het symbool met de juiste betekenis.

4

d) uitspraak I : A en B zijn punten in het vlak en A ligt op a. uitspraak II : AB is een deelverzameling van a 1 2 3

∈ ● ● … is geen element van …

∉ ● ● … is een deelverzameling van …

⊂ ● ● … is een element van …

⊄ ● ● als … dan …

⇒ ● ● … is geen deelverzameling van …

Vul in. Kies uit ∈, ∉, ⊂ of ⊄

a) … e) 1 4 … i) {−4, 2, 1,1,2,4} …

b) 10 7 … f) … j) 24 4 …

c)4 … g)3,8 … k) 0 …

d)0 … 0 h) … l) 10 8 … Vul in. Kies uit ∈, ∉, ⊂, ⊄ of =.

a)F … a

e)FD … [FD]

b)AB … BF f)[EF] … a

c)[AB] … b

d)C … b

g)B … AF

h)D … AC Volgt uitspraak II uit uitspraak I ?

Gebruik de implicatiepijl (⇒) of noteer een tegenvoorbeeld.

a) uitspraak I : a is een deler van 8. uitspraak II : a is een deler van 4.

b) uitspraak I : a is een even priemgetal. uitspraak II : a = 2

c) uitspraak I : a ⫽ b en b ⫽ c uitspraak II : a ⫽ c

2 Coördinaten

>>> Deze voorkennis wordt gebruikt vanaf module 1.

Signaaloefeningen

Noteer de coördinaat van elk weergegeven punt in dit assenstelsel.

5

a) Plaats de punten A( -4, 2) , B( 3, 0) en C( 4, -5) in het assenstelsel.

b) Geef de best passende naam voor de driehoek ABC.

c) Plaats een punt D in het assenstelsel zodat ABCD een parallellogram is.

MIJN FEEDBACK

D ifferentiatietraject

Noteer de coördinaat van elk weergegeven punt in dit assenstelsel.

a) Plaats de punten A( -4, -2) , B( -4, 3) en C( 0, 1) in het assenstelsel.

b) Geef de best passende naam voor de driehoek ABC.

c) Plaats een punt D in het assenstelsel zodat ABCD een parallellogram is.

a) Teken in het groen vier roosterpunten waarbij het eerste coördinaatgetal 3 is.

b) Teken in het zwart de roosterpunten die in het derde kwadrant liggen en waarvan het tweede coördinaatgetal -2 is.

c) Teken in het blauw de roosterpunten waarbij de coördinaatgetallen tegengesteld zijn.

3 Optellen en aftrekken van gehele getallen

>>> Deze voorkennis wordt gebruikt vanaf module 2.

Signaaloefeningen

MIJN FEEDBACK 6

Bereken.

a) 7 +( 3)=

b) 11 + 5 =

7

Bereken.

a)6 ( 2)=

b) 13 4 =

8

Bereken de gedurige sommen.

a) 10 - 3 - ( -5) + ( -2)

b) -8 + ( -3) - (-2) - 11 - 1

c)24 +( 16)=

d) 18 +( 9)=

c)19 41 =

d)18 ( 12)=

9

Welk getal werd van -12 afgetrokken als het verschil 4 is ?

Noteer de redenering die je hiervoor gebruikt en formuleer een antwoord.

D ifferentiatietraject

Bereken.

a) 8 +( 1)

b)2 +( 9)

c) 12 + 5

d)10 ( 2)+( 4)+( 6) ( 8) 8 9 10 11 12

e) 4 + 16 i)17 +( 17)

f) 11 +( 12) j) 13 +( 3)

g)14 +( 19) k) 10 +( 18)

d) 10 +( 6) h) 20 +( 15) l) 19 + 14

Bereken.

a) 5 ( 4)

b) 9 ( 7)

e)8 ( 7) i)11 ( 3)

f)13 ( 15) j) 10 ( 6)

c)2 8 g) 19 ( 19) k)2 ( 12)

d) 12 2 h)15 18 l) 20 10

Bereken.

a) 15 + 47

b) 25 14

e) 18 ( 28) i) 51 + 41

f)150 ( 22) j)0 ( 150)

c) 19 +( 30) g) 23 + 15 k) 16 6

d) 21 + 12 h) 32 17 l)5 +( 13)

a) Noteer en bereken de som met termen 9 en -3.

b) Noteer en bereken het verschil waarbij -12 het aftrektal is en -4 de aftrekker is.

c) Noteer de som waarbij één van de termen -4 is en de som 12 is.

d) Noteer het verschil waarbij het aftrektal -14 is en het verschil -4 is.

e) Finn heeft 15 euro en wil een T-shirt kopen. Om dat T-shirt te kopen heeft hij 9 euro tekort. Hoeveel kost het T-shirt ? Noteer de bewerking en formuleer een antwoord.

Los de gedurige sommen op.

a)3 + 5 7 +( 4)

b)5 +( 10) ( 8)+ 2

c) 4 ( 3)+ 7 12

4 Vermenigvuldigen en delen van gehele getallen

>>> Deze voorkennis wordt gebruikt vanaf module 2.

Signaaloefeningen

10

Bereken.

a) 6 ( 7)=

b)5 ⋅ ( 3)=

d) 4 8 =

e)42: ( 3)=

c) 54: ( 9)= f) 17 ( 2)=

>>> Verder oefenen : D13, D14

Bereken de gedurige producten.

a) 2 3 ( -1) ( -2)

11 >>> Verder oefenen : D16

b) 3 ( -1) ( -5) 2 2

Bepaal het product van de factoren -3 en -7.

Noteer de bewerking die je hiervoor uitvoert en formuleer een antwoord.

12 >>> Verder oefenen : D15

MIJN FEEDBACK

a) Noteer en bereken het product met factoren -4 en -8.

b) Noteer en bereken het quotiënt waarbij -54 het deeltal is en -9 de deler is.

c) Noteer het product waarbij een van de factoren -8 is en het product 56 is.

d) Noteer een deling waarbij de deler -6 is en het quotiënt 7 is.

e) Laurien eet in de maand september 13 keer een warme maaltijd op school en betaalt hiervoor 65 euro. Hoeveel kost 1 warme maaltijd ?

Reken de gedurige producten uit.

a) 2 1 5 ( 3)

b) 3 2 ( 1) 2 ( 2)

c)5 ( 4) ( 2) 3

d)1 ( 3) ( 6) 0 ( 4)

5 Optellen en aftrekken van rationale getallen

>>> Deze voorkennis wordt gebruikt vanaf module 2.

Signaaloefeningen

Bereken.

a) 2 3 1 4 = d) 0,75 + 2,25 =

b)2 + 5 6 = e) 4 17 6 = c) 35 15 21 14 = f) 13 5 2,4 =

>>> Verder oefenen : D17, D18

14 Opeensportdagkunnenleerlingenkiezenuitdriemogelijkheden:watersporten,zaalsportenensurvival. 2 7 vandeleerlingenkiestvoorwatersportenen 1 3 voorzaalsporten.Drukmeteenbreukuitwelkdeelvan deleerlingenvoorsurvivalkiest.

MIJN FEEDBACK

>>> Verder oefenen : D19 t.e.m. D21

D ifferentiatietraject

Bereken. a) 7 3 4 3

5 6 + 1 2

c) 4 5 5 4

18 19 20 21

Bereken. a) 4 20 + 7 15

Eendooskoekjesisnogvoor 3 4 vol.Meneet 1 3 vandekoekjesop.Drukmeteenbreukuithoevoldedoos nunogis.

a)Welkebreukis 3 7 minderdan 1 2 ?

b)Bijwelkebreukmoetje 2 5 optellenom 1 3 teverkrijgen?

Jadymaakteenalcoholvrijecocktaildiebestaatuit 1 6 kersensap, 1 2 sinaasappelsap, 1 8 mineraalwaterenalcoholvrijebluecuraçao.

Drukhetdeelalcoholvrijebluecuraçaouitineenbreuk.

6 Vermenigvuldigen en delen van rationale getallen

>>> Deze voorkennis wordt gebruikt vanaf module 2.

Signaaloefeningen

15

Bereken.

a) 4 9 6 16 = d) 7 8 : 5 2 =

16

b) 10 7 :5 = e)0,4 ( 0,2)= c) 3 4 9 2 =

>>> Verder oefenen : D22 t.e.m. D24

Een lift heeft een draagvermogen van 410 kg. Thomas stapelt in de lift dozen met een massa van 45 kg. Hoeveel dozen kan de lift maximaal dragen ?

MIJN FEEDBACK

>>> Verder oefenen : D25, D26

D ifferentiatietraject

Eendoktergeeftalsslaapadviesdatje 3 8 vaneendagmoetslapen. Hoeveeluurmoetjedanslapen? Noteereenbewerkingenformuleer eenantwoordzin.

Thaïsaishaarsmartphonedievoor 4 9 volstaatkwijt.Zekoopteenzelfdesmartphone,maarmetdubbelzoveel opslag.Thaïsazethaaridentiekereservekopieterug.Drukmeteenbreukuithoevolhaarsmartphonenustaat.

7 Machten en vierkantswortels

>>> Deze voorkennis wordt gebruikt vanaf module 2.

Signaaloefeningen

Bereken.

D ifferentiatietraject

Bereken.

( 10)2

Bereken. a)122

( 4)2

Bereken.

Bereken.

a)Noteerenberekendemachtmetgrondtal 2enexponent6.

b)Noteerenberekendemachtmetgrondtal5enexponent3.

c)Noteerenberekendemachtwaarbij 2 3 hetgrondtalisen4deexponentis.

d)Noteerenberekendevierkantswortelvan 121 64 .

8 Volgorde van bewerkingen

>>> Deze voorkennis wordt gebruikt vanaf module 2.

Signaaloefening

Bereken.

a) 4 + 24: ( 8)

c)42 2 √64 23

b) √81 3 ⋅ 22 √4 :2 ⋅ 3 d) [22 +( 9)] : [ 10 ( 5)] ⋅ ( 2)

>>> Verder oefenen : D32, D34, D36

Verder oefenen : D33, D35, D37

MIJN FEEDBACK

D ifferentiatietraject

Bereken.

Bereken.

Bereken.

a) √9 (8 3) (8 3) f)9 2 √9 2 √200:23

b)42 :23 +( 8)2 :4 ( 2) g) (34 + 12 22 3) : ( 32 )

c) ( 3)2 3 √81 3 5 h)122 + 52 24 (62 :22 )

d) 2 (32 12 )+ 3 √64 i) √100 + 2 ( 7) 4 ( 3)2 :9

e) 10 ( 2) 102 : (28:7) j) 31 3 2 √49 ( 3)1

Bereken.

a) 1 64 1 2 1 2 2 5 8 e) 1 2 + 1 3 : 1 4 1 5 3 10

b)8 ⋅ 1 4 + 3 10 ⋅ 4 8 + 2 5 f) 6 7 2 : 12 7 23 32 + 1 16

c) 2 3 : 1 9 4 3 + 8 3 2 g) 1,2: (0,4 0,3) √9 5 d) 5 8 :2 5 8 1 4 + 3 2 h) 2 4 5 + 1 25 + 3 4 : 11 4

9 Vergelijkingen en vraagstukken

>>> Deze voorkennis wordt gebruikt vanaf module 2.

Signaaloefeningen

21

Los de vergelijking op in q

a) 4x = 10

c) x + 2 3 = 1 6

b)7x + 1,4 = 4,9

23

>>> Verder oefenen : D38, D39, D41

22 ElkezondagmaaktLandereenfietstocht.Opditmomentfietstehijal 4 5 vanhetparcours.Deresterende 15kmzijnbergaf.HoeveelkilometerlegtLanderaftijdenszijnfietstocht?Losopmeteenvergelijking.

d) 7 10 x = 3 5 Len en Nina worden ingeschreven in een sportclub. Omdat mama en papa lid zijn van de gezinsbond krijgen ze per kind 10 euro korting. Hierdoor betalen ze maar 110 euro voor de twee kinderen. Hoeveel bedraagt de normale prijs om je in te schrijven in de sportclub ?

MIJN FEEDBACK

>>> Verder oefenen : D40, D42, D43

>>> Verder oefenen : D40, D42, D43

D ifferentiatietraject

Los de vergelijking op in q .

x 25 =

x = 126

Los de vergelijking op in q .

Als er in Maité haar portefeuille dubbel zoveel geld zou zitten, dan had ze nog 6 euro te kort om het kleedje van 30 euro te kopen. Hoeveel geld zit er in de portefeuille van Maité ?

Los de vergelijking op in q .

Op de tafel staat een fles water. Als er 50 cl wordt uitgeschonken, dan is de fles maar voor een derde gevuld. Hoeveel water kan er in een volle fles ?

Maud werkt een loopschema uit. Bij elke nieuwe training wil ze 2 minuten langer lopen dan de vorige keer. Bij de tiende training loopt Maud drie keer zo lang als de eerste dag. Hoeveel minuten liep Maud de eerste dag ?

10 Bewerkingen met verzamelingen

>>> Deze voorkennis wordt gebruikt vanaf module 5.

Signaaloefeningen

Bekijk het vlinderdiagram en los op.

a) Geef de verzameling A door opsomming.

b) Geef de verzameling B door opsomming.

c) Vul het juiste symbool in. Kies uit ∈ of ∉

d) Waar of niet waar?

{ T, E, R} ⊂ A

Gegeven:

A = { 2, 4, 6, 8}

B = { 1, 4, 9}

Gevraagd:

a) Stel de verzamelingen voor in het venndiagram.

b) Geef door opsomming:

Gegeven:

M: de verzameling van de meisjes uit de klas

P: de leerlingen die padellen

Gevraagd: Wat betekenen de ingekleurde gebieden?

>>> Verder oefenen : D48, D49

MIJN FEEDBACK

D ifferentiatietraject

Bekijk aandachtig het venndiagram.

a) Geef een omschrijving voor de verzameling A.

b) Geef een omschrijving voor de verzameling B.

c) Wat betekent A ∩ B?

d) Wat betekent A \ B?

Gegeven:

A: de verzameling van de oneven getallen tussen 0 en 20

B: de verzameling van de natuurlijke getallen van twee cijfers waarbij het cijfer van de eenheden deelbaar is door 3.

a) Maak een voorstelling in een venndiagram.

b) Geef de verzameling A door opsomming.

c) Geef de verzameling B door opsomming.

d) Vul het juiste symbool in. Kies uit ∈ of ∉

Gegeven:

A: de verzameling van leerlingen in jouw klas met een even klasnummer

B: de verzameling van leerlingen in jouw klas die een bril dragen

Gevraagd:

a) Geef door opsomming: A \ B

b) Waar of niet waar: A ∪ B is de verzameling van alle leerlingen in jouw klas

Gegeven:

A = { x | x is een letter van het woord RELAX}

B = { x | x is een letter van het woord MATHS}

Gevraagd:

a) Plaats de elementen van A en B in het vlinderdiagram.

b) Vul aan.

Gegeven:

A = { 1, 2, 3, 5, 8, 10}

B: de verzameling van oneven natuurlijke getallen kleiner dan of gelijk aan 15

C = { 0, 5, 10, 15}

Gevraagd:

a) Plaats de elementen in het klaverbladdiagram.

b) Geef A ∩ C door opsomming.

c) Omschrijf A ∩ B ∩ C.

a) Noteer door opsomming: A = {x ∈ | x ⩽ 5}

b) Noteer door opsomming: del 20 ∪ del 25

c) Waar of niet waar? Verklaar je antwoord.

• 2 ∩ 3 = ∅

• {0,1,2} ⊂

>>> Deze voorkennis wordt gebruikt vanaf module 5.

Signaaloefeningen

Bereken.

a) 20% van 180 =

b) 150% van 450 =

c) 10% van 95 =

d) 75% van 64 =

e) 21% van 300 =

f) 50% van 724 =

g) 6% van 500 =

h) 200% van 108 =

Verder oefenen : D50 28

Bereken.

a) % van 900 is 360.

b) 50% van is 210.

c) % van 60 is 120.

d) 6% van is 9.

29

e) % van 250 is 225.

f) 80% van is 200.

g) % van 400 is 84.

h) 30% van is 51.

Verder oefenen : D53

Tijdens het openingsweekend van een kledingwinkel krijgt elke klant een kraslotje. Naomi heeft geluk ! Ze krast extra korting en krijgt op de promoprijs nog eens 10% korting ! Hoeveel procent korting kreeg Naomi uiteindelijk ten opzichte van de originele prijs ?

Verder oefenen : D51, D52, D54, D55

MIJN FEEDBACK

D ifferentiatietraject

Bereken.

a)50% van22

b)30% van90

c)75% van40

d)12% van200

e)70% van10

f)25% van48

Een bakker wil vanaf volgende maand de prijs van zijn chocoladecake met 20% opslaan.

Vandaag betaal je voor die cake 5,00 euro. Hoeveel zal je volgende maand voor een chocoladecake betalen ?

In een klas van 24 leerlingen zijn er 9 jongens. Hoeveel procent meisjes zijn er in de klas ?

Bereken.

a) … %van40is12.

b) … %van50is2.

c)3% van … is3,6. e) … %van15000is900.

d)15% van … is135.

f)70% van … is84.

Rohan betaalde voor zijn vakantiereis 420 euro. Noodgedwongen moet hij de reis annuleren. Het reisagentschap stort 80% van het bedrag terug. Hoeveel euro verliest Rohan ?

In een supermarkt koopt Cor volgende producten :

Afwasmiddel : € 2,99/stuk – 2 stuks

Water 1,5 l : € 0,75/stuk – 12 stuks

Appels : € 2,30/kg – 2 kg

Hoeveel betaalt Cor als hij gebruik maakt van de extra korting en cash betaalt ?

12 Data interpreteren

>>> Deze voorkennis wordt gebruikt vanaf module 7.

Signaaloefeningen

In de onderstaande grafische voorstelling zie je de voorkeur voor fruit van een klas in het eerste jaar.

a) Hoe noem je deze voorstelling ?

b) Hoeveel leerlingen hebben een keuze aangeduid ?

c) Van hoeveel leerlingen is peer het favoriete fruit ?

d) Hoeveel procent van de leerlingen kiezen appel als favoriet fruit ?

In de klas werd de massa bepaald van alle boekentassen. Hieronder vind je de data (in kg).

a) Bepaal de modus.

b) Bepaal de variatiebreedte.

c) Bepaal het rekenkundig gemiddelde en geef de betekenis van de gevonden waarde.

d) Bepaal de mediaan en geef de betekenis van de gevonden waarde.

e) De massa van een boekentas mag maximaal 10% bedragen van je eigen lichaamsmassa. Hoeveel boekentassen uit deze dataset zijn voor jou eigenlijk te zwaar ?

MIJN FEEDBACK

banaan peer appel aardbei andere

D ifferentiatietraject

Een 13-jarige houdt 1 week lang bij hoeveel kcal hij per dag opneemt.

2430 2970 2580 2670 3130 2280 2910

a) Bereken het rekenkundig gemiddelde en geef de betekenis.

b) Bepaal de mediaan en geef de betekenis.

c) Waarom is het niet zinvol om hier een modus te bepalen ?

In de onderstaande dotplot vind je hoeveel minuten er aan de ontbijttafel wordt doorgebracht.

a) Wat is de betekenis van 0 in deze context ?

b) Bepaal de modus. Geef de betekenis.

c) Bereken het rekenkundig gemiddelde en geef de betekenis.

d) Bepaal de mediaan en geef de betekenis.

d) Bepaal de variatiebreedte en geef de betekenis.

Aan een aantal jongeren wordt gevraagd hoeveel meldingen ze ontvangen op hun smartphone tussen 22 uur ’s avonds en 8 uur ’s morgens.

a) Bepaal de modus en geef de betekenis.

b) Bereken het rekenkundig gemiddelde en geef de betekenis.

c) Bepaal de mediaan en geef de betekenis.

d) Bepaal de variatiebreedte en geef de betekenis.

13 Het metriek stelsel

>>> Deze voorkennis wordt gebruikt vanaf module 16.

Signaaloefeningen

Herleid de volgende lengtematen.

Maak eventueel gebruik van een omzettingstabel om de oppervlaktematen te herleiden. a)

=

Maak eventueel gebruik van een omzettingstabel om de volumemaat te herleiden. a) 47,8 l =

D ifferentiatietraject

Herleid.

a)3100mm = … cm

b)12dm = … cm

c)0,45km = … m

d)1300g = … kg

e)48000cm2 = … m2 i)9m3 = … dm3

f)2000m2 = … km2 j)12cm3 = … mm3

g)800m2 = … hm2 k)0,5m3 = … l

h)290cm2 = … dm2 l)300cm3 = … ml

Een potje vitaminen bevat 120 tabletten met elk 1000 mg vitamine C. Elke dag neemt Vicky één tabletje.

a) Na hoeveel dagen heeft Vicky 1 kg vitamine C genomen ?

b) Hoeveel potjes heeft ze daarvoor moeten kopen ?

Hiernaast zie je een afbeelding van een pak printpapier. Wat is de massa van 1 vel?

In een kubusvormig aquarium kan 27 liter water. Kan er in dit balkvormig aquarium meer of minder water ?

Toon aan met een berekening.

14 Omtrek en oppervlakte van vlakke figuren

>>> Deze voorkennis wordt gebruikt vanaf module 16.

Signaaloefeningen

Gareth wil een rechthoekige muur in zijn kamer schilderen.

De muur is 4 meter breed en 2,5 meter hoog.

a) Hoeveel meter schilderstape heeft hij minstens nodig om de randen af te plakken?

b) Hoe groot is de oppervlakte van de muur die hij wil beschilderen?

Bepaal telkens de omtrek en de oppervlakte van de gegeven figuur.

Een vierkant heeft een oppervlakte van 25 cm2. Bepaal de omtrek van dit vierkant.

MIJN FEEDBACK

D ifferentiatietraject

Langs de weg staat een groot rechthoekig reclamebord. Het bord is 6 meter breed en 3 meter hoog.

a) Hoeveel meter neonverlichting is er minstens nodig om de rand van het bord volledig te verlichten?

b) Hoe groot moet de poster voor een advertentie zijn zodat het hele bord bedekt wordt?

Bepaal telkens de oppervlakte van de gegeven figuur.

Vul aan.

figuur

Een vierkant heeft dezelfde omtrek als een ruit met een omtrek van 36 cm. Hoe groot is de oppervlakte van het vierkant ?

Elk puzzelstuk is vierkant van vorm (z = 31 cm) met een extra puzzelrand van 3 cm.

Welke oppervlakte neemt deze mat in als je ze legt zoals op de afbeelding ?

15 Oppervlakte en volume van 3D-objecten

>>> Deze voorkennis wordt gebruikt vanaf module 16.

Signaaloefeningen

Bereken het volume van deze cilinder.

In een reclamefolder staan twee zitbanken met opbergruimte die aan de buitenkant bekleed zijn met stof.

a) Hoeveel stof is er minstens nodig om de balkvormige zitbank te bekleden ?

b) Bereken het volume dat de kubusvormige zitbank inneemt.

MIJN FEEDBACK

D ifferentiatietraject

Bereken de totale oppervlakte van een kubus met zijde 7 cm.

Hoeveel stof is er minstens nodig om één zo’n stoelkussen te maken als die een halve dm dikte heeft ?

De bijzettafels hebben de vorm van een kubus.

Hoeveel minder volume neemt de kleinste bijzettafel in als je dat vergelijkt met de grootste bijzettafel ?

Welke oppervlakte kan je beschilderen bij dit aan elkaar gelijmde blokkenbouwsel ? De zijde van een kleine kubus is 2 cm.

Studiewijzer

3 Optellen en aftrekken van gehele getallen

4 Vermenigvuldigen en delen van gehele getallen

5

6 Vermenigvuldigen en delen van

14 Omtrek en oppervlakte van vlakke figuren

15 Oppervlakte en volume van 3Dobjecten

Auteurs Björn Carreyn, Filip Geeurickx en Roger Van Nieuwenhuyze

Eerste editie - Bestelnummer 94 606 0022

ISBN 978 90 4865 092 7 - KB D/2025/0147/101 - NUR 126 - Thema YPMF

Illustrator Jona Jamart - Design en lay-out Die Keure

Verantwoordelijke uitgever die Keure, Kleine Pathoekeweg 3, 8000 Brugge

Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.
Nando 2 - Diagnostische module - proefexemplaar by die Keure - Issuu