

2

De selectie


Inhoudstafel
2.1 Een- of tweezijdige selectie pagina xx
2.2 De vergelijkingsoperatoren ............................................................................................................................... pagina xx
2.3 De in-operator pagina xx
2.4 Logische of Boleaanse operatoren .................................................................................................... pagina xx
2.5 Constanten pagina xx
2.6 Teveel keuzes (uitbreiding) ................................................................................................................................. pagina xx
2.7 Oefeningen pagina xx
Gemakkelijk
Gemiddeld
Gevorderd ............................................................................................................................................................................................................ pagina xx
Interpreteer en experimenteer
Taak
1 Lees onderstaand programma.
2 Wat denk je dat er gebeurt? Wat denk je dat de uitvoer is?
3 Open het programma in Thonny, voer het uit en controleer of je veronderstelling juist is.
4 Wat gebeurt er als getal1 niet groter is dan getal2?
Open Groter.py
getal1 = int(input("Geef een getal in? ")) getal2 = int(input("Geef een getal in? ")) if getal1 > getal2: print(getal1, "is groter dan", getal2)
Taak
1 Lees onderstaand programma.
2 Wat denk je dat er gebeurt? Wat denk je dat de uitvoer is?
3 Open de programma’s in Thonny, voer ze uit en controleer of je veronderstelling juist is.
Open Kcal1.py.
geslacht = input("Ben je een jongen (J) of een meisje (M)? ") kcal = 2000 if geslacht == "J": kcal = kcal + 500 print("Van 18 tot 29 jaar heb je", kcal, "kcal nodig voor een licht actieve levensstijl.")
Taak
1 Lees onderstaande programma’s.
2 Welk van beide programma’s is juist?
3 Wat is het probleem in het foute programma?
4 Open de programma’s in Thonny, voer ze uit en controleer of je veronderstelling juist is.
Open Korting1.py.
aantal = int(input("Hoeveel producten heb je gekocht? ")) prijs = float(input("Wat is de prijs van het product? ")) KORTINGSPERC = 10 totale_prijs = aantal * prijs if aantal >= 50: totale_prijs = totale_prijs * (1 - KORTINGSPERC / 100) print("De totale prijs bedraagt", totale_prijs, "EUR")
Open Korting2.py
aantal = int(input("Hoeveel producten heb je gekocht? ")) prijs = float(input("Wat is de prijs van het product? "))
KORTINGSPERC = 10
totale_prijs = aantal * prijs if aantal >= 50: korting = totale_prijs * KORTINGSPERC / 100 print("De totale prijs bedraagt", totale_prijs - korting, "EUR")
Taak
1 Lees onderstaande programma’s.
2 Wat denk je dat er gebeurt? Wat denk je dat de uitvoer is?
3 Open de programma’s in Thonny, voer ze uit en controleer of je veronderstelling juist is.
Open Even_oneven1.py
getal = int(input("Geef een getal in? ")) if getal % 2 == 0: print("Het getal is even.") else: print("Het getal is oneven.")
Open Btw1.py
btwcode = input("Geef de BTWcode in? ") prijs_excl = float(input("Geef de prijs van het product in? "))
BTW1 = 6
BTW2 = 21 if btwcode == "1": prijs_incl = prijs_excl * (1 + BTW1/100) else: prijs_incl = prijs_excl * (1 + BTW2/100) print("De prijs inclusief BTW bedraagt”, prijs_incl, "EUR")
Taak
1 Open Groter.py
2 Pas Groter.py aan. Ofwel is het bericht “getal1 is groter dan getal2” ofwel “getal1 is kleiner dan of gelijk aan getal2”.
3 Bewaar het bestand onder de naam GroterKleiner.py
Taak
1 Open Korting1.py.
2 Pas Korting1.py aan. Iedereen krijgt korting. Vanaf 50 producten krijg je 15% korting, anders krijg je 5% korting.
3 Bewaar het bestand onder de naam Korting3.py
2.1 Een- of tweezijdige selectie
De voorbeelden die je hierboven hebt geïnterpreteerd, bevatten allemaal de controlestructuur selectie of keuze. Je hebt hier twee varianten op.
eenzijdige selectie
if <voorwaarde>:
<opdrachtenblok1>
<opdrachtenblok3>
<opdrachtenblok1> wordt uitgevoerd als de voorwaarde waar of voldaan is.
<opdrachtenblok3> wordt altijd uitgevoerd, is onafhankelijk van de voorwaarde.
tweezijdige selectie
if <voorwaarde>:
<opdrachtenblok1> else:
<opdrachtenblok2>
<opdrachtenblok3>
<opdrachtenblok1> wordt uitgevoerd als de voorwaarde waar is
<opdrachtenblok2> wordt uitgevoerd als de voorwaarde niet waar is.
<opdrachtenblok3> wordt altijd uitgevoerd, is onafhankelijk van de voorwaarde.
Voorwaarde ::= een booleaanse expressie; een expressie die de waarde True (waar) of False (onwaar) heeft.
Aandachtspunten:
> In Python worden de begrippen True en False gebruikt.
> True en False worden altijd met een hoofdletter geschreven.
> True en False zijn waarden van het (data)type bool, booleaanse waarden.
> Let op het dubbelpunt dat na de booleaanse expressie staat en na else
Opdrachtenblok ::= een opdrachtenblok bestaat uit één of meerdere opdrachten of instructies onder elkaar die op eenzelfde manier ingesprongen of geïndenteerd zijn.
Het opdrachtenblok in de selectie staat ingesprongen t.o.v. de if of de else. Dit wordt een indentatie genoemd. Met deze indentatie geef je aan dat deze opdrachten afhankelijk zijn van hetgeen erboven staat.
In Python is correct inspringen van het grootste belang! Zonder correcte indentatie kan Python niet zien welke regels code een blok vormen, en kan Python je code niet correct uitvoeren.
2.2 De vergelijkingsoperatoren
In een voorwaarde staat steeds een vergelijkingsoperator. De uitkomst van deze operator kan slechts twee antwoorden hebben: True of False.
Zowel numerieke als alfanumerieke gegevens kunnen gebruikt worden in een voorwaarde. De alfanumerieke gegevens worden gesorteerd volgens de ASCII-code. De ASCII-tabel is een coderingstabel die elke letter, elk cijfer en elk teken omzet naar een binair getal dat door de computer gebruikt kan worden.
operator omschrijving
voorwaarde waarde
< kleiner dan komt alfabetisch voor “kasteel” < “huis” False
> groter dan komt alfabetisch na 15 > 10 True
<= kleiner dan of gelijk aan “stoel” <= “zetel” True
>= groter dan of gelijk aan
== gelijk aan
!= verschillend van (niet gelijk aan)
90 >= 90 True
600 == 900 False
3.14 != 3.15 True
Soms leidt een probleemstelling tot een voorwaarde waarbij iets moet gebeuren als deze onwaar is. Dat kan niet. De oplossing is de voorwaarde omkeren.
Voorbeeld dagelijks leven:
voorwaarde omgekeerde voorwaarde bij slecht weer
True: -
False: buiten spelen
bij goed weer
True: buiten spelen
False: -
Voorbeelden: voorwaarde omgekeerde voorwaarde prijs <= 100 prijs > 100 zin == “stop” zin != “stop” geboortejaar > 2020 geboortejaar <= 2020
Aandachtspunt:
Python maakt een onderscheid tussen gewone letters en hoofdletters. Dit betekent dat “April” != “april”.
2.3 De in-operator
operator omschrijving voorwaarde waarde in membership operator of lidmaatschapscontrole operator
Controleert of een waarde voorkomt in een collectie. Is dit het geval, dan krijgt een voorwaarde met de “in-operator” de waarde True, indien niet krijgt het de waarde False.
Je leert later meer over collecties. Een string, bijvoorbeeld, is een collectie.
“x” in “expressie” True
“x” in “vandaag” False
“van” in “vandaag” True
2.4 Logische (of Boleaanse) operatoren
Begrensd
Probleemstelling
Lees een geheel getal in. Schrijf een programma dat controleert of dit getal tussen 0 en 5 ligt, grenzen inbegrepen. Schrijf de correct boodschap.
Analyse
Invoer
waarde type getal integer
Verwerking
Controleer of het getal tussen 0 en 5 ligt.
Uitvoer de correcte boodschap
Algoritme
lees getal als getal >= 0 dan als getal <= 5 dan schrijf “Het getal ligt tussen 0 en 5.” zoniet
schrijf “Het getal ligt niet tussen 0 en 5.” zoniet
schrijf “Het getal ligt niet tussen 0 en 5.”
Programma
# Controleer of een getal tussen 0 en 5 ligt #
# Lees een getal in getal = int(input("Geef een getal in? "))
# Controleer of het getal tussen 0 en 5 ligt if getal >= 0: if getal <= 5:
print("Het getal ligt tussen 0 en 5.") else:
print("Het getal ligt niet tussen 0 en 5.") else:
print("Het getal ligt niet tussen 0 en 5.")
Bewaar het programma onder de naam Begrensd1.py.
Testen
Kies testwaarden zodat alle mogelijke gevallen getest worden. getal uitvoer
-2
0
2
5
7
Het getal ligt niet tussen 0 en 5.
Het getal ligt tussen 0 en 5.
Het getal ligt tussen 0 en 5.
Het getal ligt tussen 0 en 5.
Het getal ligt niet tussen 0 en 5.
In dit programma staat een if-structuur in een andere if-structuur. Dit wordt een geneste structuur genoemd.
Je kan dit programma korter oplossen als je gebruikt maakt van logische operatoren. Namelijk Begrensd2.py:
# Controleer of een getal tussen 0 en 5 ligt
# # Lees een getal in getal = int(input("Geef een getal in? "))
# Controleer of het getal tussen 0 en 5 ligt if getal >= 0 and getal <= 5: print("Het getal ligt tussen 0 en 5.") else: print("Het getal ligt niet tussen 0 en 5.")
Soms wil je in één vraag meerdere gegevens combineren. Bijvoorbeeld als iemand koffie wenst, vraag je “met melk of suiker?” en niet “met melk?” en nadien “met suiker?”.
Je kan meerdere voorwaarden combineren door gebruik te maken van logische of boleaanse operatoren, in plaats van meerdere if/else.
logische operator voorwaarde 1
and
or
not
De logische operator and is slechts True als beide voorwaarden waar zijn. De logische operator or is True als één van beide voorwaarden waar is.
2
2.5 Constanten
In de voorbeelden stonden een aantal namen van variabelen in hoofdletters (bijvoorbeeld KORTINGSPERC). Hiermee willen we een constante aanduiden.
Een constante kan je vergelijken met een variabele, het handelt ook over een geheugenplaats met een naam en een type waar een waarde in zit. Alleen verandert deze waarde niet in de loop van het programma.
Constanten worden gebruikt voor vaste waarden, zoals kortingspercentages, BTW-percentages, prijzen … Het voordeel is dat je de waarde van een constante in het begin van je programma kan aanpassen.
Stel dat je bijvoorbeeld een programma schrijft voor het berekenen van BTW, waarbij meerdere keren de waarden van de huidige BTW-percentages worden gebruikt: wanneer de regering beslist om deze BTW-percentages aan te passen, moet je niet opnieuw je volledige programma lezen en alle waarden van de BTW-percentages aanpassen, je moet slechts een nieuwe waarde aan de constanten geven en je programma is weer up-to-date.
In andere programmeertalen kan je een constante definiëren, in Python kan dit niet. Via de naamgeving in hoofdletters duiden we aan dat het om een constante gaat.
Constante ::= plaats in het geheugen met een naam waarin een waarde van een bepaald type wordt bewaard. Je verwijst naar die plaats met de naam van de constante. De waarde wijzigt niet in de loop van het programma.
Afspraak:
De naam van een constante noteren we in hoofdletters.

2.6 Teveel keuzes (uitbreiding)
Seizoenen
Probleemstelling
Schrijf een programma dat de begin- en einddatum van een ingegeven seizoen weergeeft. Controleer ook of het seizoen juist geschreven werd. Is dit niet het geval, geef dan een foutmelding.
Analyse
Invoer
waarde type seizoen string
Verwerking
Controleer welk seizoen is ingegeven en geef de juiste begin-en einddatum of een foutmelding.
Uitvoer begin- en einddatum van het seizoen of een foutmelding
Algoritme
lees seizoen als seizoen == “lente” dan schrijf begin- en einddatum lente zoniet
als seizoen == “zomer” dan schrijf begin- en einddatum zomer zoniet
als seizoen == “herfst” dan schrijf begin- en einddatum herfst zoniet
als seizoen == “winter” dan schrijf begin- en einddatum winter zoniet
schrijf foutmelding
Programma
# Schrijf de begin- en einddatum van een seizoen uit #
# Lees de naam van het seizoen in seizoen = input("Geef het seizoen in, in kleine letters. ")
# Bepaal de begin- en einddatum van het seizoen if seizoen == "lente": print("De lente begint op 21 maart en eindigt op 20 juni.") else: if seizoen == "zomer": print("De zomer begint op 21 juni en eindigt op 20 september.") else: if seizoen == "herfst": print("De herfst begint op 21 september en eindigt op 20 december.") else: if seizoen == "winter": print("De winter begint op 21 december en eindigt op 20 maart.") else: print("Controleer de schrijfwijze. Dit seizoen bestaat niet.")
Bewaar het programma onder de naam Seizoenen1.py
We zien een opeenvolging van if en else in dit programma. Als je else en if samentrekt krijg je elif.
else gevolgd door if --> elif
Met elif maak je het programma korter:
# Schrijf de begin- en einddatum van een seizoen uit
#
# Lees de naam van het seizoen in seizoen = input(“Geef het seizoen in, in kleine letters. ”)
# Bepaal de begin- en einddatum van het seizoen if seizoen == “lente”:
print(“De lente begint op 21 maart en eindigt op 20 juni.”) elif seizoen == “zomer”:
print(“De zomer begint op 21 juni en eindigt op 20 september.”) elif seizoen == “herfst”:
print(“De herfst begint op 21 september en eindigt op 20 december.”) elif seizoen == “winter”:
print(“De winter begint op 21 december en eindigt op 20 maart.”) else:
print(“Controleer de schrijfwijze. Dit seizoen bestaat niet.”)
Bewaar het programma onder de naam Seizoenen2.py
Testen
Test het programma uit voor de verschillende seizoenen.
Let op:
Als de eerste voorwaarde in het programma een True oplevert, stopt het programma. De volgorde van de voorwaarden is dus van belang.
Zakgeld
Probleemstelling
Hoeveel zakgeld krijg je? Komt dit overeen met hetgeen je vrienden krijgen? Veel ouders en jongeren vragen zich af wat gangbaar is. Hieronder vind je een tabel met de bedragen die uit onderzoek naar voren komen.
leeftijd zakgeld per maand
12-13 jaar 10 tot 39 euro
14-15 jaar 19 tot 39 euro
16-17 jaar 39 tot 99 euro
18-19 jaar 99 tot 149 euro
20-21 jaar 99 tot 149 euro
22-23 jaar 99 tot 149 euro
24+ jaar
100 tot 199 euro
Bron: https://www.wikifin.be/nl/familie/financiele-opvoeding/zakgeld-geven-niet geraadpleegd op 07/05/2025
Maak een programma dat de leeftijd inleest en het zakgeld als resultaat geeft. Je mag ervan uitgaan dat er een leeftijd ingegeven wordt die groter of gelijk is aan 12 jaar.
Analyse Invoer
waarde
leeftijd
Verwerking
Bepaal op basis van de leeftijd het zakgeld.
Uitvoer
waarde
leeftijd
Algoritme lees leeftijd als leeftijd < 14 dan schrijf “10 tot 39 euro” zoniet als leeftijd < 16 dan schrijf “19 tot 39 euro” zoniet als leeftijd < 18 dan schrijf “39 tot 99 euro” zoniet als leeftijd < 24 dan schrijf “99 tot 149 euro” zoniet
schrijf “100 tot 199 euro”
Programma
# Bepaal het zakgeld op basis van de leeftijd
#
# Lees de leeftijd in leeftijd = int(input("Geef de leeftijd in. ")
# Bepaal het zakgeld en schrijf het uit if leeftijd < 14: print("10 tot 19 euro") elif leeftijd < 16: print("19 tot 39 euro") elif leeftijd < 18: print("39 tot 99 euro") elif leeftijd < 24: print("99 tot 149 euro") else print("100 tot 199 euro")
Bewaar het programma onder de naam Zakgeld.py
Testen
Mogelijke testwaarden zijn:
Let op:
Let op de volgorde van de leeftijden in de geneste keuze. Je moet de leeftijden in een juiste volgorde zetten opdat het programma het juiste resultaat weergeeft.
2.7
Oefeningen
Gemakkelijk
1 Maak een programma dat controleert of iemand minderjarig is.
Vraag de naam en leeftijd van iemand. Schrijf het uit als deze persoon minderjarig is.
Bewaar het programma onder de naam Leeftijd1.py.
2 Het is belangrijk dat iedereen een steentje bijdraagt aan het klimaat. Dit kan je doen door je huis zo goed mogelijk te isoleren. Hoogrendementsglas (HR-glas) isoleert twee tot drie keer beter dan gewoon dubbel glas en vier tot vijf keer beter dan enkel glas. Door het plaatsen van HR-glas kan je dus heel wat energiekosten besparen. Als je in een bestaande woning de beglazing vervangt door hoogrendementsglas krijg je een premie van 16 euro/ m² met een maximum van 40% van het factuurbedrag inclusief btw.
Maak een programma om de premie te berekenen.
Bewaar het programma onder Premie.py.
3 Een sportclub hanteert de volgende regels voor het bepalen van het jaarlijkse lidgeld:
> Het basisbedrag bedraagt 80 euro;
> Jongeren tot en met 21 jaar krijgen 15 euro vermindering;
> Wie 5 jaar of langer lid is van de club krijgt 10% vermindering;
> Kortingen mogen gecombineerd worden.
Maak een programma dat het lidgeld berekent. Laat de gepaste gegevens (leeftijd en aantal jaren lid) invoeren en bepaal het lidgeld. Gebruik constanten.
Bewaar het programma onder de naam Sportclub.py
4 Bij een vervoersmaatschappij vind je volgende prijsberekeningen:
> optie Speedy: 250 euro voor laden en lossen + 12 euro per km;
> optie Snel: gratis laden en lossen + 17,50 euro per km.
Schrijf een programma dat het aantal kilometers inleest (invoer) en de voordeligste formule afdrukt (uitvoer).
Bewaar het programma onder de naam Vervoer.py.
5 Lees van twee personen de naam en leeftijd in. Schrijf uit of de eerste persoon ouder, jonger of dezelfde leeftijd heeft als de tweede persoon.
Bewaar het programma onder de naam Leeftijd2.py
Voorbeeld: invoer uitvoer
Piet 25 An 18 Piet is ouder dan An. Johan 20 Bart 20 Johan en Bart zijn even oud.
Lieve 16 Linde 19 Lieve is jonger dan Linde.
6
“Hoe oud is mijn hond in mensenjaren?” is een vaak gestelde vraag. Net als mensen, gaan honden door verschillende fases zoals baby, jeugd, puber, volwassene en senior. Vooral de levensfases zuigeling/jeugd en senior tonen grote gelijkenissen met die van de mens.
Voor het omzetten van de hondenleeftijd naar mensenjaren, moet je rekening houden met de grootte van het ras. Grote honden verouderen sneller dan kleine honden. In de berekening hieronder wordt een gemiddelde gehanteerd:
> Als jouw hond 1 jaar is, is dat ongeveer 15 jaar in mensenjaren;
> Het tweede jaar staat gelijk aan ongeveer 9 mensenjaren. Als jouw hond 2 jaar is, is zij dus in mensenjaren ongeveer 24 jaar;
> Daarna telt elk hondenjaar voor (gemiddeld) ongeveer 5 mensenjaren.
Maak een programma dat de leeftijd van de hond inleest en de leeftijd in mensenjaren uitschrijft.
Bewaar het programma onder de naam Hond.py
Gemiddeld
7 Een lichaam haalt calorieën uit eten en drinken. Dit wordt ook wel energie genoemd. Niet iedereen heeft evenveel calorieën per dag nodig. Wie veel beweegt bijvoorbeeld, heeft meer calorieën nodig. Mannen verbruiken over het algemeen meer energie dan vrouwen, omdat mannen meer spiermassa hebben. Ook leeftijd speelt een rol in het aantal calorieën dat iemand nodig heeft. Voor deze oefening gaan we uit van een leeftijd van 18 jaar. De volgende richtlijnen gelden:
actief
actief
Maak een programma dat het geslacht (man of vrouw) en de mate van beweging (licht of matig) van iemand inleest en het aantal benodigde calorieën uitschrijft.
Bewaar het programma onder de naam Kcal2.py
8 Ontwerp een eenvoudige rekenmachine. Geef twee getallen in en typ nadien de bewerking in. De rekenmachine kan enkel de vier basisbewerkingen (optellen, aftrekken, vermenigvuldigen en delen) berekenen. Je mag ervan uitgaan dat er geen foute invoer is. Toon het resultaat op het scherm.
Tip
Vang delen door 0 op met een foutmelding.
Bewaar het programma onder de naam Rekenen.py
9
Elektrisch rijden zit in de lift. Maar is het goedkoper om elektrisch te rijden? Het resultaat hangt af van hetgeen je betaalt aan de laadpaal of voor benzine. Maak een programma om na te gaan wat in een gegeven situatie het goedkoopst is, een elektrische wagen of een op benzine. De elektrische wagen verbruikt gemiddeld 20 kWh per 100 km, de benzinewagen verbruikt 6 l per 100 km.
Geef volgende gegevens in:
> aantal gereden km;
> voor de elektrische wagen: prijs voor 1 kWh;
> voor de benzinewagen: prijs voor 1 l benzine.
Print de kostprijs voor het rijden met een elektrische wagen en met een benzinewagen uit en print daarna wat het voordeligst is.
Aandachtspunt:
We beperken ons in deze berekening tot de prijs van het tanken. Er wordt geen rekening gehouden met andere zaken zoals aankoopprijs, verzekering, belasting …
Bewaar het programma onder de naam Rijden.py
10 Maak een programma dat de boete berekent bij een snelheidsovertreding.
De volgende regels gelden:
locatie
0 tot 10 km/u te snel
> 10 km/u te snel bebouwde kom en zone 30 53 EUR
53 EUR + 11 EUR per bijkomende km boven de 10 km/u andere wegen 53 EUR
53 EUR + 6 EUR per bijkomende km boven de 10 km/u
Geef de gereden snelheid en de toegestane maximumsnelheid op de locatie in. Bereken de eventuele boete en schrijf ze uit. Als er geen boete is, verschijnt er niets. Probeer zo efficiënt mogelijk te programmeren.
Bewaar het programma onder de naam Boete.py
11 Maak een programma dat de oplossing van een lineaire vergelijking van de vorm a * x = b berekent als je de waarde van a en b inleest. Er zijn drie mogelijke resultaten:
“x = ….” (Let op: het oplossingsgetal moet als geheel getal geschreven worden)
“Er is geen gehele oplossing.”
“Er zijn meerdere gehele oplossingen.”
a b resultaat
2 10 x = 5
0 10 Er is geen gehele oplossing.
0 0 Er zijn meerdere gehele oplossingen.
2 15 Er is geen gehele oplossing.
Bewaar het programma onder de naam Lineair.py.
gevorderd
12 Schrijf een programma dat drie getallen inleest en nagaat of dit de maatgetallen van de zijden van een driehoek kunnen zijn.
Tip
In een driehoek moet de som van twee zijden altijd groter zijn dan de derde zijde. Gebruik deze eigenschap.
Bewaar het programma onder de naam Driehoek2.py
13 Maak een programma dat drie ingelezen gehele getallen van klein naar groot uitschrijft. Maak twee versies: een versie zonder en een versie met logische operatoren.
Bewaar het programma onder de naam Orden.py
14 Je wilt een motor kopen, maar welk rijbewijs heb je daarvoor nodig? De volgende regels gelden voor het vermogen: vermogen motor in kW rijbewijs maximaal 11 kW rijbewijs A1 maximaal 35 kW rijbewijs A2 minimaal 35 kW, ook met zijspan rijbewijs A
Je hebt een bepaalde minimumleeftijd nodig om een praktijkexamen voor een rijbewijs te mogen afleggen.
De minimumleeftijden om het praktijkexamen af te leggen zijn:
> rijbewijs A1: 18 jaar
> rijbewijs A2: 20 jaar
> rijbewijs A: 24 jaar
Heb je al twee jaar een rijbewijs A2 en wil je een rijbewijs A behalen? Dan mag je het praktijkexamen afleggen zodra je 22 jaar bent.
Maak een programma dat, op basis van het vermogen van de motor dat je wilt kopen, uitschrijft welk rijbewijs je nodig hebt en vanaf welke leeftijd je het kan behalen. Bewaar het programma onder de naam Rijbewijs.py.
15 Maak een programma dat een kalenderdag inleest (bijvoorbeeld 6 januari) en dat als resultaat de kalenderdag van de volgende dag geeft. Je moet in je programma geen rekening houden met schrikkeljaren.
Bewaar het programma onder de naam VolgendeDag.py.