Isaac-Natuurwetenschappen 1/2 Module 5 Het spijsverteringsstelsel - inkijk methode

Page 1


Weet wat je eet

Houd op een normale schooldag, met behulp van een app, bij wat je allemaal eet en drinkt.

Om de app te gebruiken moet je je eerst registreren.

1 Welke dag heb je gekozen? Vul de dag en datum in.

Dag: Datum:

2 Houd een volledige dag bij wanneer en hoeveel keer je een voedingsmiddel gebruikt.

Voorbeeld: ik dronk 2 glazen melk bij het ontbijt. Je duidt bij het ontbijt aan dat je twee glazen melk hebt gedronken.

Sommige producten kan je makkelijk scannen met de streepjescode van het product. Zo hoef je niet in de lijst naar het voedingsmiddel te zoeken.

Merk op:

Wanneer je een bereid gerecht eet, moet je elk voedingsmiddel van het gerecht afzonderlijk invullen.

Voorbeeld: spaghetti bolognaise bevat 100 gram pasta, 50 gram gehakt, 50 gram wortelen …

3 Noteer in de tabel de totale opgenomen energie per dagdeel.

Welke eenheid wordt in de app gebruikt voor energie?

ontbijt

lunch avondeten

tussendoor totaal

Van welk voedingsmiddel heb je het meeste gegeten?

Waarom is eten belangrijk voor ons lichaam?

Wat gebeurt in ons lichaam met de dingen die we eten?

energie (in kcal)

De SI-eenheid voor energie is joule (J). De hoeveelheid energie van een bepaald voedingsmiddel wordt echter altijd uitgedrukt in kilocaloriëen (kcal) of kilojoules (kJ).

1 Voeding

1.1 Voedingsmiddelen en voedingsstoffen

Stel je voor dat je een avond alleen thuis bent en je mag een menu samenstellen waarvan je zelf helemaal kan genieten. Hoe zou dat menu er dan uit zien?

Menu

INKIJKEXEMPLAARDIEKEURE

Waarom koos je voor deze voedingsmiddelen?

Zouden je ouders blij zijn met deze keuzes? Waarom wel/niet?

Weten wat je eet is belangrijk. Sommige voedingsmiddelen kies je juist bewust uit omdat er bepaalde nuttige stoffen inzitten. Denk maar aan een appel voor de vitamines, brood voor de vezels … Welke voedingsstoffen aanwezig zijn in bepaalde voedingsmiddelen, kan je makkelijk vinden in de voedingswaardetabel die op het etiket staat.

Ga zelf op zoek naar 2 voedingsmiddelen die je graag eet. Knip hun voedingswaardetabel uit en kleef deze hieronder.

Voedingsmiddel 1

Voedingsmiddel 2

Vul in de tabel de waarden in van iedere voedingsstof in het voedingsmiddel. Plaats een streepje als een voedingswaarde niet voorkomt op een etiket. Als voorbeeld vulden we de voedingswaarden die op een etiket van tomatenpassata staan in.

voedingsstoffen per 100 g of 100 ml voedingsmiddel tomatenpassatavoedingsmiddel 1voedingsmiddel 2

Energie (kcal)

Vetten < 0,5 g

Koolhydraten 3,0 g

- waarvan suikers 3,0 g

Vezels 1,3 g

Eiwitten 1,3 g

Zout

Vitamines -

Mineralen -

g

INKIJKEXEMPLAARDIEKEURE

Voedingsstoffen en voedingsmiddelen zijn twee verschillende zaken. Voedingsmiddelen zijn alle dingen die je eet en drinkt. Een voedingsmiddel bevat verschillende voedingsstoffen.

Vlees, een voedingsmiddel, is bijvoorbeeld een bron van eiwitten, een voedingsstof.

Een groente zoals broccoli, een voedingsmiddel, bevat dan weer veel vitamine C, een voedingsstof.

Voedingsstoffen worden ook wel nutriënten genoemd.

Eiwitten betekent hetzelfde als proteïnen. Denk maar aan proteïneshakes.

Koolhydraten zijn een belangrijke bron van energie voor ons lichaam. 40 tot 70%van je energie haal je uit koolhydraten.

Er zijn zo’n 50 verschillende soorten voedingsstoffen bekend. Afhankelijk van welke bron je raadpleegt, worden ze opgedeeld in een 5-tal klassen.

Op de volgende pagina staan de belangrijkste klassen van voedingstoffen samen met een beschrijving ervan. Verbind de beschrijving met de foto die typisch is voor die voedingsklasse. Let op, dit neemt niet weg dat er geen stoffen van andere voedingsklassen in die voedingsmiddelen zitten!

voedingsstof beschrijving nr

vetten

verzadigde vetten

onverzadigde vetten

koolhydraten

Er bestaan onverzadigde en verzadigde vetten. Vet in voedingsmiddelen bestaat meestal uit een combinatie van beide.

Zitten veel in dierlijke producten zoals in vlees en kaas maar het zit ook in koekjes, gebak en gefrituurde snacks. Dit vet is niet goed voor de gezondheid

Zijn zacht of vloeibaar bij kamertemperatuur. Deze vetten zijn beter voor de gezondheid. Zoals bijvoorbeeld in noten, vette vis, plantaardige olie…

Zijn een verzamelnaam voor suikers en zetmeel. Suikers geven snel energie, zetmeel geeft traag energie vezels

Kunnen niet door onze darmen worden verteerd of opgenomen. Ons voedsel bevat een mengsel van vele verschillende soorten vezels.

INKIJKEXEMPLAARDIEKEURE

eiwitten

vitaminen en mineralen

Dierlijke eiwitten zitten vooral in vlees, vis, melk, kaas en eieren. Plantaardige eiwitten zitten vooral in brood, graanproducten, peulvruchten en noten

Krijg je in kleine hoeveelheden binnen via eten of drinken. Ze leveren geen energie je hebt ze wel nodig voor een goede gezondheid en ontwikkeling.

DOE DE TEST

Oriëntatie

Onderzoeksvraag

Welke voedingsstoffen (glucose, eiwitten, vetten of zetmeel) bevatten deze voedingsmiddelen vooral?

Hypothese

In een appel zit vooral

In een tomaat zit vooral

In wit brood zit vooral

In een aardappel zit vooral

In salami zit vooral

In yoghurt zit vooral

Voorbereiding

Benodigdheden

Zes petrischalen

Appel, tomaat, wit brood, aardappel, salami, yoghurt

Diastix (glucose-indicator)

Werkwijze

INKIJKEXEMPLAARDIEKEURE

Albustix (eiwitindicator)

Papier (vetvlekproef)

Lugol (zetmeelindicator)

Hulpkaart indicatoren

1 Breng een kleine hoeveelheid van elk voedingsmiddel in een petrischaal.

2 Leg op elk voedingsmiddel een strookje diastix, albustix en een stukje papier.

3 Neem de strookjes weg en test ook met een druppel lugol.

4 Noteer je waarnemingen in de tabel.

Uitvoering

Waarneming

Zet een kruisje in de tabel als de voedingsstof in het voedingsmiddel aanwezig is.

glucoseeiwitten vetten zetmeel appel tomaat wit brood aardappel salami yoghurt

Besluit

Duid aan in de tabel of je hypothese correct of niet correct was. voedingsmiddel correct niet correct appel

tomaat wit brood aardappel

salami yoghurt

1.2 Functies van voedingsstoffen

Voedingsstoffen kunnen we opsplitsen in drie categorieën, elk met hun eigen functie.

Bouwstoffen zorgen voor de groei, de ontwikkeling en het herstel van cellen.

Brandstoffen leveren energie voor lichaamswarmte, beweging, de aanmaak van cellen ...

Beschermende stoffen houden je gezond, helpen je genezen.

Eén voedingsstof kan meerdere functies hebben.

Naast voedingsstoffen worden ook heel vaak voedingsvezels vermeld op etiketten. Vezels worden niet verteerd door je lichaam en dus ook niet opgenomen in het bloed. Het zijn dus geen voedingsstoffen. Toch zijn ze zeer nuttig voor een goede darmfunctie en zouden ze de kans op hart- en vaatziekten verminderen.

Is het een bouwstof, brandstof of beschermende stof? Kruis aan.

bouwstof brandstof beschermende stof

INKIJKEXEMPLAARDIEKEURE

eiwitten (proteïnen)

water mineralen vitamines koolhydraten (suikers/zetmeel)

vetten

Je lichaam krijgt dus energie door de opname van voedingsstoffen. Hoeveel energie een voedingsmiddel bevat leerde je met behulp van een tabel of een app bepalen in het ISAAC-moment.

1.3 Gezonde voeding

Maak een woordspin rond gezonde voeding.

INKIJKEXEMPLAARDIEKEURE

Gezonde voeding betekent voor mij ...

VOEDINGSDRIEHOEK

Bekijk het filmfragment over de voedingsdriehoek en vul het schema aan. Kies uit: ultrabewerkte voeding – plantaardig – minder – water – dierlijk – vlees en boter – meer – zo weinig mogelijk

DRINK VOORALWATER MEER

MINDER

ZO WEINIG MOGELIJK

Klopt de stelling dat ketchup veel gezonder is dan mayonaise? Noteer je hypothese.

Hypothese

Bekijk de voedingswaardetabellen van mayonaise en ketchup.

INKIJKEXEMPLAARDIEKEURE

Gemiddelde voedingswaarde/100

Vetten waarvan verzadigde vetzuren

Bespreek de tabel en formuleer je besluit.

Besluit

Mijn hypothese was JUIST / FOUT.

Nutri-score

De Nutri-Score is een handig label dat laat zien hoe gezond een product is. Het gebruikt een letter (A tot E) en een kleur (donkergroen tot rood) om dat duidelijk te maken. Hoe meer gezonde stoffen (zoals vezels, eiwitten, groenten of noten) en hoe minder ongezonde stoffen (zoals suiker, zout of vet) erin zitten, hoe beter de score. Producten gelabeld met donkergroen A zijn de gezondste keuze, terwijl een rood E label de minder gezonde producten aanduidt.

Ga thuis op zoek naar 3 voedingsmiddelen en hun bijhorende nutri-score.

voedingsmiddel

nutri-score

Om de Nutri-score betrouwbaarder te maken werd de berekeningsmethode begin 2024 herzien. Daardoor kregen ongeveer 40% van de producten een andere score.

Hoe zou het dieet veranderen naarmate men ouder wordt? Kruis de juiste stellingen aan.

Voor de groei zijn extra voedingsstoffen nodig, vandaar dat kinderen en adolescenten meer voeding nodig hebben.

Bij het ouder worden zul je steeds meer voedingsstoffen nodig hebben. Die nood begint vooral toe te nemen vanaf 40 jaar.

Senioren hebben minder behoefte aan voedingsstoffen, omdat de stofwisseling vertraagt. Kinderen hebben minder lichaamsmassa, ze hebben dus een pak minder voedingsstoffen nodig.

De behoeftes voor suikers, vetten … zijn ongeveer dezelfde bij kinderen als bij volwassenen.

Eetgewoontes kunnen een positieve of negatieve invloed hebben op ons lichaam en onze gezondheid. Verbind de delen links en rechts die samenhoren met een lijn.

We eten meer dan we verbruiken.

We eten gevarieerd.

We eten ‘s morgens een gezond ontbijt.

We eten (ongeveer) de juiste hoeveelheid.

We eten minder dan we verbruiken.

INKIJKEXEMPLAARDIEKEURE

Te veel of te weinig opname kan zorgen voor onnodige gewichtstoename of -afname.

Ons lichaam heeft behoefte aan heel wat verschillende voedingsstoffen. We moeten die allemaal opnemen.

We vermageren door massa-afname.

We hebben de hele dag lang voedingsstoffen nodig voor onze activiteiten. Een maaltijd overslaan compenseer je nadien toch.

We verzwaren door massatoename.

CHECK-UP

Heb ik het begrepen?

INKIJKEXEMPLAARDIEKEURE

Opdracht 1

(Zie Verder oefenen? 1 , 5 , 9 )

Bekijk de woorden in de tabel. Wat zijn voedingsmiddelen (VM) en wat zijn voedingsstoffen (VS)?

Opdracht 2

(Zie verder oefenen? 7 , 8 )

Welke voedingsstoffen zijn (in gezonde hoeveelheden natuurlijk) echt noodzakelijk? Markeer ze met fluo.

vetten vitamines rood vleeszetmeel of suikers

VM VM VM VM VS VS VS VS granen water melk proteïneshakes

VM VM VM VM VS VS VS VS supplementen eieren eiwitten vezels

VM VM VM VM VS VS VS VS mineralen alcohol snoep tofu

VM VM VM VM VS VS VS VS

Opdracht 3

(Zie Verder oefenen? 2 )

Kruis aan of de stof een bouwstof, beschermende stof of brandstof is.

bouwstof brandstofbeschermende stof eiwitten (proteïnen) water

mineralen vitamines koolhydraten (suikers/zetmeel) vetten

1.4 Verder oefenen?

1 Heb je te maken met een voedingsmiddel of een voedingsstof? Kruis aan.

limonade voedingsmiddelen voedingsstof

eiwitten

voedingsmiddelen voedingsstof

melk voedingsmiddelen

voedingsstof

tofu voedingsmiddelen voedingsstof

vetten

INKIJKEXEMPLAARDIEKEURE

voedingsmiddelen voedingsstof

mineralen voedingsmiddelen

voedingsstof

2 Noteer welke functie (brandstof, bouwstof of beschermende stof) van de voedingsstof bij elke situatie van toepassing is.

a Tijdens het sporten liep je een spierscheur op. Wat heb je nodig voor een vlot herstel?

b Je had net een zware verkoudheid. Hoe kan je jouw weerstand verhogen?

c Waarom eet je tijdens de speeltijd een koek of een stuk fruit?

3 Rangschik door gebruik te maken van de voedingsdriehoek van gezond voedingsmiddel naar minder gezond voedingsmiddel. Kies uit: 1) vis 2) water 3) rood vlees 4) frietjes 5) linzen

4 Gebruik de voedingsdriehoek om de klassen van voedingsmiddelen te rangschikken van de klasse waar we meer van moeten eten tot de klasse waar we zo weinig mogelijk moeten van eten. Kies uit: 1) ultra bewerkte voedingsmiddelen 2) dierlijke voedingsmiddelen 3) plantaardige voedingsmiddelen

5 Plaats de begrippen in de juiste kader. Kies uit: champignon – vetten – water – frisdrank – vezels – koolhydraten – chocolade – pasta

voedingsmiddel

voedingsstof

INKIJKEXEMPLAARDIEKEURE

6 Bekijk de voedingswaardetabel en beantwoord de vragen.

Voedingswaarde per 100 ml

Energie

Eiwit

Koolhydraten

waarvan suikers

Vet waarvan verzadigd

Voedingsvezel

Natrium

Vitamine C

171 kJ / 41 kcal 0,7 g 8,6 g 8,6 g 0 g 0 g 0,31 g 0,001 g 35 mg Een glas bevat 200 ml 82 kcal per glas

a Van welk voedingsmiddel is dit de voedingswaardetabel?

b Welke eenheden worden gebruikt om de energie uit te drukken?

c Hoeveel energie zit er in 100 ml van dit voedingsmiddel?

d Hoeveel koolhydraten zitten er in 100 ml van dit voedingsmiddel?

e Welke vitamine is aanwezig in dit voedingsmiddel?

f Hoeveel eiwitten krijg je binnen na een glas van dit voedingsmiddel?

7 Vul bij elk voedingsmiddel de meest nuttige voedingsstof voor je lichaam aan.

a Appel:

b Pasta:

c Vlees:

8 Markeer de voedingsmiddelen die eiwitrijk zijn in het groen Markeer de voedingsmiddelen die vetrijk zijn in het oranje Markeer de voedingsmiddelen die veel koolhydraten en suikers bevatten in het blauw. aardbei brood kip melk rijst donut

9 Bekijk dit voorbeeldmenu en beantwoord de vragen:

Ontbijt: boterham met kaas en melk

Lunch: tosti met ham en sinaasappel

Diner: spaghetti met gehakt, tomatensaus en sla

Tussendoor: koekje en appelsap

1 Welke voedingsstoffen zitten er in dit menu?

2 Is dit een gezond dagmenu? Waarom (niet)?

3 Welke verbeteringen zou je kunnen voorstellen voor dit menu?

2 Spijsvertering

2.1 Nut van spijsvertering

Voedingsmiddelen en hun bijhorende voedingsstoffen zijn belangrijk voor ons lichaam om te blijven functioneren. We bekijken aan de hand van de werking van de cel waarom.

INKIJKEXEMPLAARDIEKEURE

Welke kleinste bouwsteen van ons lichaam werd hierboven getekend?

Waarom heeft de cel, net zoals een fabriek, brandstoffen nodig?

Welke brandstoffen worden tot bij de cel gebracht?

Hoe komen voedingsstoffen en glucose tot bij de cel?

Wat moet er gebeuren met voedingsmiddelen (bv. een appel) om de cel te kunnen bereiken?

Voedsel moet dus verkleind worden om tot bij de kleinste bouwsteen van het lichaam te komen. Deze verkleining kan op verschillende manieren gebeuren. We bekijken enkele voorbeelden.

Neem een krijtje en breek het in kleine stukken.

• Is het krijtje kleiner geworden? JA / NEE

• Welk verschijnsel is dit?

FYSISCH / CHEMISCH verschijnsel

• Hoe heb je het krijtje verkleind? BEWEGING / CHEMISCHE REACTIE

• Hoe noem je zo’n verkleining? MECHANISCHE / CHEMISCHE verkleining

Leg een stukje krijt in een bekerglas met azijn.

• Is het krijtje kleiner geworden? JA / NEE

• Welk verschijnsel is dit?

INKIJKEXEMPLAARDIEKEURE

FYSISCH / CHEMISCH

• Hoe heb je het krijtje verkleind? BEWEGING / CHEMISCHE REACTIE

• Hoe noem je zo’n verkleining? MECHANISCHE / CHEMISCHE verkleining

Schrijf bij de afbeeldingen welke vorm van verkleining plaatsvindt. Kies uit: mechanische verkleining – chemische verkleining

De belangrijkste taak van het spijsverteringsstelsel is voedsel verkleinen zodat de voedingsstoffen kunnen opgenomen worden in het bloed om tot bij de cellen te raken. Mechanische verkleining gebeurt door beweging. (Bv. afbijten van een stuk appel)

Chemische verkleining gebeurt door een chemische reactie. (Bv. maagsap)

2.2 Bouw van het spijsverteringsstelsel

Noteer telkens het juiste cijfer bij de juiste term.

mond

speekselklieren

twaalfvingerige darm maag

dunne darm

endeldarm

galblaas

alvleesklier

dikke darm

anus slokdarm

Het spijsverteringsstelsel bestaat uit de mond, speekselklieren, keel, slokdarm, maag, twaalfvingerige darm, dunne darm, dikke darm, lever, galblaas, alvleesklier, endeldarm en anus.

2.3 De weg van voedsel

Via welk lichaamsdeel kan je voedsel binnenkrijgen?

Wat gebeurt er met voedsel in dit lichaamsdeel?

INKIJKEXEMPLAARDIEKEURE

Waar gaat dit voedsel dan naartoe?

Hoe verlaten de niet-verteerbare voedingsstoffen ons lichaam?

Waarom moeten voedingsmiddelen verkleind worden?

Voedingsmiddelen komen ons lichaam binnen via de mond. In de mond wordt het voedsel voor de eerste keer verkleind. Vervolgens wordt het voedsel van de mond naar de maag gebracht. Via de darmen verlaten de onverteerbare voedingsstoffen het lichaam.

CHECK-UP

Heb ik het begrepen?

INKIJKEXEMPLAARDIEKEURE

Opdracht 4

Beschrijf in één zin wat het nut is van het spijsverteringsstelsel?

Opdracht 5

De organen van het spijsverteringsstelsel kunnen ruwweg in twee grote groepen verdeeld worden. Enerzijds de organen waardoor de voeding passeert. Anderzijds de organen waar de voedingsmiddelen niet door passeren, maar die hulpstoffen leveren voor de spijsvertering. Deel de volgende organen in bij de juiste groep.

mond - alvleesklier - slokdarm - maag - lever - galblaas - speekselklier- darmen voedsel gaat door het orgaan orgaan levert hulpstoffen

3 Spijsverteringsorganen en hun functies

3.1 Het gebit

INKIJKEXEMPLAARDIEKEURE

Oriëntatie

Onderzoeksvraag 1

Welke functie heeft ons gebit bij het eten?

Hypothese

Ik denk dat het gebit

Voorbereiding

Materiaal

Wortel

Boterham

Uitvoering

Stappenplan

1 Bijt een stuk van een boterham.

2 Kauw de boterham en slik door.

3 Bijt een stuk van een wortel.

4 Kauw het stuk wortel en slik door.

Resultaat

Reflectie

hoektand kies

snijtand

Kleur de tanden waarmee je het stuk wortel hebt afgebeten in het groen.

Kleur de tanden waarmee je het stuk boterham hebt afgebeten in het blauw

Kleur de tanden waarmee je hebt gekauwd in het rood.

Besluit

Geef een antwoord op de onderzoeksvraag.

Welke tanden zorgen voor het afbijten van hard voedsel?

Welke tanden zorgen voor het afbijten van zacht voedsel?

Welke tanden zorgen voor het kauwen/malen van voedsel?

Mijn hypothese was JUIST / FOUT.

Oriëntatie

Onderzoeksvraag 2

Hoe is het gebit aangepast aan zijn functie?

Hypothese

Ik denk dat het gebit

Voorbereiding

Materiaal

Spiegel of smartphone

Uitvoering

Stappenplan

1 Bekijk je eigen gebit met een spiegel of neem een foto met je smartphone.

2 Bekijk de vorm van de verschillende tanden.

Resultaat

Welke vorm hebben de snijtanden?

Welke vorm hebben de hoektanden?

Welke vorm hebben de kiezen?

Reflectie

Besluit

Geef een antwoord op de onderzoeksvraag.

INKIJKEXEMPLAARDIEKEURE

Mijn hypothese was JUIST / FOUT.

De tanden in het gebit zorgen voor een eerste verkleining van het voedsel. Tanden worden gebruikt om voedsel af te bijten of te kauwen. De vorm van de tanden is aangepast aan hun functie.

• Snijtanden zijn smal en scherp om zacht voedsel af te bijten.

• Hoektanden zijn puntig en scherp om hard voedsel af te bijten.

• Kiezen zijn breed en hobbelig om te kauwen.

hoektand

snijtand

kies

Naam:

Klas:

Datum: / /

Spijsvertering met spulletjes

INKIJKEXEMPLAARDIEKEURE

Oriëntatie

Je krijgt de opdracht om het spijsverteringsstelsel van de mens in elkaar te knutselen. Niet zomaar een tekening op papier dus, maar een echt knutsel- (en kunst)werkje. Gebruik daarvoor je creativiteit ten volle, maar zorg er natuurlijk ook voor dat het realistisch blijft. De afbeelding in de module op pagina 18 kan je daarbij helpen. Denk eerst na over het knutselgerief dat je wil gebruiken. Denk bijvoorbeeld aan knutselmais, pasta, touwtjes, parels, plasticine, boetseerklei, snoep … Hieronder vind je twee voorbeelden van dit project.

Voorbereiding

Op de volgende pagina vind je een silhouet van het menselijk lichaam. Die kun je uitvergroten of als uitgangspunt gebruiken. De minimumgrootte van je creatie moet zeker een A3-blad groot zijn. Geef een korte omschrijving van de materialen die je zal gebruiken.

© Artwork
‘Lab #4’ by Shanell
Papps

INKIJKEXEMPLAARDIEKEURE

INKIJKEXEMPLAARDIEKEURE

Uitvoering

Zorg ervoor dat de onderstaande organen duidelijk aanwezig zijn op je creatie: mond- speekselklieren – slokdarm – maag – twaalfvingerige darm – dunne darm – appendix – dikke darm– endeldarm – lever – galblaas – alvleesklier

Wat je ook gebruikt van materiaal, zorg ervoor dat je duidelijk kleuren, vormen en structuren onderscheidt. De organen moeten duidelijk te herkennen zijn. Benoem alle organen op je creatie.

Reflectie

Tot slot presenteer je je spijsverteringsstelsel. Vertel over de organen en hun functies in het lichaam. Verklaar ook je keuze van materialen, kleuren, vormen en structuur.

INKIJKEXEMPLAARDIEKEURE

3.2 Tong

Oriëntatie

Onderzoeksvraag

Wat is de functie van de tong?

Hypothese

Ik denk dat de tong

Voorbereiding

Materiaal

Boterham

Uitvoering

Stappenplan

1 Bijt een stuk van je boterham.

INKIJKEXEMPLAARDIEKEURE

2 Kauw goed. Let goed op de bewegingen van je tong.

3 Let ook goed op de smaak van het stuk brood in het begin en op het einde.

4 Slik het stuk brood door.

Resultaat

Hoe voelt het net afgebeten stuk brood? NAT / DROOG / ZACHT / HARD

Hoe voelt het brood aan net voor het doorslikken? NAT / DROOG / ZACHT / HARD

Welke smaakverandering neem je waar? De smaak wordt STERKER / MINDER STERK.

Reflectie

Besluit

Welke twee functies heeft de tong?

Met welke vloeistof wordt voedsel vermengd in de mond?

De tong heeft ook nog een derde functie die niets te maken heeft met voedsel. Welke?

Mijn hypothese was JUIST / FOUT.

De tong vermengt het voedsel goed met het speeksel in de mond.

Nadien duwt de tong de voedselbrij naar de keelholte.

Speeksel is een spijsverteringssap. In de mond start de vertering van voedsel.

Op de tong zitten ook smaakpapillen die ons helpen om het voedsel te proeven.

De tong is de enige spier die los van het skelet beweegt.

De tong heeft zo’n 2000 tot 4000 smaakpapillen.

De tong is gemiddeld 8,3 cm lang.

Een tongafdruk is net zo uniek als een vingerafdruk.

Speeksel kan bacteriën doden en is dus een vorm van bescherming.

Per minuut maak je ongeveer 0,25 tot 0,50 milliliter speeksel aan. DOE DE TEST

Oriëntatie

Onderzoeksvraag

Wat is de invloed van speeksel op ons voedsel ?

Hypothese

Voorbereiding

Benodigdheden

Twee reageerbuizen

Elastiekje

Maatbeker

Warm water (37 °C)

Thermometer

Zetmeeloplossing

Speeksel

Lugol-oplossing

Hulpkaart indicatoren

Werkwijze

INKIJKEXEMPLAARDIEKEURE

1 Vul reageerbuizen A en B voor de helft met een zetmeeloplossing.

2 Breng rond reageerbuis A een elastiekje aan om de reageerbuis te herkennen. Doe er een hoeveelheid speeksel in en schud goed.

3 Plaats beide reageerbuizen in warm water (37 °C)

4 Voeg na een half uur aan beide reageerbuizen 1 ml lugol toe.

Elastiekje

Zetmeeloplossing met speeksel

Warmwaterbad (37 °C)

Zetmeeloplossing zonder speeksel

INKIJKEXEMPLAARDIEKEURE

Uitvoering

Waarneming

Welke voedingsstof willen we met lugol opsporen?

Welke kleur stel je vast na het toevoegen van lugol?

• Reageerbuis A :

• Reageerbuis B :

Waarom worden de reageerbuizen in een warmwaterbad van 37 °C geplaatst?

Reflectie

Besluit

Geef een antwoord op de onderzoeksvraag.

Mijn hypothese was JUIST / FOUT.

Speeksel is een spijsverteringssap dat zetmeel afbreekt.

3.3 Slokdarm

Oriëntatie

Onderzoeksvraag

Hoe kan het voedsel door de slokdarm bewegen?

Hypothese

Ik denk dat ervoor zorgen dat voedsel door de slokdarm kan bewegen.

Voorbereiding

Materiaal

Stoel Glas water met rietje Nylonkous Tennisbal

Uitvoering

Stappenplan

1 Ga ondersteboven op een stoel hangen.

INKIJKEXEMPLAARDIEKEURE

2 Drink terwijl je ondersteboven hangt met een rietje van een glas water.

3 Ga weer rechtop zitten.

4 Neem de nylonkous en stop er langs boven een tennisbal in.

5 Probeer de tennisbal door de kous te duwen met je handen. Hou de kous steeds verticaal!

Resultaat

Wat merkte je op wanneer je ondersteboven probeerde te drinken?

De tennisbal duw je door de kous naar beneden door te knijpen OP / BOVEN / ONDER de bal.

Je hand vormt bij het knijpen een KLEINER / GROTER kringetje.

Reflectie

Besluit

Met welk spijsverteringsorgaan kunnen we de nylonkous vergelijken?

Waar komt de tennisbal mee overeen?

INKIJKEXEMPLAARDIEKEURE

Waar komen je handen mee overeen?

Geef een antwoord op de onderzoeksvraag.

Mijn hypothese was JUIST / FOUT.

Het voedsel gaat van de mond naar de maag doorheen de slokdarm. De spieren van de slokdarm duwen het voedsel naar beneden. Deze beweging noemen we peristaltiek.

De slokdarm van een volwassen persoon is ongeveer 30 cm lang. Voedsel doet er vijf tot acht seconden over om de maag te bereiken.

3.4 Maag

Oriëntatie

Onderzoeksvraag

Wat gebeurt er met het voedsel in de maag?

Hypothese

Ik denk dat in de maag

Voorbereiding

Materiaal

Diepvrieszakje

Water Boterham

Uitvoering

Stappenplan

1 Neem een stuk brood en stop het in een diepvrieszakje.

2 Voeg een beetje water toe en sluit het zakje.

3 Kneed de inhoud van het zakje met je handen.

Resultaat

INKIJKEXEMPLAARDIEKEURE

Hoe ziet de inhoud van het zakje eruit na het kneden?

Reflectie

Besluit

Met welk spijsverteringsorgaan kunnen we het diepvrieszakje vergelijken?

Waarmee komt het water overeen?

Hoe smaakt maagsap?

Denk aan het gevoel dat je krijgt wanneer je moet overgeven.

Waarmee komen de handen overeen?

Geef een antwoord op de onderzoeksvraag.

Mijn hypothese was JUIST / FOUT.

In de maag wordt het voedsel gekneed en gemengd met maagsap. Maagsap is een spijsverteringssap dat bacteriën doodt en zorgt voor verdere vertering van het voedsel.

INKIJKEXEMPLAARDIEKEURE

Als je voedingsstoffen tekort komt, dan laten je hersenen je maag harder werken. Dit maak een knorrend geluid.

Elke 24 uur wordt ongeveer anderhalve liter maagsap aangemaakt.

Wanneer teveel maagzuur in je maag zit, dan kan dit voor irritatie zorgen.

3.5 Twaalfvingerige darm

Na de maag komt het voedsel terecht in het eerste stuk van de dunne darm, dat we ook wel twaalfvingerige darm noemen.

Benoem de aangeduide delen van het spijsverteringsorganen.

Welke organen, behalve de maag, op de afbeelding produceren een spijsverteringssap?

Waar komen deze spijsverteringssappen bij het voedsel terecht?

Wat is de functie van de galblaas?

In de twaalfvingerige darm worden 2 spijsverteringssappen toegevoegd: galsap en alvleessap.

Oriëntatie

Onderzoeksvraag

Welke functie heeft galsap bij de vertering?

Hypothese

INKIJKEXEMPLAARDIEKEURE

Voorbereiding

Benodigdheden

Twee proefbuizen

Proefbuisrekje

Olie Water Ossengalzeep (vervangt galsap)

Werkwijze

1 Vul beide proefbuizen met 1/4 hoeveelheid olie.

2 Vul beide proefbuizen aan met 3/4 hoeveelheid water.

3 Voeg in de eerste proefbuis enkele druppels ossengalzeep toe.

4 Schud beide proefbuizen. Let op dat je met je duim of een stop de proefbuis volledig afsluit voor je begint te schudden.

5 Zet de proefbuizen in het rek en laat ze even rusten.

Uitvoering

Waarneming

Waar bevindt de olie zich in beide proefbuizen voor het schudden?

Waar bevindt de olie zich in beide proefbuizen na het schudden?

proefbuis 1: proefbuis 2:

Reflectie

Besluit

Noteer een antwoord op de onderzoeksvraag.

Mijn hypothese was JUIST / FOUT.

Galsap wordt aangemaakt door de lever en tijdelijk bewaard in de galblaas. Galsap zet vetdruppels om in kleinere vetdeeltjes.

Naast galsap wordt er ook alvleessap vanuit de alvleesklier toegevoegd aan het voedsel in de twaalfvingerige darm.

INKIJKEXEMPLAARDIEKEURE

Alvleessap breekt eiwitten en zetmeel verder af.

overzicht van het verteringsproces van de drie belangrijke voedingsstoffen

Speeksel

Zetmeel

Alvleessap

Deels afgebroken zetmeel

Verder afgebroken zetmeel

Eiwitten

Vetdruppels

Maagsap

Alvleessap

Deels afgebroken eiwitten

Verder afgebroken eiwitten

Galsap

Alvleessap

Zeer kleine druppeltjes

Verder afgebroken vet

3.6 Dunne darm

Oriëntatie

Onderzoeksvraag

Wat gebeurt er in de dunne darm met het voedsel?

Hypothese

Ik denk dat in de dunne darm

Voorbereiding

Materiaal

Dialyseslang

Zetmeel

Glucose

Glazen bak met water

Lugol

Diastix

Proefbuis

Met een diastix spoor je glucose op, met lugol spoor je zetmeel op. Neem de hulpkaart erbij.

Uitvoering

Stappenplan

1 Vul een proefbuis met een oplossing van water, zetmeel en glucose.

2 Schud voorzichtig deze oplossing met de duim op de proefbuis.

3 Vul het bakje met water.

4 Vul de dialyseslang met de oplossing uit de proefbuis.

5 Hang de dialyseslang met twee wasknijpers in het bakje dat gevuld is met water.

6 Onderzoek het water in het bakje met diastix en lugol aan het begin van de proef en herhaal dat na ongeveer 30 minuten.

Resultaat

Welke stoffen zitten in het begin van de proef in het waterbakje?

Welke stof bevindt zich na enige tijd in het waterbakje?

Hoe stel je dat vast?

Verandert de druppel lugol van kleur in de waterbak?

INKIJKEXEMPLAARDIEKEURE

Welke stof kan niet door de dialyseslang?

Reflectie

Besluit

Met welk spijsverteringsorgaan kunnen we de dialyseslang vergelijken?

Waarmee komt het dialysemembraan overeen?

Met welke vloeistof in ons lichaam kunnen we het water in het bakje vergelijken?

Geef een antwoord op de onderzoeksvraag.

INKIJKEXEMPLAARDIEKEURE

Mijn hypothese was JUIST / FOUT.

In de dunne darm wordt de vertering gestopt door het darmsap. Alle resten die hier achterblijven, kan je lichaam niet verteren. Voedingsstoffen worden doorheen de darmwand opgenomen in het bloed.

De dunne darm is het gedeelte waar een groot deel van de voedingsstoffen worden opgenomen in het bloed. Aan de binnenkant bestaat dit langste stuk van de spijsvertering uit darmplooien en darmvlokken.

Darmplooien zijn golvingen in de darmwand. Daarop bevinden zich veel darmvlokken, dat zijn kleine uitstulpingen. In elke vlok loopt een klein bloedvaatje dat zich vertakt en waarin stoffen uit de darminhoud worden opgenomen. Zo worden voedingsstoffen verspreid en wordt energie en bouwstoffen geleverd aan je lichaam.

Noteer het juiste cijfer bij het juiste begrip. darmplooi darmvlok bloedvat dunne darm

1

De dunne darm is bij een volwassene ongeveer 6 meter lang. De dunne darm maakt dezelfde peristaltische beweging als de slokdarm.

3.7 Dikke darm

Oriëntatie

Onderzoeksvraag

Wat gebeurt er in de dikke darm met de onverteerde voedselresten?

Hypothese

Ik denk dat in de dikke darm

Voorbereiding

Materiaal

Theezakje Tas met water

Uitvoering

Stappenplan

1 Neem een tas met water en doe het theezakje erin.

2 Haal het theezakje eruit en knijp het stevig uit.

Resultaat

Wat gebeurt er als je het theezakje uitknijpt?

Wat blijft er achter in het theezakje?

Reflectie

Besluit

Geef een antwoord op de onderzoeksvraag.

Mijn hypothese was JUIST / FOUT.

In de dikke darm wordt er zo veel mogelijk water uit de onverteerde voedselresten gehaald.

INKIJKEXEMPLAARDIEKEURE

In de dikke darm zit zo’n 1,5 kg aan goede bacteriën. Dit noemen we de darmflora. De dikke darm is bij een volwassene ongeveer 1,5 m lang.

Wanneer de darminhoud in de dikke darm is, dan kan die niet meer terug naar de dunne darm omdat er een klep zit tussen de dikke en dunne darm.

3.8 Endeldarm

De endeldarm is het laatste deel van de dikke darm.

Oriëntatie

Onderzoeksvraag

Wat gebeurt er in de endeldarm met de onverteerbare voedselresten?

Hypothese

Ik denk dat in de endeldarm

Voorbereiding

Materiaal

Uitgeknepen theezakje Schaar

Uitvoering

Stappenplan

Neem het uitgeknepen theezakje en knip het langs de onderkant door.

Resultaat

Wat gebeurt er als je het theezakje openknipt?

Reflectie

Besluit

Geef een antwoord op de onderzoeksvraag.

INKIJKEXEMPLAARDIEKEURE

Via welke weg worden in ons lichaam onverteerbare resten verwijderd?

Mijn hypothese was JUIST / FOUT.

In de endeldarm worden de onverteerde voedselresten tijdelijk opgeslagen. De resten verlaten het lichaam via de anus.

CHECK-UP

Heb ik het begrepen?

INKIJKEXEMPLAARDIEKEURE

Opdracht 6

(Zie Verder oefenen? 11 , 13 , 14 )

Vul de tekst over de weg die voedsel aflegt aan.

Voedsel komt via de het lichaam binnen.

De duwt het fijngekauwde voedsel naar de keel.

Het voedsel wordt via de naar de maag gebracht.

Na het mengen van het voedsel met maagsap, beweegt het voedsel door de naar de dikke darm. Via de endeldarm en de verlaat het onverteerde voedsel het lichaam.

Opdracht 7

(Zie Verder oefenen? 12 , 16 )

Vul het spijsverteringssap van het bijhorende orgaan aan.

Mond

Maag

Lever

Alvleesklier

Dunne darm

Opdracht 8

(Zie Verder oefenen? 12 , 16 )

Verbind het spijsverteringsorgaan met zijn functie.

Gebit Mengen van voedsel met speeksel

Tong Kneden en mengen van voedsel met maagsap

Maag Fijnmalen van voedsel

Dunne darm

Dikke darm

INKIJKEXEMPLAARDIEKEURE

Onverteerde voedselresten tijdelijk opslagen

Voedsel naar de maag brengen

Endeldarm Voedingsstoffen opnemen

Slokdarm

Onverteerd voedsel uit lichaam verwijderen

Anus Water uit het voedsel halen

Opdracht 9

(Zie Verder oefenen? 15 , 16 )

Verbind het verteringssap dat tussenkomt bij het de vertering van de voedingsstof.

Speeksel Vetten

Maagsap Eiwitten

Galsap Suikers

Alvleessap

3.9 Verder oefenen?

10 Welke verkleiningsvorm is van toepassing? Kruis aan.

mechanische verkleiningchemische verkleining bruistablet in een glas water papier versnipperen brood snijden met een mes

INKIJKEXEMPLAARDIEKEURE

11 Wie ben ik? Vul aan met een orgaan.

a Ik ben het orgaan dat de mondholte met de maag verbindt.

b Ik ben het orgaan dat vlak na de maag komt.

c Ik ben het orgaan waardoor voedselresten het lichaam verlaten.

12 Welke verkleiningsvorm is van toepassing? Kruis aan.

mechanische verkleiningchemische verkleining mondholte slokdarm maag lever dunne darm alvleesklier

13 Vul aan met het juiste orgaan. maag dikke darm

14 Geef het nummer van het orgaan

mond

speekselklieren

maag

twaalfvingerige darm

dunne darm

endeldarm

slokdarm appendix lever

galblaas

alvleesklier

dikke darm

anus

15 Welk woord hoort niet in de rij? Omcirkel en leg uit.

a SPEEKSEL – MAAGSAP – OORSMEER – DARMSAP

Waarom?

b KOOLHYDRATEN – EIWITTEN – KOFFIE – VEZELS

Waarom?

c MOND – KEEL – SLOKDARM – NEUS

Waarom?

16 Markeer alle organen die een spijsverteringssap produceren. maag galblaas lever tanden slokdarm alvleesklier

17 Los de rebus op. AK = UN - US + D

INKIJKEXEMPLAARDIEKEURE

Welk orgaan vind je na het oplossen van de rebus?

Wat is de functie van dit orgaan?

18 Kruis de juiste uitspraken aan.

In de mond wordt voedsel zowel mechanisch als chemisch verkleind.

De spijsvertering start in de maag.

Peristaltiek is de beweging die plaatsvindt in de slokdarm en darmen.

Galsap zorgt voor afbraak van vetten.

De lever maakt galsap aan.

De spieren in de maag kneden het voedsel met het maagsap.

4

Voedingspatronen en spijsvertering bij andere gewervelden

Dieren, en ook mensen, kunnen we naargelang hun dieet (= voedingspatroon) onderverdelen in drie grote groepen:

• carnivoren of vleeseters

• herbivoren of planteneters

• omnivoren of alleseters

Tot welke groep een dier behoort kan je onder meer afleiden door te kijken naar het gebit en naar het spijsverteringsstelsel.

Gebit

Het gebit van een planten-, vlees- of alleseter is sterk verschillend. Hieronder staat een tabel met een paar typische kenmerken van het gebit van een groep.

Zet in de eerste kolom of je te maken hebt met het gebit van een herbivoor, carnivoor of omnivoor.

INKIJKEXEMPLAARDIEKEURE

kleinlang en puntigknipkiezen

grootgeen of kleingeplooide kiezen tussenin tusseninknobbelkiezen

Maag en darmstelsel

Planten worden door het spijsverteringsstelsel veel trager verteerd dan vlees. Het zal je dan ook niet verbazen dat de groep van planteneters en vleeseters te onderscheiden zijn door de lengte van de darmen. Natuurlijk is de lengte van de darmen van een muis veel kleiner dan de lengte van de darmen van een olifant. Daarom wordt de verhouding gemaakt van de darmlengte tot de lichaamslengte. Is die verhouding groot, dan spreken we van een grote darmlengte, is de verhouding klein dan spreken we over een korte darmlengte.

Duid in de tabel aan welk darmstelsel bij de vermelde groep past.

carnivoren herbivoren omnivoren

lange darmen lange darmen lange darmen korte darmen korte darmen korte darmen

darmstelsel

middelmatige darmlengte middelmatige darmlengte middelmatige darmlengte

Nu je dit weet kan je zonder problemen elk dier aan het juiste gebit en spijsverteringsstelsel linken. Doe dit door de elementen die bij elkaar horen in dezelfde kleur te omcirkelen.

Op basis van wat je hierboven leerde, is de mens eerder een

Puur anatomisch is de mens dus in staat om zowel plantaardig als dierlijk voedsel tot zich te nemen. Soms kiezen mensen er wel voor om geen dierlijke producten te eten, maar dat is dan een persoonlijke, bewuste keuze.

INKIJKEXEMPLAARDIEKEURE

De verhouding dunne darm tot lichaamslengte is bij carnivoren 4 tot 8 en bij herbivoren 12 tot 75. Bij omnivoren ligt de waarde ergens tussenin.

Bij de mens is de verhouding dunne darm tot lichaamslengte gelijk aan 5.

Veel planteneters, zoals koeien of schapen, hebben gespecialiseerde magen of darmen waar bacteriën helpen bij het verteren van plantaardig voedsel.

Bij carnivoren passeert voedsel vaak binnen de 24 uur door het spijsverteringskanaal.

De gezamenlijke lengte van de dunne darm en dikke darm is bij de mens 7 tot 8 m, bij een muis 0,8 tot 1 m en bij een olifant 30 tot 40 m.

bloedvat deel van het transportstelsel waardoor het bloed stroomt carnivoor vleeseter

darmplooi golvingen in de darmwand

darmvlok uitstulping op de darmplooi

INKIJKEXEMPLAARDIEKEURE

energiebehoefte hoeveel energie je lichaam nodig heeft herbivoor planteneter

koolhydraten verzamelnaam voor verschillende suikers omnivoor alleseter peristaltiek golvende spierbeweging in de wand van de slokdarm of darmen proteïnen eiwitten

spijsvertering proces waarbij voedingsmiddelen kleiner worden gemaakt tot voedingsstoffen

spijsverteringssap vloeistof die gebruikt wordt om voedsel te verteren bv. speeksel, maagsap …

spijsverteringsstelsel groep van organen die als taak hebben om voedsel te verteren voedingsmiddel alles wat je kan eten of drinken voedingspatroon eetstijl

voedingsstof datgene waaruit voedingsmiddelen bestaan voedingswaardetabel overzicht van voedingsstoffen in een voedingsmiddel

ik ken het!

Colofon

paginanummer 

Ik kan het verschil tussen een voedingsmiddel en voedingsstof uitleggen. p. 5

Ik kan voorbeelden opnoemen van voedingsmiddelen en voedingsstoffen. p. 5-6

Ik kan de functies van de verschillende voedingsstoffen opsommen. p. 8

Ik kan tips geven in verband met gezond eten en om mijn eigen spijsverteringsstelsel gezond te houden. p. 9

Ik kan het nut van spijsvertering voor de werking van de cel aanhalen. p. 16

Ik kan uitleggen waarom voedingsmiddelen verkleind moeten worden. p. 16-17

Ik kan opsommen welke weg voedsel in ons lichaam aflegt. p. 18-19

Ik kan de belangrijkste organen van het spijsverteringsstelsel aanduiden op een tekening en herkennen. p. 18 p. 21-35

Ik kan de functie van het gebit, de tong, de maag, de dunne darm, de dikke darm en de endeldarm opnoemen. p. 21-35

Ik kan verschillen opnoemen tussen het spijsverteringsstelsel van mens en dier. p. 41

INKIJKEXEMPLAARDIEKEURE

Auteur Tim Stoelen met medewerking van Diederik Maebe

Illustrator Lieven Vandenberghe

Eerste editie

Bestelnummer 90 808 0521

ISBN 978 90 4865 147 4

Niets uit deze uitgave mag verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt worden door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke wijze ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. No parts of this book may be reproduced in any form by print, photoprint, microfilm or any other means without written permission from the publisher. De uitgever heeft naar best vermogen getracht de publicatierechten volgens de wettelijke bepalingen te regelen. Zij die niettemin menen nog aanspraken te kunnen doen gelden, kunnen dat aan de uitgever kenbaar maken. STUDIEWIJZER

KB D/2025/0147/080

NUR 126

Thema YPMP

Verantwoordelijke uitgever die Keure, Kleine Pathoekeweg 3, 8000 Brugge

RPR 0405 108 325 - © die Keure, Brugge

Die Keure wil het milieu beschermen. Daarom kiezen wij bewust voor papier dat het keurmerk van de Forest Stewardship Council® (FSC®) draagt. Dit product is gemaakt van materiaal afkomstig uit goed beheerde, FSC®-gecertificeerde bossen en andere gecontroleerde bronnen.

Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.