

maandag
taal wiskunde
dinsdag
woensdag

donderdag
taal wiskunde
Je zet hier een kruisje, als je klaar bent met de opdracht.
taal wiskunde
Je tekent hier een lachend mondje, als je tevreden bent over hoe je de huistaak hebt kunnen afwerken.
taal wiskunde
Je tekent hier een droevig mondje, als je ontevreden bent over hoe je de huistaak hebt kunnen afwerken.
vrijdag
1 2 3 4 Hoe gebruik je je schoolagenda?
taal rekenen
Je duidt aan in het klokje hoe lang je aan de taak hebt gewerkt.