InterActie 5.2

Page 80

82 ]

Elektriciteit

6.8 Voorbeeldoefeningen

✍ OEFENING

Een verwarmingselement met weerstand 40,0  wordt aangesloten op 230 V gedurende exact 2 h. Bereken het vermogen in het element ontwikkeld, de stroomsterkte door het element, de geproduceerde warmte (in MJ en kWh) en de kostprijs van de verbruikte energie (1 kWh kost € 0,1243). Oplossing a) Het vermogen P kun je onmiddellijk berekenen: P =

U 2 (230 V)2 = 132 · 10 W = 1,32 kW = 40,0  R

b) De stroomsterkte I is I =

U 230 V = 5,75 A = R 40,0 

c) De geproduceerde warmte Qw is Qw = R · I 2 · ∆t = 40,0  · (5,75 A)2 · 2 h = 40,0  · (5,75 A)2 · 2 · 3600 s = 9,52 · 106 J = 9,52 MJ (= 2,64 kWh) Je kunt de geproduceerde warmte ook berekenen met de formule Egeprod = P · ∆t = 1,32 kW · 2 h = 2,64 kWh d) De kostprijs bedraagt 2,64 kWh · 0,1243 €/kWh = € 0,33

✍ OEFENING

Op het lampje van het stoplicht van een auto staat ’12 V – 21 W’. Bereken de weerstand van het lampje en de stroomsterkte. Wat gebeurt er als je het lampje gebruikt bij een vrachtwagen (U = 24 V)? Oplossing a) Met de formule P = U 2/R kun je de weerstand berekenen: R =

U 2 (12 V)2 = = 6,9  P 21 W

De stroomsterkte is I =

12 V U = = 1,7 A R 6,9 

b) Als je het lampje aansluit bij een vrachtwagen, blijft de weerstand van het lampje dezelfde, maar is de spanning 24 V. P =

U 2 (24 V)2 = = 83 W R 6,9 

In het lampje wordt 83 W (= 83 J/s) warmte geproduceerd. Dat is veel meer dan het vermogen waarvoor het lampje bedoeld is, nl. 21 W (= 21 J/s). Daardoor zal de temperatuur van het gloeidraadje zoveel oplopen dat het praktisch onmiddellijk doorsmelt. Daarom mag je een toestel niet aansluiten op een hogere spanning dan voorzien!


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.