Jubileumkrant 75 JAAR
FRIEZEN OVER SKÛTSJESILEN
11
De eerste ruwe bolsters van de SKS ‘Allinne in boer sylt syn skip om’ LODEWIJK MEETER: REDDER VAN HET SKÛTSJESILEN Lodewijk Meeter is in 1915 geboren in Munnekezijl. Hij heeft ervoor gezorgd dat de Friese zeilwedstrijden met skûtsjes van de Sintrale Kommisje Skûtsjesilen (SKS) nog bestaan. Toen in 1953 het skûtsjesilen zou
‘Ik hou van de strijd, de spanning en de actie’
worden afgelast wegens te geringe deelname, regelde Meeter voldoende schepen. Hij was de eerste SKS-schipper die, in 1952 in de Folkertsloot bij Earnewâld, omsloeg met zijn schip in het kampioenschap. Meeter was eigenaar van een scheepswerf en de eerste die speciaal voor de wedstrijden
Naam: Joop Mink
een eigen skûtsje aanschafte. Hij heeft er
Leeftijd: 85 jaar
bovendien voor gezorgd dat een deelnemer
Woonplaats: Wergea
aan het skûtsjesilen uit een geslacht van
Beroep/functie: Gepensioneerd
(zeilende) beroepsschippers moet komen. In
(voorheen chauffeur melkproducten
1970 en 1971 werd Meeter SKS-kampioen met
bij Frico Warga en van 1976 – 1986
het Huzumer skûtsje. Hij kwam elf maal op de
schipper van skûtsje Doarp Grou).
tweede plek terecht.
HOE BENT U BESMET GERAAKT MET HET SKÛTSJEVIRUS?
Meeter werd in 1971 benoemd tot ridder in de Orde van Oranje-Nassau. Hij was erelid van de SKS en ereburger van de gemeente
Mijn vader, vrachtschipper Berend Mink, kocht al in 1948 een skûtsje: De Nijverheid van Drachten. We vervoerden, mest, modder of bieten. ’s Winters was het rustig en als er ijs lag
Ulbe Zwaga
Als het over de SKS gaat, dan hoor je al snel de namen Meeter en Zwaga vallen. Zij waren echt de mannen van het eerste uur, die geen blad voor de
verkocht mijn vader koek en zopie. Ik
mond namen maar doordenderden. Ruzie maken met elkaar en dan weer
was dertien jaar toen ik klaar was met
doorgaan. Hun jarenlange strijd ontstond mede doordat ze vele seizoenen
school en mee hielp op het schip. Dat was hard werken. Toch was ik meteen
aan elkaar gewaagd waren. Het zijn de mythes van de SKS.
Leeuwarden. Er was er echter maar één die altijd wel te vinden was op zijn revers en dat was het speldje van de Vereniging van Schippers en Bemanningsleden (VSB) van de SKS. Die uiting van waardering kwam namelijk bij de echte zeilers vandaan voor de aanstichter van de totstandkoming van de VSB in 1969.
besmet.
WAT IS ER ZO MOOI AAN SKÛTSJESILEN?
ULBE ZWAGA: BESTE HARDZEILER ALLER TIJDEN
Ulbe Zwaga werd in 1969 gevraagd als
Lodewijk Meeter overleed in 2006 op 91-jarige
schipper voor een recreatiecentrum NV De
leeftijd in Leeuwarden. In het Skûtsjemuseum
Met 79 dagoverwinningen en 11
Woudfennen bij Langweer. Dat heeft hij drie
is een speciale ‘Meeterkast’ ingericht met
De strijd, de spanning, de actie.
kampioenschappen staat Ulbe Zwaga
jaar gedaan, waarna hij terug kwam bij Grou
alle prijzen die Lodewijk Meeter won met
Eigenlijk alles! De wedstrijdlocaties
(1907-1992) uit Langweer nog altijd op de
en meteen in zijn eerste jaar alweer kampioen
wedstrijdzeilen, zijn Koninklijke onderscheiding
in Earnewâld, Langweer en Elahuizen
eerste plaats in het Vleugelklassement,
werd. In 1976 is hij gestopt als schipper.
en andere persoonlijke attributen.
lagen mij het beste. Daar won ik
het klassement waarin ook naar het aantal
meerdere malen. Maar het was net
tweede en derde plaatsen wordt gekeken. Hij
niet genoeg voor het kampioenschap.
deed in de jaren dertig van de vorige eeuw
Het lopen wordt minder, dus volg ik de
met zijn ‘Twee Gebroeders’ al mee. Het schip
meeste wedstrijden nu op tv.
waarmee hij in het dagelijkse leven turf,
DIT WIL IK NOG EVEN KWIJT: In 1956 heeft mijn vader het skûtsje
mest, stront, maar vooral grond en terpaarde vervoerde. En het schip waar hij met zijn gezin op woonde.
De Nijverheid verkocht aan Earnewâld. Dit was het eerste dorp dat een
Zijn grootste successen had hij met het
skûtsje kocht. Later volgden velen het
‘Doarp Grou’. In de periode 1958-1962 werd
voorbeeld. Mijn vader bleef schipper. Ik
hij vijf jaar achter elkaar kampioen en in 1967
zeilde daarna bij Albert van Akker van
sleepte hij nogmaals een kampioenstitel in
Leeuwarden. Vervolgens was ik tien jaar
de wacht. In de tussenliggende tijd zat hij
lang schipper van het Grouster skûtsje.
steevast bij de eerste drie. Zijn beste jaren
Mijn zoon Berend volgde mij op, het
had hij met Tjitte Lammertsz Brouwer als
schip werd ‘verlengd’ en toen begon de
fokkenist. Die werd later als schipper op de
victorie. Hij werd tweemaal kampioen.
‘Gerben van Manen’ van Heerenveen zijn grootste rivaal.
Loadewyk Meeter
RIVALEN MET DEZELFDE PASSIE Voordat Lodewijk Meeter schipper werd had hij al wel als bemanningslid ervaring opgedaan tijdens de eerste twee jaren van de SKS. Ook als zwaardman bij Ulbe Zwaga aan boord tijdens de wedstrijden bij Grou, de Veenhoop en Earnewâld. Zwaga had laconiek gereageerd toen Lodewijk in 1952 omsloeg: ‘Allinne in boer sylt syn skip om’. In 1965 overkwam het Zwaga echter zelf ook op de Fluessen… Lodewijk Meeter vond dat de Zwaga’s te fel zeilden en dat ze nooit wat vergaten. Daar stond tegenover dat de Zwaga’s vonden dat de Meeters allemaal grote bekken hadden en dat het bij hen allemaal om de show ging. Dit kwam vooral doordat de Meeters als enige toch nog regelmatig even het water opgingen als de wedstrijd al was afgelast. Toch gebeurde het ook wel eens dat De Zwaga’s en Meeters elkaar vonden. Zo waren ze het roerend met elkaar eens tijdens de discussies over de zeilformule in 1975: ‘Wat hat dy Gerritsma (scheepsbouwkundige professor, red.) no foar ferstân fan skûtsjes!’