Geen standaardrecept voor je pensioen

Page 1


Geen standaardrecept voor je pensioen

Vroeg of laat komen we uit de veren voor onze laatste dienst. Dat je heel goed zelf regie kunt voeren op de aard en het tempo van je vertrek, vertellen deze drie collega’s. Het loskomen van strakke dienstroosters geeft verlichting.

Jan

Olsman (66), trauma-longchirurg, Jeroen Bosch Ziekenhuis

‘In het woord plaatsmaken kan ik me niet zo vinden’

‘Plaatsmaken voor een nieuwe collega? Nee, in het woord “plaatsmaken” kan ik me niet zo vinden. Dan is het net of iemand anders op jouw plek komt en dat jij dan moet vertrekken. Ik heb het liever over ruimte maken voor een nieuwe collega. Zelf vond ik het ook een fijn idee om wat meer ruimte te krijgen. Ik wilde minder diensten draaien, omdat je met het stijgen der jaren toch wat minder vitaal wordt en minder goed slaapt. Voor de vrijgevestigd specialist is er voor de laatste werkzame jaren alleen nog steeds niets geregeld. Ik werd geacht tot mijn 67ste minimaal 60 procent te werken. En al vind ik mijn werk nog steeds onwijs leuk en plezierig, ik wilde toch graag minder werken. Ik stelde de Bossche Specialisten Coöperatie en mijn maatschap voor: tot mijn pensioen nog twee jaar 50 procent werken, ook in de diensten. Voor de andere 50 procent zou er dan een opvolger komen – met als voorwaarde dat die ook écht zou worden aangenomen in de vakgroep en de Bossche Specialisten Coöperatie, om deze persoon daarmee zekerheid en toekomst te bieden. En dat is gelukt. We hebben een traumachirurg gevonden die goed bevalt en die zich helemaal kan vinden in de regeling, ook financieel. Daarmee snijdt het mes aan twee kanten. We zijn nu een jaar verder, en het bevalt heel goed - werken is een minder grote belasting geworden. Eén op de acht diensten draaien in plaats van één op de vier maakt echt een groot verschil. Het biedt me de ruimte voor hobby’s en activiteiten waarmee ik me ook na mijn pensioen wil bezighouden: beeldhouwen, reizen en golfen. Ik heb me ook voorgenomen een groter deel van het onderhoud van onze tuin zelf te gaan doen, in plaats van de tuinman. Ik werk al heel lang in het Jeroen Bosch. Deze fijne, sociale omgeving zal ik ook echt gaan missen. Met deze stap voorkom ik dat afscheid nemen in juli 2026 een stap is van alles naar niets. Ik werk ernaartoe. Het zou mooi zijn als meer collega’s warmlopen voor deze dakpanconstructie.’

‘Mijn pensionering biedt me de ruimte kritisch en creatief – buiten de kaders –mee te denken’

‘Ik heb nooit gesnakt naar mijn pensioen. Bovendien ben ik nog fit en heb ik hart voor de zaak, dus als gepensioneerde wil ik nog twee jaar doorwerken tot het einde van mijn BIG-registratie. Herregistratie is dan niet meer mogelijk, doordat ik niet meer aan het aantal benodigde patiënturen kom. En dat is prima. Op werkvlak zal ik me dan nergens meer druk over maken. Maar nu help ik Pro Persona nog elke maand met vier crisisdiensten buiten kantooruren om de gaten in het rooster te dichten en ontlast ik zodoende collega’s. Daarin ben ik flexibel. Als ik ’s nachts dienst heb gedaan, wil ik wel de volgende ochtend vrij zijn om zo nodig bij te komen. Het is fijn veel vrije tijd te hebben voor andere liefhebberijen. Ik houd me bezig met de tuin, ik fiets en verdiep me in keramiek en glas. Deze nieuwe hobby’s laten me ervaren hoe je op een andere manier iets maakt met hoofd en handen. Onder andere namens de ggz neem ik op landelijk niveau ook nog deel aan het project medicatieoverdracht. Daarbij bepleit ik gebruiksvriendelijkheid en dat de ervaring van de patiënt met elk geneesmiddel helder wordt gedocumenteerd: gepersonaliseerde kennis. De huidige werkwijze van stapelen van aantekeningen en labels in een dossier leidt niet tot die kennis. Van zo’n “stapeldossier” wordt iedereen stapel. Ook in de IZA-werkgroep Informatie-uitwisseling van de ggz breng ik dit in, hoe gepersonaliseerde kennis en juist minder labels leiden tot gerichte en efficiënte zorg. Mijn pensionering biedt me de ruimte daarin kritisch en creatief – buiten de kaders om – mee te denken. Zo blijf ik mentaal actief. Het is een uitdaging om te signaleren waar in het huidige beleid de bottleneck zit en welke alternatieven er zijn. Ik vind dat ik dit alleen maar kan doen als ik ook nog met één been in de praktijk sta. Ik wil absoluut niet die oude grijze man zijn die aan de zijlijn staat en roept hoe het moet.’

‘Ik geniet van de zon, het licht en het buitenzijn’
‘M

et mijn financieel adviseur had ik het er al eens over gehad dat ik wilde stoppen rond mijn 62e. Daarop had ik mijn financiële plaatje ook ingericht.

Maar toen ik 62 werd, kon ik nog makkelijk 100 procent inzet geven. Ik vond het belangrijk te stoppen op het hoogtepunt, niet op een moment dat mijn maten de vlag zouden hijsen bij mijn vertrek omdat ik het werk niet meer kon bijbenen.

Maar na een tijdje begonnen de nachtdiensten met toch op te breken. Ik heb me ’s nachts door de gang lopend wel eens afgevraagd: wat doe ik hier.

Mijn totale hoeveelheid energie begon minder te worden, maar ik stopte nog steeds evenveel energie in het werk. Er bleef dus steeds minder over voor privé. En dat begon ook te schuren. Ik wilde alleen absoluut mijn collega's niet belasten door dan maar minder diensten te gaan draaien – dat mijn werk op hun schouders zou komen. Het leek me beter te stoppen. Ik heb het zeven maanden voor mijn pensioen aan mijn collega’s laten weten, zodat ze een goede, jonge opvolger konden vinden. Dat is gelukt: per 1 april ben ik gestopt. Nu ik ‘s ochtends niet meer hoef te rennen voor een vroege start in het ziekenhuis, sta ik op met een kop koffie en geniet ik van de zon, het licht en het buitenzijn.  Ik heb meer tijd voor alles. Als specialist was mijn werkrooster leidend voor mijn privéleven. Nu kan ik zomaar naar een concert of toneelvoorstelling.

Af en toe werk ik nog een dagje om voor mijn collega’s de gaten in het rooster op te vullen: binnenkort doe ik ook nog een dienst. Mijn commissiewerk voor het ziekenhuis heb ik losgelaten, al ben ik wel lid geworden van de necrologiecommissie, waarin meer gepensioneerde specialisten zitten. Zo houd ik mijn medische brein nog een beetje soepel. Ik sport veel om gezond te blijven en ik word er blij van als ik iets voor iemand kan betekenen. Dat ik tijd heb voor anderen – zomaar – dat voelt echt goed.’

Medisch specialisten die niet (in Nederland) praktiseren, kunnen verbonden blijven met de Federatie, KNMG en LAD via de stichting SOVAF. Je blijft dan Medisch Contact en Medisch Specialist ontvangen, en kunt gebruikmaken van andere voordelen zoals korting op schadeverzekeringen. Meer informatie lees je op demedischspecialist.nl/sovaf

Bibian van den Brom (64), anesthesioloog

Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.