Marktwerking in de medische zorg Er is geen standaardrecept voor je pensioen
Wat zijn de kansen en risico’s?
Medisch Specialist
september 2025
Gynaecoloog Dorenda van Dijken over de overgang:
‘Doorbreek het taboe en praat erover’
OP DE SNIJTAFEL
De ziekenhuiszorg kampt met groeiende personeelstekorten. De werkdruk stijgt, vacatures blijven open en de uitstroom is hoog. In sommige regio’s en beroepsgroepen is de situatie nijpend. Deze rubriek zet 10 kerncijfers op een rij die laten zien hoe groot het probleem is – en waar het het meest wringt.
TEKST VANESSA CRUZ
223.500
mensen werken in het eerste kwartaal van 2024 in de medischspecialistische zorg. 82% is vrouw, de gemiddelde leeftijd 43 jaar.
18.400
medewerkers verlaten in deze periode de branche, terwijl er 17.600 nieuw instromen.
NR.3 september 2025
26.500
medewerkers komen we tekort in 2033. Voor de gehele sector zorg en welzijn wordt het aantal geschat op 305.000. In de regio Noord-Holland Noord worden de grootste tekorten verwacht.
8.600
medewerkers komen we in 2025 tekort in de ggz, naar verwachting 20.800 in 2034.
6
openstaande vacatures per sollicitant is de verhouding in 2032. Nu is de verhouding nog 2:1. Sinds 2022 zijn er structureel meer openstaande vacatures dan ontstane vacatures, wat wijst op structurele krapte.
86%
van de vacatures in de huisartsenpraktijken is moeilijk vervulbaar, terwijl dat in ziekenhuizen op 62% ligt.
13%
van de medewerkers is actief op zoek naar een andere baan. Redenen: gebrek aan uitdaging (48%), hoge werkdruk (31%) en betere beloning (24%).
65%
van werkgevers in de zorg gelooft dat opleiden van meer personeel de sleutel is; bij 46% ligt de oplossing in inzet van stagiaires en mbo-studenten.
81%
van de medisch specialisten stelt dat het tekort aan artsen, verpleegkundigen en andere zorgverleners de grootste bedreiging vormt voor kwaliteit en toegankelijkheid van zorg.
Verdieping Meer of minder marktwerking in de medische zorg?
4 Column Karel Hulsewé: Chronos en Kairos.
5 Highlights van de Federatie
Dit kwartaal voor medisch specialisten bereikt.
6 Nachtuilen Meelopen met een dienst van aios heelkunde Kirsten Dabekaussen.
12
Je allerlaatste dienst
Drie medisch specialisten over hun (aankomend) pensioen.
Nieuwe rubriek: Tien jaar verder Aios Mesut Savas ziet zichzelf dan als bruggenbouwer 16 17 28
In Balans De wandelhonger van gynaecoloog Mark van der Laan
24 Aan de start
Cardioloog Anne Koppelaar houdt van de no-nonsense aard van haar vak.
26
Pleidooi
30 Verkiezingsagenda 2025 Deze tien punten vinden medisch specialisten het belangrijkst.
Dorenda van Dijken: ‘Als iets zich leent voor netwerkgeneeskunde, dan is het de overgang.’ Pagina 8 OP DE COVER EN VERDER
Judith Godschalx: Schort je oordeel op bij opleidingsgeschillen.
32 & nu verder Slikken zonder stikken.
CHRONOS EN KAIROS
‘De zomervakantie ligt alweer een paar weken achter ons. Voor velen een periode om te vertragen en gas terug te nemen. Even loskomen van de dagelijkse hectiek en tijd om te doen wat we vaak te weinig doen: écht samenzijn met familie en vrienden, nieuwe plekken ontdekken, actief buiten bezig zijn of een goed boek lezen. Zelf merkte ik hoe goed het doet om fysiek bezig te zijn, te wandelen of te sporten, en hoe snel je daardoor weer beter in balans komt. Heerlijk als de dagen langer voelen en de agenda wat leger is.
Toch weten we allemaal hoe lastig het is om dat vakantiegevoel vast te houden. Voor je het weet, is de agenda weer volgepland, stapelen de mails zich op en sluipen oude gewoontes terug in ons dagelijks ritme. Het zou mooi zijn als we met elkaar proberen om dat gevoel van ruimte en balans ook gedurende het jaar wat vaker vast te houden.
De oude Grieken maakten al onderscheid tussen twee soorten tijd. Chronos staat voor de lineaire, meetbare tijd: afspraken, deadlines, volle agenda’s. Kairos gaat juist over de tijd die we beleven als we de klok vergeten – tijdens een goed gesprek, een wandeling of een moment van diepe concentratie. Juist die momenten van Kairos brengen balans, inspiratie en nieuwe ideeën. Het vakantiegevoel is eigenlijk een vorm van Kairos, maar hoe zorgen we dat er ook ruimte voor blijft als Chronos ons weer opslokt?
Die hectiek beperkt zich overigens niet tot ons eigen werk. Polarisatie en conflicten lijken wereldwijd alleen maar toe te nemen en ook in ons land is het onrustig. We zijn inmiddels toe aan alwéér een nieuwe minister van VWS. En met de verkiezingen in aantocht liggen de eerste verkiezingsprogramma’s op tafel. De zorg krijgt daarin gelukkig altijd aandacht, maar de inhoud en diepgang verschillen.
Ik wil iedereen oproepen om de verkiezingsprogramma’s goed te bekijken en straks te gaan stemmen. Want de keuzes die in Den Haag worden gemaakt, raken ons allemaal – als burgers, als patiënten en als zorgprofessionals. Tegelijkertijd weet ik dat geen enkele minister de grote vraagstukken in de zorg alleen kan oplossen. Daar zijn wij, de zorgprofessionals, onmisbaar bij. Juist wij weten wat er nodig is om de medisch-specialistische zorg beter, efficiënter en passender te maken. Het visiedocument Medisch Specialist 2035 biedt daar concrete handvatten voor. Het helpt niet alleen richting te geven, maar ook zelf verantwoordelijkheid te nemen en mee te denken.
Dat betekent dat we ook zelf regelmatig moeten stilstaan bij wat wij als zorgprofes sionals kunnen bijdragen. Dat begint vaak klein, met bewuste keuzes in de spreekkamer of op de afdeling.
Mijn wens is dat we als medisch specialisten het initiatief blijven nemen om gezamenlijk met de andere partijen oplossingen te vinden voor de uitdagingen in de zorg door te blijven innoveren en met nieuwe oplossingen te komen. En tegelijkertijd het vakantiegevoel niet alleen te reserveren voor die paar weken per jaar. Want juist als we beter voor onszelf zorgen, kunnen we ook beter zorgen voor onze patiënten en bijdragen aan de toekomst van de zorg. Kortom, iets meer Kairos en iets minder Chronos.
NIEUWS VAN DE FEDERATIE
Highlights derde kwartaal
Onderhandelaarsakkoord AZWA
Zorgpartijen hebben ondanks de val van het kabinet overeenstemming bereikt over het Aanvullend Zorg- en Welzijnsakkoord. In het akkoord staan de gelijkwaardigere toegang tot zorg en welzijn, én het afwenden van een onbeheersbaar arbeidsmarkttekort centraal.
Nieuwe kennisagenda’s Dermatologen, kinderartsen en ziekenhuisapothekers hebben met hulp van ons Kennisinstituut nieuwe kennisagenda’s gepubliceerd. Ze beschrijven de belangrijkste kennishiaten binnen een discipline en hoe die kunnen worden opgelost door middel van klinisch onderzoek.
En de winnaar is...
Thuisarts.nl uitgebreid
Op Thuisarts.nl zijn inmiddels meer dan 200 teksten te vinden over medisch-specialistische zorg die dokter en patiënt kunnen gebruiken voor, tijdens en na het consult. Ook is er een vertaalfunctie beschikbaar in 28 talen.
Veelgestelde juridische vragen
Wat moet ik doen als een patiënt mondeling een klacht heeft geuit? Mag je deelnemen aan een congres dat door de industrie wordt betaald? Waar moet ik op letten bij mijn zzp- of arbeidscontract? Dit zijn enkele van de veelgestelde vragen aan onze juristen. Lees alle antwoorden op demedischspecialist.nl/ juridisch-advies.
Richtlijnen
Specialist 2035?
Gebruik de praktische handvatten uit onze toolbox: demedischspecialist.nl/ toolbox2035
Visiedocument acute zorg
Volg ons nieuws op demedischspecialist.nl/ nieuwsoverzicht of via Instagram en LinkedIn @federatiemedischspecialisten
Europa Utrecht
19 NOVEMBER LAD Festival van de Bevlogenheid Utrecht
Karel Hulsewé Voorzitter Federatie Medisch
Specialisten
De oplossing van de jubileumwoordzoeker luidt: ‘Visie medisch specialisten startpunt van een beweging’. Uit ruim 150 inzendingen winnen Vera van Houten en haar zoontje Valentijn de cadeaubon van €50,- Dank voor het meedoen!
Dit kwartaal zijn er 20 nieuwe of geactualiseerde richtlijnen gepubliceerd, onder meer over borstkanker, abdominale en thoracale letsels na trauma, tinnitus en mishandeling. Ga naar: richtlijnendatabase.nl.
De toegankelijkheid en kwaliteit van acute zorg staan onder druk. In het visiedocument Acute zorg pleiten de Federatie en de NVSHA voor ingrijpende veranderingen om de zorg duurzaam en passend te organiseren.
Meer nieuws vind je op demedischspecialist.nl/ nieuwsoverzicht
Uitkomsten peiling passende zorg
Medisch specialisten gaan voorop in de beweging naar passende zorg, blijkt uit een peiling van de Federatie onder haar achterban. Maar hoe doen ze dit en wat hebben zij daarvoor nodig? Ruim 1.500 medisch specialisten deelden hun ervaringen, voorbeelden en concrete suggesties. Zo vindt 88 procent passende zorg urgent, levert 84 procent vaak tot altijd passende zorg, en draagt 70 procent actief bij aan de verdere ontwikkeling ervan. Uit de
honderden voorbeelden blijkt echter ook dat er wel meer tijd voor de patiënt nodig is (57 procent). Passende bekostiging is een ander belangrijk aandachtspunt (52 procent), net als verbetering van de databeschikbaarheid (30 procent). De uitkomsten zijn door de Federatie onder de aandacht gebracht bij zorgpartijen en politici.
Lees alle uitkomsten en voorbeelden op: www.demedischspecialist.nl/passendezorg
3 DECEMBER MMV-Congres 2025 Nieuwegein
Bekijk de complete agenda: demedischspecialist.nl/ agenda
NACHTUILEN
Maandagavond op de seh van het Spaarne Gasthuis in Haarlem Zuid. Het is warm, vakantietijd, en de drukte is voelbaar. Toeristen vinden hun weg naar de afdeling, ambulancepersoneel loopt in en uit. Het hart van de seh is de hele avond gevuld met artsen, verpleegkundigen, coassistenten en anios die elkaar bijpraten, dossiers bijwerken en de stroom patiënten coördineren. Chirurg i.o. Kirsten Dabekaussen draait mee in de hectiek. Haar eerste patiënt: een vrouw met een open enkelbreuk na een val van de e-bike. Terwijl ze zich over het plan voor repositie buigt, rinkelt de telefoon meerdere malen. Huisartsen willen spoedgevallen overleggen, collega’s stellen tussendoor vragen. Op de gang spreekt de coassistent die met haar meeloopt haar aan; even later staat ze alweer bij een patiënt op zaal die veel pijn heeft. Ondanks de drukte houdt Kirsten het overzicht en blijft ze kalm en vriendelijk. Ze onthoudt alles wat haar wordt toegespeeld en schakelt soepel tussen een polsbreuk, een mogelijke heupfractuur en een patiënt die van de trap is gevallen. Er is zelfs tijd voor een grapje in het Duits met een toerist die door zijn eigen hond is gebeten. Terwijl de man zich vooral zorgen maakt om zijn huisdier, behandelt zij geconcentreerd de wond. De avond is nog lang niet voorbij. Samen met traumachirurg Martin Heetveld bespreekt ze het operatieplan voor een complexe botbreuk. ‘Oh, en de administratie moet ook nog afgerond worden’, zegt ze monter. Maar nog voordat ze daarmee verder kan, meldt de volgende patiënt zich alweer.
Bekijk de andere foto’s van Kirstens nachtdienst: demedischspecialist.nl/ nachtdienst
GYNAECOLOOG DORENDA VAN DIJKEN SPOORT ALLE MEDISCH SPECIALISTEN AAN DE OVERGANG BESPREEKBAAR TE MAKEN
‘Als iets zich leent voor netwerkgeneeskunde, dan is het de overgang’
Ooit protesteerde ze in tuinbroek op het Malieveld tegen het voornemen om abortus uit het ziekenfondspakket te halen. Inmiddels staat gynaecoloog Dorenda van Dijken al ruim 25 jaar op de bres voor vrouwen in de overgang. Een pionier wier missie nog niet is voltooid: ‘Geef vrouwen flexibele werktijden, extra pauzes, goed sanitair en een ventilator. En práát erover. Vrouwen én mannen!’
Is de overgang onder artsen nog steeds een taboe?
‘O ja. Vrouwen schamen zich ervoor, er wordt lacherig over gedaan, het onderwerp wordt niet serieus genomen. “Dorenda’s hobby”, kreeg ik als commentaar van collega’s. En wat je ook hoort: “Is het geen stress?”, “moet je niet gewoon wat kalmer aan doen?” Maar er is ook onwetendheid, bijvoorbeeld: “Je bloedwaarden zijn normaal, dus het kan de overgang niet zijn”, of “je menstrueert nog, dus het is niet de overgang”. De overgang is pas sinds drie jaar een onderwerp in de opleiding voor gynaecologen – met dank aan de NVOG, onze beroepsvereniging, die zich vierkant achter me heeft opgesteld toen ik hier werk van wilde maken.’
Wanneer werd je gegrepen door dit thema?
‘Ik ben sinds 1994 gynaecoloog. Toen ik net een halfjaar in een kleine maatschap zat met drie oudere, mannelijke gynaecologen, vertrok degene die vrouwen met overgangsklachten hielp. Hij gaf hormoontherapie, dat werkte als een tierelier. Na zijn vertrek kwamen de vrouwen naar mij. Ik ging me in de overgang verdiepen, ontdekte dat hormonen best complex zijn en dat je met een brede blik moet kijken: het gaat bij de overgang vooral om gezond ouder worden. In 2000 circuleerde het - foutieve! - bericht dat je van hormoontherapie borstkanker kon krijgen. Allerlei vrouwen stopten er daarom mee, en ik zag ze instorten. Ik dacht: ik moet aantonen dat die beeldvorming verkeerd is! Dat kleine balletje verontwaardiging is als een grote sneeuwbal verder gerold.’
Ruim 20 jaar later resulteerde dat in de multidisciplinaire menopauze-poli, uniek in Nederland. Wat is er in die twee decennia gebeurd?
‘In 2005 werkte ik in een wat groter ziekenhuis. Daar wilde ik een menopauze-spreekuur oprichten, maar daarvoor moest de medische staf toestemming geven. Zodra ik mijn verhaal begon, zei een uroloog lachend: “Dan wil ik een penopauze-spreekuur”. Alle chirurgen lachten mee. Maar ’s avonds belden ze: “Mijn vrouw heeft al heel lang klachten en kan nergens terecht, mag ze op jouw spreekuur komen?” En ja, die mag natuurlijk komen. Uiteindelijk kreeg ik een verpleegkundig overgangsconsulente. Binnen het ziekenhuis werkte ik steeds vaker samen met andere specialisten: een cardioloog, internist, seksuoloog, psychiatervooral met de psychiater, vanwege de stemmingsklachten. Ik kreeg patiënten met ingewikkelde problemen waar niemand raad mee wist. In 2010 richtte ik de menopauze-poli op. Inmiddels werkte ik met zo veel collega’s samen, dat we eind 2019 besloten om maandelijks een multidisciplinair overleg te houden waarin we casuïstiek met elkaar bespraken. Uiteindelijk werd in september 2021 de multidisciplinaire menopauze-poli geopend, voor vrouwen met complexe overgangsklachten. Het liep storm. Inmiddels is er al bijna een jaar een stop vanwege een toegangstijd van ruim een jaar.’
Wat levert die multidisciplinariteit op?
‘Inzichten zoals: de timing van bepaalde hartmedicatie kan een ongunstig effect hebben op je slaap - en vrouwen in de overgang
‘Het is geen vrouwenkwestie, het is een kwestie die iedereen op de werkvloer aangaat’
streven ernaar, met subsidie van ZonMw, dat in heel Nederland regionale H3-netwerken komen waarin specialisten en huisartsen gezamenlijk zorg geven aan met name vrouwen in de overgang. Inmiddels is dat al in vijf provincies gelukt: Gelderland, Limburg, Brabant, en Noord- en Zuid-Holland.’
Welke behandelingen zijn er voor overgangsklachten?
‘De basis is gezonde voeding en een gezonde leefstijl. Daarnaast staat nog altijd de hormoontherapie met stip op één als de beste oplossing voor alles: hartgezondheid, botgezondheid en stemmingsproblemen. CGT (cognitieve gedragstherapie) is heel effectief bij slaapproblemen. Een plantaardig dieet kan effectief zijn tegen overgangsklachten, acupunctuur kan soms effectief zijn, en supplementen zijn zelden effectief.’
Wat is er mogelijk in de preventieve sfeer?
hebben vaak al slaapproblemen. Ze hebben ook een groter risico op slaapapneu. Ik leerde dat het vrouwenhart echt anders is dan het mannenhart, en hoe de daling van oestrogeen tijdens de overgang het risico op hart- en vaatziekten vergroot.’
Hoe kijken vrouwelijke medisch specialisten naar de overgang?
‘Ik word vaak gebeld door vrouwelijke medisch specialisten en huisartsen die denken dat ze in de overgang zijn. Dan zeg ik weleens: “Vraag je er bij je eigen patiënten naar?” Het antwoord is meestal “nee”. Terwijl de overgang er zó vaak toe doet. Er is bij vrouwen bij bijna elk specialisme een ander raakvlak met haar vrouw-zijn dan bij een mannelijke patiënt. Maar je ziet het pas als je het doorhebt.’
Daarom hamer je op multidisciplinaire zorg en netwerkgeneeskunde?
‘Ja. Als iets zich leent voor netwerkgeneeskunde, dan is het de overgang. Want die betreft de hele vrouw: je hart, hoofd, hormonen, spieren, gewrichten, huid, haar, cognitie, gehoor, gezichtsvermogen; het gaat over alles. Samen met cardioloog Janneke Wittekoek en psychiater Sandra Kooij heb ik het H3netwerk opgezet, dat staat voor Hoofd Hart Hormonen. We
Vier op de vijf vrouwen tussen 40 en 60 jaar ervaren overgangsklachten, zoals slapeloosheid (40%) en mentale problemen (35%). Deze klachten vergroten het risico op arbeidsverzuim met factor 6 - 8 en leiden jaarlijks tot 6 miljard euro productiviteitsverlies. In de zorgsector, waar 80% van het personeel vrouw is, weegt dit extra zwaar. 52% van de medisch specialisten is vrouw, met een gemiddelde leeftijd van 45 jaar. Tijdens de perimenopauze krijgt 60% van de vrouwen met ADHD die diagnose, en vrouwen met eerdere depressies hebben 2 - 5 keer meer kans op terugval. Ook neemt het risico op hart- en vaatziekten (wereldwijd doodsoorzaak nummer één bij vrouwen) sterk toe.
‘Vrouwen zouden standaard rond hun 35ste informatie moeten krijgen over de overgang. We weten dat vrouwen die eerder een depressie hebben gehad, een verhoogd risico lopen om die opnieuw te krijgen in de overgang. Vrouwen met migraine en vrouwen die tijdens hun zwangerschap zwangerschapsvergiftiging, diabetes of een hoge bloeddruk hebben gehad, zou je rond hun 40ste actief moeten informeren. Zij hebben een groter risico op hart- en vaatziekten rond en na de overgang.’
Hoe kunnen vrouwelijke medisch specialisten hun overgangsklachten bespreekbaar maken?
‘Praat erover. Dat is niet altijd gemakkelijk, zeker niet in mannenbolwerken zoals bij sommige - vooral snijdende - specialismen nog het geval is. Erover praten is dan ook een opdracht aan álle medisch specialisten: vrouwen én mannen. Tachtig procent van de zorgmedewerkers is vrouw; behalve medisch specialisten ook verpleegkundigen, OK-assistenten, baliemedewerkers. Het is geen vrouwenkwestie, het is een kwestie die iedereen op de werkvloer aangaat.’
Denk je dat mannen zich aangesproken voelen om daarin het voortouw te nemen?
‘Zeker wel, want mannen hebben mij gesteund om dingen voor elkaar te krijgen: bij het opzetten van de menopauze-poli, bij het aanpassen van richtlijnen. In mijn vorige vakgroep bleef een mannelijke gynaecoloog me steunen. De onderzoekssubsidie van NWO van 9,4 miljoen voor het MenoPause-consortium heb ik samen met onder meer een mannelijke internist-endocrinoloog binnengehaald die ook de projectleider is.’
Heb je zelf tijdens de overgang over je klachten gesproken?
‘Ik heb nooit overgangsklachten gehad. Maar ik kan me wel goed inleven hoe het moet zijn om ze te hebben.’
Op welke manier kun je vrouwen in de overgang op de werkvloer ondersteunen?
‘Wat wij op de OLVG-poli deden: geef vrouwen flexibele werktijden, korte pauzes tussendoor, de gelegenheid om ergens even af te koelen, om een schoon t-shirt aan te trekken. Zorg voor goed
Gynaecoloog Dorenda van Dijken (1958) is gespecialiseerd in de overgang. Ze werkt sinds haar pensioen in de Jan van Goyen-kliniek en doet nog steeds wetenschappelijk onderzoek in het OLVG. Van Dijken richtte de multidisciplinaire menopauze-poli op en doceerde aan verpleegkundig overgangsconsulenten aan het Erasmus MC en Breederode Hogeschool. Ze is bestuurslid van de Dutch Menopause Society en van de European Menopause and Andropause Society. Ze werkt samen met Women’s Inc en is coauteur van drie boeken, waarvan ‘Brein Hormonen Seks’ onlangs is verschenen. Van Dijken is in 2023 op Wereld Menopauzedag benoemd tot Ridder in de Orde van Oranje-Nassau. Zie ook: h3-netwerk.nl.
sanitair, zodat ze hun polsen onder de kraan kunnen houden, hun voorhoofd kunnen deppen, en hun haar goed kunnen doen. Maak het mogelijk om er goed mee om te gaan, zodat ze hun werk kunnen blijven doen. Daar profiteren de vrouwen van, de zorg – met haar arbeidstekorten en ziekteverzuim – én de maatschappij.’
Hoe profiteert de maatschappij daarvan?
‘De overgang kost de samenleving per jaar ongeveer 6 miljard euro aan productiviteitsverlies en 9,5 miljoen euro aan zorgkosten Als alle vrouwen met klachten goed behandeld zouden worden, levert dat de samenleving ruim 5,5 miljard euro op.’
‘Dat verschilt per specialisme. Psychiaters hebben bijvoorbeeld te maken met hormonale stemmingswisselingen die, vaak ook al in een menstruatiecyclus, bestaande psychische klachten kunnen versterken. Internisten moeten weten dat een schildklier meer kan ontsporen door de overgang, en dat diabetes in de overgang kan veranderen. Een droge huid, haarverlies en bepaalde vulvaire klachten kunnen samenhangen met de overgang; voer voor dermatologen. Orthopeden: er kan een verband zijn tussen spier- en gewrichtsklachten en de overgang. Mdl-artsen: hormonen beïnvloeden mdl-aandoeningen. Cardiologen: opvliegers en nachtzweten geven op zichzelf al een groter risico op een hart- of herseninfarct. Alle medisch specialisten moeten vragen naar de menstruele cyclus, want daarin kunnen vrouwen al bepaalde klachten hebben. Vraag ook welke klachten er in de familie voorkomen en hoe iemands zwangerschappen en bevallingen zijn verlopen. Bij vrouwen vanaf 40 jaar moet je vragen naar de overgang. Neem overgangsklachten serieus, doorbreek het taboe en praat erover. De overgang is niet het probleem. Onze stilte erover wél.’
Geen standaardrecept voor je pensioen
Vroeg of laat komen we uit de veren voor onze laatste dienst. Dat je heel goed zelf regie kunt voeren op de aard en het tempo van je vertrek, vertellen deze drie collega’s. Het loskomen van strakke dienstroosters geeft verlichting.
‘In het woord plaatsmaken kan ik me niet zo vinden’
‘Plaatsmaken voor een nieuwe collega? Nee, in het woord “plaatsmaken” kan ik me niet zo vinden. Dan is het net of iemand anders op jouw plek komt en dat jij dan moet vertrekken. Ik heb het liever over ruimte maken voor een nieuwe collega. Zelf vond ik het ook een fijn idee om wat meer ruimte te krijgen. Ik wilde minder diensten draaien, omdat je met het stijgen der jaren toch wat minder vitaal wordt en minder goed slaapt. Voor de vrijgevestigd specialist is er voor de laatste werkzame jaren alleen nog steeds niets geregeld. Ik werd geacht tot mijn 67ste minimaal 60 procent te werken. En al vind ik mijn werk nog steeds onwijs leuk en plezierig, ik wilde toch graag minder werken. Ik stelde de Bossche Specialisten Coöperatie en mijn maatschap voor: tot mijn pensioen nog twee jaar 50 procent werken, ook in de diensten. Voor de andere 50 procent zou er dan een opvolger komen – met als voorwaarde dat die ook écht zou worden aangenomen in de vakgroep en de Bossche Specialisten Coöperatie, om deze persoon daarmee zekerheid en toekomst te bieden. En dat is gelukt. We hebben een traumachirurg gevonden die goed bevalt en die zich helemaal kan vinden in de regeling, ook financieel. Daarmee snijdt het mes aan twee kanten. We zijn nu een jaar verder, en het bevalt heel goed - werken is een minder grote belasting geworden. Eén op de acht diensten draaien in plaats van één op de vier maakt echt een groot verschil. Het biedt me de ruimte voor hobby’s en activiteiten waarmee ik me ook na mijn pensioen wil bezighouden: beeldhouwen, reizen en golfen. Ik heb me ook voorgenomen een groter deel van het onderhoud van onze tuin zelf te gaan doen, in plaats van de tuinman. Ik werk al heel lang in het Jeroen Bosch. Deze fijne, sociale omgeving zal ik ook echt gaan missen. Met deze stap voorkom ik dat afscheid nemen in juli 2026 een stap is van alles naar niets. Ik werk ernaartoe. Het zou mooi zijn als meer collega’s warmlopen voor deze dakpanconstructie.’
Toon Flierman (69), psychiater
‘Mijn pensionering biedt me de ruimte kritisch en creatief – buiten de kaders –mee te denken’
‘Ik heb nooit gesnakt naar mijn pensioen. Bovendien ben ik nog fit en heb ik hart voor de zaak, dus als gepensioneerde wil ik nog twee jaar doorwerken tot het einde van mijn BIG-registratie. Herregistratie is dan niet meer mogelijk, doordat ik niet meer aan het aantal benodigde patiënturen kom. En dat is prima. Op werkvlak zal ik me dan nergens meer druk over maken. Maar nu help ik Pro Persona nog elke maand met vier crisisdiensten buiten kantooruren om de gaten in het rooster te dichten en ontlast ik zodoende collega’s. Daarin ben ik flexibel. Als ik ’s nachts dienst heb gedaan, wil ik wel de volgende ochtend vrij zijn om zo nodig bij te komen. Het is fijn veel vrije tijd te hebben voor andere liefhebberijen. Ik houd me bezig met de tuin, ik fiets en verdiep me in keramiek en glas. Deze nieuwe hobby’s laten me ervaren hoe je op een andere manier iets maakt met hoofd en handen. Onder andere namens de ggz neem ik op landelijk niveau ook nog deel aan het project medicatieoverdracht. Daarbij bepleit ik gebruiksvriendelijkheid en dat de ervaring van de patiënt met elk geneesmiddel helder wordt gedocumenteerd: gepersonaliseerde kennis. De huidige werkwijze van stapelen van aantekeningen en labels in een dossier leidt niet tot die kennis. Van zo’n “stapeldossier” wordt iedereen stapel. Ook in de IZA-werkgroep Informatie-uitwisseling van de ggz breng ik dit in, hoe gepersonaliseerde kennis en juist minder labels leiden tot gerichte en efficiënte zorg. Mijn pensionering biedt me de ruimte daarin kritisch en creatief – buiten de kaders om – mee te denken. Zo blijf ik mentaal actief. Het is een uitdaging om te signaleren waar in het huidige beleid de bottleneck zit en welke alternatieven er zijn. Ik vind dat ik dit alleen maar kan doen als ik ook nog met één been in de praktijk sta. Ik wil absoluut niet die oude grijze man zijn die aan de zijlijn staat en roept hoe het moet.’
‘Ik geniet van de zon, het licht en het buitenzijn’
‘M
et mijn financieel adviseur had ik het er al eens over gehad dat ik wilde stoppen rond mijn 62e. Daarop had ik mijn financiële plaatje ook ingericht.
Maar toen ik 62 werd, kon ik nog makkelijk 100 procent inzet geven. Ik vond het belangrijk te stoppen op het hoogtepunt, niet op een moment dat mijn maten de vlag zouden hijsen bij mijn vertrek omdat ik het werk niet meer kon bijbenen.
Maar na een tijdje begonnen de nachtdiensten met toch op te breken. Ik heb me ’s nachts door de gang lopend wel eens afgevraagd: wat doe ik hier.
Mijn totale hoeveelheid energie begon minder te worden, maar ik stopte nog steeds evenveel energie in het werk. Er bleef dus steeds minder over voor privé. En dat begon ook te schuren. Ik wilde alleen absoluut mijn collega's niet belasten door dan maar minder diensten te gaan draaien – dat mijn werk op hun schouders zou komen. Het leek me beter te stoppen. Ik heb het zeven maanden voor mijn pensioen aan mijn collega’s laten weten, zodat ze een goede, jonge opvolger konden vinden. Dat is gelukt: per 1 april ben ik gestopt. Nu ik ‘s ochtends niet meer hoef te rennen voor een vroege start in het ziekenhuis, sta ik op met een kop koffie en geniet ik van de zon, het licht en het buitenzijn. Ik heb meer tijd voor alles. Als specialist was mijn werkrooster leidend voor mijn privéleven. Nu kan ik zomaar naar een concert of toneelvoorstelling.
Af en toe werk ik nog een dagje om voor mijn collega’s de gaten in het rooster op te vullen: binnenkort doe ik ook nog een dienst. Mijn commissiewerk voor het ziekenhuis heb ik losgelaten, al ben ik wel lid geworden van de necrologiecommissie, waarin meer gepensioneerde specialisten zitten. Zo houd ik mijn medische brein nog een beetje soepel. Ik sport veel om gezond te blijven en ik word er blij van als ik iets voor iemand kan betekenen. Dat ik tijd heb voor anderen – zomaar – dat voelt echt goed.’
Medisch specialisten die niet (in Nederland) praktiseren, kunnen verbonden blijven met de Federatie, KNMG en LAD via de stichting SOVAF. Je blijft dan Medisch Contact en Medisch Specialist ontvangen, en kunt gebruikmaken van andere voordelen zoals korting op schadeverzekeringen. Meer informatie lees je op demedischspecialist.nl/sovaf
Bibian van den Brom (64), anesthesioloog
10 jaar verder
VERDIEPING
‘Gedreven door kennis, gemotiveerd door impact’
Mesut Savas (34), aios interne geneeskunde, fellow endocrinologie en klinische farmacologie, en voorzitter Preventie Netwerk van de Nederlandse Internisten Vereniging (NIV).
'Mijn inspiratie voor de zorg van 2035 lag in de coronapandemie, toen ik zag dat er opeens ook grootschalig, snel en op afstand kon worden gewerkt. Dat we meer uit technologie konden halen en de zorg naar de leefwereld van de patiënt brachten in plaats van andersom. Tijdens mijn promotieonderzoek bij de endocrinologie zag ik bovendien dat voor behandeling van de gevolgen van een ongezonde leefstijl en obesitas veel medicatie en interventie beschikbaar zijn, terwijl onderliggende oorzaken nauwelijks tot niet worden aangepakt. We kunnen beter en meer: ervoor zorgen dat ziektes niet kunnen ontstaan. In mijn rol als voorzitter van het Preventie Netwerk zet ik mij daarvoor actief in. Over tien jaar zie ik mezelf als arts die volledig vertrouwd is met nieuwe technologieën, waarbij ik
AI gebruik als verlengstuk voor betere consulten en zorg en minder
administratieve last. Hoe mooi zou het zijn als we AI in het elektronisch patiëntendossier kunnen inpassen, waardoor je op basis van je vraag informatie op maat en overzichtelijk voorgeschoteld krijgt? Verder zie ik mezelf dan als bruggenbouwer tussen beleidsmakers en zorgverleners. Daaraan werk ik nu al.
Als lid van het expertisenetwerk KennisRing van de Raad voor Volksgezondheid & Samenleving (RVS) – bestaande uit professionals en ervaringsdeskundigen uit de zorg en het sociaal domein - krijg ik inzichten die ik in een ziekenhuis niet kan opdoen. De interactie binnen dit netwerk verruimt mijn blik.
Ik ben gedreven en als ik iets leuk vind, voelt het niet als werk. Omdat ik al naar die toekomst toewerk en op veel vlakken actief ben, zorg ik wel dat mijn werk effectief is ingericht, met goed timemanagement. Ik put hoop en vertrouwen uit samenwerking met collega’s die dezelfde passie hebben, en gelukkig komt er steeds meer aandacht voor een gezonde leefstijl en preventie. Mijn gedrevenheid wordt ook gevoed door de groeiende kennis – bijvoorbeeld over hoe obesitas ontstaat en in stand wordt gehouden. Als je dan ook nog ziet dat je patiënten echt geholpen zijn met die kennis, raak ik helemáál gemotiveerd.’
MARKTWERKING IN DE MEDISCHE ZORG
Een onsje meer of minder?
De visie Medisch Specialist 2035 schetst een helder beeld: wij zijn in 2035 aanjagers van gezondheid, preventie en een gezonde leefstijl. Benieuwd wat jij kunt doen? Bekijk de agenda en aanbevelingen.
Private financiering en marktwerking in de zorg hebben sinds de invoering van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg) in 2006 een hoge vlucht genomen. In het publiek debat gaan stemmen op om er paal en perk aan te stellen, terwijl voorstanders pleiten voor juist meer marktwerking en privaat geld in de zorg. We gaan op zoek naar de kansen en risico’s.
MEDISCH SPECIALIST
Daags voor het interview voor dit artikel mailde Iris GuldenaarTilma een vijf pagina’s tellende overdenking, met als eerste zinnen: ‘Voordat jij mij vroeg, had ik nog nooit bewust stilgestaan bij wat ik eigenlijk van private equity in de zorg vind. Inmiddels heb ik me erin verdiept en een mening gevormd.’ Iris maakte direct na de afronding van haar opleiding tot internist-allergoloog/immunoloog aan het Universitair Medisch Centrum Groningen (UMCG) in 2023 een uitzonderlijk ondernemende stap: ze zette Allergologie kliniek Zwolle op. ‘De reden was simpel: ik wil regie op mijn leven en mijn partner en zoontjes ook doordeweeks zien.’
Geen eiland
Iris zag dat er lange wachtlijsten voor allergologie zijn – met niet meer dan zo’n dertig specialisten die ons land rijk is – en is met een keten in gesprek gegaan om een vestiging in haar woonplaats Zwolle op te zetten. Toen dat plan strandde – de keten had een andere tijdlijn voor ogen – besloot ze een eigen behandelcentrum op te zetten, met steun van haar opleider in het UMCG en met leningen van een aantal enthousiaste vrienden. ‘Dus om nu te zeggen dat winststreven mijn uitgangspunt is geweest voor deze stap, nou niet bepaald. We hebben het druk in de kliniek, mijn behandelcentrum heeft inmiddels ook een tweede allergoloog en verpleegkundig specialist in dienst. Maar nog steeds moet ik samen met mijn man Erik – die me bij de bedrijfsvoering helpt – en enkele vrijwilligers alle eindjes aan elkaar knopen. Ik draai zelf op voor de kosten van bloedonderzoek en als kleine partij staan we achteraan in de rij bij leveranciers. En omdat ik geen eenzaam eiland wil worden, fietste ik bij de opstart langs huisartsen en het ziekenhuis om me voor te stellen, te overleggen en te sparren, soms helaas ook om vooroordelen tegen klinieken weg te nemen. Als ik onze toegevoegde waarde heb bewezen, hoop ik in 2027 te worden opgenomen in het aanbod van zorgverzekeraars. Dat zal stabiliteit geven. Dan zal ik kunnen denken aan nieuwe collega’s – een diëtist, een dermatoloog, een longspecialist – en bouw ik verder aan mijn droom om de voorkeursbehandelaar te worden.’
Randvoorwaarden en risicobeheersing
Marco Varkevisser is hoogleraar Marktordening in de Gezondheidszorg aan de Erasmus Universiteit. Volgens hem onderstreept Iris’ verhaal dat ‘er ontzettend veel grijstinten zijn’ in de private financiering van de medische zorg. Een eigen kliniek past bij haar karakter en in haar leven, en ze streeft een hoge kwaliteit na. Er zijn ook cowboys actief, dat
is zeker. Maar het helpt niet als je alleen naar de investeerders kijkt die op zoek zijn naar snelle winst, en zegt: “Zie je wel, zorg moet niet privaat gefinancierd worden”.’ Dat dat toch vaak gebeurt, vindt hij ook om andere redenen opmerkelijk. ‘Ten eerste vergeten we dat voor de wettelijke invoering van gereguleerde marktwerking in 2006 de medische zorg deels ook al werd verricht vanuit privaat gefinancierde instellingen. En los daarvan: artsen die zich uitspreken tegen marktwerking en te hoop lopen tegen de opkomst van in hun ogen alleen op winst gefocuste zelfstandige klinieken, zijn vaak zelf ook ondernemers, en trekken óók winst uit collectieve gelden.’ Gespecialiseerde aanbieders van zorg, zoals de kliniek van Iris, kunnen volgens de hoogleraar de inkomsten van ziekenhuizen onder druk zetten. ‘Ik begrijp best dat artsen in ziekenhuizen daar ongemak over voelen. Maar dat laat onverlet dat private equity, zelfstandige klinieken en vormen van outsourcing geen principieel obstakel voor de kwaliteit en toegankelijkheid van de zorg hoeven te zijn, integendeel. Zolang je de randvoorwaarden en risicobeheersing vanuit de overheid strak inregelt en werkt aan een passende bekostiging van complexe zorg waar ziekenhuizen voor aan de lat staan. Ik ben hoopvol en zie dat er hele goede voorstellen voor meer publiekrechtelijk toezicht te vinden zijn in het recente wetsvoorstel integere bedrijfsvoering zorg- en jeugdhulpaanbieders.’
Een grens trekken
Arts-microbioloog Akke van der Bij (Diakonessenhuis), voorzitter van het Netwerk Diagnostiek van de Federatie Medisch Specialisten, ziet ook grijstinten, maar laat een veel voorzichtiger stemgeluid horen: ‘Bij uitbe steden van cruciale zorgtaken, zeg maar de core business van ziekenhuizen, moeten we een grens trekken. De ziekenhuiswereld besteedt de OK niet uit, net zomin als de IC, maar neigt helaas in toenemende mate wel naar uitbesteding van diagnostische taken. En dat terwijl zo’n 70 procent van de medische besluiten is gebaseerd op diagnostiek.’ Ze wijst erop dat het diagnostisch vakgebied – grofweg bestaand uit laboratoriumdiagnostiek, medische microbiologie, pathologie, beeldvormende diagnostiek en genetische en moleculaire diagnostiek – een integraal onderdeel is van zorg. En dat het uitbesteden van diagnostiek riskant kan zijn. ‘Zo viel in 2024 het laboratoriumwerk in het Alrijne zieken huis vrijwel stil door de overgang naar het commerciële Eurofins. Daardoor konden er bijvoorbeeld geen bloedtransfusies plaats vinden en moesten de spoedeisende hulp en geboortezorg sluiten.’ Ook noemt ze de
overname van de laboratoria voor pathologie en medische microbiologie (PAMM) in de regio Brabant-Zuidoost door een laboratorium- en onderzoeksbedrijf. Na de overname stapten zeven van de acht arts-microbiologen op omdat zij vanwege de bedrijfscultuur hun medische professionele waarden in gevaar zagen komen. Drie van de vier ziekenhuizen die aangesloten waren, hebben zodra hun contract dat toeliet hun samenwerking beëindigd omdat zij niet tevreden waren met de dienstverlening.’
‘Uiteraard’, erkent Akke, ‘kunnen grootschalige laboratoria voordelen behalen door betere inkoopvoorwaarden en automatisering van bulkbepalingen. Diagnostisch specialisten leveren echter niet alleen testanalyses, maar
'Private equity hoeft geen obstakel te zijn voor de kwaliteit en de toegankelijkheid
leveren ook cruciale bijdragen aan ziekenhuisbrede taken, zoals multidisciplinaire overleggen, infectiepreventie en transfusiebeleid. Outsourcing die alleen stuurt op lage testprijzen ondermijnt deze onmisbare expertise en bedreigt de kwaliteit van diagnostiek als integraal onderdeel van patiëntenzorg.’ Daarnaast ziet ze dat internationale bedrijven diagnostiek makkelijk in het buitenland kunnen beleggen, om daarmee te profiteren van relatief lage arbeidslonen. ‘Hierdoor verdwijnen belangrijke data uit Nederlandse registratiesystemen en brokkelt de directe communicatie tussen aanvrager en uitvoerder van diagnostiek af.’ Ze benadrukt: ‘Ik ken geen wetenschappelijk bewijs voor de stelling dat uitbesteding van diagnostiek leidt tot meer kostenefficiëntie. Ondernemingen en private investeerders streven onderaan de streep naar winst en rendement. En dat is doorgaans meer dan de gemiddeld 1 tot 2 procent marge die de ziekenhuizen maken. Anders dan veel mensen denken, bestaan er veel mogelijkheden om winst uit te keren in de medische zorg. En als het niet primair draait om de winst, gaat het bij private financiering vaak wel om waardevermeerdering van een bedrijf, en om rendement op de langere termijn door productieverhoging, kostenvermindering en schaalvergroting. Dat kan monopolieposities opleveren die de gewenste marktwerking juist weer tenietdoen.’
Terecht op scherp gezet
Artsen en laboratoriummedewerkers krijgen, zo schetst Akke, hierbij te maken met knellende productienormen en verlies van professionele autonomie, wat invloed heeft op de kwaliteit van zorg. ‘De bestuurlijke inbreng van medisch specialisten bij commerciële partijen is doorgaans beperkt. Er is geen medische staf met een statutair stevig verankerde positie, zoals die wel bestaat in reguliere ziekenhuizen.’ En natuurlijk valt niet te ontkennen, geeft ze toe, dat in de complexiteit van ziekenhuizen nog steeds veel efficiëntie te winnen valt. ‘De komst van de wet in 2006 heeft iedereen terecht op scherp gezet.’ Maar de cruciale vraag is volgens haar of meer marktwerking de sleutel is tot betere toegankelijkheid en kwaliteit in de toekomstige medische zorg. ‘Ik zie eerder kansen in toenemende samenwerking binnen de ziekenhuiswereld zelf.’
Gevraagd naar een mooi en succesvol voorbeeld: ‘Het Bravis ziekenhuis (locatie Bergen op Zoom en Roosendaal), het Amphia (Breda), het Adrz (Goes), het Elisabeth-TweeSteden Ziekenhuis (ETZ) (Tilburg) en ZorgSaam (Terneuzen) werken nauw met elkaar samen op het gebied van inkoop, waarneming, capaciteitsverdeling, kennisuitwisseling en opleidingsmogelijkheden binnen de medische microbiologie. Ook zijn er initiatieven om zelf – onder de paraplu van een ziekenhuis dus – gespecialiseerde electieve klinieken op te zetten die voor iedereen toegankelijk zijn. Zo brengt mijn eigen Diakonessenhuis de planbare
zorg nu onder in Diak Clinic. Het is aan de politiek en de zorgverzekeraars ons meer ruimte en budget te bieden voor dit soort eigen initiatieven.’
Een heel andere vraag
Hanneke Klopper was ooit directeur van topklinisch ziekenhuis ZGT in Twente. Nu is ze directeur-bestuurder van zelfstandig behandelcentrum Rugpoli en voorzitter van Zelfstandige Klinieken Nederland (ZKN), de belangenorganisatie van klinieken waarvan de leden verantwoordelijk zijn voor zo’n 80 à 90 procent van de verzekerde kliniekzorg in Nederland. Zij stelt dat de vraag naar meer of minder marktwerking een gepasseerd station is. ‘Zelfstandige klinieken bedienen zo’n 1,3 miljoen patiënten in Nederland, goed voor ruim 17 procent van de medisch-specialistische zorg. De aangesloten organisaties voldoen aan de wet- en regelgeving, en aan onze eigen strenge toegangsnormen en kwaliteitseisen. En er is toezicht: ZKN-leden worden jaarlijks
gecontroleerd op de ZKN-keurmerkeisen door een van de certificerende instanties. Nee, voor mij staat een heel andere vraag centraal: wat is er nodig om de toename van wachttijden in de zorg te voorkomen, om de zorg toegankelijk te houden in een tijd van personeelskrapte, vergrijzing en bevolkingsgroei? Samenwerking tussen ziekenhuizen en klinieken is daarvoor cruciaal.’
En daarin valt nog wel wat te verbeteren: ‘Op operationeel niveau gaat het goed. In mijn Rugpoli lopen de doorverwijzingen bijvoorbeeld soepel, en neurologen uit nabijgelegen ziekenhuizen draaien hier naar volle tevredenheid diensten in deeltijd. Ze roemen de korte lijnen en slagvaardigheid en vinden in hun ziekenhuis de complexere zorgpaden waarvan ze houden. Voor onze cliënten werkt dat ook, omdat die neurologen bij complicaties snel lijntjes met het ziekenhuis kunnen leggen.’ Maar op landelijk niveau schetst ze een ander beeld. ‘Bij de totstandkoming van het Aanvullend Zorg- en WelzijnsAkkoord (AZWA), een uitwerking van het Integraal
Zorgakkoord (IZA), heeft ook ZKN aan tafel gezeten. ‘We hebben met dat akkoord veel bereikt, bijvoorbeeld de rol van het sociaal domein in de medische zorg versterkt. Maar aan de onderhandelingstafel zag ik wel een grote gehechtheid aan oude belangen van de gevestigde orde. Er mocht vooral niet te veel veranderen aan bestaande structuren en ik kreeg als vertegenwoordiger van de zelfstandige klinieken met de bekende beeldvorming te maken: de klinieken zouden aan cherry picking doen, dragen niet bij aan opleidingen en innovatie, zouden te snel overgaan tot operatieve ingrepen, en de artsen zouden onvoldoende ruimte krijgen voor hun autonomie en professionaliteit. Zaken die ik één voor één kan weerleggen, al word ik daar zo langzamerhand best moe van.’
Kwestie van efficiënt organiseren
Op de vraag of ze toch een poging wil wagen, somt ze op: ‘Dat wij een keuze maken voor ofwel hoogspecialistische diagnostiek - zoals de Rugpoli doet - ofwel voor de standaardisering van relatief eenvoudige behandelingen, is een kostenbesparende keuze - onze tarieven liggen gemiddeld 5 procent lager - voor snelle, hoogstaande en efficiënte patiëntenzorg. Het inpikken van eenvoudige medische zorg is niet een keuze. In klinieken hoeft de OK niet iedere keer omgebouwd te worden voor een ander type operatie. Volgens een recent rapport van Pricewaterhouse Coopers (PwC) levert dit voordeel op: als we kijken naar heupprothesen, doen ziekenhuizen gemiddeld vier tot vijf ingrepen waar klinieken er zes tot acht doen. Dat is geen kwestie van hoge productieprikkels, dat is een kwestie van efficiënt organiseren. Wij begrijpen heel goed dat de vermindering van electieve zorg tot bekostigingsproblemen kan leiden bij de ziekenhuizen die verplicht zijn complexe en acute zorg te leveren. Maar dat is een bijverschijnsel van een succesvolle aanpak, die je moet oplossen door de zorgbekostiging anders in te richten, niet door het kind met het badwater weg te gooien en klinieken aan de leiband te leggen.’ Ze benadrukt ook dat klinieken wel degelijk bereid zijn om hun rol te spelen in complexe zorgpaden. ‘Maar daar moet je dan wel de kans voor krijgen. Net zoals we graag de kans zouden pakken om een grotere rol in opleidingen van artsen te spelen. Momenteel blijft die beperkt tot de aios die een tijdje stage bij ons komt lopen. Bij ons kunnen artsen in opleiding beter dan waar ook vlieguren maken met basisvaardigheden.’ En over innovatie en onderzoek zegt ze: wij doen daar wel degelijk aan mee, we leveren waardevolle data aan grotere onderzoeken en zetten de nieuwste en vaak minder invasieve technieken in. Goed, we zijn geen academische centra natuurlijk, maar ook onze artsen doen aan promotieonderzoek en het is onzin om te zeggen dat klinieken niet innovatief zouden zijn.’
‘Private equity kan de autonomie en kracht van artsen en zorgorganisaties aantasten’
Dit doet de Federatie
Steeds vaker nemen commerciële investeerders laboratoriumdiensten over, waardoor cruciale processen zoals spoeddiagnostiek en infectiepreventie worden uitbesteed. Hoewel ziekenhuizen verantwoordelijk blijven voor de kwaliteit, vrezen medisch specialisten dat dit tekortschiet. De Federatie pleit daarom in Den Haag voor duidelijke afspraken tussen minister, ziekenhuizen en zorgprofessionals om samenwerking en kwaliteit in de hele zorgketen te waarborgen.
Focus setting
Ze borduurt daarop voort: ‘Begrijp me goed, ik ben vóór ziekenhuizen, de acute en hoogcomplexe assen liggen daar in de beste handen, en dat vergt een complex samenspel van uiteenlopende disciplines die je in eigen huis moet hebben. Maar ik geloof wel in best of both worlds. Ziekenhuizen zouden wat meer - niet alle, maar wel meer - electieve zorg uit handen kunnen geven aan klinieken, en zouden zich nadrukkelijker kunnen focussen op keuzes voor zorg die ze wel en niet aanbieden. Op die manier kunnen ze efficiënter organiseren en uitblinken in wat ze doen.’ Ter ondersteuning haalt Hanneke het genoemde rapport van PwC nogmaals aan: ‘Het kantoor heeft berekend dat met een sterkere focus op de hoogcomplexe en acute as, en meer uitvoering van electieve zorg buiten de ziekenhuizen zo’n negen - tot veertienduizend fte kunnen worden bespaard, mensen die op een andere manier kunnen worden ingezet binnen de medische zorg. Moet je nagaan, dat is 20 tot 30 procent van het huidige arbeidstekort in de zorg. Deze aanpak kan de toegankelijkheid tot de zorg aanzienlijk vergroten. Maar dan moeten de ziekenhuizen wel openstaan voor de zogeheten focus setting.’ Hanneke raakt hiermee ook aan de concentratie van complexe medische zorg, waar ook in het IZA aanzetten voor gegeven worden. ‘We willen allemaal toe naar het solide ziekenhuis van de toekomst’, zegt Marco Varkevisser, ‘en ik ga mee in de gedachte van Hanneke dat je bereid moet zijn om zorg buiten het ziekenhuis te beleggen als dat doelmatiger is en kosten bespaart. Dat vraagt wel om maatwerk, en kent zoals gezegd grenzen. We hebben in de coronaperiode gezien hoe cruciaal eigen laboratoria zijn voor ziekenhuizen. Er bestaat ook geen one size fits all, ieder ziekenhuis heeft andere uitgangspunten. En begrijp me goed, winstprikkels brengen altijd risico’s met zich mee. Het gaat er om die winstprikkels goed te reguleren. Bijvoorbeeld door toetredingsdrempels en wettelijke voorwaarden bij winstuitkeringen, zoals een minimale solvabiliteit. Met goede wet- en regel-
geving zie ik vanuit economisch perspectief geen algemene bezwaren tegen uitbesteding, private equity en winstuitkeringen voor aandeelhouders.’
Praat erover
Marco ziet: ‘Internationaal gezien zijn we best goed in het stroomlijnen van dit spanningsveld. Van heinde en ver reizen delegaties naar Nederland om met eigen ogen te zien hoe wij de relatie tussen de markt en het publieke zorgdomein vormgeven. Er liggen nog heel veel uitdagingen voor alle partijen in het zorgstelsel, voor de politiek, VWS, toezichthouders als de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) en de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa), en zorgverzekeraars. Alles draait om zorgvuldigheid, en daar ligt ook een taak voor de ziekenhuizen. Doe onderzoek naar de gevolgen van private financiering, verken de mogelijkheden en onmogelijkheden, praat erover met alle betrokkenen en formuleer randvoorwaarden en uitgangspunten. Dat gebeurt nu nog veel te weinig. De discussie is helaas vaak zwart-wit. Maar de financiële druk op ziekenhuizen zal alleen maar toenemen, en privaat geld, uitbesteding en scherpere profielkeuzes kunnen helpen om goede zorg ook toegankelijk te houden.’ Akke van der Bij houdt haar bedenkingen. Ze interpreteert het feit dat Nederland in internationaal perspectief goede medische zorg levert voor relatief weinig geld anders: ‘Onze positie op de ranglijst betekent dat marktpartijen – ook de durfkapitalisten – denken: in Nederland is nog veel te halen. Denk bijvoorbeeld aan de discussie over abonnementen op jaarlijkse testen of voor zelftesten, waarmee gezonde mensen onzinnige diagnostiek ondergaan met risico op overdiagnostiek.’ Ze wijst op diverse publicaties, waaronder
Gekaapt door het Kapitaal van publiciste Mirjam de Rijk, die de kwalijke gevolgen schetst van privatisering in het publieke domein. En ze tekent aan dat het zorgvuldige gesprek waarvoor Marco pleit niet altijd de voorkeur van de besluitvormers zal hebben: ‘Ziekenhuisbestuurders zijn gemiddeld niet langer dan vijf of zes jaar in functie. Het is hen erom te doen in die tijd het verschil te maken. De verkoop van bijvoorbeeld laboratoria kan op korte termijn kapitaal opleveren. Op de lange termijn betekent dit echter een verlies van regie over de organisatie en toegankelijkheid van een belangrijk deel van de zorg, met onzekere financiële gevolgen.’
Samen aan de lat
We geven het laatste woord aan Iris Guldenaar-Tilma. Hoe kijkt zij, na haar onderzoek voorafgaand aan het interview, aan tegen de toegenomen marktwerking? ‘Genuanceerd. Marktwerking heeft sinds 2006 goede prikkels gebracht, en je kunt sommige soorten zorg ook prima buiten de ziekenhuizen neerleggen, dat weet ik uit eigen ervaring. Ik word daar gelukkig van, loop niet met drie piepers op zak en mijn mentale focus ligt heel dicht bij de patiënt. Maar ik zie ook dat de marktwerking niet moet doorschieten. Private equity kan de autonomie en kracht van artsen en zorgorganisaties aantasten. In gesprekken met bevriende artsen gaat het meestal over “ziekenhuis versus zbc”. Over en weer hoor ik verwijten over privatisering van winsten, socialisering van kosten, gebrek aan opleidingsplekken en een ongelijk speelveld voor personeelswerving. Wat meer wederzijds respect zou helpen, want ziekenhuizen en zbc’s staan nu samen aan de lat om zorg toegankelijk, kwalitatief en betaalbaar te houden, met verschillende rollen en invullingen.’
De Academie voor medisch specialisten
ACTUEEL: COACHENDE VAARDIGHEDEN LEVEL 1 – 4
Onze professionele omgeving vraagt om coachingsvaardigheden. Met vier levels Coachende vaardigheden verbeter je samenwerking en zorgkwaliteit. Volg losse modules of de volledige leergang.
ZELFINZICHT EN COMPETENTIES
Level 1 van Coachende vaardigheden is een driedaagse training waarin je zelfinzicht en persoonlijke competenties versterkt. Je leert emoties herkennen, effectief feedback geven, werkstijlen begrijpen en oplossingsgericht coachen met de GROW-methode. Zo vergroot je je empathie, geloofwaardigheid en aanpassingsvermogen. Na Level 1 kun je doorstromen naar de volgende levels voor verdere verdieping.
DUUR: 3 dagen
LOCATIE: Zeist
KOSTEN: € 2.310
ACCREDITATIE: 18 punten
VERDIEPENDE COACHTECHNIEKEN
Level 2 van Coachende vaardigheden is een tweedaagse training waarin je verdiepende methoden leert voor het coachen van a(n)ios, collega’s en medewerkers. Je ontwikkelt je eigen stijl als intercollegiaal coach, vergroot je inzicht in Transactionele Analyse en leert omgaan met weerstand. Zo versterk je samenwerking, inspireer je je team en draag je bij aan betere zorgkwaliteit.
DUUR: 2 dagen
LOCATIE: Den Dolder KOSTEN: € 1.525
ACCREDITATIE: 12 punten
CONFLICTHANTERING EN CONFLICTVAARDIGHEID
Level 3 van Coachende vaardigheden is een tweedaagse training in conflicthantering en -vaardigheid. Je leert emoties herkennen, de-escalerende gesprekken voeren en conflicten synergetisch oplossen. Met inzichten uit geweldloze communicatie en mediation ontwikkel je vaardigheden om onenigheden om te buigen naar groei en samenwerking, en zo teamdynamiek te versterken.
DUUR: 2 dagen
LOCATIE: Den Dolder of Zeist
KOSTEN: € 1.525
ACCREDITATIE: 12 punten
GROEPSDYNAMIEK EN BEGELEIDING
Level 4 van Coachende vaardigheden tilt groepsdynamiek en samenwerking naar een hoger niveau. Je leert patronen in teams doorzien, lastige besluiten samen dragen en gesprekken begeleiden die écht verandering brengen. Met krachtige werkvormen en systemisch inzicht maak je van elke vakgroep een hechter, effectiever team.
DUUR: 3 dagen
LOCATIE: Den Dolder
KOSTEN: € 2.310
ACCREDITATIE: 18 punten
De Academie voor medisch specialisten is het opleidingsinstituut van de Federatie Medisch Specialisten. We bieden scholing en begeleiding aan medisch specialisten, ziekenhuisapothekers, klinisch fysici, klinisch chemici en a(n)ios op het gebied van vaardigheden, leiderschap, bestuur en management.
Cardiologie past bij het karakter van Anne Koppelaar (32). ‘Het is een no-nonsense vak.’
Wat was jouw droomberoep als kind?
‘Op mijn tiende werd mijn opa ineens ziek. Hartstikke fit, jarenlang als kapitein op een sleepboot gewerkt en pas nét met pensioen. Artsen konden niks meer voor hem betekenen. Heel moeilijk te verteren, maar ook mijn drijfveer om dokter te worden.’
Je bent nu officieel een paar maanden cardioloog. Herinner je nog het Eurekamoment?
‘Haha, ja, ik had mijn hele carrièreplan al uitgestippeld. Eerst een promotietraject, daarna de opleiding tot gynaecoloog. Tot ik mijn laatste keuzecoschap cardiologie volgde en na twee dagen wist: dit is het.’
Waar zat ’m dat in?
‘Dat ik letterlijk mensenlevens redde –voor mij de kern van het dokter-zijn. En het is een acuut en no-nonsense vak. Past bij mijn karakter: ik ben direct, heb weinig geduld en hou van snelheid.’
Wie inspireerde je om door te pakken op moeilijke momenten?
‘Moeilijke vraag. In die twaalf jaar studietijd heb ik me met meerdere mensen kunnen identificeren. Wel dacht ik vaak terug aan mijn opa.’
Je was eerder voorzitter van De Jonge Specialist. Wat heeft dat je gebracht?
‘Een groot netwerk, allereerst. En ik ga nu gericht te werk als ik iets in de zorg wil veranderen: wie moet ik benaderen, waar zit het mandaat en welke financiële middelen zijn er nodig?’
Welke vraag van patiënten verbaast jou?
‘Patiënten verbazen me dagelijks. Of hun nagellak wel samengaat met een medicijn. Of ik het goed vind dat ze op vakantie gaan naar Duitsland. En of één biertje voor een hartinfarct kan zorgen.’
Wat zijn voor jou zware momenten?
‘Als ik jonge mensen met hartproblemen op het randje van de dood zie balanceren. Dat komt altijd hard binnen.’
Hoe ga je daarmee om?
‘Rationeel blijven, je emoties moeten niet de overhand krijgen. Ik rij veel motor, en zo’n ritje naar huis helpt dan: wind in mijn haren en blik op de weg.’
Op welk specifiek moment denk je: hier doe ik het voor?
‘Als ik iemands leven red. In een split second neem je dan de beslissing die iemand de kans op nog een mooi en gezond leven geeft.’
Stuur je bij je patiënten actief aan op een gezonde levensstijl, of zie je jezelf meer als reparateur als het al mis is gegaan?
‘Beide. Ik besteed zeker aandacht aan leefstijl. Kan ook niet anders, daar berust een groot deel van cardiologie op. Maar de realiteit is ook dat het daarvoor vaak te laat is als iemand bij me komt.’
Het hart kan breken, smelten, je kunt hartzeer hebben. Herken je die metaforen?
‘Het hart is de motor van je lijf die je fysiek voelt kloppen – bij enthousiasme, angst of verliefdheid zelfs wat sneller. Er bestaat zelfs zoiets als het broken heart syndrome, waarbij iemand zoiets heftigs meemaakt, dat het hart acuut stopt. Dus ik begrijp die metaforen wel.’
Wat is er wezenlijk voor je veranderd in het laatste jaar?
‘Het geeft rust om nu meer eigen regie over mijn leven te voeren. Al voel ik ook wel weer de urge om iets extra’s te gaan doen. Onderzoek, een verdieping, iets organisatorisch...’
Dus eigenlijk gún je jezelf die rust niet?
‘Ik doe m’n best, maar sinds kort ben ik twee avonden per week spinninginstructeur. Kan het gewoon niet laten.’
ANNE KOPPELAAR
• GEBOREN HardinxveldGiessendam
• RONDDE in 2018 haar geneeskundestudie in Rotterdam af. Volgde van december 2018 tot september 2024 de opleiding tot cardioloog in het Erasmus MC, en daaropvolgend een fellowship non-invasieve beeldvorming.
• IS sinds 1 mei cardioloog in het Amphia in Breda.
• WAS van 2022 tot 2024 voorzitter van De Jonge Specialist.
• WOONT in Gorinchem met haar vriend Marijn en kat Baco.
• HOBBY’S spinning, motorrijden, motorvakanties, kitesurfen, wintersporten en reizen met haar vriend.
• BOEK ‘Michelle Obama’s biografie was inspirerend, maar ik kan me ook verliezen in een goeie thriller.’
• HAAR HART klopt sneller van nieuwe dingen leren.
‘Ook buiten de geneeskunde. Ik kon geen leuke spinningklas vinden, dus begon ik er zelf maar een.’
‘Schort je oordeel op bij opleidingsgeschillen’
Psychiater Judith Godschalx doet promotieonderzoek naar opleidingsgeschillen binnen de medische vervolgopleidingen. Iedereen profiteert ervan als de medische wereld daar beter mee leert omgaan, zegt ze. Artsen, aios én patiënten.
‘Dat opleiden zo nu en dan gepaard gaat met opleidingsgeschillen, is normaal. Niemand functioneert elke dag 100 procent. Niet als je heel ervaren bent en ook niet als je het vak nog aan het leren bent. Tegelijk rust er een dubbel taboe op opleidingsgeschillen die over functioneren gaan: dat de aios niet goed zou functioneren en dat de opleider niet in staat zou zijn om de aios te leren wat nodig is. Dat die aannames in de taboesfeer liggen, kan aios ervan weerhouden twijfels uit te spreken, en zorgt voor aarzeling bij de supervisor om te zeggen dat iets beter kan en moet. Bovendien speelt afhankelijkheid bij opleidingsgeschillen een rol: een aios is afhankelijk van een opleider of supervisor, een aios-groep van een supervisorengroep én andersom.
Opleidingsgeschillen bespreken is daarom best lastig. Toch zijn artsen het wel gewend om incidenten te bespreken. Daarvoor worden – vaak met succes – methoden gebruikt waarmee je zonder te beschuldigen en zonder vooroordelen kunt onderzoeken hoe je van incidenten kunt leren. Mijn stelling is dat artsen de vaardigheden die ze daarbij inzetten, ook moeten gebruiken om opleidingsgeschillen te bespreken. Ze moeten dan wel opletten dat hun diagnostische ervaring hen daarbij niet in de weg zit. Dokters zijn gewend zieke mensen te diagnostice-
ren. Omdat ze daar goed in zijn, hebben ze ook in het geval van opleidingsgeschillen al snel het idee wel te weten wat er aan de hand is. Maar bij opleidingsgeschillen moet je je oordeel juist opschorten. Eerst is het zaak onbevooroordeeld te onderzoeken welke ideeën en intenties de betreffende aios had, en te luisteren naar elkaars perspectieven. Daarnaast is het essentieel om eerlijk te zijn, transparant en zo concreet mogelijk, en – vanzelfsprekend – niet op de persoon te spelen.
Wist je dat onze juristen je kunnen bijstaan bij opleidingsgeschillen?
(Toekomstig) medisch specialisten die zijn aangesloten bij de Federatie, lid zijn van de LAD en/of DJS kunnen 20 uur per jaar juridische dienstverlening krijgen. Meer informatie: demedischspecialist.nl/ juridisch-advies
Stel bijvoorbeeld dat een aios een patiënt naar huis heeft gestuurd zonder dat van tevoren met de supervisor te overleggen. Dan kun je als supervisor niet meer meekijken en bijsturen. Bespreek dan op een onbevooroordeelde manier wat er is gebeurd en wat ervan valt te leren. Maak tenslotte duidelijk wat je een volgende keer graag anders ziet. Beginnende opleiders die deze aanpak ingewikkeld vinden, kunnen geholpen zijn met een buddy; een opleider met veel ervaring. Zo’n buddy heeft meerwaarde als die een ander specialisme heeft. In een ziekenhuis bestaan verschillende subculturen met elk hun eigen vanzelfsprekendheden. Op een gegeven moment herken je het water niet meer waarin je zwemt. Een buddy is dan heel nuttig. Er zijn meer hulpbronnen. Opleiders en supervisoren kunnen gebruikmaken van de kennis en vaardigheden in hun opleidingsregio. Ziekenhuizen
werken in hun opleidingen vaak al samen, en kunnen ook wat dit betreft beschikbaar zijn voor elkaar. Wetenschappelijke verenigingen kunnen bijdragen aan het beter omgaan met opleidingsverschillen door daarover bij opleidingsvisitaties open vragen te stellen: hoe hebben jullie het omgaan met opleidingsgeschillen geregeld, hoeveel GBT’s (geïntensiveerde begeleidingstrajecten) hebben jullie begeleid over welke periode? De RGS (Registratiecommissie Geneeskundig Specialisten) kan het voortouw nemen in het uitvoeren van een root cause analysis, zoals dat gebruikelijk is in de luchtvaart en waarmee geëxperimenteerd wordt in de accountancy. En de COC’s (centrale opleidingscommissies) kunnen conflicthanteringsvaardigheden bevorderen door bijscholing aan te bieden en voorbeeldgedrag aan te moedigen. Individuele opleiders en supervisoren kunnen als rolmodellen en cultuurdragers laten zien dat het
‘Het durven aangaan van conflicten is een voorwaarde voor goed teamwork’
loont om opleidingsgeschillen op een goede manier te bespreken. Je gaat er als team effectiever door samenwerken, sterker nog: het durven aangaan van conflicten is zelfs een voorwaarde voor goed teamwork. En alleen met goed teamwork kun je de kwaliteit van de zorg verbeteren. Dus doe patiënten, aios, je collega’s én jezelf een plezier, en leer van opleidingsgeschillen!’
Judith Godschalx is ziekenhuispsychiater en jurist. Ze doet promotieonderzoek naar opleidingsgeschillen en professionaliteit bij MUMC+.
pleidooi
WERK Work hard, play hard, is het motto van gynaecoloog Mark van der Laan (48) uit het St. Antonius Ziekenhuis Dus zijn alle dagen gevuld, met werken en wandelen (of wielrennen, hardlopen, zwemmen, klimmen), al dan niet in gezinsverband. Deze dynamische afwisseling vindt hij ook in zijn werk als gynaecoloog, met aandachtsgebieden oncologie en endometriose. ‘Het mooiste vak ter wereld’, vanwege de mix van acute geneeskunde (verloskunde) en chronische geneeskunde. Net als huisartsen ziet hij patiënten een heel leven lang, sommigen kent hij al vijftien jaar. Telt zijn week acht dagen? Nee, maar hij is een tijdsoptimist én heeft veel energie. Uurtje over? Dan kan hij ook nog wel een beetje besturen. Het artsenvak combineert hij met bestuursfuncties zoals duaal manager of voorzitter medische staf. Weekendje over? Dan loop je naar Nice.
IN BA LANS WERK THUIS
PRIVÉ Als je dit leest, heeft Mark inmiddels de Hardangervidda in Noorwegen – de grootste hoogvlakte van Europa – overgestoken. Met een Noorse kennis van 22 die er ook toevallig zin in had. Daarnaast loopt hij, met gezin/collega/ vriend of alleen, in etappes de GR5-wandelroute van Hoek van Holland naar Nice. Lengte: 2.150 km. Start: april 2024. In juni tikte hij Metz aan. Iedere etappe is een cadeautje: van de eerste bakstenen vuurtoren van Nederland bij Brielle tot ontmoetingen met medewandelaars. Op de wishlist: Selvaggio Blu. Deze wandelhonger is ontstaan op zijn achtste toen hij vanuit het platte Groningen de bergen ontdekte. De rust, de ruimte, de stilte… wandelen is zijn, kijken en voelen. Vuurtje maken, zonsondergang bewonderen en nietigheid ervaren.
VERKIEZINGSAGENDA
2025 VAN DE MEDISCH SPECIALISTEN
Zet in op de beweging naar passende zorg
De zorg staat onder grote druk door de vergrijzing, technologische ontwikkelingen en de toename van complexe zorgvragen. Het grootste probleem waar we mee kampen is het personeelstekort. We moeten meer doen met minder mensen. De zorgsector werkt daarom aan de transitie naar passende zorg. Medisch specialisten gaan voorop in de beweging naar passende zorg. We stuiten op de werkvloer echter op obstakels die deze beweging naar passende zorg tegenwerken. In ons visiedocument Medisch Specialist 2035 beschrijven we onze ambities voor de komende jaren. Hoe houden we de zorg toegankelijk en van de best mogelijke kwaliteit voor de patiënt? Deze visie én een enquête over passende zorg onder onze achterban, vormen de basis voor de 10 punten op de verkiezingsagenda van de medisch specialisten:
1. HET TEKORT AAN PERSONEEL IS HET MEEST
URGENTE PROBLEEM VOOR DE ZORG
Dagelijks ervaren we de gevolgen van te weinig personeel: operatiekamers die niet bemenst kunnen worden, wachtlijsten in het hele land die boven de Treeknorm liggen. Niet-passende zorg ontstaat juist vaak door tekorten elders: in de huisartsenzorg, thuiszorg of in de verpleeghuizen. Medisch specialisten leveren nog te vaak zorg die in de eerste lijn thuishoort. Zet het personeelstekort bovenaan de politieke agenda. Maak het werk in de zorg aantrekkelijker en behoud de verpleegkundigen, artsen en alle andere zorgverleners voor het vak, zowel in de eerste en tweede lijn als in de ggz.
2. MEER TIJD VOOR DE PATIËNT, MINDER TIJD VOOR ADMINISTRATIE
Veel tijd van zorgprofessionals gaat verloren met administratieve handelingen. Juist nu moeten de dokters de tijd krijgen voor het samen beslissen met de patiënt over de best passende behandelopties. Passende zorg komt tot stand in een goed gesprek tussen patiënt en dokter. Hiermee verbetert de zorg maar ook het werkplezier.
3. DE SPREEKKAMER IS HET DOMEIN VAN DE PATIËNT EN DE ARTS
Passende zorg is persoonsgericht en zal dus per definitie verschillen tussen patiënten. Geef professionals de ruimte om samen met de patiënt de goede keuzes te maken. Verminder de regeldruk en ga uit van vertrouwen in de zorgprofessionals op de werkvloer.
4. PATIËNTGEGEVENS MOETEN ALTIJD EN OVERAL TOEGANKELIJK ZIJN
De gebrekkige beschikbaarheid van patiëntgegevens is een gevaar voor de patiëntveiligheid en een showstopper voor het leveren van passende zorg. Bovendien is het een belangrijke bron van administratieve lasten. Elektronische
patiëntendossiers in verschillende ziekenhuizen moeten aanvoelen als één systeem. De overheid moet regie nemen om dit probleem op te lossen.
5. MAAK STUREN OP PASSENDE ZORG OOK FINANCIEEL AANTREKKELIJK
Stimuleer passende zorg in de contractering tussen zorgverzekeraars en ziekenhuizen. Help de ziekenhuizen om op passende zorg te sturen zonder dat ze daarbij financieel risico lopen. Naast het grootschalig implementeren van bewezen effectieve interventies moet er ook ruimte zijn om lokaal passende zorg te leveren op de manier die in de context van de instelling goed werkt.
6. MAAK TIJD VOOR PASSENDE ZORG-INITIATIEVEN
Meer dan ooit is betrokkenheid van zorgprofessionals bij het ontwikkelen, organiseren en implementeren van (passende) zorginnovaties van belang voor succes. Veel medisch specialisten geven echter aan dat tijdgebrek een belangrijke barrière is om passende zorginitiatieven te implementeren. Deze taken zijn integraal onderdeel van het werk van de medisch specialist en niet iets voor ‘erbij’. Faciliteer artsen en teams om passende zorginitiatieven zoals zorgevaluatie en onderzoek succesvol te kunnen ontwikkelen en toe te passen in de praktijk.
7. MAAK MOEDIGE MAATSCHAPPELIJKE KEUZES IN TIJDEN VAN SCHAARSTE
Ondanks de beweging naar passende zorg zullen schaarste en wachtlijsten blijven bestaan. Artsen hebben ook een verantwoordelijkheid maar ten principale is het een maatschappelijke discussie. Laat artsen niet opdraaien voor de keuzes over welke patiënt zij welke zorg kunnen verlenen. Dit vergt moedige maatschappelijke keuzes over de inzet van menskracht en middelen.
COLOFON
Jaargang 11, september 2025
Uitgave
Medisch Specialist is een uitgave van de Federatie Medisch Specialisten en verschijnt vier keer per jaar in een oplage van 30 duizend exemplaren.
Medisch Specialist wordt kosteloos toegestuurd aan alle medisch specialisten in Nederland die aangesloten zijn bij de Federatie en aan artsen in opleiding die lid zijn van De Jonge Specialist.
Redactie
Hoofdredactie: Mirjam Siregar
Eindredactie: Vanessa Cruz Concept en redactiecoördinatie: Fred Hermsen (Maters en Hermsen communicatie en journalistiek)
Redactieraad
Cassandra Zuketto (psychiater), Eke van der Ploeg (aios anesthesiologie, bestuurslid De Jonge Specialist), Johan Lange (chirurg), Nicole Naus (oogarts), Roderick Tummers - van Lind van Wijngaarden (internist), Rutger Hengeveld (klinisch chemicus) en Yee Lai Lam (dermatoloog).
Beeldredactie en vormgeving: Kaisa Pohjola en Stephan van den Burg (Maters en Hermsen vormgeving) Fotografie cover: Manon van der Zwaal Lithografie: Studio Boon Druk: Puntgaaf drukwerk
Abonnement
Vragen over je abonnement of een adreswijziging kun je sturen aan het secretariaat van jouw wetenschappelijke vereniging.
Via je wetenschappelijke vereniging ben je aangesloten bij de Federatie Medisch Specialisten.
Wij staan voor 23 duizend toegewijde dokters in ziekenhuizen en instellingen. Wij verenigen alle 32 specialismen, ondersteunen bij de uitoefening van het vak en spreken met één krachtige stem in politiek en samenleving.
8. VOER HET PUBLIEKE DEBAT OVER DE BESCHIKBAARHEID VAN ZORG. START EEN BEWUSTWORDINGSCAMPAGNE
Omgaan met schaarste betekent ook wat voor de individuele inwoner in Nederland. Passende zorg vraagt niet alleen om meer begrip van patiënten, familie en naasten bij het afwegen van de beste behandelopties (inclusief het afzien van curatieve behandelingen) maar ook om eigen verantwoordelijkheid en initiatief. We vragen de politiek om het starten van bewustwordingscampagnes op dit maatschappelijke thema.
9. INVESTEER STRUCTUREEL IN LEEFSTIJL EN PREVENTIE
We weten al meer dan 100 jaar dat preventie het meest effectief is om gezondheidswinst te boeken. Desondanks blijft preventie een weinig populair onderwerp in de politiek. Zonder gerichte wet- en regelgeving op voeding, alcohol en tabak blijft de zorgvraag onnodig stijgen. Dit voelt voor artsen als dweilen met de kraan open. Daarnaast is het essentieel om ook bestaanszekerheid te borgen, omdat gebrek daaraan direct leidt tot een afname van gezondheid en welzijn.
10. DE KLIMAATCRISIS EVOLUEERT STEEDS MEER NAAR EEN CRISIS VOOR DE VOLKSGEZONDHEID
De WHO ziet de klimaatcrisis als de grootste bedreiging van gezondheid in deze eeuw. Het is essentieel de gezondheidsrisico’s die klimaatverandering met zich meebrengt te erkennen. Daarom moet de klimaatcrisis een topprioriteit blijven in de politiek. Ook de zorgsector dient duurzamer ingericht te worden.
Binnenkort verschijnt op onze website een overzicht van de plannen van politieke partijen voor de zorg: demedischspecialist.nl/verkiezingen
M.m.v. Sjef van der Lans, Cindy van Schendel, Sandra Schoonderwoerd, Femke Theunissen, Margriet Bakker (Federatie Medisch Specialisten).
Heb je een tip voor een interessant verhaal voor medisch specialisten of voor verbetering van ons magazine? Stuur dan een e-mail naar communicatie@ demedischspecialist.nl, dan nemen we zo spoedig mogelijk contact met je op.
Volg ons ook op: @federatiemedischspecialisten
Niets uit deze uitgave mag geheel of gedeeltelijk worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar gemaakt, op welke wijze dan ook, zonder schriftelijke toestemming van de uitgever en de makers van het werk. De Medisch Specialist is niet aansprakelijk voor eventuele onjuistheden in deze uitgave. De Medisch Specialist is niet verantwoordelijk voor handelingen van derden welke mogelijkerwijs voortvloeien uit het lezen van deze uitgave. De redactie is niet verantwoordelijk voor de inhoud van cartoons, columns en advertenties. De uitspraken van auteurs en geïnterviewden in artikelen in deze uitgave weerspiegelen niet noodzakelijkerwijs het standpunt van de Federatie. De redactie behoudt zich het recht voor ingezonden materiaal zonder kennisgeving vooraf geheel of gedeeltelijk te publiceren. De redactie heeft gepoogd alle rechthebbenden op teksten en beeld te achterhalen. In gevallen waarin dit niet is gelukt, vragen wij je contact op te nemen via communicatie@demedischspecialist.nl.
Want er gebeurt ontzettend veel in de zorg. De uitdagingen zijn groot. De technologische ontwikkelingen gaan razendsnel, de zorgvraag neemt toe, budgetten staan onder druk en we komen steeds vaker bedden en handen tekort.
Allerlei partijen beïnvloeden ons werk: verzekeraars, politiek, inspectie, farmaceuten, managers, patiëntenorganisaties. Er zijn grote belangen.
Daarom werken we samen in de Federatie Medisch Specialisten. Samen gaan we voorop in vernieuwing zodat 18 miljoen Nederlanders kunnen rekenen op de beste zorg ter wereld.
Bekijk alles wat wij voor jou doen:
Heb je een juridische vraag?
Dan kun je 20 uur per jaar juridisch advies krijgen wanneer je aangesloten bent bij de Federatie of als lid van de LAD. demedischspecialist.nl/juridisch-advies
& nu verder
Slikken zonder stikken
Deze groenten worden eerst gewassen, geschild, gesneden, gegaard en tot puree gemalen. De spuitkoppen van een foodprinter bouwen de substantie vervolgens laagje voor laagje opnieuw op, tot die weer de visuele kenmerken heeft van het oorspronkelijke product. Maar dan in de gewenste IDDSI-klasse, waarin de consistentie van voeding is gestandaardiseerd voor mensen met dysfagie. De patiënten van Máxima Medisch Centrum (MMC) lusten er wel pap van. Een jaar na aanvang van de proef prikkelen dagelijks gemiddeld vijf 3D-geprinte gerechten de smaakpapillen van neurologische patiënten in het ziekenhuis, aldus beleids-
medewerker Catering Ineke Obbema. Met blijere gezichten dan voorheen, want het oog wil ook wat. De gerechten zijn gemaakt van 95 procent pure groente en zijn voor iedereen als zodanig herkenbaar. Bovendien zijn ze op smaak gebracht door meesterkok Eugène Swalen van 3D-foodlaboratorium Gastronology. Inmiddels werkt de toeleverancier aan uitbreiding van het groenteassortiment en aanvullingen met 3D-geprint vlees, vis en bonen. Ook dat wordt lekker lepelen, verwacht Ineke. In de toekomst zou zij haar patiënten in het MMC ook graag een geprinte pizza of mooi gelaagde lasagne willen voorschotelen. Eens kijken of de meesterkok zich daartoe laat verleiden!