Omslagverhaal: Schoolverlaters 1995 zie blz. 23
Van mijnheer Krekel en juffrouw Mier De magre Krekel nu van s'winters kou bespronghen, Zocht aen't kloeck Mierken heyl, tot bedelen gedrongen, En met een heesche stem viel 'tbezich dierken aen; Erbermt u Iuffrou Mier! en om een weynigh graen My ongetroost niet laet, noch hongers nood bezuren, Mijn armoe wat vervult, en opent uwe schuren. Maer 'twacker beestien vry van kommer en ellend, Den Krekel heeft aldus zijn traegheyd voorgewend: Draeght nu verschulde straf, draeght nu 'tvermaledijden Die al den zomer sleet in wellust en verblijden, Die d'aengename tijd en zegen hebt veracht, Tot zover de versie van onze prins der letteren Joost van den Vondel (15871695) van de bekende fabel van de Krekel en de Mier, waarvan wij denken dat Jean de la Fontaine (1621-1679) hem ons heeft achtergelaten. Mogelijk een foute gedachte. Een blik op de levensdata van beide heren toont aan dat een van beiden heeft afgeschreven. Maar laat daar de doctoren in de letterkunde zich een punthoofd over suffen. Waar het hem nu om gaat. De genoemde fabel is terug de actualiteit in gedwongen door de discussie die er op Europees niveau is ontstaan tussen de zogenaamd meer spaarzame noordelijke landen en de zuidelijke, die het met hun begroting wat minder nauw zouden nemen. En nu in coronanood hulp komen vragen. De fabel vertelt ons dat de Krekel heel de zomer grote sier heeft gemaakt terwijl de Mier ijverig haar voorraadje bijeenscharrelde voor de nakende winter. En de nooddruftige Krekel bij wintertij wrekkig alle hulp weigert: “Draeght nu verschulde straf, draeght nu 'tvermaledijden.”
DE PLAATSELIJKE LEGEVAKKENVULLER 6 Vul de lege (niet grijze) vakjes op met een woord of naam die iets met de regio Hoogstraten te maken heeft. Alle eetjes krijg je cadeau. De cryptische omschrijving en een bijkomende tip vind je onderaan. De oplossingen publiceren we elders in dit blad. 1 kasteelbaas - 2 meervoudig rode duivel met meervoudige rode duivel als zoon - 3 viervoetersmaatjes uit Wortel - 4 alleen van op Nederlandse grond kan je er gaan bidden - 5 notitieboekje voor cahierjeugd - 6 lenige jongelui onder het dakgebinte - 7 Meerlese weg met superioriteitsgevoel - 8 masculiene touwtrekkerij - 9 waar de schilder stedelijk werd - 10 Wortelse tractorminnaars - 11 dokter en dichter Hendrik - 12 begijnen doen de deur niet vroeg dicht - 13 in Minderhout verdwenen de norbertijnen - 14 Dreefse maalderij - 15 fruitige jazzband in Minderhout - 16 pleziermakers in het zadel - 17 amicale Minderhoutse schutters - 18 chiromeisjespatroon - 19 HC stickersclub - 20 zuidelijk gebuurte VERTICAAL ZIE JE EEN AANEENGESLOTEN NATUURGEBIED MET PRIMA WANDELGELEGENHEID.
4
- JULI - AUGUSTUS 2020 - DE HOOGSTRAATSE MAAND
Het is hier niet de plaats, en het is nog minder aan ons om hier in deze een ethisch standpunt op te dringen. Maar als oorlogskind (1943) heb ik WO II niet bewust meegemaakt, wel de periode direct erna. Toen spaarzaamheid nog geen vies woord was. Toen een bakharing nog voor twee monden middendoor werd gekliefd. Toen nog het nodige geld vooraf in de schoendoos werd geborgen om een meer duurzaam goed aan te verwerven. Kopen op de poef werd scheef bekeken. Schuld werd niet met schuld gedelgd. Was er toen gemor onder het volk? Minder dan nu. Hebben we daar schade aan overgehouden? Neen. Een frustratie? Al helemaal niet. Toegegeven, tijden zijn niet te vergelijken. Maar als er op een vismarkt plots een uiterst minuscuul eiwitje de mens opzoekt, dan zakt ons ganse exalterende tomorrowland op luttele weken tijd als een pudding in elkaar. Toeters en bellen inbegrepen. En zullen we daar dan met de billen bloot staan, ineens pijnlijk met beide voetjes terug op de grond gezet. En, zonder… wintervoorraad. De overheid dus als toeverlaat. Die ook geen reserves heeft, geen appeltje voor de dorst, enkel schulden. Die dan het ‘noodzakelijke’ - laat daarover geen twijfel bestaan - ruggensteunende geld moet gaan lenen op de kapitaalmarkt, of het desnoods maar moet bijdrukken. Al zal ons daarvoor ooit de factuur gepresenteerd worden. Hopelijk op een ‘billijke’ - en laat ook daarover geen twijfel bestaan - wijze te vereffenen. Vraag: moet DHM na de miserie van de laatste maanden het mes nog eens in de wonde ronddraaien? Neen. Maar het moest er mij eens uit. In de overtuiging dat het voortaan anders zal moeten. Hoe? Laten we het daar later eens over hebben. En neem ondertussen, deze ouwe man zijn ietwat nostalgische emotie niet kwalijk… (nad)

