mon in de moond 'Wortel moet uitstralen naar buiten' Meester Juul Noeyens is een welgekend man in Wortel. Het merendeel van de mannelijke bevolking heeft bij hem in de klas gezeten, ontelbaren zijn gaan kijken naar de paarden- en kermiskoersen die op zijn initiatief werden ingericht en vele honderden zijn met hem meegestapt op de fameuze kermiswandelingen die hij organiseerde. Maar ook buiten Wortel is hij gekend en dan vooral als reporter van 'De Gazet Van Antwerpen' waarin hij o.m. verhalen schrijft over de streek die gaan over de oorlog en de smokkelarij. Want hij is een echte verteller, vroeger vooral in zijn klas, nu in 't Worteltje' en in 'de krant' zoals hij zijn lijfblad noemt. Wij vonden dat het tijd werd om de man die al zoveel over anderen heeft verteld en geschreven, nu eens aan het woord te laten over hemzelf. Awel meester, wij luisteren... Heerlijke jeugd in de Kolonie Op 21januari 1922 ben ik geboren in het hoekhuis van de boerderij op de Kolonie van Wortel. 0, ik heb daar een fantastische jeugd gehad, ge kunt dat denken, een domein van 600 ha waar wij vrij konden rondlopen. Ik heb daar ook mijn 6 jaren lagere school gedaan bij één onderwijzer, meester Degreef; alle studiejaren tezamen in één klas. Ik her-
Toen ik later naar St. Victor ging en daar behoorlijk meekon, was dat voor mij het bewijs dat daar in de Kolonie toch goed onderwijs werd gegeven, ook al zaten we samen in één klas. Voor meester Degreef en later voor juffrouw Huet was dat geen gemakkelijke taak. Die mensen hadden een enorme verdienste. En ik moet zeggen, wij keken ook ôp naar die mensen, evenals naar de directeur van de Kolonie. De onderwijzer en de directeur dat waren in die kleine gemeenschap de hoogste gezagdragers en telkens als wij die tegenkwamen, ons klakske af en eerbiedig 'Dag mijnheer directeur, dag meester'. En gezag is ook belangrijk vind ik, het is nodig, ik heb daar respect voor. Toen mijn vader, die lang ziek was, overleed in '39, moesten wij uit de Kolonie weg. In Wortel was geen huis te vinden en zo kwamen wij terecht in Hoogstraten, eerst in het hoekhuis aan de Loenhoutse Weg waar nu het Kempens Meubelhuis gevestigd is, later in de
Juul I\oeyens
'Er zijn twee soorten mensen: diegenen die de oorlog gekend hebben en de anderen die hem niet hebben gekend'. Ik was 18 jaar op de lOde mei '40 en ik herinner mij die eerste oorlogsdag nog als de dag van gisteren. In de normaalschool in Brussel sliepen wij op zolderkamertjes en toen wij 's morgens om 5 uur vliegtuigen hoorden, deden wij het dakraampje open en zagen daar boven Evere de vliegtuigen naar beneden duiken. Wij dachten dat het legeroefeningen waren maar neen, het vliegveld werd gebombardeerd. Maar dat drong pas tot ons door toen later in de refter de directeur tegen ons zei: 'Jongens, ga maar naar huis, het is oorlog'. Dat heeft op mij een geweldige indruk gemaakt, 'oorlog', ik vond dat verschrikkelijk. Toen later alle jonge mannen van meer dan 16 jaar die geen soldaat waren of geweest waren, werden opgeroepen, moest ik naar Eeklo. Daar waren ook o.a. Roger Dewilde, Frans Bruurs en Gerard Huet bij en wij hadden het vaste voornemen om de hele tijd samen te blijven maar dat lukte ons niet. Van daar gingen wij te voet, met ons valies en een opgerold deken, op weg naar Duinkerken waar wij zouden inschepen naar Engeland. Maar toen wij daar aankwamen, ging dat niet door; alle schepen in de haven waren gebombardeerd. Wat op mij ook een grote indruk maakte, was het overschrijden van de grens met Frankrijk. De gedachte 'ge verlâât uw land' dat deed mij iets. En dan in Frankrijk,
17 of 18? Zeker niet ouder!
inner mij toen ik in het zesde zat dat er 11 leerlingen waren: 1 in het eerste leerjaar, 2 in het tweede, in het dcrdc zat cr geen enkcle, in het vierde en vijfde onk nog een vaar en in het zesde zaten er drie. Hoe dat daar ging? Wel. s morgens begonnen we altijd met efl rekenles - over de godsdienstlessen herinner ik me niets meer, dat zal niet veel geweest zijn, denk ik - maar die rekenles in het 6de studiejaar begon altijd op dezelfde manier: 3 vraagstukken oplossen met behulp van het leerboek. Wie eerst klaar was met de oplossing, ging dan die éne leerling van het eerste studiejaar helpen met lezen of sommen maken...
Even tellen... Zou Zo 'fl klas - 3e en 4e leerjaar 1957-1958 - nu niet onidubbeld worden?
Vrijheid. Na 3 jaar St. Victor ben ik dan naar de normaalschool gegaan, het St. Thomasinstituut in Brussel. Maar toen werd het oorlog...
wij dachten 'ha, het land van de wijn' en het eerste wat wij deden was een fles wijn kopen, 4,5 fr kostte ze en we hebben die dan maar ineens uitgedronken. Dat was de eerste wijn