Editie 7

Page 1

K O E R A N T 7.0

EDITORIAAL

Tussen de (opeens drukbezochte) laatste colleges, het angstzweet van de jury’s en de lichte tot iets explicietere paniek van de thesisstudenten lanceren we op de valreep nog een laatste Koerant. De laatste van het academiejaar that is, want tot u spreekt reeds de redactie die volgend jaar aan het roer van uw geliefde studentenuitgave zal staan. Wat er blijft en wat er verandert willen we u eerst en vooral niet verklappen maar— toegegeven—moeten we vooral nog in grote mate zelf bepalen. U kan er gerust aan meehelpen! Zeker is dat we voor deze keer nog geholpen zullen worden door de vlotte samenwerking tussen oude en nieuwe redactie. Het resultaat heeft u in uw pollekens. Met deze sterk verjongende ontwikkeling in het achterhoofd mag het dan ook niet verbazen dat er veel input van menig bachelorstudent is. Marrije bevestigd haar nieuwe positie door Thomas letterlijk weg te schrijven in een directe confrontatie in de dubbelcolumn; de balans tekst-fotofrafie wordt op de proef gesteld door onze kersverse huisfotografen Arne & Lisa; Amy en Jan-Hendrik—beter gekend als Beckx—nemen ons mee op roadtrip onder gidsend oog van Dirk, Mark & “de Meisjes” en tot slot wordt de achterflap op geheel eigenzinnige wijze—denk een straatbeeld in duel met de scanner van onze bib—verzorgd door Charles en Jana. Geen plaats voor masters? Liever niet, maar we lieten ze toch nog hun (laatste) zegje doen. Zij kunnen nu immers enigzins duidelijk maken wat ons (bachelors) verder te wachten staat. Kersvers Koe-voorzitter Leendert wist enkele verdwaalde thesisstudenten uit de Majolica te plukken en ze tegen over elkaar te zetten. Checkt da af! Daarnaast maakt de mysterieuze ‘derde master’ stedenbouw & ruimtelijke planning zijn langverwachte intrede, gepeperd met een wel zeer—entschuldigung—jolig studiereisverslag uit Hamburg. Kortom, een prachtige samenwerking, iedereen blij, alles in evenwicht, Ying-Yang, karma, whatever! Lees die krant nu maar vlug uit, uw lijm is aan het lekken, uw kladpapier is op of uwe bedstee kan wel wat versiering gebruiken! ’T Zit erop! Of toch niet helelmaal, er wacht u nog een volgende jury/deadline/examen. Graag gedaan en succes!

2. Hamburgers in Planning 3. stede-n-bouw versus bouw-techniek 4-5. Franse & Gentse Zwier 6. Bingo 7. Agenda

mei 2014

Column. In deze rubriek troeven professor en student elkaars schrijfkunsten af. Maar deze keer geen vakgroepleden. Uittredend eindredacteur en vaste columnist Thomas kruist de pennen met zijn even veelzijdige vervangster. Let the battle begin...

Chiro Cacao

Thomas Cantraine

Betere villa-kenner

KALFJES KALFjes

&

Marrije Vanden Eynde Student 2e Bachelor

Voor de laatste koerant van dit jaar vroegen de kersverse redacteurs of ik niet eens als oud Kalf wilde spelen in het column- gedeelte. Beetje vreemd, maar waarom ook niet? Beginnen wil ik een laatste keer met iets te vertellen over de plek waar ik schrijf: op dit hoogsteigen moment zit ik in een lokaal van de chiro. Het is geen zondag waarop ik een zootje ongeregeld entertain, maar het is leefweek: de leidingsploeg overleeft een week in de chirolokalen. Als halftijds leider (enkel het eerste semester omwille van een thesisje) heb ik me hier een mini- ateliertje toegeëigend waar ik me noodgedwongen afzonder om te tekenen, autocadden, filosoferen over het leven... Waarom gaat dat hier nu in godsnaam over chiro? Wel, ten eerste omdat het niet altijd over architectuur moet gaan, en ten tweede omdat je architectuur wel op àlles kan betrekken. De tegenstelling/aanvulling van Tekening en Computerwerk waarover het deze keer gaat, lijkt volgens mij verdacht veel op de aloude Chiro-Scoutsvete. Die vete die eindeloos blijft doorgaan omdat ze teert op cliché’s. Zo verwijt de ene de andere dat ze niets anders doen dan sjorren en zuipen, de andere verwijt de ene dat ze te soft zijn en niet in tenten durven slapen. Op dezelfde manier zijn er in de discussie over hand- of computerwerk twee kampen. De beide bepalen elk mee de identiteit en het belang van de andere. Persoonlijk vind ik die discussie’s nutteloos en kinderachtig. Ja ik kan sjorren, en ja wij slapen in tenten… Ja er zijn mooie computerbeelden, en o ja, de getekende beelden vind ik meestal mooier. Jij misschien niet, dat is jouw keuze. Het ene is mooier dan het andere, blablabla… “De gustibus non est disputandum” zou een draak van een politicus zeggen. Maar over smaken kan je net tot in het oneindige doorgaan met discussie’s, er is geen juiste uitspraak. Wat ikzelf liefst doe, is een combinatie maken van de beide: computerwerk voor plannen en snedes, tekenwerk voor beelden. Dat vind ik ergens ook gewoon logisch, plannen zijn uitgemeten, dat gaat niet exacter dan met een computer. Een strak plan, met aandacht voor lijndiktes, lijnsoorten, grijswaarden... kan dan minder rigide en net heel sexy gemaakt worden door juiste kleuraccenten, door er leven in te brengen, letterlijk dan. Kijk daarvoor zeker eens naar de plannen van advvt en bow-wow! Beelden anderzijds behoeven iets minder kommaneukerij: een lijn kan al eens wat schever staan, het totaalbeeld moet vooral tot de verbeelding spreken. Dat kan gewoonweg niet met een render waarin fake gras en blondine op de voorgrond figureren. Natuurlijk, de aanhangers van de renders zullen dan weer zeggen dat je hierdoor een waarheidsgetrouwer beeld krijgt... Geef mij toch maar de verbeelding.

Leve het potlood

Al bijna twee jaar weiger ik pertinent om autocad in te zetten als tool voor de representatie van mijn ontwerpen. Niet enkel door de traumatische ervaring in het eerste jaar, die ik zeker niet als enige heb beleefd – herinner u de crashes en de verloren gegane uren, maar vooral de ergernis omdat Ruben en Willem op 2 minuten deden waar jij 2 dagen voor nodig had. Maar ook omdat ik eenvoudigweg een enorme leek ben in de wereld van de techniek. Ik bedien smartphones nog altijd zoals ons moeder vijf jaar geleden en ik ben verwonderd als een vijfjarige wanneer ik op een mac werk. Moest ik weten hoe het moet. Maar dit is niet de enige reden, of alleszins niet de officiële reden. Dus hier mijn pleidooi voor het getekende plan, de veel persoonlijkere hatches en het grafisch genot. Dat lege blad papier dat je langzaam ziet evolueren naar een opgewerkt geheel, van de eerste voorzichtige potloodlijnen tot het inkleuren met zwarte stiften en promarkers. Het zorgvuldig uitlijnen van een eigen gecreëerde lettertype en het op voorhand uitzetten van de perfecte bladspiegel. Het niet kunnen laten, zelfs wanneer het af is, om telkens opnieuw wat extra op te werken: hier een lijn dikker, toch wat extra schaduw daar. Ik spreek niet uit ervaring en wil niet op bepaalde (weliswaar lange) tenen trappen, maar persoonlijk zou ik nooit zoveel voldoening halen uit die finale druk op de printknop dan uit het afschudden van het laatste beetje gom. Al wil ik zeker niet helemaal lyrisch worden over het zwarte stiftje. Want het moment dat je een streep verkeerd zet, is er geen tweede print. Je kan alleen hopen dat je cuttermes scherp genoeg is om de bovenste laag van het papier ongemerkt af te schrapen. Beide voorstellingswijzen hebben dus zeker hun nadelen. Maar wanneer de frustraties torenhoog oplopen, vallen gebroken potloden nog altijd stukken goedkoper uit.


2

Planning the Reeperbahn: MaSRP in Hamburg Nick Deham & Emma Vanderstraeten De eerste dagen van de paasvakantie trok de hele Master Stedenbouw en Ruimtelijke Planning met – zoals de duurzaamheidsgedachte dat heden ten dage vereist – de trein naar Hamburg. Vol goede moed, beladen met verse (?) onderbroeken, korte broeken en veelkleurige T-shirts gingen we op pad. Algauw reden we door het prachtige verkavelde landschap, zo lyrisch bewierookt in het prachtige ‘Pallieter’. Of waren dat andere tijden? Hoe dan ook, we staken onbevreesd de grens over. Waren we 100 jaar geleden, de beweging zou omgekeerd gemaakt worden. Eenmaal aangekomen bevonden we ons op de Reeperbahn. Plezier en jolijt alom. Hier vinden we namelijk de charmante combinatie van uitgaans- en rosse buurt. Enkelen onder ons vielen op de knieën en prevelden een schietgebedje. Dit loonde wonderwel: het bleek inderdaad de juiste locatie van onze hostel te zijn. De eerste avond gingen de eigenaars der meest droge levers op zoek naar een gelegenheid om de keel smeren. Algauw vonden we ons stamcafé voor de rest van de week: The Old Sailor. Een echt havencafé – Hamburg is een van Europa’s belangrijkste havensteden, dames en heren – met aangespoelde zeebonken aan de toog én een jukebox in de hoek. Het vaste meubilair verwelkomde ons met open armen. De barmoeder, geboren om vermoeide zeevaarders van gerstenat te voorzien, vond in ons meteen de perfecte dorstige schoonzonen. Gedurende onze driedaagse werden we hier trouwe klanten – Het Weissbier was hier dan ook spotgoedkoop, de jukebox luid en onvermoeibaar, de zeebonken nors en gewillig. Op dag twee kropen we na een royaal ontbijt op de fiets voor

KOE

wat een tocht van zo’n 40 km zou worden. De reis werd gegidst door Luk Vanmaele, die in het kader van eerdere studiereizen al verschillende keren naar Hamburg ging. Hij kende de stad – Enstchuldiging: Reeperbahn - op zijn duimpje en was een onuitputtelijke bron aan informatie en weetjes. Het tempo van de reis lag dan ook erg hoog. De fietstocht leidde ons langs de zeer zichtbare haven en langs de ‘groene long’ van Hamburg. Daarnaast zagen we wijken waar menig hipster zich als een vis in het water zou voelen. We kregen ook de kans om de lokale inheemse autobestuurder in zijn vertrouwde habitat aan het werk te zien. Lang geen uitstervend ras, zo blijkt. De derde dag werden we uit ons bed gelokt met de belofte van een ‘bustoer’ langsheen verschillende IBA-projecten (Internationale Bauausstellungen). Dat de meeste proffen om 7u reeds aan het ontbijt zaten mag niet verbazen. De meeste keten op de Reeperbahn sluiten om 6u30… De experimentele projecten van de IBA mochten ons dan wel bekoren, ons verlangen ging naar elders uit. ’s Avonds trokken we, na een gezellig etentje met proffen en assistenten, de lokale klederdracht aan om te feesten. Wie bitte? Geen Lederhosen, mevrouw! Wij stonden strakker dan een bos uien! Gretig trokken we naar onze stamkroeg en dreven de jukebox tot het uiterste. Na onze onvoorwaardelijke liefde te hebben betuigd aan de barmoeder trokken we naar huis voor een pijnlijk korte nachtrust. Der letzte Tag: Met onze haren stijf van gel en andere substanties werden we net niet weggeblazen in Hafencity, een stadsdeel van Hamburg in volle ontwikkeling. De typerende overstromingsmaatregelen, de niet onberoerd latende woonblokken en de vreemde kantjes aan de wijk waren een mooie afsluiter van de reis. Met een laatste lonkende blik naar de Reeperbahn begonnen we aan onze terugtocht. Het einde van een prille liefde die veel te kort duurde.

Reclaim the Name Emma Vanderstraeten Hiernaast kan je alles lezen over de clash tussen de masterstudtenten bouwtechniek en stadsontwerp. Deze clash was allicht maar een pussyfight, want de meest stoere masterrichting van de hele Plateau is schandelijk vergeten! We zijn het beu om telkens stiefmoederlijk behandeld te worden en als vermoord verzwegen te worden. In het beruchte crisiscentrum broedt namelijk nog een ander ras— al zou dit een stuk makkelijker gaan mocht dit niet door iedereen als containerpark voor maquettes en ander bouwgerief gebruikt worden. Ja, ik heb het wel degelijk over de master ‘Stedenbouw en Ruimtelijke Planning’ dat dit jaar met maar liefst 15 eerste masters dubbel zo sterk staat als die hoogdravende stadsontwerpers die telkens met onze naam ‘stedenbouwers’ gaan lopen. Hoog tijd om die terug op te eisen, net als onze plek in de Plateau. Pas dit jaar werd de Jokerweek ook voor ons opgesteld, waar we met veel enthousiasme aanwezig waren. De hernia van de isomo-‘stoelen’ die we levenslang meedragen nemen we er graag bij. Bedankt Bruno! Vanaf nu elk jaar? Onderstaande nederige auteur heeft haarzelf al meerdere keren moeten verantwoorden wanneer ik zeg dat ik ‘stedenbouw’ studeer. Ik werd zelfs bijna verbannen uit de Plateau toen ik ergens begin oktober durfde zeggen dat ik (nog) niet kon werken met Photoshop. (Bij deze ook bedankt aan enkele geduldige archies om me de basicskills te leren!) Autocad? Nee, nog niet geïnstalleerd en ook niet van plan dat te doen. Met handen en voeten moest ik uitleggen dat er een derde masterrichting bestaat. Ja, in hetzelfde plateaugebouw als jullie. Ja, bij dezelfde faculteit als jullie. Ja, we volgen zelfs verschillende vakken samen waar wij effectief wel in de les zitten. Wat is dan het verschil tussen stedenbouw en stadsontwerp hoor ik u nu misschien vragen? Wel, als stedenbouwer ben je geen architect en ga je dus op een andere manier om met creativiteit en met een ontwerpvraagstuk. Het gaat over bakens uitzetten waarin een stadsontwerp kan plaatsvinden. Of zoals Michiel Dehaene het filosofisch zegt: ‘kiezen of we gaan schaken of gaan dammen’. Kortom, de weg logisch vrijmaken zodat jullie zo goed mogelijke architectuur kunnen neerpoten. In elk geval, om verdere Babylonische spraakverwarringen te vermijden reclaimen we de naam ‘stedenbouw’! We zijn nu eenmaal geen architecten, dus gun ons toch die ‘stedenbouw’. Of noem ons Ruimtelijke Planning, het is mij gelijk.


RANT

Dag jongens! Hoe hebben jullie de masterkeuze gemaakt en hoe kijken jullie hier achteraf op terug? Jonas: Ik heb lang getwijfeld, maar de beslissende factor voor mij was dat ik op de schaal van het gebouw wou ontwerpen. Mijn beeld van stadsplanning was dat ik steeds isomo gebouwtjes zou moeten foamen. Het leek veel meer te gaan over een grotere schaal, wat mij minder aansprak. Bram: Spijtig genoeg blijkt het een tendens te zijn de keuze behoorlijk negatief te baseren. Je kiest eerder wat je écht niet wil. Ik weet niet of ze hier in de toekomst duidelijk iets aan kunnen doen, maar momenteel is het geen beslissing die erg gemotiveerd wordt genomen. Jonas: Ik denk dat dit vooral bij stadsontwerpers het geval is. Die hebben meestal minder voeling voor de technische vakken en dan is de logische keuze voor hen om bouwtechniek te ontwijken. Bram: Op zich wordt dat ook in de hand gewerkt door het grote aanbod keuzevakken. Je opteert dan voor een basispakket gefocust rond het specifiek atelier, en dat vul je aan met interssante vakken uit bijvoorbeeld de andere master. Wat is het meest typische beeld van de stadsontwerper of bouwtechnieker? Bram: Bouwtechniekers komen over als burgies. Jonas: …en jullie als hippies. Xander: Burgie lijkt me een beetje kort door bocht. Zo grof moeten we ook niet beginnen. Maar er kan gemakkelijker gesproken worden van een duidelijk type bouwtechnieker dan een type stadsontwerper. Jonas: De grootste alternatievelingen stappen vaak in stadsontwerp, ze zijn iets zweveriger. Bram: Iets positiever verwoord kunnen we stellen dat mensen die graag schrijven en die graag hun opleiding ruimer kiezen, sneller opteren voor stadsontwerp. Het toont ook aan waarom ¾ van dlk uit de stadsontwerp-optie komt, terwijl die meestal maar de minderheid van een jaar vertegenwoordigt. Wordt er in beide opties dan duidelijk een ander soort architect opgeleid? Tobias: Ik denk absoluut van wel. Maar voor mezelf heb ik geprobeerd dit zo breed mogelijk te houden. Zo deed ik bijvoorbeeld een keuzevak filmtheorie of esthetica. Je kan de richting nog altijd heel sterk opentrekken, zeker bij stadsontwerp naar mijn mening. Jonas: Een bouwtechnieker zal vaak vakken erbij nemen van de andere master terwijl de stadsontwerper het soms wat breder ziet en ook bij andere faculteiten gaat aankloppen. Xander: Er is wel een groot vooroordeel dat de master bouwtechniek vooral een enorm technische architect aflevert. Bram: Stadsontwerp kent die vooroordelen zeker ook. Onder studenten bestaat ook ergens de verkeerde illusie dat je met stadsontwerp geen architect meer kan worden. Dat is toch iets dat we al vaker te horen kregen. Jonas: Bouwtechniek is eerder gericht op de praktische kant, terwijl stadsontwerp heel wat theoretischer is, maar de basis blijft gelijk. De belangrijke vakken krijgen allebei de masters. De essentie om een goede architect te worden krijg je dus sowieso.

3

Tobias: Als bouwtechnieker ben je zonder twijfel technisch sterker onderlegd om snel bij een architectenbureau te beginnen, maar dit valt absoluut na je studies in te halen en zou in de praktijk weinig verschil mogen uitmaken. Xander: Grotendeels ligt het verschil tussen de twee opties eigenlijk louter in de schaal van het bouwen. Is de huidige opdeling van de masters goed? Of zou die beter herbekeken worden? Bram: De masteropleiding splitst zich duidelijk in twee opties, maar de architectuurcomponent vormt wel de essentie van beiden. Hierdoor komen ze telkens dicht bij elkaar aanleunen, wat bijvoorbeeld wordt aangetoond in de studios en Bijzondere Vraagstukken. Dit in tegenstelling tot andere opleidingen zoals Leuven, waar de architectuurcomponent in een derde volledig aparte master wordt georganiseerd. Xander: Toch vind ik dat de architectuurcomponent veel minder aanwezig is bij stadsontwerp. Een studio van Kristiaan Borret bijvoorbeeld spreekt absoluut niet meer over architectuur naar mijn mening. Stadsontwerp is heel wat theoretischer dan bouwtechniek. Tobias: Hier werken ze nu ook met de vakgroep aan. De richtingen zijn niet zo sterk uiteen te trekken. Het is niet omdat je meer in de schaal van het gebouw geïnteresseerd bent dat je niet meer over de ruimtelijke context kan nadenken. Misschien kan alles wel in één enkele afstudeerrichting gehouden worden, waarbij je je traject volledig vrij kan bepalen. Soms pak je er vakken bij die eerder stedenbouw zijn, en soms vakken die eerder bouwtechniek zijn. Ik vind het raar dat het ene atelier het andere moet uitsluiten. Bram: Dan kan er wel een probleem ontstaan wanneer je bepaalde basisvakken niet meer worden opgenomen omdat ze tot de drogere kant van de discipline horen. Maar ze zijn wel broodnodig. Aan de andere kant zou de omschakeling naar keuzevakken de vakgroep wèl extra uitdagen om een vak meer aantrekkelijk te maken en in te zetten op de essentie. Bij stadsontwerp kunnen we bijvoorbeeld niet ontkennen dat er zich een probleem voordoet. Het aantal studenten halveert jaarlijks. In die zin denk ik dat er misschien nog te weinig gerichte informatie wordt aangeboden. Xander: …en veel te laat, pas op het einde van het derde wordt er een beeld geschetst van wat de beide masters inhouden. Het vak van Jan Moens geeft dan het duidelijkste aan wat je moet verwachten van bouwtechniek, terwijl Kristiaan Borret een indicatie geeft over stadsontwerp. Mensen die op erasmus willen gaan in de master hebben hun keuze al lang moeten maken vooraleer ze deze vakken volgen. Tobias: Wat vele bachelors ook vaak niet weten is dat je nu ook een derde master hebt, die van de stedenbouw en ruimtelijke planning. Wij zitten ook vaak met hen samen en dat zijn de echte planners. Dat is nog een heel andere richting. Die mensen komen ook vaak uit een psychologische of geografische richting, wat een volledige andere insteek geeft. Stadsontwerpers zijn eerder architecten die over dergelijke grote schaal meedenken. Zijn er vakken die jullie liever wel gehad zouden hebben, of liever niet. Jonas: ik heb daar niet zo’n heel duidelijk beeld van, maar

vakken zoals GIS (Geografische Informatie Systemen) uit stadsontwerp bijvoorbeeld, dat spreekt me totaal niet aan. Bram: GIS, Instrumentarium van de Ruimtelijke Ordening en Verkeer zijn vakken die de vakgroep ook in vraag aan het stellen is, maar ze bieden op zich wel een heel handige tool voor het ontwerp. Het probleem is vooral dat je verplicht wordt om de hele theoretische achtergrond er ook bij te nemen. Sommige vakken van stadsontwerp kunnen echt samengebundeld worden in een meer direct inzetbare aanpak, wat het veel aantrekkelijker zou maken. Wat ik bijvoorbeeld ook nog altijd niet begrijp is dat er in stadsontwerp geen vak over landschapsarchitectuur wordt aangeboden. Dit wordt meestal wel in een bijzonder vraagstuk verzorgt, maar een goed ontwikkeld vak zou de kwaliteit én aantrekkingskracht van die richting bijvoorbeeld enorm kunnen verbeteren. Op zich wordt je als bachelor al met landschap geconfronteerd, maar leer je er nooit echt mee werken, terwijl het net zeer bepalend kan zijn voor een architectuurontwerp. Jonas: Bij ons zou er nog een vervolg moeten komen op ‘Bouwhuid’ en het atelier van Jan Moens. Zijn studio is eigenlijk de enige waar je echt een ontwerp maakt en volledig uitwerkt tot in de details. En dit verwacht je bij ons wel. Xander: Dit probeert de vakgroep wel deels op te vangen met Bijzondere Vraagstukken. Wat is nu eigenlijk de zwaarste master? Tobias: Daar kunnen wij niet objectief over oordelen en hangt waarschijnlijk af van semester tot semester en jaar tot jaar. Eigenlijk wordt het voornamelijk bepaald door de keuze van bijzondere vraagstukken. Welke prof zou je willen afpakken van de andere master? Bram: Ik zou Jan Moens stelen. Qua principes was hij heel duidelijk. Ik vond dat echt een van de interessantere vakken in het derde jaar ook al volg ik nu misschien stadsontwerp. Tobias: David Schmitz vind ik ook één van de beste begeleiders. Hij zit in het team van atelier bouwtechniek. Xander: Langs mijn kant kies ik dan voor Bert Gellynck. Hij heeft niet de klassieke visie en kan out of the box denken. Maar die kunnen we natuurlijk wel kiezen bij een studio, net zoals David bij die van Dirk De Meyer aansluit. Bram: Fredie Floré niet vergeten, onze enige vrouwelijke prof. Jonas: Johan Lagae natuurlijk ook, maar die kan je als bouwtechnieker gemakkelijk tegenkomen bij keuzevakken Bram: Wanneer we het nu zo bespreken valt het op dat de gekozen begeleiders en bij uitbreiding proffen ook totaal niet strikt op te splitsen zijn in de twee masters. Laat dat onze conclusie zijn: de opdeling tussen de masters is niet altijd even duidelijk. De vraag wordt gesteld of ze dan wel nog noodzakelijk is? Maar wat dan met die essentiële en onpopulaire basisvakken? De grootste nood is er misschien aan meer en snellere communicatie zodat een duidelijker beeld kan worden gevormd van de persoonlijke (en hopelijk positieve) keuze. Bij deze willen we alle 3e bachelors die er nog niet uit zijn, alvast veel succes toewensen!


KOE

STU

VER DIERE SLA ISG

4

Alsace - Lorraine Tekst & Foto’s: Jan-Hendrik Beckx & Amy Gorissen, Tekening: Maxime Pramanto

Zaterdagochtend 3/05/2014, 7u45. De derde bachelor verzamelt voor de deuren van de Plateau. 2 weken voor de eindjury’s is volgens de begeleiding van architectuurontwerp 3 het meest uitgewezen moment om een studiereis van 3 dagen in te plannen. Een weekend waarin alle stress omtrent de naderende deadlines noodgedwongen ‘on hold’ wordt gezet. De bestemming was Alsace – Lorraine, een streek in het noordoosten van Frankrijk. Tijd om ons volledig onder te dompelen in de wondere wereld van de Franse architectuurmeesters. Als eerste halte stopten we in het kleine dorpje Vantoux, om er l’école maternelle van Jean Prouvé te bezichtigen. Ons bezoek werd ingeleid door de directrice van het kleine schooltje, dat ondertussen in een wat bouwvallige staat verkeert. Voor de gelegenheid had de Française duidelijk alle sleuteldata van Prouvé’s leven vanbuiten geleerd (bijgevolg waren toch een aantal stress symptomen zichtbaar). Alsof het aanschouwen van het prachtige schooltje niet genoeg verwennerij was, werd de hele groep—ten grote verrassing en lijnrecht tegen het strikte tijdsschema van Dirk de Meester in—op een heuse receptie getrakteerd (inclusief verrukkelijke zoute koekskes). Voor ons volgende bezoek leidde onze hoofdgids Dirk de Meester de buschauffeur naar een obscuur bedrijventerrein, op zoek naar een kantoorgebouwtje van Prouvé. Doordat na een paar rondjes doorheen het gebied de enige bezienswaardigheid een aantal plaatselijke jongeren die onder een brug een lokaal handeltje aan het opstarten waren, werd de zoektocht naar het gebouw opgegeven en reden we door naar het hotel. Na een—voor sommigen—wel zeer korte nacht, waarin de opmerkelijke hoeveelheid aan Irish pub’s werd bewonderd, vertrokken we richting Ronchamp. Ons bezoek hier behoeft ongetwijfeld weinig duiding, daar la Chapelle Notre-Dame du Haut van Le Corbusier hoe dan ook in de lessen ontwerpleer 1 uitvoerig de revue gepasseerd is en later nog eens in Architectuurgeschiedenis 2 op uw netvlies wordt gebrand. Ons volgende bezoek was opmerkelijker: l’Usine Claude et Duval in Saint Dié, een fabrieksgebouw van Le Corbusier. Dit bezoek was memorabel op verschillende niveau’s. Allereerst was dit fantastische gebouw echt een verstopte parel in het oeuvre van Le Corbusier. Doorheen iedere deur viel menig mond open van verbazing. Niet enkel door de fantastische architectuur, maar ook door de ongelofelijke authenticiteit van de manier van werken in de fabriek. De verbazing werd nog eens versterkt bij de ontdekking van de kledingmerken die er geproduceerd worden: Chanel, Dior, Yves Saint Laurent, Louis Vuitton, Hermes,… bijgevolg durfde de aandacht voor het gebouw bij menig vrouwelijk student wel eens weg te vallen. Het programma van de laatste dag beloofde opnieuw een scala architectuurtoppers. Na een kort bezoek aan de wel zeer monumentale betonnen kerk met immens hoge toren Eglise Sainte Thérèse en de minstens even monumentale kathedraal van Metz reden we door naar Centre Pompidou-Metz. Wat het hoogtepunt van de voormiddag had moeten zijn, viel nogal slecht op de maag. Na een geweldige structuur zag je de vreselijk lompe doos waarover het geplakt is en alle magie was verloren. Het bezoek aan Unité d’Habitation in Briey-en-Forêt in de namiddag vormde een waardige afsluiter voor de reis. Ook dit ‘meesterlijk concept’ van Le Corbusier kwam al uitvoerig voor in Ontwerpleer 1 en Architectuurgeschiedenis 2. Jammer genoeg is het robuuste karakter, zoals bedoeld door Le Corbusier, in deze versie volkomen teniet gedaan: zeer ‘clean’ overschilderde betonnen pilotis en slechts 1 gang is min of meer authentiek gebleven qua materialisatie. Wat wel overeind bleef was de ruimtelijkheid van de units. Met of zonder mezzanine, van oost naar west of enkel zuidgericht, Le Corbusier doet zijn naam als waar virtuoos nog steeds alle eer aan.


RANT

5 HUI SFO TOG RAF IE

Losgelaten bij VensVanbelle Arne Vande Capelle & Lisa Janssens

Project Gewad van atelier VansVanbelle beslaat een collectief woonprogramma te midden van Gent. Vier woningen en het architectuurbureau werden er geschakeld rond, door, boven, onder, achter en ook een beetje op de ruime patio. Hier wordt menig mens verleid door een gigantische schuine spiegel die elk beetje zonlicht van heinde en verre lijkt te grijpen en kwistig rondstrooit richting een heel aantal fietsen en ook een gigantische motor ver beneden. Alle woningen hebben tevens hun voordeur aan een trap die zich omhoog slingert langs deze binnengevel. Veel minder hoge muren langs de binnenkoer die zich niet direct blootgeeft . Wel is hier de achtergevel van het oorspronkelijke gebouw te vinden, die staat los als een extra scherm tussen het architectuurbureau en de woningen. Hier zijn dan ook barbecues en badkuipen - wacht, wat?- te vinden. En kan er duchtig meegeluisterd worden met de telefonerende buurman. Ideaal dus om even de jurystress te vergeten


6

KOE

Koerant-Bingo Jury-editie 2014®

BIN

GO!

Als we even rondkijken kunnen we de bevolking van de Plateau dezer dagen grosso modo in 2 groepen onderverdelen. Aan de ene kant zij die vol stress zitten te wachten op een jury die reeds om en nabij de 45 minuten achterloopt op schema, aan de andere kant zij die na 3 dagelijks aanbevolen hoeveelheden koffie nog steeds deel van deze jury uitmaken. Zowel tegen de zenuwen van de gejureerde als de verveling van de jurerende bestaat er thans een efficiënte remedie: KOERANT-BINGO, Jury-editie 2014®. De spelregels zijn evident: Verspreid de speelkaarten onder studenten en/of juryleden. • Doorstreep alle architecturale eufimismen, stokpaardjes van juryleden en clichématige zinsnedes van een presenterende student die zich op jouw kaart bevinden. • Doorstreep een hele kaart en win door als eerste de jury schaamteloos te onderbreken met de kreet ‘BINGO’, bij voorkeur in licht overslaande stem. Lesgever, onderbreek uw eindeloze dag van schijnbare interesse in middelmatig studentenwerk. Student, zelfs de meest rampzalige presentatie wordt ruimschoots gecompenseerd door het plezier dat dit spel met zich meebrengt. Veel speelplezier en succes!

B

I

N

G

O

B

I

N

G

O

modern

vide

volume

structuur

binnenklimaat

context

...zone

muurdikte

shortcut

kern

aansluiting

samenhang

textuur

identiteit

portiek

kwalitatief

verticale circulatie

naar de gebruiker toe

lijnenspel

korrel

paviljoen

stedenbouwkundig

binnen-buiten

schakeling

typologie

open

gevelopening

footprint

inplanting

karakter

binnen-buiten

interieur

technische ruimte

het was de bedoeling om ...

groen

sfeer

module

dimensie

dynamisch

onderzocht

B

I

B

I

N

G

O

buitenruimte

gelaagdheid

monumentaal

ritmering

schaal

visuele relatie

problematisch

polyvalent

flexibel

split-level

symmetrisch

analyse

verhouding

vormentaal

project

Ik heb geprobeerd om ...

vernaculair

semi-publiek

interessant

dubbelhoog

complexiteit

een soort van ...

aspect

concept

klassiek

de as

inkijk

buffer

figuur

raster/grid

privaat

lichtinval

pilotis

pivotdeur

ontwerpintentie

referentie

materialiteit

ruimtelijk

verplaatsbare wand

organisatie

N G O


RANT

tentoonstelling: BULK

/ WERK

30 06 05 07

Lopende tentoonstellingen:

tot 25/05/14 Gemeente Elsene architectuurprijs, Civa, Brussel tot 25/05/14 ZOOM – De stad van morgen, DE Kappersschool, Antwerpen bulk [de] 1 onverpakte lading in bulk als stortgoed 2 het grootste deel hoop werk [het] 1 het werken, het verrichten van een taak arbeid; 2 betrekking, bron van inkomsten 3 wat gedaan moet worden 4 werkstuk, voortbrengsel van arbeid of kunst oeuvre, opus 5 mechanisme, bewegend deel van een toestel loopwerk

bulk / werk maquettes + beelden + teksten studentenwerk van 2013-14 in de Hongaarse Zaal & Majolicazaal 30.06.2014 – 05.07.2014 vernissage & finissage

beeldreferentie: Sir Denys Louis Lasdun, ‘Models in Dialogue’, ca. 1965 (foto: Arnold Behr)

biënnale: FUNDAMENTALS

07 06 23 11

AGENDA

tot 01/06/14 Breuckland, Campusbibliotheek Arenberg, Leuven tot 01/06/14 Maniera toont meubels van Office Kersten Geers David Van Severen en Anne Holtorp, Maniera, Brussel tot 07/06/14 Pasticcio, Continuïteit in de Europese architectuur, deSingel, Antwerpen tot 15/06/14 Tentoonstelling Nieuwe Nuchterheid, C-Mine, Genk tot 15/06/14 Mobilia. 100 jaar design door Belgische architecten, Atomium, Brussel tot 17/06/14 RE:Work Brussel: Ruimte voor industrie, logistiek en groothandel in de stad, deSingel, Antwerpen tot 21/06/14 EXPO/ Heilige Huisjes – Hergebruik, architectuur en geloven in Nieuw West, Van Eesterenmuseum, Amsterdam tot 28/06/14 Uitreiking Provinciale Architectuurprijs 2013 OostVlaanderen, NTGent, Provinciehuis en Openbare Bibliotheek, Gent

c-mine: NIEUWE

08 05 15 06

NUCHTERHEID

Met de tentoonstelling ‘Nieuwe Nuchterheid, een confrontatie met het wonen’ brengt Architectuurwijzer vijf representatieve projecten met een bijzondere aandacht voor context, ambacht en maakbaarheid samen. De tentoonstelling focust op woningen van jonge architecten in Vlaanderen. De hernieuwde aandacht voor een architectuur vrij van modegrillen en spektakel, wordt getoond in relatie tot het alledaagse wonen. De tentoonstelling is uniek en origineel omwille van de keuze voor het medium film—van de hand van internationaal gernommeerde documentairemaakster Lotte Knaepen—in combinatie met maquettes. Architectuurcriticus Wim van den Bergh verzorgt de tekstuele omkadering van het project. Vijf opvallend onopvallende woningen worden via afzonderlijk opgestelde filmprojecties tentoongesteld. De combinatie van deze vijf geeft een divers beeld van ‘Nieuwe Nuchterheid’ als een hernieuwde tendens in Vlaanderen. 1/ nieuwbouwwoning in Heuvelland / ae architecten 2/ nieuwbouwwoning in Asse / BLAF architecten 3/ nieuwbouwwoning in Lubbeek / Broekx-Schiepers architecten 4/ nieuwbouwwoning in Lanklaar / De Gouden Liniaal 5/ verbouwing in St-Gillis-Waas / Dagkant Architecten

programma: DE

LOEIENDE KOE coming soon:

tot 31/12/14 De wijk van de kinderen, CIVA, Brussel

De veertiende Architectuurbiënnale van Venetië heeft als titel ‘Fundamentals’. Rem Koolhaas is curator van de manifestatie, waar de ontwikkeling van een globale architectuurstijl vanaf 1914 centraal staat. Dit jaar vertegenwoordigt Wallonië België op de internationale architectuurbiënnale van Venetië. Met het project ‘Interiors. Notes and figures’ focussen de curators zich op het interieur. Het concept van het interieur is fundamenteel voor het architectuuraal ontwerp. Maar er zijn weinig studies die het als een apart onderzoeksveld benaderen. Achter de permanente gevels worden allerlei transformaties en aanpassingen uitgevoerd. Vanuit dit perspectief biedt een studie van onze interieurs waardevolle informatie over de nieuwe uitdagingen in de architectuurpraktijk.

tot 28/08/14 Urban by Nature – Internationale Architectuurbiënnale Rotterdam 2014, Binnenkort: 05/06/14 Rondleiding/Achter de schermen van het Antwerpse Justitiepaleis, Antwerpen 07/06/14 tot 23/11/14 Biënnale van Venetië. Interiors. Notes and figures 27/06/14 Lezing Studio Weave architecten (GB), Budafabriek, Kortrijk 27/06/14 Barbecue De loeiende koe, locatie nog niet bekend

BARBEKOE

Colofon Eindredactie & Layout Thomas Cantraine, Peter Kemme, Bram Vandemoortel & Marrije Vanden Eynde Samenstelling Leendert De Vos, Peter Kemme, Alba Tavares Vanhoutte, Bram Vandemoortel, Emma Vanderstraeten & Marrije Vanden Eynde Grafisch ontwerp Charles De Muynck, Jana Vandepoele & Veerle Van Lysebettens >>dlkmagazine@gmail.com <<

7



Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.