De Linkse Socialist 380 - december 18 / januari 19

Page 1

België - Belgique Hovenierstraat 45, 1080 Molenbeek BC 4383 P2A6269

strijd

solidariteit

socialisme

maandblad van de L i n k s e S o c i a l i s t i s c h e Pa r t i j  nr 380  dec. 2018 / jan. 2019

€2

€5 steunprijs

Afgiftekantoor 1081 Brussel 8 Ver. uitg. G. Cool, Hovenierstraat 45, 1080 Molenbeek

Onze strijd ernstig organiseren E

en eeuw geleden zei Eugene Debs, een Amerikaanse socialist die toen heel bekend was: “Ik verzet me tegen een sociale orde die toelaat dat een mens door niets nuttig te doen een fortuin van miljoenen dollars verzamelt, terwijl miljoenen vrouwen en mannen elke dag hard werken en amper genoeg hebben om een ellendig bestaan te leiden.” Die woorden zijn ook vandaag voor velen herkenbaar. door

K arim Brikci, delegee ACOD-LRB Brussel

De afgelopen maanden stond er elke dag wel een onderzoek, cijfer of een artikel in de krant die duidelijk maakt wat het establishment tevergeefs probeert te verbergen: er is een explosie van sociale ongelijkheid en armoede voor een groeiend deel van de bevolking. Een studie van Eurostat uit oktober gaf aan dat meer dan 20% van de Belgische bevolking, bijna 2,3 miljoen mensen, met armoede of sociale uitsluiting bedreigd is. Het volstaat om buiten te komen of om met collega’s te praten om te beseffen dat niemand nog veilig is voor deze situatie die onhoudbaar wordt. Deze realiteit weerhoudt de werkgevers van het Verbond van Belgische Ondernemingen (VBO) er echter niet van om te blijven klagen over de moeilijkheden die de Belgische bedrijven kennen. Wat een lef hebben ze! In juli 2018 kende de Bel20, de index van de 20 grootste beursgenoteerde bedrijven in ons land, een van de beste maanden ooit. De zakenkrant L’Echo, de Franstalige tegenhanger van De Tijd, merkte op: “De huidige economische voorspellingen gaan uit van een groei van 2,3% in Europa dit jaar. Dit moet zich moeiteloos vertalen in een groei van de bedrijfswinsten met 10% in 2018 en wellicht 8% in 2019.” Voor deze werkgevers is het uitgesloten dat de grotere winsten zouden gebruikt worden om de lonen op te trekken. De terechte eis van loonsverhogingen door de werkenden en hun organisaties wordt door de werkgevers en de gevestigde politici afgedaan als demagogie. Alsof het voor hen nog niet volstaat dat ze op onze kap rijk worden, voeren de werkgevers elke dag op onze werkplaatsen een agressieve campagne om de productiviteit op te drijven. Dit leidt tot een algemene verslechtering van onze arbeidsvoorwaarden en een constante druk, die compleet onhoudbaar

geworden is. Een werknemer uit de publieke sector in Brussel legde het haarfijn uit tijdens de staking voor loonsverhogingen op 8 november: “Als er gesproken wordt over ‘productiviteit’ en over te hoge werkdruk, denken velen aan werknemers uit de privé waar de werkgevers steeds meer inspanningen eisen zodat ze minder lonen moeten betalen om meer winsten te realiseren. Maar hetzelfde zien we bij ons in de openbare diensten. Daar eisen de verantwoordelijken ook dat er steeds meer gebeurt met minder personeel, in sommige gevallen met uurroosters die niet combineerbaar zijn met een gezinsleven, een druk die soms erg hoog is en wangedrag, chantage, directe of indirecte bedreigingen zodat de werkenden niet durven reageren. Kortom: slechter wordende arbeidsvoorwaarden, meer burn-outs, mensen die ziek vallen, … met een destabilisatie van en binnen de diensten. Personeelsleden verliezen hierdoor het vertrouwen in zichzelf, maar ook in hun collega’s.” We moeten dit niet aanvaarden. We stellen deze situatie elke dag vast op onze werkplaats. We doen daarmee elke dag aan politiek zonder dat we ons daar noodzakelijk bewust van zijn. We hebben vaak ten onrechte het gevoel dat we alleen staan en dat ‘de anderen’ niet bereid zijn om er iets aan te doen. We moeten daarmee breken. We moeten uit ons isolement treden en vertrouwen hebben in onszelf en onze collectieve kracht. Laten we een voorbeeld nemen aan de moedige acties van de bagagisten, het postpersoneel en verschillende andere groepen werkenden. We staan immers niet alleen. We zijn met velen die er genoeg van hebben! Omdat we net als Eugene Debs deze sociale orde verwerpen, moeten we ons organiseren!

Links na 14/10 Nu bouwen aan een breed front van sociaal verzet

IPA Voor meer loon en minstens 14 euro per uur!

gele hesjes Genoeg van dit beleid voor de rijken en de grote bedrijven

2-3

4

7

w w w. s o c i a l i s m e . b e


2

onze mening

Lokale verkiezingen toonden wat er in mei 2019 nodig is:

de

Linkse Socialist

EDITO door

Eric Byl

Nu bouwen aan breed front van sociaal verzet!

D

e verkiezingen van 14 oktober en hun nasleep bevatten enkele belangrijke waarschuwingen en lessen voor de arbeidersbeweging. Eerst en vooral dat de regering wel degelijk verslagen kan worden. Verder dat dit niet zal gebeuren door sociale actie uit te stellen tot na de volgende verkiezingen. Voorts dat het een illusie is om de regering weg te krijgen door een stem op de sociaaldemocratie en de groenen. Tenslotte dat de beste kans om na mei 2019 niet opnieuw met een rechtse regering opgescheept te zitten, erin bestaat om sociale strijd te koppelen aan een stap naar politieke vertegenwoordiging van de arbeidersbeweging door een kritische stem voor PVDA/PTB.

Regeringsmythes doorprikt

Als de uitslag voor de provincieraden zich ook op 19 mei herhaalt, is de federale regering haar ruime meerderheid van 85 zetels volledig kwijt en valt ze terug op 73, waar er 76 nodig zijn. Dat komt onder andere doordat enkele hardnekkige mythes van de regering in aanloop naar de verkiezingen doorprikt werden. Spijts de beloftes stevenen we door de liberalisering af op een tekort aan energiebevoorrading. De ‘humane maar kordate’ asielpolitiek van Francken bleek een knoeiboel. Het bruine kantje van de N-VA dook weer op met Schild & Vrienden. Onze koopkracht is niet gestegen, maar wel degelijk gedaald en ons land bengelt aan de staart van het Europese peloton inzake jobcreatie. Spijts alle inleveringen is het begrotingstekort zo groot als bij de aanvang van de regering en ons land zakt verder weg in de rangschikking van meest competitieve economieën. Maar vooral: de vakbondsacties plaatsten steeds weer de sociale afbraak op de voorgrond. Sociale actie uitstellen tot na de verkiezingen zou een catastrofale vergissing zijn. De uitslag op 14 oktober leert ons integendeel dat het de regering verhindert de aandacht af te leiden naar haar bevoorrechte thema’s: migratie, veiligheid en identiteit. Als de regering haar meerderheid kwijtspeelt, zou ze er de CDH met

7 zetels kunnen bijnemen, maar dat zou een ‘coalition of losers’ zijn, van vijf partijen die allen de verkiezingen verloren. De Wever begrijpt dat dit een zwaktebod is; vandaar zijn plotse afkeer van strijd tussen links en rechts en de opening naar Groen. Als Groen zou toehappen, zou er toch één winnaar tussen zitten, maar het pakte niet en de N-VA zag zich in Antwerpen verplicht beroep te doen op een andere loser: SP.a. Dat

Als de vakbondsleiders onder elkaar blijven kibbelen over hoe ze vooral niets gaan doen, dan zal hun aanwezigheid uiteindelijk niet langer als een troef, maar als een nadeel voor efficiënte strijd gezien worden. De beweging van de gele hesjes in Frankrijk en in mindere mate in Wallonië zou een waarschuwing moeten zijn.

die daar bovendien op ingaat, is een waarschuwing voor al wie dacht rechts tegen te houden door in mei 2019 voor de sociaaldemocratie te stemmen. Ook in Wallonië en Brussel verkiest de sociaaldemocratie niet de progressieve meerderheden waarvoor het ABVV al maanden pleit, maar coalities met de club van N-VAmarionet Michel. Zijn Groen en Ecolo een geschikt alternatief? In Antwerpen stuurt Groen De Wever wandelen, maar dat is vooral symboliek want elders zitten N-VA en Groen samen in talloze meerderheden. In Brussel en Wallonië heeft Ecolo evenmin bezwaren tegen coalities met de MR. Wie biedt een sociaal antwoord?

Het is hoog tijd dat de vakbondsleiders ermee stoppen ons illusies te verkopen. De uitslagen van CD&V en CDH bewijzen dat de achterban niet gelooft dat zij voor een ander, socialer beleid, zullen zorgen. Hoeveel kleur moet de CDH nog bekennen nadat ze de Waalse regering ten val bracht om een rechtse coalitie te vormen? CD&V’ers mogen van “tjeef” nog zoveel een geuzennaam maken als ze willen, dat het staat voor hypocrisie en misleiding bewijst hun partij dag in dag uit. Dat de SP.a De Wever in Antwerpen depanneert en de PS een middenvinger opsteekt naar het ABVV wanneer dat voor progressieve coalities pleit, zegt toch genoeg. Als de vakbonden geen politieke partner meer hebben, dan is dat voor een groot deel aan de vakbondsleiders gelegen. In plaats van te hopen dat de kiezer afrekent met het rechts beleid, zouden die er beter aan doen het terechte verzet tegen onmenselijke arbeidscondities, extreme flexibiliteit en lage lonen ernstig te organiseren. Als de vakbondsleiders onder elkaar blijven kibbelen over hoe ze

“Het besparingsbeleid is schadelijk voor de gezondheid van de werkenden.” Foto: Liesbeth

vooral niets gaan doen, dan zal hun aanwezigheid uiteindelijk niet langer als een troef, maar als een nadeel voor efficiënte strijd gezien worden. De beweging van de gele hesjes in Frankrijk en in mindere mate in Wallonië zou een waarschuwing moeten zijn. De enige stem op 14 mei die er met zekerheid een is tegen een verderzetting van het rechtse afbraakbeleid is er een voor de PVDA. Die partij zou echter pro-actiever tewerk moeten gaan. In plaats van af te wachten, zou ze beter zo snel mogelijk alle linkse bondgenoten, zowel politiek als in de vakbonden en in andere sociale bewegingen contacteren om de regering

van de miljonairstaks voor te bereiden met gemeenschappelijke massameetings in alle centrumsteden van het land begin 2019. Deze meetings mogen zich niet beperken tot een aanklacht, maar moeten ook een sociaal urgentieplan bespreken dat concreet maakt welke breuk met het rechtse af braakbeleid nodig is en wat een linkse regering minimaal zou moeten realiseren zoals een minimumloon van 14 euro per uur, een arbeidsduurverkorting tot 30 uur zonder loonverlies, etc. De PVDA moet ook meer openheid tonen door alle linkse oppositiekrachten in de maatschappij te betrekken in één groot sociaal front van verzet.

Zelzate: voor rechts is elk weg van besparen onaan Links bestuursakkoord: stap vooruit, maar ook gemiste kansen

N

a vier weken onderhandelen kwam er een bestuursakkoord tussen SP.a en PVDA in Zelzate. VOKA reageerde furieus en riep op tot een boycot van het bestuur. De voorzitters van N-VA, Open Vld en CD&V haalden uit naar de ‘onverantwoorde’ opstelling van SP.a. De Wever gaf zelfs een nieuwe invulling aan het ‘cordon sanitaire’ toen hij zei dat dit in Zelzate doorbroken was. Veel linkse kiezers daarentegen onthaalden het akkoord als een welgekomen linkse hoop.

door

Fabian

In het akkoord staan sympathieke maatregelen die erg welkom zijn voor de Zelzatenaren: er zullen geen afsluitingen van elektriciteit of water plaatsvinden in de gemeente, er komen zonnepanelen op gemeentegebouwen, er komt een halftijdse cultuurmedewerker en een extra opbouwwerker, het budget om de voetpaden te herstellen gaat met 50% omhoog, er komt gratis busvervoer voor minder mobielen, de zelfstandigen en kleine bedrijven zullen minder belastingen betalen, enkele grote bedrijven meer, de huisvuilbelasting zal uitdoven en de 100.000 euro die op het bestuur zelf wordt bespaard gaat naar armoedebestrijding. Andere maatregelen ‘worden onderzocht’, lees: er zijn wellicht geen middelen voor. “Een ‘systeemswitch’ zoals de PTB in Molenbeek of Luik voor ogen had, staat in Zelzate voorlopig niet op stapel,” schreef De Standaard. Waarom reageren de klassieke partijen dan zo furieus? Zelfs al zijn de maatregelen beperkt, het beleid zet een kleine stap in de ‘andere’ richting en net daarom wordt het bestreden.

te nemen, werd een programma opgebouwd rond eisen als gratis openbaar vervoer, het bouwen van een aanzienlijk aantal sociale woningen, projecten van arbeidsduurvermindering, … In Zelzate was daar echter geen sprake van. Het zou de indruk kunnen wekken dat je op gemeentelijk vlak geen instrumenten hebt om daar iets aan te doen. Het is niet evident om als consequent linkse partij vandaag in het beleid te stappen. De hogere overheden hebben de steden en gemeenten op water en brood gezet. Daarnaast maken de Europese regels een publiek investeringsprogramma bijna onmogelijk. Het vertrekpunt van de PVDA in Zelzate is het formele kader waarbinnen aan politiek mag gedaan worden. De budgettaire beperkingen worden nageleefd. De druk van VOKA en de klassieke partijen heeft onder meer als doel om deze houding van de PVDA te verzekeren. Maar dat volstaat niet voor VOKA en haar politieke handlangers: ze zullen er alles aan doen om elke progressieve verandering in Zelzate te doen mislukken.

Was dit het best haalbare?

Confrontatie komt er sowieso

Er zijn 450 werklozen in Zelzate, een jongerenwerkloosheid van 19%. Er staan meer dan 300 gezinnen op de wachtlijst voor een sociale woning. Er zijn slechts 23 kinderopvangplaatsen per 100 kinderen van 0 tot 2 jaar. Rond deze problematieken merken we niets op in het bestuursakkoord. Waar de PVDA geen ambitie had om aan het beleid deel

De benadering die wij verdedigen, is om te vertrekken van de noden en aan de hand daarvan een programma op te stellen. Dat zou in een gemeente als Zelzate onder meer de bouw van enkele honderden sociale woningen omvatten of de invoering van gratis openbaar vervoer. Het invoeren van een arbeidsduurvermindering tot 30 uur per week, zonder


binnenland

www.socialisme.be december 2018 - januari 2019

3

Waarom is het in Wallonië en Brussel niet tot progressieve coalities gekomen?

O

ndanks de belangrijke campagne van het Waalse ABVV voor “linkse coalities waar deze mogelijk zijn,” zijn alle onderhandelingen voor gemeentelijke coalities tussen PS en PTB op de klippen gelopen. De vakbond verzette zich tegen coalities van PS en MR door te pleiten voor “progressieve meerderheden” van PS, PTB en Ecolo tegenover het besparingsbeleid van de rechtse regering. door

Boris (Brussel)

Slecht toneel van de PS in Luik en Charleroi

Willy Demeyer, de PS-burgemeester van Luik, gaat in zee met de MR en maakte een einde aan de gesprekken met de PTB. Hij zei: “De PTB was niet in staat om de haalbaarheid en de financiering van haar voorstellen aan te tonen. De oplossingen bestonden hierdoor uit meer schulden, massale belastingen en een opstand tegenover andere beleidsniveaus.” Hetzelfde argument viel bij Paul Magnette in Charleroi te horen: het programma van de PTB zou van elke inwoner van Charleroi 2.000 euro extra taksen ver-

lke stap nvaardbaar loonverlies en met bijkomende aanwervingen, voor het gemeentepersoneel, zou steun krijgen van alle strijdbare syndicalisten in het land. Er kan voorgesteld worden om met de gemeente actief in te gaan tegen seksisme en dit te concretiseren door voldoende kinderopvangplaatsen te voorzien en een gratis warme schoolmaaltijd voor elk kind. Het belangrijkste argument tegen een dergelijke benadering is de onbetaalbaarheid ervan. Onze noden zijn nooit betaalbaar als het van de werkgevers en hun politici afhangt. Maar er moet effectief gezocht worden naar instrumenten om dit beleid te realiseren. Een lokale taxshift kan een rol spelen, maar er zal ook mobilisatie van de lokale bevolking nodig zijn om meer middelen af te dwingen van de hogere overheden. In zo’n strijd zouden het progressieve bestuur en de bevolking van Zelzate de actieve steun krijgen van werkenden uit heel het land. Het zou een model zijn van strijdbaarheid om offensieve eisen te realiseren, en niet zozeer het model van bescheiden kleine stapjes dat nu in de steigers staat. De wijkraden waarvan sprake in het bestuursakkoord zouden de ideale plaatsen zijn om de bevolking mee te betrekken in dit offensieve verhaal. Elke stap weg van het besparingsbeleid is onaanvaardbaar voor de kapitalisten en hun politieke marionetten. Vanuit die hoek komt er sowieso een confrontatie. Daar kunnen we ons best op voorbereiden. Waarom niet beginnen met een manifestatie op de dag dat het nieuwe gemeentebestuur wordt ingezworen? Om de actieve steun in Zelzate en de solidariteit in de rest van het land te organiseren, zal een offensief socialistisch programma nodig zijn. Dat sluit aan bij de concrete noden rond (kinder)armoede, werkloosheid, betaalbare huisvesting, werkbaar werk en andere sociale kwesties.

eisen. Op hetzelfde ogenblik voerde Magnette de echte onderhandelingen met Ecolo. In Luik en Charleroi voerde de PS een slecht toneel op om de PTB te dumpen. De onderhandelingen hadden niet als doel om een akkoord te sluiten, maar om aan te tonen dat de PTB niet in staat is “om haar verantwoordelijkheid te nemen” en om te bewijzen dat het programma van de PTB “onbetaalbaar” is. Deze georkestreerde campagne van de PS heeft als doel om een stem voor de PTB in mei 2019 als ‘verloren’ voor te stellen. De PS doet hiermee het werk van rechts bij de verdediging van TINA: ‘There is No Alternative’ op het besparingsbeleid. En in Molenbeek?

Was dit ook het geval in Molenbeek of in andere gemeenten waar de PTB noodzakelijk was om de MR naar de oppositie te verwijzen? We hebben daar onze twijfels over, zelfs indien achteraf elke partij stelde dat de andere niet tot een akkoord wilde komen. Jammer genoeg trok de PTB in Molenbeek de stekker uit de gesprekken nadat Ecolo was vertrokken. Het leek alsof het vooral ging om de verdeling van de schepenposten. Dat is een fout: het discussiepunt moest het programma zijn. Catherine Moureaux beweert dat ze geen enkel punt uit de onderhandelingsnota van de PTB heeft afgewezen. Los van die discussie is het duidelijk dat de PTB geen onderhandelingsnota had waarin de lat te hoog lag. Er was een programma van 5,3 miljoen euro uitgaven en bijkomende inkomsten voorzien: 1.000 sociale woningen op zes jaar (terwijl er 17.000 gezinnen op de wachtlijst staan), een gratis schoolkit bij de start van het schooljaar, opnieuw gratis naschoolse kinderopvang (de vorige coalitie van MR, CDH en Ecolo had dit betalend gemaakt), de aanwerving van 20 personeelsleden in de gemeentelijke scholen en een sportof cultuurcheque voor adolescenten. Dit alles zou betaald worden door de lonen van de schepenen te beperken tot 6.000 euro bruto, het schrappen van een schepenpost en de verhoging van een reeks taksen, niet op alle in-

woners van Molenbeek maar op kantoorruimtes, GSM-masten, reclame, zelfscankassa’s van supermarkten, leegstaande woningen, braakliggende terreinen, de oppervlakte en parkings van grote winkels en bedrijven. De val van onderhandelingen in achterkamers vermijden

De PTB had vergaderingen kunnen organiseren waarop de bewoners en personeelsleden van de gemeente uitgenodigd werden. Daar had de discussie kunnen gevoerd worden over wat een sociaal noodplan in Molenbeek moet inhouden. Het had ook een goede manier geweest om zich niet te laten opsluiten in een agenda van geheime onderhandelingen en om een actieve mobilisatie rond het sociaal noodplan voor te bereiden, een noodzakelijke stap om een gunstige krachtsverhouding op te bouwen. Het gemeenschappelijk vakbondsfront heeft in Brussel een actieplan voor het personeel van de gemeenten, OCMW’s en publieke ziekenhuizen. Daarmee eist het een loonsverhoging van 10%, arbeidsduurvermindering met behoud van loon en bijkomende aanwervingen, een campagne van statutaire benoemingen, … Deze eisen zullen aan elk nieuw gemeentebestuur voorgelegd worden. Ze hadden een nuttige basis kunnen vormen voor gelijk welke onderhandeling over een progressief gemeentebestuur. De PS verklaarde voorstander te zijn van een vierdagenwerkweek en een verhoging van het minimumloon tot 14 euro per uur. Op 8 november passeerde een betoging van het Brussels vakbondsfront langs de kantoren van de PS, waar Laurette Onkelinx naar buiten kwam en verklaarde de looneisen van de vakbonden te steunen. De PS dwingen om deze beloften te concretiseren in Molenbeek, had duidelijk kunnen maken hoe de PTB voor het verschil zorgt. Het zou niet volstaan om alle sociale problemen aan te pakken, maar het zou enthousiasme in de arbeidersbeweging creëren over de mogelijkheid van een breuk met het besparingsbeleid van de regering-Michel in de verkiezingen van mei. Als de PS niet bereid was om dit op lokaal vlak te concretiseren, was eens te meer duidelijk gemaakt dat het om holle beloften gaat. Een front van rebelse gemeenten

In de gemeenten en op alle andere machtsniveaus is er een nooit geziene desinvestering. Dit zorgt overal voor tekorten: in de sociale huisvesting, kinderopvang, scholen, … Molenbeek

Dirk De Block, kopstuk van de PTB in Molenbeek. Foto: Jean-Marie

Een betoging van Brussels gemeentepersoneel passeerde op 8 november langs het PS-hoofdkwartier. Laurette Onkelinx kwam naar buiten om haar steun aan de betogers te betuigen. In de lokale bestuursakkoorden die de PS sloot, is daar nochtans niet veel van terug te vinden... Foto: socialisme.be

Jammer genoeg kwam de “opstand tegen andere beleidsniveaus” uit de onderhandelingsnota van de PTB in Charleroi niet aan bod bij de onderhandelingen in Molenbeek of Zelzate. Is het omdat er daar echt geprobeerd werd om tot een akkoord te komen? Links mag zich niet beperken tot enkele welkome maatregelen in de marge, het moet gaan voor echte verandering.

is de voorbije jaren bijzonder hard geraakt. De gemeente werd onder financiële voogdij van het Brussels Gewest geplaatst dat een drastisch besparingsbeleid oplegde. Er kwam geen enkele nieuwe job bij en wie vertrok, op pensioen of voor andere redenen, werd niet vervangen. Het Brussels Gewest trad tegenover de gemeente

Molenbeek op zoals de Europese Unie dit tegenover het Griekse volk deed. Er is nood aan een massale publieke investering. Dat vereist het stopzetten van de transfer van publieke middelen naar de winsten van de bedrijven en naar de superrijken. De fiscale middelen van de gemeenten zijn beperkt. Op lokaal vlak moet het financieel keurslijf doorbroken worden. Daartoe is er nood aan een front van rebelse gemeenten tegenover de hogere overheden. Dat is hoe we ons strijdprogramma met Gauches Communes in Sint-Gillis opgebouwd hadden. De PTB nam deze benadering niet op, terwijl het noodzakelijk is om de bevolking voor te bereiden op de onvermijdelijke aanvallen na de gemeenteraadsverkiezingen. In de onderhandelingsnota van de PTB in Charleroi stonden heel wat maatregelen die gelijklopen met de voorstellen in Molenbeek, maar aangepast aan de situatie in Charleroi. Het is positief dat er in deze nota ook elementen stonden die ingaan tegen het besparingstraject dat door hogere overheden aan de gemeenten wordt opgelegd. De PTB stelde dat een progressieve meerderheid in Charleroi het voortouw kon nemen van een reeks steden en gemeenten die samen opkomen voor een verhoging met 15% van de toelagen van het Waals Gewest aan de gemeenten. Dat is het startpunt van rebelse linkse meerderheden die ingaan tegen het financiële keurslijf door te bouwen aan een krachtsverhouding. Jammer genoeg kwam deze “opstand tegen andere beleidsniveaus” niet aan bod bij de onderhandelingen in Molenbeek of Zelzate. Is het omdat er daar echt geprobeerd werd om tot een akkoord te komen? Links mag zich niet beperken tot enkele welkome maatregelen in de marge, het moet gaan voor echte verandering. De rechterzijde en de werkgevers zijn blij dat er geen progressieve meerderheden komen in Wallonië en Brussel. De campagne om links voor te stellen als rampzalig voor de economie is al opgestart. In de verkiezingen van mei kunnen we stemmen voor een regering van de miljonairstaks. Een perspectief van zo’n regering zou op een harde reactie van de kapitalisten botsen. Een miljonairstaks zou tot sabotage in de vorm van kapitaalvlucht leiden. We moeten nu al duidelijk maken dat er voor zo’n maatregel een socialistisch programma nodig is met de niet-betaling van de publieke schulden, de nationalisatie van de banken en meer algemeen het inzetten van het wapen van de nationalisatie van de sleutelsectoren van de economie als antwoord op de patronale reactie.


4

op de werkvloer

de

IPA: voor meer loon en minstens 14 euro per uur!

Linkse Socialist

Eerste sociale

B

egin december zijn er voor het eerst in de geschiedenis van de Belgische spoorwegen sociale verkiezingen. Het personeel kan 561 vertegenwoordigers kiezen voor 88 Comités en Subcomités Preventie en Bescherming op het Werk (CPBW’s), 3 Bedrijfscomités voor Preventie en Bescherming op het Werk en 5 Gewestelijke Paritaire Commissie (GPC’s, vergelijkbaar met een ondernemingsraad op lokaal niveau). Voor het Nationaal Paritair Comité zijn er geen verkiezingen. Het argument van de democratisering reikt niet tot het belangrijkste overlegorgaan. Zes vakbondsorganisaties hebben lijsten ingediend. Rol van de politieke agenda van de regering

Betoging van het personeel van gemeenten, OCMW’s en publieke ziekenhuizen in Brussel op 8 november. Onder de eisen: 10% opslag en schrappen van de laagste barema’s. Foto: Liesbeth

H

et Interprofessioneel Akkoord (IPA) 2019-2020 wordt een harde noot om te kraken. Het komt na een lange periode van loonmatiging die geleid heeft tot een afname van koopkracht van de werknemers. Er is nood aan een substantiële loonstijging. De werkgevers willen echter nogmaals gebruik maken van de unieke positie die de regering hen geeft om niets toe te geven. Na de afstraffing van de Zweedse regeringspartijen in de lokale verkiezingen is een nieuwe termijn na de volgende verkiezingen niet zeker. Voor de werkgevers is het nu dan ook het moment om zoveel mogelijk binnen te halen.

door

Thomas

Het is een illusie te denken dat de vakbonden gewoon met een eisenpakket naar de Groep van 10 kunnen gaan in de hoop dat er via onderhandelingen een goed akkoord komt voor de Belgische werknemers. Er is een krachtsverhouding nodig om het patronaat en haar slippendragers in de regering tot toegevingen te dwingen. De acties van 10 tot 14 december kunnen daar een aanzet toe zijn, al lijkt het bij het ter perse gaan van deze krant eerder een georganiseerde desorganisatie te worden. Iedere centrale en elk gewest van het ABVV kan kiezen hoe de acties ingevuld worden. Ook bij het ACV is er veel verwarring over wat er juist zal gebeuren. Sommigen in de vakbonden hebben schrik dat alles wat ze voor de verkiezingen van mei 2019 doen door de N-VA tegen hen zal gebruikt worden. Na de geslaagde actiedag van 2 oktober niets meer doen, zal echter enkel tot ontgoocheling in de vakbonden leiden en laat rechts toe om het politieke debat te domineren. Dat versterkt rechts - en erger nog: het extreemrechtse Vlaams Belang. Looneisen stellen is geen vies gegeven, maar kan een bredere steun onder de bevolking vinden. Kijk maar naar de Franse beweging tegen de stijgende levensduurte (zie pagina 7). Eisen als loonsverhogingen en het herstel van de volledige index kunnen als onderdeel van de strijd voor een algemene vooruitgang van de bevolking enthousiasme opwekken. Campagne voor 14 euro per uur!

Er is nood een substantiële loonsverhoging voor iedereen, maar zeker voor de laagste lonen. In de slechtst betaalde sectoren zijn er steeds meer werkende armen die besparen op levensnoodzakelijke uitgaven. Veel van de nieuwe jobs waar deze regering zo prat op gaat, bevinden zich in deze groep. Daarom is de campagne van het ABVV voor een minimumloon van 14 euro per uur (of 2.300 euro bruto per maand) potentieel zeer sterk. Een grote groep werkenden komt niet aan dit minimum. Een offensieve campagne voor 14 euro per uur kan hen aanspreken en actief betrekken. Dit is overigens vaak in (nieuwere) sectoren waar de vakbonden nog zwakker staan. Deze laag van werken-

Zowel de strijd voor loonsverhogingen als die voor het optrekken van de minimumlonen is niet evident. De burgerij komt met dezelfde argumenten die destijds gebruikt werden tegen de 8-urendag of het afschaffen van de kinderarbeid: het zou economisch niet mogelijk zijn, de concurrentiepositie ondermijnen en zelfs tot een economische woestijn leiden. Deze argumenten bleken in het verleden al vals te zijn en dat zal nu niet anders zijn.

den en jongeren kan doorheen deze campagne het belang ontdekken van een vakbond die voor hen opkomt en waarin ze zelf een rol te spelen hebben. Acties bij Deliveroo of Ryanair toonden het potentieel om nieuwe groepen en sectoren te organiseren in de strijd voor betere arbeidsvoorwaarden. ’15 Now’ in de VS

De strijd voor een hoger minimumloon wordt in veel landen gevoerd. Enkele regeringen met linkse partijen voeren beperkte verhogingen door (Spanje, Portugal en Griekenland, over Spanje: zie pagina 14). Andere linkse formaties of figuren hebben het in hun programma opgenomen: Mélenchon in Frankrijk of Corbyn in Groot-Brittannië bijvoorbeeld.

Maar het voorbeeld waar iedereen naar kijkt, is dat van de Verenigde Staten. Daar gaven de fastfoodwerknemers de eerste aanzet voor de strijd voor 15 dollar per uur. Deze strijd is nog niet voorbij, maar er werden inspirerende overwinningen behaald. De eerste grote stad waar het minimumloon tot 15 dollar werd opgetrokken, was niet toevallig Seattle waar onze zusterorganisatie Socialist Alternative met een verkozene sterker weegt op de beweging. Andere steden en regio’s volgden. Overwinningen aan de andere kant van de wereld kunnen ook hier voor inspiratie zorgen. Dat toont meteen ook het belang van internationale solidariteit. Geen evidente strijd

Zowel de strijd voor loonsverhogingen als die voor het optrekken van de minimumlonen is niet evident. De burgerij komt met dezelfde argumenten die destijds gebruikt werden tegen de 8-urendag of het afschaffen van de kinderarbeid: het zou economisch niet mogelijk zijn, de concurrentiepositie ondermijnen en zelfs tot een economische woestijn leiden. Deze argumenten bleken in het verleden al vals te zijn en dat zal nu niet anders zijn. De burgerij wil haar deel van de koek niet zien verkleinen, liefst ziet ze het zelfs nog aangroeien. Het is een strijd om wie zich welk deel van de meerwaarde toe-eigent: de kapitalist die de productiemiddelen in privébezit heeft of de werknemer wiens arbeid ervoor zorgt dat goederen of diensten geproduceerd worden. De kapitalisten zijn er de afgelopen jaren in geslaagd om hun deel verder uit te breiden. Dat gebeurde door verworvenheden aan te vallen die door de arbeidersbeweging voorheen als definitief afgedwongen werden gewaand. Hogere lonen en degelijke en menswaardige levensomstandigheden kunnen enkel gewonnen worden met een leiding die bereid is om alle middelen waarover ze beschikt te gebruiken. Het zal niet gebeuren met een leiding die schrik heeft van de kracht van de arbeidersbeweging, zoals vele leiders dit demonstreerden met het stilleggen van de acties in 2014 waarmee de regering aan het wankelen was gebracht. Strijdbare syndicalisten moeten zich organiseren in netwerken om informatie en ideeën te delen zodat ze samen sterker staan in het afdwingen van een strijdbare benadering. Kapitalisten willen steeds meer winst maken, de ruimte voor toegevingen is steeds kleiner. Om met de werkenden iets te bekomen, is steeds hardere strijd nodig. Om de dictatuur van de superrijken te breken, is zelfs een strijd voor maatschappijverandering nodig. Het kapitalisme leidt tot steeds meer ongelijkheid; hoog tijd om op te komen voor een socialistische samenleving!

Het was logisch geweest indien de sociale verkiezingen bij de NMBS aansloten bij die in de privé en een aantal openbare diensten, zoals De Lijn, in 2020. Maar de regering wilde het nog voor de parlementsverkiezingen van 2019. Daarom worden nu op een drafje sociale verkiezingen georganiseerd met te weinig stembureaus, te weinig ruchtbaarheid en wellicht een bijhorende lage opkomst. De eerste verkozenen zullen geen vier maar zes jaar zetelen: tot in 2024. Het doel van N-VA was van bij het begin duidelijk: “De onverantwoordelijke houding van de Waalse vakbonden richt het bedrijf stilaan maar zeker te gronde. Elke staking berokkent miljoenen euro’s schade. Daarom wil

Postpersoneel in a

Geslaagde p

B

ijna elke dag overuren, helse werkdruk, rugpijn, stress en burn-out: het is teveel voor het postpersoneel! Gedurende bijna twee weken werd actie gevoerd voor betere arbeidsomstandigheden, voldoende collega’s en een goede openbare dienstverlening. Het voortijdig stopzetten van de acties werd beslist door de vakbondsleidingen na een ontoereikend akkoord. Dat toont waarom het belangrijk is om strijdbare militanten en delegees te ondersteunen. Onderhandelingen kunnen resultaat opleveren als ze gebaseerd zijn op een stevig actieplan waar collectief over beslist is. door

Sébastien (Luik)

Eind oktober was er een stakingsaanzegging van de vakbonden bij Bpost. Het omvatte een nationaal actieplan met vijf stakingsdagen vanaf 7 november. Elke dag zou een ander onderdeel van Bpost in staking gaan waardoor de werking vijf dagen verstoord werd, zonder dat iedereen vijf dagen moet staken. Het vakbondsfront voorzag dat de acties zouden beginnen in de sorteercentra, gevolgd door het transport en andere diensten in de daaropvolgende dagen. Op de vierde stakingsdag kwam er plots het nieuws dat de staking voorbij was. De vakbondsleiding kondigde dit aan nog voor de basis zich kon uitspreken over het voorstel tot akkoord, dat vervolgens werd afgekeurd wegens onvoldoende. Op heel wat plaatsen werd nog dagenlang spontaan verder gestaakt, tot ongenoegen van de vakbondsleiding en de gevestigde media.


www.socialisme.be december 2018 - januari 2019

op de werkvloer

5

verkiezingen bij de NMBS: stem voor strijdbare kandidaten! gen op de liberalisering zetten enorme druk op het personeel dat meer moet doen met minder. In 2018 daalde het aantal voltijdse equivalenten onder de 30.000, in 2004 waren we nog met meer dan 40.000! In dezelfde periode steeg het aantal reizigers met 40%. In de praktijk vertaalt zich dit in collega’s die hun verlof niet krijgen, vollere prestaties en spookstations. Daarbovenop is er een geplande productiviteitsstijging van 4% in 2019. En alsof dat nog niet genoeg is, eist de directie nog meer productiviteit voor elke kruimel die het personeel vraagt (denk aan herwaardering bestuurders, dossier kredietdagen, …) Iedereen die wel eens de trein neemt weet dat er middelen nodig zijn, maar de dotatie van de Belgische staat aan NMBS en Infrabel is onder deze regering met 20% afgebouwd. In 2019 zal die dotatie 663 miljoen euro lager liggen dan in 2014. Stem voor strijdbare kandidaten

de N-VA sociale verkiezingen invoeren bij de spoorwegen, net als in privébedrijven.” De regering hoopt de historische positie van ACOD/CGSP te ondermijnen door de representativiteit niet langer te bepalen door het ledenaantal maar door sociale verkiezingen. Er wordt geprobeerd om de kleine liberale vakbond meer voet aan wal te geven, onder meer door de opname van VSOA als enige kleinere bond in het NPC. De poging om met de wet-Bellot van 2016 de meeste kleinere aangenomen vakorganisaties uit te sluiten, werd gelukkig van tafel geveegd door de klacht van de Onafhankelijke Vakbond Spoorwegpersoneel (OVS) bij het Grondwettelijk Hof. Het argu-

ment van de regering rond democratie is cynisch: zelf probeert ze met ondemocratische maatregelen vakorganisaties uit te sluiten en tolereert ze geen verkiezingen voor het belangrijkste overlegorgaan. Regering weigert te investeren in personeel en dienstverlening: 663 miljoen euro minder voor de NMBS

Binnen de vakbonden werd gezocht naar een mengeling van gekende militanten met nieuwe kandidaten. Daarbij zijn nieuwe mensen gevonden die een actievere rol willen spelen in de verdediging van hun collega’s. Het zorg-

de bovendien voor meer discussie over het belang van de vakbond, maar ook over het nut en de beperkingen van de bestaande sociale overlegorganen. Op die basis kunnen de bonden zich versterken. Nog voor de programma’s klaar waren, was er al duidelijkheid over welke gadgets er zouden komen. Cadeautjes zijn plezant, maar zullen de personeelstekorten niet opvullen en evenmin antwoorden bieden op de noden. De affiches en pamf letten blijven doorgaans wat vaag, de inhoud blijft te vaak beperkt tot droge opsommingen met uitleg over de bestaande comités. Er zijn nochtans grote uitdagingen. De besparingen en voorbereidin-

De druk van de regering en de directie leggen de beperkingen van het overlegsyndicalisme bloot. De aanvallen komen van alle kanten en in alle formaten. Op een versneld tempo worden dossiers eenzijdig doorgedrukt om de vakbonden voorbij te steken. Het gebrek aan stevig antwoord zorgde voor heel wat onvrede over de vakbondsleidingen. We moeten de sociale verkiezingen aangrijpen om onze krachten te versterken en de vakbondswerking te democratiseren. De sterkte van de vakbonden ligt in de mogelijkheid om personeel samen te brengen in strijd voor onze belangen. De vakbonden beperken zich vaak tot het aanklagen van wat misloopt, maar

dat ondervinden de collega’s dagelijks. De aangeboden oplossingen blijven te algemeen: dat het personeelstekort moet opgelost worden met meer personeel weet iedereen. Werkbaar werk en veiligheid, wie kan daar tegen zijn? Veel personeelsleden blijven op hun honger zitten: hoe zal dat werkbaar werk georganiseerd worden, hoe kunnen we ons pensioen nog verdedigen, hoe kunnen we de besparingen die de veiligheid bedreigen stoppen? Er zijn verschillen tussen vakbonden en lokaal ook door initiatieven van militanten. Maar we zullen sterker staan waar militanten verkozen worden die opkomen voor een strijdsyndicalisme. Iedere beroepscategorie heeft specifieke zorgen en op elke werkplek zijn er militanten nodig die er alles aan doen om hun collega’s te verdedigen. Het is doorheen acties dat militanten en collega’s zich als voortrekkers hebben getoond. Zij moeten gesteund worden, los van de vakbond waarvoor ze kandidaat zijn. Die verkozen posities moeten we gebruiken om collega’s meer te informeren, betrekken en mobiliseren. Zo kunnen we een begrepen en gedragen strategie ontwikkelen waarmee we niet alleen de aanvallen stoppen maar ook zaken afdwingen. Zo bouwen we aan een krachtsverhouding op de werkvloer om op te komen voor sterke publieke spoorwegen met respect voor personeel en zorg voor de reizigers. Dit artikel is collectief opgemaakt door LSP-leden in de sector, waaronder kandidaten bij de sociale verkiezingen in zowel Vlaanderen, Wallonië als Brussel en dit voor verschillende vakbonden.

actie voor openbare dienstverlening

poststaking legt pijnpunten op werkvloer en in de strijd bloot

De aankondiging van het gemeenschappelijk vakbondsfront dat er een nationale vijfdaagse staking kwam, werd dan ook enthousiast onthaald. Eindelijk kwam er een ernstige strijd.

De zakenkrant De Tijd meende zelfs dat deze acties het werk waren van “oprukkende marxisten” waarbij naar PVDA en LSP werd gewezen. Deze acties waren een uitdrukking van het enorme ongenoegen, maar doofden bij gebrek aan perspectief uit. Op 23 november werd een nieuw ontwerpakkoord gesloten. De vakbondsleiders kondigden aan dit akkoord aan de basis voor te leggen. Afbouw van de dienstverlening

Sinds maart 2000 is ‘De Post’ een zelfstandig bedrijf. De Belgische over-

heid behield wel een meerderheidsbelang met 51% van de aandelen. Met het oog op de liberalisering van de postdiensten in januari 2011 werd het bedrijf omgedoopt tot Bpost. Het proces van liberalisering betekent dat Bpost steeds meer aan de voorwaarden van de privésector wordt onderworpen. Om de concurrentiepositie van het bedrijf te versterken, wordt het beheerd als een privébedrijf waar enkel de winst van tel is. Het doel is niet langer om degelijke diensten aan de bevolking te bieden. De omzet- en winstverslaving van de directie en de aandeelhouders gaat ten

koste van zowel de dienstverlening als het personeel. Jonge postbodes komen amper aan 1.200 euro netto per maand, terwijl de werkdruk steeds verder wordt opgevoerd. Het aantal voltijdse equivalenten dat actief is als postbode nam sinds 2007 met 22% af. Of het nu sneeuwt of regent, de postbodes moeten erdoor. Het personeelstekort zorgt voor een opstapeling van overuren die niet kunnen ingehaald worden. De gezondheid en het privéleven van het personeel dragen daar de gevolgen van. Het is niet uitzonderlijk dat postbodes twee tot drie uur extra nodig hebben om hun ronde af te werken. Gedelegeerd bestuurder Koen Van Gerven had het over dit postpersoneel toen hij verklaarde dat de “postbodes hun comfortzone moeten verlaten.” De neerbuigende manager Van Gerven is zelf goed voor een vast jaarloon van 800.000 euro aangevuld met een premie van 280.000 euro wegens “de goede resultaten van het bedrijf.” Het is het postpersoneel dat voor deze resultaten zorgt. Niet alleen het management wordt rijkelijk bediend, de aandeelhouders gaan met het grootste deel van de opbrengst lopen. In 2017 werd 262 miljoen euro aan dividenden uitgekeerd. De directie van Bpost heeft niet de bedoeling om de arbeidsvoorwaarden te verbeteren en al evenmin om de gebruikers (Van Gerven heeft het in managementtaal over ‘klanten’) een goede dienstverlening aan te bieden. Het doel is om winst te maken die vervolgens meteen uitgedeeld wordt aan de aandeelhouders. Deze logica wordt door het postpersoneel aangeklaagd. Bij Bpost en elders: bouwen aan een strijdbaar syndicalisme

Het afgelopen jaar waren er verschil-

lende spontane stakingen bij Bpost. Deze kregen de steun van de vakbonden, die ze echter niet organiseerden. De aankondiging van het gemeenschappelijk vakbondsfront dat er een nationale vijfdaagse staking kwam, werd dan ook enthousiast onthaald. Eindelijk kwam er een ernstige strijd. Het enthousiasme werd nog versterkt toen ACOD op de eerste stakingsdagen aankondigde dat er desnoods tien dagen zou gestaakt worden indien er geen aanvaardbaar akkoord uit de bus kwam. Het postpersoneel wil al 20 jaar verandering. Er is irritatie over het feit dat de vakbondsleiding alle hoop op onderhandelingen vestigt en daartoe de acties heeft afgeblazen. Acties en onderhandelingen zijn niet aan elkaar tegengesteld, zoals de regering en de directie ons willen laten geloven. Ze kunnen elkaar versterken als ze bewust ingezet worden in een beweging. De vakbonden blijven natuurlijk het beste instrument om de strijd voor onze belangen te voeren en te verenigen. Het sociaal overleg heeft beperkingen, we moeten strijdbare militanten en delegees ondersteunen. Op basis van acties is het mogelijk om de directie tot toegevingen te dwingen en overwinningen te boeken. Over onze acties wordt best democratisch beslist op personeelsvergaderingen. Daar moeten we ook onze sterktes en zwaktes bespreken. Een collectieve organisatie en evaluatie van een staking maken het mogelijk om meer collega’s te betrekken en onze eisen te formuleren met het oog op een maximale steun van collega’s en de publieke opinie. Enkel een dergelijke benadering kan ons goede jobs en kwaliteitsvolle openbare diensten opleveren, zowel bij Bpost als elders.


6

Op de werkvloer

de

Linkse Socialist

Aviapartner: strijd loont!

E

ind oktober was er een langdurige staking op de luchthaven van Zaventem. De bagage-afhandelaars van Aviapartners staakten zes dagen. Net als bij Lidl, Ryanair of Bpost, ging het om de verdediging van arbeidsvoorwaarden en een algemeen gevoel dat het teveel was. Respect en een haalbare werkdruk waren de voornaamste eisen. door

Nicolas Menoux

De staking was moedig. Wie de gevestigde media volgde tijdens de staking kon alle mogelijke kritieken erop lezen. Naast de traditionele verwijten van ‘chaos’ en ‘gijzelneming’ werd gezegd dat de bagagisten niet beseften hoe rampzalig hun staking was voor de luchtvaartmaatschappijen en de “reputatie van de nationale luchthaven.” Op de redenen van het ongenoegen werd amper ingegaan. Sandra Langenus van de socialistische vakbond legde het nochtans duidelijk uit: “Men bleef bewust werken met structurele onderbezetting op de werkvloer, lonen van de werknemers waren niet in orde, de re-integratieprocedure van zieke werknemers werd niet gerespecteerd, de overuren verminderden niet maar zijn fors toegenomen, ploegbazen tekenen geen laadplan meer af omdat ze niet zeker zijn dat de veiligheid is gerespecteerd, ... Een vliegtuig met 180 mensen in de lucht sturen, zonder 100% safe te zijn, is een verantwoordelijkheid die velen niet meer wensen te nemen, terecht uiteraard!” De directie speelde met vuur. In januari 2018 was er al een staking wegens het tekort aan personeel en aangepast werkgerief. Nadien werd geen enkele fundamentele stap gezet om die problemen op te lossen, waardoor een nieuwe staking onvermijdelijk was. De houding van de directie is daar verantwoordelijk voor. Nog langer geleden, in 2013, was er al een vijfdaagse staking bij bagage-af handelaar Swissport. Ook toen ging het om de rampzalige werkomstandigheden. De staking bij Swissport leverde toegevingen op.

De bagagisten betalen een prijs voor de liberalisering van de sector en het beleid van onderaanneming. Op de luchthavens is een vreselijke concurrentiestrijd opgezet waarbij zowel boord- als grondpersoneel het slachtoffer is van de strijd tussen luchtvaartmaatschappijen en onderaannemers. De uitbuiting wordt opgevoerd met een steeds hogere flexibiliteit en productiviteit, terwijl de lonen niet volgen

De staking bij Aviapartner werd goed opgevolgd door het personeel en kon rekenen op solidariteit van syndicalisten uit heel het land. Na zes dagen volgden toegevingen: er komen aanwervingen (zo krijgen 47 interimmers een vast contract), de ploegen zullen uit vier of vijf personen bestaan, er wordt voor 3,2 miljoen euro geïnvesteerd om gebrekkig werkgerief te vervangen.

Solidariteitsactie op de luchthaven van Zaventem op 30 oktober. Foto: Emily

en de veiligheid in het gedrang komt. We hoorden dat de reputatie van de luchthaven te lijden had onder de staking. De uitbater van de luchthaven, Brussels Airport Company, heeft tussen 2007 en 2015 maar liefst 837 miljoen euro winst aan de aandeelhouders uitgedeeld. De zoektocht naar steeds meer winst is de reden voor de slechte arbeidsvoorwaarden op de werkvloer. Wie draagt daar de gevolgen van? De lichamen, niet in het minst de ruggen, van de bagagisten: met ploegen van soms amper drie mensen, in plaats van vijf, moeten ze tot zeven vluchten per dag laden en lossen met alles samen 50 tot 60 ton bagage waarbij pauzes regelmatig wegvallen door de werk-

druk. Diegenen die de stakers bekritiseren, moeten misschien aangeven hoeveel ton per bagage-afhandelaar volgens hen aanvaardbaar is. De directie van een bedrijf als Aviapartner doet geen enkele toegeving aan het personeel tenzij ze daartoe gedwongen wordt. Na de staking in januari 2018 werd onder meer een premie bekomen. Die werd laattijdig gestort en er werd geprutst aan de berekeningswijze om minder te betalen. Als het vertrouwen in de directie zoek was bij het personeel, was dit volledig te wijten aan de directie. Niemand staakt voor zijn plezier. Het is een middel om diegenen die ons uitbuiten te doen antwoorden op onze

legitieme eisen. Er was een staking nodig om Ryanair aan de onderhandelingstafel te krijgen of om de directie van Lidl tot beloften over bijkomende uren te brengen (zie artikel hieronder). De staking bij Aviapartner werd goed opgevolgd door het personeel en kon rekenen op solidariteit van syndicalisten uit heel het land. Na zes dagen volgden toegevingen: er komen aanwervingen (zo krijgen 47 interimmers een vast contract), de ploegen zullen uit vier of vijf personen bestaan, er wordt voor 3,2 miljoen euro geïnvesteerd om gebrekkig werkgerief te vervangen. Strijd loont, maar waakzaamheid blijft geboden tot de beloften effectief en correct waargemaakt zijn!

Lidl: zes maanden na overwinning is strijd voor werkbaar werk nog niet voorbij

H

et was symbolisch en historisch: op 1 mei moest de directie van Lidl na een staking van een week toegevingen doen aan het personeel. Er zou voor onbepaalde tijd 42 uur per winkel bijkomen. De onmogelijke werkdruk en het ongenoegen over de arbeidsomstandigheden hadden tot die spontane stakingsgolf geleid. Waar staan we ruim een half jaar later bij Lidl? Dat vroegen we aan BBTK-delegee Dylan.

Zijn die 42 uur extra per winkel ondertussen volledig en correct doorgevoerd?

“De directie beweert dat er effectief overal 42 uur per winkel bijkwam, maar op de werkvloer blijft de werkdruk erg hoog. Elke verworvenheid die we door strijd bekomen, wordt steeds opnieuw in vraag gesteld of uitgehold. “Eerst werd geprobeerd om met uren

tussen winkels te schuiven, terwijl afgesproken was dat die 42 uur er in elke winkel zou bijkomen. Dat werd afgeketst. Vervolgens interpreteerde de directie die 42 uur als contractueel beschikbare uren. Maar dat is niet hetzelfde als de inzetbare uren. Het aantal effectief gewerkte uren, de inzetbare uren, worden bepaald door de omzet. Als die laag is, worden niet alle contractueel beschikbare uren ingezet. Dit

kan omdat het personeel flexibele contracten heeft: meestal deeltijds van bijvoorbeeld 24 uur per week. We hebben 12 plus- en minuren, in drukke weken wordt dan tot 36 uur gewerkt.” Er zou onderhandeld worden over werkbaar werk, hoe vordert dat?

“Heel moeizaam, een nieuwe CAO is nog lang niet in zicht. We bekwamen na moeizame onderhandelingen een aantal zaken: de vliegende ploegen, die ziektes en onverwachte omstandigheden moeten opvangen, werden ondertussen uitgebreid van 69 tot 112 werknemers en krijgen bovendien een betere kilometervergoeding. Langdurig zieken worden niet meer verplicht opgeroepen voor een traject van re-integratie, een maatregel die tot veel ontslagen wegens medische overmacht leidde. “Ook wil de directie een intern commercieel team opzetten dat een aantal taken zoals het aanbrengen van reclame, herschikking van winkels en de inventaris zou uitvoeren. Dat zou volgens de directie elke winkel 10 extra uren per week opleveren, maar het is nog niet duidelijk wat dit in de praktijk zal betekenen. Bij Lidl moeten we altijd waakzaam zijn: de directie is in staat om van elke positieve stap iets negatiefs te maken. Het doel blijft om met zo weinig mogelijk personeel zo veel mogelijk omzet en winst te draaien. “Tegelijk probeert de directie de

flexibiliteit op te drijven. Plots kwam de directie met ideeën zoals een uur vroeger beginnen werken, de annualisering van de werktijd, … Dit werd afgeschoten, maar bij de volgende onderhandelingen lag het opnieuw op tafel. Gelukkig dat we met BBTK eind april niet instemden met het voorstel om die 42 uur per winkel gedurende zes maanden in te voeren in afwachting van een nieuwe CAO, want op dit ritme zal het nog lang duren vooraleer we tot een CAO komen. “Een volgende stap van de directie is om een nieuwe tijdsanalyse op te stellen: een onderzoek naar hoeveel tijd voor elke handeling nodig is. Het typeert de houding van de directie: er wordt niet vertrokken van de noden van elke winkel en het personeel, maar van kille berekeningen die gebruikt worden om de flexibiliteit en werkdruk van het personeel op te voeren.”

Elke verworvenheid die we door strijd bekomen, wordt steeds opnieuw in vraag gesteld of uitgehold.

Wat zijn de reacties op de werkvloer?

“Er zijn veel vragen: we hebben een week gestaakt, maar we voelen geen verschil in werkdruk. In de onderhandelingen staan we sterker door die stakingsweek, maar de directie bepaalt de agenda. “We moeten meer eigen voorstellen op tafel leggen. Een eisenplatform opmaken is niet evident: het personeel zit verspreid over veel vestigingen en er is een groot verloop. Als ik een filiaal bezoek kan ik misschien met vijf of zes collega’s spreken terwijl die aan het werk zijn en dus maar met een half oor luisteren. Maar onze militantengroep is versterkt en we kunnen vanuit onze ervaringen wel aan een eisenplatform werken. “Dat kan gaan in de richting van meer inzetbare uren op basis van wat nodig is in een winkel, inspraak van het personeel in het beleid van de winkel, meer vaste contracten, voltijdse contracten die zekerheid bieden in plaats van flexibele onzekerheid, … Ook algemene vakbondseisen, zoals een minimumloon van 14 euro per uur, zijn in onze sector erg belangrijk. Met dit soort maatregelen zal het personeel zich meer voldaan voelen door hun job, wat de sfeer op de werkvloer, onder de collega’s en ten aanzien van de klanten enkel ten goede kan komen. Maar deze directie zal dit niet zomaar toegeven, we zullen de strijd moeten verderzetten.”


levenskost

www.socialisme.be december 2018 - januari 2019

7

Genoeg van dit beleid voor de rijken en de grote bedrijven!

Woede van de “gele hesjes” is terecht, strijd tegen dit systeem nodig

S

inds november hebben honderdduizenden Fransen deelgenomen aan betogingen en blokkades. Het gaat vooral om werknemers met lage lonen, gepensioneerden, werklozen, zelfstandigen, kleine ondernemers, … Het gaat om een weinig gestructureerde protestgolf waarvan de doelstellingen niet altijd duidelijk zijn. Het buikgevoel dat alles duurder wordt en wij steeds meer betalen, leidde tot deze uitbarsting van woede. De concrete aanleiding waren de dure brandstofprijzen. Die stegen in Frankrijk op een jaar tijd met 15% voor benzine en 27% voor diesel. Deze prijsstijgingen komen deels door de duurdere olieprijzen, maar deels ook door de oplopende taksen. Vanaf 1 januari wil de regering-Macron daar nog eens 6,5 cent per liter diesel en 2,9 cent per liter benzine aan toevoegen.

door

Stephane Delcros

Ook in België: alles duurder, zonder dat loon volgt De maximale dieselprijs in ons land is hoger dan in alle buurlanden. Net als in Frankrijk gaat ongeveer 60% van wat we aan de pomp betalen naar de overheid. Een tank van 40 liter diesel kost vandaag ongeveer 60 euro, waarvan dus 36 euro naar de overheid gaat. Alles samen haalde de overheid vorig jaar 5,5 miljard euro inkomsten uit taksen op brandstof. Net als Macron gebruikt de Belgische regering het argument dat individueel autogebruik op die manier ontmoedigd wordt. Eerder werden daartoe ook de taksen op dieselwagens verhoogd. Dit is een hol argument: er wordt immers niet geïnvesteerd in alternatieven. De opbrengst van de taksen en accijnzen op brandstof gaat niet naar milieuvriendelijk transport. Terwijl de inkomsten uit brandstof stijgen, worden de overheidsbijdragen aan openbaar vervoer afgebouwd. Bij de NMBS gaat het om 663 miljoen euro op vijf jaar tijd! (zie ook pagina’s 4-5) De overheidsbijdragen aan NMBS,

De opbrengst van de taksen en accijnzen op brandstof gaat niet naar milieuvriendelijk transport. De overheidsbijdragen aan NMBS, De Lijn, MIVB en TEC – de aanbieders van openbaar vervoer – liggen lager dan de 5,5 miljard euro inkomsten uit taksen op brandstof.

De Lijn, MIVB en TEC – de aanbieders van openbaar vervoer – liggen lager dan de 5,5 miljard euro inkomsten uit taksen op brandstof. Er wordt evenmin geïnvesteerd in duurzame energieproductie. Investeringen in energie worden aan de private bedrijven overgelaten, met als resultaat een dreigend tekort aan elektriciteit. Een groot deel van onze energie- of waterfactuur bestaat uit taksen. Alles wordt duurder, maar onze lonen volgen niet. Het besparingsbeleid van de regering leidt tot een afbouw van openbare diensten. Buiten de grote steden is een auto vaak geen overbodige luxe. Veel mensen hebben een auto nodig omdat er geen ander vervoersmiddel is om naar het werk te gaan of om kinderen naar school te brengen. Voor toegankelijke lokale openbare diensten is er geen geld, voor de aankoop van gevechtsvliegtuigen wel?! De economische elite wordt niet enkel gespaard, maar overladen met cadeaus. En wij maar betalen onder het

mom van de verdediging van het milieu… De bijkomende taksen worden gebruikt om nieuwe belastingvoordelen uit te delen aan de grote bedrijven. Onder de winnaars van dat beleid bevinden zich de grote oliemultinationals zoals Shell of Total die vorig jaar goed waren voor respectief 4 en 5 miljard euro winst en daar amper belastingen op betaalden. Ondertussen kreunen wij bij elke tankbeurt onder de taksen. Onze strijd moet gekoppeld worden aan ecologische eisen, waarbij de factuur niet naar de werkenden en de middenklasse wordt doorgeschoven maar door de belangrijkste verantwoordelijken voor vervuiling wordt gedragen.

Beweging organiseren en tegen systeem richten De woede is terecht. De beweging van de “gilets jaunes” vertrekt vanuit een buikgevoel en is niet van bij het begin duidelijk qua eisen en alternatieven. Sommigen zien er een rechtse of zelfs extreemrechtse beweging in. Nochtans neemt geen enkele organisatie het voortouw in het protest, dat van onderuit komt en vooral via sociale media is opgezet. Rechts en extreemrechts nodigen zichzelf uit…

Er waren hier en daar gevallen van racisme of homofobie. Gelukkig ging het om alleenstaande incidenten, die bovendien vaak bestreden werden door actievoerders die tot eenheid opriepen. Waar de georganiseerde arbeidersbeweging afwezig blijft, probeert rechts effectief om de beweging te recupereren. Op sommige plaatsen lukt dit zelfs. Rechts en extreemrechts bieden echter geen alternatief op het huidige beleid: ze staan niet bepaald bekend als verdedigers van openbaar vervoer, openbare diensten, publieke investeringen in duurzame energie, … Zij zijn voorstander van belastingverminderingen voor de superrijken of nog van de verhoging van de pensioenleeftijd. Arbeidersbeweging moet rol opnemen

In november gaven peilingen aan dat 70 tot 80% van de Fransen de acties steunen. Er is dus een grote passieve steun. Dit doet denken aan de steun die er was voor de strijd tegen de aanvallen op de arbeidswet, een strijd die vooral door de vakbonden werd georganiseerd. Heel wat mensen die nu aan de blokkades deelnemen, waren eerder aanwezig op vakbondsbetogingen en stakersposten. Anderen komen nu voor het eerst in actie. We moeten bouwen aan de eenheid van al wie gebukt gaat onder het besparingsbeleid. Zo kunnen

we overwinningen boeken: de ‘gilets jaunes’ van La Réunion (een eiland ten oosten van Madagaskar) bekwamen een bevriezing gedurende drie jaar van alle taksen op brandstof. Dit neemt niet weg dat de arbeidersbeweging omwille van haar plaats in het productieproces en omwille van haar methoden, waaronder het stakingswapen, een cruciale rol te spelen heeft in de strijd voor een andere samenleving. Helaas weigeren verschillende vakbondsleiders – zowel in Frankrijk als in België – om de beweging te steunen. Na verschillende dagen van strijd kwam er nochtans steun uit syndicale hoek: CGT-chemie, FO-transport, CGT-Le Havre, … Op verschillende plaatsen

was er een zichtbare vakbondsaanwezigheid op de acties. De hele arbeidersbeweging moet zich achter het protest scharen en het versterken met eisen die de strijd uitbreiden. De woede tegen het systeem richten

Door de strijd te structureren en te richten tegen het systeem, staan we sterker tegen pogingen om het protest te verdelen en te criminaliseren. Het zou de gewelddadige repressie moeilijker maken en de frustraties van gestrande chauffeurs afzwakken. Het zou het bovendien mogelijk maken om de rol van die paar gewelddadige elemen-

ten in het protest te minimaliseren. Net als de Thatcheriaanse regering-Michel/De Wever bij ons kwam de Franse president Macron aan de macht met als doel om de arbeidersbeweging hard aan te pakken met een ultraneoliberaal besparingsbeleid. Tot hiertoe is het gevecht daartegen – ondanks goede intenties, zoals de initiatieven van France Insoumise – nog niet echt gevoerd. De acties van de ‘gele hesjes’ ontstonden in deze context van zwak vakbondsantwoord op het beleid. Het is een uitdrukking van een algemeen ongenoegen en het toont een actiebereidheid. We moeten deze kans aangrijpen en het protest organiseren!

Gauche Révolutionnaire, onze Franse zusterorganisatie, komt in de beweging tussen met nadruk op de noodzaak om algemene vergaderingen te houden waar de strijd besproken en georganiseerd wordt, de opbouw naar een grote actiedag met blokkades en een staking die werkenden uit de publieke en private sector verenigt met jongeren en gepensioneerden in de strijd tegen Macron. Gauche Révolutionnaire verdedigt volgende eisen: • Onmiddellijke verlaging en blokkering van de brandstofen energieprijzen • Neem de winsten van de multinationals in beslag om onze noden te financieren: gratis openbaar vervoer, openbare diensten, degelijke en betaalbare huisvesting. • Verhoging van de lonen en uitkeringen, herstel van de index met inbegrip van brandstofprijzen. • Een vermogensbelasting, strijd tegen fiscale fraude door de ultrarijken en de multinationals, indirecte belastingen (zoals BTW) vervangen door een progressieve belasting die de rijken en grote bedrijven meer laat betalen. • Verdediging van openbare diensten en heropening van diensten die bereikbaar zijn in elke buurt (kinderopvang, scholen, postkantoren, …). • Voor een grote openbare milieudienst gefinancierd door multinationals te belasten, om honderdduizenden jobs te creëren in de nodige ecologische transitie (ecologische landbouw, voedselsector, duurzame energie, …). Een dergelijk programma vereist socialistische maatregelen zoals de nationalisatie van de sleutelsectoren van de economie, zodat de grote bedrijven de ecologische transitie niet kunnen blijven saboteren en zodat een democratische en ecologische planning mogelijk wordt. Zo’n planning zou vertrekken van de behoeften van de werkenden, inclusief de ecologische behoeften. Om dit te bekomen, is strijd nodig.


8

dossier

de

Linkse Socialist

Klimaatverandering en vervuiling: De vrij H et is al lang geen 5 voor 12 meer. Klimaatverandering is al een feit. Dat betekent niet dat we lijdzaam moeten toezien. Integendeel. De ergste gevolgen van klimaatverandering kunnen nog vermeden worden door de temperatuurstijging sinds het pré-industriële tijdperk een halt toe te roepen en te beperken tot 1,5°C. Dat is wat het IPCC (Intergovernmental Panel on Climate Change) in haar rapport naar aanleiding van de klimaattop in december meldt. Hoe meer eensgezindheid er groeit over de dringendheid, des te duidelijker het echter wordt dat de traditionele politici geen antwoord hebben. Er is meer nodig dan individuele maatregelen, we hebben nood aan massale publieke investeringen in duurzame economische planning.

dossier door

Michael Bouchez

De klimaatverandering en milieuvervuiling worden steeds zichtbaarder en tastbaarder. Extreem weer en extreme droogtes maken tienduizenden doden en treffen miljoenen mensen die gedwongen moeten verhuizen en vluchten door vernietigende orkanen, bosbranden, voor overstromingen of droogtes. De hete en droge zomer van 2018 is ook bij ons een nieuw record. Op globale schaal zitten we op koers voor een temperatuurstijging van 3%6% tegen 2100. De gevolgen voor mens en natuur daarvan zijn op z’n zachtst gezegd onvoorspelbaar. De CO2-uitstoot die de aarde opwarmt zorgt ook voor onmiddellijke gezondheidsrisico’s. Onze kinderen worden geboren in fijnstof en pollutie. België behoort volgens Greenpeace tot de vier meest vervuilde landen van Europa. Antwerpen is een van de wereldwijde “Stikstof-hotspots”, samen met Taiwan, Buenos Aires en Parijs. Het fijnstof en de toxische stoffen die we dagelijks inademen zullen een toevloed aan astma, longziektes en kankers veroorzaken. Ook daar hebben neoliberale politici geen antwoord op: de uitstoot is in België de laatste jaren opnieuw gestegen. Allemaal verantwoordelijk?

Het klimaatdenken wordt nu al decennialang gedomineerd door neoliberale eenheidsworst. Omdat we allemaal consumeren, zouden we allemaal vervuilen. Oplossingen zouden individueel zijn: we moeten allemaal ons gedrag aanpassen. Van plassen in de douche over je eigen moestuintje tot de deeleconomie. We herkennen het allemaal en vanuit een terechte bekommernis proberen veel mensen een steentje bij te dragen. Eenzelfde inspanning zien we echter niet van diegenen die echt verantwoordelijk zijn. De ecologische voetafdruk van de gemiddelde mens is betrekkelijk laag. De 10% rijksten stoten evenveel uit als de

armste helft van de wereldbevolking. Decennialang zijn individuele consumenten aangeduid als diegenen die verandering zouden brengen. De consumenten zouden de vrije markt op die manier stimuleren in de richting van “groene ondernemers”. Die denkpiste heeft niet gewerkt. Ook goedbedoelde initiatieven die “greenwashing” en groen kapitalisme overstijgen en populair zijn om op kleine en lokale schaal bijvoorbeeld gezondere, ecologische voeding te voorzien, stoten op de grenzen van hun nichemarkt. Dat zagen we onder meer met de groene energieleverancier Lampiris die door de Franse multinational Total werd overgenomen. Prijzen van bioboeren kunnen niet concurreren met de schaal van de agro-industrie waardoor ze gedoemd zijn in de marge te blijven, met dure prijzen, of overgenomen worden door grotere spelers in de agro-industrie die ecologische productie aan hun laars lappen. Diezelfde agro-industrie sponsort ondertussen, samen met energiereuzen als Engie of EDF en autofabrikanten de befaamde klimaatconferenties van de VN. Die conferenties, zoals de COP21 in Parijs en de volgende in december in Katowice, Polen, moeten door de klimaatbeweging aangegrepen wor-

Ontkennen van de klimaatverandering pakt niet meer bij de publieke opinie. Nu wordt alles ingezet op het doorschuiven van de verantwoordelijkheid naar de gewone werkenden.

den om te protesteren tegen de “business-as-usual”-mentaliteit van de wereldleiders, maar van die wereldleiders hoeven we niets te verwachten. De klimaattop is een belangrijke aanleiding om in de klimaatbeweging te discussiëren over een programma dat breekt met het neoliberale denkkader en dat collectieve eisen naar voren schuift om de echte vervuilers aan te pakken in plaats van de individuele consument. In 1988 waarschuwde NASA-expert James Hansen al dat er een duidelijke link was tussen uitstoot en klimaatverandering. Grote lobbycampagnes en klimaatsceptische denktanks van de petroleumindustrie en andere multinationals schoten in actie om twijfel te zaaien en elke vorm van structurele maatregelen, openbaar gefinancierde onderzoeken of zelfs strenge wetgeving tegen te houden. Het omgekeerde is gebeurd. Big Oil en andere multinationals kregen vrij spel om CO2 de lucht in te pompen en de natuurlijke rijkdommen van de aarde op te souperen. In plaats van publiek gefinancierde onderzoeken lieten de neoliberale regeringen het ‘initiatief’ aan de bedrijfswereld. Ontkennen van de klimaatverandering pakt niet meer bij de publieke opinie. Nu wordt alles ingezet op het doorschuiven van de verantwoordelijkheid naar de gewone werkenden. We betalen vandaag een prijs voor de neoliberale benadering van klimaatverandering en vervuiling. Sinds 1988 werd 71% van de uitstoot van CO2 veroorzaakt door 100 bedrijven. Er werd vooral meer geïnvesteerd in vervuilende energiebronnen zoals teerzanden, fracking en kernenergie. De traditionele groene partijen zijn een erfgenaam van dat neoliberalisme. Groen stelt zich in Vlaanderen vooral op als bevriende partner van de grote ondernemers en promoot individuele initiatieven om vervuiling en uitstoot te beperken.

Welk programma voor de klimaatbeweging? Publieke investeringen in plaats van private winst

W

illen we een wereld waarin iedereen nog zuurstof heeft om te ademen, dan is radicale veranderingen nodig. In de klimaatbeweging is “System change, not climate change” een populaire slogan. Sommigen spreken ook van een “klimaatrevolutie”. Het zijn slogans die een uiting zijn van een zoektocht naar antwoorden. We moeten die “systemen” echter ook durven benoemen en een programma ontwikkelen om die “systeemverandering” te bereiken.

Wat vandaag nodig is, kan samengevat worden in een stopzetting van vervuilende en overbodige productie, rationele planning van de productie, onmiddellijke transitie naar duurzame energiebronnen en -distributie, uitstap uit fossiele- en kernenergie, collectieve energiebesparende maatregelen zoals meer, beter en gratis openbaar vervoer of isolatie van woningen … Die noodzakelijke stappen gaan echter lijnrecht in tegen de belangen van de economische en politieke elite omdat het de winsten ondermijnt. Voor het kapitalisme zijn schone lucht, propere oceanen, biodiversiteit, kortom groene alternatieven … geen “incentive”. De winstgevendheid van steenkool en petroleum is vele malen hoger dan onderzoek naar duurzame energiebronnen die nog niet onmiddellijk winst opleveren. Private winst op korte termijn staat centraal en de maatschappelijke (en

dus ook de ecologische) kosten worden afgeschreven op de gemeenschap en haar leefomgeving. Pas wanneer onze lucht definitief niet meer kan ingeademd worden, zullen ze winst kunnen maken door zuurstof te verkopen. Aan diegenen die het kunnen betalen, ten minste. De rol van de werkende klasse in de klimaatbeweging

Radicale veranderingen zijn nooit doorgevoerd door het establishment zelf. Politieke en economische elites hebben hoogstens toegevingen gedaan uit schrik voor revolutie door de massa’s. Het is de collectieve actie van de werkende bevolking, die zich inspireerde op een socialistisch programma, die verandering heeft afgedwongen. Het is ook zo dat gezondheids- en veiligheidsreglementering voor de werk-

vloer en de wijken rond fabrieken zijn ingevoerd. Die arbeidersklasse is natuurlijk heel divers en kampt met allerlei dagelijkse bezigheden en problemen. Voor wie dagelijks 8 uur werkt, net kan rondkomen op het einde van de maand, ouders moet verzorgen omdat de rusthuizen te duur zijn en kinderen moet opvoeden en naar school voeren, lijkt de klimaatzaak niet het meest dringende. We hebben vaak onze auto nog nodig om kinderen naar school te voeren en naar ons werk te gaan. Velen hebben geen boodschap aan de deeleconomie, eigen moestuintjes of de lage emissiezone waardoor de oude diesel van de hand moet zonder geld voor een nieuwe. Veel personeelsleden van vervuilende sectoren hebben geen alternatieven als ze hun facturen willen betalen. Grote maatschappelijke omwentelingen zijn er gekomen wanneer de onmiddellijke belangen van de arbeidersklasse samenvielen met een noodzaak om het systeem uit te dagen. Als we verandering willen, moet de klimaatbeweging zich dus richten op een manier om de brede lagen van de werkende bevolking te betrekken, eerder dan de beleidsmakers.

Een evident voorbeeld is het personeel van het openbaar vervoer. De (stakings)acties bij NMBS of De Lijn tegen besparingen en voor betere arbeidsomstandigheden zijn een cruciaal onderdeel van de klimaatbeweging. De klimaatbeweging kan solidariteit uitbouwen door samen met de vakbonden een programma op te stellen voor

Door de directe noden van de werkende bevolking te koppelen aan ecologische maatregelen in een socialistisch programma kan de klimaatbeweging zich verbreden, versterken en uit het neoliberale keurslijf van de traditionele groene partijen treden.

meer en gratis openbaar vervoer, voor extra aanwervingen en vermindering van de werkdruk. Een beweging die massale publieke investeringen eist in duurzame energie en een uitstap uit vervuilende energie, kan dit niet doen zonder ook een plan van jobcreatie in die sector te eisen. Dat zou de vorming en heropleiding van werknemers vergen. De vakbonden van het personeel in de sector zouden gemobiliseerd kunnen worden voor een uitstap uit vervuilende of onveilige energie, een vormingstraject voor de werknemers en een transitie naar gezondere groene jobs. Dit zou de discussie over klimaateisen en de financiering ervan binnen de vakbonden en de arbeidersbeweging stimuleren. Zo’n beweging zou ook het idee van een linkse regering, die de arbeiders- en klimaatbeweging vertegenwoordigt, populariseren. Een goede aanzet van een ecologisch programma dat vertrekt van de belangen van de werkende bevolking, vinden we bij France Insoumise van Jean-Luc Mélenchon. FI pleit voor ecologische planning, de nationalisatie van de energiesector, uitstap uit kernenergie, reconversie van de jobs, de isolatie van


www.socialisme.be 9 december 2018 - januari 2019

9

je markt is de oorzaak, niet de oplossing! Plastic Soup: zij de winsten, wij de kosten

H

et kapitalisme strijkt de winsten op en schuift de kosten af op de gemeenschap en natuur. Een wraakroepend, maar tekenend voorbeeld is de “plastic soup”. De oceanen zijn grote afvalcontainers geworden, het is gevaarlijk voor de biodiversiteit en microplastic dringt door tot in ons voedsel. Is het de schuld van de consumenten die hun afval op straat laten vallen of in zee gooien? Betalen we de prijs van de gemakzucht en het kortetermijndenken van de mens? Toen plastic steeds meer in gebruik raakte, werden wegwerpverpakkingen heel populair bij fabrikanten. Ze waren enthousiast over de veel hogere winstmarges. Individueel verpakte producten blijven namelijk langer vers en er was een alternatief op drankflessen die ze moesten reinigen en recycleren om te hergebruiken. Plastic flessen konden supergoedkoop in de

Grote bedrijven zijn bereid om onze leefomgeving te vergiftigen (letterlijk in het geval van plastics) als het maar winst oplevert kostprijs verrekend worden om dan weg te gooien zonder kosten voor de fabrikant. Geconfronteerd met de afvalberg van plastic die plots aangroeide en parken en rivieren vervuilde, vaardigde de staat Vermont (Verenigde Staten) in 1953 al een wet uit die de verkoop van dranken in niet-hervulbare verpakkingen verbood! Ook in de jaren daarop zochten wetgevers op andere plaatsen in de VS naar antwoorden op de vervuiling. Drankgiganten en lobbygroepen zagen daarin echter een aanval op hun winsten. Coca-Cola en andere drankgiganten richtten samen met Phillip Morris in datzelfde jaar de NGO “Keep America Beautiful” op. Keep America Beautiful oriënteerde zich enerzijds op lobbywerk bij wetgevers en anderzijds op het publiek door te stellen dat het probleem niet de product ie en verkoop, ma a r het gebruik was. Mensen moesten beter omgaan met afval en leren recycleren! Na vier jaar campagne tegen de wetgeving, liet Vermont de maatregel vallen en konden de fabrikanten naar hartelust plastic flessen produceren en winsten maken. Productie van plastic nam toe van 2,3 miljoen

ton in 1950 tot 162 miljoen in 1993 en 448 miljoen in 2015. De helft van de productie dient voor verpakking en slechts een fractie van het “gerecycleerde” plastic wordt effectief hergebruikt. Wat het ons leert is dat er voorafgaand aan consumptie, ook productie is. In feite is het grootste succes van Keep America Beautiful geweest dat ze de verantwoordelijkheid voor het milieu hebben verschoven naar de consument. De moderne vorm van individueel recycleren, zoals wij die vandaag toepassen, vindt haar oorsprong in die campagne “Keep America Beautiful” van op winst beluste bedrijven die er alles aan deden om hun winsten te beschermen. Het is een fenomeen dat ook in andere domeinen ontstaan is en versterkt werd met het neoliberalisme. Daarnaast is het een historisch voorbeeld dat aantoont dat de winstlogica voor niets terugdeinst. Grote bedrijven zijn bereid om onze leefomgeving te vergiftigen (letterlijk in het geval van plastics) als het maar winst oplevert. Voor hen waren wegwerpbekers een kostenbesparing. Voor ons en onze planeet is het een heel kostelijke en levensbedreigende zaak. Voor het kapitalisme is de natuur enerzijds een vorm van gratis natuurlijke rijkdommen en anderzijds een grote stortplaats. Als er geen collectief antwoord komt, ziet het perverse kapitalisme ook in die crisis weer een opportuniteit. De fameuze “The Ocean Cleanup” van ondernemer Boyan Slat die een systeem heeft ontworpen om het plastic uit de oceanen te vissen, kan nu de crisis veroorzaakt door het winstmodel gebruiken om zelf winst te maken. Zijn businessmodel: “Enerzijds kunnen bedrijven een installatie aanschaffen/ sponsoren, die dan hun naam krijgt voor marketingdoeleinden. Anderzijds willen we het plastic leveren aan producenten die er consumentenproducten van maken. Ze betalen voor de plastic als grondstof, maar krijgen daarbij een licentie op ons merk, zodat ze hun producten onderscheidend kunnen maken doordat ze zijn vervaardigd uit Ocean Cleanup-plastic.” Onze leefomgeving is voor hen een grote jackpot.

Het programma van LSP • Mobilisatie van activisten, vakbonden en jongeren in een massabeweging tegen klimaatonvriendelijke investeringen, akkoorden en beslissingen van het politieke establishment. 700.000 woningen per jaar, ... Door de directe noden van de werkende bevolking te koppelen aan ecologische maatregelen in een socialistisch programma kan de klimaatbeweging zich verbreden, versterken en uit het neoliberale keurslijf van de traditionele groene partijen treden. Revolutionaire partij

We mogen ons echter geen illusies maken. Een linkse regering die een dergelijk programma probeert door te voeren en het systeem uitdaagt, zal onmiddellijk in conflict komen met de nationale burgerij, het Europese establishment, het IMF en de multinationals. Zij zullen er alles aan doen om een echte structurele en collectieve ecologische transitie te saboteren omdat die hun winstbelangen fundamenteel aantast. Dat is de belangrijkste les uit de ervaringen met Syriza in Griekenland: democratie mag volgens hen niet buiten de lijntjes van het kapitalistische bestel kleuren. Daarom is er bovenop een dergelijk eisenpakket ook een revolutionaire partij nodig. Zonder revolutionaire leiding die een programma heeft om het

hoofd te bieden aan de chantage en de sabotage, riskeren de goede intenties van een linkse regering opgeborgen te worden. Dat is hoe Tsipras en Syriza uiteindelijk het grootste en zwaarste saneringsplan in Griekenland hebben doorgevoerd, ondanks de wil van de Griekse bevolking om tegen die besparing te strijden. Om ecologische planning en transitie mogelijk te maken zal een breuk met het kapitalisme onvermijdelijk zijn. Ook daar is de arbeidersklasse de maatschappelijke kracht die de systeemverandering kan doorvoeren. Zij kan de natuurlijke rijkdommen en

Om ecologische planning en transitie mogelijk te maken zal een breuk met het kapitalisme onvermijdelijk zijn.

productiemiddelen uit handen nemen van degenen die de klimaatverandering veroorzaken. Door ook de financiële sector en andere sleutelsectoren uit de economie te nationaliseren onder democratische controle en beheer van de arbeidersklasse, kunnen de middelen gegenereerd worden om de dringende investeringen te doen. Een socialistische geplande economie zou er op die manier voor zorgen dat beslissingen genomen worden in functie van de noden van de mens en van de maatschappelijke kosten (en dus van de natuur), in plaats van in functie van de winst. Het noodzakelijke, maar dure onderzoek naar nieuwe technologische ontwikkelingen, de reusachtige infrastructuurwerken voor groene energieproductie en -distributie, inclusieve en collectieve oplossingen voor ons vervoer, ... kortom een ecologisch urgentieplan levert vanuit kapitalistisch oogpunt niets op. Gecombineerd met een socialistische maatschappijverandering zijn dat democratisch gestuurde investeringen die een onbetaalbare aanwinst en meerwaarde zijn voor de mensheid, haar leefomgeving en toekomstige generaties.

• Meer, beter en gratis openbaar vervoer als enige echte alternatief op privaat transport en fijnstof. • Snelle conversie naar volledig hernieuwbare energiebronnen: wind-, golf- en zonne-energie ... • Publiek gefinancierde energiebesparende maatregelen die collectief worden doorgevoerd. Onder andere door huizen CO2-neutraal te maken. • Voor een grootschalig groen werkgelegenheidsprogramma waarmee de overgang weg van fossiele brandstoffen en kernenergie kan worden gemaakt, terwijl er tegelijkertijd degelijke banen worden gecreëerd. • Solidariteit met de strijd van lokale bevolkingen die het slachtoffer zijn van droogtes, overstromingen ... • Een degelijk en menselijk asielbeleid zonder onderscheid tussen politieke-, economische- of klimaatvluchtelingen. • Onteigening en nationalisatie onder democratische controle van de productie en distributie van energie. Samen met de nationalisatie onder democratische controle van de financiële sector en onderzoek en wetenschap kunnen op korte tijd de reusachtige maar noodzakelijke investeringen gedaan worden. • Een democratisch socialistisch geplande productie gebaseerd op de belangen van de overgrote meerderheid van de bevolking en dus ook op de bescherming van onze leefomgeving en planeet.


10

internationaal

de

Linkse Socialist

Extreemrechts: waarschuwing uit Brazilië

Verzet van werkenden en jongeren meteen organiseren!

V

oor velen was de schok groot: vanaf januari wordt de president van Brazilië, de negende economie van de wereld, de extreemrechtse populist Jair Bolsonaro die nostalgisch terugkijkt op de dictatuur van 1964 tot 1985. Die dictatuur had het volgens de nieuwe president aan het rechte eind om mensen te martelen, “maar er werden er niet genoeg gedood.” Zijn overwinning is slecht nieuws voor vrouwen, de LGBTQI-gemeenschap, Afro-Brazilianen, inheemse volkeren, ecologische activisten, werkenden, syndicalisten en alle politieke dissidenten die hij repressief het zwijgen wil opleggen.

Door Nicolas Croes Op zijn laatste verkiezingsbijeenkomst zei Bolsonaro dat hij “de oppositie, het socialisme en het communisme” zou elimineren. Dit was een openlijke bedreiging aan het adres van de vakbonden en linkse organisaties. Zijn zoon, parlementslid Eduardo Bolsonaro, verklaarde dat hij wetsvoorstellen zal indienen om sociale bewegingen zoals de Beweging van Landloze Boeren en de Beweging van Daklozen te vervolgen en om oppositiepartijen “indien nodig” te verbieden. Zoon Bolsonaro kondigde tevens aan dat hij een soort van internationaal forum van de rechterzijde wil opzetten, het Forum van San Pablo, waarop hij de Italiaanse premier Salvini of nog Steve Bannon, de vroegere adviseur van Trump, wil uitnodigen. Los van al deze plannen, staat het nu al vast dat de overwinning van Bolsonaro extreemrechts in Brazilië en de rest van de wereld versterkt. Het Amazonewoud is de groene long van de planeet. Dit natuurgebied gaat gebukt onder decennia van afbouw. Vandaag absorbeert het Amazonegebied een miljard ton koolstof minder dan begin jaren 1990. Nu wil de klimaat-sceptische Bolsonaro grote delen van het Amazonewoud privatiseren om er grootschalige mijnbouw en landbouw mogelijk te maken. Ook wil hij er nieuwe hydraulische centrales en kerncentrales vestigen. Als onderdeel van het programma om de regels voor bedrijven te beperken en als besparingsmaatregel, beloofde Bolsonaro om de middelen voor het regeringsagentschap ter bescherming van de inheemse volkeren en hun grond drastisch te verminderen. Mislukking van de PT

De overwinning van Bolsonaro was enkel mogelijk door het falen van de “linkse” regeringen. Met de overwinning van Lula in 2003 kwam de PT (Arbeiderspartij) aan de macht. De partij was al snel betrokken bij de corruptie die zo welig tierde bij alle gevestigde partijen in het land. De PT weigerde om een beleid te voeren dat brak met het

kapitalisme, de socialistische elementen van het partijprogramma op het einde van de dictatuur verdwenen steeds meer naar de achtergrond. Tussen 2003 en 2008 genoot het land van de economische groei die er in heel Latijns-Amerika was. Brazilië deed het goed onder de sterkst opkomende economieën van de wereld en de armoedegraad werd teruggedrongen. Er kwamen sociale maatregelen die, zelfs indien deze beperkt waren, bijdroegen aan het idee van een “kapitalisme met een menselijk gezicht.”

De overwinning van Bolsonaro is een nederlaag voor de arbeidersbeweging. Het is slecht nieuws vanuit het oogpunt van de onderdrukten. Maar dit betekent niet dat de strijd gestreden is. De ruimte waarover Bolsonaro en co beschikken zal mee bepaald worden door het sociaal verzet waarop ze botsen. Deze gouden jaren liggen ondertussen een heel eind achter ons. Na een groei gebaseerd op consumptie, gemakkelijke toegang tot kredieten voor de werkenden en de export van grondstoffen, raakte de Braziliaanse economie vanaf 2013 in crisis. Het establishment eiste structurele besparingsmaatregelen. De PT gaf daar gehoor aan en voerde een beleid van aanvallen op de werkenden en hun gezinnen. Zo kwamen er tegenhervormingen om de arbeidswetten te versoepelen voor de werkgevers. Ook werd het pensioensysteem afgebouwd. Vandaag

worden de werklozen opnieuw in miljoenen geteld. Brazilië kent zijn diepste recessie sinds een eeuw. Staatsgreep die sinds 2016 opborrelt

De werkenden en de massa’s bleven niet passief toekijken. De mobilisaties en stakingen volgden elkaar op, in het bijzonder in 2014 (met onder meer de protestacties naar aanleiding van de Wereldbeker voetbal) en in 2015 (onder meer rond openbaar vervoer). De heersende klasse begon toen met meer nostalgie terug te kijken naar het militaire regime van 1964-1985 en de mogelijkheden onder een autoritair bewind. De voorbije jaren was er een parlementaire staatsgreep in slow-motion. Eerst werd PT-president Dilma Rousseff in 2016 afgezet. Vervolgens werd de vorige president en PT-oprichter Lula gevangen gezet. Ondertussen lieten de sociale gevolgen van de economische achteruitgang zich steeds meer voelen, met onder meer een vreselijke toename van stedelijk geweld. In 2017 alleen al werden bijna 70.000 mensen vermoord in Brazilië! Begin februari kondigde de regering-Temer (de opvolger van Dilma Rousseff) een federale interventie aan in de staat Rio de Janeiro: een generaal van het leger werd er bevoegd voor de veiligheid. Het leger werd ook ingezet om betogingen te onderdrukken in verschillende delen van het land. Bolsonaro was dan niet de eerste keuze van de grote kapitalisten, maar hij werd eerst getolereerd en vervolgens actief ondersteund. Het doel van het establishment is nu om een aantal uitspattingen van de president onder controle te krijgen, maar tegelijk gebruik te maken van zijn “ijzeren vuist” om harde en radicale neoliberale maatregelen door te voeren. De kapitalisten weten dat de meeste kiezers van Bolsonaro niet voor hem kozen om hun levensvoorwaarden af te breken. Het ongenoegen zal vroeg of laat losbarsten, maar wat de kapitalisten ondertussen kunnen meepikken, halen ze graag binnen. Links moet de strijd voeren

De regering is een gevaar en heeft bloed aan de handen, nog voor ze aan de macht is gekomen. Anderzijds beschikt deze regering niet over een voldoende sterke sociale basis om maatregelen te nemen of een militair regime te vestigen zoals onder de laatste militaire junta. Vandaag komt het erop aan om het

verzet te organiseren om elk democratisch recht te verdedigen en om in te gaan tegen aanvallen van de autoriteiten of van extreemrechtse groepen op de werkenden en alle onderdrukten. De overwinning van Bolsonaro is een nederlaag voor de arbeidersbeweging. Het is slecht nieuws vanuit het oogpunt van de onderdrukten. Maar dit betekent niet dat de strijd gestreden is. De ruimte waarover Bolsonaro en co beschikken zal mee bepaald worden door het sociaal verzet waarop ze botsen. Onze Braziliaanse zusterorganisatie, LSR (Vrijheid, socialisme en revolutie),

roept op tot het opzetten van zelfverdedigingscomités om de werkenden, activisten, LGBTQI-gemeenschap, … te beschermen tegen geweld en moorden. Vanuit deze comités kan het verzet georganiseerd worden tegen het besparingsbeleid van Bolsonaro. Naast een breed eenheidsfront in het actief verzet, is er ook nood aan een brede politieke kracht, rond de linkse partij PSOL en sociale bewegingen, die de woede van de massa’s tegen de ellende en de corruptie kan richten op de omverwerping van het kapitalisme en de vestiging van een socialistische democratie.

20 jaar geleden kwam Hugo Chavez aan de macht

O

p 6 december 1998 won Hugo Chavez de Venezolaanse presidentsverkiezingen. De verwachtingen onder de massa’s waren hooggespannen, het Amerikaanse imperialisme en de Venezolaanse kapitalisten daarentegen waren bang. Pogingen van het imperialisme en de rechterzijde om Chavez aan de kant te schuiven, botsten op massamobilisatie waarmee het regime verder naar links werd geduwd. Een poging tot staatsgreep in 2002 hield minder dan 24 uur stand: massamobilisatie maakte er een einde aan. Venezuela kent heel wat oliereserves, het is een van de belangrijkste olieproducenten ter wereld. De hoge olieprijzen werden gebruikt om sociale programma’s te financieren. Chavez bleef gevangen in zijn illusies van een derde weg tussen een antikapitalistische breuk en de dictatuur van de markten. Een gedurfd socialistisch beleid kwam er niet. Toen de olieprijzen terug daalden, bracht dit het regime in de problemen. De rechterzijde maakt daar gebruik van om de tekorten en bijhorende spanningen nog meer op te drijven. Bolsonaro, Trump, maar ook de ‘gewone’ rechterzijde bij ons, gebruiken de crisis in Venezuela vandaag om links aan te vallen. Het falen van de Chavista-regeringen om te breken met het kapitalisme heeft geleid tot een sociale ramp die nu aangegrepen wordt om ‘socialisme’ te discrediteren. De ramp in Venezuela is een waarschuwing voor wat in Europa of elders kan gebeuren als linkse partijen aan de macht komen maar niet bereid zijn om socialistische maatregelen te nemen, zoals de nationalisatie van de sleutelsectoren van de economie onder democratische controle en beheer van de gemeenschap.


extreemrechts

www.socialisme.be december 2018 - januari 2019

11

Extreemrechts en rechts populisme gedijen onder aftakelend kapitalisme

Enkel de arbeidersbeweging kan hen stoppen!

De oude wereld ligt op sterven. De nieuwe wereld laat nog op zich wachten. En in deze schemerzone ontstaan monsters.” Zo omschreef de Italiaanse marxist Antonio Gramsci de crisis van het kapitalisme honderd jaar geleden. Het past bij de huidige situatie: de autoriteit van alle instellingen raakt steeds verder ondermijnd, dit leidt tot politieke crisissen waarin monsters als Salvini, Trump of Bolsonaro opstaan. Waar komen deze extreemrechtse figuren vandaan, wat is hun kracht en hoe kunnen we hen bestrijden? door

Geert Cool

Systeem in crisis

Tien jaar na de grote recessie kende het kapitalisme een zeker herstel, voornamelijk op basis van middelen die door overheden in de economie gepompt werden. Het heeft geleid tot een verdere verdieping van de kloof tussen arm en rijk: een kleine toplaag ging met het ‘herstel’ lopen, terwijl de overgrote meerderheid van de bevolking onder het besparingsbeleid gebukt ging. Bovendien dreigen nu opnieuw donkere wolken boven de wereldeconomie. Het kapitalisme slaagt er steeds minder in om de indruk te wekken dat alles beter wordt en wij er met zijn allen op vooruitgaan. Tegen deze achtergrond staat het vertrouwen in het systeem en alles wat ermee geassocieerd wordt op een dieptepunt. Alle gevestigde instellingen- politieke partijen, het gerecht, de massamedia, … - ondervinden dit in verschillende gradaties. Een systeem in crisis brengt de bijhorende politieke leiding voort. Politieke formaties die decennialang bestuurd hebben, maken plaats voor nieuwere en instabielere krachten. Voor het establishment is dat een probleem: met die oude partijen verdwijnt ook know-how om de belangen van de heersende klasse te dienen, terwijl nieuwe figuren als Trump onberekenbaar zijn. De aftakeling van de traditionele partijen gebeurt soms aan een duizelingwekkend tempo. Kijk naar het sociaaldemocratische PASOK in Griekenland: tien jaar geleden was dit een betrouwbare factor voor de kapitalisten en kon de partij met 44% een regering vormen, vandaag is PASOK opgegaan in een ‘brede’ centrumlinkse alliantie die in alle peilingen onder de 10% blijft. Dat is natuurlijk een extreem voorbeeld, maar ook bij ons is er een geleidelijke Pasokificatie van de traditionele partijen. Eén voorbeeld: in oktober haalden de drie traditionele partijen (CD&V, VLD en SP.a) in het Antwerpse district Deurne samen net geen 20%. Klassenstrijd

De autoriteit van de instellingen van het establishment verdwijnt, maar dit betekent niet automatisch dat er een einde komt aan alle vooroordelen waarop het bewind van de elite gebaseerd is. De afgelopen decennia was er

een sterke individualisering: niets was nog een maatschappelijk probleem, we werden allemaal individuen (die naar exact dezelfde inhoudsloze televisieprogramma’s kijken en inkopen doen bij dezelfde ketens in quasi identieke winkelstraten). Dat was onderdeel van het neoliberale dogma dat er niet zoiets als een samenleving bestaat. Dit dogma moet ons laten geloven dat we als werkende klasse geen specifieke plaats in de samenleving innemen en vooral dat er niet zoiets als klassenstrijd bestaat. Wie zijn tegenstander kan laten geloven dat er geen strijd is, kan die gemakkelijker winnen. Zoals miljardair Warren Buffet in 2005 opmerkte: “Er is uiteraard een klassenstrijd, maar het is mijn klasse, die van de rijken, die de strijd voert. En we zijn aan het winnen.” Geholpen door de nederlagen van de arbeidersklasse in de jaren 1990 kwamen de kapitalisten hier mee weg. Zodra er voorzichtige pogingen zijn om terug te vechten, schreeuwen liberalen als Gwendolyn Rutten over “klassenhaat.” Enkel het stilzwijgend aanvaarden van de eenzijdig door kapitalisten gevoerde klassenoorlog is vanuit het liberale oogpunt ‘verzoenend.’ Bij afwezigheid van collectieve antwoorden vanuit de arbeidersbeweging zoeken veel mensen de reden voor hun dalende levensstandaard bij de komst van vluchtelingen, de rol van corrupte politici, … Daar spelen rechtse populisten op in, vaak met overweldigende resultaten in verkiezingen. Bolsonaro in Brazilië is er het meest recente

Extreemrechts stelt zich voor als iets nieuw, radicaal en buiten het systeem. Zo kan het inspelen op ongenoegen onder de bevolking. Nochtans staat het voor het verderzetten en opvoeren van de huidige orde en de chaos ervan.

Een terugkeer naar het fascisme zoals dat van Mussolini of Hitler staat vandaag niet op de agenda. Dat wil echter niet zeggen dat we geen belangrijke lessen uit de strijd tegen het fascisme in de jaren 1920 en 1930 kunnen trekken. Het boek ‘Fascisme: wat het is en hoe het te bestrijden’ brengt belangrijke analyses door Leon Trotski samen. Het boek telt 338 pagina’s en kost 18 euro (verzendingskosten inbegrepen).

Spandoek van Blokbuster op de betoging tegen Schild & Vrienden in Gent eind september. Foto: Liesbeth

voorbeeld van. Het falen van de officiële ‘linkerzijde’ onder Lula heeft de deur opengezet voor een monsterscore van Bolsonaro. We zullen daar niet op antwoorden door de reële tekorten en spanningen te negeren. Evenmin zal het gebeuren door vertrouwen te stellen in diegenen wier beleid ertoe geleid heeft. We moeten alternatieven vanuit de arbeidersbeweging verdedigen. Verrechtsing?

Bij de aankondiging van de nieuwe coalitie van SP.a en PVDA in Zelzate verklaarde PVDA-schepen Geert Asman: “In een klimaat van verrechtsing, waarbij rechts en extreemrechts vooruitgaan, slagen we erin om in Zelzate als linkse partij een dam op te werken tegen rechts.” Dit horen we wel meer, ook in vakbondskringen wordt wel eens gesproken over een klimaat van verrechtsing. Het is echter geen volledig of correct beeld: rechts en extreemrechts scoren door het afwijzen van de bestaande partijen, niet door een groeiende steun voor een rechts beleid van cadeaus aan de grote bedrijven en aanvallen op de sociale zekerheid. Bovendien maakt collectieve strijd het moeilijker voor rechts. Dit zagen we ook in Vlaanderen bij de gemeenteraadsverkiezingen: globaal verloor rechts terrein. In de VS waren er in 2018 meer stakingen dan in de voorgaande jaren. De Braziliaanse kiezers stemden voor propere handen en een sterke man, maar zijn gekant tegen aanvallen op de pensioenen of privatiseringen. Er is geen actieve steun voor een uiterst rechts beleid van harde neoliberale maatregelen gekoppeld aan autoritair bewind. Dat maakt het voor extreemrechtse politici nodig om haat en vooroordelen tegen vluchtelingen te stimuleren of om de hypocrisie en beperkingen van gevestigde politici te benadrukken. Daar kunnen ze mee scoren, met hun eigen asociale agenda is dat veel moeilijker. Sommigen omschrijven Bolsonaro of Trump ten onrechte als fascisten. Niet dat we eraan twijfelen waar Trump en Bolsonaro in de jaren 1930 politiek zouden gestaan hebben… Maar hen nu als fascist bestempelen gaat voorbij aan de afwezigheid van een actieve massabasis die bereid is om op geweld-

dadige wijze een fascistisch beleid op te leggen. Fascistische groepen voelen zich gesterkt door die rechtse politici, maar als ze offensiever naar buiten komen, leidt het al gauw tot massamobilisaties die hen terug in het isolement dwingen. We zagen dit met altright na het geweld op een betoging in Charlottesville in de zomer van 2017. Het fascisme in Italië of nazi-Duitsland was in staat om een einde te maken aan arbeidersorganisaties. Vandaag is dat niet aan de orde van de dag, er is integendeel in de VS net een opgaande fase van arbeidersstrijd. Waar extreemrechts te ver gaat, vervult het eerder de functie van de zweep van de contrarevolutie die massabewegingen opwekt. We moeten daar uiteraard niet op wachten om de strijd tegen extreemrechts en de voedingsbodem ervan te organiseren. Hoe kunnen we extreemrechts stoppen?

In de tussentijdse verkiezingen in de VS hield Trump min of meer stand, hij had meer kunnen verliezen en kon de

Een systeem in crisis brengt de bijhorende politieke leiding voort. Politieke formaties die decennialang bestuurd hebben, maken plaats voor nieuwere en instabielere krachten. Voor het establishment is dat een probleem: met die oude partijen verdwijnt ook veel know-how om de belangen van de heersende klasse te dienen, terwijl nieuwe figuren als Trump onberekenbaar zijn.

Senaat behouden door de zetelverdeling die in Republikeins voordeel is. De belangrijkste troef van Trump is het gebrek aan vertrouwen in de belangrijkste oppositiepartij: de Democraten. Dat zien we met heel wat rechts-populistische krachten: hun sterkte wordt vooral bepaald door de zwakte van de tegenstanders. Als het alternatief moet komen van de gevestigde partijen die hun laatste restjes autoriteit verliezen, dan kunnen extreemrechtse en populistische krachten langere tijd standhouden. Het gebrek aan massale actieve basis zorgt echter voor een ingebouwde instabiliteit. Het politieke terrein is geen monopolie van de rechterzijde. Zelfs indien het ons aangeleerd wordt om politiek aan de experten over te laten, betreedt de arbeidersklasse wel degelijk het politieke terrein. Dit gebeurt zowel op syndicaal als politiek vlak. De afgelopen jaren was er een opkomst van nieuwe linkse formaties in heel Europa en de VS. Het is een uitdrukking van een zoektocht naar alternatieven, waarbij zeker in de context van toenemende sociale strijd meer naar links wordt gekeken. Doorheen acties leren we sneller dat we samen sterker staan, wie onze bondgenoten en wie onze vijanden zijn. Een probleem is evenwel dat veel nieuwe linkse formaties nog getekend zijn door de erfenis van het neoliberale ideologische offensief na de val van het stalinisme. Hierdoor ontbreekt het vaak aan vertrouwen in de capaciteit van de arbeidersklasse om offensief en gedurfd op te komen voor een andere samenleving. Waar links op een gedurfde en collectieve wijze met een socialistisch programma in het offensief gaat, heeft rechts het moeilijk. Er is echter nog werk om onze strijdmethoden en programma te verfijnen. LSP speelt daar een actieve en noodzakelijke rol in. Extreemrechts stelt zich voor als iets nieuw, radicaal en buiten het systeem. Zo kan het inspelen op ongenoegen onder de bevolking. Nochtans staat het voor het verderzetten en opvoeren van de huidige orde en de chaos ervan. Het is de consequente linkerzijde die de werkenden en armen in het algemeen een nieuw, radicaal, strijdbaar instrument moet aanbieden op basis van de ideeën van gelijkheid, solidariteit, democratie en socialisme.


12

cultuur

de

Linkse Socialist

Tentoonstelling ‘Berlijn 1912-1932’ in Brussel toont hoe kunst en revolutie samengaan

D

e tentoonstelling ‘Berlijn 1912-1932' in het Koninklijk Museum voor Schone Kunsten in Brussel belicht een uiterst fascinerende periode uit de recente geschiedenis. Nog tot 27 januari loopt deze tentoonstelling. Mis ze niet!

door

Andrej, Antwerpen

De 'roaring twenties' maakten van Berlijn een moderne kapitalistische metropool. Een stad die zich aan een razend tempo ontwikkelde en waar alles mogelijk leek. De stad barstte op alle domeinen uit haar voegen. Naast de decadente levensstijl van de opkomende burgerij, die nooit naliet haar rijkdom op een vulgaire wijze te etaleren, heerste er ook massale armoede, hongersnood en werkloosheid. Groei omwille van groei en ten koste van de werkenden die de groei mogelijk maken: de mantra van kapitalisten, maar ook de ideologie van een kankercel. Voor socialisten staat Berlijn in de periode meteen na WOI bekend als een epicentrum van klassenstrijd met enorme uitbarstingen. Tussen 1918 en 1923 waren er verschillende revolutionaire keerpunten. De novemberrevolutie van 1918 maakte een einde aan de oorlog en de keizer,

een massale algemene staking blies de contrarevolutionaire poging tot staatsgreep van Kapp in 1920 in amper 100 uur van tafel, een ontluikende massabeweging maakte in de zomer van 1923 een einde aan de regering van ondernemer Cuno. De wil tot strijd was sterk aanwezig. Deze periode van revolutie en contrarevolutie in Duitsland was bepalend voor het potentieel resultaat van de Russische Revolutie van 1917: niet alleen in de zwakste schakel van het kapitalisme, maar ook in een ontwikkeld kapitalistisch land als Duitsland stond revolutie op de agenda. Verschillende factoren maakten echter dat het potentieel niet benut werd. Het kapitalisme hield stand in Duitsland en Europa, Rusland bleef geïsoleerd en raakte in de greep van de oprukkende stalinistische dictatuur. De hernieuwde kapitalistische crisis vanaf eind jaren 1920 gaf ruimte aan de vreselijkste

contrarevolutionaire stroming uit de menselijke geschiedenis: het fascisme. De tentoonstelling ‘Berlijn 19121932' toont hoe omwentelingen op sociaal, politiek en technologisch vlak zich weerspiegelden in het artistieke, dat zichzelf opnieuw heruitvond op zowel vormelijk als inhoudelijk vlak. De bezoeker kan zich onderdompelen in meer dan 200 werken van zeer uiteenlopende kunstenaars. Kollowitz, Hausmann, Servranckx, Masereel, El Lissitzky, Moholy-Nagy, Jeanne Mommen, Bruno Taut, Erich Salamon, Ensor, Ot to Dix, Er nst Ludwig Kirchner en Kazimir Malevich, maar ook Aleksander Rodchenko, Max Beckmann en George Grosz. Een geïnteresseerde bezoeker heeft al gauw enkele uren nodig om de verschillende galerijen te bezichtigen. Hoewel beeldende kunst (schilderkunst) centraal staat, zijn er ook beeldhouwwerken, fotoreeksen, architecturale tekeningen en ontwerpen of filmmateriaal te bewonderen. De artistieke objecten geven een inzicht in de enorme onrechtvaardigheid en verdeeldheid van de maatschappij. De uitzichtloosheid van het kapitalisme voor de meerderheid van de bevolking kwam tot uiting in vreselijke materiële omstandigheden. Het leven van de arbeidersklasse was vaak ondraaglijk terwijl de winsten van de superrijken stegen. Deze tegenstellingen stonden op de voorgrond terwijl het trauma van de grootste slachting uit de geschiedenis tot dan toe nog niet verwerkt was. ‘De mens’ (en daarmee het collectieve bewustzijn) moest fundamentele vragen stellen en nam moeilijke, dappere, riskante beslissingen die moesten leiden tot een radicaal andere manier van handelen in de opbouw van een betere wereld. Het onvervalste optimisme dat eigen is aan revolutionaire periodes zorgt ook voor een explosie van creativiteit. De arbeidersbeweging die massaal in actie komt, drukt zijn stempel op de kunst. Wat deze tentoonstelling typeert is de enorme verscheidenheid aan toonaangevende figuren uit de kunstgeschiedenis en hun kunstobjecten die zich meestal toeleggen op thema’s zoals oorlog, revolutie, arbeidersstrijd, utopie, anti-establishment, non-conformisme, avant-garde en geweld.

Toegegeven, het is erg indrukwekkend. De aanloop met een gigantische gedocumenteerde verbluffende tijdlijn maakt het zeker voor marxisten interessant. Als deze tentoonstelling iets bevestigt of benadrukt, dan is het wel de band tussen sociaaleconomische dynamische processen en kunst. De tijdlijn geeft onder meer een beeld van de werkloosheidscijfers in Berlijn. De economische heropleving na het stopzetten van de economische boycot van het bezette Ruhrgebied in 1923 zorgde niet alleen voor het einde van de torenhoge inflatie, maar ook voor een explosie van werkloosheid. Eerst was hun loon amper iets waard en nu verloren de arbeiders hun werk. In deze context probeerde het fascisme een eerste keer zijn kop op te steken. De putsch van Hitler in 1923 was echter gedoemd om te mislukken: het fascisme was nog geen massabeweging, genoot nog niet de steun van delen van het grootkapitaal en de arbeidersbeweging stond nog te sterk. De pogingen van de kapitalisten om hun heerschappij op te leggen, wat in de relatief rustige periode tussen 1924 en 1929 redelijk leek te lukken, kwamen tot een einde met de economische malaise eind jaren 1920 en begin jaren 1930. De mogelijkheden en financiële

LSP/PSL is voor het volledig herstel van de index en een minimumloon van 1500 euro netto, tegen de afbraak van de sociale zekerheid en de uitholling van het arbeidscontract. Wij verzetten ons tegen iedere bedrijfssluiting omdat dit onder het kapitalisme enkel leidt tot werkloosheid en armoede. De enige maatregel die de massale werkloosheid kan oplossen is de onmiddellijke invoering van de 32-urenweek, zonder loonverlies en met evenredige aanwervingen.

Vlamingen, Walen en Brusselaars respecteren, zonder in de val te trappen van diegenen die de arbeiders door communautair opbod willen verzwakken (cfr. splitsing sociale zekerheid). Ze zou moeten ageren voor de nationalisatie van de sleutelsectoren van de economie onder rechtstreekse arbeiderscontrole.

ondersteuning voor een fascistische contrarevolutie werden groter. In 1932 waren er zes miljoen werklozen in Duitsland, waarvan 600.000 in Berlijn of één derde van de bevolking. De wanhoop neemt toe, maar zelfs toen bleef de mogelijkheid van antifascistisch verzet groot. De arbeidersbeweging kon nog een einde maken aan het fascistische gevaar, maar de socialistische en communistische leiders verraden of verknoeien de mogelijkheden. Hoe hard de kapitalistische cement de kunst ook probeert te betonneren in een steriele marmeren plaat, telkens komt door de barsten onkruid gekropen dat vernieuwing en verzet symboliseert. De kunst uit de jaren 1920 toont de verdeeldheid tussen de ‘glitter and glamour’ van de bourgeoisie aan de ene kant en de strijd van de werkende bevolking aan de andere. De kunst toont hoe in het verzet tegen kapitalisme en uitbuiting de hoop op socialistische verandering leeft. Trotski merkt in ‘Literatuur en Revolutie’ op dat kunst niet alleen een spiegel van de wereld kan zijn, maar ook een hamer voor een andere. Dat kan althans in specifieke perioden van verandering en revolutionaire bewegingen. De Duitse Revolutie van 1918 tot 1923 was zo’n periode.

Meer lezen over de Eerste Wereldoorlog, de Duitse Revolutie en de opkomst van het fascisme in Duitsland? Marxisme.be bracht dit jaar boeken uit over de Eerste Wereldoorlog en de Duitse Revolutie uit. Eerder publiceerden we een bundeling van Trotski’s analyses over het fascisme. De drie boeken samen bieden een uitstekend overzicht van de hele periode. Samen kosten ze met verzendingskosten inbegrepen 42 euro. Aan onze lezers bieden we ze als eindejaarsactie aan voor 35 euro. Stort op Socialist Press met vermelding: ‘eindejaar Marxisme.be’.

waar LSP voor staaT

D

e technische en wetenschappelijke mogelijkheden van de mens zijn nog nooit zo uitgebreid geweest. De jongste 50 jaar verdrievoudigde het gemiddelde inkomen per hoofd van de wereldbevolking. Er is voldoende rijkdom om iedereen een degelijke levensstandaard te garanderen. België vormt hierop geen uitzondering. Zelfs na de gouden jaren ‘50 en ‘60 bleef de totale werkelijke waarde van alles wat we samen produceren toenemen. In ‘96 bedroeg dit dubbel zoveel als in ‘83.

Deze toename van de rijkdom heeft echter niet geleid tot een algemene stijging van de welvaart. Integendeel: terwijl bedrijven recordwinsten boeken en speculanten hun kapitaal vertienvoudigen, gaat de voormalige koloniale wereld gebukt onder oorlog en hongersnood, is de economie van de ex-stalinistische staten ineengestuikt en heerst in het Westen massale structurele werkloosheid. De globale stijging van de rijkdom is aan de overgrote meerderheid van de wereldbevolking voorbijgegaan. Stop de privatiseringen

Hoewel de arbeiders deze rijkdom produceren, hebben ze niet de minste inspraak in de aanwending ervan. Heel de productie staat in functie van de winsthonger van een handvol kapitalisten. Dit leidt tot schrijnende tegenstellingen. Er is nood aan betaalbare en comfortabele sociale woningen, aan gratis openbaar vervoer, aan onderwijs toegankelijk voor iedereen, aan speelterreinen en recreatiecentra, aan een nationale gezondheidsdienst die gratis en publiek is. De middelen hiervoor zijn voorhanden. Op dit ogenblik gaat het echter de andere kant uit. Openbare diensten worden gerentabiliseerd en opgesplitst. De winstgevende delen worden verkocht aan de hoogste bieder, de onrendabele worden afgestoten. Er is al lang geen sprake

meer van diensten. De marktlogica heeft ook in de openbare sector toegeslaan. Voortaan spreekt men van openbare bedrijven in afwachting van de volgende privatisering. 32-urenweek

In de private sector richt de “vrije” markt een ravage aan. Alle verworvenheden worden afgebroken in naam van de competitiviteit. Arbeidscontracten ruimen plaats voor onderaanneming, uitzendarbeid en andere nepjobs. Een miljoen arbeiders in België wordt regelmatig geconfronteerd met werkloosheid. Dit heeft geleid tot de verpaupering van een deel van de arbeiders en hun gezinnen. Pensioenen, werkloosheids- en ziekteuitkeringen staan op de helling door de uitholling van de sociale zekerheid.

Een nieuwe arbeiderspartij

De vakbondsleidingen hebben de kapitalistische afbraaklogica aanvaard. Ze beperken zich tot het “sociaal” begeleiden van de herstructureringen. Daartegenover stellen wij het strijdsyndicalisme: vechten voor iedere job en het behoud van alle verworvenheden. De arbeidersklasse heeft een partij nodig die deze strategie politiek kan en wil vertalen. Zo’n partij moet openstaan voor iedereen die wil vechten tegen de sociale afbraak. Ze moet zich verzetten tegen iedere verdeling van de arbeiders, of het nu is op basis van racisme, seksisme of geloof. Dit kan het best door op te komen voor volledige gelijke rechten. Ze moet de strijd aanbinden tegen het imperialisme en vechten tegen de vernietiging van het milieu. Ze moet het zelfbeschikkingsrecht van

Revolutie

Dit programma is enkel uitvoerbaar indien de arbeidersbeweging de macht uit handen neemt van de kleine minderheid van kapitalisten. De heersende klasse zal haar privileges echter niet zomaar afstaan. Het breken van de kapitalistische staat zal een revolutie vereisen. Daarom bouwen wij aan een revolutionaire marxistische partij. Arbeidersdemocratie

De productie moet in functie staan van de reële behoeften van de bevolking. Ze moet georganiseerd worden via een democratisch productieplan, opgesteld en gecontroleerd door raden, samengesteld uit vertegenwoordigers van de arbeiders van het bedrijf, van de nationale vakbonden en van de

arbeidersregering. Iedere functionaris moet verkozen en permanent afzetbaar zijn. Hij/zij mag niet beschikken over een hoger loon dan het gemiddelde loon van de arbeiders die hij/zij vertegenwoordigt. Op die manier kan het wanbeheer vermeden worden zoals dit in de planeconomieën in het ex-Oostblok bestond. Voor socialisme en internationalisme

De socialistische revolutie breekt altijd uit op het nationale vlak, maar eindigt in de internationale arena. Arbeidersdemocratie en socialistische planning kunnen niet beperkt blijven tot één land. Het isolement van Sovjet-Rusland heeft tot haar degeneratie vanaf 1924 geleid. LSP/PSL maakt deel uit van het Comité voor een Arbeidersinternationale (CWI), dat actief is op alle continenten. Onze strijd in België zien wij in het kader van een arbeidersstrijd in de hele wereld voor een socialistische maatschappij.

Voor arbeiderseenheid Voor socialisme


partijnieuws

www.socialisme.be www.socialisme.be december december 2018 2018 - januari - januari 2019 2019

30-31 maart: Socialisme 2019 in Brussel Een weekend vol debat en discussie over waarom strijd voor socialisme zo broodnodig is!

O

ns jaarlijkse discussieweekend komt eraan. Daarop komen enkele van de meest prangende thema’s voor de werkende klasse aan bod. De wereld vandaag kenmerkt zich door de kapitalistische crisis, die wereldwijd een dusdanige graad van onderdrukking en ongelijkheid teweegbrengt dat miljarden mensen dagelijks vechten om te overleven. Het brengt ook sociale strijd voort, waarin de vraag naar een alternatief op het kapitalisme zich stelt. door

Els Deschoemacker

Internationaal is er een groeiende vrouwenrevolte tegen seksisme en geweld tegen vrouwen op straat, de werkvloer, scholen en thuis. Dit is belangrijk: het toont dat we niet alles lijdzaam moeten ondergaan. Campagne ROSA heeft Iers parlementslid Ruth Coppinger (zie ook pagina 15) uitgenodigd om te speken over de beweging tegen victim-blaming. In Ierland, Spanje en elders was er al spontaan massaprotest na gerechtelijke uitspraken van victim-blaming in verkrachtingszaken. Dat is een uitdrukking van de groeiende vrouwenbeweging, die zich sinds het #MeToo-protest ook naar de werkplaats aan het verleggen is (zie de voorbeelden van Google en de staking in Glasgow voor gelijk loon, zie pagina 14). Miljoenen mensen zijn op de vlucht voor oorlog, armoede, klimaatverandering, … De meesten komen terecht in vluchtelingenkampen in eigen land of in naburige landen, waar zich dikwijls al even grote problemen van armoede en ellende stellen. Slechts een

fractie komt in het Westen terecht. Hen organiseren is een cruciale kwestie, niet alleen voor het verdedigen van de rechten van deze vluchtelingen maar ook om de sociale verworvenheden hier te vrijwaren en een gemeenschappelijk front van strijd voor verandering te vormen. Dat is noodzakelijk zodat dergelijke gedwongen volksverhuizingen niet meer nodig zijn. We hebben Isai Priya uitgenodigd, een van de organisatoren van de Britse Refugee Rights Campaign, dat migranten op en naast de werkvloer organiseert. Extreemrechts en rechtse populisten vinden gehoor voor hun racisme. Dat zal onder meer blijken in de Europese verkiezingen van volgend jaar. Wie zich tegen racisme verzet, moet daarop kunnen antwoorden. Tegen de achtergrond van de crisis van de EU moeten we ook nagaan hoe we ons programma formuleren tegenover het neoliberale Europa dat overal een keurslijf van besparingen en privatiseringen oplegt. De Roemeense socialist Vladimir Bortun is een kenner van de nieuwe

linkse formaties in Europa en komt spreken over het socialistisch programma tegen het Europa van het kapitaal. Daarnaast laten we hem aan het woord over de beweging tegen corruptie in Roemenië en de opbouw van onze zusterorganisatie in dat land. Dit is slechts een fractie van de thema’s die we op Socialisme 2019 met jou willen bespreken. Ons programma zal ook de strijd in België reflecteren, met sprekers over de strijd tegen de precaire arbeidsomstandigheden bij Lidl, Aviapartner of Bpost. De jongeren die in Gent een walk-out organiseerden tegen Schild & Vrienden zullen er spreken alsook de Actief Linkse Studenten die met hun mobilisatie naar de klimaatbetoging het debat willen openen over de dringende nood aan een planmatige socialistische economie om de vernietiging van onze planeet een halt toe te roepen. Twee maanden voor de verkiezingen zal er uiteraard ook daarop ingegaan worden. Anja Deschoemacker, woordvoerster en lijsttrekker van de linkse lijst Gauches Communes, zal pleiten voor een strijdprogramma dat beantwoordt aan de noden van de werkende bevolking. Het vol le d ig prog r a m m a va n Socialisme 2019 volgt binnen enkele weken, maar deze eerste elementen bieden alvast een voorsmaakje zodat je de datum van 30-31 maart meteen vrijhoudt in je agenda!

Geslaagde campagne van LSP-Consequent Links in Keerbergen

I

“Rechts scoort in Keerbergen hoog: VLD en N-VA halen samen ongeveer twee derden van de stemmen. Maar ook in rijkere gemeenten is er een sociale polarisatie en wordt gezocht naar alternatieven. In Keerbergen heeft 7% van de inwoners betalingsmoeilijkheden en is er een toename van het aantal kinderen dat in kansarmoede wordt geboren. Met LSP bieden we daar antwoorden op: er is een tekort aan publieke middelen omdat alles gaat naar belastingvoordelen voor de superrijken en de grote bedrijven. Sociale ongelijkheid zit ingebakken in dit systeem. Om er iets aan te doen, moeten we ons organiseren.” Hoe is de campagne verlopen?

“We zijn er meteen na de vorige gemeenteraadsverkiezingen aan begonnen. De afgelopen zes jaar hebben we

13 lokale nieuwsbrieven verspreid in de gemeente. De laatste 9 werden op 5.000 exemplaren verspreid. In de verkiezingscampagne nu hebben we twee nieuwsbrieven op 8 pagina’s verdeeld. Dat is een heel werk, maar we kunnen rekenen op een 20-tal mensen die helpen. De politieke inhoud van onze nieuwsbrief brengt veel discussie mee: we krijgen er heel wat reacties op. “Onze kandidaten waren erg divers: jongeren en ouderen, vakbondsmilitanten uit ABVV en ACV, een zelfstandige, … Die verscheidenheid is belangrijk: we staan sterker als we over verschillen heen samenwerken. “Veel debat ten zijn er niet in Keerbergen, maar waar mogelijk nemen we natuurlijk wel deel. Zo was er een debat georganiseerd door Unizo. We hebben niet nagelaten om daar duidelijk te maken dat kleine zelfstandigen net als werknemers veel belastingen betalen, terwijl grote bedrijven dit niet doen. Het fiscaal beleid dat de grote bedrijven in de watten legt, heeft ook gevolgen voor de gemeenten. Op onze

Deze krant en heel onze werking draaien op bijdragen van leden en sympathisanten. Dat is een bewuste politieke keuze: wij zijn helemaal onafhankelijk van de grote bedrijven en de overheid. Gewone werkenden en jongeren bepalen wat we doen en discussiëren samen over onze standpunten en campagnes. Ze zorgen ook voor de financiële middelen om dit te doen. We halen geld op onder sympathisanten of met sociale activiteiten. In het laatste kwartaal van 2018 willen we onze doelstelling om 11.500 euro steun op te halen realiseren. Steun ons en stort een bijdrage!

Agenda • • • • • •

Zondag 2 december. Betoging Claim the Climate. 14u Brussel Noord Donderdag 6 december. Kortrijk. Kortrijk. Discussieavond: System Change not Climate Change! 19u30 Tranzit, Mandelaplein Dinsdag 11 december. Leuven. Boekvoorstelling Duitse Revolutie. 20u zaal De Bruul, Brouwersstraat Maandag 31 december. Brussel. Strijdbaar nieuwjaarsfeest (zie hieronder) 8 maart: betogingen in het kader van de internationale vrouwendag 30-31 maart: Socialisme 2019 in De Kriekelaar, Schaarbeek

Strijdbaar nieuwjaarsfeest Zo snel mogelijk inschrijven om van de voorverkoop te genieten en ons te helpen bij het plannen van deze uitzonderlijke avond! Ons menu staat in het teken van de twee belangrijkste momenten in de strijd voor vrouwenrechten het afgelopen jaar: 8 maart: de staking van miljoenen vrouwen en mannen voor vrouwenrechten in Spanje. En 25 mei: het referendum in Ierland, verkregen door een jarenlange hardnekkige strijd, waarin de meerderheid het verbod op abortus wegstemde. Menu : • Buffet van warme en koude Spaanse tapas (met uitstapjes naar LatijnsAmerika, waar vrouwenstrijd hoog op de agenda blijft…) • Beef and Guinness stew • (Iers stoofvlees), colcannon (stoemp op zijn Iers) en wintergroenten • Dessertbuffet Cocktail Bar ROSA // Drank aan democratische prijzen //Avondfeest en muzikaal entertainment! Prijs • 25€ (17€ sociaal tarief) • 5€ voor kinderen jonger dan 12 jaar (er is kinderopvang en animatie voorzien) • +5€ aan de deur Waar? RANDSTAD, Hovenierstraat 45, Molenbeek Graag inschrijven voor 28 december bij Stéphane op 0474 87 30 11 of via mail: BXL@socialisme.be Storten kan op de rekening BE86 5230 8092 4650 van LSP met mededeling “31/12” gevolgd door je naam.

lijst stond overigens een zelfstandige. “Onze affiches tenslotte maakten ook een verschil. Bij ons geen nietszeggende slogans of enkel koppen met zo een grote smile dat het lijkt alsof het reclame voor tandpasta is. Wij hadden een affiche met enkele politieke eisen.”

n de Vlaams-Brabantse gemeente Keerbergen nam onze lokale afdeling reeds meermaals deel aan verkiezingen. Ook dit jaar dienden we een lijst in: LSP-Consequent Links. Deze haalde 2%, wat in de tweede rijkste gemeente van het land zeker niet slecht is. We spraken over de campagne en de resultaten met lijsttrekker Christophe De Brabanter. Is er ruimte voor een linkse kracht in een kleine gemeente als Keerbergen?

13

Wat was het resultaat?

“We haalden 2%. In 2012 was dat 1,8%, maar toen stond SP.a op de lijst rond Open VLD en kwam Groen niet op. Nu kon Groen op de nationale golf meesurfen en haalde het 11%. De SP.a strandde op 3,5% en verliest haar enige verkozene. Met een meer strijdbare campagne had Groen wellicht meer kunnen halen, maar globaal gaat links dus ook in Keerbergen vooruit. “Een verkiezingscampagne is een goede gelegenheid om onze standpunten en voorstellen naar een groter publiek te brengen. Verkiezingen zijn maar één onderdeel. We zullen de komende maanden en jaren verder bouwen aan onze lokale werking, de vakbondswerking van heel wat van onze leden en sympathisanten en onze betrokkenheid bij nationale activiteiten. Zo dragen we bij aan het opbouwen van een kracht waarmee we het besparingsbeleid kunnen stoppen en de nood aan socialistische maatschappijverandering op de agenda zetten.”

Strijdfonds Bxl-W.Brab: 1.579 € O en W Vlaanderen: 1.372 € Vl Brab-Limburg: 395 € Luik-Lux: 242 € Henegouwen-Namen: 186 € Antwerpen: 231 € Nationaal: 393 €

69% 44% 38% 22% 17% 16% 37%

TOTAAL: 4.399 €

38%

Steun de strijd voor een socialistisch alternatief: stort op BE86 5230 8092 4650 van LSP met vermelding ‘steun’.

Contact / Abonnementen Meer info over de partij / Lid worden: Hovenierstraat 45, 1080 Molenbeek Tel: 02/345 61 81. E-mail:info@socialisme.be. Redactie: redactie@socialisme.be. Ook lezersbrieven zijn welkom! Abonnementen: * proefabo: 5 euro voor drie nummers, 10 euro voor zes nummers * gewoon abo: 20 euro voor twaalf nummers * steunabo: 30 of 50 euro voor twaalf nummers Of neem een doorlopende opdracht van minstens 2 euro Rekeningnummer voor abonnementen: BE31 5230 8092 5155 van Socialist Press


14

internationaal

Spanje: Eenheid van PSOE en Podemos om sociale afbraak te stoppen?

de

Linkse Socialist

Strijd voor gelijke rechten en tegen seksisme op de werkvloer Walk-out bij Google tegen seksueel wangedrag

O

p 1 november was er een walk-out van honderden, mogelijk zelfs duizenden, werknemers van Google in heel de wereld. Ze protesteerden tegen het feit dat het bedrijf stelselmatig toeliet dat toplui die beschuldigd werden van seksueel wangedrag het bedrijf konden verlaten met hoge ontslagpremies. Het personeel organiseerde zich om duidelijk te maken dat het dit niet aanvaardt en om structurele maatregelen te eisen tegen discriminatie en tegen seksueel wangedrag.

Een Google-personeelslid uit San Francisco schreef op socialistalternative.org: “Het personeel begon zijn profielfoto’s aan te passen om de walk-out te ondersteunen. Er kwamen automatische antwoorden die zouden verstuurd worden als reactie op elke email die aankwam tijdens de walk-out. Er waren discussies over hoe de strijd na de actie zou doorgaan. Een werknemer veranderde de default desktop achtergrond van duizenden machines in het bedrijf om het nieuws van de walk-out kenbaar te maken. Een andere werknemer plaatste het op de voorpagina van het intranet van het bedrijf zodat iedereen het kon zien. Dit alles werd gedaan zonder ‘toestemming’ te vragen en zonder bij het management na te gaan of het mocht.” Het was een eerste concrete stap naar zelforganisatie op de werkvloer. De miljardairs die de technologiesector controleren, zullen er alles aan doen om dit te stoppen. Mogelijk zullen ze beperkte toegevingen doen. Het personeel moet zich blijven organiseren om democratisch vorm te geven aan deze beweging, net zoals vorige generaties dit deden toen ze vakbonden opbouwden in nieuwe sectoren.

Pablo Iglesias (Podemos) en Pedro Sanchez (PSOE) in het Spaanse parlement

I

n oktober werd een akkoord gesloten tussen de Spaanse sociaaldemocratische partij PSOE van Pedro Sanchez en Unidos Podemos, de electorale alliantie van Podemos, Izquierda Unida (Verenigd Links) en de ecologische formatie Equo. Na het harde besparingsbeleid van de rechtse regering de afgelopen jaren, was er een zucht van opluchting. Tussen december 2011 en juni 2018 werd de Spaanse regering geleid door de conservatief Mariano Rajoy (PP). Het beleid was niet alleen asociaal maar ook brutaal repressief. In juni – een week nadat de PP veroordeeld werd in een corruptieproces – viel de regering na een motie van wantrouwen neergelegd door PSOE. Na de verkiezingen van 2016 onthield PSOE zich in het parlement waardoor de regering-Rajoy II kon gevormd worden. Tegenstanders van deze gedoogsteun, waaronder Pedro Sanchez, stonden toen geïsoleerd binnen PSOE. Voor Jeremy Corbyn onder druk van onderuit voorzitter van de Britse Labour-partij werd, ging hij regelmatig in tegen de partijleiding en de algemene koers ervan. Sanchez daarentegen was altijd een loyaal PSOE-lid die de partijdiscipline volgde. Na de ineenstorting van het Griekse PASOK en de crisis in heel de Europese sociaaldemocratie plaatste hij zich aan het hoofd van een vleugel in de partij die met een linksere retoriek de meubelen wil redden. Sanchez werd in 2014 verkozen als algemeen-secretaris van PSOE, maar in 2016 werd hij door de rechterzijde afgezet. In 2017 kon hij terugkeren. Voor de succesvolle motie van wantrouwen tegen de regering-Rajoy kon Sanchez rekenen op de steun van Unidos Podemos en de Baskische en Catalaanse partijen. Het leidde tot een minderheidsregering van PSOE die slechts 84 van de 350 verkozenen telt. Een akkoord met Unidos Podemos over de begroting bracht dit aantal op 151. Er is steun van de Baskische en Catalaanse partijen nodig om aan een meerderheid te komen. Als die steun er niet is, zijn vervroegde verkiezingen niet uitgesloten. Wat staat in het begrotingsakkoord?

De meest opmerkelijke maatregel is de verhoging van het minimumloon tot 900 euro per maand, een verhoging met 22% die een impact heeft op anderhalf miljoen werkenden. Deze verhoging verbleekt in vergelijking met de stijgende prijzen voor huisvesting (+40%

De betrokkenheid van de massa’s en een programma dat vertrekt van de noden van de bevolking, waren noodzakelijk. In de plaats daarvan beperkte Podemos zich tot een programma dat voor het establishment aanvaardbaar was. Er zat nochtans meer in!

op vier jaar!) en basisgoederen (in het bijzonder elektriciteit), maar is niettemin erg welkom. Het akkoord voorziet tevens in een verhoging van de pensioenen met 3%, voorstellen gericht op de hervorming van de huurmarkt, een belasting van 1% op vermogens groter dan 10 miljoen euro, … Deze maatregelen zijn een reële stap vooruit, maar blijven erg bescheiden tegenover de sociale crisis die de bevolking treft. Er is overigens een lastige keerzijde: Unidos Podemos en PSOE zijn niet bereid om over te gaan tot de intrekking van de tegenhervormingen van de arbeidswet onder de regering-Zapatero (PSOE) in 2010 en onder PP-regering in 2012. Door deze tegenhervormingen kunnen de werkgevers de lonen drukken en de flexibiliteit van miljoenen werkenden verder opvoeren. De afgelopen jaren heeft de PP-regering een hele reeks maatregelen ingevoerd om de positie van werkenden tegenover hun werkgevers te verzwakken. Dit werd nog versterkt door privatiseringen en besparingen in de gezondheidszorg en het onderwijs. De verplichting om de publieke schulden af te betalen werd in de grondwet opgenomen en de repressieve mogelijkheden werden uitgebreid. Deze maatregelen zullen afgezwakt worden, maar worden niet fundamenteel in vraag gesteld door het akkoord tussen PSOE en Unidos Podemos. Een andere benadering was mogelijk

Het centrale doel van PSOE is om de druk van de straat te verminderen en de ‘sociale vrede’ te herstellen, zonder te raken aan de essentie van het begrotingstraject van de regeringen onder Rajoy en Zapatero. Unidos Podemos kon niet zomaar alle samenwerking met de sociaaldemocratie afwijzen. Dat had een zware fout geweest: brede lagen van de bevolking zouden het niet begrepen hebben. Na het jarenlange harde besparingsbeleid door de gehate PP zou het immers de deur geopend hebben voor een terugkeer van rechts. Miljoenen mensen hopen op wat ademruimte. Podemos had zijn positie aanzienlijk kunnen versterken door zich te baseren op de mobilisatie van werkenden, jongeren en verschillende sociale bewegingen. Doorheen mobilisatie had het programma op de onderhandelingstafel besproken kunnen worden. Massabetogingen hadden eisen op die tafel kunnen leggen. De betrokkenheid van de massa’s en een programma dat vertrekt van de noden van de bevolking, waren noodzakelijk. In de plaats daarvan beperkte Podemos zich tot een programma dat voor het establishment aanvaardbaar was. Er zat nochtans meer in! Een mobilisatiecampagne rond offensieve eisen had voor enthousiasme kunnen zorgen, overigens niet alleen in de Spaanse staat. Het had ook een uitstekende voorbereiding gevormd op het verzet dat nodig zal zijn tegen elke asociale maatregel van de regering-Sanchez. De leiders van Podemos hebben echter een andere weg gekozen en willen zich vooral “verantwoordelijk” opstellen tegenover de instellingen en het establishment als voorbereiding op deelname aan een regeringscoalitie met PSOE.

Gelijk loon voor gelijk werk: historische staking in Glasgow

E

ind oktober staakten meer dan 8.000 vrouwelijke personeelsleden van de stadsdiensten in het Schotse Glasgow. Directe aanleiding was een gerechtelijke uitspraak die bevestigde dat de ongelijke lonen voor mannen en vrouwen onaanvaardbaar zijn. Onderhandelingen om de lonen gelijk te schakelen leverden niets op. Hierop werd een tweedaagse staking uitgeroepen met een grote betoging. Het door de Scottish National Party (SNP) geleide stadsbestuur verweet de stakers dat ze een ‘politieke actie’ voerden. Tevens werd met sancties gedreigd tegen afvalophalers die geen stakerspost wilden passeren. Deze dreiging provoceerde een algemene staking onder de afvalophalers. Het was de grootste staking voor gelijke lonen sinds de strijd bij Ford Dagenham die leidde tot de wet op de gelijke lonen van 1970. Het stadsbestuur zegt dat gelijke lonen miljoenen zullen kosten. Gelijke lonen mogen niet gefinancierd worden door te besparen op diensten. Het gemeentebestuur moet meer middelen eisen van de Schotse en Britse regeringen. Het kan een begroting opstellen die vertrekt van de noden, waarbij reserves en schulden worden aangesproken om tegen de besparingen van de Tories in te gaan.


ROSA

www.socialisme.be december 2018 - januari 2019

15

Foto: Liesbeth

Hoe 8 maart opbouwen onder werkenden?

O

p 8 maart organiseert campagne ROSA Marsen tegen Seksisme. Daarmee sluiten we aan bij de groeiende internationale beweging voor vrouwenrechten en tegen alle vormen van discriminatie.

Van #MeToo naar #Wefightback

#MeToo zorgde voor een vloedgolf van getuigenissen. Traditionele politici noemden zichzelf feminist en kwamen met sensibiliseringscampagnes tegen seksisme. Dit verandert niets aan de voedingsbodem van seksisme. Integendeel: het is hun asociale besparingspolitiek die de voedingsbodem van seksisme versterkt. De vele getuigenissen onder #MeToo tonen dat het een maatschappelijk probleem is, waar een collectief antwoord op nodig is. De afgelopen weken waren er acties op de werkvloer, van een staking bij McDonald’s in de VS tegen seksueel wangedrag tot een walk-out bij Google. Het is belangrijk dat we ons op de werkvloer organiseren om samen te strijden tegen seksisme. Het maatschappelijk probleem van seksisme komt op veel manieren tot uiting. Zo wordt het vrouwenlichaam gecommercialiseerd: voor meer winsten worden stereotypen op scherp gesteld. Dit heeft gevolgen voor hoe vrouwen behandeld worden. Het leidt ook tot een verkrachtingscultuur die slachtoffers veroordeelt en daders vrijspreekt. Formeel is er gelijkheid. Maar toch worden we dagdagelijks met seksisme en onrecht geconfronteerd. De

regering beweert op te komen voor vrouwen, maar weigert te investeren in onder meer gezondheidszorg of gemakkelijkere toegang tot voorbehoedsmiddelen en abortus. Een échte vrije keuze voor vrouwen betekent ook dat een kind krijgen niet mag leiden tot een grotere kans op armoede. Wij zeggen: • Vakbonden moeten op de werkvloer de strijd tegen seksisme mee organiseren: gelijk loon voor gelijk werk, stop seksueel wangedrag. • Gratis toegang tot voorbehoedsmiddelen, gemakkelijke toegang tot abortus • Meer investeringen in het onderwijs • Een degelijke seksuele opvoeding die verder gaat dan biologie, met opgeleide vormingswerkers Strijden voor vrouwenrechten is strijden tegen besparingen

Vrouwen zijn bij de eerste slachtoffers van besparingen op alle niveaus. De afbouw van de openbare diensten legt taken die voorheen collectief georganiseerd werden op de schouders van het gezin, meestal de vrouw. Denk maar aan het groot aantal mantelzorgers: in 2017 waren dat er in

Vlaanderen al 171.846, een stijging met 20% tegenover 2015. In de kinderopvang zijn er onvoldoende plaatsen waardoor ouders en grootouders moeten inspringen. De aanvallen van de regering op werkenden treffen vrouwen extra hard. Zo moet de helft van de vrouwen het stellen met een pensioen van minder dan 1.000 euro per maand. Aanvallen op vervroegde pensionering, tijdskrediet en pensioenrechten zelf zullen dit enkel erger maken. Sociale tekorten leiden tot spanningen. Zo hoorden we hoe op een werkplaats fysiek gevochten werd nadat een personeelslid ouderschapsverlof opnam in de vakantieperiode, waardoor een collega geen vakantie kon opnemen. We moeten ervoor zorgen dat de woede niet tegen elkaar gericht is, maar tegen de verantwoordelijken voor de tekorten. Dit betekent ook actief opkomen voor meer collega’s. Wij zeggen: • Voor massale investeringen in sterke openbare diensten die beantwoorden aan de noden (vb. crèches, maar ook openbaar vervoer, gezondheidszorg, …). Voldoende personeel aan goede voorwaarden zorgt voor betere dienstverlening. • Intrekking van alle aanvallen op vervroegd pensioen, tijdskrediet en pensioen. Optrekken van het minimumpensioen tot 1500 euro per maand!

Strijden tegen geweld op vrouwen is strijden voor hun financiële onafhankelijkheid

Vrouwen werken vaak in ondergewaardeerde sectoren, met tijdelijke en flexibele jobs en zeer precaire contracten. Ook zitten we vandaag nog steeds met de historische loonkloof van 20%. “Gelijk loon voor gelijk werk,” was een slogan van de stakende vrouwen van FN Herstal in 1966. Het was ook de slogan van stakend gemeentepersoneel in het Schotse Glasgow enkele weken geleden. We zijn er dus nog lang niet! Onzekerheid en armoede verhogen de kans op geweld, zowel op het werk als in het gezin. Wat kan je doen op je werk wanneer je bang bent om je job te verliezen? Lage lonen van vrouwen maken hen afhankelijker van hun partner en dus kwetsbaarder voor huiselijk geweld. Meer dan de helft van de alleenstaande ouders leeft in armoede. Wij willen: • een verhoging van het minimumloon naar 14 euro per uur • een collectieve arbeidsduurvermindering zonder loonverlies en met bijkomende aanwervingen om werk, gezin en vrije tijd op een leefbare manier te kunnen combineren. • uitkeringen die een individueel recht zijn en opgetrokken worden tot boven de armoedegrens!

Allemaal samen strijden!

Het is al te gemakkelijk om ons te laten verdelen. Sommigen doen het bewust: zogezegd vrouwenrechten of LGBTQI-rechten verdedigen om eigenlijk racistische haat te verspreiden. Het Vlaams Belang is daar extreem in: die partij verklaarde tot recent nog dat de plaats van de vrouw aan de haard is, maar om racisme te versterken werpt ze zich plots op als verdediger van vrouwenrechten. Hoe kunnen we ingaan tegen onderdrukking door andere vormen van discriminatie en onderdrukking te stimuleren? Een zondebokbeleid leidt de aandacht af van de verantwoordelijken voor sociale ellende. Het verdeelt bovendien onze strijd tegen de besparingen en voor onze gemeenschappelijke noden. We moeten samen strijden. Aanklagen is niet genoeg! Maatschappelijke problemen vereisen een collectief antwoord. Internationale Vrouwendag, 8 maart, moet terug een dag van strijd zijn om onze noden op de agenda te zetten en onze krachten te versterken. Dat is waarom de plaats van de vrouw het hele jaar door, maar zeker op 8 maart, in de strijd is. Organiseer mee aan onze marsen tegen seksisme op 8 maart. Vraag je vakbondsafdeling om de mars te steunen en een oproep rond te sturen. Maar vooral: kom zelf en probeer collega’s, vrienden of familieleden mee te brengen.

Enorme verontwaardiging na victim-blaming in Ierse verkrachtingszaak: #ThisIsNotConsent

internationale media, die ook aandacht hadden voor de protestacties.

Sluit het bewijs de mogelijkheid uit dat ze aangetrokken was tot de verdedigende partij en openstond voor het ontmoeten en samenzijn met iemand? Kijk hoe ze gekleed was. Ze droeg een string in kant.”

Deze opmerking van advocaat Elizabeth O’Connell in een verkrachtingszaak voor de rechtbank in Cork heeft geleid tot woede op het Ierse eiland en de rest van de wereld. Het ging over een 17-jarige vrouw en de opmerking passeerde zonder protest van de rechter. De opmerking was een duidelijk voorbeeld van victim-blaming en van verkrachtingsmythes die in rechtszaken worden gebruikt. Dit gebeurt in een land waar de meeste verkrachtingen en gevallen van seksueel misbruik niet gerapporteerd worden en waar slechts 10% van de klachten tot een veroordeling leidt. Protest in Ierland

Onder de hashtag #ThisIsNotConsent (‘Dit is geen toestemming’) plaatsten vrouwen foto’s van hun ondergoed op sociale media. Er waren ook protestacties in verschillende Ierse steden. Dat gebeurde op een kort tijdsbestek en tijdens de werkuren. In Cork trokken 500 betogers naar het gerechtsgebouw. Veel betogers lieten ondergoed op de trappen van het gebouw achter. In het centrum van Dublin waren er eveneens 500 betogers, in Belfast waren het er 250, in Limerick 50 en in Galway 40. De meeste van deze acties

kwamen er op initiatief van ROSA, de socialistische feministische beweging waarin de Socialist Party een belangrijke rol speelt. De explosie van woede toont aan dat vrouwen en jongeren steeds minder bereid zijn om victim-blaming en vrouwonvriendelijke opmerkingen te tolereren. In maart/april van dit jaar trokken duizenden mensen op straat na de vrijspraak van de Ulster rugbyspelers in een verkrachtingszaak in Belfast waar gelijkaardige tactieken van victim-blaming werden gebruikt. Heel wat mensen werden actief in de referendumcampagne om het grondwettelijk verbod op abortus in te trekken. Eerder was er een walk-out van Google-personeel als onderdeel van een internationale actie tegen seksueel wangedrag. Dit toont het potentieel om werkenden op hun werkplaatsen te organiseren tegen uitingen van seksisme. De vakbonden moeten dit thema ernstig opnemen. String in het parlement

Ruth Coppinger, parlementslid voor Solidarity en lid van de Socialist Party, gaf uiting aan de verontwaardiging toen ze premier Leo Varadkar een vraag stelde in het parlement. Ze eiste

Walk-outs op internationale vrouwendag

Ruth Coppinger op een protestactie onder de slogan #ThisIsNotConsent. Op Socialisme 2019 (zie pagina 13) is Ruth een van onze sprekers.

actie van de regering tegen victim-blaming in de rechtszalen en hield daarbij een string omhoog. Dat was wellicht een primeur in het parlement. De camera’s van het parlement werden snel weggedraaid van dit “aanstootgevend item.” Maar zoals Ruth opmerkte: als dit ongepast is in het nationaal parlement, dan is dit des te meer het geval als bewijs tegen een vrouw in een rechtbank. De interventie van Ruth vond een brede weerklank in de nationale en de

Als het tonen van een string ongepast is in het nationaal parlement, dan is dit des te meer het geval als bewijs tegen een 17-jarige vrouw in een rechtbank.

Er is potentieel voor een nieuwe beweging rond de kwestie van victim-blaming en gender-gerelateerd geweld. ROSA Ierland roept op tot massale protestacties en walk-outs op internationale vrouwendag 2019. We halen daarbij inspiratie uit het Spaanse voorbeeld, waar een ‘feministische staking’ eerder dit jaar miljoenen mensen op straat bracht. De beweging moet opkomen voor veranderingen zoals verplichte opleiding van rechters en jury’s in gevallen van seksueel geweld, maar ook degelijke seksuele voorlichting over wederzijdse toestemming in de scholen. De zaak in Cork is geen alleenstaand geval. Victim-blaming en vrouwonvriendelijkheid zijn alomtegenwoordig in het gerechtelijk systeem, de staat en de samenleving in het algemeen onder een kapitalistisch systeem waarin seksisme en ongelijkheid ingebakken zit. We moeten bouwen aan een beweging van vrouwen, jongeren en LGBTQI-mensen en alle delen van de arbeidersklasse rond een antikapitalistisch en socialistisch-feministisch programma dat ingaat tegen dit systeem en alle onrechtvaardigheden dat het voortbrengt.


strijd

solidariteit

socialisme

maandblad van de L i n k s e S o c i a l i s t i s c h e Pa r t i j  nr 380  dec. 2018 / jan. 2019

€2

€5 steunprijs

SAVE our PLANET FROM CAPITALISM H

et lijkt onwezenlijk. De nieuwe studie van het IPCC (het klimaatpanel van de VN) geeft ons nog 12 jaar om de ergste gevolgen van de klimaatverandering te voorkomen en de temperatuurstijging tot 1,5°C te beperken. In realiteit zitten we op koers voor 3°C. Geen wonder dat we klimaatverandering al van dichtbij ervaren. 2018 is opnieuw een jaar van recordtemperaturen, ongeziene droogte en klimaatrampen. Daarbovenop komen het verlies in biodiversiteit, verzuring van de oceanen, plastic soup …

De wetenschappelijke wereld publiceert een spervuur aan waarschuwingen en tal van organisaties of activisten proberen hun steentje bij te dragen. Toch lijkt het allemaal niet te baten. Waarom? Wat staat een fundamentele aanpak dan in de weg? Iedereen verantwoordelijk?

Is iedereen verantwoordelijk omdat we allemaal consumeren? Media en politici zijn duidelijk: we moeten minder of anders consumeren. Dat zou de markt beïnvloeden en groene alternatieven promoten. Dat is wat we al decennia lang horen. Toch gaat het steeds achteruit. Hoe komt dat? De ecologische voetafdruk van de gemiddelde mens is klein. Oxfam berekende dat de rijkste 10% evenveel koolstof uitstoot als de armste helft van de mensheid. Voor de armsten in de maatschappij is minder consumeren overigens geen optie. Zij zijn al blij als ze voldoende kunnen consumeren om te leven. Consumptie kan niet los gezien worden van productie. En in het kapi-

talisme draait die om private winst. “Milieunormen” beschouwen ze als kosten. Voor de ecologische “kosten” draait de maatschappij op. Ook het VBO (Verbond Belgische Ondernemers) waarschuwde voor te ambitieuze doelstellingen want “die mogen de competitiviteit niet schaden.” Iedereen slachtoffer?

Zitten we allemaal in hetzelfde schui�tje? In september berichtte Bloomberg dat enkele miljardairs veiligheidsbunkers bouwen in Nieuw-Zeeland. Sociale onrust of klimaatrampen? Zij zitten veilig! Gewone mensen in overstromingsgebied of woestijngebied hebben geen geld voor bunkers. Zij zullen de hittegolven, overstromingen, waterschaarste, rampen of ziektes niet kunnen ontlopen. In steden treffen longziektes kinderen en ouderen. Voor ons, de meerderheid, is klimaatverandering en vervuiling een kwestie van leven en dood. In 2016 werden 24,2 miljoen mensen ontheemd omwille van rampen. De

De snelheid waarmee we tot fundamentele collectieve oplossingen kunnen komen, zal afhangen van de rol van de arbeidersbeweging in de klimaatbeweging

VN schat het aantal klimaatvluchtelingen tegen 2050 tussen de 200 miljoen en 1 miljard. Voor rechtse populisten zoals Francken betekent dat meer muren bouwen, push-backs en dodelijke slachtoffers. De wetenschappelijke rapporten zijn duidelijk: klimaatverandering is al reëel en maakt al slachtoffers. De vraag is niet alleen hoe we de ergste gevolgen tegenhouden, maar ook: hoe gaan we om met klimaatverandering? Geldt de wet van de rijkste? Of gebruiken we de bestaande rijkdommen voor collectieve oplossingen? Voor een programma op maat van de uitdaging!

De mensheid heeft wetenschappelijke wonderen verricht. Toch lijken volwaardige alternatieven op fossiele brandstof en kernenergie onvindbaar. De realiteit is dat de noodzakelijke investeringen niet rijmen met de winstlogica. Er was echter nog nooit zo veel rijkdom in de wereld. Een geplande economie, beheerd en gecontroleerd door de gemeenschap, zou tot democratische conclusies komen: die collectieve rijkdom investeren in duurzame voedsel- en energieproductie; afschaffen van verspillende productie, de levenskwaliteit verbeteren … Een linkse regering (of lokaal bestuur) kan massaal investeren in gratis en degelijk openbaar vervoer, in een

w w w. s o c i a l i s m e . b e

publiek gefinancierd isolatieplan en in publiek gefinancierd wetenschappelijk onderzoek naar groene productie en distributie. Een krachtsverhouding uitbouwen

Zaken k u n nen veranderen. Gezondheidsregels op en rond het werk bijvoorbeeld zijn afgedwongen door strijd. Voor werkgevers waren dat (en zijn dat nog steeds) extra kosten, maar dankzij een krachtsverhouding en vakbonden hebben we die verkregen. Willen we een planeet waarop we kunnen leven en water om te drinken? Dan is er ongeziene verandering nodig. Volgens ons is die verandering een socialistische maatschappij, opgebouwd door de massale actie van de werkende klasse en jongeren. De snelheid waarmee we tot fundamentele collectieve oplossingen kunnen komen, zal afhangen van de rol van de arbeidersbeweging in de klimaatbeweging. Zij heeft de sleutels van de economie in handen. Met het stakingswapen kunnen zij de natuurlijke rijkdommen en productiemiddelen uit handen nemen van degenen die de klimaatverandering veroorzaken (de kapitalisten) en een socialistisch alternatief uitbouwen onder hun democratische controle en beheer. Lees ons DOSSIER op pagina’s 8 en 9


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.