
COLOFON
Redactie
Guy Uyttebroeck
Tina Deneyer
Jaël Muls
Liesbet Van Lil
Alessandro Rossi
Amuka Koridze
Elvira Crois
Thi Xuan Quynh Ngo
Eindredactie
Tina Deneyer
Carina Carruet
Vormgeving
Nine O’Clock Somewhere
COLOFON
Redactie
Guy Uyttebroeck
Tina Deneyer
Jaël Muls
Liesbet Van Lil
Alessandro Rossi
Amuka Koridze
Elvira Crois
Thi Xuan Quynh Ngo
Eindredactie
Tina Deneyer
Carina Carruet
Vormgeving
Nine O’Clock Somewhere
Intro
Inside
• Slaapblokken in een nieuw jasje
Expo
• Expo ‘Out There, In Here’: empathie in beeld
• Masterclass ‘De kracht van illustreren’
Internationaal
• Codename Seedling: jeugd en kunst voor klimaatrechtvaardigheid
• ‘Jonker staark maachen’: verslag van een inspirerende jobshadowing
Terugblik
• Een magische Kunstendag voor Kinderen in Hanenbos
• Elisabeth Lucie Baeten: ‘Verhalen kunnen kinderen laten geloven in een betere wereld’
Groep in de kijker
• Jonge Helden
Artiest in Huis
• Tim Natens onderzoekt donkere bladzijde uit de geschiedenis
• ‘Progeria’: dansreis door tijd, labels en verbinding
Telex
• Quality Label
Binnenkort
• Fourage 2025 komt eraan!
Groot nieuws uit eigen huis. In oktober verwelkomden we voor het eerst gasten in de vernieuwde slaapblokken van Destelheide, die na een grondige renovatie opnieuw voldoen aan de hedendaagse normen. Alle kamers hebben nu hun privé-sanitair en dat valt duidelijk in de smaak van onze gasten. Hun reacties op de renovatie zijn hartverwarmend. Nog even doorbijten en dan zijn ook de laatste twee slaapblokken vernieuwd.
In Hanenbos was de Kunstendag voor Kinderen op 17 november een groot succes. Het thema ‘Zot van Kunst’ bracht kinderen in contact met kunst en mensenrechten op een speelse en creatieve manier. De voorleessessie en de workshop van auteur Elisabeth Lucie Baeten en illustrator Flore Deman waren een schot in de roos. Nog tot november 2025 kan je in de expo ‘En ze leefden nog altijd’ in de bar van Hanenbos een aantal prachtige prenten van Flore Deman uit het gelijknamige boek bewonderen.
En ook in Destelheide kan je kijken naar werk van Flore. Daar houdt ze voor het eerst een solotentoonstelling. Haar unieke stijl en krachtige boodschappen zijn tot 29 januari te zien in de expo ‘Out There, In Here’. Wie wil leren hoe je een actuele thema’s visueel kan vertalen, kan ik Flores masterclass ‘De kracht van illustreren: Grootse ideeën in beeld’ warm aanbevelen.
Ook het project Codename Seedling zet kunst in, maar dan voor klimaatrechtvaardigheid. Twintig jonge kunstenaars uit Europa werken samen om via kunst lokale projecten te ontwikkelen met jongeren. De kick-off-week in Destelheide was een inspirerende start voor Codename Seedling.
Nu duiken we de winter in en dat doen we in Destelheide opnieuw met onze Winteracademie. Samen met De Veerman hebben we weer een mooi programma samengesteld. Meer dan 50 creatievelingen komen tussen kerst en nieuw kennis en inspiratie opdoen in vijf boeiende ateliers onder begeleiding van professionele coaches.
Geniet van de feestdagen en alvast een gelukkig nieuwjaar vanwege het hele team van Destelheide en Hanenbos!
Guy Uyttebroeck
Directeur Destelheide & Hanenbos
De realisatie van het masterplan van Destelheide is weer een flinke stap dichterbij. In oktober ontvingen we voor het eerst gasten in de eerste twee vernieuwde slaapblokken. De blokken ondergingen een grondige renovatie en voldoen weer op alle vlakken aan de hedendaagse normen. Tijd voor een babbel met architecte Reine Van den Wijngaerde van DEWIL Architecten.
Een grondige renovatie van de oude slaapblokken drong zich al een hele tijd op. In het oorspronkelijk ontwerp van de slaapblokken uit de jaren ’50 waren maar 3 personen per slaapkamer voorzien. Dat aantal werd doorheen de jaren opgetrokken tot uiteindelijk 6 personen per kamer, uiteraard met gevolgen op het vlak van privacy en comfort. De kamers van 6 personen zijn nu omgevormd tot kamers voor 4 personen. Elke kamer heeft een eigen douche, twee wastafels en een toilet. Op elke verdieping is er ook een aparte polyvalente ruimte voor ontmoeting. Elke slaapblok heeft een kamer die vlot toegankelijk is voor rolstoelgebruikers.
Waarom was je als architecte geïnteresseerd in dit project?
Reine Van den Wijngaerde: “Eigenlijk was mijn interesse vrij persoonlijk. Ik ben opgegroeid in Dilbeek, waar cultureel centrum Westrand van architect Alfons Hoppenbrouwers staat. Ik heb mijn jeugd doorgebracht tussen die betonnen muren en vloeren, dus dat type architectuur is me erg vertrouwd. Toen ik wat foto’s zag in het dossier van dit project, wilde ik er gewoon naartoe om het met eigen ogen te zien. Toen ik uiteindelijk door Destelheide liep, voelde ik meteen dat het herkenbaar was, dat dit iets was wat ik echt wilde doen.”
Had je een speciale band met Destelheide?
Reine Van den Wijngaerde: “Nee, vreemd genoeg niet! Ik was er nog nooit geweest. Ik lijk daar echt een uitzondering in te zijn, want toen ik vrienden en familie vertelde over het renovatieproject, reageerde bijna iedereen: ‘Oh, Destelheide, daar heb ik jeugdherinneringen aan!’ Maar voor mij was dat niet zo. Dat gaf me juist het voordeel dat ik er met een volledig nieuwe blik naar kon kijken.
De architectuur van het hele domein fascineerde me direct.”
“Bij renovaties leg je eigenlijk de bestaande puzzel helemaal opnieuw, maar hij moet uiteindelijk wel weer perfect passen.”
Wat was precies de opdracht?
Reine Van den Wijngaerde: “Het doel was om het oorspronkelijke ontwerp naar het heden te brengen, alsof het vandaag opnieuw ontworpen zou worden, maar dan wel volgens de huidige normen. We hebben gekeken hoe we bepaalde elementen konden behouden en hergebruiken, zoals de binnendeuren, om die specifieke vormentaal van het gebouw te respecteren. Ook ben ik in contact gekomen met de stagiair van architect Paul Felix, die destijds de werf heeft mee opgevolgd, en met zijn zoon, die ook architect is. Zij hebben me bijvoorbeeld laten zien dat Felix werkte met een heel specifiek kleurenpalet, iets wat ik zelf niet direct had opgemerkt door de latere aanpassingen. Dat heeft me geholpen om terug te gaan naar het oorspronkelijke idee en keuzes te maken die echt in lijn liggen met de visie van Paul Felix.”
Zijn er grote veranderingen aangebracht?
Reine Van den Wijngaerde: “Natuurlijk moesten bepaalde dingen wel worden aangepast. Zo hebben we nu een douche en toilet in elke kamer, in plaats van gedeelde voorzieningen op de gang. Dat zijn aanpassingen die het comfort flink verhogen. Altijd was de vraag: hoe zouden zij het in deze tijd ontworpen hebben? Het was vaak een kwestie van afwegingen maken. Je wilt bijvoorbeeld de vormentaal van de binnendeuren behouden, maar tegelijkertijd moeten ze ook akoestisch en brandveilig zijn. Dat was wel zoeken, omdat alles moet voldoen aan de moderne technische normen. Ventilatie moest netjes weggewerkt worden. Het is de bedoeling dat mensen door de ruimtes lopen en denken: ‘Oh, er is eigenlijk niets veranderd.’ Het moet allemaal gewoon kloppen en passen, alsof het alleen maar opgefrist is, terwijl de tijdsgeest van toen behouden blijft.”
Hoe anders is het dan werken aan nieuwbouw?
Reine Van den Wijngaerde: “Heel anders. Bij nieuwbouw heb je veel minder beperkingen. Hier moest het oude en het nieuwe naadloos bij elkaar passen. Bij sommige elementen, zoals de bedden, konden we meer leunen op wat er is in de nieuwe slaapblok J, maar de rest moest zoveel mogelijk ‘verborgen’ blijven zodat het lijkt alsof er nauwelijks iets is veranderd. En dat terwijl het gebouw in werkelijkheid volledig gestript is geweest. Bij renovaties leg je eigenlijk de bestaande puzzel helemaal opnieuw, maar hij moet uiteindelijk wel weer perfect passen.”
Heeft DEWIL Architecten al vergelijkbare projecten gedaan?
Reine Van den Wijngaerde: “Vroeger hebben we wel al historische panden aangepakt, maar nooit brutalistische architectuur zoals hier. Ook de functie maakt dit project uniek. Het zijn slaapblokken, maar ze worden niet permanent bewoond. We hebben wel al slaapvertrekken voor jong publiek ontworpen, waarbij je moet balanceren tussen stevigheid en huiselijkheid. Het moet duurzaam en onderhoudsvriendelijk zijn, maar ook gezellig.”
“De eerste reacties van de groepen die hier overnachten zijn heel positief, en dat doet natuurlijk deugd.”
Dat laatste lijkt niet eenvoudig in gebouwen waar beton zo nadrukkelijk aanwezig is?
Reine Van den Wijngaerde: “Toch kan het. Door materialen zoals hout toe te voegen en de akoestiek aan te passen, proberen we een huiselijke sfeer te creëren. Ik vind dat het goed gelukt is om gezellige ruimtes te maken waar mensen tot rust kunnen komen. De eerste reacties van de groepen die hier overnachten zijn positief, en dat doet deugd.”
Wat is nu de volgende stap?
Reine Van den Wijngaerde: “We zijn intussen al gestart met de renovatie van de laatste twee slaapblokken. Wat we geleerd hebben uit de eerste fase van de renovatie nemen we uiteraard mee. Maar geen enkele van de vier blokken is identiek, dus het is toch weer ietsje anders. Dat maakt het net zo boeiend.”
Flore Deman brengt een unieke stem in de wereld van illustratie. Met haar menselijke blik en authentieke stijl vat de West-Vlaamse illustrator emoties en maatschappelijke thema’s als geen ander. Getuige daarvan is de prachtige expo ‘Out There, In Here’, die je nog tot 29 januari kan zien in Destelheide.
Je stelt regelmatig werk tentoon, maar tot nog toe altijd in groep. Zo’n eerste solotentoonstelling, hoe voelt dat?
Flore Deman: “Dit is inderdaad echt een primeur. De werken die hier te zien zijn, zijn op deze schaal nog nooit getoond. Vaak zien mensen mijn illustraties digitaal, op Instagram of in publicaties, maar groot uitgeprint en tentoongesteld? Dat was nieuw voor mij. Ik ben heel tevreden over hoe het eruitziet. Het was moeilijk om vooraf in te schatten of alles tot zijn recht zou komen. De expohal van Destelheide is een grote ruimte, dus je moet rekening houden met de compositie. Sommige prenten hebben we heel groot gepresenteerd, andere juist klein. Curator Steffi Mareel speelde daar een belangrijke rol in. Zij heeft een objectieve blik en veel ervaring. Waar ik vooral naar de achtergrond en het doel van mijn werk kijk, ziet zij iets nieuws. Dat hielp enorm om een gevarieerde en hopelijk ook verrassende tentoonstelling te maken voor de bezoekers.”
Vanwaar de titel ‘Out There, In Here’?
Flore Deman: ‘‘Out There’ weerspiegelt een buitenwereld van sociale strijd en een nood naar verbinding, terwijl ‘In Here’ meer draait rond mijn innerlijke verbeelding en persoonlijke zoektocht. Ik raak actuele thema’s aan zoals mensenrechten, geestelijke gezondheid, klimaatverandering, seksisme en racisme. Maar er is ook werk te zien rond mijn eigen ervaringen met identiteit, moederschap en mentale gezondheid.”
Hoelang ben je al aan de slag als illustrator?
Flore Deman: “Ik werk als illustrator sinds 2014, maar het werd pas echt concreet rond 2018. Toen begon ik opdrachten te krijgen voor kranten en tijdschriften zoals Knack, De Standaard en De Morgen. Tot corona combineerde ik illustreren met een vaste job bij de stad Kortrijk, waar ik evenementen organiseerde rond cultuur. Twee maanden voor de eerste lockdown besloot ik volledig zelfstandig te worden. En vreemd genoeg bleek dat een goed moment. Terwijl veel sectoren stilvielen, ontstond er juist meer vraag naar illustraties omdat fotografen niet aan de slag konden. Het was een geluk bij een ongeluk.”
Tegenwoordig staat AI hoog op de agenda. Hoe voel jij dat als illustrator?
Flore Deman: “Heel sterk, zeker in de krantenwereld. Sommige kranten werken voor bepaalde rubrieken nu volledig met AI-beelden omdat dat sneller en goedkoper is. Dat is een duidelijke trend. AI evolueert ook elke dag, dus je moet ermee leren leven. Het is here to stay.”
Hoe ga je er zelf mee om?
Flore Deman: “Voor mij is het belangrijk om niet bang te zijn, maar juist te begrijpen wat AI doet. Ik wil weten hoe het werkt, zodat ik het verschil kan maken. AI mist vaak empathie en een menselijke blik. Wanneer je zo’n tool vraagt om een illustratie te maken rond een gevoelig onderwerp zoals endometriose, komen daar vaak koude, onpersoonlijke beelden uit. Mijn werk draait juist om die conceptuele en menselijke laag. AI kan veel, maar dat is een element waarmee ik mezelf kan onderscheiden.”
“Ik werk niet voor bedrijven die aan greenwashing doen. Als de waarden niet kloppen, zeg ik nee.”
Werk je zelf digitaal of analoog?
Flore Deman: “Ik werk vooral digitaal, op een iPad Pro. Dat is snel en efficiënt, wat belangrijk is voor opdrachten. Maar ik voel wel een behoefte om terug te keren naar het analoge. Houtskool, pastels en potlood brengen iets authentieks dat moeilijk te repliceren is. Veel van mijn vrije werk is tegenwoordig analoog, omdat het me helpt om mijn eigen stempel te drukken. Dat wordt in de toekomst steeds belangrijker, want AI kan inmiddels ook stijlen nabootsen.”
Voel je als illustrator veel druk om te presteren?
Flore Deman: “Ja, zeker omdat je als freelancer afhankelijk bent van opdrachten om rond te komen. Soms droom ik ervan om een werkbeurs te krijgen, zodat ik een tijdje vrij kan creëren zonder die financiële druk. Sommige jaren kun je meer commerciële opdrachten doen en bouw je financiële zekerheid op, terwijl je andere jaren vooral passieprojecten maakt, zoals prentenboeken. Daar kun je moeilijk van leven, maar ze dragen wel bij aan je artistieke groei. Ik mag niet klagen, want mijn opdrachten passen bij mijn leefwereld. Ik hoef mijn ziel niet te verkopen. Ik werk bijvoorbeeld niet voor bedrijven die aan greenwashing doen. Als de waarden niet kloppen, zeg ik nee.”
“Ik doe alles om stereotypen te doorbreken en een
inclusieve wereld te tonen.”
Je gooit momenteel hoge ogen met je prentenboeken waaronder Kamertje Ikke, dat je samen met Femke Vanbelle maakte, en de sprookjesboeken van Elisabeth Lucie Baeten die je illustreert. Hoe kwam je met Elisabeth in contact?
Flore Deman: “In 2021 stuurde ze me een bericht via Instagram. Ik volgde haar al een tijdje omdat ik haar humor geweldig vond en hoe ze feministische thema’s zo raak kon verwoorden. Zij kende mijn werk via kinderboeken die ze met haar kinderen las. Dat leidde tot een samenwerking die nu al twee bestsellers heeft opgeleverd. Het is echt gek om te zien hoe hard dat gaat.”
Waar zit volgens jou de kracht van ‘En ze leefden nog (altijd)’?
Flore Deman: “In een tijd van polarisatie bieden die moderne sprookjesboeken zachtheid en humor. Ouders laten vaak een traan tijdens het voorlezen, omdat de verhalen zo raak zijn. Het gaat over thema’s als jezelf mogen zijn, peer pressure, grenzen stellen en pleasen. Het zijn herkenbare situaties voor kinderen, maar ook voor ouders.”
Hoe creëer je de illustraties voor die boeken?
Flore Deman: “Ik vermijd bewust de klassieke sprookjesbeelden. Bij Rapunzel, bijvoorbeeld, begon ik met een leeg blad. In onze versie is ze een wetenschapster met een donkere huidskleur. Ik doe alles om stereotypen te doorbreken en een inclusieve wereld te tonen.”
Je carrière gaat hard. Tussen 2020 en 2024 werd je werk internationaal negen keer bekroond. Wat zijn je dromen nog voor de toekomst?
Flore Deman: “Ik hoop nog lang prentenboeken te kunnen maken, want kinderen als publiek inspireren me enorm. Verder wil ik mijn stijl verdiepen en meer internationaal werken. Nu doe ik opdrachten in België, Nederland en Frankrijk, maar ik zie collega’s die uitbreiden naar Duitsland, het Verenigd Koninkrijk of zelfs Amerika. Tegen mijn 45ste zou het geweldig zijn om bijvoorbeeld voor de New York Times te werken. Meer moet dat niet zijn (lacht).”
De expo ‘Out There, In Here’ is nog tot 29 januari te zien in de expohal van Destelheide. Meer info op www. destelheide.be en www.floredeman.com. Wil je graag met je groep een gratis interactieve rondleiding door de expo? Geef ons een seintje via warre.dejaegher@destelheide.be.
Geïnspireerd door al dat moois van Flore Deman? Schrijf je dan in voor haar masterclass ‘De kracht van illustreren: grootse ideeën in beeld’. Flore leert je daarin hoe je actuele thema’s visueel kunt vertalen. Na jaren illustreren voor kranten en tijdschriften in binnen- en buitenland geeft ze je een unieke inkijk in haar werkproces. De masterclass neemt je mee in de wereld van conceptueel tekenen, waarbij helder en krachtig communiceren van ideeën centraal staat, zonder gelaagdheid en emotie uit het oog te verliezen.
Flore toont je hoe je onderwerpen op een visueel impactvolle manier benadert, met technieken zoals potlood, houtskool, druktechnieken, pastel en verf. Ook digitale technieken komen aan bod, zodat je zowel analoog als digitaal kunt werken om je ideeën tot leven te brengen.
Tijdens de masterclass werk je vanuit persoonlijke ervaringen, waardoor je illustraties niet alleen technisch sterk, maar ook authentiek en betekenisvol worden. Zo ontwikkel je niet alleen je technische vaardigheden, maar ook je eigen visuele taal, perfect voor het maken van krachtige en gelaagde illustraties.
WANNEER?
Vrijdag 24 januari (start: 19u00) tot en met zondag 26 januari (einde: 16u00)
WAT?
Conceptueel illustreren in de rustige en inspirerende omgeving van Destelheide
VOOR WIE?
Voor iedereen vanaf 16 jaar met een passie voor illustratie. Ervaring is geen vereiste.
PRIJS?
135 euro: - 35 jaar
165 euro: + 35 jaar (volpensionmaaltijden en overnachtingen inbegrepen)
MEER INFO EN INSCHRIJVINGEN? www.destelheide.be
Hoe kan kunst bijdragen aan klimaatrechtvaardigheid wanneer je met jongeren werkt? Dat is de centrale vraag van Codename Seedling. Het project brengt 20 jonge Europese kunstenaars en hun coaches samen in een praktijkgemeenschap, waar ze van elkaar leren en lokale projecten met jongeren creëren. Codename Seedling loopt tot oktober 2025, in augustus van dit jaar vond de kick-off-week in België plaats in Destelheide. VUB-studente Thi Xuan Quynh Ngo brengt het relaas van die boeiende week.
Stel je een plek voor waar kunstenaars samenkomen om te creëren, te verbinden en inspiratie op te doen. Denk je aan Destelheide?
Deze prachtige, door de natuur omgeven locatie was de setting voor onze praktijkgemeenschap – een betekenisvolle plek om met elkaar werk en ervaringen te delen.
Elke dag toonden de internationale teams hun innovatieve methodes en demonstreerden ze op welke manier ze jongeren in hun werk uitnodigen. Creativiteit en expertise toonde zich in alles wat ze deden.
Maandag
Op onze eerste werkdag werd het ijs gebroken door een warme introductie en interactieve spelsessie geleid door Elvira Crois (VUB) en Marieke Breyne (Nyskaben). Zo leerden we elkaars werk beter kennen aan de hand van een introspectieve ‘boom’-oefening. Eerst kozen we een afbeelding van een boom waarmee we ons verbonden voelden. Eenmaal we die hadden, brachten we in kaart waar we vandaan komen en waarom we hier zijn door onze ‘wortels’, ‘stam’, ‘takken’ en ‘vruchten’ te benoemen. Het resultaat? Een levenskaart met de boom als metafoor. Terwijl sommigen van ons onze bomen aan het begin kozen simpelweg omdat ze ons interesseerden, ontdekten we later dat verschillende delen van de boom op betekenisvolle manieren met ons verbonden waren. Het bleek een boeiende en impactvolle oefening te zijn die diep resoneerde bij de deelnemers.
Ik realiseerde me dat velen van ons verschillende wortels hebben die we niet kunnen veranderen, omdat we zo geboren zijn. We bouwen wel allemaal onze sterke ‘stam’ door onze eigen keuzes. Sommigen van ons zijn zichzelf nog aan het verkennen, terwijl anderen hun leidende principes al hebben geïdentificeerd. Ondanks onze verschillen zijn we hier allemaal samengekomen met een artistieke ziel en hetzelfde doel: bijdragen aan de samenleving op een impact- en betekenisvolle manier.
Na de introductieochtend volgde een korte inleiding in het onderwerp klimaatrechtvaardigheid en een ‘worldbuilding’ workshop door Coney (VK). Tijdens ‘Island’ ontwierpen we een denkbeeldig eiland en werden we uitgedaagd om de lokale milieuproblemen op dit eiland aan te pakken. De hands-on workshop deed me nadenken over de noodzaak van milieubewustzijn, duurzaam leven en de impact van menselijke acties op de planeet. Heb je er ooit van gedroomd om land te bezitten en ervoor te zorgen? Dan is deze activiteit perfect voor jou! Ik was verbaasd over het eindproduct - ons eilandgevuld met ongelooflijke ideeën. Een octopus die zich aangepaste om te overleven in een woestijn (een verdorde zee) of luchtvervoer aangedreven door vulkaankracht. Omringd door creatievelingen kwam ik met suggesties die ik me voorheen nooit had zien bedenken.
Dinsdag
De volgende dag nodigde het Deense team, Nyskaben, ons uit om onze geest vrij te maken, een potlood te nemen en een lijn te tekenen - zonder er te veel over na te denken - en dan nog een, en dan - dit keer net bewust - nog een. Wat gebeurt er als je nu de lijn van iemand anders neemt en er een lijn aan toevoegt? Waar kan experiment ons brengen? Hoe kunnen we samenwerken en met elkaars bijdragen werken? We werden uitgedaagd om dingen vanuit verschillende perspectieven te bekijken door verschillende handen, breinen en lijnen samen te brengen.
‘s Middags gingen we verder met E.co.lect, door De Veerman (BE), die ons introduceerde in het creëren van een nieuwe klimaatwoordenschat.
Door middel van collages en microverhalen van 3 zinnen, kwamen we met heel wat nieuwe woorden, zoals ‘wewilding’, wat betekent: ‘in de erkenning dat we samen moeten zorgen, proberen de natuur in onszelf te vinden’. Opnieuw voelde ik hoe mijn verbeelding werd gestimuleerd en hoe ik werd uitgedaagd om buiten de grenzen van onze huidige taal te treden, waardoor nieuwe perspectieven op klimaatonderwerpen werden geopend.
Woensdag
Toen we op de derde dag binnenkwamen in de zaal, had het Portugese team lege vierkanten op de grond getapet. Dat kader vormde de start van een bijzonder bordspel. We voerden een stille conversatie met objecten: iemand plaatst een object, samen luisteren we naar de nieuwe situatie, en telkens proberen we het volgende object te plaatsen in relatie tot wat er al is. We leerden over ‘re-parar’ en ‘de-cissions’, woorden die AND Lab gebruikt om te spreken over hoe relationaliteit de wereld kan genezen en hoe luisteren (je aandacht geven en tijd nemen vooraleer je reageert) een cruciale ecologische vaardigheid is.
Daarnaast hadden we tijd om te creëren, te ontspannen, te lachen en te genieten van een feest georganiseerd door het Franse team van Villette Makerz. Ze gaven ons een onvergetelijke geanimeerde audiopresentatie waarin we een micro-wereld bouwden van papier-maché, konden spelen met doe-het-zelf-videomapping en samen luisterden naar onze eigen opgenomen stemmen. Zo had het Franse team ons eerder in de week geïnterviewd over waar we wonen en of het leven als kunstenaar deel kan zijn van de oplossing om duurzamer te leven. Terwijl we leerden over onze verschillende woonplaatsen en verlangens (zoals wonen in een tovenaarstoren) werd de ondersteunende muziek langzaam luider tot een heus feestje losbarstte – simpelweg een geweldige avond.
Op de laatste dag namen we de tijd om na te denken over de week die we samen hadden gedeeld. Alle activiteiten van de praktijkgemeenschap werden gecreëerd om jongeren te inspireren om actie te ondernemen voor een klimaatrechtvaardige wereld. Ze dienen als inspiratie voor de lokale jeugdprojecten die ze zullen ontwikkelen wanneer ze terugkeren naar hun land. Daarom stonden de laatste sessies in functie van wat hierna komt: het uitwerken van specifieke plannen voor de lokale projecten en het brainstormen over vragen voor ons aankomende symposium volgend jaar.
Toen we op donderdagavond afscheid namen, voelde ik me ongelooflijk dankbaar dat ik zulke geweldige mensen had ontmoet. Tot ziens in Destelheide in januari 2025!
Codename Seedling is een project gecoördineerd door de Vrije Universiteit Brussel (BE), in samenwerking met Destelheide (BE), De Veerman (BE), Nyskaben (DK), Villette Makerz (FR), AND Lab (PT), Coney (VK), en Bath Spa University (VK). Wil je op de hoogte blijven van het project? Volg ‘Brussels research centre for Innovation in Learning and Diversity (BILD), VUB’ op LinkedIn, waar we updates plaatsen. Zet ook alvast 27 maart 2025 in je agenda. Die dag plannen we een inspiratieevenement voor de jeugd- en cultuursector.
Van maandag 25 tot woensdag 27 november gingen drie medewerkers van de educatieve diensten van Destelheide, Hanenbos en de Hoge Rielen op een Erasmus+ jobshadowing-avontuur naar Luxemburg. Waarom Luxemburg? Net als onze centra dragen ook daar enkele instellingen met trots het kwaliteitslabel van de Raad van Europa. En ja, dat betekent ook dat ze een educatief aanbod in de aanbieding hebben. Wat dat precies inhoudt, wilden ze natuurlijk zelf ontdekken. Hier volgt hun verslag van een inspirerende trip.
We bezochten drie van de vijf jeugdcentra, allemaal beheerd door de SNJ (Service National de la Jeunesse). Onze eerste stop: het klooster van Cinqfontaines. Dat is niet zomaar een klooster, maar een plek met een geschiedenis.
Tijdens de Tweede Wereldoorlog werd het door de nazi’s omgevormd tot een plaats waar Joden verzameld werden voor hun deportatie naar vernietigingskampen zoals Auschwitz. Vandaag heeft de Luxemburgse staat de site omgevormd tot een gedenkplaats én een educatief jeugdcentrum.
Het educatieve aanbod van Cinqfontaines is indrukwekkend. Het richt zich op drie belangrijke thema’s: het herdenken van de slachtoffers van de deportatie, het bestrijden van antisemitisme en racisme, en het bevorderen van democratie en mensenrechten. En dat alles op een toegankelijke en creatieve manier voor kinderen en jongeren vanaf zes jaar.
Tijdens ons tweede bezoek maakten we kennis met het FORUM Geesseknäppchen. Hier kunnen kinderen en jongeren het potentieel van nieuwe technologieën ontdekken en wordt hun creativiteit flink aangewakkerd. Of je nu als individu of als groep komt (denk aan jeugdverenigingen of schoolklassen), iedereen kan hier aan de slag met professioneel materiaal en deskundige begeleiding. Van coderen en podcasts maken tot T-shirts bedrukken of iets bouwen met een 3D-printer – de mogelijkheden zijn eindeloos!
Onze uitvalsbasis tijdens deze trip was het centrum Marienthal, Dit jeugdverblijf biedt overnachtingplaats aan maximaal 96 personen. Maar het meest onder de indruk waren we van het brede scala aan activiteiten rond drie thema’s: samenleven, media en natuur.
Samenleven: van raketten tot teamspirit
Een groot deel van het programma draait om samenleven en teamwork. De activiteiten zijn speels verpakt in verhalen, zodat deelnemers – van kleine kinderen tot jongvolwassenen –helemaal opgaan in de ervaring. Zo stappen kinderen bijvoorbeeld in een denkbeeldige raket naar een imaginaire wereld. Tijdens spellen en opdrachten ontdekken ze hoe stereotypen ontstaan, wat de waarden van samenleven zijn en waarom diversiteit, tolerantie en respect zo belangrijk zijn. En dat allemaal terwijl hun teamgeest wordt versterkt met leuke samenwerkings- en communicatiespellen.
Media: ontmasker de beelden én maak je eigen meesterwerk
Bij het thema media wordt ingegaan op de realiteit achter beelden en de risico’s van manipulatie. Maar het blijft niet bij theorie: kinderen en jongeren mogen zelf aan de slag! Of ze nu films, stopmotions of shows maken, het moderne materiaal en de professionele begeleiding door professionele animators maken het een onvergetelijke ervaring.
Natuur: van boerderijdieren tot versgemaakte confituur
Binnen het thema natuur mochten we letterlijk én figuurlijk proeven van het boerderijleven. Jongeren maken actief kennis met dat boerderijleven door het verzorgen van de dieren. En in de leskeuken maken ze bijvoorbeeld zelf confituur, die de volgende ochtend tijdens het ontbijt wordt geserveerd.
Het exacte activiteitenaanbod kopiëren naar onze eigen centra? Dat zou een mission impossible zijn. Maar we zijn absoluut geïnspireerd om het op onze eigen manier te vertalen, met de middelen en mogelijkheden die wij in huis hebben. Kortom: ideeën zat, nu er nog een creatieve twist aan geven!
Liesbet Van Lil, Warre De Jaegher en Kato Stijnen
Op zondag 17 november was het in Hanenbos opnieuw Kunstendag voor Kinderen, die dit keer in het thema van ‘Zot van Kunst’ stond. Het uitgelezen moment om in de bar meteen ook de nieuwe tentoonstelling ‘En ze leefden nog altijd’ te openen, met de prachtige prenten van illustrator Flore Deman. Samen met auteur Elisabeth Lucie Baeten bracht ze tijdens Kunstendag voor Kinderen hun nieuwste gelijknamige sprookjesboek tot leven voor een jong en enthousiast publiek.
Een onvergetelijke voorleessessie
De namiddag begon met een warme en interactieve voorleessessie. Elisabeth Lucie Baeten en Flore Deman lieten de kinderen kennismaken met de magische werelden uit hun boek. De verhalen in ‘En ze leefden nog altijd’, die net als in ‘En ze leefden nog’ traditionele sprookjes met een moderne twist vertellen, raakten duidelijk een snaar bij de deelnemers. De sprookjes gingen over thema’s als jaloezie, vriendschap en rechtvaardigheid, verteld op een manier die zowel kinderen als ouders inspireerde. “Onze dochters Liv (4) en Romi (6) zijn dol op ‘En ze leefden nog’, dus waren we heel benieuwd naar het tweede boek”, vertelt mama Evelien De Coninck. “Het was de eerste keer dat we een voorleessessie bijwoonden en we vonden het heel fijn. De meisjes waren ook heel enthousiast over het feit dat ze Flore live konden zien tekenen terwijl Elisabeth voorlas. Ik heb hen tijdens de hele sessie niet gehoord, dus ze waren heel geboeid door wat er gebeurde.”
Creativiteit zonder grenzen
Na het luisteren was het tijd om zelf aan de slag te gaan. Flore Deman begeleidde de kinderen in een creatieve workshop waarin ze hun eigen kunstwerkjes maakten, geïnspireerd door de illustraties uit ‘En ze leefden nog altijd’. “De kinderen leerden hoe ze een tekening konden maken van hun droom als superheld en hoe ze zichzelf zien. Als ouders werden we zelf ook betrokken en konden we hen helpen om hun ideeën op papier te zetten. Maar het leukste vonden de meisjes de tips die ze kregen van een echte illustrator”, lacht Evelien.
TERUGBLIK
Kinderrechten in beeld
Inclusie en diversiteit zijn erg belangrijk in het werk van Elisabeth Lucie Baeten en Flore Deman. “We werken allebei heel bewust aan gediversifieerde werelden waarin kinderen zichzelf kunnen herkennen, zowel in de teksten als in de tekeningen”, vertelt Flore Deman. Wie van dichtbij wil kennismaken met die bijzondere sprookjeswerelden, kan nog tot november 2025 een bezoek brengen aan de expo ‘En ze leefden nog altijd’ in de bar van Hanenbos.
EXPO ‘EN ZE LEEFDEN NOG ALTIJD’
Nog tot november 2025.
Hanenbos, Centrum voor Jeugd, Natuur en Avontuur.
Lotsesteenweg 103, 1653 Dworp
Meer info: www.hanenbos.be
Met haar tweede boek, En ze leefden nog altijd, laat Elisabeth Lucie Baeten opnieuw zien hoe krachtig sprookjes kunnen zijn. Samen met illustrator Flore Deman brengt ze tijdloze verhalen tot leven met een moderne twist, waarin inclusie, diversiteit en kinderrechten centraal staan.
Je nieuwe boek ‘En ze leefden nog altijd’ gaat weer als een speer. Hoe voelt dat?
Elisabeth Lucie Baeten: “Het blijft iets heel bijzonders om een boek af te geven aan de wereld. Het is niet zomaar een project, het is een stukje van jezelf dat je deelt. Dat dit boek nu ook zo goed ontvangen wordt, geeft echt veel voldoening.”
Was de druk voor het tweede boek groter?
Elisabeth Lucie Baeten: “Ja, dat voelde ik wel. Flore en ik hadden ontzettend veel zin om weer samen te werken, maar de verwachtingen waren hoog. Ik twijfelde lang: zijn deze nieuwe verhalen wel net zo waardevol? Op een gegeven moment kwam er een klik in mijn hoofd en besefte ik dat ze dat absoluut zijn. Dat gaf me het vertrouwen om er volledig voor te gaan.”
Hoe kies je de thema’s voor je sprookjes?
Elisabeth Lucie Baeten: “De thematiek blijft altijd dicht bij het oorspronkelijke sprookje, maar ik geef er mijn eigen draai aan. Bijvoorbeeld in het nieuwe boek, bij Sneeuwwitje: dat verhaal draait duidelijk om jaloezie, maar ik wilde absoluut niet dat die jaloezie over uiterlijkheden zou gaan, laat staan over een boze stiefmoeder. Het moest dieper, relevanter zijn. Ik speelde al een tijd met ideeën over jaloezie die gaat over iets anders, iets wat kinderen écht herkennen.”
Je werkt opnieuw samen met illustrator Flore Deman. Hoe verloopt die samenwerking?
Elisabeth Lucie Baeten: “Ik twijfel daar geen seconde aan. Dat ging bij het eerste boek al zo vlot en goed. Ik was voor onze samenwerking al een grote fan van Flore, dus ik wist vanaf het begin dat zij precies zou snappen wat ik bedoelde. En dat bleek ook zo. Het vertrouwen is er volledig. Haar tekeningen zijn echte kunstwerken op zich. Ik twijfel nooit aan haar vermogen om precies datgene vast te leggen wat mijn verhalen willen vertellen.”
Wat hoop je dat kinderen meenemen uit de expo en het boek?
Elisabeth Lucie Baeten: “De illustraties vertellen heel veel zonder dat je er woorden bij nodig hebt. Dat belang van inclusie en diversiteit zit ook heel duidelijk in de tekeningen van Flore. Ik hoop dat kinderen en volwassenen zichzelf erin herkennen en zien dat iedereen er mag zijn zoals hij of zij is.”
In Hanenbos proberen we zo veel mogelijk kinderrechten centraal te zetten. Hoe breng jij zulke thema’s op kindermaat?
Elisabeth Lucie Baeten: “Ik merk dat zulke grote thema’s vaak terugkomen in de gesprekken die ik thuis met mijn eigen kinderen heb. Kleine verhalen uit de kleuterklas of basisschool – bijvoorbeeld over rechtvaardigheid en gelijkwaardigheid – zijn vaak de aanleiding. Dat probeer ik ook in mijn werk te verwerken. Neem Pinokkio in het nieuwe boek: hij is fysiek anders. Of Aladdin, die gepest wordt omdat hij minder heeft dan zijn vrienden. Die verhalen laten zien dat kinderen slim kunnen omgaan met uitdagingen en dat ze samen sterk staan.”
Je klinkt erg optimistisch over kinderen en waartoe deze nieuwe generatie in staat is. Wat inspireert dat vertrouwen?
Elisabeth Lucie Baeten: “Ik geloof heel sterk in de inherente goedheid van kinderen. Er zijn oudere generaties, waaronder de mijne, die door de wereld waarin we leven soms wat verloren hebben. Maar kinderen kunnen leren door voorbeelden. Als we ze verhalen geven waarin het goede wint – niet omdat de wereld perfect is, maar omdat vriendschap en steun het verschil maken – dan nemen ze dat mee als deel van hun wereldbeeld. Het hoeft niet altijd slachtoffer versus kwade wereld te zijn. Je kunt kinderen ook leren dat er altijd mensen zijn die het juiste doen. En dat zij dat ook kunnen zijn. Verhalen kunnen kinderen laten geloven in een betere wereld, eentje waarin iedereen een plaats heeft. En dat is precies wat we nodig hebben, toch?”
Jonge Helden, een creatieve en muzische jeugdwerkorganisatie, biedt vormingen aan voor jongeren in het Vlaamse jeugdwerk. Al sinds jaar en dag doen ze dat in Destelheide. Celien Van Hoeymissen, al jarenlang actief bij Jonge Helden, vertelt over het hoe en waarom.
Wat doet Jonge Helden precies?
Celien Van Hoeymissen: “Jonge Helden heeft als Vlaamse jeugdwerkorganisatie twee grote pijlers: enerzijds leiden we jongeren op via kadervormingscursussen voor animator, hoofdanimator en instructeur. Anderzijds organiseren we speelweken en kampen voor kinderen. Het draait bij ons om spelen, creativiteit en jongeren sterker maken.”
Waarom is het behalen van een animatorattest zo belangrijk?
Celien Van Hoeymissen: “Voor veel jeugdwerkorganisaties is een animatorattest verplicht. De cursus duurt een week en wordt gevolgd door 50 uur stage. Het behalen van zo’n attest wordt ook door de jeugdwerkorganisaties en de lokale overheid gestimuleerd.”
Maar het gaat niet alleen om het officiële document.
Celien Van Hoeymissen: “Ik denk dat het inderdaad meer dan dat is. Voor jongeren kan zo’n cursus een enorme persoonlijke groei betekenen. Toen ik vijftien was, hielp het mij om na te denken over wie ik was. Tijdens de cursus leer je reflecteren over jezelf. Dat is niet alleen nuttig voor het animatorwerk, maar ook voor je persoonlijke ontwikkeling.”
Reflecteren klinkt belangrijk. Hoe pakken jullie dat aan?
Celien Van Hoeymissen: “Reflecteren is een van de competenties die de overheid vraagt van animatoren, en we besteden er veel aandacht aan. Tijdens zo’n vorming nemen we elke avond in kleine groepjes de tijd om de dag te evalueren. Wat heb je vandaag geleerd? Waar ben je sterk in? Waar kun je nog in groeien? We moedigen jongeren aan om actief na te denken over zichzelf. Zo krijgen ze handvatten om zich als animator verder te ontwikkelen. Daarnaast leren deelnemers ook om creatief om te gaan met het maken van activiteiten. Voor beginnende animatoren kan het lastig zijn om een activiteit van nul op te bouwen. Wij geven hen tools en structuur om hun creativiteit te kanaliseren en leuke, concrete spellen te bedenken.”
“We geven jongeren de tools en het vertrouwen om zichzelf te ontwikkelen en anderen te inspireren. Dat is waar Jonge Helden voor staat.”
Inclusie en diversiteit zijn voor veel jeugdorganisaties een uitdaging. Is dat ook zo voor Jonge Helden?
Celien Van Hoeymissen: “Inclusie en diversiteit in het jeugdwerk vormen inderdaad een uitdaging, ook voor ons. We zien vaak diversiteit en inclusie bij de deelnemers aan kampen, maar die vertaalt zich niet altijd naar de animatoren. Dat blijft een werkpunt. We werken daarom met het systeem van co-animatoren. Sommige mensen ervaren een drempel om volwaardig animator te worden. Denk bijvoorbeeld aan iemand die heel goed is in spelen met kinderen, maar moeite heeft met het voorbereiden van activiteiten. Voor hen bieden we de rol van co-animator aan. Zo kunnen ze toch een waardevolle bijdrage leveren, en het is voor kinderen inspirerend om iemand te zien die op hen lijkt.”
Je bent zelf al jarenlang vrijwilliger. Hoe combineer je dat met je werk?
Celien Van Hoeymissen: “Alle instructeurs bij Jonge Helden zijn vrijwilligers. Ik neem een week vakantie van mijn werk om vormingen te kunnen geven. Mijn collega’s begrijpen niet altijd dat ik mijn vrije tijd hiervoor gebruik, maar voor mij is dit de beste manier om vakantie te nemen. Tijdens zo’n week ben ik volledig in mijn bubbel. Ik heb geen tijd om mails te checken of aan andere dingen te denken. Zalig!”
Wat betekent Destelheide voor jou?
Celien Van Hoeymissen: “Destelheide is een plek waar ik me volledig op mijn gemak voel. Ik kwam hier voor het eerst in 2013, en sindsdien voelt het elke keer als thuiskomen. De sfeer is geweldig, en het is altijd leuk om bekende gezichten, zoals Anneke in de bar, terug te zien. Het is een omgeving waar ik echt in mijn element ben.”
Wat maakt het jeugdwerk bij Jonge Helden zo bijzonder?
Celien Van Hoeymissen: “Het is gewoon fantastisch om te zien hoe jongeren groeien. Niet alleen als animator, maar ook als mens. We geven jongeren de tools en het vertrouwen om zichzelf te ontwikkelen en anderen te inspireren. Dat is waar Jonge Helden voor staat.”
Meer informatie over Jonge Helden vind je op www.jongehelden.be.
Theatermaker Tim Natens brengt met zijn nieuwste voorstelling ‘Tand des Tijds’ een intrigerende en confronterende kijk op de Belgische koloniale geschiedenis. Natens repeteerde voor ‘Tand des Tijds’ in Destelheide. Via een samenwerking met cultuurcentrum De Meent in Alsemberg stond de voorstelling ook in november geprogrammeerd in zaal De Put.
Tim Natens neemt in zijn ‘Tand des Tijds’ de figuur van Gerard Soete als vertrekpunt, een Belgische politiecommissaris die in 1961 betrokken was bij het laten verdwijnen van het lichaam van Patrice Lumumba, de eerste democratisch verkozen premier van Congo. Het bezit van Lumumba’s tanden door Soete dient in de voorstelling als metafoor voor collectief trauma en de blijvende littekens van de koloniale erfenis. Tegelijkertijd werpt ‘Tand des Tijds’ een kritische blik op de actuele debatten over dekolonisatie en racisme. Natens neemt het publiek mee in een genuanceerd verhaal dat laveert tussen historische feiten en persoonlijke reflecties.
Waarom koos je ervoor om Gerard Soete centraal te stellen in ‘Tand des Tijds’?
Tim Natens: “Ik vind het interessant om via één figuur de psychologische meerlagigheid van een persoon te onderzoeken, en tegelijkertijd een ingang te vinden naar een breder thema. Soete is zo’n complex personage, vol tegenstrijdigheden. Ik kwam op dit onderwerp toen ik hoorde dat de vermeende tanden van Lumumba twee jaar geleden werden teruggegeven aan de Congolese autoriteiten. Dat bracht me bij het boek ‘De moord op Lumumba’ van Ludo De Witte. Hij heeft in 1999 aangetoond dat er directe linken waren tussen de Belgische overheid en de eliminatie van Lumumba. Dat veroorzaakte toen een schokgolf, met een parlementaire commissie als gevolg. Soete kwam daardoor ook opnieuw in de schijnwerpers.”
Hoeveel fictie zit er in jouw portret van Soete op het podium?
Tim Natens: “Ik baseer me op de feiten rond Soete, maar neem ook de vrijheid om de tegenstelling tussen hem en Lumumba scherper te maken. Soete zelf speelt in zijn romans ook met feit en fictie. Hij noemde Lumumba bijvoorbeeld niet bij naam, maar sprak over ‘de profeet’. Zijn eigen geschriften inspireerden me om dat spel tussen realiteit en verbeelding ook in de voorstelling te gebruiken.”
“Ik wilde Soete niet neerzetten als karikatuur of hem verdedigen, maar proberen te begrijpen wat hem dreef.”
Had Soete naar jouw gevoel enige vorm van schuldbesef?
Tim Natens: “Hij leek wel een dieper besef te hebben, alsof hij zich afvroeg of hij een profeet in handen had gehad. Maar echt schuldbesef? Nee, dat zie ik niet bij hem. Hij bleef volhouden dat Lumumba het land naar de afgrond bracht en dat hij moest worden gestopt om te redden wat ‘de Belgen hadden opgebouwd’. Die koloniale logica bleef hem definiëren. Dat maakt zijn verhaal vandaag nog steeds relevant, want het koloniale litteken is iets wat Congo nog altijd draagt.”
Wat wil je dat het publiek meeneemt uit de voorstelling?
Tim Natens: “Wat ik vaak als feedback krijg, en waar ik blij mee ben, is dat mensen zeggen dat de voorstelling genuanceerd is. Dat was ook mijn bedoeling. Ik wilde Soete niet neerzetten als karikatuur of hem verdedigen, maar proberen te begrijpen wat hem dreef. Hij was ook gewoon een mens. Het publiek moet zich verhouden tot iemand met wie ze dat misschien helemaal niet willen. Net dat maakt het interessant.”
De eerste reeks voorstellingen van ‘Tand des Tijds’ zit er intussen op. Boekingen zijn nog mogelijk via www.moussem.be.
De Brusselse danser en choreograaf Popping Danys en de Italiaanse Claudia Quaglia werkten onlangs een weeklang in De Box aan hun dansstuk ‘Progeria’. De twee jonge dansers blinken uit in waacking, een bijzonder dansstijl die meer en meer aanhangers krijgt.
Hoe zijn in Destelheide beland?
Popping Danys: “In juni organiseerde Freestyle Lab, een Brusselse dansorganisatie, een festival waar een aantal work in progress-performances werden geselecteerd. Een jury beoordeelde die performances, en wij wonnen een residentie van vijf dagen in Destelheide. En daar zijn we uiteraard heel blij mee.”
Hoe hebben jullie elkaar ontmoet?
Claudia Quaglia: “We ontmoetten elkaar in 2021 tijdens een dance battle in Rotterdam. We doen allebei aan waacking. Waacking is een dansstijl die zijn oorsprong vindt in de LGBTQ+-clubs van Los Angeles in de jaren 1970. Het is energiek en expressief, met wortels in disco- en funkcultuur. De bewegingen zijn vaak glamoureus en dramatisch, geïnspireerd door filmsterren uit de jaren 1920-1940. Rond de stijl is een warme en fijne community ontstaan.”
Hoe zijn jullie in de danswereld terechtgekomen?
Claudia Quaglia: “Ik begon heel jong met dansen. Toen ik 14 was, deed ik al mee aan battles en wedstrijden. Tijdens mijn ingenieursstudies in Italië werkte ik als danser. Na mijn studies besloot ik mijn dansdroom achterna te gaan en verhuisde ik naar Amsterdam.”
Popping Danys: “Ik ben autodidact en heb het dansen geleerd via YouTube. Door deel te nemen aan battles ben ik het wereldje ingerold. Waacking en de cultuur daaromheen ontdekte ik via de community. Hoewel ik een paar mentoren heb gehad, leerde ik het vooral door te kijken naar anderen.”
Kunnen jullie iets meer vertellen over ‘Progeria’, jullie project?
Popping Danys: “Het idee ontstond een paar jaar geleden. We proberen in het stuk te ontkoppelen van de maatschappelijke neiging om overal labels op te plakken. Dat leidt tot constante druk, waardoor mensen in een versneld tempo lijken te verouderen. De inspiratie kwam ook van de film
‘The Curious Case of Benjamin Button’, waarin de hoofdpersoon achterwaarts veroudert. Daarnaast speelt de echte ziekte progeria een belangrijke rol in het concept. Dat is een aandoening waarbij mensen versneld verouderen. We stellen vragen zoals: hoe leef je je leven als je die ziekte hebt, en hoe maak je verbinding met anderen?
Die thema’s onderzoeken we in ‘Progeria’.”
Hoe was de residentie in Destelheide?
Popping Danys: “Ik ben al verschillende keren in Destelheide geweest en hou van de omgeving en de dansruimtes hier. Het leek me geweldig om dit ook aan Claudia te laten zien.”
Claudia Quaglia: “Het was een heel fijne ervaring. Het feit dat we hier konden logeren en niet om eten hoefden te denken, zorgde voor focus. Je zit hier in een soort bubbel, ver weg van de drukte van de stad, wat ons de kans gaf om onze eigen planning te bepalen. Ik ben ontzettend tevreden met het werk dat we hier hebben kunnen doen.”
Popping Danys: “Deze residentie heeft ons geholpen om het stuk verder te ontwikkelen. We hopen binnenkort een volledig afgewerkt werk te kunnen presenteren en ons verhaal met een breder publiek te delen.”
“Waacking is energiek en expressief, met wortels in disco- en funkcultuur. Rond de stijl is een warme en fijne community ontstaan.”
Onze centra Destelheide en Hanenbos hebben opnieuw het prestigieuze Quality Label for Youth Centres van de Raad van Europa behaald. Na een grondige audit hebben we het kwaliteitslabel opnieuw voor vijf jaar in de wacht gesleept. Een mooie erkenning van onze inzet om jongeren op een educatieve manier in contact te brengen met kunst en mensenrechten en kwaliteitsvolle voorzieningen te bieden. We blijven ons inzetten om een inspirerende plek te zijn waar ze zich kunnen ontwikkelen, creatief kunnen zijn en elkaar kunnen ontmoeten. Bedankt aan iedereen die hieraan heeft bijgedragen, en aan de Council of Europe Youth!
Op 21 en 22 februari 2025 wordt Destelheide opnieuw omgetoverd tot een echte jeugdwerk-basis om nieuwe dingen te leren. Jeugdwerkers kunnen kiezen uit een hele resem boeiende workshops.
Fourage is hét vormingsmoment van De Ambrassade voor vrijwilligers en beroepskrachten in het jeugdwerk, een beurs voor leren en ontwikkeling waar je je eigen competenties een serieuze boost kan geven. Op zowel vrijdag als zaterdag kan je workshops volgen. Je stelt je eigen programma helemaal à la carte samen. Je kan beide dagen komen, je kan één van de twee dagen komen en je kan zelfs overnachten in het Destelheide en deelnemen aan een tof avondprogramma! Alles mag, niets moet.
Fourage 2025 zal bestaan uit 35 workshops. De workshops worden gegeven door experten binnen en buiten het jeugdwerk. Op het einde van elke dag kan je genieten van een netwerkreceptie waarbij je gezellig kan napraten over de workshops en nieuwe jeugdwerkers kan leren kennen. Deze combo zal ervoor zorgen dat jullie met een gevuld hoofd en hart naar huis gaan. Fourage is er voor alle beroepskrachten én vrijwilligers in het jeugdwerk. Daarnaast zijn jeugd- en vrijetijdsambtenaren ook van harte welkom.
Inschrijven kan via www.ambrassade.be