De Ingenieur juni 2021

Page 1

TECHNIEK MAAKT JE TOEKOMST

DE INGENIEUR NR. 6 JAARGANG 133

JUNI 2021

ELON MUSK R U I M T E VA A RT

|

ELEKTRISCH RIJDEN

|

BOORTECHNIEKEN

|

B R E I N I M P L A N TA AT

|

ALGORITMEN


ACTUEEL TECHNIEKNIEUWS vind je op www.deingenieur.nl

Alles wat je zoekt overzichtelijk bij elkaar Wat speelt er vandaag op technologiegebied? Je leest het op de website van De Ingenieur. Elke dag nieuwe berichten met beeld, filmpjes en links. www.deingenieur.nl

TECHNIEK MAAKT JE TOEKOMST

DE INGENIEUR

Ook op onze site: • Activiteiten op techniekgebied in een overzichtelijke agenda • Dossiers over onderwerpen als de quantumcomputer en kunstmatige intelligentie • De interessantste vacatures voor ingenieurs


Redactie Pancras Dijk (hoofdredacteur) Astrid van de Graaf (eindredacteur) Jim Heirbaut Dayinta Perrier

Vormgeving Eva Ooms

Redactieadres Prinsessegracht 23 2514 AP Den Haag Postbus 30424 2500 GK Den Haag TEL. 070 391 9885 E-MAIL redactie@ingenieur.nl WEBSITE www.deingenieur.nl

Sales Celina van den Bank TEL. 06 55 59 01 86 E-MAIL celina.vandenbank@kivi.nl

Technische eindredactie Martine Segers

Druk Drukkerij Wilco, Meppel

Vooraf

De Ingenieur verschijnt twaalf maal per jaar.

Pancras Dijk is hoofdredacteur van De Ingenieur.

© Copyright 2021 Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, via internet of op welke andere wijze dan ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Niet in alle gevallen is na te gaan of er op de illustraties in dit nummer nog copyright rust. Waar er nog verplichtingen zijn tot het betalen van auteursrecht is de uitgever bereid daar alsnog aan te voldoen. ISSN 0020-1146 Abonnementen Leden van het Koninklijk Instituut Van Ingenieurs (KIVI) ontvangen De Ingenieur uit hoofde van hun lidmaatschap. Abonnement voor niet-leden (inclusief btw): magazine: € 128,50 per jaar digitaal: € 69,- per jaar losse nummers: € 15,- (inclusief verzending)

Een fenomeen Afgelopen jaar was ik ervoor opgebleven. Niet lang nadat ik online de lancering had kunnen volgen, kwam het treintje al overvliegen. Zestig lichtjes op een rij trokken traag een streep door de nachtelijke hemel. Het was een indrukwekkend gezicht. Het betrof de eerste lading Starlink-satellieten. Uiteindelijk wil SpaceX, het bedrijf van Elon Musk, er twaalfduizend van in een baan om de aarde brengen, zodat we overal in de wereld altijd snel en goedkoop kunnen internetten. Een nobel doel, maar vervuilen we de ruimte niet met zo’n vracht aan satellieten? En is het SpaceX eigenlijk niet gewoon te doen om de met Starlink verdiende centen? Musk heeft zich namelijk ook in het hoofd gehaald ooit mensen naar Mars te sturen, waarvoor z’n portemonnee tot over de rand gevuld zal moeten zijn. Op een of andere manier roept Elon Musk met wat hij ook onderneemt – en dat is een hoop – evenveel ontzag als irritatie. Mooi hoor, die Tesla, maar zo’n Cybertruck is toch veel te zwaar en waarom schoot-ie eigenlijk z’n Roadster de ruimte in? Wil hij met Neuralink werkelijk de grens tussen mens en machine vervagen? Hoe realistisch is die hyperloop waar hij het zo vaak over heeft? En waar is die flirt met bitcoins eigenlijk voor nodig? Deze maand viert Musk zijn vijftigste verjaardag. Reden voor een themanummer, waarin we hem van zoveel mogelijk kanten en op diverse manieren proberen te doorgronden. Of je hem nu bewondert, hem niet kunt uitstaan of misschien wel allebei: vooropstaat dat het fenomeen Elon Musk een nadere kennismaking zeker waard is.

Abonnementen worden tot wederopzegging aangegaan en ten minste voor de vermelde periode. Het abonnement kan na deze periode per maand worden opgezegd. U kunt uw opzegging het beste via onze website doorgeven: www.deingenieur.nl/lezersservice Abonneeservice Ga voor (cadeau)abonnementen, adreswijzigingen en het laten nazenden van niet ontvangen nummers naar het webformulier op de site, te vinden onder het kopje ‘Abonnement en service’. www.deingenieur.nl ADRES Postbus 30424, 2500 GK Den Haag E-MAIL abonneeservice@ingenieur.nl TEL. 070 39 19 850 (bereikbaar op maandag, dinsdag, donderdag en vrijdag van 9 tot 14 uur)

De Ingenieur als pdf Abonnees en leden die De Ingenieur willen downloaden als pdf-bestand, kunnen daarvoor terecht op de website: www.deingenieur.nl/pdf De Ingenieur verschijnt twaalf maal per jaar. Lidmaatschap Koninklijk Instituut van Ingenieurs Het Koninklijk Instituut Van Ingenieurs (KIVI) is de beroepsvereniging voor hoger opgeleide technici in Nederland. Iedereen die hoger technisch onderwijs volgt, heeft gevolgd of een sterke affiniteit heeft met techniek, kan lid worden van KIVI. Leden ontvangen vanuit het lidmaatschap maandelijks het technologietijdschrift De Ingenieur. Kijk voor meer lidmaatschapsvoordeel op www.kivi.nl. Contributie 2021 Regulier lidmaatschap: € 137,50 30 jaar of jonger: € 40,-* Studentlidmaatschap: € 20,-* Seniorlidmaatschap: € 108,De contributie voor leden in het buitenland is gelijk aan die voor leden woonachtig in Nederland. Een lidmaatschapsjaar loopt van 1 januari tot en met 31 december. Bij lidmaatschappen die in de loop van het jaar ingaan, wordt de contributie naar rato berekend. Aanmelden voor het lidmaatschap kan via www.kivi.nl/lidworden. * De Ingenieur digitaal

Met alles wat hij onderneemt, wekt Musk zowel ontzag als irritatie

Opzeggen lidmaatschap Het lidmaatschap wordt jaarlijks automatisch verlengd. Beëindiging van het lidmaatschap kan per het einde van het kalenderjaar. Er geldt een opzegtermijn van ten minste één maand; een schriftelijke opzegging per brief of e-mail dient uiterlijk 1 december in ons bezit te zijn. Na ontvangst van de opzegging en eventueel verschuldigde contributie verstuurt de ledenadministratie een bevestiging. Correspondentieadres Koninklijk Instituut Van Ingenieurs t.a.v. Ledenadministratie Postbus 30424 2500 GK Den Haag TEL. 070 391 98 80 MAIL ledenadministratie@kivi.nl FOTO : ROBERT LAGENDIJK

JUNI 2021 • DE INGENIEUR

1


NR. 6 JAARGANG 133

JUNI 2021

foto : shutterstock

14

Hoe word je Elon Musk? Of je hem nu bewondert of veracht, zeker is dat Elon Musk als weinig anderen het ondernemen onder de knie heeft. Wat kunnen we van hem leren? Zeven tips.

16 Magiër in mobiliteit Dankzij Elon Musk is elektrisch rijden de norm. Bijna elk automerk heeft tegenwoordig een elektrische auto in het assortiment. Maar afgezien van de motor is een Tesla een vrij traditionele, veel te zware auto. Wordt het niet tijd voor echt nieuwe vervoersconcepten?

20 Molswerk Het graven van een tunnel zou nooit meer hetzelfde zijn, was de boodschap van The Boring Company. Nederlandse experts zijn sceptisch over wat Musks boorbedrijf werkelijk heeft teweeg­ gebracht. W W W. D E I N G E N I E U R . N L

23 Algoritmen in overheidsdienst Kunstmatige intelligentie is volgens Elon Musk de ‘grootste bedreiging voor de mensheid’. Toch maken overheden er gebruik van, en soms gaat dat mis. Moet het technologische beest terug in de kooi of zijn er manieren om het te temmen?

48 De saaie wereld Elon Musk ontwikkelt met zijn bedrijf Neuralink implanteerbare chips om mensen oneindige geheugencapaciteit en telepathische vermogens te geven. Wat kunnen de gevolgen zijn?

TECHNIEK MAAKT JE TOEKOMST

DE INGENIEUR NR. 6 JAARGANG 133

JUNI 2021

28 SpaceX in beeld Toen een jonge Elon Musk in 2002 ineens multimiljonair werd, besloot hij te doen waar hij altijd al van had gedroomd: een bedrijf starten om raketten te bouwen en ze te lanceren.

FA C E B O O K . C O M / D E I N G E N I E U R . N L

ELON MUSK R U I M T E VA A RT

TWITTER: @DE_INGENIEUR

|

ELEKTRISCH RIJDEN

|

BOORTECHNIEKEN

|

B R E I N I M P L A N TA AT

|

ALGORITMEN

Op 28 juni wordt Tesla­ en SpaceX­topman Elon Musk 50. illustratie : shutterstock

I N S TA G R A M . C O M / D E I N G E N I E U R _ K I V I


Rubrieken 4 Nieuws Zorg gebaat bij meer tech-startups

40 Eureka Takeldrones, terrasrobots en andere productontwerpen van morgen

‘Nederland, dat beroemd is omdat het altijd land op de zee wist te winnen, wordt onmiddellijk bedreigd door de opwarming van de aarde als gevolg van de verbranding van Shells eigen producten: olie en gas.’ Journalist Somini Sengupta ziet de symboliek in de rechtszaak van onder meer Milieudefensie tegen Shell. (The New York Times).

56 Media Lezen, luisteren, gamen en kijken

Columns 27 Möring De witte was

35 Podium Thijs ten Brinck over energie weggooien

39 Jims verwondering Stuurwiel van neushoornivoor

45 Rolf zag iets nieuws

‘Vooral in de regio Eindhoven is grote behoefte aan investeringen in deep tech-bedrijven, en er is enorme interesse vanuit Azië en de VS om die te financieren. Voor Nederland is het van strategisch belang om intellectueel eigendom en Nederlands aandeelhouderschap te behouden.’ Wouter Bos (Invest-NL) kiest voor investeringen in nanotechnologie, speciale materialen en chips (NRC).

GEKNIPT

Klaar≠af

51 Enith Proefdier met AI

Persoonlijk 46 Doelen & drijfveren Rebecca Saive maakt ‘magische’ materialen die zonlicht gebruiken

52 Quote Elon Musk-biograaf Eric Berger

59 Q&A Chris van ’t Hoff denkt als een hacker

62 Teamgeest Delft Hyperloop: contactloze aandrijving

64 Vragenvuur Wie is de techniekheld van Elon Musk?

En verder 32 Inbox Help! De ‘ir.’ verdwijnt

34 Zien & Doen Datasporen en coole wiskunde

36 De Nederlandse Elon Musk Wie is jouw Elon?

55 Uit de vereniging Lustrum, podcast en ander KIVI-nieuws

60 Voorwaarts De eerste snelweg van Europa

‘Niet kennis, maar creativiteit is het menselijk kapitaal. Robots kunnen feiten oplepelen, maar ze zijn slecht in het stellen van vragen.’ Jonge mensen moeten vooral vragen leren stellen, stelt ontwerper-kunstenaar Daan Roosegaarde (de Volkskrant).

‘Weinig managers begrijpen hoe een algoritme werkt en hoe data correct gekoppeld moeten worden. Organisaties die dit niet toetsen, zullen blunders begaan.’ Jacqueline Scheidsbach, directeur van het Impact Centre Erasmus, vindt dat maatschappelijk verantwoord ondernemen ook oog voor datagebruik behelst (Trouw).

‘16,9 procent van de hoogleraren in Delft is vrouw. Het zou mooi zijn als dat een afspiegeling werd van het percentage vrouwelijke studenten, dat trouwens ook nog wel omhoog mag. Dat ligt nu op 28,9 procent.’ Merle de Kreuk, hoogleraar milieutechnologie, wil meer meiden interesseren voor techniek (Nederlands Dagblad). FEBRUARI 2020 • DE INGENIEUR

3


xxxx p.22

xxxx p.23

xxxx p. 26

ONDER REDACTIE VAN JIM HEIRBAUT

xxxxx p.18

REDACTIE@INGENIEUR.NL

‘Maak waterstof met minder iridium’ Het wordt steeds duidelijker dat groene waterstof een centrale rol krijgt in ons toekomstige energie­ systeem. Dat vraagt opschaling van de capaciteit van de elektrolyse­ apparaten die deze waterstof produce­ ren. Hierdoor dreigen forse tekorten aan bepaalde essentiële materialen, waarschuwt TNO in een rapport. Tekst: Jim Heirbaut

Grote elektrolyse­apparaten, nodig voor de productie van waterstof uit duurzaam opgewekte stroom, bestaan vaak uit een paar honderd membranen die de kathode van de anode scheiden. Op die elektroden, waar respectievelijk de waterstof en de zuurstof worden gevormd, zit een laagje katalysator­ materiaal dat zorgt dat de omzetting naar beide gassen efficiënter verloopt. In de veel­ gebruikte PEM­elektrolysers bestaat dat laagje uit iridium (anode) en platina (kathode). Dit zijn allebei materialen waar een tekort aan zal ontstaan als we het aantal elektrolyse­ apparaten flink gaan opvoeren, becijferden onderzoekers van TNO, die een ambitieus scenario aanhielden. Ze gingen uit van een Opengewerkt onderdeel van een PEM-elektrolyser. foto : eric de vries / tno

Europese behoefte aan groene waterstof van 8100 petajoule in 2050. In dit scenario zal de vraag naar iridium alleen voor elektrolysers in de EU al de huidige jaarlijkse productie van het materiaal flink over­ stijgen. Voor platina wordt de situatie minder nijpend, maar zullen elektrolysers nog steeds een kwart van de huidige jaarproductie opeisen. Er is nog tijd om het probleem aan te pakken, meent Anastasia Gavrilova, energy transition consultant bij TNO en een van de auteurs van het rapport. ‘Hoe een elektrolyser eruitziet, staat niet in steen gebeiteld.’ Het ont­ werp van de apparaten moet zo worden ver­ beterd dat ze met veel minder iridium, platina en andere metalen toch dezelfde hoeveelheid waterstof produceren. Dat kan bijvoorbeeld door dunnere laagjes iridium en platina te gebruiken of door het oppervlak van de katalysatoren te vergroten. ‘Die katalysatormaterialen zitten nu op een vlakke plaat, maar je kunt ook denken aan kleine pilaartjes die je daarop aanbrengt. Als je die ook nog eens poreus maakt, gaat het werkzame oppervlak enorm omhoog’, zegt Lennart van der Burg, program & business development manager renewable hydrogen bij TNO. ‘We hebben op labschaal al laten zien dat dit werkt.’

Fabriek medische isotopen in Veendam Het Amerikaanse bedrijf SHINE heeft het Groningse Veendam gekozen als vestigingsplaats voor zijn Europese fabriek voor medische isotopen. Dit zijn radioactieve stoffen voor medische diagnoses en voor de behandeling van kanker. Voor het maken van deze isotopen gaat SHINE deeltjesversnellers inzetten. De meeste concurrenten gebruiken hiervoor kernreactoren. SHINE bouwt in de Verenigde Staten al zijn eerste fabriek. In Europa kiest het voor Veendam, onder meer dankzij de nabijheid van de Groningse universiteit en het Kernfysisch Versneller Instituut. (Timo Können)

Metamateriaal voor kreukelzones Onderzoekers van de Universiteit van Amsterdam hebben een bijzonder materiaal ontworpen. Het krimpt als je er langzaam op drukt en zet juist uit als je er snel druk op uitoefent. Deze tegen-intuïtieve eigenschap dankt het materiaal aan zijn opbouw uit een soort ringetjes van materiaal die her en der met visco-elastische verbindingen aan elkaar zitten. De structuur van het nieuwe materiaal leent zich mogelijk voor aardbevingbestendige bouw. Een gebouw moet immers anders reageren op de trillingen die het dagelijks gebruik met zich meebrengt, dan op de grote schokken tijdens een aardbeving. (Bastienne Wentzel)

Lees het laatste technieknieuws op www.deingenieur.nl

4

DE INGENIEUR • JUNI 2021


Cv-ketels met waterstof bestaan al, maar groene waterstof is nu nog duur. foto : rotterdam duurzaam

‘Waterstof maakt energietransitie goedkoper’ Tot 2030 moet de CO2-uitstoot van de gebouwde omgeving met een derde worden gereduceerd. Kiezen we meteen voor waterstof, dan kunnen we het kostbare isoleren deels overslaan, stellen twee Delftse experts. Tekst: Pancras Dijk

Waterstof geldt al als een kansrijke, duurzame energiedrager voor mobiliteit en industrie. Maar het vormt het ook een goed alternatief voor gebouwverwarming, stelt een recente studie van duurzaamheidsadviseur Chris Hellinga en deeltijdhoogleraar Toekomstige energiesystemen Ad van Wijk, beiden verbonden aan de Technische Universiteit Delft. ‘Technisch gesproken is het verwarmen met waterstof geen probleem’, licht Hellinga toe. ‘Cv-ketels met waterstof zijn al getest. Als er eenmaal veel worden geproduceerd, hoeven ze ook niet duurder te zijn dan hr-ketels op aardgas.’ Ze zijn bovendien veilig, zegt Hellinga. Waterstof ontbrandt weliswaar wat makkelijker dan methaan, maar is licht en stijgt snel op. foto : kivi / patrick van emst

Knelpunt is de prijs van groene waterstof. Die lijkt grootschalige introductie nu in de weg te staan – groene waterstof is nog een factor vijf duurder dan aardgas. De Delftse onderzoekers pleiten er echter voor om álle kosten in ogenschouw te nemen. Dan kantelt het plaatje. Hun berekeningen laten zien dat de prijs van de volledige energieketen voor veel gebouwen al rond 2030 in het voordeel van waterstof kan uitvallen. ‘En de kans is groot dat de prijs voor duurzame, groene waterstof het decennium erna nog eens zal halveren’, zegt Hellinga. Het verwarmen van gebouwen vraagt met name in de winter veel energie. Daarvoor duurzame elektriciteit gebruiken is een optie, maar vereist een grote opslag- en transportcapaciteit, voor als zon en wind het laten afweten. Die elektriciteit eerst in waterstof omzetten, vormt dan een logisch alternatief. Ondergrondse opslag is goed mogelijk, in zoutkoepels of lege gasvelden. Bovendien is het huidige gastransportnet eenvoudig om te bouwen. Zaak is snel een begin te maken, volgens de onderzoekers. Rond 2026 voltooit de Gasunie de eerste delen van een hoofdnetwerk voor waterstoftransport, de waterstofbackbone. ‘Nabijgelegen buurten zijn dan

snel aan te sluiten’, zegt Hellinga. Vier jaar later kunnen dan een half miljoen woningen overschakelen van aardgas naar waterstof. Op den duur moeten de meeste huishoudens een eigen brandstofcel krijgen, om daarmee waterstof om te zetten in warmte en elektriciteit. Als die cellen op grote schaal beschikbaar komen, kosten die volgens de

Na 2030 daalt de prijs van groene waterstof waarschijnlijk flink onderzoekers maar enkele honderden euro’s per woning. Zeven miljoen brandstofcellen van drie kilowatt kunnen samen evenveel elektriciteit leveren als alle bestaande elektriciteitscentrales bij elkaar, berekenden ze. ‘Ik begrijp best dat het inzetten van waterstof voor gebouwverwarming momenteel geen prioriteit heeft, want er zijn alternatieven’, zegt Hellinga. ‘Maar door tijdig een roadmap voor waterstof te maken, kan de verduurzaming van gebouwen goedkoper en sneller.’ JUNI 2021 • DE INGENIEUR

5


NIEUWS

Startupklimaat in zorg schiet tekort

Beginnende bedrijfjes op het gebied van medische technologie kunnen een belangrijke rol spelen als er plotseling een gezondheidscrisis ontstaat, zoals afgelopen jaar gebeurde. Ons land telt bijna 350 actieve startups op het gebied van healthtech. Dat zijn er veel, maar vergelijkbare bedrijfjes in andere landen weten vaak een stuk meer investeringsgeld binnen te halen. Dat blijkt uit onderzoek van TechLeap, een organisatie die werkt aan verbetering van het startupklimaat in Nederland.

De prijs van langer leven

Hoe meer we uitgeven aan zorg, des te langer we gemiddeld leven. Naar schatting twee derde van de kostenstijging komt voor rekening van betere, maar kostbare medische technologie. 2040 Levensverwachting in jaren 86 82

Hogere uitgaven gezondheidszorg

Hoger bnp

2020

84

Positieve cyclus van gezondheid

2000

80

1980

78 76

2.000

3.000

4.000

5.000

Uitgaven per persoon in euro’s per jaar

7.000

10.000

Healthtech-startups

Een healthtech-startup is een jong bedrijf dat technologie ontwikkelt om ziekte bij mensen te voorkomen, diagnosticeren of behandelen. Nederland telt:

347 274

9%

actieve innovatieve healthtech-bedrijven daarvan slaagden erin investeerders aan te trekken

20%

met meer dan 77 healthtech-startups drie miljoen aan investeringsgeld

39%

Betere gezondheid en levensverwachting

Betere gezondheidszorg

Steeds meer geld

De medische technologiesector groeit snel: wereldwijd en in Nederland. Investeringen in Nederlandse zorgindustrie, in miljoenen euro’s Digitalisering Medische instrumenten Farmacie Biotechnologie

2016

2017

2018

2019

2020

Internationaal verband

Aantal healthtech-startups met investeringen 160

Aantal healthtech-startups

120

10

DE INGENIEUR • JUNI 2021

2021

0

0

Israël

Groot-Brittannië

60

30

40 Farmacie

Nederland

40

20

Medische Biotechnologie Digitalisering instrumenten

300

In Israël (met evenveel inwoners als Nederland) en Groot-Brittannië halen medische startups veel meer geld binnen.

80

0

400

100

Investeringen per bedrijfstak

>3 mln euro <3 mln euro

500

200

32%

Biotechnologie krijgt het meeste geld van investeerders. Gemiddeld ontvingen bedrijfjes in die sector 13,8 miljoen euro.

6

Lang en gelukkig

Door hun vernieuwende technologische oplossingen in de medische hoek/sector kunnen startups bijdragen aan wat TechLeap de positieve cyclus van gezondheid noemt.

40 20 0.01

0.1

1

10

100

Investering in miljoenen euro’s

0

0.01

0.1

1

10

100

infographic : ymke pas , bron : techleap . nl


Illustratie van de te bouwen Cherenkov Telescope Array in Chili. Onderzoekers van de Universiteit van Amsterdam maken met NWO-geld camera’s voor de kleinere telescopen. illustratie : pérez diaz / besel / risinger

NWO investeert fors in technologisch onderzoek Voor hoogstaand, wetenschappelijk onderzoek is dure apparatuur nodig. De Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO) trekt daarom een bedrag van twintig miljoen euro uit, specifiek voor het vernieuwen van wetenschappelijke infrastructuur. Tekst: Pancras Dijk

Het geld wordt verdeeld over zeven geselecteerde projecten, niet alleen in het exacte domein, maar ook alfa/gamma- en medische onderzoekers profiteren. Behalve aan apparatuur kunnen zij het geld uitgeven aan digitalisering en software. De bedoeling is wel dat ook andere onderzoekers ervan gebruik kunnen maken, zodat de investering ten goede komt aan ‘de Nederlandse onderzoeksgemeenschap’, aldus NWO. De geselecteerde projecten zijn ‘stuk voor stuk uniek in hun soort en maken nieuw onderzoek mogelijk met grote toegevoegde waarde voor de samenleving’, stelt NWObestuursvoorzittter Marcel Levi. De grootste bijdrage, 4,8 miljoen euro, gaat naar een nieuw, multidisciplinair onderzoekslaboratorium voor isotopen aan de Vrije Universiteit in Amsterdam. Dat lab kan op verschillende manieren de samenstelling van voorwerpen bestuderen: of het nu gaat om gesteenten (geologie, archeologie, planetaire wetenschappen), mense-

lijke resten (forensische wetenschappen) of bijvoorbeeld kunstobjecten (cultureel erfgoed). Het lab gaat deel uitmaken van de vakgroep Geologie en Geochemie. Onderzoeksinstituut DIFFER in Eindhoven en de Technische Universiteit Eindhoven krijgen tezamen een bijdrage van 2,5 miljoen euro. Ze werken aan nieuwe manieren om de hitte van een kernfusiereactor te beteugelen. In reactoren zoals de toekomstige testreactor ITER wordt het namelijk zo heet dat zelfs de meest bijzondere metalen, zoals wolfraam, daar niet tegen bestand zijn. Daarom zoeken de ingenieurs van DIFFER en de TU/e het in een wand van vloeibaar metaal, oftewel een vloeibaar hitteschild. Dat kan immers niet scheuren, breken of barsten, want als een vloeistof een deukje oploopt, wordt dat meteen weer opgevuld. Voor dit onderzoek richten de TU/e en DIFFER samen een nieuw lab op: LiMeS (liquid-metal shield technology for fusion reactors) dat uit twee onderdelen bestaat. Het eerste is een 3D-printer, die de sponsachtige vaste structuren moet gaan maken waar het vloeibare metaal doorheen stroomt. Daarnaast wordt in het lab een plasma-opstelling gebouwd om de verschillende prototypen te testen onder omstandigheden die een echte fusiereactor benaderen. Het LiMeS-lab moet in 2024 opengaan. Er gaat een bedrag van 2,2 miljoen euro naar de Universiteit Twente voor een nieuw

onderzoekslab dat materialen voor energieopslag bestudeert. Het onderzoek moet de kennis vergroten over de de chemische en elektronische processen die plaatsvinden tussen de verschillende materialen waaruit een batterij is opgebouwd. In het nieuwe lab kunnen onderzoekers met röntgenstraling in batterijen of katalysatoren kijken. Dit kan op drie diepten en gebeurt onder realistische omstandigheden: een accu is tijdens de metingen bijvoorbeeld in bedrijf.

Een hitteschild van vloeibaar metaal kan niet breken of barsten Verder gaat er geld naar de Universiteit van Amsterdam voor een telescoopcamera (1,5 miljoen euro), het Radboudumc voor onderzoek naar elektronenmicroscopie (1,5 miljoen euro), de Universiteit Leiden voor het opzetten van een lab voor het meten van giftige stoffen (3,5 miljoen euro) en het Huygens Instituut voor Nederlandse Geschiedenis voor nieuwe, digitale tools voor onderzoek in de VOC-archieven: wat nu jaren aan onderzoek vergt, kan dan in luttele minuten (3,8 miljoen euro). JUNI 2021 • DE INGENIEUR

7


NIEUWS

Stalen gezicht Tekst: Pancras Dijk

Hoe ons leven er uit zou zien zonder de maakindustrie, daarvan valt onmogelijk een voorstelling te maken. Het gebruik van instrumenten en allerhande voorwerpen typeert Homo sapiens. Tegelijkertijd weten veel mensen nauwelijks hoe al die dingen worden gemaakt. De Rotterdamse fotograaf Roderik van Nispen verdiept zich in de wereld van de metaalarbeiders. Binnen een jaar ging Van Nispen langs bij ruim vijftig bedrijven en kreeg hij zeker 250 mensen voor zijn lens, onder wie Mark de Roode (rechts). Deze metaalarbeider werkt bij Uzimet in Rijswijk, de enige fabrikant van gerecycled bladlood in de Benelux. Of het nu staalgigant Tata Steel betreft of een kleine smederij of schaatsenslijper: overal treft Van Nispen dezelfde beroepstrots, vertelt hij. ‘Bij mijn allereerste bezoek, aan een draai- en freesbedrijfje, viel me al op hoe bevlogen de mensen er zijn. Iedereen stond te springen om me te vertellen en laten zien wat ze aan het doen waren. Eigenlijk bespeur ik diezelfde houding bij alle bedrijven.’ Ondertussen verkeert de sector in zwaar weer. De concurrentie met lagelonenlanden is niet eens de grootste zorg: wij onderscheiden ons met kwaliteit, vertelden de Nederlandse staalmakers aan Van Nispen. Maar de milieueisen maken het wel steeds lastiger. Jongeren hebben bovendien geen zin meer de handen vies te maken en kiezen liever voor een kantoorbaan. Ook vrouwen kwam Van Nispen nauwelijks tegen, op een enkele kraanmachinist na. ‘Ik weet dat er vrouwelijke lassers zijn en die zou ik nog graag fotograferen. Dat er niet meer vrouwen rondlopen, verbaast me wel want voor veel werk in de sector is fysieke kracht echt niet nodig.’ De foto’s van Van Nispen zijn van 30 juni tot en met 4 juli te zien op het Rotterdam Fotofestival. 8

DE INGENIEUR • JUNI 2021


foto : roderik van nispen


NIEUWS

Staart T. rex voer voor robotbouwers Tyrannosaurus rex wandelde trager dan altijd werd gedacht: bijna vijf kilometer per uur, vergelijkbaar met de mens. Dat blijkt uit onderzoek van de Vrije Universiteit (VU) en het Leidse Naturalis.

MRI-variant toont longschade covid-19

Simulaties wijzen uit dat de lange, zware staart de dinosauriër bovendien extra stabiliteit gaf. De nieuwe inzichten kunnen makers van tweebenige robots helpen bij het bouwen van stabielere versies. ‘De enorme staart nam meer dan de helft van de lengte van het dier in beslag en woog bijna duizend kilogram’, licht Pasha van Bijlert toe. Hij stelde voor zijn bachelorstudie bewegingswetenschappen aan de VU een biomechanisch model op van T. rex Trix, waarvan het skelet bij Naturalis staat. Bij tweebenige dinosauriërs was die staart passief opgehangen aan de ligamenten, rekbare bandjes tussen de ruggenwervels. Daardoor wipt de staart op en neer tijdens het lopen, een beweging die Van Bijlert heeft gesimuleerd. ‘De ligamenten worden uitgerekt als elastieken en weer ingetrokken tijdens dat op en neer gaan van de staart.’ Geen enkel hedendaags dier heeft dit type staart.

Het biomechanische model van Van Bijlert bevat parameters zoals afmetingen en massa van de staart van T. rex, en de stijfheid van de ligamenten. Daaruit leidde Van Bijlert de eigenwaarden van de staartbeweging af, de manier waarop de staart van nature het liefste beweegt. Bij de optimale beweging van T. rex, waarbij het dier al wandelend zo weinig mogelijk energie verbruikt, beweegt de staart op die manier. Ook de mens heeft zo’n ideaal wandeltempo. ‘Je voelt het meteen als je niet op de juiste frequentie loopt’, zegt Van Bijlert. Zoals de staart T. rex stabieler liet lopen, zo zou een vergelijkbare staart wankele, tweebenige robots kunnen helpen overeind te blijven, vermoedt Van Bijlert. ‘Vergelijk het met een koorddanser. Die draagt een lange stok, waardoor hij minder snel valt. Wij doen voorzichtig de aanbeveling aan robotbouwers: overweeg eens het gebruik van een staart.’ (JH)

GIESEN

Britse onderzoekers zagen met een nieuwe imaging-techniek schade in de longen van negen long covid-patiënten. Met bestaande beeldvormende technieken was niets te zien, terwijl deze mensen toch klachten hebben. Sommige patiënten hebben nog lange tijd nadat ze covid-19 hebben gehad last van vermoeidheid en kortademigheid. Maar met routineonderzoek met CT- en MRI-scans vinden artsen geen afwijkingen aan de longen. Onderzoekers in Sheffield en Oxford zetten nu een nieuwe beeldvormende techniek in om de longen van deze patiënten te bekijken. Omdat zuurstof niet is af te beelden op scans, moet de patiënt eenmalig het edelgas xenon inademen, dat wel zichtbaar is te maken met MRI. Xenon gedraagt zich ongeveer hetzelfde als zuurstof en door nu te meten waar het xenon wel en niet meer komt, wordt ook duidelijk hoe ver zuurstof doordringt in de longblaasjes. Met deze methode is wél schade te zien aan de longblaasjes bij long covid-patiënten. (Bastienne Wentzel) 10

DE INGENIEUR • JUNI 2021

FOTO : PASHA VAN BIJLERT ; ILLUSTRATIE : MATTHIAS GIESEN


Punt

Een scherpe mening over een actueel onderwerp. Deze maand: Philomena Bluyssen en Atze Boerstra.

Maak ventilatie flexibeler Nu duidelijk is dat coronabesmettingen ook via rond­ zwevende aerosolen door de lucht kunnen plaats­ vinden, pleiten wij voor meer aandacht voor het goed ventileren van gebouwen. Dat geeft mensen een gezonde leef­ en werkomgeving en kan, bij virussen die door de lucht reizen, levens redden. Mensen die praten, schreeuwen, zingen, hoesten, of zelfs gewoon ademhalen, scheiden uit mond en neus druppeltjes van verschillende afmetingen af die virusdeeltjes kunnen bevatten. Druppeltjes groter dan honderd micrometer zijn relatief zwaar en belanden snel op de grond; vandaar het afstand houden. Voor de kleinste rondzwevende druppeltjes is meer nodig. Die kunnen zich namelijk ophopen in een binnenruimte, vooral wanneer meer­ dere mensen zich langdurig in een slecht geventileerde ruimte ophouden. Het is de hoogste tijd voor een para­ digmaverschuiving op het gebied van ventilatie: bij het ontwerpen van ge­ bouwen moeten we gaan nadenken over de risico’s van infectie via de lucht. In de eerste helft van de negentiende eeuw gingen steden massaal hun watervoorzie­ ning en rioleringssystemen verbeteren. We vinden het nu vanzelfsprekend dat drinkwater schoon en vrij van ziektekiemen is, maar dat zou eigenlijk ook voor lucht moeten gelden. Sinds de jaren zeventig van de vorige eeuw zijn we woningen en gebouwen zo goed mogelijk gaan iso­ leren om het energieverbruik te beperken. Daarmee hebben we niet alleen schimmel­ en vochtproblemen gecreëerd. We hebben nu, bij een wereldwijde virus­ uitbraak, ook een acuut probleem. We moeten ons realiseren dat gebouwen er niet in de eerste plaats zijn om energie te besparen, maar om mensen een gezonde leef­ en werkomgeving te bieden. Ventilatie is het afvoeren van aanwezige lucht in binnenruimten en het toevoeren van verse buitenlucht, niet het continu recirculeren van de lucht binnenin

een gebouw. De meeste gebouwen hebben wel een installatie die lucht kan afvoeren, maar die is soms niet sterk genoeg om aerosolen voldoende weg te zuigen. Daarnaast staan installaties soms verkeerd ingesteld. Ook zijn veel installaties niet flexibel genoeg; ze passen zich niet aan de omstandigheden aan. Het maakt nogal wat uit of er één persoon in een vergaderruimte zit, of dat er een hele afdeling zit te vergaderen. Er is al technologie beschikbaar die waarschuwt wanneer de luchtkwaliteit in een ruimte te slecht wordt. Er zijn CO2­sensoren op de markt die het gehalte aan kooldioxide in de lucht meten en een waarschuwing afgeven als dat boven een bepaalde drempelwaarde komt. Maak daar veel meer gebruik van. Wij vinden dat goede venti­ latie, effectieve luchtfiltering en CO2­monitoring niet langer als ‘nice to have’ worden gezien. Uit het oogpunt van de volksgezond­ heid is het juist essentieel dat deze zaken standaard in orde zijn en dat ventilatie slim in gebouwen is geïntegreerd. Overweeg in nieuwe gebouwen hybride ventilatie, een combinatie van natuurlijke en mechanische ventilatie. We realiseren ons dat het verbeteren van ventilatie geld kost, maar op de totale kosten van een gebouw is dit bedrag klein. Het levert de samenleving veel op, want ook los van deze pandemie heeft een minde­ re luchtkwaliteit in gebouwen gevolgen voor onze gezondheid. Dus hoewel goede ventilatie geld kost, zal het ook forse besparingen opleveren. Want door het gezondere klimaat zal de productiviteit verbeteren en het ziekteverzuim dalen.

Drinkwater is vrij van ziekte­ kiemen, dat zou voor lucht in gebouwen ook moeten gelden

Philomena Bluyssen is hoogleraar Binnenmilieu en Atze Boerstra is hoogleraar Installatietechniek Innovatie, beiden zijn verbonden aan de TU Delft. JUNI 2021 • DE INGENIEUR

11



ELON MUSK

Dossier-Musk Sommigen noemen hem de slimste per-

een kort fictieverhaal van de hand van

soon de ze ooit hebben ontmoet, of een

Librisprijs-winnaar Rob van Essen. We

‘revolutionaire magiër’. Anderen houden

vroegen hem om zijn rijke verbeelding

vol dat hij ondanks alle poeha nog maar

te gebruiken om ons nóg dichterbij het

weinig heeft teweeggebracht, dat hij zelfs

fenomeen Musk te brengen.

een dreigende apocalyps nog commercieel

Ook de lezer laten we aan het woord.

zou uitmelken. Feit is dat iedereen een

Eerder dit voorjaar vroegen we welke

mening heeft over Elon Musk.

man of vrouw uit heden of verleden zich

Niemand in de hedendaagse tech-

met Musk zou kunnen meten, om welke

industrie weet zoveel los te maken, durft

reden ook. Als de vele lezersbijdragen

zo groot te denken en neemt zoveel risico

iets duidelijk maken, dan is het wel dat

als Musk. Op 28 juni wordt hij vijftig en

er meer Musks zijn dan je op het eerste

in De Ingenieur vieren we dat deze maand

gezicht zou denken. Van Essen kwam al

met een groot dossier waarin het werk en

tot eenzelfde constatering: ‘Op een dag

de ideeën van de geboren Zuid-Afrikaan

was iedereen Elon Musk’, begint hij zijn

centraal staan.

verhaal.

Omdat Musk onmogelijk op één manier

Of we erin zijn geslaagd het enigma dat

is te vangen, hebben we er op de redac-

Elon Musk ook is volledig te ontraadselen?

tie voor gekozen een verscheidenheid

Dat laat ik aan de lezer. Wel verwacht ik

aan (journalistieke) vormen in te zetten:

dat de vele verhalen ons zullen inspireren

van essay tot beeldverhaal, van analyse

om af en toe ook wat grootser te denken.

tot interview, van column tot ranglijst,

Op naar de sterren!

van strip tot achtergrondstuk. Deze editie bevat zelfs een primeur in de vorm van

illustratie : shutterstock ; foto : spacex

PANCRAS DIJK, HOOFDREDACTEUR

JUNI 2021 • DE INGENIEUR

13


SUCCESVOL ONDERNEMEN TIPS & TRICKS

Elon Musk geldt wereldwijd als een van de supersterren van de techniek. Hij slaagde als ondernemer zonder concessies te doen en door vast te houden aan zijn eigen, revolutionaire ideeën en werkwijze. Is het mogelijk om in zijn voetsporen te treden en net zo succesvol te worden als hij?

Hoe word je zo succesvol als Elon Musk? Hij is geliefd en gehaat, techondernemer Elon Musk. Maar of je hem nu bewondert of veracht, zeker is dat Musk het ondernemen onder de knie heeft als geen ander. Wat kunnen we van hem leren? Zeven tips. T E K S T: J I M H E I R B A U T

1 2 Denk

groot

Wie Musk enkel ziet als die gozer die elektrische auto’s bouwt en uit verveling ook maar raketten is gaan ontwikkelen, doet hem tekort. De geboren Zuid-Afrikaan is al sinds zijn vroege jeugd gefascineerd door ruimtevaart en sterrenkunde. Als kind verslond hij sciencefictionboeken. Hij ontwikkelde de stellige overtuiging dat de mensheid het zonnestelsel moet koloniseren, te beginnen met Mars. In 2002 richtte Musk het bedrijf SpaceX op, met de visie om het lanceren van raketten vele malen goedkoper te maken. Destijds kostte het lanceren van een satelliet al gauw honderden miljoenen dollars. Toch gaf niemand in eerste instantie een cent voor de kansen van het bedrijf. Dat SpaceX anno 2021 de hofleverancier is van de Amerikaanse ruimtevaartorganisatie NASA had niemand twintig jaar geleden kunnen voorzien. Behalve Musk zelf dan.

Wees

nooit

tevreden

Toen Musk werd gevraagd naar zijn belangrijkste advies aan ondernemers, zei hij: ‘Ga voortdurend na hoe je dingen nog beter kunt doen.’ Dat kan een houding zijn die je jezelf oplegt, maar bij Musk zit het in zijn bloed. Toen hij begin 2012 plaatsnam in een vergevorderd prototype van de Tesla Model S, viel zijn oog direct op de zonneklep. Daar zat een randje in dat hem stoorde. En ook de schroeven waarmee de klep was bevestigd, zaten in het zicht. Het voelde alsof er naalden in mijn ogen werden gestoken, vertelde Musk later. ‘Als het aankomt op de ontwikkeling van producten, lijd ik aan een dwangstoornis’, bekende hij in 2015 in een interview met The Wall Street Journal. ‘Ik zie altijd direct wat er schort aan een auto, raket of ruimtevaartuig, nooit wat er goed aan is.’

3

Stel jezelf

extreem ambitieuze,

onrealistisch lijkende

doelen

Waarschijnlijk stelt Musk in zijn bedrijven agressievere doelen voor zeer ingewikkelde producten dan welke andere ceo ook. ‘Elon is [met plannen] altijd optimistisch, en dat is de aardige manier om het te zeggen’, vertelt Kevin Brogan, een van de eerste ingenieurs bij SpaceX, in het boek Elon Musk van Ashlee Vance. ‘Hij liegt gewoon over wanneer dingen af moeten zijn. Eerst neemt hij de meest agressieve planning die je kunt bedenken, aannemende dat alles goed gaat. En dan versnelt hij die planning door aan te nemen dat elke medewerker nog harder kan werken.’ 14

DE INGENIEUR • JUNI 2021


4

Neem

‘hongerige’

jonge techneuten aan

zonder gezin

Om die krankzinnige doelen te kunnen verwezenlijken, heb je natuurlijk niets aan mensen die stipt om negen uur binnensloffen en om tien voor vijf uitloggen. Zeker in de beginfase van zijn bedrijven zocht Musk jonge mensen die volledig waren toegewijd aan het bedrijf en daaraan ook een groot deel van hun vrije tijd wilden opofferen. ‘De meesten hadden geen kinderen om voor te zorgen, en ze woonden in appartementen, niet in woonhuizen waar nog gras gemaaid moest worden’, schrijft Eric Berger in zijn boek Liftoff over SpaceX. Het bedrijf bood zijn medewerkers niet eens het beste salaris in de branche, maar wel de mogelijkheid om bij te dragen aan het opschudden van de ruimtevaartindustrie. Veel net afgestudeerde ingenieurs konden die lokroep niet weerstaan. Overigens is Musk nooit te beroerd zelf het goede voorbeeld te geven. Toen de Teslafabriek in 2018 door production hell ging, sliep Musk op een matje op de fabrieksvloer. En dat was geen uiterlijk vertoon, hij wilde gewoon zo snel mogelijk de problemen bij het opschalen van de productie helpen oplossen.

5

Investeer nieuwe in een

al je winst

onderneming

Toen hij in 2002 zijn aandeel in zijn tweede bedrijf PayPal verkocht, leverde hem dat 165 miljoen dollar op. Genoeg om nooit meer te hoeven werken en een leven van overvloed en luxe te leiden. Maar daarin was Musk niet geïnteresseerd. Hij investeerde zijn hele vermogen in twee nieuwe bedrijven, SpaceX en Tesla. Er zijn momenten geweest dat beide bedrijven op omvallen stonden, en Musk dus al zijn geld kwijt zou zijn. Dat de bedrijven ternauwernood overleefden, en nu floreren, is te danken aan Musks enorme doorzettingsvermogen, visie, bluf en – vooruit – een beetje geluk. ‘De meeste mensen met veel geld nemen geen risico’s. Voor mij draaide het nooit om geld, maar om het oplossen van problemen voor de toekomst van de mensheid’, zei Musk in een interview.

6 7 Stel

alles

ter discussie

Het lanceren van raketten was altijd peperduur, en velen dachten dat dit voor eeuwig zo zou blijven. Tot Musk ten tonele kwam en vroeg: ‘Wait, but why?’ Hij stripte alles terug tot de basis, tot de natuurkunde van de raket en de materialen die je nodig hebt om er een te bouwen. Doordat hij van buiten de branche kwam, kon hij deze aanpak kiezen. Eerst wilde SpaceX lanceringen gaan aanbieden met raketten van derden. Maar op de terugvlucht van een mislukte poging om in Rusland raketten te kopen, besloot Musk het gewoon zelf te gaan doen.

Houd

humor

Het zal niet iedereen bekoren, maar het heeft wel een bepaalde nerdy charme om je eigen elektrische Tesla Roadster-sportwagen met een van de lanceringen van SpaceX mee de ruimte in te schieten. Musk deed het in 2018, bij wijze van pr-stunt. De sportwagen, met een astronautenpop achter het stuur, draait nog steeds rondjes om de zon. Kurkdroog kan Musk ook zijn. Toen de hoogste baas van Boeing – destijds Dennis Muilenburg – in een interview in 2017 beweerde dat zijn bedrijf eerder een ruimtevaartuig op Mars zou zetten dan SpaceX, tweette Musk gevat: ‘Doe dan.’ De SpaceX-oprichter had geen zin om in de verdediging te schieten, maar zei als het ware ‘je gaat je gang maar’. JUNI 2021 • DE INGENIEUR

15


ELEKTRISCH RIJDEN E S S AY

Nee, natuurlijk heeft Elon Musk de elektrische auto niet uitgevonden. Hij behoort niet eens tot de oprichters van Tesla. Maar sinds hij aan het roer is komen te staan van de fabrikant van stekkerauto’s, is elektrisch rijden de norm geworden. Tesla is inmiddels op de beurs meer waard dan welk ander automerk ook.

Hoe Elon Musk de wereld naar zijn hand zet

Magiër in mobiliteit Aanvankelijk lachten ze er nog om. Inmiddels hebben alle zichzelf respecterende merken een stekkerauto in het assortiment. Ze moeten wel, gelet op het succes van Tesla en het naderende einde van ‘fossiel’. Maar hoe vernieuwend is Musks auto eigenlijk? Is het niet tijd voor écht andere vervoersconcepten? T E K S T: R A L P H P A N H U Y Z E N

Op YouTube is te zien hoe een jonge, glunderende Elon Musk een McLaren F1 thuis krijgt afgeleverd. Deze sportwagen geldt nog steeds als de ne plus ultra onder liefhebbers, maar hij lust wel een aardige slok benzine. De waarde van de F1 is inmiddels tot astronomische hoogte gestegen. De aanschaf tekent deze techondernemer. Gevoel voor waarde, gevoel voor eigenwaarde. Maar met behoud van onze planeet heeft het niet veel te maken. Integendeel. Als het aan Musk ligt, is zelfs het verkassen naar Mars nog een optie, mochten we er hier op aarde een potje van blijven maken. Met zijn aanprijzing van de laatste Tesla, de bijna drie ton wegende Cybertruck, laat Musk doorschemeren dat zero-emissie en milieuoverwegingen voor hem geen doorslaggevende rol spelen. Want hoe hoger het voertuiggewicht, des te meer kilowattuur er immers moet worden ‘getankt’. En het grootste deel van de elektriciteit in de wereld wordt nog steeds met fossiele brandstoffen opgewekt. Zelfs in de apocalyps ziet Musk marketingkansen, zo maakt hij duidelijk in een filmpje waarin hij met autoliefhebber en voormalig talkshowhost Jay Leno door een tunnel rijdt die is gegraven door Musks The Boring Company. Is het einde der tijden eenmaal aangebroken, zegt Musk vergenoegd tegen Leno, dan is het toch handig dat de Cybertruck van een kogelwerende carrosserie is voorzien. Hij vergeet er wel bij te zeggen dat het elektriciteitsnet niet zal werken als de wereld vergaat, zodat opladen lastig is. Veel mensen in Tesla’s oorspronkelijke thuisstaat Californië hebben inmiddels ondervonden dat hun zonnepanelen geen zonlicht krijgen bij de bijna 16

DE INGENIEUR • JUNI 2021

apocalyptisch aandoende bosbranden van de afgelopen jaren. Geen ‘power’ is onhandig als je er snel vandoor moet. Off the grid-laden? Als de batterij leeg is, kun je het wel vergeten. Goochelaars Tegelijkertijd is er ook veel te zeggen vóór het fenomeen Musk. Eén van de intrigerendste vragen is: hoe zou de automobielsector – let wel ’s werelds grootste consumentenindustrie – er voor staan als Musk zich er niet mee had bemoeid? Diezelfde vraag wordt vaak gesteld ten aanzien van de telecomsector. Was de smartphone er gekomen als Steve Jobs zich er niet hard voor had gemaakt? Ik denk dat in beide gevallen het antwoord ‘nee’ is, in ieder geval was het niet zo snel gegaan als nu. Ook Jobs’ smartphone-missie is uitzonderlijk. Toen hij in 2007 een presentatie voor publiek gaf, was veel van de technologie nog niet geheel uitgewerkt. Bij de demonstratie van de verschillende functies moest hij daarom steeds een andere iPhone gebruiken. Die haalde hij als een volleerd goochelaar onder de lessenaar vandaan, suggererend dat het om één en hetzelfde exemplaar ging. Musk toonde zich een goochelaar om andere redenen. Hij was bepaald niet de eerste die een elektrische auto op de markt bracht. Sterker nog: die bestond al sinds het begin van de vorige eeuw. Musks impact lijkt er vooral in gelegen dat hij – als hij ergens zijn zinnen op heeft gezet – net als Jobs in staat is eigenhandig een nieuwe werkelijkheid te creëren, waarna de oude onherroepelijk moet wijken.


Voor Tesla wist Elon Musk een innovatielening van honderden miljoenen los te peuteren bij de Amerikaanse regering. foto : tesla

Strijdtoneel Tesla heeft tot nog toe niets aan momentum verloren. Ik ken geen andere voorbeelden van entrepreneurs die in staat bleken wereldmerken zo aan zich te binden. Genoemde automerken zijn overigens later weer uitgestapt. Te vroeg, weten we nu: ze hadden veel meer kunnen verdienen als ze hadden gewacht. Dit alles is voer voor historici en bètawetenschappers: er is ‘een wereld’ waarin bepaalde ontwikkelingen en vindingen plaatsvinden en er zijn werelden waarin baanbrekende innovaties (nog) niet worden ontwikkeld – bijvoorbeeld door het ontbreken van een Jobs of een Musk.

In Amerika wordt al een tijdje serieus gesproken over wat nu werkelijk mogelijk is. Is wat werkelijk mogelijk is objectief vast te stellen? Dat is moeilijk, zeker als ontwikkelingen zo snel gaan. ‘Wat nu is’ en ‘wat technologisch kan’ liggen meer dan ooit tevoren met elkaar in de clinch. Geen wonder dat de maakbare werkelijkheid en de samenleving het strijdtoneel zijn geworden van politiek en techondernemers. Die laatsten trekken zich steeds minder aan van wat speelt in de Amerikaanse hoofdstad. Het strijdtoneel omvat onderhand de écht grote thema’s, zoals hoe om te gaan met technologie (waaronder algoritmen), of overheden nog de dienst uitmaken (belastingen, monopolies, privacy), hoe mensen consumeren (online shoppen of fysieke winkels), hoe ze werken (loondienst of zzp), hoe ze informatie tot zich nemen (Google, Facebook) en hoe ze kunnen worden gemobiliseerd. Maar dus ook, met dank aan Musk, hoe mensen zich verplaatsen en of we überhaupt nog achter het stuur zitten. Als de zelfrijdende auto er komt, dan wordt daarbij ook bepaald óf sommige beroepsgroepen nog werk hebben. Geëxplodeerd Van nieuwkomer is Tesla in korte tijd uitgegroeid tot het automerk met een beurswaarde die die van alle andere automerken overstijgt. Twee ontwikkelingen hebben daarin een belangrijke rol gespeeld. De eerste is dat

t

Zonder Musk was de auto-industrie niet gedwongen geweest om over te stappen op elektrische aandrijving. Inmiddels hebben de meeste landen zelfs termijnen gesteld aan het uitfaseren van de ontploffingsmotor. Opvallend is dat Musk niet de oprichter is van Tesla, maar pas later met geld, dat hij onder meer had verdiend met het betaalsysteem PayPal, is ingestapt in de onderneming. Het getuigt van zijn magische hand dat hij gevestigde namen als Daimler (Mercedes) en Toyota ervan wist te overtuigen om eveneens deel te nemen. Het bleek hét recept om Tesla op de kaart te zetten en een innovatielening van honderden miljoenen van de Amerikaanse regering los te peuteren, ondanks de vele sceptische geluiden in de media.

JUNI 2021 • DE INGENIEUR

17


ELEKTRISCH RIJDEN E S S AY

De eerste Tesla Cybertruck, de hoekige, volledig elektrische pick-up van Elon Musk, moet volgens planning eind 2021 van de band rollen. foto : tesla

autoriteiten bedachten dat geld rondstrooien via het bankensysteem een panacee is voor het bestrijden van financiële en economische crises. Sindsdien is kapitaal gaan stromen naar plekken waar rendement te maken is: de aandelenmarkt en startups. Niet zozeer naar de sinds decennia gevestigde namen, maar naar jonge onder­ nemingen die pretenderen de toekomst naar hun hand te kunnen zetten. Inmiddels weten we dat dit in Musks geval ook geldt voor de ruimtevaart. Zonder hem geen SpaceX. En zonder SpaceX had NASA veel langer gebruik moeten maken van Russische raketten. Zonder hem ook geen hyperloopprojecten die momenteel over de hele wereld plaatsvinden. Zelfs als al het ingenieurswerk daarvoor is uitgedacht en uitgewerkt, is het nog maar zeer de vraag of deze transportsystemen in vacuümbuizen er ooit zul­ len komen. Een indicatie is misschien dat Musk in veel nieuwe technologie en wishful engineering investeert, maar dat nog steeds niet in welk hyperloopproject dan ook heeft gedaan. Dat sinds de introductie van het aandeel elf jaar gele­ den Tesla’s beurswaarde is geëxplodeerd, is ongetwijfeld ook te danken aan het emissieschandaal dat alleen al het Volkswagenconcern meer dan dertig miljard euro heeft gekost aan afkoop­ en terugnameregelingen en boetes. Is dit naast het supergunstige beursklimaat een tweede toevallige ontwikkeling om te kunnen floreren? Het verhaal gaat dat klokkenluiders verontrust over het ont­ duiken van de Europese regels op gebied van uitlaatgas­ metingen, er maar niet in slaagden dat punt in Brussel geagendeerd te krijgen. En dat ze daarop naar de Ame­ rikaanse milieubeschermingsdienst EPA zijn gestapt, 18

DE INGENIEUR • JUNI 2021

waarna de frauduleuze praktijken alsnog via een omweg Brussel bereikten. Toen moest men wel actie onder­ nemen. Omdat ook al veelvuldig werd gesproken over het nemen van klimaatmaatregelen voor de uitvoering van het Parijsakkoord, besloten Europese politici dat de tijd daar was om de benzine­ en dieselauto uit te faseren. Voor beleggers was het duidelijk dat Tesla inmid­ dels jaren voorsprong op de rest van de industrie had opgebouwd, wat zich direct vertaalde in een stijgende beurswaarde. Terwijl Tesla toen overigens geen winst maakte op de verkoop van elektrische auto’s, maar op het doorverkopen van emissierechten aan andere auto­ fabrikanten. Tesla NL? Wat kan de BV Nederland leren van het fenomeen Musk? Is er een Tesla 2.0 mogelijk? We beseffen het eigenlijk te weinig, maar Tesla – de grootste disruptor in de auto­ industrie – komt uit het land van de Detroit Three: Ge­ neral Motors, Ford en Chrysler (FCA). Deze automerken zagen hun aandeel op de thuismarkt verdampen tot min­ der dan de helft van wat het was in de jaren zestig. Het land waar benzine zo’n 50 tot 60 procent minder kost dan in Europa en de afgelegde afstand met de auto al snel gro­ ter uitpakt. Dit wetende lag Amerika helemaal niet voor de hand om elektrische auto’s met hun beperkte bereik en lange oplaadtijden te gaan produceren. Dan doemt ook de vraag op: waarom is er dan geen ‘Tesla’ opgebloeid in Nederland? Met zijn hogere prijzen aan de pomp en problemen op gebied van luchtkwaliteit in combinatie met een hogere bevolkingsdichtheid, zou het in ieder geval een betere basis zijn geweest. Laten


De Tesla Semi is een volledig elektrische vrachtwagen. foto : tesla

we het er maar op houden dat een man als Musk niet voor niets is getogen naar de plek waar ondernemers en durfkapitaal investeerders de deur bij elkaar platlopen, Silicon Valley. Inmiddels laat hij in ons land ook geen Tesla’s meer assembleren. Industrieel zzp’er NedCar zal het waarschijnlijk wel hebben geprobeerd. Kapitaal hoeft in Nederland op zich geen probleem te zijn. Maar gebrek aan innovatie is dat wel. Dat laatste is vorig jaar nog aangekaart door het World Economic Forum. Visie en nieuwe ideeën horen voorop te staan. Zou het feit dat Nederlandse pensioenfondsen rond de 85 procent van hun vermo­ gen in het buitenland steken symptomatisch zijn? Zijn zij de graadmeter die verraden dat het hier maar een duffe bedoening is? Zou je namelijk een groter deel in eigen land investe­ ren, zoals pensioenfondsen in de meeste landen verplicht zijn, dan profiteert een land daar niet alleen direct van, in de zin van betere mobiliteit, milieu, werkgelegenheid en export, maar loopt het eveneens minder risico op debacles, zoals in 2008 is gebeurd met de financiële crisis. Helaas is het zo dat de clubjes die zich in Nederland bezighouden met automobiliteit zich vaak afhankelijk opstellen van wat de gevestigde automerken vinden dat er moet gebeuren. Dat is een slechte maatstaf, zoals we uit het emissieschandaal van Volkswagen konden opmaken. Inmiddels bepalen de oude autofabrikanten niet langer het tempo van verandering. Maar ook Tesla wordt op een gegeven moment een gevestigde naam. Dat is het in feite al. Waarom is dat belangrijk om op te merken? Er is namelijk veel meer mogelijk aan automobiliteit dan elektrische aandrijving. Je zou zelfs kunnen stellen dat

Tesla redelijk conventioneel ogende auto’s maakt, met als enige verschil dat de ontploffingsmotor is ingeruild voor elektrische aandrijving. Gat in de markt Dat betekent dat er nog een lange weg is te gaan, waar­ langs nieuwe spelers zich kunnen aandienen. Denk bijvoorbeeld aan lichte electric vehicles (EVs) die in het steeds groter wordende gat tussen fiets en de al te zwaar geworden auto vallen. De belasting van het elektriciteits­ net kan daarmee beter worden gemanaged en elke kilowattuur levert simpelweg een hogere actieradius op. Veel elektrische auto’s wegen 20 tot 25 keer zoveel als de meestal enig inzittende, de bestuurder. Het aardige is dat een EV de ruimte efficiënter benut, meer ruimte laat aan fietsers bijvoorbeeld, en zich fysiek beter leent voor de toepassing van zelfrijdend. Daarnaast past die beter in het totaalplaatje waarbij afstemming nodig is met het openbaar vervoer. Naar een dergelijke next generation EV zal zeker ook vraag zijn in het buitenland, wat weer exportkansen biedt. Musk mag zich dan weinig aantrekken van milieu en klimaat, deze kunnen wel het Leitmotiv zijn voor iedere nieuwe ondernemer op het gebied van persoonlijke mo­ biliteit. Om precies te zijn: hoe gaan we efficiënter om met het ‘apparaat’ dat de meeste stroom verbruikt, de mees­ te plaats in beslag neemt en 95 procent van de tijd niets staat te doen? Ralph Panhuyzen is denker en schrijver over ‘wat ons beweegt’. JUNI 2021 • DE INGENIEUR

19


ONDERGRONDS BOUWEN A N A LY S E

Elon Musk gelooft in ondergrondse mobiliteit: ov-loops voor (autonome) Tesla-auto’s, hyperloops voor snelle pods. Om de aanleg van die transportsystemen in eigen hand te houden, richtte hij tunnelbouwbedrijf The Boring Company op.

Hoe vernieuwend is The Boring Company?

Molswerk Het graven van een tunnel zal nooit meer hetzelfde zijn, maakte Elon Musk duidelijk toen hij The Boring Company opzette. Maar de afgelopen vijf jaar heeft het tunnelboorbedrijf nog weinig teweeggebracht, zeggen Nederlandse experts. T E K S T: P A N C R A S D I J K

20

Niets menselijks is Elon Musk vreemd. ‘Dat verkeer? Ik word er gek van’, verwoordde hij in december 2016 het gevoel van de meeste forensen. Maar in het Twitterbericht pasten nog wat tekens. ‘Ik ga een tunnelboormachine kopen en begin maar gewoon te graven.’ De aanvankelijke verwarring – is hij serieus? – maakte al snel plaats voor bewondering om zijn daadkracht. Een paar dagen later was The Boring Company (TBC) een feit. Eerst als onderdeel van het ruimtevaartbedrijf SpaceX, sinds 2018 als zelfstandige onderneming.

elkaar verbindt. Musk heeft goed ingezien dat die tunnels zo slim mogelijk moeten worden aangelegd. Gebeurt dat niet optimaal, dan wordt het allemaal veel te duur.’ Maar daar wringt meteen al de schoen. Want dat tunnelproces is al behoorlijk uitgekristalliseerd, zegt Van der Woude. Een van de punten waarop Musk beweert grote winst te kunnen boeken, is het automatiseren van het proces, maar waar dat kan, gebeurt dat al. Anders boren is zeker mogelijk, maar een factor tien sneller? Van der Woude ziet het niet gebeuren.

Driedimensionaal Musks idee is simpel: de beste manier om congestie tegen te gaan, is verkeer driedimensionaal te maken. Dat kan door auto’s te laten vliegen, of door ze onder de grond te stoppen in tunnels. Musk koos voor de laatste, meer prozaïsche variant. Waar Musk vooralsnog de meeste aandacht krijgt voor zijn gestroomlijnde, snelle Tesla’s en de supersonische raketten van SpaceX, daar blijft TBC in de luwte. De vraag is: zal Musk net zo’n revolutie veroorzaken in de wereld van de tunnelbouw als hij heeft gedaan op het gebied van personenauto’s en ruimtevaart? Sallo van der Woude, projectleider tunnelbouw bij Arcadis, is nog niet erg onder de indruk. ‘Elon Musk heeft nog niets teweeggebracht’, stelt hij vast. Dat Musk zich werkelijk in een plotselinge opwelling tot het ondergrondse zou hebben bekeerd, wil er bij de voorzitter van de KIVI-afdeling Tunneltechniek en Ondergrondse Werken ook niet in. ‘Elon Musk droomt van hyperloopsystemen, waarbij mensen in shuttles met hoge snelheid grote afstanden afleggen in luchtdrukbuizen’, legt Van der Woude uit. ‘Een fantastisch idee, maar daarvoor zijn tunnels nodig. Het systeem werkt immers alleen als het binnensteden met

Mantelmateriaal Toch is Van der Woude zeker niet alleen maar negatief. ‘Musk wil uitgegraven grond of weggeboord gesteente niet als puin storten, maar als grondstof hergebruiken. Dat is een mooie en ook wel realistische gedachte, want dat doen we lang niet altijd goed.’ Musk beweert het materiaal direct te kunnen gebruiken voor de tunnelmantel, wat geld scheelt qua bouwmateriaal en afvoerkosten, maar dat lijkt Van der Woude wishful thinking. ‘In het verleden zijn er wel eens plannen geweest om de mantel ter plaatse te storten’, zegt hij. Een pilotproject in Nederland kwam nooit van de grond, in Japan wel. Daar was het eindresultaat echter teleurstellend. Het continu boren waarbij men tegelijk de boormachine voortstuwt en de ringen bouwt, is nog niet gelukt. Lukt het wel, dan is een versnelling van zo’n 30 procent haalbaar, maar voor het voltooien van een tunnel is veel meer nodig dan alleen het boren van de tunnel zelf. Universitair docent ondergronds bouwen Wout Broere van de Technische Universiteit Delft ziet een ander sterk punt van Musk. ‘Heel knap hoe hij erin slaagt om subsidies binnen te halen voor zijn projecten’, stelt hij. ‘Maar op technisch-inhoudelijk vlak heb ik geen hoge

DE INGENIEUR • JUNI 2021


Twee maanden geleden leverde Elon Musks The Boring Company de Las Vegas Convention Center Loop op. De tunnel bestaat uit twee buizen van 2,7 kilometer lang op twaalf meter diepte en uit drie stations, waarvan één ondergronds. De bouwkosten bedroegen volgens TBC 47 miljoen dollar (38,5 miljoen euro) en de werkzaamheden duurden ongeveer een jaar. Waar het voorheen een wandeling van drie kwartier vergde om van de ene kant van het congrescentrum in de woestijnstad naar de andere kant te komen, volstaat nu een autoritje van nauwelijks twee minuten, stelt TBC. foto : lvcva

ten worden gebracht.’ Het verkleinen van de diameter van de tunnelbuis kan de kosten wel wat drukken, maar alles bij elkaar kan de kilometerprijs nooit heel veel lager uitvallen. Alles in één Het mag op technisch gebied vooralsnog bij vage belof­ ten blijven, op organisatorisch vlak is Musk wel radicaal anders bezig. De wereld van de Amerikaanse tunnel­ bouwers is sterk verzuild, stelt Broere. Opdrachtgevers, aannemers, ingenieursbureaus, vakbonden: alle partijen staan erg op zichzelf, waardoor een gemiddelde tunnel in de Verenigde Staten tientallen procenten duurder

t

pet van hem op.’ De tunnel die onlangs in Las Vegas in gebruik is genomen, is in de eerste plaats een show­ traject, bedoeld om geldschieters over de streep te trek­ ken, stelt Broere. ‘Maar feitelijk is het een traditionele boortunnel, gemaakt met bestaande machines. Niets vernieuwends aan.’ Tunnelbouw kan vast goedkoper, maar tien keer snel­ ler zoals Musk suggereert? Onmogelijk. Broere onder­ zocht in het verleden met een Duits ingenieursbureau voor Shell of het afgraven van grond veel sneller kon. Nee, was de conclusie. ‘De logistiek bepaalt de snel­ heid’, stelt Broere. ‘Er zal altijd grond moeten worden afgevoerd en tunnelbouwmateriaal juist naar voren moe­

JUNI 2021 • DE INGENIEUR

21


ONDERGRONDS BOUWEN A N A LY S E

Elon Musk bij de inwijding van de eerste testtunnel in Californië. FOTO : STEVE JURVETSON

is dan in Europa. ‘Musk doorbreekt die structuur door alles in één onderneming onder te brengen.’ Hoewel de tunnelwereld niet groot is en iedereen elkaar kent, is het voor Broere en Van der Woude gissen naar de werknemers van TBC. ‘Ik heb niet gehoord dat ze tunnelbouwers bij andere bedrijven wegkopen, dus

ik vermoed dat het veel jonge mensen zijn’, zegt Van der Woude. Publiceren doen ze echter zelden tot nooit en op congressen mogen de TBC-collega’s zich van hun baas niet vertonen, zegt Broere. Wat TBC dus precies van plan is voor de komende jaren, blijft in nevelen gehuld. Wordt vervolgd.

De claims van The Boring Company De aanleg van enorme infrastructuurprojecten kost nu nog jaren, maar tunnelboormachine Prufrock wordt zo ontworpen dat het in de toekomst een kwestie van weken wordt, beweert The Boring Company. Tegelijk zou het proces een factor tien goedkoper kunnen. Hoe denkt het bedrijf van Musk dat waar te gaan maken? Boormachine: door zwaardere machines te gebruiken kan het tempo omhoog. Ook het 22

verbeteren van koelsystemen moet sneller boren mogelijk maken. Boortijd: tegelijkertijd met het uitgraven plaatst Prufrock de bekisting, waardoor er onafgebroken kan worden gegraven. Railsvrij: door voertuigen met rubberbanden in te zetten in plaats van treintjes met een locomotief, hoeven er geen kostbare rails te worden aangelegd en onderhouden.

DE INGENIEUR • JUNI 2021

Snelle start: Prufrock arriveert per vrachtwagen en kan binnen 48 uur vanaf het maaiveld beginnen te graven. Selfmade: het zelf bouwen van boormachines, voertuigen, bekisting en dergelijke betekent een forse besparing. Nieuwe standaard: de diameter van de tunnelbuis wordt overal en altijd circa 3,5 meter, een reductie van 30 tot 60 procent.

Hergebruik: uitgegraven grond wordt hergebruikt. Met ovens kunnen er ter plaatse stenen van worden gebakken voor bekisting, huizenbouw of taludvorming. Alles elektrisch: door alleen elektrische voertuigen en instrumenten in te zetten kan er een stuk schoner worden gewerkt. Bovendien maakt dat de noodzaak om ventilatie aan te leggen kleiner: een forse kostenbesparing.


K U N S T M AT I G E I N T E L L I G E N T I E ACHTERGROND

Kunstmatige intelligentie is de ‘grootste bedreiging voor de mensheid’, verklaarde Elon Musk in 2014. ‘We moeten daar ontzettend mee uitkijken’, voegde hij later toe. Waarin zit ’m dat gevaar en doen overheden er wel goed aan om op kunstmatige intelligentie gebaseerde algoritmen toe te passen?

Door gebrek aan kennis en regels gaat het gebruik van AI met vallen en opstaan

Algoritmen in dienst van de overheid Steeds meer overheden zetten kunstmatige intelligentie in bij de uitvoering van allerlei taken. Het doel is meestal geld- en tijdbesparing, maar aan dit efficiëntiebejag kleven grote risico’s. Moet het technologische beest terug in zijn kooi, of zijn er manieren om het te temmen? T E K S T: E N I T H V L O O S W I J K

van artificiële intelligentie (AI) bij overheidsorganisaties. Een snelle, onvolledige inventarisatie leverde 74 projecten op bij gemeenten, provincies, waterschappen, uitvoeringsinstanties en andere organisaties. Dit voorjaar, toen de politieke storm rondom de toeslagenaffaire nog voortraasde, legde TNO de laatste hand aan een tweede rapport. De nieuwe inventarisatie

In Rotterdam voorspelt een algoritme wanneer het tijd is om de vuilnisbakken te legen. In de gemeente Boxmeer tipt een algoritme bij welke bijstandsontvangers de kans op fraude groot is en het Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden experimenteert met een algoritme om de waterstanden te voorspellen. Deze projecten staan beschreven in een TNO-rapport uit 2019 over het gebruik

Bij de overheid neemt de populariteit van lerende algoritmen snel toe, blijkt uit inventarisaties van TNO. FOTO : DEPOSITPHOTOS JUNI 2021 • DE INGENIEUR

23


K U N S T M AT I G E I N T E L L I G E N T I E ACHTERGROND

EU stelt paal en perk aan AI De Europese Unie wil de fundamentele rechten van burgers beschermen tegen de risico’s van AI-toepassingen. Overheden en bedrijven die AI-systemen ontwikkelen en gebruiken, moeten in de toekomst voldoen aan Europese regels. Hoe groter het risico van de algoritmen, des te strenger de regelgeving en hoger de boete. Onder ‘laag risico’ vallen bijvoorbeeld spamfilters en aanbevelingsalgoritmen van Spotify. AI-systemen die beoordelen of iemand een lening kan krijgen, of geschikt is voor een baan, zijn als ‘hoog risico’ aangemerkt en moeten voldoen aan strenge regels. De gegevens waarmee de systemen zijn getraind, moeten bijvoorbeeld van hoge kwaliteit zijn om discriminatie te voorkomen. Biometrische identificatiesystemen op afstand (camera’s met gezichtsherkenning) worden verboden, uitzonderingen daargelaten.

Het voorstel van de commissie is momenteel in behandeling bij het Europese Parlement. Als de wet wordt goedgekeurd, moet deze over twee of drie jaar van kracht worden. De regelgeving is niet helemaal waterdicht. Critici wijzen op lastige definitiekwesties en uitzonderingen die als achterdeurtje kunnen fungeren. Toch ziet de Tilburgse AI-hoogleraar Eric Postma het initiatief positief in. ‘Het is goed dat hierover wordt nagedacht. Ik denk dat we over een jaar of tien in een heel andere samenleving leven voor wat betreft wel en niet mag. Nu leven we in een soort Wilde Westen, omdat de AI-technologie nog volop in ontwikkeling is. We begrijpen nog niet helemaal waarom bepaalde AI-technieken zo goed werken, maar ze worden wel al overal toegepast, voornamelijk omdat het winst oplevert.’

De EU wil camera’s met gezichtsherkenning op afstand verbieden. FOTO : DEPOSITPHOTOS

24

DE INGENIEUR • JUNI 2021

laat inmiddels 165 projecten zien. Beide inventarisaties bevatten alleen projecten die makkelijk online te vinden zijn, maar illustreren dat de populariteit van lerende algoritmen bij de overheid snel toeneemt. Projecten gericht op inspectie en handhaving zijn het populairst (28 procent), daarna volgt opsporing (14 procent). De toeslagenaffaire illustreert hoe rampzalig het voor de burger kan uitpakken als een algoritme steken laat vallen, of discriminerend uitwerkt op bepaalde bevolkingsgroepen. Moeten we de groeiende invloed van complexe algoritmen op allerlei overheidsprocessen snel een halt toeroepen? Of zijn er manieren om het tij ten goede te keren? Zes jaar geleden sloeg een groot aantal wetenschappers en ondernemers, onder wie Stephan Hawking en Elon Musk, al alarm via een open brief, een initiatief van het Amerikaanse Future of Life Institute. Ze pleitten voor onderzoek naar maatschappelijk verantwoord gebruik van kunstmatige intelligentie om zowel de voordelen te kunnen benutten als de nadelen te ondervangen. Want hoe blijft menselijke controle mogelijk wanneer het systeem eenmaal begint te functioneren? En is het dan nog mogelijk het te deactiveren of ingrijpend te veranderen? Niet goed of fout ‘Er zijn heel weinig technologieën weer teruggestopt in hun doos’, zegt Daniel Tijink, wijsgerig ingenieur bij het platform voor de informatiesamenleving ECP. ‘Door alleen te focussen op de vraag of je een technologie wel of niet moet toepassen, ontstaat er snel polarisatie tussen mensen die voor of tegen zijn. Daardoor laat je veel mogelijkheden liggen om iets beter te maken.’ Tijink is een van de initiatiefnemers van een methode om AI op ethisch verantwoorde wijze toe te passen. Het uitgangspunt is dat een technologie op zichzelf nooit goed of fout is, maar dat de toepassing voor verschillende belanghebbenden wenselijke, of juist onwenselijke gevolgen kan hebben binnen een bepaalde context. Als voorbeeld noemt Tijink een project aan het Leids Universitair Medisch Centrum (LUMC) rondom patiënten die herstellende zijn van een hartinfarct. Voorheen lieten zij zich vier keer per jaar in het ziekenhuis controleren op bloeddruk, gewicht en hartactiviteit via een elektrocardiogram (ecg). Tegenwoordig krijgen ze een stappenteller, weegschaal, bloeddrukmeter en ecg-apparaat mee naar huis, zodat ze regelmatig thuismetingen kunnen doen. Dit levert een completer beeld op van hun gezondheid, maar ook een grote hoeveelheid data. Om al die data te analyseren en ter ondersteuning van de verpleegkundig specialisten, zou AI worden ingezet. Maar omdat hieraan ook allerlei ethische aspecten kleven, hebben patiënten, zorgverleners, medici en technici deelgenomen aan een ‘workshop begeleidingsethiek’ van het ECP. Daarbij gaan zoveel mogelijk belanghebbenden in gesprek om verschillende, mogelijk conflicterende waarden in beeld te krijgen waaraan de technologie raakt. Niet alleen de meest voor de hand liggende waarden, zoals gezondheid, efficiëntie, privacy en veiligheid, maar ook zaken die wat minder vanzelfsprekend zijn voor outsiders.


Onderhoud aan algoritmen gebeurt te weinig, steltde rekenkamer. beeld : shutterstock

Creditcard De aanpak begeleidingsethiek van ECP is dus niet gericht op het formuleren van oordelen, zoals ethische commissies vaak doen. Het doel is te komen tot handelingsopties, praktische manieren om gestalte te geven aan verschillende waarden in een specifieke context. Dat leidt niet alleen tot eventuele aanpassingen aan de technologie, maar ook aan de context.

Een volmaakte technologie bestaat immers niet, legt Tijink uit. ‘Neem de creditcard, die is heel populair geweest, maar was erg onveilig. Wanneer hij werd gestolen, kon de dief shoppen met het geld van een ander. Maar er zat een verzekering bij, waardoor je dat geld gewoon versneld terugkreeg. Ook voor de toeslagenaffaire is dat relevant. Daar zit waarschijnlijk een automatische manier bij waarop mensen zijn aangeslagen. Dat het niet perfect werkt, hoeft niet zo erg te zijn als je een heel goede helpdesk hebt waar mensen met hun klachten terechtkunnen en waar op die signalen wordt gehandeld.’ Hoewel steeds meer overheidsinstanties interesse tonen in deze aanpak, is het verhaal van het LUMC vooralsnog uitzonderlijk. De rapportages van TNO, een verkennend onderzoek van het CBS uit 2018 en een rapport van de Rekenkamer van begin dit jaar laten allemaal hetzelfde zien: een groot deel van de overheidsinstanties opereert op het gebied van AI in een gevaarlijke beleidsleemte. Aan welke eisen moeten algoritmen voldoen voor wat betreft inzichtelijkheid, transparantie,

t

‘Stel, bij oude, zware mensen geeft het algoritme eerder een “piep” dan bij jonge, slanke mensen’, zegt Tijink. ‘Vervolgens kijkt de verpleegkundige naar de waarden en onderneemt eventueel actie. Op zich is dat goed, maar toen zei een patiënt: wacht eens even, als ik nooit meer iets heb, hoor ik dus nooit meer iets? Dat voelt niet lekker. Normaal kom ik vier keer per jaar in het ziekenhuis en nu nooit meer. Daar waren alle deelnemers het mee eens. De AI-expert die aan tafel zat, heeft daarop direct een randomizer toegevoegd aan het systeem, waardoor mensen ook zonder aanleiding kunnen worden gebeld.’

JUNI 2021 • DE INGENIEUR

25


K U N S T M AT I G E I N T E L L I G E N T I E ACHTERGROND

validiteit en betrouwbaarheid? Tot op welke hoogte mogen algoritmen beslissingen nemen zonder tussenkomst van een ambtenaar? Zolang ambtenaren het antwoord hierop niet krijgen, handelen ze naar eigen goeddunken. Zelfuitleggende algoritmen Transparantie is vooral bij lerende algoritmen een veelgehoord probleem: het programma gaat op zoek naar patronen in grote hoeveelheden data, maar op basis waarvan het tenslotte tot een analyse komt, is lang niet altijd duidelijk. Wanneer de analyse bijvoorbeeld is gebaseerd op vooroordelen die al in de data besloten liggen, kan dat kwalijke gevolgen hebben. Er zijn wel methoden in ontwikkeling om zelflerende algoritmen transparanter te maken, vertelt Eric Postma, hoogleraar AI bij Tilburg University. ‘Het is mogelijk om algoritmen te trainen op een soort uitlegfunctie, dat is ook wel gebeurd. Bij een fraude-opsporingsalgoritme krijg je dan niet alleen de waarschuwing dat iets fraude zou kunnen zijn, maar ook de uitleg om welke reden dat is. Op die manier zou je het gebrek aan transparantie iets kunnen compenseren.’ Helaas gelooft Postma niet dat dit veel oplost. ‘Je kunt uitleg koppelen aan de patronen die een computer vindt, maar die uitleg alleen zal niet snel voldoende zijn. Je moet ook iets snappen van de context.’ Als voorbeeld neemt Postma de toeslagenaffaire. Kijkend naar data uit het verleden kan een algoritme concluderen dat mensen met twee paspoorten vaker worden verdacht van misbruik. ‘Maar dat kan ook komen doordat ze de instructies niet begrijpen, of omdat ze onvoldoende ervaring hebben met aanvragen. Het algoritme zal alleen uitleggen dat er vaker verdachte patronen zijn bij buitenlanders. Voor de juiste uitleg heb je ook menselijke kennis en ervaring nodig.’

saties. Hij wil graag anoniem blijven. ‘De ontwikkelaars zijn vaak jonge honden die willen spelen met data en patroonherkenning, zonder dat ze nadenken over hoe je de omgeving onderhoudt die je voor je analyses gebruikt. Als je op een gegeven moment allerlei verschillende tooltjes van allerlei verschillende versies naast elkaar hebt staan, hoe ga je dat de komende vijf jaar onderhouden? Hoe ga je bewijzen dat er geen racisme in de AI zit?’ Het verloop van de ontwikkelaars is bovendien erg groot. ‘Veel jonge mensen willen vooral een leuk tooltje ontwikkelen, omdat het goed is voor hun cv. Na twee jaar kunnen ze zichzelf weer duurder verkopen bij een volgend bedrijf.’ Het documenteren van hun werk interesseert ze minder. Als niemand ze daartoe aanzet, vertrekt met hen tevens de kennis over door hen ontwikkelde algoritmen. Postma is betrokken bij de Jheronimus Academy of Data Science in Den Bosch, dat onder andere korte opleidingen voor overheden en bedrijven verzorgt. Ook hij ziet een groot expertisetekort. ‘Mensen die in technologie zijn geïnteresseerd, gaan normaliter niet bij de overheid werken. De overheid is een managementorganisatie, dat heeft meer met de alfa- en gammawetenschappen te maken. Wat we keer op keer zien, ook bij veel bedrijven, is dat ze “iets” met AI willen doen en eerst de verkeerde kant op lopen door hoogdravende verhalen van bedrijven die iets willen verkopen. Ze kopen een systeem dat vervolgens niet voldoet.’

Grote problemen betreffen niet de technologie, maar de inbedding in de maatschappij

Expertisegebrek Een belangrijke zorg van de Rekenkamer is dat vaak meer aandacht gaat naar het ontwerp en de ingebruikname van het algoritme, dan naar het instandhouden en het onderhoud ervan. Dat is riskant, omdat allerlei zaken, zoals regelgeving, kunnen veranderen, waardoor het algoritme niet meer voldoet. Wie houdt dit in de gaten en, minstens zo belangrijk, wie zorgt ervoor dat het algoritme zo nodig wordt aangepast? Bij de overheidsinstanties zelf ontbreekt hiervoor vaak de expertise. Zij kopen hun algoritmen veelal in bij externe bedrijven die bestaande algoritmen wat aanpassen, of nieuwe ontwikkelen voor de opdrachtgever. In beide gevallen is de overheid voor het onderhoud afhankelijk van een externe partij. Ook als een organisatie eigen ontwikkelaars in huis heeft, is dat geen garantie voor een doortimmerd plan, vertelt een architect die werkt voor een groot IT-bedrijf en regelmatig te maken heeft met grote overheidsorgani26

DE INGENIEUR • JUNI 2021

Inbedding Het kan ook anders, denkt Postma. ‘Train een deel van je personeel, school ze bij in AI. Ga niet allerlei apparatuur en software kopen, maar experimenteer zelf wat en bouw van daaruit langzaam op. Dan zie je binnen de kortste keren goed werkende oplossingen. Vervolgens kun je altijd nog gebruik maken van diensten van Microsoft en noem maar op, maar dan weet je van tevoren tenminste wat je wel of niet nodig hebt, en wat de risicofactoren zijn.’ Verder raadt hij aan samen te werken met universiteiten en hogescholen. ‘Vaak zie je dat managers het idee hebben dat ze groots moeten uitpakken. Probeer eerst kleinschalig dingen aan te pakken. Door afstudeerders of promovendi erop los te laten, leren ze ontzettend veel over de huidige terminologie die zich voortdurend ontwikkelt. Ze zien ook wat de beperkingen zijn als je die in de praktijk toepast.’ Tenslotte benadrukt hij dat technologiekennis alleen nooit voldoende is. AI-experts al te geïsoleerd hun gang laten gaan, is vragen om problemen. ‘Je hebt niets aan een AI-instrument zonder domeinkennis. De grote problemen betreffen niet de technologie, maar de inbedding van die technologie in de maatschappij. Dat vereist andere vaardigheden. Ik denk dat je daarop moet inzetten.’


Möring

Marcel Möring is schrijver, bekend van romans als In Babylon (1997), Dis (2006), Eden (2017) en Amen (2019).

De witte was ‘Wist jij’, zei ik tegen mijn vrouw, ‘dat dr. Barbara Sturm “molecular-based creams, serums, and cleansers” maakt?’ Het is mijn favoriete hobby om te mansplainen dat cosmeticareclame de eenentwintigste-eeuwse variant is van de kwakzalverij die in oude tijden op kermissen en jaarmarkten werd aangeprezen. Het is irritant, maar ik kan er niet mee ophouden. ‘Wie?’, zei mijn echtgenote. ‘Barbara Sturm. Schoonheidsspecialiste van de sterren. Ze werkt met moleculen.’ Een opkomende frons op het gelaat van mijn geliefde. ‘Moleculen! In tegenstelling tot andere middeltjes bestaan haar crèmes en serums en zalfjes uit moleculen.’ ‘Maar alles bestaat uit moleculen!’ ‘Jij en ik, een banaan en een stuk hout. En nu ook de schoonheidsproducten van Barbara Sturm. Die dokter is. Weliswaar in de orthopedie, maar dat geeft niet.’ Omdat mensen nauwelijks iets van natuur-, schei-, of wiskunde weten, kun je ze van alles wijsmaken. Een aantal jaren geleden was het een en al nano wat de klok sloeg. Of je de auto waste of je tanden poetste, overal zaten nanodeeltjes in. Nu is het molecuul blijkbaar aan de beurt. Soms denk ik: ik houd op met schrijven, ga geparfumeerd vet in potjes stoppen en word welriekend rijk. Ooit heeft een vrouwelijke wetenschapper mij uitgelegd dat de menselijke huid eigenlijk niets anders nodig heeft dan afspoelen met water en bij droogte een likje vaseline. Uit de zon blijven is ook goed. ‘Maar’, zei ze, ‘je moet het placebo-effect van dure schoonheidsmiddelen niet onderschatten. Wie denkt dat hij mooi wordt van een crème zal zich mooi voelen en mensen die zich mooi voelen stralen dat uit. Dus in die zin werken ze wel degelijk.’ Ik bedacht onmiddellijk een naam voor mijn peperdure beautylijn: Dr. Feelgood. Om een seconde later te beseffen dat er een band is die zo heet en dat ik die in een ver verleden zelfs wel eens heb zien optreden. Dat de gemiddelde mens nauwelijks weet heeft van bètaonderwerpen is niet erg, zo lang het maar om crèmes en zalfjes gaat. Maar in deze vreemde tijden vinden mensen die

van niets weten wel iets van vaccinaties en risicostatistieken. Hoe erg het is drong pas tot mij door toen de assistente van mijn huisarts belde met de vraag of ik gevaccineerd wilde worden en, zo ja, of ik bezwaar had tegen AstraZeneca. Ik zei ‘nee’ en ‘waarom?’ Nou, ze hadden voor de eerste ronde tweehonderd mensen benaderd en driekwart wilde absoluut geen AstraZeneca. Vanwege de bijwerkingen. ‘Maar’, zei ik, ‘de kans dat je op weg naar de huisarts wordt overreden door een circuswagen met twee zwangere olifanten is waarschijnlijk groter!’ Dat wist de assistente niet zo zeker. Maar de kans op bijwerkingen was inderdaad zeer klein. Niet dat kennis van wetenschap en techniek altijd helpt. Toen mijn vader vorige week overleed kwamen mijn zusters en ik bijeen en, zoals dat dan gaat, werden er herinneringen opgehaald. Ik vertelde dat hij, zelf nota bene ingenieur, de afwasmachine niet aanzette als hij naar bed ging, zoals hij ook de wasmachine met rust liet als hij het huis verliet. ‘Maar wat kan er gebeuren?’, vroeg ik hem toen ik daar achter kwam. Tja, waarschijnlijk niets, maar toch. Ik begon over de waterstop, de sensoren in die apparaten, noem maar op, maar hij bleef het een ongemakkelijk idee vinden, zo’n machine die draait tijdens jouw afwezigheid. ‘Oh, maar dat doe ik ook niet’, zei mijn jongste zuster. Waarna het gesprek bizarre wendingen nam en we na een tijdje uitkwamen bij de kwestie wat witte was is. Volgens mijn ene zuster alles wat heet kan worden gewassen, volgens de andere (en mij) wat daadwerkelijk wit is. ‘Anders heet het geen Witte Was!’, riep ik. Dat kon zus 1 niet overtuigen. Wit was geen definitie maar een begrip. Tijdens de lange weg naar huis bedacht ik dat alles uiteindelijk een taalkwestie is. Wit, bont, molecuul, kansberekening, het staat of valt met uitleg en begrip. Thuisgekomen dook ik uit de boekenkast Wittgensteins Tractatus op en toen ik ‘Waarover men niet kan spreken moet men zwijgen’ las, kwam ik weer heerlijk tot rust. Daarna deed ik mijn witte overhemden in de witte was en ging slapen terwijl de wasmachine in de verte zacht zoemde.

Alles is een taalkwestie, uiteindelijk staat of valt alles met uitleg en begrip

FOTO : HARRY COCK

JUNI 2021 • DE INGENIEUR

27


RUIMTEVAART FOTOSPECIAL

Elon Musk is ervan overtuigd de mens een multiplanetaire soort moet worden; te beginnen met een kolonie op Mars. Raketten waren lange tijd alleen erg duur en na een lancering niet opnieuw te gebruiken. Daarom bouwt Musk nu recyclebare raketten.

SpaceX zet de ruimtevaartindustrie op zijn kop

De opkomst van een jong ruimtevaartbedrijf Toen een jonge Elon Musk in 2002 ettelijke miljoenen over had van de verkoop van zijn aandeel in het bedrijf PayPal, besloot hij te doen waar hij altijd al van had gedroomd: een bedrijf starten om raketten te bouwen en ze te lanceren. T E K S T: J I M H E I R B A U T

Space Exploration Technologies – kortweg SpaceX – bestond in de eerste maanden uit een paar van de allerbeste rocket scientists en ingenieurs die Musk had losgeweekt bij andere bedrijven, aangevuld met net afgestudeerd ingenieurstalent. Dit getalenteerde en uiterst gemotiveerde zooitje begon maar ‘gewoon’ zijn eigen raketten te tekenen, bouwen en testen. In krap twintig jaar heeft SpaceX veel bereikt. Het ontwierp en bouwde raketten met eerst één – zelfontworpen – motor, later met negen motoren, tot aan

een monster met 27 motoren aan toe. Toen begon het te experimenteren met het hergebruiken van raketten, iets wat lange tijd voor volstrekt onmogelijk werd geacht. Maar Musk doet het. Sinds vorig jaar schiet het bedrijf SpaceX astronauten de ruimte in, voor het eerst sinds lange tijd weer met Amerikaanse raketten. SpaceX heeft en passant de kosten voor lanceringen drastisch omlaag gebracht. Wat eigenlijk ongelofelijk is voor een bedrijf dat nog geen twintig jaar bestaat. De ontwikkeling van SpaceX in beeld.

De lancering van Falcon 1

Elon Musk met het Flight One-lanceerteam en met Air Force-officials op 24 maart 2006, voorafgaand aan de lancering van de Falcon 1 vanaf Omelek, een eilandje in het Kwajalein-atol, onderdeel van de Marshalleilanden. FOTO : TIM BUZZA 28

DE INGENIEUR • JUNI 2021

Alle begin is moeilijk. Een ernstige Musk bekijkt de verzamelde brokstukken van de Falcon 1-raket na de eerste lancering vanaf Omelek. Pas bij de vierde lancering ging het eindelijk goed. FOTO: HANS KOENIGSMANN


2008 Musk inspecteert in de fabriek het hitteschild van een Dragoncapsule die zal worden gebruikt om lading naar het International Space Station (ISS) te sturen. FOTO : STEVE JURVETSON / CC BT 2.0

15 april 2010 Musk leidt president Barack Obama rond over het terrein van Cape Canaveral Air Force Station in Florida. Obama brengt diezelfde dag een bezoek aan het Kennedy Space Center van NASA om de ambitieuze nieuwe koers van de Verenigde Staten toe te lichten. Het land moet weer leidend worden op het gebied van bemande ruimtevaart. FOTO : NASA / BILL INGALLS

13 juni 2012 NASA-hoofd Charles Bolden en Musk geven een persconferentie bij de Dragoncapsule die net is teruggekeerd van een historische missie. Voor het eerst heeft een bedrijf het ISS bevoorraad. Plaats van handeling is de SpaceXlocatie in McGregor, Texas. FOTO : NASA / BILL INGALLS

28 mei 2014

Hier is de vijfde en laatste lancering van de Falcon 1 te zien, op 14 juli 2009. De geslaagde vierde en vijfde lancering waren de redding voor SpaceX. Waren deze lanceringen ook mislukt, dan was het einde oefening geweest. FOTO : SPACEX / CC 0 1.0

Tekening van de in 2014 onthulde SpaceX Crew Dragon, een nieuw ruimtevaartuig ontworpen om astronauten naar een baan om de aarde en verder te vervoeren. Het ruimtevaartuig moet zeven bemanningsleden kunnen vervoeren, en bijna overal op aarde met raketaandrijving kunnen landen, bijtanken en daarna binnen korte tijd opnieuw kunnen gaan vliegen. SpaceX noemt de Crew Dragon ‘een modern, 21steeeuws bemand ruimtevaartuig dat een revolutie teweeg moet brengen in ruimtevaart’. ILLUSTRATIE: SPACEX JUNI 2021 • DE INGENIEUR

29


RUIMTEVAART FOTOSPECIAL

11 februari 2015 Lancering van een Falcon 9-raket met aan boord een bijzondere satelliet. De Deep Space Climate Observatory-satelliet maakt op een afstand van 1,5 miljoen kilometer rondjes om de aarde, en houdt daar voortdurend de zonnewind in de gaten. Is er een uitbarsting van geladen deeltjes op de zon, dan geeft de satelliet een vroege waarschuwing af. FOTO : SPACEX

22 september 2016 Hoe groot is nou een raket? Hier de onderkant van een Falcon 9-raket, met acht motoren in een ring, en de negende in het hart geplaatst. FOTO : STEVE JURVETSON / CC BY 2.0

februari 2018 Geintje. Moet kunnen, toch? Musk stuurde zijn bloedeigen Tesla Roadster aan boord van een Falcon Heavy-raket de ruimte in. Sindsdien draait het voertuig, met de paspop Starman achter het stuur, rondjes om de zon. Over the top, deze prank, vonden velen. Maar het tekent wel de nerdy-humor van SpaceX-baas Musk. FOTO : SPACEX 30

DE INGENIEUR • JUNI 2021


28 februari 2019 Hier wordt een Falcon 9-raket van SpaceX met het Crew Dragonruimtevaartuig aan boord naar buiten gerold op Launch Complex 39A van het Kennedy Space Center in Florida. De Crew Demo-1-missie was op 2 maart 2019 de eerste orbitale testvlucht met de Crew Dragon-capsule. FOTO: NASA/JOEL KOWSKY

30 mei 2020 SpaceX schrijft weer een stukje geschiedenis met de lancering van de tweede orbitale testvlucht met een Crew Dragoncapsule in het kader van Demo 2. Dit is de eerste bemande vlucht met een ruimtevaartuig van het type Dragon 2 ofwel Crew Dragon, en tevens de eerste bemande ruimtevlucht vanuit de Verenigde Staten sinds de laatste vlucht met de spaceshuttle in 2011. Astronauten Bob Behnken en Douglas Hurley gingen met deze vlucht naar het ISS. FOTO: SPACEX

vanaf 2021 SpaceX wil duizenden kleine satellieten in een lage baan om de aarde brengen, om zo internetverbindingen vanuit de ruimte te verzorgen. Begin 2021 vonden de eerste lanceringen plaats van Starlinksatellieten naar een polaire omloopbaan, een satellietbaan die steeds over beide polen gaat. Ze zijn uitgerust met laser crosslinks, een dataverbinding tussen satellieten onderling met laserbundels. SpaceX wil deze technologie volgend jaar ook aan andere satellieten toevoegen. FOTO: SPACEX

mei 2021 Dit keer geen enorme vuurbal. Eerdere pogingen om een prototype van de herbruikbare Starshipraket te laten landen, resulteerden steeds in spectaculaire ontploffingen. Nu ging het voor het eerst goed: de recycleraket kwam na een korte testvlucht zonder problemen weer op zijn pootjes terecht. Opnieuw zorgt SpaceX voor een revolutie in ruimtevaartland. Starship wordt de eerste raket die kan landen op de maan of een andere planeet, en van daaruit ook weer kan opstijgen om terug te keren naar aarde. FOTO : SPACEX JUNI 2021 • DE INGENIEUR

31


LEZERS

REA GEREN

Help! De ‘ir.’ verdwijnt De ingenieurstitel dreigt in de vergetelheid te

Punt

Een scherpe mening over een actueel onderwerp. Deze maand: ir. dr. Chris Verhoeven

raken en dat is zorgwekkend, stelde ir. dr. Chris Verhoeven (TU Delft) in een vurig betoog in het

Wie redt ‘ir.’ van de ondergang? Onlangs figureerde ik in Delta, het univer­ siteitsblad van de TU Delft. Een interessant artikel, daar niet van, maar het gaat mij hier om de titulatuur: die ontbrak volledig. In de later verschenen Engelstalige versie duidde men mij, half op mijn verzoek, aan als ‘En­ gineer Dr’, maar ook dat voelde onbevre­ digend. Bij navraag bleek het weglaten van de ingenieurstitel gewoonte te zijn bij Delta (zoals het dat ook is bij De Ingenieur, red.) Ik vind dat verkeerd. Het voelt alsof men de essentie had weggelaten van wie ik bén. Het onderscheid tussen een academicus en een ingenieur is levens­ groot. Wetenschappers doen ontdekkingen, ingenieurs veeleer uitvindingen. Het vliegtuig is niet ontdekt, maar uitgevonden. Uitvindingen worden gedaan door men­ sen die met modellen geen genoegen nemen. Tegen de gevestigde orde in dromen ze van vliegen, van lopen op de maan, het temmen van de zee, draadloze energie en wat verder allemaal nog niet kan. Zodra er een potentiële technologie wordt ontdekt die de droom mogelijk maakt, grijpen ze hun kans en geven ze die toekomst vorm. ‘Wetenschappers bestuderen de wereld zoals die nu is; ingenieurs creëren de wereld zoals die nog nooit is geweest’, stelde werktuigbouwer Theodore von Kármán. De ingenieurstitel is meer dan een bewijs dat je een studie op een technische universiteit hebt afgerond. De titel geeft aan hoe je in elkaar zit, hoe je denkt, hoe je droomt, hoe je werkt én hoe je samenwerkt. Je wordt als ingenieur geboren. Al op jonge leeftijd wilde ik ingenieur worden vanwege

aprilnummer. Die titel vormt namelijk ‘de essentie van wie ik ben’, schreef Verhoeven.

de televisieserie Ja zuster, nee zuster. De ingenieur in die serie deed voortdurend uitvindingen en dat wilde ik ook. Het was geen bezwaar voor mij dat die uitvindin­ gen in eerste instantie nutteloos leken. Hij maakte bijvoorbeeld een dressoir waarbij je een wolf hoorde huilen als je een deurtje opende. Maar tijdens het liedje ‘Van Wisjni naar Wosjni’ over een door wolven achter­ volgde slee maakte zuster Clivia er nuttig gebruik van. Annie M.G. Schmidt had heel goed door hoe het zat. Ingenieurs doen alleen de ‘eerste uitvinding’. De gebruiker doet de ‘tweede uit­ vinding’ via een match met een bestaande behoefte. Ingenieurs en weten­ schappers verschillen fundamenteel en daar­ om krijgen ze met ‘ir.’ een eigen (promotie­ bestendige) titel. Je kunt ‘ir.’ niet vertalen naar het algemene ‘MSc’. Als een tolk maar de helft vertaalt, is geen gesprek te volgen. Ikzelf heb ervoor gekozen om mijn ingenieurstitel zelfs vóór mijn academische titel te voeren: ir. dr. Verhoeven. Daarmee wil ik aangeven hoe belangrijk ik het vind om ingenieur te zijn. Ik hoop dat KIVI zich zal inzetten om te voorkomen dat de titel devalueert of zelfs in de vergetelheid zal raken.

Zelden leverde een opiniestuk in De Ingenieur zoveel reacties op. Veel lezers onderschrijven

De titel geeft aan hoe je denkt, hoe je droomt en hoe je werkt

de hartenkreet. Zij vinden de ingenieurstitel nog steeds belangrijk. Anderen zeggen juist dat die academische titulatuur uit de tijd is en we er

Chris Verhoeven is universitair hoofd­ docent bij de faculteit Elektrotechniek, wiskunde en informatica van de TU Delft.

beter mee kunnen stoppen. Op deze pagina’s

Discussieer mee over dit onderwerp op deingenieur.nl/irtitel APRIL 2021 • DE INGENIEUR

Wake-upcall Als KIVI-lid ontvang ik een mooi blad dat ik met veel plezier lees, maar verder heb ik weinig op met de vereniging. Ik zie wel dat de vereniging worstelt om haar plek te vinden en wat me vooral opvalt is dat de vereniging onzichtbaar is in het maatschappelijk debat terwijl techniek een grote rol speelt in de huidige maatschappij. In het aprilnummer werd ik geraakt door twee columns die op het eerste oog misschien weinig met elkaar te maken hebben, maar samen een scherp inzicht geven van onze vereniging. Het betreft hier de column van Chris Verhoeven, ‘Wie redt de “ir.” van de ondergang?’, en de column van Felienne Hermans, ‘Niet zonder ons’. Deze bijdragen samen illustreren goed de spagaat waarin de vereniging verkeert tussen enerzijds het verleden en anderzijds het heden en de behoeften van de moderne ingenieur. Natuurlijk zullen de meeste KIVI-leden niet bewust seksistisch zijn of vrouwen uitsluiten. Maar juist als beroepsvereniging heb je ook een rol om onbewust gedrag zichtbaar te maken. De voorbeelden van Hermans zijn hier duidelijk genoeg. Geheel in contrast hiermee staat de column van Verhoeven die voor zijn status 32

DE INGENIEUR • JUNI 2021

11

een selectie uit de reacties.

blijkbaar afhankelijk is van het zichtbaar zijn van zijn ir.-titel. Natuurlijk doen ingenieurs nuttige dingen en zijn ze belangrijk voor de maatschappij, maar dat maak je duidelijk door bevlogen over je werk te praten en uit te dragen waar de toegevoegde waarde ligt. Niet door je waarde te halen uit een paar letters die je voor je naam mag zetten. Ik realiseer me dat ik eigenlijk nooit uitdraag of vertel dat ik KIVI-lid ben. Als we willen dat ingenieurs wél trotse leden van hun vakvereniging zijn, hebben we meer Hermansen nodig, en minder Verhoevens. Rudi Boon, Eindhoven

Ingang bij bedrijven Sinds 26 oktober 1956 mag ik de titel ‘ir.’ voeren. Tot 1 januari 1970 was ik in loondienst, daarna ging ik als zelfstandige verder. Ik heb altijd geleund op de titel; de titel was mijn ingang bij de diverse bedrijven waarvoor ik opdrachten uitvoerde. U zult dus begrijpen dat ik de titel belangrijk vind. Veelal werd mij uitvinderschap toegedacht, maar ik heb mijzelf altijd constructeur genoemd. U zult zich kunnen voorstellen dat ik mij volledig aansluit bij Verhoeven: de titel moet blijven bestaan. P. Loesberg, Wageningen

De creator van ‘iets’ Ik onderschrijf de mening van Chris Verhoeven dat de ir.-titel aangeeft dat je tot meer in staat bent dan alleen waarnemen. Het is juist het creatieve ‘er was niets en er ontstaat iets’ dat de ingenieur kenmerkt en dat moet worden gehonoreerd met een eigen, onderscheidende titel. Ik ben er trots op als civiel ingenieur menige bijdrage aan de maatschappij te hebben kunnen leveren. De ir.-titel moet dan ook worden gehandhaafd en bovendien moet de opleiding meer worden gepromoot om jeugd aan te trekken voor de vele technische opleidingen waar de maatschappij in toenemende mate om vraagt. Sjoerd Tiemstra, Veghel

Schept duidelijkheid Ik steun Chris Verhoeven in zijn pleidooi om de ingenieurstitel te behouden. Wanneer ik de huidige hbo-opleidingen bezie, dan denk ik wel eens: wat stelt het nog voor? Sommige afgestudeerden mogen zich dan master noemen. Maar niet iedere master zit op hetzelfde niveau en daarom ben ik er trots op dat de hts’er de titel ing. mag voeren. Menig hts’er heeft harder moeten werken voor het getuigschrift dan vele ‘masters’ en daarmee is de titel ing. zeer waardevol. Wanneer ik


met een ing. praat, weet ik tenminste op welk niveau deze zit en dat weet ik bij een hbo-bachelor niet. Daarmee geeft de titel van ingenieur ook duidelijkheid. Ik heb zelf de avond-hts gevolgd naast een veertigurige werkweek. Dit was een vijfjarige opleiding waarvan de eerste drie jaar behoorlijk zwaar waren, vier avonden per week. Ik ben er trots op dat ik de titel ing. mag dragen. Jan Vooys, Oegstgeest

Voeg Engineering aan MSc toe Het is deze maand vijftig jaar geleden dat ik doctoraal examen deed in Delft. Vanaf dat moment mocht ik de titel ‘ir.’ voeren. Ik was er trots op en ben dat nog steeds. Het geeft direct de technisch wetenschappelijke achtergrond aan van de titeldrager. In mijn lange, internationale loopbaan bij Shell en vervolgens als consultant moest ik echter vaak uitleggen dat ‘ir.’ evenals ‘dr.’ een universitaire opleiding betrof. Het werd pas duidelijk als ik aangaf dat ‘ir.’ gelijkwaardig is aan de ‘MSc’. Omdat ‘MSc’ nogal algemeen is, vermeld ik op mijn visitekaartje tevens de categorie ‘Engineering’. In de praktijk blijkt dit te werken. Als de ingenieurstitel dan toch moet verdwijnen om plaats te maken voor ‘MSc’, is het misschien aan te bevelen om ‘Engineering’ toe te voegen. De toevoeging is eventueel uit te breiden met de afstudeerrichting zoals Chem (chemical), Civ (civil), Elec (electrical), Mech (mechanical). Jan van ’t Hoog, Den Haag

Symptoom van anglomanie Ik ben het volledig met de oproep van Verhoeven eens. Het verdwijnen van de ir.-titel is slechts een van de symptomen. Ik vind het ergerlijk hoe de Nederlandse samenleving lijdt aan een Anglo-Amerikaanse obsessie, ofwel anglomanie. De academische wereld loopt hierin voorop. Zo is het kwalijk dat het Nederlands in de academische wereld vrijwel volledig is afgeschaft. Maar ja, in Nederland vinden we wel vaker dat we met globalisering voorop moeten lopen. Ik ben daar op zich niet tegen, maar het moet mijns inziens niet betekenen dat we alles wat Nederlands is moeten elimineren. En dat gebeurt nu wel. Douwe Meijer, Nijkerkerveen

Grotesk Ik ben het eens met Chris Verhoeven dat de ingenieurstitels niet zouden moeten verdwijnen. ‘Ir.’s’ en ‘ing.’s’ zijn (als het goed is) doeners, ontwerpers, makers die praktische producten en systemen ontwerpen. In die zin onderscheiden ze zich wezenlijk van andere hoogopgeleiden die toch vooral onderzoeken, analyseren en beschrijven. Overigens is het de vraag of onderscheiding met een titel überhaupt niet grotesk is in een tijd waarin onderwijs is gedemocratiseerd en meer dan de helft van de jongeren een studie in het hoger onderwijs succesvol afsluit. Vroeger (ik ben van 1951) gaf een titel automatisch toegang tot bepaalde posities. Nu zovelen een titel hebben, worden naar mijn gevoel mensen tegenwoordig eigenlijk alleen beoordeeld op de bijdrage die ze leveren en die wordt naarmate de carrière vordert relatief steeds minder bepaald door de vierjarige opleiding die men eens heeft gevolgd en steeds meer door de dingen die men in de loop van de 45 jaar daarna doet. Bovendien spelen karaktereigenschappen als doorzettingsvermogen, flexibiliteit, communicatief vermogen en kunnen samenwerken en communiceren een belangrijke rol in de bijdrage die men kan leveren. En die zijn niet aan te leren, hoogstens wat te verbeteren. Henk Zeegers, via deingenieur.nl

Kennisniveau Als Chris Verhoeven denkt dat zijn titel definieert wie hij is, dan heeft hij nog veel te leren in dit leven, want dat is absolute onzin. Dat het wel zo voelt, toont de enorme passie die hij voelt voor zijn vak. En bevlogen mensen zijn in elk vak de pareltjes op de kroon. Ik zou willen pleiten voor het behoud van de titel. Het is belachelijk dat vakbladen die steeds vaker weglaten en ben ervan overtuigd dat titels in één oogopslag duidelijk maken over welk kennisniveau een persoon beschikt. Het afronden van een studie is een enorme prestatie die mag worden gezien. Maar het is wel werkgerelateerd en absoluut onbelangrijk in het leven. Van wezenlijk belang zijn gezondheid en welzijn, gezin en familie, maar vooral hoe we met onze naasten omgaan. Stefan Vlaminckx, via de ingenieur.nl

Chris van Zwolle, via Twitter Ik heb misschien makkelijk praten, ik heb geen titels, maar ik heb ze altijd wat ouderwets gevonden. Omdat je toevallig goed in het schoolsysteem past en de mogelijkheden hebt gekregen, krijg je een levenslang kwaliteitskeurmerk. Ook als je er helemaal niets meer mee doet.

Ken Klaver, via LinkedIn Persoonlijk zie ik liever ing. en ir. dan het in mijn optiek veel algemenere MSc. De ‘oude’ titels geven meer een gevoel van geborgde vakkennis en technische vaardigheden.

Gert Gremmen reageert op LinkedIn op Klaver Ik voel dat net zo, hoewel ik heel goed besef dat dat uitsluitend in mijn hoofd zit. Over veertig jaar wordt hetzelfde gezegd over MSc.

Dereck Breuning, via LinkedIn Titulatuur is wat mij betreft niet meer van deze tijd. Natuurlijk: wie zich heeft gespecialiseerd en ergens goed in is, mag dat zeker laten zien. Maar dat kan ook anders dan met een titel.

Wilt u reageren op een artikel in De Ingenieur? U kunt uw brief, bij voorkeur niet langer dan driehonderd woorden, mailen naar redactie@ingenieur.nl of sturen naar De Ingenieur, postbus 30424, 2500 GK Den Haag. De redactie behoudt zich het recht voor brieven in te korten en te redigeren of te weigeren.

JUNI 2021 • DE INGENIEUR

33


WA AR

KUN N EN

WE

DEZE

M A A N D

N A A RT O E?

DE

IN GEN IEU R

TI P T

T E K S T: J I M H E I R B A U T

T/m 9/1 Datasporen De supermarkt wil weten wat je koopt en de verzekering hoeveel stappen je dagelijks zet. Jouw data zijn interes­ sant voor bedrijven. Maar wat doen ze er precies mee; welke datasporen laten we achter en waar moeten we op letten? Daarover gaat de nieuwe tentoonstelling Bits of You van NEMO Science Museum, die – opgelet – op een andere locatie is: op het Amsterdamse Marineterrein. Meer info is te vinden op nemosciencemuseum.nl/ studio

Juni

Rondslenteren in Rotterdam

Hoewel culturele instellingen sinds begin deze maand hun deuren weer mogen openen voor publiek, zullen sommigen zich in de buitenlucht voorlopig nog veiliger voelen. Ideaal voor hen is de route langs architect­ onische hoogtepunten die Rotterdam heeft uitgestippeld in het kader van de Rotterdam

Architectuur Maand. Volwassenen én kinderen kunnen een wandeling van 4,5 kilometer ma­ ken langs wel dertien bouwkundige juweel­ tjes. En om de paar bijzondere bouwwerken voert de route langs een leuk horecazaakje. Meer info: uitagendarotterdam.nl/ architectuurroute

T/m 12/10

Toekomstbestendige materialen voor mode Vergeet je T­shirts van katoen of je bloesje van synthetische vezel, de toekomst is aan de biomaterialen. Textiel wordt straks gemaakt van fruit­ schillen, leer van schimmels en verf wordt gemaakt door bacteriën en algen. De mode­industrie staat voor een enorme opgave te verduur­ zamen, maar hoe dan? En wat zíjn biomaterialen eigenlijk? 34

DE INGENIEUR • JUNI 2021

Hoe duurzaam zijn ze en wat maakt ze anders dan tradi­ tionele vezels zoals katoen en hennep? En betekent bio altijd beter en duurzaam? De nieuwe tentoonstelling GROW van het Fashion for Good Museum in Amsterdam neemt je mee naar de toekomst van de mode­ industrie. Meer info vind je op fashionforgood.com

Tot 11/7 Verrassende wiskunde Dat wiskunde cool is, be­ hoeft hier geen betoog, maar het bredere publiek denkt daar soms anders over. Dat probeert de tentoonstelling Order of Operations in het BOZAR Lab in Brussel te doorbreken. Bezoekers worden hier uitgenodigd om op een andere, verrassende manier naar wiskunde te kijken. De werken van Belgi­ sche en internationale arties­ ten van naam gaan werkelijk alle kanten op: van sculptu­ ren tot foto’s, van weefsels tot origami en van digitale kunst tot architectuur. Meer info: bozar.be/nl/ kalender/order-operations

foto ’ s : mvrdv ( boven ) ; presstigieux ( onder ) ; digidaan ( rechts )


Podium

Thijs ten Brinck is duurzaamheidsadviseur bij We-Boost Transitions en publicist bij WattisDuurzaam.nl.

Energie-import is niet vies In krap twee decennia hebben windturbines en eerste het idee dat alles met wind en zon moet. Daar zonnepanelen zich opgewerkt tot de werkpaarden is geen sprake van. Ook waterkracht, aardwarmte, van de energietransitie. Van schreeuwend duur tot kernenergie, biomassa en aardgas met CO2-opslag vrijwel overal de eerste keuze voor betaalbare nieu- passen in een duurzaam energiesysteem. Dat zijn we elektriciteitsproductie. De rol van de hernieuw- bronnen waarbij opslag van nature is inbegrepen. bare bronnen overstijgt inmiddels het traditionele Benutten we wind- en zonnestroom optimaal als het elektriciteitsverbruik. Via elektrificatie zijn wind- en waait of zonnig is, dan blijven de overige, schaarsere zonneparken ook bepalend voor de CO2-reductie in bronnen vanzelf over voor als het donker en windstil is. mobiliteit, warmte en industrie. Ten tweede het streOndanks de hoopgevende opmars ven naar zelfvoorzieis een belangrijk nadeel niet weg te Seizoensopslag ning. Ook toen Nedernemen: wind- en zonnestroom blijmaakt betaalbare land een belangrijke ven afhankelijk van het weer. Het exporteur van aardgas weer is bovendien sterk gerelateerd wind- en zonnestroom was, importeerden we aan de seizoenen. In de Nederlandalsnog duur veel kolen en olie. Zese winter levert een zonnepaneel ker in een dichtbevolkt nog geen kwart van zijn zomerland met jaarlijks een productie. Hoewel windturbines in de regel juist goed draaien als het bewolkt is, is die winter leggen we de lat met duurzame zelfvoorziewetmatigheid bij lange na niet sterk genoeg om op ning wel erg hoog. Laat de grootschalige productie van waterstof over aan landen waar het het hele jaar te vertrouwen. In een land dat draait op wind- en zonnestroom zonnig is, of waar waterkracht of kernenergie volop is energieopslag cruciaal. De accu’s van Elon Musk beschikbaar zijn. Import is niet vies. Tot slot het meest Hollandse idee: dat weggooien zijn dan niet genoeg. Het moet seizoensopslag zijn. zonde is. Als een windpark produceert tegen vier En dat valt nog niet mee. Grote volumes elektriciteit voor maanden opslaan cent per kilowattuur en elk jaar liefst 20 procent van is vooralsnog enkel haalbaar in waterstof. Bij het om- zijn opbrengst wegkiept, kost zijn stroom effectief zetten van elektriciteit naar waterstof en weer terug vijf cent per kilowattuur. Nog steeds prima betaalverlies je ruim de helft van de wind- of zonne-energie. baar. Het is tegenintuïtief maar koste wat kost voorEn een installatie die zomerse overschotten opslaat komen dat we windstroom verspillen, leidt vrijwel voor levering in de winter, staat in de herfst en de zeker tot hogere kosten en meer materiaalverbruik. lente werkloos geld te kosten. Seizoensopslag maakt Verspilling dus. De zoektocht naar betaalbare, efficiënte en grootbetaalbare wind- en zonnestroom zo alsnog duur. In deze fase van de energietransitie is het daar- schalige energieopslag blijft absoluut de moeite om goed te realiseren dat seizoensopslag slechts waard. Laat de voortgang van de energietransitie een middel is. Drie gangbare gedachten maken dat daar echter niet van afhangen. Het kan ook zonder seizoensopslag veel belangrijker lijkt dan het is. Ten seizoensopslag. Gelukkig maar! JUNI 2021 • DE INGENIEUR

35


LEZERSBIJDRAGE

Elon Musk trok vanuit Zuid-Afrika naar Californië, waar veel succesvolle techbedrijven vandaan komen. Hij heeft bewezen van de buitencategorie te zijn en een Nederlandse evenknie doemt er niet onmiddelijk op. Lopen er in ons land mensen rond die misschien wel een aantal van zijn kwaliteiten hebben?

Wie is de Nederlandse Elon Musk? Zijn er in ons land mensen te vinden die in de buurt komen van Musk, of die in ieder geval enkele van zijn eigenschappen laten zien? We deden een oproep onder onze lezers. Hier een aantal van de suggesties. Lezer Jaap van Till draagt Jeroen van de Lagemaat voor, directeur van het bedrijf NDIX en voorzitter van TalentIT Twente. ‘Het bijzondere van Musk is dat hij complexe dingen werkend heeft gekregen waarvan “iedereen” zei dat het niet zou kunnen. Hij heeft samen met de beste jongens en meisjes die er maar te vinden zijn volhardend getoond dat dat wel kan lukken. Jeroen van de Lagemaat is ook zo iemand. Hij heeft na zijn afstuderen aan de Universiteit Twente jarenlang de digitale infrastructuur van die universiteit verbeterd. Hij heeft onder andere de campusbrede wifi-infrastructuur voor studenten en staf aangelegd, destijds het grootste wifi-netwerk ter wereld. Daarna startte hij met een paar slimme mensen NDIX, de gedistribueerde Internet Exchange voor bedrijven in Nederland en Duitsland. Nu, twintig jaar later, zijn er toegangspunten tot dit netwerk via glasvezel in negentig steden en is de beschikbaarheid zeer hoog. Jeroen is tegenwoordig algemeen directeur. De parallel die ik zie met Elon Musk: in ijshockeytermen schaatsen ze niet naar waar de puck is, maar waar die naar toe geschoten gaat worden.’

Koen de Pater draagt Dennis Schipper van Demcon voor. ‘Dennis Schipper begon 35 jaar geleden in Twente met een apparaat om tennisballen in de lucht te serveren tijdens trainingen. In 1993 startte hij een mechatronicabedrijf vanuit een kamertje aan de Universiteit Twente. Nu heeft hij met Demcon zo’n zevenhonderd mensen in dienst en maakt allerlei apparaten. Van een robot die met een laser schilderijen schoonmaakt tot een beademingsmachine, die in een paar weken is ontwikkeld tijdens de coronacrisis. Dennis Schipper is een geweldige innovator, organisator en ondernemer en ziet steeds weer nieuwe kansen. Ik denk alleen niet dat hij asperger heeft, zoals Elon Musk onlangs over zichzelf vertelde.’

Haiku van Emil Gorter, Amsterdam

9496 Ockels Wubbo boven al! Gewichtloos ver voor ons uit maakte Ockels faam 36

DE INGENIEUR • JUNI 2021

FOTO : ESA


Tommie Dijstelbloem, woordvoerder Philips Benelux, draagt Gerard Philips (1858-1942) voor. ‘Wanneer de kwaliteit er is, zo stelde Gerard Philips, komt de kwantiteit vanzelf. Met een onderscheidend businessplan en een fascinatie voor de mogelijkheden van elektrotechniek, richtte hij in 1891 Philips & Co. op. Anders dan zijn concurrenten concentreerde Gerard Philips zich volledig op het bereiken van een optimale fabricagetechniek voor gloeilampen. Binnen tien jaar kon Philips zich meten met gevestigde giganten als AEG, Siemens & Halske en General Electric. In de overtuiging dat wetenschappelijk onderzoek een voorwaarde was voor innovatie, nam Gerard Philips in 1914 het initiatief tot de oprichting van het Philips Natuurkundig Laboratorium (Natlab). Daarmee legde hij het fundament voor talloze innovaties die het leven van mensen wereldwijd hebben verbeterd. Gerard Philips is niet alleen oprichter van Koninklijke Philips NV, maar Brainport Eindhoven staat als technologische regio ook op zijn schouders. Nederland zou er heel anders hebben uitgezien zonder zijn passie voor innovatie en ondernemerschap.’

Hoogleraar Maarten Steinbuch van de TU Eindhoven: ‘Draagt iemand Lex Hoefsloot van Lightyear voor?’ Hoefsloot is medeoprichter en ceo van Lightyear, het bedrijf dat werkt aan elektrische auto’s op zonne-energie.

Felix van Gemen van www.parisproofplan.nl: ‘Een essentieel criterium voor een ‘Elon Muskwedstrijd’ lijkt mij: deze persoon is net zo bezorgd en betrokken over het vraagstuk van kunstmatige intelligentie. Want hij is een van de weinige publieke figuren die zich hier echt voor inzet.’

Johannes Kremer, via LinkedIn ‘De Nederlandse Elon Musk? Lastig. De wereld is continu in beweging. Wat vroeger succes bracht, doet dat tegenwoordig niet meer. Wil je vooruit, moet je jezelf niet vergelijken met anderen.’

De Lightyear One staat hier geparkeerd in de zon. Het bedrijf is opgericht door Lex Hoefsloot, die ervaring opdeed in het Eindhovense studententeam dat Stella Lux bouwde, de eerste gezinsauto op zonne-energie. FOTO : LIGHTYEAR JUNI 2021 • DE INGENIEUR

37


EVOKE

ADVERTORIAL

‘Wat we hier maken, zijn de testmodellen van de toekomst’ Had je hem vorig jaar verteld dat hij zichzelf nu al lead engineer mag noemen van een van de meest innovatieve duurzame elektroprojecten van de wereld, dan zou Dieter Boermans je nooit hebben geloofd. Met de loopbaan van Dieter Boermans (25) is het snel gegaan. Ruim een jaar geleden ging hij via detacheringsbureau Evoke als elektrotechnicus aan de slag bij VDL-Enabling Transport Solution (ETS) in Valkenswaard. Inmiddels is hij in vaste dienst op de afdeling protobouw. ‘Ik werk hier van A tot Z aan duurzame, elektrisch aangedreven transportoplossingen’, zegt Dieter. ‘Wij maken prototypen: projecten in het klein, om eventueel later in serieproductie te nemen. Dat betekent dat we een concept voorgeschoteld krijgen, een concept-bus bijvoorbeeld, waaraan een hele hoop studies vooraf is gegaan. Het is aan ons om dat te bouwen en testen.’ Boermans begon als onderdeel van een klein team, met een software-engineer, een mechanisch engineer, monteurs en een projectmanager. Samen brachten ze de prototypen van de digitale tekentafel tot aan de praktische uitwerking van het concept. Als elektrotechnicus nam hij met name de elektronica voor zijn rekening. Inmiddels is hij als teamleider verantwoordelijk voor de elektronica bij de ontwikkeling van een nieuwe generatie elektrische bussen van VDL Bus & Coach. 38

DE INGENIEUR • JUNI 2021

Hoogtepunt ‘Wat we hier maken, zijn de testmodellen van de toekomst’, zegt Dieter. ‘Elk voertuig dat we in prototype bouwen, is een duurzame elektrische variant op een bestaand voertuig op fossiele brandstof, met bijbehorende CO2-uitstoot. Het is geweldig om te zien dat wat je hebt ontwikkeld goed werkt, en om het daarna als serievoertuig in steden door de hele wereld rond te zien rijden.’ Zo’n hoogtepunt heeft Boermans al meer dan eens meegemaakt, binnen het jaar dat hij nu bij VDL werkt. Elektrisch aangedreven bussen, vuilniswagens en trucks waarvoor Dieter en zijn team engineering hebben verricht, rijden inmiddels rond in Nederland, België en ver daarbuiten. Dieters team voorziet voertuigen niet alleen van een elektromotor en batterijen, maar ook van een brandstofcel. Daarmee wordt waterstof omgezet in elektriciteit die de batterijen van de elektromotor voedt. ‘Met zo’n brandstofcel komt er geen CO2 vrij, maar water en lucht’, zegt Dieter. ‘Ik denk werkelijk dat dit booming gaat worden en dat gaat zeker geen decennia meer duren. Wij werken er hard aan en ik ben blij daarin een pionier te zijn.’ foto : bart van overbeeke


Jims Verwondering

‘Voorsprong door techniek.’ Echt waar?, vraagt redacteur Jim Heirbaut zich af.

Neushoornivoor Het schijnt dat de muzikanten Jay-Z en Beyoncé de duurste auto ooit hebben besteld. Het is een Rolls-Royce in de kleur blue ivy, net zoals het kind van het echtpaar heet. De helblauwe RollsRoyce van het type Boat Tail is geïnspireerd op sjieke zeilboten. Hij is ongetwijfeld uitgerust met een tiptop motorblok erin, maar het gaat hier om de buitenkant. Vooral opmerkelijk is de achterzijde, die als een vlinder kan openklappen tot een comfortabele zithoek compleet met champagnekoelkast. En met parasol. Classy hoor. Nu ging het Romeinse Rijk aan decadentie ten onder, zo leerde ik in de geschiedenisles op de middelbare school, maar hier heb ik ook nog wel een paar vragen bij. Om te beginnen: wat moet je met zo’n auto? Wat heeft het voor zin om in een voertuig van een geschatte 23 miljoen euro te gaan rondrijden. Ik heb zelf ook een auto een voor de deur staan, een tweedehands van dertienduizend euro en die rijdt ook heerlijk. Stuurbekrachtiging, lekker stil, audiosysteem dik in orde. Rijdt die Rolls-Royce Boat Tail echt 1769 keer zo fijn? Nog een vraag: wat maakt de blauwe Rolls zo duur? De mechanische en elektronische componenten zullen het niet zijn, want die leiden bij andere modellen van het merk ‘hooguit’ tot een prijs van een half miljoen. Komt het dan door de gebruikte materialen? Heeft de nieuwe wagen van Jay-Z en Beyoncé handgrepen van diamant,

Tiktak In het artikel over een flinterdunne oscillator voor luxe horloges in De Ingenieur van april staat dat een frequentie van 4 hertz overeenkomt met 28.800 trillingen per uur. Maar volgens mijn berekening is 4 x 3600 seconden per uur gelijk aan 14.400 trillingen per uur en niet 28.800. Verderop staat dat 40 hertz gelijk is aan 288.800 trillingen per uur. Wat is nu het goede getal? Hopelijk lopen de horloges niet tweemaal te snel. Gerard de Boer, Hazerswoude-Dorp Naschrift: Een trilling in een uurwerk is een halve omwenteling: de ‘tik’ in de ‘tiktak’. Dat verklaart waarom de genoemde trillingsfrequentie dubbel zo hoog is. De bij

alpacaleren bekleding, een stuurwiel van neushoornivoor? Maar wacht even. Misschien gaan Jay-Z en Beyoncé er helemaal niet in rijden. Zou het kunnen dat deze over-the-top blauwe slee slechts een marketingstunt is? Dat zou verklaren waarom de rapper de koelkast in de achterbak op maat heeft gemaakt voor meerdere flessen Armand de Brignac-champagne, een merk waarvan hij deels eigenaar is. Zo spant hij heel slim al die journalisten voor zijn karretje die hoofdschuddend een stukje zitten te tikken over deze veel te dure bolide. Zonder dat ze het door hebben zijn ze onderdeel geworden van een grote pr-machine. Enfin, deze column staat in de speciale editie van De Ingenieur over Elon Musk. Deze ondernemende techneut schafte zelf na een van zijn prilste zakelijke successen in 1999 een McLaren F1 aan, een supercar van een miljoen dollar. Ook hier geurt het naar decadentie, maar Musk maakte tenminste gewoon gebruik van zijn sportwagen. Hij zette hem niet onder een zeiltje om er alleen op zondag in te touren, nee, hij reed met de McLaren van meeting naar meeting. Volgens ingewijden stond er na een jaar al zeventienduizend kilometer op de teller. Dus decadent, ja – een goed geconserveerde McLaren F1 brengt tegenwoordig trouwens rond de twintig miljoen dollar op – maar Musk heeft het wel begrepen: een auto is een gebruiksvoorwerp.

40 hertz behorende trillingsfrequentie moet dus 288.000 zijn.

Electrolyzers Als eerste wil ik graag een compliment geven voor het zeer informatieve artikel ‘Buigen of barsten’ over de energietransitie van de chemische industrie in het meinummer van De Ingenieur, dat het onderwerp uit tal van invalshoeken belicht. Toch wil ik een kleine kanttekening plaatsen: electrolyzers worden wel degelijk óók in Nederland gemaakt, en wel door Frames in Alphen aan de Rijn. Leo van Zanten, Alphen aan den Rijn.

Zeefilteraar Het meinummer van De Ingenieur was zeker

weer interessant om te lezen, maar bij het artikel over de Zeefilteraar in de rubriek Eureka moet me toch iets van het hart. Ik lees dat het schip materiaal groter dan een centimeter uit (zee)water kan halen, dat onder andere metaal, glas en aluminium na handmatig scheiden aan land wordt gerecycled, en organisch materiaal terug in zee gaat. Ik denk dat er dan niet echt veel aan land zal worden gerecycled want de genoemde materialen drijven niet op water. Of vergis ik mij? G.A. Maas, Arnhem Naschrift: Metaal, glas en aluminium zelf blijven inderdaad niet drijven. In een holle vorm – als fles of blikje – doen ze dat wel.

Reageren op een artikel? U kunt uw reactie, bij voorkeur niet langer dan driehonderd woorden, mailen naar redactie@ingenieur.nl of sturen naar De Ingenieur, postbus 30424, 2500 GK Den Haag. De redactie behoudt zich het recht voor brieven in te korten en te redigeren of te weigeren.

FOTO : ROBERT LAGENDIJK

JUNI 2021 • DE INGENIEUR

39


T E C H P R O D U C T O N T W E R P E N

Takeldrone De Wingcopter kan drie pakketjes bezorgen op verschillende locaties zonder tussendoor te landen. En doet dat bijna helemaal autonoom. Steeds meer bedrijven zetten in op drones voor pakjes­ bezorging. Drones zijn klein, snel en wendbaar, maar ze moeten natuurlijk wel voldoende kunnen vervoeren. Het Duitse bedrijf Wingcopter introduceert daarom een elektrisch aan­ gedreven vertical take-off and landing­drone (eVTOL) die drie pakketjes kan vervoeren en afzonderlijk van elkaar aflevert. De eVTOL heeft een com­ binatie van vaste vleugels met 40

acht kantelbaar opgehangen propellers. Elke propeller wordt aangedreven door een aparte elektromotor, waarvan er vier voor en vier achter de vleugels liggen. De drone kan verticaal opstijgen en landen en kan in de lucht stilhangen. Door in de lucht de propellers te kantelen vliegt de drone voorwaarts, waarbij de vleugels aero­ dynamische lift genereren. Zo haalt de drone een maximum­

DE INGENIEUR • JUNI 2021

V A N

M O R G E N

snelheid van 150 kilometer per uur en een efficiënte kruis­ snelheid van honderd kilometer per uur. De twintig kilogram zware drone heeft een spanwijdte van 198 centimeter en is ruim anderhalve meter lang. Onder de romp hangt een takelsysteem met drie katrollen. Daarmee kunnen drie pakjes worden vervoerd ter grootte van maximaal 22 bij 40 bij 19 centimeter per stuk en een gezamenlijk gewicht van maxi­ maal vijf kilogram. De drone kan de pakjes vanuit de lucht naar beneden laten zakken. De Wingcopter 198 kan level 4 autonoom vliegen dank­ zij onder meer een systeem

om botsingen in de lucht te voorkomen, satellietpositie­ bepaling, camera’s, optische sensoren en kunstmatige intelli­ gentie. Een menselijke operator staat alleen standby en kan volgens Wingcopter tien drones tegelijk overzien. Voor continue inzetbaarheid zijn de accu’s simpel en snel verwisselbaar. Het vliegbereik is afhankelijk van de belading. Dit varieert van minimaal 75 kilometer vol beladen tot 110 kilometer zon­ der lading. Wingcopter start binnenkort met de productie van de eerste honderd stuks. Daarvoor loopt momenteel een certificerings­ traject bij de Amerikaanse luchtvaartautoriteit FAA. (PS) foto : wingcopter


T E K S T: P A U L S C H I L P E R O O R D E N S I J A V A N D E N B E U K E L

Kauwgomwielen Slimme ring Duizenden mensen zijn elke dag op zoek naar hun verloren sleutels, pasjes of soms complete portemonnees. Dat is straks voorbij, als het aan het Duitse FraunhoferGesellschaft ligt. Daar ontwikkelden ze een ring met een passieve radio frequency identification(RFID)-chip die allerlei informatie kan opslaan. Door de ring tegen een RFID-reader te houden, kun je bijvoorbeeld betalen bij de kassa, een elektronisch slot openen of verzekeringsgegevens doorgeven. Op de chip is ook aanvullende medische informatie op te slaan, zoals de bloedgroep, medicijnintolerantie of allergieën van de drager. Bij een ongeval hebben hulpverleners dan direct toegang tot cruciale informatie. De slimme ring is in feite een nietinvasief alternatief voor een RFID-chip die onder de huid is aangebracht. Het idee is natuurlijk niet nieuw, maar de ring fungeert vooral als technology demonstrator. Het Fraunhofer-Gesellschaft ontwikkelde een manier om elektronica in objecten te integreren. De ring wordt 3D-geprint van metaal, waarbij de Duitse onderzoekers het printproces tussentijds pauzeren om een robot de RFID-chip in een holte te laten plaatsen. Daarna maakt de printer de ring af, zodat de chip helemaal is ingesloten. De RFID-chip werkt door het metaal heen dankzij de dunne wanddikte van een millimeter en omdat er een afwijkende frequentie van 125 kilohertz wordt gebruikt. De onderzoekers ontwikkelen meer toepassingen voor het in metaal integreren van elektronica met 3D-printen. Een voorbeeld daarvan is het aanbrengen van sensoren in tandwielen, zodat deze tijdens het draaien realtime informatie over bijvoorbeeld de belasting of bedrijfstemperatuur kunnen doorsturen via een RFID-reader aan de buitenkant. Zo is beschadiging door overbelasting vroegtijdig te detecteren en te voorkomen. De techniek zal daar waarschijnlijk eerder toepassing vinden dan als slimme ring. (PS) FOTO : FRAUNHOFER ; HUGO MAUPETIT EN VIVIAN FISHER

Kauwgom, van origine afkomstig van gom uit bomen, wordt sinds de Tweede Wereldoorlog vaak gemaakt van synthetisch rubber, zoals polyisobuteen, hetzelfde materiaal als in autobanden. Op zich een geschikt materiaal om te recyclen, maar op dit moment komt veel kauwgom op straat of in het milieu terecht. Derdejaars ontwerpstudenten Hugo Maupetit en Vivian Fisher van de L’École de design Nantes Atlantique bedachten een manier om kauwgom van de straat te houden en te recyclen tot skateboardwielen. Maupetit en Fisher gingen een imaginaire samenwerking aan met kauwgomproducent Mentos en Vans, producent van skateboardschoenen, en noemden het initiatief Off The Street. De studenten hingen op drukke pekken in Nantes borden op om kauwgom te

verzamelen. Wanneer het bord vol was, vermaalden ze de kauwgom samen met het bord van polymethylmethacrylaat (PMMA). Alleen kauwgom is niet stabiel genoeg om er een verwerkbaar materiaal van te maken. Via spuitgieten, een productiemethode waarbij ze het gesmolten mengsel onder hoge druk in een mal spuiten, maakten ze de skateboardwielen. Als de wielen versleten zijn, worden ze opnieuw vermalen en gesmolten tot nieuwe banden. De techniek is alleen getest op kleine schaal. Als alles werkt, willen Maupetit en Fisher het materiaal ook gaan gebruiken voor de kleding- en auto-industrie. Daarvoor is nog een lange weg te gaan. ‘Voorlopig is daar het maken van schoenzolen de enige levensvatbare toepassing’, denkt Maupetit. (SB)

JUNI 2021 • DE INGENIEUR

41


EUREKA

Onkruidkiller De Autonomous Weeder kan op een akker meer dan honderdduizend ongewenste planten per uur verdelgen – met behulp van maar liefst acht laserstralen. Onkruid is een hardnekkig probleem in de landbouw. Het handmatig verwijderen van onkruid is arbeidsintensief, duur en omslachtig. Bestrijdings­ middelen maken het mogelijk om onkruidbestrijding op te schalen, maar zijn weer schade­ lijk voor de natuur en mogelijk ook slecht voor de opbrengst. Diverse technologische systemen zijn in ontwikke­ ling om onkruid te elimineren zonder nadelig effect voor de omgeving. Een daarvan is de Autonomous Weeder van de Amerikaanse startup Carbon Robotics, die autonoom velden afwerkt, onkruid detecteert en vernietigt. De Autonomous Weeder is een grote, vierwielige

42

DE INGENIEUR • JUNI 2021

landbouwmachine met een gewicht van 4300 kilogram die wordt aangedreven door een dieselmotor. De machine navigeert met behulp van gps en camera’s autonoom over landbouwgronden. Hoge resolutiecamera’s speuren tussen de gewassen naar ongewenste planten. Deze worden geïdentificeerd met algoritmen op basis van kunst­ matige intelligentie, die draaien op een krachtige onboardcomputer. Wanneer onkruid wordt gedetecteerd, schieten tussen de vier wielen acht laserstralen razendsnel heen en weer. Die zijn exact op de plantjes gericht. Elke laserstraal heeft een vermogen van 150 watt en

gebruikt thermische energie om het meristeem te vernietigen, de groep van stamcellen waarmee de planten kunnen aangroeien. De Autonomous Weeder kan zo meer dan honderdduizend ongewenste planten per uur elimineren. De gewassen en ook de (micro)organismen in de aarde blijven ongedeerd. De Autonomous Weeder kan zo zes tot acht hectare per dag afwerken. Hightechsystemen als de Autonomous Weeder kunnen een belangrijke bijdrage leveren aan het opschalen van biolo­ gische landbouwmethoden. Carbon Robotics heeft de totale productie voor 2021 al verkocht en neemt nu bestellingen voor 2022 aan. (PS)

foto : carbon robotics


Spuitverf in een rugtas Schilders kunnen nu ook buiten gebruikmaken van een verfspuitsysteem. Een speciale spuitkop moet voorkomen dat er verf wegwaait.

Water uit de lucht Op veel plekken in de wereld is drinkwater of water voor landbouw schaars, terwijl er enorme hoeveelheden waterdamp in de lucht hangen. Er bestaan al systemen om dat water als condens af te vangen. Onderzoekers van de National University of Singapore (NUS) ontwikkelden een methode om op die manier automatisch gewassen in een kas te irrigeren. Ze verwerkten het concept in een kleinschalig prototype om kangkong, ofwel waterspinazie, te verbouwen. SmartFarm is een gesloten kweekkas met onderin een laag aarde. De tweedelige deksel op de bovenkant wordt door elektromotoren op vaste tijden open- en dichtgeschoven. Een timer stuurt dit aan en een batterij met zonnepaneel levert de benodigde stroom. De deksel gaat ’s nachts open, zodat koele lucht met een hoge luchtvochtigheid naar binnen kan stromen. De waterdamp wordt opgenomen door een paneel van hydrogel bovenin de kas, dat tot driehonderd keer z’n eigen gewicht aan water kan opnemen. Bij zonsopkomst gaat de deksel weer dicht. Als de zon de hydrogel verwarmt, begint deze waterdamp uit te stoten. Dit condenseert weer tegen de binnenkant van de deksel. Op gezette tijden overdag schuift de deksel open en dicht om het water tegen de zijkanten van de kas te vegen, waarna het naar beneden de aarde in loopt. Zo geeft elke gram hydrogel overdag per uur 2,24 gram water af dat voldoet aan de standaarden voor drinkwater van de gezondheidsorganisatie WHO. Het team onderzoekt nu mogelijkheden om het concept op te schalen, onder meer naar kassen voor op daken in grote steden. (PS) foto : nus ; ppg

Een draagbaar verfspuitsysteem, de PPG SprayMaster, gaat de vakschilder helpen om sneller een strak resultaat te bereiken op buitenhoutwerk. Leverancier van verf en coatings PPG zag zeven jaar geleden het aantal vakschilders afnemen, terwijl de vraag toenam. Reden om na te denken over manieren om de professionele schilder te helpen en te starten met de ontwikkeling van de SprayMaster. Begin dit jaar volgde de lancering. ‘Een schilder gebruikt al decennialang een roller en een kwast en doet daar alles mee’, vertelt technisch productmanager Petra Sanders-Van der Heijden. ‘We wilden een vorm bedenken waardoor de schilder tijd kan besparen en niet continu zijn kwast in de verf hoeft te dopen.’ Al snel kwam het idee voor een verfspuitsysteem in een rugtas waarmee de schilder de steiger op kan. De SprayMaster weegt minder dan tien kilogram, inclusief een verffles van 2,5 liter. Het systeem is aangesloten op

een compressor ter grootte van een stofzuiger die 325 liter per minuut druk levert. De compressor drukt de binnenzak in de verffles langzaam leeg, waardoor slechts 2 procent van de verf achterblijft in de verpakking. De watergedragen verf droogt binnen vier uur en gaat wel tien jaar mee. Toch kan het nog duurzamer volgens Sanders: ‘We kijken bijvoorbeeld of we het PET-verpakkingsmateriaal van de verffles kunnen hergebruiken als bindmiddel voor de verf.’ Er zijn al meer spuitsystemen op de markt voor binnenshuis, maar nog niet voor buiten. ‘Buiten spuiten is moeilijker. Met een vleugje wind heb je door overspray opeens geen witte auto meer’, zegt Sanders. Daarom is de spuitkop zo ontworpen dat hij dicht op het oppervlak kan spuiten. Schilders moeten het houtwerk wel wat meer afplakken, met een rand van zo’n vijftien centimeter. Het verfspuitsysteem en de rugtas zijn te koop voor 2495 euro, de verfflessen kosten evenveel als een emmer verf. (SB) (

JUNI 2021 • DE INGENIEUR

43


EUREKA

Terrasrobot Een gastheer of gastvrouw op een feestje kan meestal wel wat hulp gebruiken. De startup Dalco Robotics komt met een (nog vrij prijzige) oplossing. In China bestaan ze al, volledig gerobotiseerde restaurants. In Nederland inspireerde de ander­ halvemetersamenleving de Delft­ se startup Dalco Robotics om een horecarobot te ontwerpen. De broers Tom en Bas Dal­ huisen bedachten samen de terrasrobot, Rober genaamd. Dit houten karretje brengt na intoetsen van het tafelnummer de bestelling met een snelheid van vijf kilometer per uur naar de tafel. Twee elektromotoren drijven de achterwielen aan en voor zit een sturend neuswiel. Het systeem werkt op een accu die twaalf uur mee kan. ‘Rober gebruikt sensoren die een koperen inductielijn op de grond oppikken’, vertelt werktuigbouwkundige Tom Dal­ huisen. ‘Op het moment werken we aan een systeem met 2D lidarsensoren.’ Met light detection and ranging (lidar) kan de robot de omgeving zelf in kaart brengen. Omdat 2D lidar op één vlak objecten detecteert, zoals de stoel­ en tafelpoten, maar niet het tafelblad, helpt een stereocamera te voorkomen dat Rober onder tafels doorrijdt. Pilots laten zien dat de robot vooral geschikt is om de bedie­ ning zware taken uit handen te nemen, zoals het dragen van de vaat of fusten bier. Het doel van Rober is ook niet om de gast­ vrouw of ­heer te vervangen, maar om die te ondersteunen. Dalco Robotics werkt aan een vijftal nieuwe Robers waarvan de eerste naar verwachting in september klaar is. Uiteindelijk willen de broers het systeem gaan verhuren, ook voor feesten en partijen. ‘De aanschaf van Rober is een behoorlijke investering. Een leasecontract zou het aan­ trekkelijker maken’, stelt Bas Dalhuisen. De eerste contacten binnen de evenementenbranche zijn inmiddels gelegd. (SB) 44

DE INGENIEUR • JUNI 2021

foto : dalco robotics


Mini-deelauto In de toekomst gaan we vaker rondrijden in mini-auto’s op zonne-energie, stelt Kerem Odabasi, ceo van startup Kodeco. Zijn technologiebedrijf komt voort uit het zonneautoraceteam waaraan hij deelnam tijdens zijn PhD over renewable energy technologies in Izmir. ‘In de toekomst wordt gedeelde mobiliteit steeds normaler’, zegt Odabasi. ‘Zo kwamen we op het idee voor het deelplatform Zoop, dat we binnenkort lanceren als een zelfstandige startup.’ Zoop is een applicatie waarmee je een volledig elektrische mini-auto voor twee personen kunt huren. Het dak is voorzien van een zonnepaneel dat 20 à 25 procent van de energie levert. Het andere deel komt van een lithiumionbatterij die kan opladen via het normale elektriciteitsnet. Met een actieradius van honderd kilometer en een maximumsnelheid van zestig kilometer per uur is de auto gemaakt voor korte afstanden. De bestuurder moet in het bezit zijn van een autoof scooterrijbewijs. De prijs zal tussen de huur van een scooter en een Uber-ritje liggen. De auto is meer dan alleen een mobiliteitsoplossing volgens Odabasi. ‘We willen de gebruiker naast vervoer een ervaring bieden.’ Zo geeft de interface in de auto suggesties voor restaurants, winkelcentra en locaties voor de mooiste foto’s van de zonsondergang. Om dit mogelijk te maken bouwt Kodeco aan het digitale platform Ecomod en het platform Otomod om zelfsturende technologie verder te ontwikkelen. Momenteel rijden vijf mini-auto’s in een pilot in Izmir, gedeeld door 350 personen. Een nieuw model voor vier personen is begin juni gelanceerd. Na de pilot wil Kodeco snel uitbreiden samen met internationale bedrijven. Nederland zou een goede optie zijn; er lopen al wat gesprekken. (SB) (

Rolf zag een ding

Sommige dingen stralen misschien geen hoogwaardig ingenieurswerk uit, maar getuigen wel van denken als een ingenieur.

Klaar≠af Hoe lang duurt deze situatie nu al? Ik weet het eerlijk gezegd niet omdat het voelt alsof de tijd stil staat: elke thuiswerkweek lijkt op de vorige en de volgende. Een Delftse collega noemt het heel toepasselijk ‘tijdsoep’, en zij is niet eens een theoretisch natuurkundige. Ik heb afgelopen jaar onderzoek gedaan, artikelen daarover gepubliceerd, voorstellen geschreven en een nieuwe generatie studenten door mijn vakken geloodst. Maar toch kan ik me er niet overheen zetten dat het voelt alsof ik stilsta in de tijdsoep. Eerder schreef ik hier al dat de thuiswerksituatie leidt tot minder goede ideeën, nu komt daar nog een gevoel van stilstand bij. Vorige maand nam ik me nog voor dat ik weer meer wil gaan maken. Deze maand stond ik vertwijfeld te kijken: maar wat ga ik dan maken? Daarover nadenkend viel er een kwartje dat het gebrek aan ideeën en het gebrek aan vooruitgang verbond. In plaats van iets nieuws te maken, ben ik een oud project gaan verbeteren. Jaren geleden heb ik een ‘oneindige spiegel’ in een IKEA-bijzettafeltje verwerkt. Met zonwerende folie voor autoruiten maak je van een stuk glas een halfdoorlaatbare spiegel. Op een centimeter daaronder zet je een gewone spiegel en in de ruimte daartussen doe je een ledstrip. Het resultaat is dat je tot in het oneindige de ledjes gereflecteerd ziet. Supermooi, al zeg ik het zelf. Sinds het led-spiegeltafeltje heb ik in andere maakprojecten veel ervaring opgedaan met verschillende, programmeerbare ledstrips. Afgelopen week heb ik in de avonduren de standaard led-strip vervangen door een programmeerbare en een paar mooie effecten toegevoegd. Het verschil tussen de oude en nieuwe versie van het tafeltje doet me inzien hoe ver ik de laatste tijd ben gekomen: led-strips programmeren is tegenwoordig een eitje. Dat inzicht deed mijn negatieve ‘alles staat stil’-stemming omslaan. Ook realiseerde ik me dat het tafeltje misschien wel ‘klaar’ was, maar nooit helemaal ‘af’. Er zijn altijd wel aanpassingen of toevoegingen die een project nog beter maken, zelfs als het klaar is. Als ingenieur moet je natuurlijk kunnen inzien wanneer een project ‘goed genoeg’ is om klaar te zijn. Afhankelijk van in welke hoek van engineering je zit, kan dat zijn wanneer het aan de eisen van de opdrachtgever voldoet, wanneer het gegeven probleem is opgelost, of wanneer het goed genoeg is voor de verkoop. Maar klaar is dus niet af. Het kan altijd beter en om mezelf te laten zien dat ik wel ben gegroeid, dat de tijd niet heeft stilgestaan, ga ik lekker dingen beter maken. Vorige maand beloofde ik mijzelf om weer meer te gaan maken. Deze maand voeg ik daar aan toe: dingen beter maken. Rolf Hut is universitair docent aan de TU Delft, maker, spreker en schrijver.

FOTO : KODECO ; PORTRET : ROBERT LAGENDIJK

JUNI 2021 • DE INGENIEUR

45



Doelen & drijfveren

De wereld een beetje beter maken, dat is de ambitie van veel ingenieurs. De duurzaamheidsdoelen van de VN vormen een vaste bron van inspiratie.

KWALITEITSONDERWIJS

B E TA A L B A R E E N DUURZAME ENERGIE

Rebecca Saive is universitair docent en zonne-energieonderzoeker. Na vier jaar in Californië werkt ze nu aan de Universiteit Twente aan ‘magische’ materialen die gebruik maken van zonlicht.

Aanjager van nieuwe ideeën Tekst: Amanda Verdonk • Foto: Bianca Sistermans

‘Als kind vroeg ik me al af waarom we fos­ siele brandstoffen gebruiken als we ook de energie van de zon kunnen benutten? Tijdens mijn studie natuurkunde realiseer­ de ik me dat ik als natuurkundige zonne­ cellen kon gaan verbeteren. Dat leek me een mooie carrière. Na mijn promotie­ onderzoek aan de Universität Heidelberg wilde ik dolgraag voor hoogleraar Harry Atwater van Caltech [California Institute of Technology in Pasadena, red.] werken. Hij is dé ster als het gaat om lichtinteractie met materialen. Tevergeefs stuurde ik hem e­mails en belde ik zijn secretaresse. Ik bood zelfs aan om eigen financiering uit een Duits fonds mee te nemen. Tot­ dat ik zag dat hij een presentatie in Japan zou geven. Ik zorgde ervoor dat ik daarbij kon zijn en toen lukte het me eindelijk om hem te spreken. Hij vond mijn verhaal in­ teressant en ik werd uitgenodigd voor een sollicitatiegesprek in Californië. De volgen­ de dag kreeg ik een baan aangeboden.’ Startup ‘Caltech is een ontzettend inspirerende omgeving, zowel in wetenschappelijk als in cultureel opzicht. De sfeer was interdiscipli­ nair en open, met collega’s van verschillende culturele achtergronden. We werkten veel

samen met andere Amerikaanse institu­ ten, zoals met de Arizona State University waar ik mijn man heb leren kennen. In die tijd heb ik zo ongeveer elke Amerikaanse zonne­ energieonderzoeker ontmoet. Ik werkte onder andere aan een project om de contacten van zonnepanelen te verbeteren. Die zijn vaak van zilver, waardoor ze licht reflecteren, maar dat wil je juist niet. Wij maakten contacten die zich gedragen alsof ze transparant zijn. Die technologie heb­ ben we vercommercialiseerd in een startup, waarvan ik de medeoprichter ben. Dat loopt goed, maar ik zie mezelf meer als een aan­ jager van nieuwe ideeën en blijf liever in de wetenschap.’ Cultuurschok ‘Hoewel ik het erg naar mijn zin had in de Verenigde Staten, koos ik na vier jaar toch voor een functie aan de Universiteit Twente. Ik was onder de indruk van het MESA+ Nanolab – zo’n gigantische cleanroom is uniek voor een universiteit. En ik kon er mijn eigen vakgroep starten. Het was wel een harde cultuurschok. Ik was niet gewend aan bureaucratie en regeltjes, en ik vond het lastiger om een netwerk op te bouwen. Men zegt wel dat Duitsers qua cultuur op Neder­ landers lijken, maar in Zuid­Duitsland, waar

ik vandaan kom, zijn de mensen toch wat losser. Inmiddels begin ik de Nederlandse levensstijl meer te waarderen.’ Magische oppervlakken ‘Onlangs heb ik een Vidi­beurs in de wacht gesleept om onderzoek te doen naar het ver­ binden van zonnecellen met piëzo­elektri­ sche materialen. Dan kun je licht omzetten in een beweging. In de verre toekomst kun je daarmee misschien nanorobotjes maken die in je lichaam medicijnen afgeven. Ook werk ik aan magische oppervlakken die zon­ licht opvangen en naar een zonnepaneel stu­ ren. Je kunt die in verschillende kleuren in een gevel integreren. Dat zou een uitkomst kunnen zijn in Nederland, waar veel diffuus licht is. Zonne­energie wordt in rap tempo goedkoper, dus ook dit soort nieuwe toepas­ singen komen binnen handbereik. In veel regio’s in de wereld is het nu al goedkoper om een zonne­energiecentrale te bouwen dan een kolencentrale.’ ‘Daarnaast wil ik een fijne wetenschappe­ lijke familie om me heen creëren, niet alleen hier maar over de hele wereld, mensen die je altijd voor advies kan bellen. Ik wil zelf ook zo’n rol vervullen. Er is veel rivaliteit in dit vak, dus ik wil juist die positieve houding uitdragen.’ JUNI 2021 • DE INGENIEUR

47


HERSENCHIPS

Op een dag was iedereen Elon Musk. foto : depositphotos 48

DE INGENIEUR • JUNI 2021


HERSENCHIPS FICTIE

Elon Musk wil de mensheid beschermen tegen ‘slechte’ kunstmatige intelligentie. Met zijn bedrijf Neuralink ontwikkelt hij implanteerbare hersen-computerinterfaces om mensen oneindige geheugencapaciteit en telepathie te geven. Deze hersenchips zouden mogelijk mensen met hersenziekten of -letsel kunnen helpen om beter te functioneren.

De saaie wereld T E K S T: R O B V A N E S S E N

Op een dag was iedereen Elon Musk. Nee, goedbeschouwd was het andersom, Elon Musk was iedereen geworden. U bent Elon Musk. En uw onderbuurvrouw, die te harde muziek draait, is ook Elon Musk. U ziet het niet als u in de spiegel kijkt. Het zit vanbinnen. U weet niet meer wie u vroeger was. U denkt: prachtig, zo’n implantaat, ik kan mijn apparatuur vanuit mijn hoofd bedienen, ik kan nu alle talen ter wereld lezen, met mijn gedachten sluit ik ’s avonds mijn gordijnen, met mijn gedachten doe ik ze ’s morgens weer open. Ik ben rijk. Ik hoef met niemand te praten want ik weet alles al, ik ben iedereen. Alle kennis zit in mijn hoofd. Maar het is uw hoofd niet meer. Op een dag was iedereen Elon Musk. Iedereen? Nee, een kleine gemeenschap blijft dapper weerstand bieden. De vraag is alleen hoe groot die gemeenschap is. Vooralsnog zijn we met z’n tweeën. Ik zit in de studeerkamer en schrijf een verslag van de afgelopen jaren. Samantha werkt in de tuin. 2 ‘Zie je wat er aan de hand is?’, vroeg Samantha. Dit was nog maar een paar jaar geleden. Het lijkt langer. Ze belde vanaf de wetenschapsredactie. ‘Zit je ook te kijken?’ Ja, ik keek. Iedereen keek naar de persconferentie van Elon Musk, ergens in een Italiaans paleis. Hij kondigde een volgend stadium aan van zijn Neuralinkprogramma. Iedereen mocht meedoen. En hij betaalde alles. Gratis implantaten voor iedereen. Silvia, heette dit stadium. Geen idee waarom hij het een meisjesnaam had gegeven. Misschien om het onschuldig te doen lijken. ‘Heb je ’t al door?’, vroeg Samantha. ‘Wat moet ik doorhebben?’, vroeg ik. ‘Dat hij er nog steeds net zo jong uitziet als twintig jaar geleden?’ Samantha gromde afkeurend. ‘Dat kan iedereen klaarspelen met een beetje geld. Nee, zie je waar het zich afspeelt?’ ‘Ergens in Italië, toch?’ ‘Kom op, iets nauwkeuriger. Je zit bij de boekenredactie,

je moet dit weten. Zie je in welke stad hij zit? Verona.’ ‘Ja, en?’ ‘Gaat er geen belletje rinkelen? Verona? Shakespeare?’ ‘De koopman van Venetië, verder kom ik niet.’ ‘Ander stuk. Two Gentlemen of Verona. Hoe heet de vrouw in dat stuk om wie alles draait? Silvia. En hoe noemt Musk dit project?’ ‘Nooit geweten dat jij zoveel van Shakespeare afwist.’ We hadden een leesclubje met z’n tweeën, maar daarin lazen we alleen sciencefictionromans van Philip Dick. Sinds ik als puber had ontdekt dat de film Blade Runner was gebaseerd op een roman van Dick, was ik verslingerd geraakt aan diens werk. Het was een mooie verrassing toen ik ontdekte dat voor Samantha hetzelfde gold. ‘Oké, Samantha. Elon Musk zit in Verona en zijn project heet Silvia. En dat zou dan een verwijzing naar Shakespeare zijn. En wat dan nog?’ ‘Het gaat veel verder. In Two Gentleman of Verona zit een lied, Who is Silvia? Een lofzang op dat kind. Heilig, schoon en wijs is ze. Maar dan, in het laatste couplet zingen ze: “She excels each mortal thing, upon the dull earth dwelling.” Ze overtreft elk sterfelijk wezen dat op deze saaie wereld rondloopt.’ ‘Dat is leuk voor haar’, zei ik. ‘Hoe weet jij opeens zoveel van Shakespeare?’ ‘Dat doet er niet toe, mijn vader was Engels, ik vertel het je nog wel eens. Maar gaat er bij die dichtregels geen belletje rinkelen bij mijn medelid van de Philip Dick-leesclub?’ ‘We hebben het over Shakespeare toch?’ ‘Op deze saaie wereld. Upon the dull earth – dat is een titel van een verhaal van Dick. Je kent het, we lazen het. Over een man die de goden uitdaagt en zijn vriendin terugkrijgt van het dodenrijk – maar er gaat iets mis, die vriendin blijft terugkomen, iedereen verandert in die vriendin, alle bewoners van de planeet. Die man is op het laatst de enige die niet zijn vriendin is.’ ‘Oké, ja ik herinner me dat verhaal. Maar wat…’ ‘Weet je nog hoe de vriendin heette in dat verhaal? Silvia.’ ‘Goed, Dick kende zijn Shakespeare. En dan?’ ‘Het is een code, zie je dat niet? Neuralink, Verona, Silvia, Shakespeare, Philip Dick... Een hele wereld vol Silvia’s. Musk laat op een verborgen manier weten wat

1

JUNI 2021 • DE INGENIEUR

49


HERSENCHIPS FICTIE

beeld : depositphotos

hij van plan is met die chips die je in je hoofd kan laten implanteren. Hij wil de hele wereld vullen met dezelfde persoon: zichzelf!’ ‘Wacht even, Dan Brown doet hier honderd pagina’s over en jij doet het in honderd woorden. Ik volg het al­ lemaal niet meer.’ ‘Ik stuur het je zo zwart op wit, kun je het nalezen. Maar het klopt, dit is zijn grote plan.’ ‘En waarom zou hij dat dan zo doen, met die verbor­ gen boodschap?’ ‘Weet ik veel’, zei Samantha. ‘Arrogantie? Laten we dit maar even goed in de gaten houden.’ 3 We hielden het goed in de gaten. En we zagen het ge­ beuren. Steeds meer mensen kozen ervoor deel uit te maken van Project Silvia. Er viel een grote stilte over de wereld: iedereen trok zich in zichzelf terug. Waarom zou je communiceren met de medemens als je die mede­ mens bent? We zien het nog steeds om ons heen, ook al zijn we inmiddels verhuisd naar het platteland. We proberen in contact te komen met anderen die de code hebben ontraadseld, maar dat is moeilijk omdat we dat niet via de geëigende paden kunnen doen: alles is van Musk. We zijn nog steeds met z’n tweeën; blijven wij als enigen over? Samantha roept me vanuit de tuin. Over het zandpad nadert geruisloos een glanzende Tesla. De auto stopt. Het

50

DE INGENIEUR • JUNI 2021

portier zwaait open. Er stapt niemand uit. Dat kan ook niet, want de auto is leeg. Het is een zelfrijdende auto. ‘Zo’, zegt de auto. ‘Gevonden.’ Het is Elon Musk. Ik vraag me af wat hij wil. Komt er zo een wapen te­ voorschijn of moeten we instappen om alsnog te worden gechipt? ‘Dat laatste’, zegt de auto. ‘Dat laatste wat jullie beiden dachten.’ Hij leest onze gedachten. Dat kan maar één ding bete­ kenen. Hij zit ook in ons hoofd. ‘Niet schrikken’, zegt de auto. ‘Ik was altijd al iedereen. Dat had met die chips niets te maken. Neuralink was al­ leen maar de vorm die ik er aan gaf, om het concreet te maken.’ ‘Natuurlijk’, zegt Samantha naast me. ‘Ach, fuck. De hele wereld was altijd al een gedachte van Elon Musk. Het hele universum. Zijn schepping, als je wilt.’ ‘Elon Musk is God?’ Ik kijk haar verbijsterd aan. ‘Maar waarom dan dat hele gedoe?’, vraag ik aan de auto, ‘met die code, waarom ons in de waan laten dat we het door­ hebben, dat we ons niet laten inlijven?’ ‘Elke god heeft tegenspelers nodig’, zegt Samantha zacht. ‘Om mee te spelen. Om het voor hemzelf interes­ sant te houden.’ De auto glimlacht. ‘Precies!’, roept hij. ‘Hoe saai zou de wereld anders niet worden?’ Rob van Essen is schrijver, vertaler en recensent. In 2019 won hij de Libris Literatuurprijs met zijn roman De goede zoon.


Enith

Een maandelijkse column in stripvorm door wetenschapsjournalist Enith Vlooswijk.

JUNI 2021 • DE INGENIEUR

51


De Ingenieur in gesprek

Elon Musk geeft niet graag interviews, ook foto’s van hem zijn relatief schaars. Journalist Eric Berger had het voorrecht om hem meerdere malen te interviewen voor zijn boek over SpaceX. Hij licht voor De Ingenieur een tipje van de sluier.

Journalist Eric Berger over de mens achter het fenomeen

‘De slimste man die ik ooit heb ontmoet’ Voor zijn boek over de begindagen van ruimtevaartbedrijf SpaceX trok de Amerikaanse journalist Eric Berger een tijd op met Elon Musk. Hij leerde zijn ingewikkelde persoonlijkheid kennen en kreeg bewondering voor het doorzettingsvermogen van de techondernemer. ‘Van alle beroepsgroepen heeft Musk het meeste ontzag voor ingenieurs.’ Tekst: Jim Heirbaut

Eric Berger raakte als kind, eind jaren zeventig, gefascineerd door sterrenkunde en ruimtevaart. De spaceshuttle begon te vliegen en de ruimtesondes Voyager 1 en 2 verkenden de uithoeken van ons zonnestelsel. ‘Maar de eerste beelden van Saturnus en Neptunus hebben mijn interesse in sterrenkunde en ruimtevaart echt aangewakkerd’, vertelt Berger via Zoom. Hij haalde telescopen in huis en ging sterrenkunde studeren. Toch werkte Berger nooit als astronoom; hij ging schrijven voor de krant in zijn woonplaats Houston in Texas. Sinds 2015 schrijft hij voor de populaire technologiewebsite Ars Technica. Hoe overtuigde u Musk mee te werken aan uw boek? ‘Elon houdt niet van journalisten. Hij denkt dat de meesten er alleen op uit zijn om mensen in de val te laten lopen, en dat er te weinig serieuze verslaggeving is. Ik schrijf al tien jaar over commerciële ruimtevaart en laat zien dat de interessantste ontwikkelingen van jongere bedrijven komen, niet van de door landen gefinancierde megabedrijven. Musk dacht dat ik voldoende inhoudelijke bagage heb en de SpaceX-uitdagingen begrijp.’ Wat is Musk voor iemand? ‘Een ingewikkelde persoonlijkheid, dat staat buiten 52

DE INGENIEUR • JUNI 2021

kijf. Hij is eigenlijk een grote nerd. Om te beginnen is hij wat groter en imposanter dan je zou verwachten, tegelijk komt hij ook wat klungelig over. Maar hij is extreem intelligent, de slimste persoon die ik ooit heb ontmoet. En ik heb Stephen Hawking vier keer ontmoet. Elon kan ook bot zijn, direct in zijn kritiek. Maar hij is ook oprecht: wat hij zegt, dat meent hij. Als je een discussie met hem hebt, dan probeert hij je punt echt te begrijpen en een rationeel antwoord te formuleren.’ Is Musk aardig? Bulderende lach. ‘Aardig? Hmm. Ik voelde me bij hem nooit helemaal op mijn gemak. Ik had voortdurend het gevoel dat hij me zat te peilen en te beoordelen. En als hij denkt dat je iets doms zegt, schrijft hij je zo af. Tegelijk kan hij heel grappig zijn. Als hij in een goed humeur is, is het geweldig om in zijn nabijheid te verkeren en kun je leuke gesprekken met hem hebben.’ Waar komt zijn rusteloosheid vandaan? ‘Het moet een karaktertrek zijn, he’s just wired that way. Hij wil altijd dingen beter doen of, nog belangrijker, sneller. En hij gedraagt zich al twintig jaar zo met zijn bedrijven SpaceX en Tesla. Daar is het succes van SpaceX aan te danken: Musk was continu bezig om de


Eric Berger 1998—2015: Wetenschapsjournalist bij de Houston Chronicle

2009: Pulitzer Prize-finalist voor zijn verslaggeving over de orkaan Ike in de Houston Chronicle

2015: Start van Space City Weather, de belangrijkste weerwebsite voor omgeving Houston

2015—heden: Schrijft voor de populaire website Ars Technica als senior space editor

2021: Brengt boek Liftoff uit over de beginjaren van SpaceX

raketten beter te maken en de ontwikkeling te versnellen. Hij geeft zijn mensen niet alleen opdrachten, maar zoekt voortdurend naar manieren om ze te ondersteunen. Het lijkt me persoonlijk lastig om het lang vol te houden onder zo’n baas, want het is erg vermoeiend. De meeste mensen van SpaceX die ik sprak, ervoeren dat ook. Maar tegelijk vinden de meesten dat het allemaal waard. Want ze hebben in een bepaalde periode van hun leven meer gepresteerd dan ze op welke andere plek dan ook hadden gedaan. Aan die ervaring hechten zij veel waarde.’

nu bezig met technische oplossingen voor de grootste problemen van die twee bedrijven. En hij is niet alleen met het heden bezig, maar ook nog eens met de toekomst van zijn bedrijven. Wat moet er nu gebeuren om te zorgen dat we over twee, drie jaar kunnen doen wat we dan willen? Dan heb je veel aan je hoofd.’

Musk is een multitasker tot de zoveelste graad, schrijft u in uw boek. Is hij dat van nature, of heeft hij zich dat aangeleerd? ‘Hij is het uit bittere noodzaak. Niet alleen geeft hij leiding aan twee grote bedrijven, maar hij is ook conti-

Als iemand zegt dat iets onmogelijk is, wat doet Musk dan? ‘Hij vraagt eerst: waarom? Tegen werknemers zegt hij: oké, wat heb je nodig om het wél mogelijk te maken? In mijn boek geef ik het voorbeeld van een twintig

jurvetson / cc by 2.0

t

Hoe houdt hij dat allemaal bij? ‘Weet ik niet. Ik probeer me te herinneren of hij een aantekeningenboekje had in vergaderingen. Ik denk dat er heel veel in zijn hoofd zit.’

Elon Musk bekijkt op 22 augustus 2014 de resten van een Falcon 9 Reusableraket (F9R) na een mislukte testvlucht boven McGregor, Texas. Voor het eerst had de raket drie motoren aan boord, maar kort na lancering explodeerde de testraket. foto : steve

JUNI 2021 • DE INGENIEUR

53


QUOTE

meter hoge muur waar iemand overheen moet springen. Dat kan niet, maar Elon zou dan meteen zeggen: wat als je een pogostick neemt, lukt het dan wel? Of als ik je een jetpack geef? Musk zoekt altijd naar manieren om het onmogelijke toch mogelijk te maken.’

‘Ik geloof dat Elon Musk oprecht naar hogere doelen streeft’

Musk lijkt met veel zelfvertrouwen naar de wereld te kijken. ‘Ja, en dat is volgens mij zijn achtergrond in engineering. Ingenieurs zien een probleem en zoeken naar manieren om het op te lossen. Dat is voor mij één van de meest indrukwekkende kanten van Musk. Als ik naar een groot probleem voor de mensheid kijk, zoals de opwarming van de aarde, denk ik: “Tsjonge, wat een toestand, maar ik ben maar één persoon, dus wat kan ik doen?” Musk heeft de houding: het is klote en hoe kunnen we het oplossen? Hij is bereid om de grootste problemen in de wereld aan te pakken.’ Eigenlijk is dat moedig. ‘Ja inderdaad, daar is moed voor nodig. Dat zit bij hem echt diep. Hij ziet een probleem en denkt: er móet toch een logische manier zijn om dat op te lossen. En dan gaat hij oplossingen uitproberen. Er is ook geen beroepsgroep waarvoor Musk meer ontzag heeft dan voor ingenieurs. Ik praatte een keer met hem over het opnieuw mensen de ruimte in schieten en zei dat dat jonge mensen wel zou inspireren om astronaut te worden. Kan zijn, zei Musk, maar ik wil jongeren liever inspireren om ingenieur te worden.’ Wie of wat is Musks grootste vijand? ‘Hij haat een ongelijk speelveld. Een competitie moet open en eerlijk zijn, want hij is ervan overtuigd dat zijn bedrijven het dan winnen. Ze zijn beter, slimmer, sneller en efficiënter. Bij het opschudden van de autoen de ruimtevaartindustrie had Musk het gevoel dat hij een ongelijke strijd heeft moeten vechten. Daarnaast heeft hij een grote hekel aan dingen die zijn bedrijven 54

DE INGENIEUR • JUNI

2021

afremmen, zoals trage bureaucratische molens van overheden. Musk bepaalt graag zelf hoe snel dingen gaan, en dat is zo snel als mogelijk. Dus toen voor SpaceX de toestemming uitbleef om vanaf lanceerbasis Vandenberg testlanceringen uit te voeren, was het op een gegeven moment genoeg en zei hij: laat maar zitten, we gaan wel naar Kwajalein, een eilandje in de Stille Oceaan.’

Musk was multimiljonair maar stopte al zijn miljoenen in de bedrijven SpaceX en Tesla. Wat laat dat zien? ‘Dat hij echt wil dat zijn bedrijven slagen. Daarom heeft hij zich ook altijd een slag in de rondte gewerkt. Hij is alleen maar geïnteresseerd in die hogere doelen: vervoer duurzaam maken en van de mens een multiplanetaire soort maken. Ik geloof volledig dat hij daarin oprecht is. Ofschoon hij kan genieten van zijn leven in luxe, is hij niet geïnteresseerd in het vergaren van meer en meer geld.’ Twijfelt Musk ooit aan zichzelf? ‘Dat weet ik niet. Als hij wel eens twijfelt, heb ik daar in ieder geval zelden iets van gezien. Hij heeft een groot vertrouwen in zichzelf en de feiten laten zien dat hij gewoon vaak gelijk heeft.’ Het is bekend dat Musk keihard werkt. Medewerkers die hem om half drie ’s nachts mailden, kregen binnen vijf minuten een berichtje terug. Raakt hij wel eens overwerkt? ‘Ja, dat staat goed beschreven in het boek van Ashlee Vance over Musk; dat hij zich bijna dood heeft gewerkt. En later, in 2018, ging de Teslafabriek door production hell (honderdduizenden reserveringen voor Model 3, maar Tesla kreeg de productielijn niet op de rit, red.) en toen was Musk duidelijk mentaal aan het instorten, getuige z'n rare opmerkingen op Twitter. Zeker is dat Musk zichzelf altijd blijft pushen tot de limiet, en dat kan niet goed zijn voor zijn gezondheid.’ foto : amy carson


Vraag ’t de coach

UIT DE VERENIGING De laatste ontwikkelingen en activiteiten van het Koninklijk Instituut Van Ingenieurs (KIVI).

Defensie voor Ingenieurs

KIVI-podcast

Defensietechnologie kun je niet studeren, maar wel leren. KIVI Defensie & Veiligheid organiseert daarom in 2021 weer een cursus om jonge ingenieurs wegwijs te maken in de bijzondere aspecten van defensietechnologie en het werken in de sector. In zes theoriedagen en acht technische dagen op locatie van een kennisinstituut, technologisch bedrijf of een organisatieonderdeel van Defensie, krijg je meer inzicht in de sector en bouw je een netwerk op. De cursus start 23 september 2021. Je kunt je online inschrijven, op kividv.nl/defensie-voor-ingenieurs.

Hoe weet de startup Greenery hoogwaardige ingrediënten terug te winnen uit laagwaardige zijstromen in de voedingsmiddelenindustrie? Daarover vertelt oprichter Carlos Cabrera in de allereerste podcast van de Nederlandse Procestechnologen (NPT), onderdeel van KIVI. In de tweede aflevering is Tim van Schagen te gast. De promovendus doet aan de UTwente baanbrekend onderzoek naar het afvangen van CO2 en het omzetten ervan in bruikbare producten. Gratis te beluisteren op alle podcastplatforms

175 jaar Op 31 augustus 2022 bestaat KIVI 175 jaar. Dat de wereld er nu compleet anders uitziet dan toen, is te danken aan talloze transities waarin ingenieurs een sleutelrol speelden. Ook nu verkeert onze samenleving middenin een transitie, naar een duurzamere manier van leven. Deze grote veranderingen in verleden, heden en toekomst vormen de inspiratie voor het thema voor KIVI’s 35ste lustrumfeest: Engineering Continuous Transition. Wil je alvast meer weten, of deel uitmaken van een lustrumcommissie? Je hulp is zeker welkom! Aanmelden kan op kivi.nl/lustrum.

Elke maand legt De Ingenieur een vraag van een lezer voor aan een van de KIVI-ingenieurscoaches. Tekst: Dayinta Perrier

Hoe kan ik als zelfstandig ondernemer mijn netwerk effectief inzetten? Als zelfstandig ondernemer is het cruciaal om je netwerk effectief in te zetten. Hierbij is het goed om te weten wat voor activiteiten het beste bij jouw persoonlijkheid passen. Ben je extravert, dan kan het bijvoorbeeld heel goed werken om naar een netwerkborrel te gaan. Hierbij is het de kunst om aan te haken bij gesprekken, zonder dat anderen zich door jou gestoord voelen. Het kan ook goed werken om een praatje bij een bijeenkomst te regelen. Op die manier ben je in een keer voor iedereen in de zaal zichtbaar. Bij een goede pitch op het podium kan het zelfs gebeuren dat mensen voor jou in de rij staan in plaats van andersom. Een manier om zichtbaar te zijn zonder direct op het podium te klimmen, is door technische artikelen te publiceren. Deze artikelen zijn ook meteen onderdeel van je portfolio. Mocht iemand geïnteresseerd raken in een gesprek met jou, dan kun je meteen het artikel laten zien. Je netwerk kan ook het werk voor je doen. Je kunt op zoek naar een soort ambassadeur binnen je netwerk. Dat is iemand die geïnteresseerd is om jou binnen zijn of haar netwerk te verkopen. Om dit te bereiken is het altijd belangrijk om een helder verhaal over jezelf klaar te hebben waarin duidelijk naar voren komt waarom jouw dienst of product nodig is. Wees wel kritisch op de effectiviteit van je inzet. Misschien levert je inspanning bijna niets op, dan is het belangrijk om te kijken of je verhaal wel goed is. Het is ook mogelijk dat je je richt op een verkeerd netwerk. Door jezelf goed te evalueren kun je tijdig je netwerkplan aanpassen. Hiervoor kun je in gesprek gaan met je ingenieurscoach. Die kan advies geven over je netwerkplan of je verhaal.’ Hoofdcoach: Bon Uijting

Heeft u ook een vraag? Mail naar redactie@ingenieur.nl JUNI 2021 • DE INGENIEUR

55


De stille krachten achter de vaccins We mogen langzaam gaan terugblikken op de coronapandemie. Hoe werden de vaccins ontwikkeld, wie deden dat, en wat ging er goed en minder goed bij het bestrijden van het virus? Tekst: Jim Heirbaut

56

DE INGENIEUR • JUNI 2021

Wanneer dit juninummer van De Ingenieur op de deurmat valt, zal inmiddels een aanzienlijk deel van de Nederlandse bevolking zijn gevaccineerd. Daarmee hopen we de coronapandemie in ons land langzaamaan achter ons te laten. De tijd om terug te kijken is aangekomen, getuige de stortvloed aan nieuwe publicaties die terugblikken op de laatste anderhalf jaar; in de vorm van krantenartikelen en wetenschappelijke papers, maar ook in boekvorm. Eén ervan is het boek De race om het coronavaccin van Hans van der Loo, publicist en adviseur op het gebied van verandermanagement. Zijn boek blikt terug op de ontwikkeling van de vaccins die ons nu – eindelijk – terug gaan brengen naar de normaliteit. Van der Loo laat zien wat voor een wereldprestatie er is geleverd met het binnen een jaar ontwikkelen en beschikbaar maken van een werkend vaccin tegen covid-19. Hij schrijft: ‘De ontwikkeling van een nieuw vaccin kost over het algemeen tien tot vijftien jaar. Soms korter, vaak ook langer. Het in vier jaar op de markt brengen van een vaccin tegen de bof gold tot voor kort als onverslaanbaar wereldrecord. Maar deze keer was die tijd er niet. En dat in een sector die eerder bekendstaat als traag en zorgvuldig, dan als snel en risicovol.’ Maar die sector – de farma- en biotechbedrijven – heeft zich onder lastige omstandigheden van zijn beste kant laten zien. ‘Een doorgaans als traag omschreven groep vaccinmakers kon vrijwel moeiteloos overschakelen naar het tempo van een Formule 1-race’, schrijft Van der Loo. ‘Hoe slaagden zij erin om op ongekende wijze te versnellen? Welke krachten wisten ze vrij te maken? En wat kunnen wij daarvan leren?’ Eén ding is wel duidelijk: bij de betrokken bedrijven gooiden ze de gangbare planningen in de prullenbak en zetten er de turbo op. Allerlei testfasen die normaal gesproken elkaar moeten opvolgen, vonden nu parallel plaats en werden soms zelfs overgeslagen. Alleen waar dat straffeloos kan natuurlijk. Het boek maakt ook duidelijk dat de vliegende vaart niet ten koste is gegaan

van de veiligheid van het uiteindelijke product. Het boek is op zijn best als Van der Loo schrijft over de begindagen van het coronavirus. Terwijl begin 2020 vanuit China al de eerste zorgwekkende geluiden binnendruppelen, gaan veel Nederlanders nog vrolijk op skivakantie. In het zuiden van het land hossen mensen nog van kroeg naar kroeg met carnaval. Maar bij de vaccinmakers is dan allang duidelijk: er dreigt een pandemie en er is straks behoefte aan een vaccin. Of liever nog: aan een handvol verschillende vaccins. Vervolgens zet de auteur de spotlights op een aantal Nederlandse laboratoriumhelden (zijn woorden) die een belangrijke rol hebben gespeeld bij het ontwikkelen van vaccins: Lidia Oostvogels van het Duitse biotechbedrijf CureVac en Hanneke Schuitemaker en Ingrid Bos van het Nederlands-Amerikaanse Janssen. Het is boeiend om te lezen hoe zij de aanloop van de coronatijd hebben ervaren en hoe zij al snel in een soort hyperactieve modus schoten. Het komt dan ook niet vaak voor dat de hele wereld last heeft van hetzelfde virus. Dat hun bedrijven hierop een enorme positieve impact konden hebben, realiseerden zij zich allemaal terdege. Nu speelden de genoemde mensen een leidinggevende rol binnen hun bedrijven, maar Van der Loo schrijft ook vol lof over de stille krachten, de mensen in de laboratoria van de vaccinmakers, die tot in de tenen gemotiveerd, uiterst zorgvuldig hun werk doen. Hier en daar schiet hij door in de bewieroking van deze beroepsgroep. In het begin van zijn boek dicht Van der Loo de werknemers bijkans bovenmenselijke eigenschappen toe. Het is hem vergeven, want voor de rest is dit boek een mooi eerbetoon aan de hardwerkende mensen in de labs, die er toch maar voor hebben gezorgd dat er razendsnel een vaccin beschikbaar kwam, zodat er levens werden gered en wij weer terug kunnen naar het oude normaal. De race om het coronavaccin Hans van der Loo | 208 Blz. | € 20,00


Terug naar de CD-show

Op naar Mars Ooit wordt de mens een planeet­ varende soort, schrijft astronoom Nancy Vermeulen in het optimis­ tisch getoonzette Iedereen ruimtevaarder. Tekst: Pancras Dijk

Wie zich ’s nachts aan een heldere sterren­ hemel vergaapt, kijkt feitelijk terug in de tijd: het licht van de sterren is immers lang onderweg. Maar de Vlaamse astronoom, pilotentrainer en zelfverklaard ‘ruimtevaart­ ambassadeur’ Nancy Vermeulen ziet het tegenovergestelde. Zij ziet in een mooie sterrenlucht niet zozeer het verleden, maar juist de toekomst weerspiegeld, schrijft ze in Iedereen ruimtevaarder. Als kind wist Vermeulen het zeker: later als ik groot ben, dan nemen we net zo makkelijk een raket als nu het vliegtuig. Zover is het nog lang niet, erkent ze volmondig, maar het laatste decennium hebben Jeff Bezos (Blue Origin), Richard Branson (Virgin Galactic) en Elon Musk (SpaceX) de boel wel enorm op­ geschud. Doe de drie miljardairs vooral niet af als rich boys met fancy toys, betoogt Ver­ meulen. Niet alleen leveren ze een wezenlijke bijdrage aan technologische ontwikkelingen die ons naar de ruimte, de maan en uitein­ delijk ook naar Mars zullen brengen, maar ze inspireren ook een hele generatie. Vermeulens boek komt geen dag te vroeg. Juist nu buitelen de ruimteprogramma’s over elkaar heen en waar je het ooit van NASA, ESA of de Sovjet­Unie moest hebben, daar spelen nu veel meer landen en ook commer­ ciële spelers een rol van betekenis. Vermeu­ len schept orde en laat punt voor punt zien waar we nu staan en wat er nog allemaal moet gebeuren voor de mens een planeet­ varende soort wordt. Dát het gaat gebeuren, staat voor Vermeu­ len buiten kijf; technologisch is er geen horde die we niet kunnen nemen. ‘Wie de eerste mens op Mars wordt, weten we nog niet’, schrijft ze, ’maar ik ben ervan overtuigd dat hij of zij vandaag al rondloopt op de Aarde’. Laat die onbekende Marsganger maar gauw dit boek aanschaffen. Iedereen ruimtevaarder. De toekomst van de Aarde ligt in de ruimte Nancy Vermeulen | 248 Blz. | € 22,99

Jarenlang hebben we onze oren tekortgedaan. De mp3-tjes die we massaal beluisterden, waren zo gecomprimeerd dat het klonk alsof de muziek door een knoflookpers was gehaald. Dat is nu verleden tijd, zegt Apple. Pak ik een cd’tje uit de kast, dan denk ik soms terug aan de CD-show. Dat was het eerste radioprogram­ ma waarin geen plaatjes, maar alleen cd’s werden gedraaid. Elke aflevering somde presentator Wim van Putten álle cd’s op die ooit waren verschenen. Dire Straits, Abba, Pink Floyd, Doe Maar… Dat hield hij wekenlang vol: zo weinig cd’s kwamen er uit. Het TROS­programma van halverwege jaren tachtig was één grote lofzang op dat nieuwe medium, al is het de vraag wat ik precies van die topkwaliteit meekreeg via mijn oude hifi­setje. Ingenieurs bij Philips waren erin geslaagd een techniek te ontwikkelen waardoor muziek thuis net zo kon klinken als in de studio, met een nog altijd gehanteerde signaalfrequentie van 44,1 kilohertz bij zestien bits. Die frequentie is niet toevallig gekozen: zo past de Negende symfonie van Beethoven precies op één schijfje. Het afgelopen decennium hebben veel muziek­ liefhebbers zichzelf schromelijk tekortgedaan. Eerst downloadden we ons suf aan mp3’tjes, en vervolgens streamden we ons de koning te rijk, met alle muziek van de wereld binnen handbereik. Maar we betaalden er een prijs voor: we kregen de liedjes enkel in sterk samengeperste vorm voorgeschoteld. En dat hoor je. Het heeft veertig jaar geduurd, maar binnenkort keren we weer terug naar die supergeluidskwaliteit van de cd, kondigde Apple onlangs aan. De techgigant biedt vanaf deze maand zijn volledige catalogus van 75 miljoen liedjes aan zonder kwaliteitsverlies: lossless audio, ‘zoals de artiesten het in de studio hebben opgenomen’. Gebruikers van Apple Music kunnen voortaan kiezen voor verschillende geluidsresoluties, beginnend bij cd­kwaliteit en oplopend tot 24 bit bij 48 kilohertz. Het comprimeren van geluidsbestanden was nodig omdat lang niet iedereen over snel internet beschikte, maar inmiddels is dat standaard. De vraag is: zullen concurrenten als Spotify en Tidal volgen? Die zien een verdienmodel in duigen vallen, nu concurrent Apple zonder meerkosten aan­ biedt waar zij wel extra geld voor rekenen. (PD) Apple Music App beschikbaar voor diverse platforms | online op music.apple.com foto : apple music

JUNI 2021 • DE INGENIEUR

57


MEDIA

Machines op het land Het duurde lang voor de mechanisatie van de landbouw goed en wel begon. Maar toen het zover was, was het meteen niet meer te houden, schrijft Henk Dijkstra in een standaardwerk over boerenslimheid. Tekst: Pancras Dijk

Arbeiders die werkten met een Engga-spuitmachine, kregen de volle laag.

58

DE INGENIEUR • JUNI 2021

‘Het is niet bij te houden’, schreef de rijksconsulent voor landbouwwerktuigen in 1960. Hij had het over de ineens razendsnelle mechanisatie van de landbouw. Eenwenlang hadden paard en werktuig de dienst uitgemaakt op de akker. Maar nadat de trekker zijn intrede had gedaan, volgden de revolutionaire ontwikkelingen elkaar snel op: mechanisch, pneumatisch, hydraulisch, elektronisch. De uitgave 200 jaar Friese landbouwmechanisatie neemt het jaar 1800 als vertrekpunt. Rond die tijd ontstond er belangstelling voor de modernisering en de mechanisatie van de landbouw, schrijft Henk Dijkstra, directeur van het Fries Landbouwmuseum in Leeuwarden. Een halve eeuw later kwamen de eerste fabriekjes en verschenen er geïmporteerde werktuigen op de Nederlandse akkers en weilanden. De impact daarvan laat zich moeilijk onderschatten. Altijd waren het lokale ambachtslieden geweest die de ploegen, eggen, wagens en andere werktuigen maakten. Met die buitenlandse apparatuur was de sky ook in de grond ineens de limit. Ook op eigen bodem bloeide de nodige inventiviteit op. In Friesland begonnen

in de jaren net voor en na de Tweede Wereldoorlog innovatieve dorpssmeden en uitvinders met de import, verkoop en bouw van werktuigen. Sommigen wisten daarbij zelfs internationaal faam te behalen. Friesland leverde ook wereldprimeurs, zoals de melkrobot uit Oentsjerk en de snarenbedpootmachine en looftrekker van Abe Gerlsma. Looftrekker, snarenbedpootmachine: wie niet op de boerderij is opgegroeid, kan dankzij Dijkstra zijn woordenschat flink verrijken. Dat maakt het lezen af en toe wel een vermoeiende bezigheid. Gelukkig biedt het schitterende beeldmateriaal hier en daar uitkomst: aha, dus zó zien een kilverbord en een kipper eruit. Ook jammer is dat het heden of de toekomst niet aan bod komen. In de inleiding noemt Dijkstra drones en smart farming als voorbeelden van de nog altijd voortgaande mechanisatie, maar in het boek zelf komen ze niet meer aan bod. De focus ligt stevig op het museale verleden, veelal in zwart-wit. 200 jaar Friese landbouwmechanisatie Henk Dijkstra | 448 Blz. | € 49,90


Q&A

Elke maand verschijnen er talloze boeken. De Ingenieur pikt de interessantste eruit en stelt de auteur vijf vragen.

Hackers zitten in hun eentje op een zolderkamertje te klooien achter een computer - is het beeld. Maar dat klopt niet, laat Chris van ’t Hof zien in zijn boek Cyberellende was nog nooit zo leuk. Hackers zoeken juist elkaar op, helpen elkaar en hebben dan de grootste lol.

1 2 3 4 5

Spelen, klooien, prutsen en fröbelen. Organisaties kunnen er baat bij hebben, betogen auteurs Ben Kuiken en Marijne Vos. Te vaak zitten werknemers vast in systemen, waardoor ze soms dingen doen die gewoon niet zinnig zijn. Ga toch spelen en ontdek de ruimte! HET GROTE FRÖBELBOEK VOOR ADVISEURS | 204 BLZ. | € 20,00

Tekst: Jim Heirbaut

Waarom dit boek? ‘De meeste mensen weten wel dat cybersecurity belangrijk is. Dat komt vooral doordat we veel lezen over de dingen die misgaan. ICT-projecten die mislukken, wachtwoorden die op straat komen te liggen. Ik wilde laten zien dat er ook veel goed gaat. Hackers zijn behoorlijk idealistisch en willen vaak helpen om de cyberwereld veiliger te maken. Veel van hun tools zijn ook vrij beschikbaar.’ Voor wie is dit boek bedoeld? ‘Voor iedereen die op een toegankelijke manier wil lezen over hackers en cybersecurity, of wil uitleggen aan anderen wat er allemaal speelt in dat wereldje. Het boek leert je een beetje denken als een hacker.’ Wat fascineert je aan het onderwerp? ‘Het nét even anders denken dan anderen, dat hackers vaak hebben. Veel hackers hebben gewoon een baan van negen tot vijf, bij een groot bedrijf. Elk op hun eigen security-eilandje van waaruit er niet altijd naar hun goedbedoelde adviezen wordt geluisterd. Maar als die verschillende hackers in hun vrije tijd bij elkaar komen, dan gebeurt er iets bijzonders. Dan wordt er heel ijverig en constructief samengewerkt en draagt ieder zijn eigen expertise bij, want er is geen hacker die alles kan.’

Zwarte gaten fascineren behalve leken ook wetenschappers. Een nieuwe documentaire laat zowel die fascinatie als het onderzoek goed zien. Filmmaker Peter Galison gebruikt een waaier aan stijlmiddelen om het onzichtbare in beeld te brengen. BLACK HOLES. THE EDGE OF ALL WE KNOW | 96 MINUTEN | NETFLIX

Wie geeft om Nederlandse bouwkunst, kan niet zonder het jaarboek. Ook dit jaar verzamelde de redactie aansprekende, soms verrassende projecten. De stedenbouwkundige context komt ruimschoots aan bod in gastbijdragen van Sophie De Caigny en Massih Hutak. ARCHITECTUUR IN NEDERLAND. JAARBOEK 2020/2021 | 160 BLZ. | € 39,95

Wat heb je geleerd tijdens het schrijven van dit boek? ‘Vaak krijgen hackers te maken met responsible disclosure (verantwoorde openbaarmaking, red.): ze mogen pas een zwakheid van een ICT-systeem onthullen als het bedrijf de kans heeft gehad om het te fixen. Maar wat nog verantwoord is, blijkt elke keer weer net even anders te liggen. En soms ontdekt een hacker iets dat hij niet naar buiten kan brengen, omdat het gewoon niet te fixen ís.’ Waar gaat je volgende boek over? ‘Ik twijfel nog. Er moet een boek komen over de rol van technologie in rechtszaken van cybercrime. Maar ik denk ook over een boek over het einde van het internet. Dit systeem, nu vijftig jaar oud, breiden we steeds uit en we plakken pleisters op zwakheden. Maar dat houdt een keertje op. En dan? Een plan B is er niet, voor zover ik weet.’

Digitalisering maakt ons leven makkelijker, maar creëert ook nieuwe vormen van machtsmisbruik. Wat doet het met de samenleving als we worden gereduceerd tot onze data? Oud-politicus Kathalijne Buitenweg pleit ervoor de macht over onze data te heroveren. DATAMACHT EN TEGENKRACHT | 208 BLZ. | € 20,99

JUNI 2021 • DE INGENIEUR

59


Voorwaarts

Voorspellen is lastig, zeker als het om technologie gaat. Fanta Voogd verdiept zich maandelijks in de geschiedenis van de toekomst.

Baanbrekend

De oudste snelweg van Europa ligt in Nederland Nederland was een van de eerste Europese landen waar in het begin van de vorige eeuw het idee voor een snelweg voet aan de grond kreeg. Volgens de makers van boek 100 jaar Zeeweg is de autosnelweg in de duinen tussen Bloemendaal en Zandvoort zelfs de eerste van Europa. Italië volgde twee jaar later met de autostrada tussen Milaan en Lago Maggiore. Terwijl het vissersdorpje Zandvoort zich met de bouw van het hotel Groot-Badhuis (1828) en de aanleg van de spoorverbinding (1881) had ontwikkeld tot badplaats, lag het strand van Bloemendaal er ongebruikt en zo goed als onbereikbaar bij. Om te beginnen wilde het gemeentebestuur dat de eigen inwoners sneller op het strand konden komen. In 1900 probeerde de toenmalige burgemeester echter tevergeefs een directe verbinding te verwezenlijken van Overveen naar Bloemendaal aan Zee en dan langs de kust verder naar Zandvoort.

100 jaar Zeeweg, door de duinen van Bloemendaal Jaap Verschoor (red.) 224 Blz. | € 24,95

60

ruiters en koetsen van elkaar gescheiden. Springer koos in navolging van zijn Amerikaanse vakgenoten voor een vierbaansweg, waarbij de twee rijrichtingen van elkaar werden gescheiden door een middenberm. Daar kon in de toekomst een elektrische tram rijden, zo dacht hij. Langs de weg kwamen afzonderlijke fiets- en wandelpaden. De werkzaamheden werden uitgevoerd door werkloze vissers, havenarbeiders en bouwvakkers uit de omringende gemeenten. Bloemendaal zelf kende nauwelijks werkloosheid. Voor het wegdek werd een combinatie van steengruis en teer gebruikt, een substantie die wel ‘teer-macadam’ werd genoemd, een voorloper van het moderne asfalt.

Glooiend Na het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog had de regering de gemeentebesturen opgeroepen werkgelegenheidsprojecten op te zetten. Bloemendaal besloot Gescheiden rijbanen het plan voor een weg naar zee nieuw leven in te bla- Op 25 juni 1921 werd de Zeeweg feestelijk geopend. zen en schakelde tuin- en landschapsarchitect Leonard De Bloemendaalse burgemeester Anthonij Bas Backer Springer in. De gemeente had hem al eerder hierover voorspelde in zijn toespraak tamelijk bescheiden dat de om advies gevraagd. Bloemendaal dacht de torenhoge weg een aanwinst zou zijn voor de streek, zowel voor aanlegkosten terug te verdienen met de toekomstige ex- Zandvoort als voor Bloemendaal. ploitatie van bouwterreinen voor villa’s aan weerszijden van de nieuwe weg. Springer, die was opgeleid als boom- Werkloze vissers, bouwvakkers kweker, genoot bekendheid als ontwerper van parken in de Engelse landschapsstijl en havenarbeiders voerden de overal in Nederland. Het is dan ook niet werkzaamheden uit verbazend dat hij een weg wilde aanleggen die in harmonie was met het glooiende duinlandschap. Springers ontwerp volgde licht slingerend de Wie de kenmerken van de Zeeweg in retrospectief natuurlijke contouren van het terrein. Hij liet zich daar- bestudeert, kan de trompetten en pauken een stuk voor inspireren door de zogenoemde parkways, ruim luider laten klinken. De samenstellers van het boek opgezette wegen door parken of bossen, die vanaf 1870 100 jaar Zeeweg bestempelen de prachtig gelegen weg werden aangelegd in de Verenigde Staten. niet alleen als de eerste parkway van het Europese vasteHoewel de focus lag op het schilderachtige karakter van land, maar met zijn gescheiden rijbanen, het ontbreken het traject, speelde ook de veiligheid een rol. Zo werden van kruispunten en de scheiding tussen langzaam en bij de eerste parkways in Brooklyn voetgangers, fietsers, snelverkeer, ook als de eerste autosnelweg van Europa.

DE INGENIEUR • JUNI 2021


1921

Nu is het werk gereed en kan de weg voor het groote verkeer geopend worden. Wij hebben het vast vertrouwen, dat deze weg een aanwinst zal zijn voor de streek, zoowel voor Zandvoort als voor Bloemendaal, en dat zeer veel menschen het een genot zullen vinden, er van gebruik te maken. In naam van den gemeenteraad van Bloemendaal, verklaar ik dezen weg voor geopend. Toespraak burgemeester Anthonij Bas Backer van Bloemendaal bij de opening van de Zeeweg (25 juni 1921)

Feitelijk een juiste constatering, maar historisch ge­ zien een anachronisme. ‘Autosnelweg’ was in 1921 nog een onbekend begrip. Pas twee jaar later zou de Neder­ landse bouwondernemer Salomon ten Bokkel Huinink zijn concept voor een ‘autoweg voor snelverkeer’ ont­ vouwen en werd in het Italië van Mussolini de eerste autosnelweg tussen Milaan en het Lago Maggiore ge­ opend. Ruwe kras Dat de Zeeweg de eer van eerste Europese autosnelweg toekomt, is ook deels toeval. Het ontbreken van krui­ singen in de weg had niets met bewuste planning te maken, maar met het simpele gegeven dat het traject dwars door ongerepte natuur liep. Het ging Springer bovendien niet om snelheid, efficiency en veiligheid, zoals bij Ten Bokkel Huinink of de Italiaanse snelweg­

pionier Piero Puricelli, maar om de esthetische genoe­ gens van de weggebruiker. De voorzichtige woorden van burgemeester Bas Backer bij de opening staan in scherp contrast met wat Jac. P. Thijsse, de grondlegger van de Nederlandse natuurbescherming, diezelfde dag schreef in het week­ blad De Groene Amsterdammer. Hij noemde de vijftig meter brede weg ‘een ruwe kras in een kostbaar meubel’. In het Tijdschrift voor het Gezin schreef hij: ‘’t is nu heel aardig, dat de auto’s in vijf minuten van Overveen aan zee zijn, maar die zoo goed als rechte weg bederft het duinlandschap niet zuinig.’ Gedurende het verdere verloop van de eeuw zou nog veel natuur moeten wijken voor de opmars van het auto­ mobilisme. Maar nu – honderd jaar later – kunnen we toch stellen dat het Thijsse was die met zijn visie op de Zeeweg, het verst op de troepen vooruitliep.

De Zeeweg was niet alleen bedoeld voor snelverkeer, maar ook voor het zogenoemde ‘groote verkeer’, paard en wagen inbegrepen. Ansichtkaart uit het boek 100 jaar Zeeweg.

JUNI 2021 • DE INGENIEUR

61


TEAMGEEST STUDENTENCOMPETITIE

Hogesnelheidstreinen? Te duur en te traag, vindt Elon Musk. Hyperloops zijn de toekomst; hij daagt studenten uit om die vorm te geven.

De vijfde vervoersmethode Binnen een half uur van Amsterdam naar Parijs, dat kan met een hyperloop. Delft Hyperloop werkt eraan dit ultieme doel van snel en duurzaam transport tussen wereldsteden dichterbij te brengen. Onlangs bouwde het studententeam een geavanceerde motor voor zijn pod. Daarmee gaat het komende maand in Valencia de strijd aan met teams uit de hele wereld, áls het systeem op tijd klaar is. Tekst: Pancras Dijk

Zonder Elon Musk had het studententeam Delft Hyperloop nooit bestaan. ‘Niet alleen was het Musk die het hyperloopconcept heeft uitgedacht’, zegt team captain Pieter Becking, ‘hij koos er ook voor om de wereldwijde studentengemeenschap er actief bij te betrekken.’ Het concept van een trein door nagenoeg luchtledige buizen was niet volledig nieuw. Toch predikte Musk wel degelijk de revolutie toen hij – in 2012 voor het eerst – de hyperloop propageerde als de ‘vijfde manier van transport’, na vervoer door de lucht, over het water, over de weg en over het spoor. Hyperloopvervoer kent alleen maar voordelen, stelde Musk. Passagiers zijn sneller op hun bestemming dan wanneer ze een

vliegtuig nemen, een hyperloop is niet gevoelig voor weersomstandigheden, en het systeem is energiezuinig en inherent veilig. In een witboek dat hij in 2013 publiceerde, maakte Musk zijn visie wat concreter. Voor zes miljard dollar zou hij een hyperloop van 1450 kilometer lengte kunnen aanleggen tussen San Francisco en Los Angeles, om snelheden van bijna dertienhonderd kilometer per uur te bereiken. Voordelen te over, maar het ‘ding’ moest nog wel even worden ontwikkeld. Om die innovatie te stimuleren, schreef Elon Musks ruimtevaartbedrijf SpaceX in 2015 voor het eerst een wedstrijd uit voor studententeams. De Delftse studenten waren er meteen bij en eindigden als eerste. Musk kwam hen

Netwerk Alle dichtbevolkte gebieden van Europa moeten via hyperloops met elkaar worden verbonden. 62

DE INGENIEUR • JUNI 2021

hoogstpersoonlijk gelukwensen in Californië, waar speciaal voor de wedstrijd ruim een kilometer lange testbuis was aangelegd. Internationale wedstrijd Inmiddels is het studententeam, dat elk academisch jaar volledig wordt vernieuwd, bij zijn vijfde samenstelling aanbeland. Het team werkt toe naar de European Hyperloop Week die in juli in Valencia plaatsvindt. De wedstrijd tussen de verschillende hyperloopstudententeams vormt het hoogtepunt. Het doel van Delft Hyperloop is elk jaar hetzelfde: significant bijdragen aan de implementatie van hyperloopsystemen. ‘Dat kan op veel manieren’, stelt Becking. Het team van vorig jaar legde de nadruk op snelheid; het slaagde erin met een zelfontwikkelde hyperloopcapsule een snelheid van 360 kilometer per uur te halen. Dit jaar wilde het team vooral schaalbare techniek maken, die de hyperloop werkelijk dichterbij brengt. ‘We hebben lang onderzoek gedaan en geconcludeerd dat contactloze, magnetische aandrijving het efficiëntst is. Komt er ooit een hyperloop, dan zal die zo’n lineaire synchrone motor hebben. Wij hebben nu als eerste studententeam er een ontwikkeld’, zegt Gijs van Veen, de chief engineer. Het team koos daarmee wel voor de lastige weg.

Buizenpost Tunnelbuizen voor de hyperloop worden zowel onder- als bovengronds aangelegd. BEELD : DELFT HYPERLOOP


D E L F T H Y P E R L O O P

Naam: Delft Hyperloop Aantal leden: 35 Doel: een concept voor een schaalbare hyperloop Perspectief: een snelle en duurzame, nieuwe manier van vervoer tussen steden realiseren

Capsule De nieuwe capsule van Delft Hyperloop wordt op 2 juli aan het publiek gepresenteerd.

‘Zijn de timing van de magneet en de spoel niet perfect op elkaar afgestemd, dan gaat de capsule niet vooruit, maar achteruit.’ Uiteindelijk zullen de capsules ook moeten zweven. ‘Dat zal ons nog niet gaan lukken, maar dat dragen we over aan het team dat ons opvolgt’, zegt Becking. Schaalbaar Onlangs reed de capsule haar eerste meters, maar voor dat ze naar Valencia kan, moet er nog een hoop gebeuren. ‘We kunnen nu een klein stukje rijden, maar enkel in de testopstelling en de snelheid is nog laag’, zegt Van Veen. ‘Eerst gaan we proberen die afstand wat groter te maken, daarna voeren we de snelheid op.’ Het voordeel is dat het in Valencia niet om snelheid gaat. Alle deelnemende teams bouwen aan een hyperloop, en die zijn soms

lastig te vergelijken. Zo nemen de Delftenaren als enige team hun eigen testspoor mee. Een jury bestaand uit toonaangevende experts in de hyperloopwereld beslist vervolgens wie de winnaar is, door in verschillende categorieën punten toe te kennen. Ook naar de maatschappelijke implicaties van een hyperloopsysteem doet het team onderzoek. ‘Het gaat om een vervoersmiddel dat ontzettend snel van A naar B kan. Wat is de invloed daarvan? Moeten de transportbuizen ondergronds of bovengronds komen? Hoe bed je die in het landschap in en welke veiligheidsvraagstukken liggen er nog?’, zegt Puck Gerritse die binnen het team voor de schaalbaarheid verantwoordelijk is. Becking tovert een schematische kaart van Europa op zijn scherm tevoorschijn. De meeste hoofdsteden staan erop en nog een hoop andere grote steden, ertussen lopen lijnen, met hier en daar een aftakking. ‘Dit is ons uiteindelijke doel: een Europees hyperloopnetwerk. Dit motiveert ons om er een jaar lang vol voor te gaan.’ Intussen realiseren de teamleden zich ook wel dat ze die hyperloopverbindingen nooit zelf zullen aanleggen. ‘Die opdracht gaat natuurlijk naar een groot bedrijf. Maar wij hebben wel een enorme voorsprong in kennis en techniek, dus ze zullen ons zeker vragen mee te denken.’

FOTO : THE LEGO GROUP

Tech in de krijgsmacht Nieuwe vijanden, nieuwe wapens. In hoeverre is onze krijgsmacht met zijn tijd meegegaan? En welke technologische innovaties staan er op het wensenlijstje van de legerleiding?

Vliegen boven de vulkaan Een drone boven een vulkaan levert niet alleen spectaculair beeldmateriaal op, maar ook een schat aan data waarbij zelfs Marsonderzoekers baat hebben.

Een leven van LEGO Industrieel ontwerper Niek van Slagmaat leeft zijn droom: hij ging aan de slag bij LEGO. Als twintiger heeft hij inmiddels al meer dan tien officiële sets op zijn naam staan.

Doelen & drijfveren Ontwerper Cathrien Ruoff bindt de strijd aan met ‘plofverpakkingen’. Ze wil studenten en docenten anders laten nadenken over verpakken. Comfort Hyperlooptreinen moeten in de toekomst meer comfort bieden dan trein en vliegtuig.

DE INHOUD IS ONDER VOORBEHOUD

JUNI 2021 • DE INGENIEUR

63


Vragenvuur

Zeven prikkelende vragen aan tech-topman Elon Musk, een van de rijkste mensen ter wereld. De antwoorden zijn ontleend aan uitspraken die hij de afgelopen jaren deed in andere media.

Tekst: Pancras Dijk

64

Welke ontwikkeling baart uw zorgen?

Klimaatverandering is de grootste bedreiging voor de mensheid deze eeuw, op kunstmatige intelligentie na. Ik blijf dat maar benadrukken. Ik wil echt niet de onheilsprofeet uithangen, maar er komt een moment dat het uit is met de pret. Binnen de wetenschappe­ lijke gemeenschap is iedereen het daarmee eens, op een enkele wappie na misschien. (Rolling Stone, 2017)

Wie is uw held op techniekgebied?

Ik bewonder wijlen Steve Jobs (Apple) om zijn perfec­ tionisme en marketingvaardigheden. Maar stel dat ik aan het doodgaan ben met een zwarte coltrui aan, dan zou ik in mijn laatste ademtocht die coltrui uitdoen en hem zo ver mogelijk wegwerpen. (Denken als Elon Musk, 2018).

Durft u in een zelfrijdende auto te stappen?

Het is een feit dat autonome systemen vele malen beter zullen rijden dan mensen. Het aantal ongevallen per kilometer zal beduidend lager liggen. Over een jaar of drie zullen volledig zelfrijdende systemen tech­ nologisch al mogelijk zijn, verwacht ik. (GQ, 2015)

Voor welk probleem zouden ze nu eindelijk eens iets slims moeten uitvinden?

Ik maak me zorgen om het snel groeiende gebruik van fossiele brandstoffen (met name vervuilend steenkool) voor het delven en gebruiken van bitcoins. Crypto­ munten hebben veel goeds te bieden en ik geloof dat ze een mooie toekomst tegemoet gaan, maar dat mag niet ten koste gaan van het milieu. (Twitter, 2021)

Waarin zal kunstmatige intelligentie (AI) altijd tekortschieten?

Tekortschieten? Ik denk dat mensen juist onderschat­ ten waartoe AI in staat is. Men denkt dat AI een slim soort mens is, maar het wordt veel meer dan dat. AI zal nog veel slimmer zijn dan de allerslimste mens. Mensen zijn zo ijdel te denken dat een computer nooit zo intelligent kan zijn als zij. Maar dat is overduidelijk een misvatting. (The New York Times, 2017)

Zou u deel willen uitmaken van de eerste generatie mensen op Mars?

Het zal niet comfortabel zijn. Het is een lange reis en wie gaat, keert mogelijk niet levend terug. We zullen niemand dwingen om naar Mars te gaan. Het wordt alleen op vrijwillige basis. Toch hoop ik er ooit te wonen. (CNN, 2021)

Dilemma: bent u liever een topingenieur of een uitmuntende goochelaar?

Elke tovertruc van enig niveau is niet te onderschei­ den van technologie. (Twitter, 2021)

DE INGENIEUR • JUNI 2021

illustratie : shutterstock


Ben jij onze eerstvolgende Chartered Engineer? “Het chartership past binnen mijn doel om verbonden te blijven met mijn Nederlandse ingenieurswortels. Voor het uitvoeren van managementrollen zal ik zichtbaar zijn als een sterke ingenieur. Het sluit heel goed aan bij mijn kernwaarde van eerlijkheid en bij de verantwoordelijkheden die een ingenieur heeft.”

“Het chartership biedt een raamwerk van competentiegebieden voor de ingenieur om hun doelen en doelstellingen op te bouwen. Dit geeft een proces van voortdurende ontwikkeling van professionele competentie.” Rafik Djigouadi CEng

Willem Keij CEng

Wat biedt professionele registratie jou als ingenieur? Een kwalificatie Een internationaal erkende kwalificatie voor ingenieurs als Chartered Engineer (CEng) of Incorporated Engineer (IEng). Een structuur Biedt een structuur voor kennisuitwisseling en continue professionele ontwikkeling op diverse technische werkvelden en disciplines. Sleutelelementen hierbij zijn: reflectief leren, peer review, en ontwikkeling van de kennis en ervaring van de ingenieur.

Erkenning Een uitgelezen kans voor excellente en toegewijde ingenieurs om zich te onderscheiden van niet-geregistreerde ingenieurs. Bewijs Het is een bewijs van bekwaamheid en betrokkenheid, plus voor het bereiken én behouden van een professionele kwaliteitsnorm.

Toegang tot Toegang tot interessante projecten en dito banen. In een groeiend aantal landen is Chartership vereist voor het verwerven van projecten op hoog niveau. Chartered Engineers stellen de normen die anderen volgen. Start direct! www.charteredengineer.nl


TECHNI

D E I NG E N IEUR EK MAA KT

JE TOE KOM

ST

NR. 6 J AARGA

RUIMTEV

AART

NG 133

ELON MUS |

ELEKTRI

SCH RIJ DEN

|

BOORTE

CHNIEKE

N

|

BREINIM

K

P L A N TA AT

|

ALGORIT

Neem nu een kennismakingsabonnement

EN ONTVANG DRIE NUMMERS VOOR SLECHTS € 25,deingenieur.nl/abonnement

Het laatste nieuws uit de wereld van de techniek, diepgra-

Je ontvangt dan drie nummers voor slechts 25 euro. Ga

vende achtergrondreportages, scherpe columns, spraak-

snel naar deingenieur.nl/abonnement, meld je aan en de

makende interviews en analyses, fraaie fotografie, verhelde-

eerstvolgende drie nummers vallen automatisch bij je in de

rende infographics: je leest het elke maand in De Ingenieur.

bus. Trouwens: het kennismakingsabonnement is ook zeer

Neem nu een voordelig kennismakingsabonnement.

geschikt als cadeau!

MEN

JUNI 20 21


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.