JA A RG A N G 13
N R.1
J AN UAR I 2014
I N D I T N U M M ER
DI E R G E Z O N D H E ID
M A ISWIN N IN G
FO KWAARDEN
Landel캐ke aanpak ibr en bvd in Nederland in onderzoek
In opbrengst valt nog veel te halen
Grommit veelbelovend na eerste fokwaarden geboorte
VV01_Cover.indd 2
09-01-14 14:05
Millesim Fao 240
Top Quality Maïs! De meeste melk van eigen voer!
✓ ✓ ✓ ✓
Silomaïs / CCM / Geplette maïs Middenvroegrijp Top korrelmaïsopbrengst Als silomaïs: - Top voederwaardeopbrengst (+10%) - Top zetmeelopbrengst ✓ Goede stay-green ✓ Goede oogstzekerheid ✓ Goede tolerantie tegen bladvlekkenziekte
KWS MAÏS ME ER nd ME ZETMEEL van het la ER E NERGIE in de stal ME E R RENDEMENT
KWS Maïsmanager app Voor meer informatie: Tel. B +32-(0)3-449 02 20 Tel. NL +31-(0)76 50 23 517 www.kwsbenelux.com
VV01_p02.indd 2
Actuele maïskennis in zakformaat of op PC
Download de App, bezoek de website
www.kws-maismanager.nl | www.kws-maismanager.be
09-01-14 13:48
I NHOUD
RUBRIEKEN
3 7 12 20 22
Van de redactie Uit de dierenartspraktijk Anders bekeken Voer voor boer Agenda VOEDERWINNING
4 Via veredeling is de voederkwaliteit van mais de afgelopen jaren duidelijk verbeterd, maar het vakmanschap van de maisteler maakt meer dan ooit het verschil in opbrengst FOKKERIJ
8 Stamboeken zetten in op fokken grotere binnenbekkenmaten 18 Plussen en minnen in de recente fokwaarden van Belgisch witblauwe ki-stieren DIERGEZONDHEID
10 In Nederland lijkt een consensus te groeien voor een landelijke bestrijding van ibr en bvd VLEESVEECONGRES
14 Het gebruik van antibioticum in de vleesveehouderij is vrij laag maar kan nog beter door een gerichtere inzet B E D R I J F S R E P O R TA G E
16 Patricia De Backer houdt van uitdagingen op de boerderij en in de sociale sector
Patricia De Backer: ’Ons doel is een stal vol brede dieren, waar ik uren kan naar kijken.’ 16
Reageren op dit editorial kan via een brief aan de redactie, via e-mail (guy.nantier@crv4all.com) of via het discussieplatform veeteeltforum.nl (topic ‘Ingeslagen weg niet verlaten’).
Guy Nantier De ingeslagen weg niet verlaten
‘W
e doen het nooit goed. We zijn opgejaagd wild.’ De hartenkreet van Vlaams politica Fientje Moerman in de landelijke Belgische pers vorige maand gaf mij een déjà vu-gevoel. De veehouderij kent dat ‘nooit goed genoeg’-gevoel al jaren. Voldoende, veilig en betaalbaar voedsel produceren voor onze medemens, respect krijg je er niet veel voor terug. En dit ondanks transparante, heldere communicatie. Na een week ‘beleef je droom’ op Agribex belandde de agrosector terug in de keiharde realiteit. Op internet en de televisie circuleerden undercover beelden van dierrechtenorganisatie Bite Back van een big dat wegkwijnde onder het gewicht van moeder de zeug. Er kwam snel duiding door de boerenorganisaties. ‘Misleiding. We hebben niets te verbergen en wie aan de voordeur aanbelt, zullen we graag ontvangen en toelichting
Ruwvoerteelt Maiswinning
4
geven bij wat er te zien is’, zeiden de voorzitters in koor. ‘Spijtig genoeg horen daar ook ziekte en sterfte bij, maar gelukkig vooral heel veel gezonde dieren.’ Tobias Lenaert van het Ethisch Vegetarisch Alternatief deed ook zijn duit in het zakje: ‘De misleiding komt van de sector zelf door de romantische reclamespotjes die ze de wereld instuurt.’ Pfff, we doen het nooit goed. Of toch, maar het kan nog beter. Dat is de boodschap van professor Dewulf rond de antibioticaproblematiek verder in dit nummer. Ook met een laag antibioticagebruik kunnen vleesveehouders hun steentje bijdragen door bvd uit te roeien en gezonde kalveren aan de mestkalversector aan te leveren. Zelfs in de wetenschap dat we ‘opgejaagd wild’ zullen blijven in een vrije en geglobaliseerde mediawereld, is het geen optie om de ingeslagen weg van openheid en transparantie te verlaten.
Gezondheid Aanpak van ibr en bvd
De mogelijkheden om de teelt te professionaliseren zijn nog lang niet uitgeput.
10
Nederland heeft plannen voor een nationaal bestrijdingsprogramma voor ibr en bvd.
V E E T E E LT V L E E S
VV01_Inhoud.indd 3
J AN UA R I
2 0 1 4
3
10-01-14 14:33
H O O F D A RT I K E L
Stijgende lijn in kwaliteit van mais, in o
Maiskwaliteit was no Krapte aan ruwvoer daagt maistelers uit om de opbrengst te verhogen. Nu de gebruiksnormen een optimale bemesting bemoeilijken, is het de uitdaging om ziekten en uitputting van de grond te voorkomen. Vakmanschap maakt meer dan ooit het verschil in opbrengst. tekst Tijmen van Zessen kaders Jorieke van Cappellen
D
e kwaliteit van snijmais was nog nooit zo goed als het afgelopen jaar. De kuiluitslagen van BLGG-AgroXpertus laten een duidelijke trend zien in de voederwaarde van mais. ‘Met name via veredeling is de kwaliteit van mais de afgelopen tien jaar duidelijk verbeterd. Je ziet wel jaareffecten door verschil in weersomstandigheden, maar de trend is duidelijk’, vertelt Gerard Abbink, productmanager veehouderij bij BLGG-AgroXpertus. De opbrengst van de mais lag vorig jaar juist wat lager dan normaal. Volgens Abbink speelt die lagere opbrengst ook een rol bij de goede kwaliteit van mais. ‘Ondanks de lage opbrengst is er in de meeste maisplanten toch een goede kolfaanzetting geweest. De maiskuilen bevatten dus relatief meer zetmeel ten opzichte van de totale massa. De voederwaarde is als het ware meer geconcentreerd’, legt Abbink uit. Die goede kolfzetting was het gevolg van een optimale benutting van de warmte tijdens de zomer van 2013. Er zat door het koude voorjaar nog relatief veel vocht in de bodem. Dit vocht was – inclusief de erin opgeloste mineralen – zeer bruikbaar tijdens de warme weken van de kolfzetting. Aanvankelijk leek de kwaliteit van mais juist lager uit te vallen. De vroege resultaten lieten lagere zetmeelgehalten zien, mogelijk als gevolg van de kortere periode tussen afrijping en oogst door het late seizoen. Abbink: ‘De latere oogsten hebben meer tijd van afrijpen gehad en zo de gemiddelde gehaltes verhoogd.’
Twintig ton per hectare De maisrassen waaruit telers kunnen kiezen, worden steeds beter. De genetische aanleg stijgt voor wat betreft de voederwaarde jaarlijks ongeveer één procent, vertelt Jos Groot Koerkamp namens veredelaar Limagrain. Hij schat in dat de voederwaardestijging die BLGG rapporteerde voor 75 procent te
4
VV EE EE TT EE EE LL TT VV LL EE EE SS O J AK N TU OA BR ER I 22 00 10 49
VV01_HoofdMais.indd 4
09-01-14 15:20
mais, in opbrengst valt nog veel te halen
as nog nooit zo goed danken is aan betere genetica. ‘De vraag naar rassen met een hoge opbrengst en kwaliteit neemt toe. In theorie zijn inmiddels opbrengsten van twintig ton mais per hectare mogelijk, maar in de praktijk is vijftien ton het meest gangbaar.’ Volgens Groot Koerkamp valt er nog een wereld te winnen als het gaat om opbrengst. Maar de gebruiksnormen voor dierlijke mest zijn voor steeds meer telers een knelpunt, dat niet eenvoudig is op te lossen. ‘Voor een goede maisoogst moet je grofweg 200 kilo stikstof, 100 kilo fosfaat en 300 kilo kali per hectare toedienen. De strengste gebruiksnorm in Nederland ligt op 55 kilogram fosfaat per hectare. Dan weet je dus dat een deel van de behoefte uit de bodemvoorraad moet komen. Op dit moment ondervangen veehouders dit door te schuiven met de bemesting, maar met een verdere verlaging van de normen wordt dat steeds lastiger.’ Groot Koerkamp is positief over de mogelijkheid om flexibele normen te hanteren als veehouders via de Kringloopwijzer aantonen efficiënt te werken. ‘Dan zou je in zijn totaliteit meer mogen bemesten en voorkom je het uitmergelen van de grond.’ Een belangrijk neveneffect is dat daarmee de ziektedruk in mais niet verder toeneemt. ‘Bij een lage bodemvruchtbaarheid is de ziektedruk hoog omdat de plant minder weerstand heeft tegen ziekten en plagen. Dat kun je oplossen met gewasbeschermingsmiddelen of door te kiezen voor rassen met een hoge resistentie tegen bijvoorbeeld bladvlekkenziekte. Maar het ligt meer voor de hand om de teeltomstandigheden in de bodem – denk aan pH en organische stof – naar een hoger plan te tillen.’
Sluipende vooruitgang Het verhogen van de ruwvoeropbrengst binnen de geldende gebruiksnormen voor mest is steeds vaker onderwerp van gesprek. De mogelijkheden om de teelt van mais te professionaliseren zijn in elk geval nog lang niet uitgeput, stelt Koos Verloop, onderzoeker bij Wageningen UR. Hij ziet de sleutel in het toepassen van vruchtwisseling. Op die manier is het mogelijk om meststoffen in de bodem vast te houden. ‘Ik ben er zwaar van overtuigd dat vruchtwisseling effect heeft, met name op de lichtere zandgronden. De structuur van de bodem blijft beter en fosfaat komt beter beschikbaar. Op droge zandgronden kan de gewasopbrengst zeker twee ton stijgen; van gemiddeld 15 ton droge stof per hectare naar 17 ton droge stof per hectare.’ Gras is op rundveebedrijven het meest voor de hand liggende gewas bij vruchtwisseling. Het zaaien van een vanggewas heeft op het eerste oog weinig effect. Maar als het gewas zich goed ont-
VV EE EE V TT EE EE LTL TET VEV LL TEE EEJSSA N O J A U KN A TU O RA IB R E1 R I/ 222 002100490 9
VV01_HoofdMais.indd 5
5
09-01-14 15:20
H O O F D A RT I K E L
De Nederlandse Kringloopwijzer in het kort Het huidige milieubeleid in Nederland bestaat uit een aantal generieke normen. Deze zijn gebaseerd op veronderstelde gemiddelde prestaties. Zo zijn er vastgestelde gebruiksnormen voor gras- en bouwland. Om in te spelen op de vraag van de veehouder naar ontwikkelingsruimte is het rekeninstrument de Kringloop-
wijzer ontwikkeld. De Kringloopwijzer brengt voor een specifiek bedrijf eenvoudig de mineralenkringlopen in beeld. Uit de kringlopen volgen dan weer kringloopscores als excreties van stikstof en fosfaat, overschotten van stikstof en fosfaat, mineralenbenuttingen en ammoniakemissie. Met dit instrument kunnen milieupres-
wikkelt, geeft het volgens Verloop toch een impuls aan de bodem: ‘Ik zie het als een sluipende vooruitgang. Het stimuleert de bodemvruchtbaarheid door een geleidelijke opbouw van organische stof.’ Naast vruchtwisseling ziet Verloop het toepassen van rijenbemesting als een belangrijke maatregel om de opbrengst van mais te stimuleren. ‘Het is hoog tijd om dat serieus op te pakken. Niet elke loonwerker is erop ingesteld, maar dat is ook een kwestie van voldoende vraag vanuit de veehouder. Als je minder mest mag gebruiken, is het logisch om de mest direct bij de plant neer te leggen.’
Tegendraads bemesten De meest eenvoudige maatregel om de maisteelt te professionaliseren, is het op peil brengen van de pH. Op meer dan de helft van de maisgronden is de zuurtegraad te laag. Het uitvoeren van een reparatiebekalking biedt dan al veel soelaas. ‘Vroeger was het goedkoper om voer te kopen dan om te investeren in de eigen teelt. Maar met de stijgende prijzen voor ruwvoer zal dat veranderen. Investeringen in teelt betalen zich dan eerder terug’, verwacht Verloop. Met een erken-
taties vergeleken worden met een ‘toegestane norm’ en kunnen ondernemers afgerekend worden op de werkelijke milieuprestaties. Op deze manier wordt het management van de Nederlandse veehouderij gestimuleerd om meststoffen en voer beter te benutten. Bron: www.mijnkringloopwijzer.nl
ning van de Kringloopwijzer zou dit kantelpunt nog verder opschuiven. Gerard Abbink deelt de analyse van Verloop: ‘Het belang van bekalking benadruk ik al langer, net als het laten analyseren van de gehalten in mest. Het is makkelijk uitvoerbaar en het gebeurt toch nog te weinig.’ Maar Abbink werpt wel een nieuw licht op de afwegingen die telers maken bij hun bemesting. Hij is er een voorstander van om opbrengstgericht te bemesten. In de praktijk betekent dat veelal om niet te corrigeren op fosfaat en kalirijke percelen, want het zijn vaak juist deze gronden waar mais in staat is om hoge opbrengsten te halen. Abbink: ‘Zie het maar als koeien voeren. Een koe van veertig kilo melk geef je ook meer krachtvoer dan een koe van twintig kilo melk. Zorg in elk geval dat je de onttrekking door het gewas aanvult en het productiepotentieel van deze percelen in stand houdt. Daarom is ook de drijfmestanalyse van belang. Vijftig kuub drijfmest met 1,4 of 1,8 kilo fosfaat bijvoorbeeld maakt veel verschil.’ Abbink vindt het verstandig om juist de goede percelen meer te bemesten als een teler onder druk van de mestnormen een deel van het areaal niet volledig kan bemesten. l
Risico op ritnaalden inschatten Afgelopen voorjaar leek het verbod op het coaten van maiszaad een spaak in de wielen van de Nederlandse en Belgische maisteelt te gaan steken. Vanaf 2014 is het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen op basis van drie neonicotinoïden verboden. Dat betekent dat coating van maiszaad met middelen als Gaucho, Poncho en Cruiser niet langer mag. Volgens Jaap van Wenum, specialist bij LTO op het gebied van gewasbescherming, kan hierdoor significante schade ontstaan door ritnaalden (koperwormen) in ongeveer tien procent van het
6
V E E T E E LT V L E E S
VV01_HoofdMais.indd 6
JANUARI
totale areaal. ‘Er zijn middelen die de verboden stoffen niet bevatten, maar die wel zijn toegelaten in Frankrijk en OostEuropa. Volgens Europese regelgeving zijn ze daarmee ook toegestaan in Nederland en Vlaanderen’, legt Van Wenum uit. Het gaat om het middel Sonido van Bayer en Force van Syngenta. De LTO-specialist adviseert om eerst na te gaan hoe groot het risico op ritnaalden is. ‘In continuteelt zijn er bijvoorbeeld nauwelijks ritnaalden.’ Door ritnaalden aangetaste mais
2014
09-01-14 15:21
U I T
D E
D I E R E N A RT S P R A K T I J K J O H N
C A M P E
Aan de hand van voorbeelden uit hun dagelijkse praktijk schrijven drie dierenartsen over diergezondheid in de vleesveehouderij. Om en om beschrijven John Campe, Piet De Meuter en René Bemers maandelijks vastgestelde ziektebeelden, uitgevoerde behandelingen en/of mogelijke preventiemaatregelen.
Blaasgruis in de urine aanleiding voor verstopte penis
Verstopping urinewegen A
fgelopen weekend werd ik door een veehouder geroepen. Hij behandelde al twee dagen een stierkalf van ongeveer vijf maanden en zijn gezondheid wilde maar niet verbeteren. Hij dacht dat het ging om een longaandoening. Het dier lag neer, kon amper recht staan en vertoonde een zeer slome indruk. Het dier had een te lage temperatuur van 37,7 graden Celsius. De ademhaling was vrij normaal. Er waren geen maagdarmgeluiden te horen, het dier had ook geen mest meer gemaakt, maar bovenal voelde de penis droog aan. De buik voelde slap aan. Ik dacht aan een gesprongen blaas of een verstopte penis met ileus (het stil liggen van het spijsverteringsstelsel door pijn of andere stoornissen) tot gevolg. Er werd besloten om het dier te opereren om het enige kans op overleven te geven. Na een injectie in de nek en een epidurale ruggenprik werd het dier in zijligging gebracht. De rechterflank werd geschoren en ontsmet. Bij incisie van de buikwand viel op dat de darmen normaal aanvoelden, maar dat de blaas zeer strak gespannen was. Wellicht zat de urinebuis in de penis verstopt. De buikwand werd gehecht en het dier werd gedraaid. De bilnaad werd geschoren en ontsmet. Een vijftiental centimeter onder de anus werd er een overlangse incisie in de bilnaad aangebracht. Hierlangs werd de penis opgezocht, doorgesneden en naar achteren omgeplooid. Na het vasthechten van de penisstomp in de wond, kwam er urine uitgesijpeld. De wond werd gehecht en ik gaf het kalf Buscopan en pijnstillers. De dag erna was het dier alerter, maar nog niet helemaal fit. Door rectale massage van de penis kon het dier goed urineren. Helaas, ondanks de intense zorgen van de veehouder, stierf het kalf twee dagen later.
De encyclopedie blaasgruis Blaasgruis is een onderschatte doodsoorzaak bij jonge stiertjes. Vaak gaat het om individuele gevallen, maar af en toe komen dergelijke problemen meer in een koppel voor. De vorming van nier- of blaasstenen heet urolithiasis. Het zogenaamde blaasgruis ontstaat wanneer zouten in de urine uitkristalliseren. Het blaasgruis bestaat uit kristallen waarvan de sa-
menstelling kan verschillen. De oorzaken van blaasgruis zijn vaak te herleiden tot onvoldoende wateropname of een onevenwichtige mineralensamenstelling van het rantsoen en daardoor in de urine. De aan elkaar geklitte kristallen kunnen de urinewegen blokkeren. Aangezien urinevorming een continu proces is, kan als gevolg van de verstopping overdruk ontstaan en vervolgens een ruptuur of breuk optreden ter hoogte van de penis of de blaas. Snel operatief ingrijpen is dan noodzakelijk. Om blaasgruis bij jonge stieren te voorkomen, is het belangrijk om voldoende vers water aan te bieden. Onder meer een voldoende debiet van de watervoorziening kan helpen. Ook rantsoenaanpassingen kunnen soelaas bieden.
V E E T E E LT V L E E S
VV01_DAP.indd 7
J AN UA R I
2 0 1 4
7
09-01-14 14:37
F O K K E R I J
Stamboeken zetten in op fokken grotere binnenbekkenmaten
Dikbilrassen behouden Om een fokverbod voor dikbilrassen in Nederland te voorkomen, maken de stamboeken van het Belgisch-witblauw- en het verbeterd-roodbontras samen met LTO een plan van aanpak. Hierin staat hoe zij het aandeel natuurlijke geboorten gaan stimuleren. tekst Ivonne Stienezen
8
V E E T E E LT V L E E S
VV01_PlanVRB.indd 8
JANUARI
Bekkens meten Tijdens de ledenbijeenkomst van het stamboek Verbeterd Roodbont Vleesras vertoonde het stamboek een filmpje over het inwendig meten van de bekkens bij verbeterd roodbont. Op de film is te zien dat de inspecteur de pelvimeter rectaal inbrengt en opent. Zo meet hij achtereenvolgens zowel de hoogte als de breedte van het bekken. In principe zijn alle dieren te meten, ook drachtige koeien en stieren. Voor verbeterdroodbontkoeien adviseert het stamboek om te meten op een leeftijd van minimaal 30 maanden. Bij stieren adviseert het stamboek te meten op 24 maanden leeftijd. De inspecteur van het stamboek, Bert van Abeelen, is deskundig in het meten van de bekkenmaten. Van de koeien die hij meet, worden de gegevens verzameld in een database.
2014
09-01-14 16:40
E
ind januari moeten de stamboeken van de twee dikbilrassen in Nederland een plan van aanpak presenteren aan staatssecretaris Dijksma. Wanneer het plan voldoende perspectief biedt voor het vergroten van het aantal natuurlijke geboorten, mag met de beide rassen verder worden gefokt, mits fokkers zijn aangesloten bij een fokprogramma (zie kader brief Dijksma). Het Belgisch-witblauwstamboek Nederland bespreekt het conceptplan begin januari met zijn leden. Reacties van de leden op de plannen waren bij afsluitdatum van deze Veeteeltvleesuitgave nog niet bekend. Het stamboek Verbeterd Roodbont Vleesras besprak de plannen reeds eind december.
Geen fokverbod Bestuurslid Jan van Termeij van het verbeterd-roodbontstamboek heeft de perikelen in de Tweede Kamer gevolgd en concludeerde op de ledenbijeekomst: ‘Het is gevaarlijk om te wachten op de politiek, we moeten zelf aan de slag.’ Voorzitter Johan van der Ven vult aan: ‘We willen geen fokverbod, daarom moeten we ervoor zorgen dat op termijn meer koeien natuurlijk kunnen kalven. Om ons mooie ras te behouden, moeten we meedenken met het ministerie. We hebben de afgelopen 25 jaar vooral op spieren gefokt, daarmee zijn onbedoeld de bekkens minder ruim geworden. Maar dat kunnen we dus ook weer terugdraaien. Het is een kenmerk waar goed op is te fokken, bredere bekkens worden doorgegeven aan het nageslacht.’ De basis van het plan van aanpak is het identificeren van dieren met gunstige bekkenmaten en die dieren zo veel mo-
gelijk inzetten voor de fokkerij. Dat geldt zowel voor koeien als voor stieren. Om stieren die binnen dit fokdoel passen zoveel mogelijk te kunnen benutten, wil het stamboek deze stieren laten rouleren voor natuurlijke dekking en sperma en embryo’s van deze stieren laten invriezen. Daarnaast is het belangrijk om bewustwording te creëren bij zowel veehouders als dierenartsen. ‘Vaak krijgt een koe niet de kans om natuurlijk te bevallen, veehouders voelen te weinig op en weten daarom niet of een natuurlijke geboorte mogelijk is. Bij de eerste signalen van een naderende geboorte bellen we de dierenarts, die dan een keizersnede uitvoert’, stelt Van der Ven. De LTO-vakgroep vleesveehouderij maakt het plan van aanpak in samenspraak met de beide stamboeken. De uiteindelijke invulling van het plan van aanpak is aan de stamboeken zelf. Zo heeft het verbeterd-roodbontstamboek al afspraken gemaakt met de ki-verenigingen over de inzet van stieren. Alleen stieren die ruim bemeten zijn en lichte kalveren geven, worden nog ingezet. Daarnaast gaat het stamboek gegevens publiceren over draagtijden en geboortegewichten van stieren, voor zover die bekend zijn, evenals de fokwaarden voor bekkenmaten.
Evaluatiemoment in 2018 De stamboeken spreken alleen namens de leden, zij zijn niet verantwoordelijk voor de fokkers die niet zijn aangesloten maar die wel één van beide rassen fokken. Voor de leden van de beide stamboeken én de ‘wilde fokkers’ organiseert het praktijknetwerk ‘Natuurlijk afkalven’ in 2014 informatiebijeenkomsten
over het plan van aanpak en om draagvlak te creëren. In 2018 komt er een evaluatiemoment van de behaalde resultaten van het plan van aanpak. Van der Ven kan geen aandeel noemen van het aantal behaalde natuurlijke geboorten op dat moment. ‘We moeten dan laten zien dat we via metingen voldoende ruim bemeten dieren beschikbaar hebben. Maar het heeft tijd nodig voor we daadwerkelijk meer natuurlijke kalvingen gaan zien. We moeten eerst de koeien veranderen voor we aan het kalf gaan trekken. We moeten met verstand werken, goed voelen en, als het niet kan, wel snijden.’
Brede kampioen Dat verbeterd roodbonten met brede bekkens ook topkoeien kunnen zijn, bewijst de kampioene van de NVM in Zwolle. Daphne 3 heeft een gewenste bekkenmaat van 22 centimeter hoog en 18 centimeter breed. ‘Het zijn dus niet onze minste lijnen waar ruime bekkens in zitten’, stelt Van der Ven. Het stamboek is (nog) niet van plan om de bekkenmaten mee te nemen bij keuringen. Het stamboek kan leden niet dwingen mee te doen. Zij doet via voorzitter Van der Ven wel een verzoek om mee te helpen het fokverbod af te wenden. ‘Fokken betekent: vermeerderen met je beste dieren’, zegt Van der Ven. ‘Dat betekent in dit plan dat je fokt met dieren die ruim zijn bemeten. Het is belangrijk om inzicht te krijgen in welke lijnen voldoende breed zijn.’ Johan van der Ven roept daarom alle leden op om snel te beginnen met het meten van bekkens. ‘We hopen dat jullie dit met beide handen aangrijpen om ons ras te behouden.’ l
Fragment uit de brief van staatssecretaris Dijksma aan de Tweede Kamer, 4 oktober 2013 ‘Bij twee vleesveerassen, verbeterd roodbont en Belgisch witblauw, kan 85 tot 90 procent van de dieren niet meer natuurlijk afkalven en is een keizersnede noodzakelijk. Door fokkerij is het bekken van de moeder verhoudingsgewijs te klein geworden voor het kalf. Bij de overige vleesveerassen (ongeveer 85 procent van de totale vleesveestapel) speelt dit vrijwel niet. Met een keizersnede worden geboortecomplicaties voorkomen, maar kan er sprake zijn van napijn en eventuele complicaties zoals ontstekingen, verklevingen en vergroeiingen. Op dit moment is de ingreep vanuit het
welzijn van koe en kalf noodzakelijk. Mijn standpunt is dat runderen natuurlijk moeten kunnen afkalven. Ik ben hierover in gesprek met de stamboeken van de twee betreffende vleesveerassen en LTO. Zij begrijpen de ethische discussie over het toepassen van een routinematige keizersnede en zullen verder invulling geven aan de duurzame werkwijze van de vleesveesector (onder andere duurzame stalsystemen, weidegang en laag antibioticagebruik) door in januari 2014 te komen met een plan van aanpak om het routinematig toepassen van een keizersnede terug te dringen. Zij
zoeken daarbij de samenwerking met partijen uit de keten en maatschappelijke organisaties. Indien het plan voldoende perspectiefvol is wil ik afspreken dat met deze twee rassen gefokt mag worden indien men aangesloten is bij een fokprogramma dat toewerkt naar een (snelle) toename van het aantal natuurlijke geboorten. Fokprogramma’s en aangeslotenen moeten erkend worden en daartoe zal ik het Besluit houders van dieren wijzigen. In 2018 volgt een evaluatie. Indien nodig overweeg ik bij onvoldoende voortgang alsnog over te gaan tot een fokverbod.’
V E E T E E LT V L E E S
VV01_PlanVRB.indd 9
J AN UA R I
2 0 1 4
9
09-01-14 16:39
D I E R G E Z O N D H E I D
Afgeronde studie begin volgend jaar maakt voordelen duidelijk
Voorbereidingen landelijke aanpak ibr en bvd Het verminderen van de schade op melkveebedrijven, het veiligstellen van de exportpositie en het verbeteren van het imago; er zijn genoeg redenen om ibr en bvd aan te pakken. Een werkgroep met LTO, CRV, Veepro en de vleesvee- en kalversector praat eensgezind over een nationaal bestrijdingsprogramma. tekst Alice Booij
B
egin 2014 ronden de veehouderijsectoren in Nederland een rapport af met daarin de resultaten van verschillende scenario’s en berekeningen bij een landelijk verplicht bestrijdingsprogramma van ibr en bvd. ‘Een studie met kansberekeningen, kosten en opbrengsten’, verduidelijkt Toon van Hoof, portefeuillehouder Diergezondheid bij LTO Nederland. ‘Er liggen nog een aantal vragen die komende maanden worden uitgewerkt. Daarna volgt de beslissing of we in Nederland voor zo’n bestrijdingsprogramma kiezen.’
Economie, dierwelzijn, imago Van Hoof wil het tempo voor deze besluitvorming erin houden. ‘We houden heel Nederland al een tijdje aan het lijntje over dit onderwerp, er moet een beslissing vallen. Aan de andere kant moet het wel heel zorgvuldig gebeuren. Er zijn gevoeligheden, dus we willen op alle vragen een antwoord kunnen geven. Het mag niet nog eens mislukken, zoals in 1998.’ Vanuit CRV is manager Verenigingszaken Jos Buiting bij het overleg betrokken. ‘De sector zal toch een keer met het landelijk
bestrijden van ibr en bvd moeten starten. Wanneer het moment er nu niet rijp voor is, dan komt de vraag over twee of drie jaar opnieuw aan de orde. Het zal toch een keer moeten gebeuren. Als CRV vinden we een landelijke aanpak een goed initiatief. Het bespaart de sector tientallen miljoenen euro’s schade die ontstaat door alleen al de uitbraken en de gevolgen van een bvd-besmetting. Dat is niet alleen slecht voor de economie bij de veehouders, maar ook voor het dierwelzijn en het imago van de sector.’ Buiting is nog wat voorzichtig over de uitkomsten van het rapport. ‘Een rapport kan wel resulteren in een positieve uitkomst om ibr en bvd landelijk aan te pakken, maar het belangrijkste is natuurlijk dat de hele sector aangeeft ermee aan de slag te willen gaan. Wil de overheid de aanpak, waar nodig, ondersteunen en wil iedereen de schouders eronder zetten?’ Daar lijkt het inderdaad op, want alle betrokken sectoren zitten nu aan tafel. Ook de vleeskalverhouderij is – ondanks een lastige situatie met importdieren – bereid mee te werken aan een ibr- en bvd-vrij-
Toon van Hoof: ‘Het mag niet nog eens mislukken, zoals in 1998’ status, geeft Henny Swinkels van de VanDrie Group aan. ‘We kunnen als sectoren samen veel bereiken. En ja, ook de vleeskalverhouderij heeft belang bij een hogere gezondheidsstatus in Nederland. Het betekent minder problemen en een lager antibioticagebruik.’ Wel geeft Swinkels aan tijd te nemen voor het traject. ‘Het wordt een heel pad, we moeten dan ook niet denken dat we er vroeg mee klaar zijn. Wanneer we het in behapbare brokken implementeren, houden we iedereen gemotiveerd om deel te nemen.’
Trauma uit 1998 Hoe zit het met de bereidwilligheid van melkveehouders om bvd en ibr aan te pakken? ‘Die groeit’, denkt Van Hoof, waarbij hij zich baseert op enquêtes, reacties uit het veld en geïnteresseerden bij
Jos Bolk: ‘Geen concurrentienadeel voor mesterijen’ ‘Ik proef een constructieve houding van alle partijen om samen te werken aan een oplossing’, geeft Jos Bolk, portefeuillehouder diergezondheid van LTO vakgroep vleesvee, aan. Volgens hem zijn er verschillende redenen waardoor het initiatief kans van slagen heeft. ‘De situatie in het buitenland is veranderd en we dreigen
10
V E E T E E LT V L E E S
VV01_BVDIBR.indd 10
JANUARI
een achterstand in gezondheidsstatus op te lopen. Met name voor vleesveehouders die willen exporteren vormt dat een belemmering.’ Bolk geeft echter ook aan dat de kosten een aandachtspunt zijn en dat mesterijen geen beperkingen in hun bedrijfsvoering mogen krijgen bij een hogere gezond-
heidsstatus. ‘Mesterijen zijn afhankelijk van import, het mag voor hen geen concurrentienadeel opleveren. Maar ook op dit punt lijkt wat meer ruimte te zijn.’ Bolk polst al wel bij zijn achterban hoe de bereidheid is. ‘Die wisselt, maar bedrijven die ooit te maken hebben gehad met een ibr- of bvd-uitbraak, willen meteen wel.’
2014
09-01-14 14:47
voorlichtingsbijeenkomsten over ibr- en bvdbestrijding. ‘Maar ik weet ook dat er een groep is die er niet om staat te springen.’ Het zijn vooral veehouders die bang zijn voor herhaling van de problemen zoals die in 1998 plaatsvonden, nadat een batch met ibr-vaccin vervuild was en voor grote problemen op enkele melkveebedrijven zorgde. ‘Hierdoor zijn er veehouders getraumatiseerd, dat realiseren we ons zeker. Echter, in de besluitvorming voor een eventuele nationale aanpak mag dat niet leidend zijn.’ Van Hoof geeft aan dat vaccinatie van rundvee dagelijks plaatsvindt. ‘Het is ingeburgerd, op de meeste bedrijven vindt er wel op een of andere manier vaccinatie plaats. We kunnen op vaccinatie vertrouwen.’
Achterop op buitenland
Bereidwilligheid in Nederland groeit voor landelijke bestrijding ibr en bvd
Een van de redenen om over een landelijke aanpak te praten, is de ontwikkeling rondom ibr en bvd in het buitenland. De ons omringende landen zijn druk bezig met het bestrijden, legt Linda van Duijn, dierenarts bij GD, uit. ‘Scandinavië is vrij. Duitsland is al heel ver met ibr en al in het derde jaar van een nationale bestrijding van bvd. In België is er al een verplicht programma voor ibr en bereiden ze een verplichte aanpak van bvd voor.’ Ze geeft aan dat bijna 45 procent van de melkveehouders al bezig is met een systematische aanpak van bvd, voor ibr geldt ongeveer hetzelfde. ‘Zorg ervoor dat je weet wat de status van het bedrijf is’, adviseert ze. ‘Je moet weten welke risico’s je loopt.’ Alhoewel een landelijk programma het bestrijden van beide ziekten gemakkelijker maakt door het massaal terugdringen van de infectiedruk, raadt Van Duijn aan daar niet op te wachten. ‘Bestrijding van bvd op bedrijfsniveau kan altijd uit. Het opsporen van dragers en het bewaken van de ziektestatus op een bedrijf wegen altijd op tegen de schade die bvd veroorzaakt. Daarnaast is het in een aantal gevallen zinvol te vaccineren om de kans op insleep kleiner te maken.’ Nederland loopt met de vrijblijvendheid van een vrijwillig bestrijdingsprogramma achter en dat kan gevolgen hebben voor bijvoorbeeld de export. ‘Wanneer Duitsland een land wordt met EU-diergezondheidsstatus artikel 10, dus met een ibr- en bvd-vrijstatus, dan kunnen we problemen verwachten wanneer we er met een vrachtwagen vol exportvaarzen doorheen willen rijden’, noemt Buiting als voorbeeld. ‘Dan moeten we met een boot over de Oostzee vaarzen afleveren in Rusland, dat gaat veel geld kosten.’ Hij noemt nog andere consequenties. ‘Met een lagere gezondheidsstatus dan de ons omringende landen hebben we minder afzetmogelijkheden. Die landen zullen bovendien hun voordeel in diergezondheid benutten bij de vermarkting. De sector loopt dan veel geld mis.’ l
V E E T E E LT V L E E S
VV01_BVDIBR.indd 11
J AN UA R I
2 0 1 4
11
09-01-14 14:47
A N D E R S
12
B E K E K E N
V E E T E E LT V L E E S
VV01_Cartoon.indd 12
JANUARI
2014
10-01-14 14:40
V E E T E E LT V L E E S
VV01_Cartoon.indd 13
J AN UA R I
2 0 1 4
13
10-01-14 14:40
V L E E S V E E C O N G R E S
Vleesveesector niet de grote boosdoener van antibioticumresistentie
Gerichtere inzet antibiotica wel broodnodig
14
V E E T E E LT V L E E S
VV01_Vleesveecongres.indd 14
JANUARI
2014
09-01-14 14:08
Op het recente vleesveecongres kwam onder meer de problematiek van de antibioticumresistentie aan bod. Professor Jeroen Dewulf: ‘Antibioticumresistentie komt te paard, maar vertrekt te voet.’ Het gebruik van antibioticum in de vleesveehouderij is vrij laag, maar kan nog beter door een gerichtere inzet. tekst Guy Nantier
V
ia het tweejaarlijkse vleesveecongres, een initiatief van het Vlaamse overheidsdepartement landbouw in samenwerking met diverse partners uit de private sector, wordt de vleesveehouder de mogelijkheid geboden om in één dag de parate kennis in diverse domeinen bij te spijkeren.
Geen nieuwe antibiotica Een opvallende voordracht bracht professor Jeroen Dewulf van UGent over de noodzaak tot een verantwoord antibioticumgebruik in de veehouderij. Dierenarts Jeroen Dewulf is verbonden aan de veterinaire faculteit van de universiteit UGent en voorzitter van AMCRA. AMCRA is het Belgisch kenniscentrum voor alles wat te maken heeft met antibioticagebruik en -resistentie bij dieren. Jeroen Dewulf: ‘Resistentie tegen antibiotica komt van nature voor. Dit wil zeggen dat voor een antibioticum dat we nu nog zouden moeten uitvinden, daar eigenlijk al resistentie tegen bestaat in de natuur. Alleen is de prevalentie ervan in de natuur zeer laag. Het gebruik van antibioticum verhoogt deze prevalentie en wel zeer snel. Vijfenzeventig jaar van antibioticumgebruik leert ons dat één tot twee jaar na de introductie van een nieuw antibioticum al de eerste tekens van resistentie ertegen optreden. Als je bedenkt dat de ontwikkeling van een antibioticum twintig jaar onderzoek in beslag neemt en een paar miljard euro kost, dan besef je dat dit een ongelijke strijd is. De farma-industrie heeft dit begrepen en ontwikkelt daarom geen nieuwe antibiotica meer, althans voor diergeneeskundig gebruik.’ De antibioticumresistentie blijkt zeer lang aan te houden. Dewulf: ‘Vijfentwintig jaar na het verbod op het gebruik van chlooramfenicol tegen E. coli bij runderen blijkt nog steeds vijftien procent van het rundvee ertegen resistent. Anders gezegd: antibioticumresistentie komt te paard maar vertrekt te voet.’ Professor Dewulf gaf de toehoorders te
kennen dat België op basis van gegevens van 2011 en voor alle diersoorten samen qua antibioticumgebruik op de zesde plaats staat in Europa. Nederland scoort iets gunstiger en staat op de tiende plaats. Denemarken is een voorbeeldland van verantwoord gebruik.
Bovengenoemde kritische antibiotica blijken niet alleen de laatste redmiddelen in de diergeneeskunde te zijn, aangezien er geen nieuwe antibiotica meer ontwikkeld worden, het zijn stuk voor stuk ook antibiotica met breed werkend spectrum. ‘Té breed werkend’, geeft Dewulf mee. ‘Het gebruik ervan is zoals schieten met een kanon op een mug en dat is niet altijd nodig. Door een juiste dosering van een smalspectrumantibioticum gebaseerd op de diagnose, gaan we een eind in de goede richting mee. Bovendien zijn deze eenvoudige antibiotica goedkoper.’ Ook het aanleveren van gezonde stierkalveren aan de vleeskalversector is een bijkomende stap die gezet kan worden. De vleeskalversector is de sector met het hoogste gebruik van antibioticum. ‘Dat
Jeroen Dewulf: ‘Door antibiotica met kleiner spectrum aan te wenden gaat de sector een eind mee in de goede richting’ Het hoge gebruik in België is evenwel niet lineair voor alle diersoorten. Het is het laagst in de vleesveehouderij. Grootgebruikers zijn vooral terug te vinden in de intensieve veehouderij en de vleeskalversector. Dewulf: ‘Het zijn ook sectoren waar de dieren jong zijn bij slacht. Jonge dieren zijn gevoeliger voor allerlei bacteriële infecties zoals hoest en diarree. Het gebruik van antibiotica in deze diergroepen is groot en bijgevolg ook de resistentieontwikkeling. De grote slag in een verminderd antibioticumgebruik moet dan ook in deze sectoren gebeuren.’
Gezond uitgangsmateriaal ‘Het neemt niet weg dat ook de vleesveesector zijn steentje kan bijdragen aan het terugdringen van het resistentieprobleem via een verantwoord, gericht gebruik’, vervolgt Dewulf. ‘De antibiotica die voor resistentieproblemen zorgen, zijn quinolonen, derde en vierde generatie cephalosporinen en macroliden. Dat zijn antibiotica die in de humane geneeskunde van heel groot belang zijn. In de diergeneeskunde zien we echter dat het gebruik ervan de laatste jaren stijgt en dat is absoluut verontrustend, want de link tussen antibioticaresistentie bij mens en dier is duidelijk wetenschappelijk beschreven.’
hoeft niet te verwonderen aangezien op die bedrijven heel veel kalveren van heel veel verschillende rundveebedrijven samenkomen. Dit veroorzaakt een ware explosie van infecties. Vleeskalveren in de afmest staan meer dan de helft van hun leven onder antibiotica.’ Gezond uitgangsmateriaal aanleveren volgens goede veehouderijpraktijken kan deze sector helpen het gebruik terug te dringen, luidt het advies van Dewulf. ‘Concreet betekent dit geen halve hoeveelheden biest verstrekken aan stierkalveren omdat deze toch vlug naar de kalvermester gaan.’
Bvd uitroeien Ook bvd-kalveren aanhouden op een fokbedrijf verhoogt het antibioticumgebruik. Jeroen Dewulf: ‘Bvd is een drama in het verhaal van antibioticaresistentie voor de veehouderij. Een bvd-kalf zorgt bij andere, gezonde kalveren voor een constante infectiedruk; niet alleen van het bvd-virus zelf, maar ook van allerlei bacteriële ziekteverwekkers die een interventie met antibiotica noodzakelijk maken. De verplichte eradicatie, uitroeiing, van bvd vanaf 1 januari 2015 zal zich daarom direct vertalen in een lager gebruik van antibiotica. Het gaat de veehouder finaal geld opleveren.’ l
V E E T E E LT V L E E S
VV01_Vleesveecongres.indd 15
J AN UA R I
2 0 1 4
15
09-01-14 14:08
B E D R I J F S R E P O RTA G E
Patricia De Backer: ‘Ik hou van uitdagingen op de boerderij en in de sociale sector‘
Patricia De Backer (46) De combinatie van landbouw en zorg is niet altijd even gemakkelijk, maar biedt in elk geval ook voordelen voor Patricia De Backer.
Ras: Aantal kalvingen: Aantal runderen: Ruwvoeroppervlakte:
Z
Fascinatie voor prijskampen en zorg Twee jaar geleden werd het vleesveebedrijf De Mespelhoeve acMespelare
Belgisch witblauw 65 160 30 ha
oals het spreekwoord zegt, staan de beste paarden op stal. De beste koeien, die plaats je ergens mooi in het zicht. Dit geldt ook voor Escargot van de Mespelhoeve, de Belgisch witblauwe vaars van Patricia De Backer uit Mespelare, die mooi staat te blinken in de voorste stalplaats, waar alle passanten haar kunnen bewonderen. De vierjarige Germinalvaars was afgelopen jaar kampioene in Vilvoorde en Affligem. In Brussel pakte ze begin december met haar 895 kilogram nog een tweede plaats. De excellent gepunte Es-
tief als zorgboerderij. Daar kunnen mensen die het wat moeilijker hebben tot rust komen. Maar Patricia De Backer is ook uitermate geboeid door de fokkerij van Belgisch witblauw en de keuringen. tekst Hanne Vandenberghe
cargot haalde eind 2012 een score van 90,5. ‘Escargot toont naast haar hoogte (+3) ook een enorme breedte. Bij haar kalveren is die breedte ook opvallend aanwezig. Vooraan is ze bijna even breed als achteraan, wat resulteert in kilo’s en daar draait het uiteindelijk allemaal om’, vertelt Patricia De Backer.
Liefde voor prijskampen Patricia De Backer had vroeger nooit de intentie om te boeren. Twintig jaar geleden was haar man Luc al landbouwer in bijberoep, maar toen konden de dertig
dikbillen haar nog niet bekoren. Patricia herinnert zich nog goed wanneer ze voor het eerst echt de liefde voor de rundveehouderij voelde: ‘Op een prijskamp in Deinze zagen we een keuring en toen was er bij mij die klik. Het leek mij een echte uitdaging om dieren te fokken en om er te staan op prijskampen.’ Zo’n tien jaar geleden besloot Patricia om thuis op de boerderij te blijven en het vleesvee voor haar rekening te nemen. Haar man Luc bleef zelfstandig chauffeur, maar is verantwoordelijk
Escargot van de Mespelhoeve (v. Germinal) behaalde een tweede plaats op Agribex
16
VV EE EE TT EE EE LL TT VV LL EE EE SS O J AK N TU OA BR ER I 22 00 10 49
VV01_DebienLV.indd 16
09-01-14 15:34
g
voor de akkerbouw op het bedrijf. De voormalige leerkracht kocht voor zichzelf een Belgisch witblauwe vaars, ze breidde de veestapel verder uit en startte met keuringsdeelname. ‘We kochten Bijzonder (Davidson x Fausto, red.) over van een landbouwer die omwille van gezondheidsproblemen aan het afbouwen was. De eerste prijskamp waaraan ze deelnam, was opnieuw in Deinze en daar werd ze al onmiddellijk kampioene.’ Helaas was het een verhaal van korte duur, want drie weken later liep Bijzonder mank. ‘Gelukkig liet ze zich wel zeer goed spoelen, waardoor we verder konden werken met haar genetisch materiaal.’ Een van deze spoelingen resulteerde in Escargot. Bijschrift
Ideaal uithangbord Voor Patricia De Backer was de overwinning met Bijzonder erg speciaal, maar prijzen winnen met eigengefokte dieren is nog mooier. ‘Als je begint in de fokkerij, ben je voor velen nog een onbekende. Na verloop van tijd leren de mensen je kennen. Win je eenmaal prijzen, dan haal je heel wat voldoening uit je eigen opfok en zijn je dieren een ideaal uithangbord voor het bedrijf.’ De witblauwen zijn voor De Backer het ideale vleesveeras. ‘Ze hebben een geweldig exterieur en zijn extreem bevleesd. Uiteindelijk word je daarop betaald. Daarnaast is de kwaliteit van het vlees zuiver en mager. Ons doel is om een homogene stal te bekomen vol brede dieren, waar ik uren kan naar kijken.’ Op het bedrijf worden alle koeien bevrucht via ki en zijn drie spoelkoeien aanwezig. ‘Door het spoelen van embryo’s kunnen we het vlugst onze eigen veestapel met eigen kwaliteit uitbreiden’, legt Patricia uit. ‘Bij stierkeuze wordt gekeken waar de verbeterpunten van onze dieren liggen qua hoogte en breedte. Ik kijk naar de origine van de stier en naar zijn nakomelingen. Momenteel heb ik al mooie resultaten geboekt met Attribut, die voor mij uitblinkt in grootte, vleesrug, bespiering en beenwerk. Daarnaast zijn de kalveren gemakkelijk in opfok, iets wat anders vlug de deur kan dichtdoen.’ Op het bedrijf worden de stieren verkocht als dekstier. Raken ze niet allemaal verkocht, dan worden de laatste afgemest. Ook het gros van de koeien wordt niet afgemest omdat er niet genoeg plaats is in de stal. In de zomer kan dit wel en dan worden ook een aantal dieren gevet voor een beenhouwer in de buurt.
Patrica plant haar werk zo dat er op woensdag aangepaste werkjes zijn voor Joram
Twee jaar geleden stelde Patricia De Backer het bedrijf kandidaat als zorgboerderij bij Groene Zorg, een vzw die initiatieven ondersteunt voor kwetsbare mensen. Na een screening waarin ze haar motieven toelichtte, werd haar aanvraag goedgekeurd. Voor de vleesveehoudster die vroeger leerkracht was in het buitengewoon onderwijs, was de keuze voor een zorgboerderij een logische zaak. ‘Ik ben al mijn hele leven graag bezig met kwetsbare mensen. Soms zijn dit mensen met een beperking, maar vaak zijn het ook gewoon mensen die het eventjes wat moeilijk hebben. Voor mij is het een uitdaging om hen te kunnen helpen of hen iets bij te leren.’ Al moet het wel klikken. De eerste twee zorgvragers zaten namelijk niet op dezelfde golflengte als Patricia omdat zij andere taken wilden uitvoeren. Uiteindelijk kreeg ze Joram over de vloer, een twaalfjarige jongen uit een gezin van zes kinderen, die op deze manier wat meer rust en structuur in zijn leven kon brengen.
Win-winsituatie Joram is elke woensdagnamidddag in Mespelare te vinden. Daar krijgt hij verschillende taken, zoals het strooien van de kalveren, het verdelen van de melk en het verversen van de emmers. Met machines rijden mag hij niet omwille van de verzekering. ‘Voor mij is het leuk om te zien hoe Joram gegroeid is in de voorbije twee jaar. Hij kent de werking van de boerderij ondertussen al heel goed en
voelt zich er volledig op zijn gemak. Weerbaarheid en zelfstandigheid zijn de twee belangrijkste zaken die Joram hier heeft ontwikkeld.’ Joram doet iets wat hij graag doet en Patricia krijgt hulp bij zaken die ze in haar eentje moeilijk kan klaarspelen, een win-winsituatie dus. ‘Als je een koe moet verplaatsen, ben je op je eentje wel eventjes bezig. Met de hulp van een tweede persoon is de klus vaak in vijf minuutjes geklaard.’ Maar als zorgboerin moet je vanzelfsprekend ook enige inspanning leveren. ‘Je hebt een verantwoordelijkheid tegenover de zorgbehoevende en het vereist een grondige planning.’ Patrica plant haar werk zo dat er op woensdag aangepaste werkjes zijn voor Joram. Ook zorgt ze voor de uitrusting – zijn overall en zijn laarzen – en maaltijden.
Witblauw past bij zorgboerderij Een zorgboerderij ontvangt een compensatie voor de geïnvesteerde tijd in de begeleiding. Per namiddag bedraagt dit 20 euro. Toen de instelling vorig jaar besloot dat Joram geen begeleiding meer nodig had, werd de subsidie stopgezet. ‘Voor mij maakt de vergoeding weinig uit. Joram komt hier nog steeds.’ Het Belgisch witblauwe ras is volgens Patricia ook uitermate geschikt voor een zorgboerderij. ‘Het zijn koeien met een gemakkelijk en braaf karakter. Ze zijn van nature sociaal en rustig, maar natuurlijk moet je er wel nog steeds rekening mee houden dat je met dieren en niet met mensen bezig bent.’ l
VV EE EE TT EE EE LL TT VV LL EE EE SS O J AK N TU OA BR E R I 22 00 10 49
VV01_DebienLV.indd 17
17
09-01-14 15:34
F O K K E R I J
Ki’s BBG en BBCI bezitten momenteel de beste kaarten en de minst goede
Plussen en minnen Grommit Hof ter Zilverberg van ki BBCI levert de meest bespierde kalveren af, zo blijkt uit de nieuwste fokwaarden voor geboortekenmerken. Voor de fokwaarde karkasgewicht scoren Immense d’Yvoir en Milou van ki Fabroca het best. tekst Guy Nantier
O
p basis van de conformatie bij geboorte van de nakomelingen leidt Grommit Hof ter Zilverberg van ki BBCI met een fokwaarde van 118 de dans (tabel 1). De stier zelf kreeg 91,5 punten voor algemeen exterieur van het stamboek met op het onderdeel bespiering 93,7 punten. Die klassebespiering geeft hij dus blijkbaar goed door. De Adajiozoon is een kleinzoon van Zappa Hof ter Zilverberg (v. Artaban SF) van de Vlaamse fokker Patrick Vandecandelaere uit Moorslede. Zappa is geen onbekende koe in het showcircuit in Vlaanderen. Zij was eveneens aanwezig op alle grote keuringen, zoals Brussel en Libramont.
Sterk geloof in Nelson Serpentin d’au Chêne (v. Canadian Club) is eveneens opvallend. De stier werd echter in tweede categorie gekeurd door de ki-commissie van het Belgisch-witblauwstamboek vanwege de hoogtemaat. Op 24 maanden was de stier nog correct in hoogtemaat (127 cm) en gewicht (761 kg). Tien maanden later echter bedroeg zijn schofthoogtemaat 138 cm en woog de stier 883 kg. Dat is te klein en te licht. Maar BBG heeft nog andere ijzers in het vuur met onder andere
Grommit Hof ter Zilverberg fokt goed bespierde kalveren
Nelson des Peuplier en Folon de Cras Avernas. Nelson (v. Livret de Fooz) bezit een mooi exterieurprofiel dat werd beloond met negentig punten. De stier heeft ook een aantrekkelijke pedigree vanwege zijn outcross bloedvoering langs moederszijde. De conformatie van de kalveren is met een fokwaarde van 114 punten veelbelovend. Aandachtspunt zijn de lange tongen. Maar ki BBG gelooft sterk in de stier: de eerste zoon van Nelson is reeds aangekocht voor haar ki-aanbod. Ook Folon de Cras Avernas is een negentigpuntenstier die zich in positieve zin laat opmerken vanwege de goede fokwaarde voor bespiering van de kalveren. Deze Panache de Centfontainezoon werd door José Lallemand-Dantine uit het Waalse Hannut gefokt uit Casquette de Cras Avernas, een Tropiquedochter die op een
18
V E E T E E LT V L E E S
VV01_OpfokindexenBWB.indd 18
JANUARI
Bruegel Complice Tison Tropique Germinal Brutal Bleuet Vigoureux Fiacre Pompei Degourdi lasso Ubidet Occupant Blak
100 102 106 107 108 102 96 97 94 99 99 99 93 103 103
108 96 — — — — 113 — — — — — 118 98 — — — — 108 112 — — — — 108 118 — — — — 95 84 — — — — 96 114 — — — — 102 93 — — — — 101 110 — — — — 113 111 — — — — — — — — — — 97 116 — — — — 92 — — — — — 102 94 — — — — 113 — — — — —
— — — — — — — — — — — — — — —
schev e muil snoek bek
Damier Issu Colibrie Panache Adajio Harpon Livret Blackstar Adajio Adajio Omprecis Canadian Club Quarto Imperial Gitan
gebr. v oorpo ten rechte sprong kromm e spro ng lange tong
vrij vrij vrij vrij vrij vrij vrij vrij vrij vrij vrij vrij vrij vrij vrij
geboo rtegew icht confor matie zoogv ermog en drinkv ermog en vitalit eit sterfte
vader
BBCI BBG BBG BBG BBCI Fabroca BBG BBG BBG GAB Fabroca BBG BBG BBCI BBCI
drach tduur
erfelij k gebr ek
Destin du Chateau Fallois Elegant d’Ochamps Falco 0043 van Zeldonk Folon de Cras Avernas Grommit Hof te Zilverberg Javanais de Rocourt Nelson des Peupliers Nicnac de Waha Nippon d’Iizier Origan de Fooz Passe-Partout de Maurage Serpentin d’au Chêne Tarzan du Falgi Tilouis d’Atrive Xumbi du Drayon
m. vad er
naam
ki
Tabel 1 – Fokwaarden geboortekenmerken (bron: HB BBB, Ciney, december 2013)
— — — — — — — — — — — — 109 102 — — 105 — 105 — — — — — — — — — — — — — 115 103 — — — — — — — 94 — 105 — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — 126 — 113 — — — — — —
2014
09-01-14 16:19
naam stier
kg
index
betr.
Ilot du Bouchelet Dynamite Solway View Flatteur de la Claie Elan de St. Fontaine Jackpot 9831 ter Reybroeck Valli van Terbeck Dicton 8201 du Coin Frisko des Amours Utopiques Goulu de la Hasse Heritage du Coin Imprudent 2810 de Somme Rector ter Coutere Ebloui de Wihogne Empire d’Ochain Imparfait 2380 de Mehogne Jalon de Martinpre Joaillier des Pahys
47 31 30 28 27 27 24 23 23 23 20 20 19 18 18 19 19
125 116 116 115 114 114 113 112 112 112 111 111 110 110 110 110 110
0,77 0,85 0,77 0,96 0,86 0,96 0,89 0,92 0,50 0,85 0,96 0,59 0,97 0,98 0,73 0,87 0,85
Immense d’Yvoir* Milou* Loulou des 3 Frontières* Sapin* Juventus de l’Ecluse* Benhur du Champ Bouval* Crack du Pont de Messe* Instinct de Terniaux* Iguanodon du Bois Remont* Magique de Mianoye* Muguet de Fooz*
15 14 4 3 0 –2 –3 –5 –15 –16 –16
108 108 102 102 100 99 98 97 92 91 91
0,56 0,51 0,51 0,62 0,72 0,51 0,54 0,62 0,52 0,71 0,56
Finaud de Warnach Lasso van ‘t Kookshof Occupant du Fond de Bois Ogival 6850 de Biert Poete 8362 de Berligant Raimond van de Koutermolen Veinard de Steinbach Frank du Pont d’Herbais Gaston de Waleffes Heroique de l’Ecluse Kimono de l’Orangerie Offusque du Fond de Bois Panache de Centfontaine Escadron de Tohogne Icare Operateur de Fontena Emerson du Pont d’Herbais Nomade de la Bocheroule Falco van het Negenbonder Fartaban du Bronheit Monarque de Centfontaine Paysan 0014 de Fontena Impair de Wy
–18 –20 –18 –19 –19 –19 –19 –21 –21 –20 –21 –20 –20 –23 –22 –22 –24 –25 –29 –28 –28 –29 –36
90 90 90 90 90 90 90 89 89 89 89 89 89 88 88 88 87 87 85 85 85 84 81
0,91 0,95 0,99 0,93 0,61 0,50 0,77 0,67 0,74 0,90 0,94 0,84 0,92 0,80 0,91 0,93 0,82 0,88 0,81 0,95 0,92 0,98 0,74
Ook veelbelovende geboortecijfers voor Nelson des Peupliers
Het rekencentrum becijferde ook opnieuw fokwaarden voor karkasgewicht met als basis jonge slachtstieren (Seurop-klasse AS2). Zowel de top van de lijst als de onderkant blijft ongewijzigd (tabel 2). De nieuwkomers in de lijst hangen rond het gemiddelde. Immense d’ Yvoir (index 108) en Milou Rosemount Ceymore (index 108), beide uit het portfolio van ki Fabroca, laten zich in positieve zin opmerken. Immense (v. Héros du Peroy) werd geboren op het zoogkoeienbedrijf van Georges Beguin à Sombreffe. Immense is een zeer vruchtbare stier: zijn eerste nakomelingen werden reeds geboren toen de stier zelf nog maar 21 maanden oud was. Milou werd geboren in Ierland maar heeft met Tintin de My x Luron du Coin Belgische roots. Ook deze stier staat te boek als zeer vruchtbaar. Immense en Milou vinden hun gunstige fokwaarde voor karkasgewicht via de hoogtemaat van hun nakomelingen (fokwaarde respectievelijk 109 en 106 op 14 maanden ouderdom), maar niet via de conformatie (fokwaarde 92 en 77). Uitkomst aan de slachthaak verschillend Een ander beeld laat Muguet de Fooz van ki BBG zien. De Etnazoon behaalde op de leeftijd van 14 maanden een fokwaarde voor conformatie van 117 punten en een fokwaarde hoogtemaat van 87. Het plaatste de stier, in tegenstelling tot de hoger vermelde Immense en Milou, met een index conformatie-gewicht van 112 punten hoog in de ranking op 14 maanden. Maar met een karkasindex van 91 eindigt de stier finaal laag in de ranking aan de slachthaak. Immense, Milou en Muguet hadden op 14 maanden een fokwaardegewicht van respectievelijk 98, 101 en 99 punten en bezaten dus een gelijk vertrekpunt. Maar aan de meet in het slachthuis is de uitkomst voor de mannelijke nakomelingen wezenlijk verschillend. Het is nu wachten op de verdere evolutie van de vrouwelijke nakomelingen in het fokkerijsegment. l Nazaten van Immense d’Yvoir doen het goed aan de slachthaak
Tabel 2 – Fokwaarden karkasgewicht (*= nieuw; bron: HB BBB, Ciney, december 2013)
leeftijd van 49 maanden al drie kalveren heeft gezoogd. Maar al wat schittert, is niet altijd goud. Zo scoren de proefstieren Javanais de Rocourt van ki Fabroca, Nicnac de Waha van ki BBG en Tilouis d’Atrive van ki BBCI niet volgens verwachting, althans voorlopig nog niet, op basis van de eerste fokwaarden.
V E E T E E LT V L E E S
VV01_OpfokindexenBWB.indd 19
J AN UA R I
2 0 1 4
19
09-01-14 16:19
V O E R
V O O R
V L E E S B O E R
Sociale media in opmars bij boeren
Toeslagprijzen 17 december laatste 2013 12 maanden kvem kg dve-toeslag kvevi kg dve-toeslag
13.6 107.9 14.9 92.2
13.9 110.3 15.8 91.4
Tabel 1 – Energie- en eiwittoeslagprijzen (in eurocenten, excl. btw) Bron: Wageningen UR Livestock Research
Aankoopprotocol nu op maat klant
Vlaamse boeren volgen massaal agrarisch nieuws op de sociale media
Drie op de vier Vlaamse boeren is actief op sociale media zoals Facebook en Twitter. In 2012 was dat nog niet de helft. Dat blijkt uit een onderzoek van het Nederlandse marketing- en marktonderzoeksbureau AgriDirect. Bijna de helft van de ondervraagde boeren bezoekt dagelijks een socialmediaprofiel, een percentage dat in 2012 nog maar 13,4 procent bedroeg. Facebook is nog steeds het populairste medium, maar die populariteit is wel licht gedaald. De populariteit van Twitter en LinkedIn is gestegen. De voornaamste redenen die boeren aangeven om sociale media te raadplegen, zijn het volgen van het agrarisch nieuws (meer dan 90 procent), nieuws over producten en machines (meer dan 50 procent), het onderhouden van contacten met collega’s (30 procent) en het uitwisselen van tips (bijna 20 procent). Vandaag bezit ongeveer een kwart van de deelnemende boeren een smartphone, tablet of allebei, terwijl twee jaar geleden nog slechts 10 procent een dergelijk toestel bezat. Bovendien geeft nog eens 25 procent van de respondenten aan binnen de twee jaar een smartphone of tablet te willen aanschaffen. Vooral agrarische apps zijn in trek, zoals apps met weersvoorspellingen, agrarisch nieuws en advies over teelten, gewasbescherming en bemesting.
20
V E E T E E LT V L E E S
VV01_VVVB.indd 20
JANUARI
Dierengezondheidszorg Vlaanderen (DGZ) heeft het aankoopprotocol per 1 januari 2014 aangepast. Om te vermijden dat er nutteloze testen gebeuren en om de kosten voor de veehouder te beperken, wordt het aankoopprotocol nu in vier keuzepakketten aangeboden. De cofinanciering vanuit het Sanitair Fonds is aangepast naargelang het gewenste pakket. Het standaard aankoopprotocol omvatte vier standaardtesten: bvd-antigenbepaling, onderzoek op ibr-gE- of ibr-gB-antistoffen en antistoffenonderzoek voor paratuberculose en neospora. Echter, afhankelijk van de leeftijd en het geslacht van het aangekochte dier zijn bepaalde onderzoeken minder relevant. Neospora is enkel koopvernietigend voor vrouwelijke runderen en niet voor mannelijke fokrunderen, die de infectie bovendien niet doorgeven via bijvoorbeeld sperma. Daardoor is het vooral zinvol om neospora-antistoffen op te sporen bij de vrouwelijke runderen. Wat paratuberculose betreft, is het – gezien het langzame, progressief verlopende karakter van de ziekte – alleen zinvol om dieren (mannelijk of
vrouwelijk) te testen vanaf de leeftijd van twee jaar. Bij jongere dieren is de kans klein dat er antistoffen worden teruggevonden. Concreet zijn de pakketten samengesteld als volgt: Het Full-aankoopprotocol: – omvat vier testen (= het voormalige aankoopprotocol): ibr-gE- of ibr-gBantistoffen (asn), bvd-antigen (ag) Elisa, neospora asn Elisa en para-tbc asn Elisa; – geschikt voornamelijk voor vrouwelijke dieren vanaf twee jaar; – cofinanciering Sanitair Fonds: 10 euro. Het Basis-aankoopprotocol: – omvat twee testen: ibr-gE- of ibr-gBasn en bvd ag Elisa; – geschikt vooral voor mannelijke dieren jonger dan twee jaar; – cofinanciering Sanitair Fonds: 5 euro. Het Basis-plus-neospora-aankoopprotocol: – omvat drie testen: de twee testen van het Basis-aankoopprotocol plus neospora asn Elisa; – geschikt voor vrouwelijke dieren jonger dan twee jaar; – cofinanciering Sanitair Fonds: 7 euro.
2014
09-01-14 14:45
Geachte veehouder, U bent van harte welkom op de CRV-winterbijeenkomsten vleesvee, een nieuwe naam voor de vleesveebijeenkomsten. Naast de coöperatieve zaken wil CRV u ook graag informeren over het toekomstige vleesveebeleid van CRV. Ook tonen wij u een actuele stierenpresentatie.
PROGRAMMA Opening Coöperatiezaken
(o.a. financieel jaarverslag en verkiezingen)
Toelichting CRV-beleid vleesvee Stierenpresentatie Rondvraag en napraten
DATA EN LOCATIES
(AANVANG 20.00 UUR)
Di. 28 januari
Nobis
Nobis 1
5721 VA
ASTEN
Ma. 10 februari
De Radstake
Twenteroute 8
7055 BE
HEELWEG
Di. 11 februari
De Hongerige Wolf
Coevorderweg 27b
7737 PE
STEGEREN
Di. 18 februari
’t Witte Huis
Geert Wolter Smitweg 20
8435 WG
DONKERBROEK
Ma. 24 februari
Het Dorpshuis
Oranje Nassaustraat 31
3405 XL
BENSCHOP
Di. 25 februari
De Gentsche Poort
Gentsestraat 94
4521 AN
BIERVLIET
WIJ HOPEN U OP UW CRV-WINTERBIJEENKOMST TE MOGEN BEGROETEN! Voor meer informatie: CRV-magazine of www.crv4all.nl
BETTER COWS | BETTER LIFE
014-13 winter-vlees-NED.indd 1
09-01-14 15:34
C O L O F O N
AGENDA Keuringen en prijskampen Haspengouwse jaarmarktprijskamp witblauw te St.-Truiden Provinciale fokveedag regio Antwerpen te Geel Fokveebeurs Belgisch witblauw te Affligem Jaarmarktprijskamp witblauw te Bailleux Elitekeuring charolais SIA te Parijs (Frankrijk) Elitekeuring limousin SIA te Parijs (Frankrijk) Elitekeuring blonde d’Aquitaine SIA te Parijs (Frankrijk) Deense vleesveeshow Agro Nord Beef te Aars (Denemarken) Nationale show Belgisch-witblauwras, Birmingham (Groot-Brittannië)
19 januari: 19 januari: 25 januari: 1 februari: 27 februari: 27 februari: 27 februari: 8 maart: 2-3 juli: Vanessa en moeder Savita van de Gouden Polder in ‘knuffelgesprek’ Foto: Harrie van Leeuwen
Ve i l i n g e n RSC-veiling limousin te Ciney RJ-imousinveiling Lanaud te Boisseuil (Frankrijk) Veiling Blonde Génétique te Casteljaloux (Frankrijk) RJ-limousinveiling Lanaud te Boisseuil (Frankrijk) COT-veiling te Laren
15 januari: 23 januari: 14 februari: 27 maart: 29 maart:
COLOFON VeeteeltVlees is een uitgave van CRV BV en verschijnt maandelijks.
redactie hoofdredacteur Guy Nantier redactie Jorieke van Cappellen, Annelies Debergh, Inge van Drie, Florus Pellikaan, Jaap van der Knaap, Ivonne Stienezen en Tijmen van Zessen fotografie Harrie van Leeuwen, Kristina Waterschoot bureauredactie Mirjam Braam (chef), Lieke van den Broek, Ingrid Sevenster, Rogier van der Weiden vormgeving André Fris, René Horsman, Esther Onida aan dit nummer werkten verder mee Alice Booij hoofd uitgeverij Rochus Kingmans
redactie-adres Nederland: postbus 454, 6800 AL Arnhem, telefoon 026 38 98 800 fax 026 38 98 839 Vlaanderen: Van Thorenburghlaan 14, 9860 Oosterzele, telefoon 09 363 92 11 fax 09 363 92 06 E-mail veeteelt@crv4all.com
Beurzen, studievergaderingen, demodagen 23 januari: 28 januari: 10 februari: 11 februari: 12 februari: 18 februari: 18 februari: 24 februari: 25 februari:
CRV-vleesveebijeenkomst te Torhout (België) CRV-vleesveebijeenkomst te Asten (Nederland) CRV-vleesveebijeenkomst te Heelweg (Nederland) CRV-vleesveebijeenkomst te Stegeren (Nederland) CRV-vleesveebijeenkomst te Lummen (België) CRV-vleesveebijeenkomst te Donkerbroek (Nederland) CRV-vleesveebijeenkomst te Beervelde (België) CRV-vleesveebijeenkomst te Benschop (Nederland) CRV-vleesveebijeenkomst te Biervliet (Nederland)
abonnementsprijs/jaar Nederland en België € 47,10, overige landen € 91,50. In combinatie met abonnement op vakblad Veeteelt € 10 korting. Prijzen excl. 6% btw. Abonnementen zijn gebaseerd op kalenderjaar en worden jaarlijks in februari gefactureerd. Opzegging is mogelijk per kwartaal. Bel voor opgave van een abonnement: België: VRV-klantendienst (078 15 44 44) Nederland: CRV-klantendienst (088 00 24 440) E-mail klantenservice.nl@crv4all.com
advertentie-afdeling Jannet Fokkert, Willem Gemmink, Froukje Visser postbus 454, 6800 AL Arnhem telefoon (+31)(0)26 38 98 820 fax (+31)(0)26 38 98 824 E-mail advertenties@crv4all.com
illustraties/foto’s De foto’s zijn van de eigen fotodienst van Veeteelt. Uitzonderingen zijn foto’s van KI BBCI (18), KI BBG (19) en KI Fabroca (19). Overname van artikelen is alleen toegestaan na toestemming van de redactie. Hoewel aan de samenstelling van de inhoud de meeste zorg is besteed kan door de redactie geen aansprakelijkheid worden aanvaard voor mogelijke onjuistheden of onvolledigheden. Druk: Senefelder Misset Doetinchem ISSN 1570-3312
22
V E E T E E LT V L E E S
VV01_Agenda.indd 22
VOORUITBLIK
G r a s lan d m an ag en Februari (19 februari) – Een landbouwkundig optimale bemesting op grasland is steeds lastiger door de mestwetgeving. Veehouders moeten meer maatgericht gaan werken en percelen die een hoog productiepotentieel hebben voldoende bemesten. Maar wat te doen met de percelen die minder vruchtbaar zijn? De BodemConditieScore moet het boerenvakmanschap versterken en op een eenvoudige en goedkope manier de boer weer (opnieuw) leren kijken naar zijn bodem. Verder in het komende nummer een portret van de voorzitter van het kersverse Nederlandse angusstamboek. Ook de winterkeuringen in het Belgisch-witblauwras komen uitgebreid aan bod in woord en beeld.
JANUARI
2014
09-01-14 14:48
MEER ZEKERHEID MEER MAIS COMBI MAIS
COMBI MAIS is een maismix van 3 rassen. Er zijn 4 verschillende COMBI MAIS mixen, voor ieder teeltdoel één: hoge VEM en zetmeelgehalte (Quality), Hoge drogestofen VEM opbrengst (Productie), hoge CCM- (Korrel) en hoge korrelopbrengst (Vroege Korrel). Voor ieder teeltdoel is er een geschikte COMBI MAIS, vraag hiernaar bij uw zaaizaadleverancier of kijk op www.mijnmais.nl. VV01_p23NED.indd 23
09-01-14 15:17
TITANE
KI-CODE: 767262
(Jackpot x Flambeau)
CORRECT EN GEMAKKELIJK • MAKKELIJKE BLOEDVOERING • STIER MET ZEER GOEDE VOORHAND EN RUG • EERSTE KALVEREN BIJ DE FOKKER ZIJN UITERMATE CORRECT
BETTER COWS | BETTER LIFE
014-13 Titane.indd 1
CRV4ALL.BE, CRV4ALL.NL
09-01-14 15:33