Future Industry

Page 1

FUTURE INDUSTRY

MARK COURAGE, TNO

‘Future industry is meer dan alleen technologie; het is de cultuurverandering die nodig is voor je toekomstige verdienvermogen’

JORGO CHATZIMARKAKIS, HYDROGEN EUROPE

‘Waterstof was ooit een innovatieve nichetechnologie, maar speelt nu een cruciale rol bij de actuele energietransitie’

ALICE KREKT, NLHYDROGEN

‘Er is de ambitie dat Nederland een belangrijke waterstofhub wordt’

02 06 12
Dit is een commerciële uitgave van Contentway bij deze krant september 2023

FUTURE INDUSTRY

Campagne Manager

Jeroen van Zonneveld

Managing Director

Jonathan Andersson

Graphic Design

Mo Aslan, Kiloe van Benthem, KONTRAST STUDIOS AB

Tekst

Paulina Damen, Diederik de Groot, Bob Schellens, Hugo Schrameyer, Leendert van der Ent, Michel de Ruyter

Coverfoto

AdobeStock

Gedistribueerd met Het Financieele Dagblad 2023

Drukkerij RODI Rotatiedruk

Wij maken online en print campagnes met waardevolle, interessante content die gedistribueerd worden naar relevante doelgroepen om de business van onze klanten te laten groeien. Onze branded content en native advertising oplossingen zetten jouw verhaal op de eerste plaats.

Partner content in deze campagne is tot stand gekomen in samenwerking met onze klanten. Dit zijn commerciële uitingen.

Dit is een commerciële uitgave. De FD-redactie heeft geen betrokkenheid bij deze productie.

Uitgegeven door

Contentway B.V.

Keizersgracht 424

NL­1016 GC Amsterdam

Telefoon

+31 20 808 82 00

Website contentway.nl

Email info@contentway.nl redactie@contentway.nl

Bouwen aan toekomstig verdienvermogen

VOORWOORD

In de snel veranderende wereld van technologie en industrie speelt digitalisering een cruciale rol bij het vormgeven van de economie van de toekomst. Voor Nederland is het omarmen van digitale transformatie en future industryinitiatieven essentieel in het streven naar meer strategische autonomie en het versterken van onze concurrentiekracht in de mondiale arena.

Het mkb, inclusief startups en scale-ups, is een belangrijke motor van de Nederlandse economie en vormt de kern van innovatie en creativiteit. Om de veerkracht en groei van het mkb te waarborgen, moeten we hen helpen de kansen van digitalisering en future industry te benutten. Maar ook voor het grootbedrijf is er werk aan de winkel.

Lees meer op contentway.nl

Volg ons op social media op /contentwaynl

Digitalisering is veel meer dan alleen een technologische verandering; het is een noodzakelijke cultuurverandering. Het stelt bedrijven in staat hun processen te optimaliseren, gegevens gestuurde beslissingen te nemen en nieuwe kansen te ontdekken in een dynamische wereld die steeds meer gedreven wordt door geavanceerde technologieën. Bedrijven moeten de mogelijkheden die deze technologische vooruitgang biedt omarmen. Of het nu gaat om het implementeren van slimme productieprocessen, het verbeteren van de klantbeleving met e-commerce, of het benutten van AI of digital twinning om bedrijfsprocessen disruptief

te verbeteren. Door deze technologieën stap voor stap te omarmen, kunnen bedrijven productieprocessen efficiënter maken, de arbeidsproductiviteit verhogen en klanten een hogere kwaliteit bieden. Cruciaal in een concurrerende extreem dynamische wereldmarkt.

Future industry maakt het ook mogelijk nieuwe bedrijfsmodellen te creëren en de concurrentiepositie van Nederland te versterken. Een belangrijke voorwaarde in het streven naar meer strategische autonomie. Door onze afhankelijkheid van buitenlandse technologieën te verminderen en onze eigen digitale competenties

te versterken, kunnen we onze nationale veiligheid beter beschermen en economische weerbaarheid vergroten. Strategische autonomie betekent niet dat we ons moeten afsluiten van internationale samenwerking. Het betekent dat we in staat zijn onze eigen koers te bepalen en te handelen in het belang van Nederland en Europa.

Ik hoop dat deze publicatie ondernemers inspireert om de kansen van future industry te omarmen. Samen kunnen we bouwen aan een veerkrachtige en innovatieve economie voor Nederland, en zo ons land blijven positioneren als een wereldwijd epicentrum van vooruitgang en innovatie. Door gezamenlijke inspanningen kunnen we de toekomst met vertrouwen tegemoet treden.

Future industry is meer dan alleen technologie; het is de cultuurverandering die nodig is voor je toekomstige verdienvermogen.

Het nieuwe energie- en grondstoffensysteem vraagt om risico’s nemen, radicaler (om)denken, moed en lef

Kun je papier maken zonder water te verdampen? En lezen we in 2050 een krant nog van het papier? Kijkend naar de toekomst van onze Nederlandse industrie zijn er vele vragen die je kunt stellen. In 2050 is de industrie in Nederland onderdeel van onze CO2neutrale en circulaire economie. Het gedetailleerde plaatje van hoe die industrie in 2050 eruitziet, heeft nog niemand maar het gesprek erover is in volle gang. Rob Kreiter van TKI Energie en Industrie, onderdeel van de Topsector Energie, pleit voor lef, grote sprongen durven maken en redeneren vanuit de zekerheid dat onze productvraag radicaal kan veranderen.

Naar een nieuwe industrie: afbreken en opbouwen

Rob Kreiter: “Ik help iedereen meteen uit de droom. We kunnen de toekomst van de industrie niet tot in detail nu al bedenken. Wat we wel weten is dat doorbouwen op de systemen van nu, ons niet bij het einddoel brengt. We weten ook dat de route naar die nieuwe industrie zal gaan in schokken, zoals afgelopen jaar in de energiemarkt. Er is geen geleidelijk pad naar een nieuw energie- en grondstoffensysteem. We moeten afbreken en weer opbouwen, en soms veel geld investeren zonder dat het op korte termijn rendeert. Dat zorgt voor spanning: welke partij durft als eerste, wie volgt en wie neemt afscheid?”

Onze productvraag wordt leidend Sturen op radicale verandering betekent investeren en beslissingen maken op basis van alleen de contouren en van grote onzekerheden. En accepteren dat we nog geen

idee hebben over de exacte invulling van de toekomst. Het gaat meer om systeeminnovaties dan losse technologieën. Rob Kreiter: “Steeds vaker heb ik gesprekken over de industrie van de toekomst. Leidend daarbij is niet de bestaande processen verduurzamen, maar wat wordt onze productvraag en welke productieketens horen daarbij?”

Redeneren vanuit de toekomstige

vraag uit de samenleving

Het nieuwe energie- en grondstoffensysteem dat we aan het bouwen zijn kan niet stapje voor stapje. Zo’n nieuw systeem vraagt om risico’s nemen, radicaler (om) denken, moed en lef. En een groot aantal uitgangspunten staat eigenlijk al niet meer ter discussie; van duurzame energie als belangrijkste bron, elektriciteit als drager, circulaire grondstoffen en hogere toegevoegde waarde per energie-eenheid in Noordwest-Europa. Daarom helpt het in de ogen van Rob om te redeneren vanuit de

toekomstige vraag naar producten van onze samenleving. “Want alleen als je weet of we nog analoge kranten lezen, dan weet je ook hoeveel papier je nodig hebt.”

Mark Courage, Directeur Smart Industry, TNO
02
Meer
lezen of meepraten? www.tki-ei.nl
Rob Kreiter, TKI Energie en Industrie

NewCold verhoogt de duurzaamheidslat

in de logistiek van koude levensmiddelen

Bedrijven moeten verduurzamen, maar sommige doen dat nog sneller dan de overheid vereist. Zo’n bedrijf is NewCold, een wereldleider in voedsellogistiek. Het bedrijf loopt voorop in het CO2-neutraal maken van de complete bedrijfsvoering, door automatisering, innovatie, het zelf opwekken van energie en een constante focus op het verminderen van verspilling.

Durven innoveren

Bram Hage, ceo van NewCold, vertelt: “Innoveren zit in de genen van NewCold. Dat begon al bij de oprichting van mijn bedrijf PLE, de voorloper van NewCold, in 1999.” Hage begon voor zichzelf omdat zijn toenmalige werkgever niet wist te investeren in de nieuwe manier van warehousing die een klant graag wilde. Hage pakte de handschoen op, omdat hij erin geloofde en verzekerd was van zijn eerste klant: Lamb Weston, één van ’s werelds grootste producenten van diepgevroren aardappelproducten. In 2012 stapte Hage uit het bedrijf PLE en begon met NewCold opnieuw. En met succes, want dat bedrijf groeit als kool.

Continue groei

NewCold behoort wereldwijd qua volume tot de top vier van bedrijven in de voedsellogistiek en is leider als het gaat om innovatie in de branche. Hoe komt dat? Hage vertelt: “We werken vooral met wereldwijde grote producenten van bevroren frituur-, brood- en groenteproducten en ijs. Dat zijn klanten met langjarige contracten.

Zij willen verspilling tegengaan, zoals energieverspilling en productuitval. We bieden hun zo efficiënt mogelijke warehousing, met 24/7 service en de meest geavanceerde technologieën. Onze service snijden we precies toe op de individuele klant en als die een nieuwe markt gaat bedienen, dan bouwen wij op de meest logische plaats een nieuw warehouse. Dat maken we tegenwoordig direct CO2neutraal en laten we de eigen energie opwekken. Ook bestaande locaties passen we een voor een aan, zodat we binnen afzienbare tijd zelfvoorzienend zijn.” NewCold onderzoekt uitbreiding naar spannende nieuwe markten, zoals India. Hage ziet dit land met 1,4 miljard mensen in toenemende mate openstaan voor gekoelde en bevroren voeding.

Focus op efficiëntie

In de dienstverlening van NewCold is automatisering cruciaal. De producten kunnen daardoor veel efficiënter worden opgeslagen dan in een conventioneel warehouse en er zijn veel minder mensen nodig. Hage: “We hebben torens van wel veertig meter hoog op kleine palletposities. Dan heb je robots nodig om de producten te verzamelen. Er lopen bijna geen mensen meer op de site zelf rond, er zijn vooral veel operators. Zij zien in de praktijk wat er beter kan. Daarom hebben zij wekelijks overleg met onze engineers om de automatisering verder te verbeteren.”

Verticale integratie

Door zijn innovatiegerichtheid kan NewCold steeds meer uit de logistieke keten toevoegen aan de dienstverlening. Hans Otto, chief project officer en verantwoordelijk voor het realiseren van

nieuwe warehouses, vertelt: “We bieden zo veel mogelijk end-to-end oplossingen voor klanten. We halen hun producten op, slaan ze op en leveren ze af bij de distributiecentra. Waarde toevoegen en efficiëntie verhogen zijn altijd leidend in onze keuzes. Zien we dat we iets zelf echt beter kunnen, dan ontwikkelen we dat en zorgen we dat we er het patent op krijgen. We investeren veel in nieuwe oplossingen en doen dat bij voorkeur met zelfontwikkelde software.”

Nederlandse markt

NewCold volgt klanten over de hele wereld en heeft nu vijftien facilities op drie continenten. “Het gekke is”, vertelt Bram Hage, “dat we tot nu geen warehouse in Nederland hadden, alleen ons hoofdkantoor zit in Breda. Maar daar komt verandering in. In 2025 openen we in Dinteloord een warehouse voor Lamb Weston, de klant waarmee het avontuur lang geleden voor mij begon.”

Rob Scholte, Chief Supply Chain Officer van Lamb Weston EMEA: “De

komst van NewCold naar Nederland biedt mooie kansen voor samenwerking, zeker nu we in 2024 een nieuwe frietfabriek in Kruiningen openen. NewCold past qua locatie en duurzaamheid uitstekend bij onze toekomstvisie.”

Feiten

• NewCold heeft vijftien facilities in Europa, de VS en Australië en is daarmee in volume de nummer vier van de wereld in koude voedsellogistiek.

• Per jaar worden vier tot zes nieuwe sites geopend.

•Het bedrijf heeft nu meer dan 1,24 miljoen palletposities, en dat zal toenemen tot 1,5 miljoen begin 2024.

•Klanten kunnen hun producten op palletniveau 24/7 volgen door de zelfontwikkelde Order Release Module en warehouse management software.

• In Europa rijdt een vloot van meer dan 200 trucks en 300 trailers.

•In Europa rijdt een vloot van meer dan 200 trucks en 300 trailers.

• Het bedrijf heeft wereldwijd 2000 werknemers.

• NewCold biedt mensen een carrière en niet zomaar een baan.

• NewCold investeert continu in zowel werknemers als gemeenschappen.

NewCold is een wereldleider in geavanceerde voedsellogistiek, met 15 ultramoderne geautomatiseerde en energie-efficiënte magazijnen op drie continenten met een huidige capaciteit van 1,24 miljoen palletposities. NewCold biedt end-to-end oplossingen voor de toeleveringsketen aan toonaangevende voedingsmiddelenbedrijven, ondersteund door innovatieve technologie en een team van 2.000 mensen. Onze focus op automatisering en eigen technologie onderscheidt ons. www.newcold.com

NewCold
NewCold – Partner Content 03 contentway.nl
Bram Hage, CEO, NewCold Hans Otto, Chief Project Officer

Automatisering als motor voor verduurzaming van de industrie

Vandaag de dag is het zeker geen uitzondering meer als een groot bedrijf ESG­criteria, zoals duurzaamheid, een topprioriteit maakt in hun beleid. Zo wordt er steeds meer gekeken naar duurzame energieoplossingen, zoals waterstof en als gevolg daarvan neemt de vraag naar deze brandstof toe. Dat betekent dat partijen die de waterstof produceren en distribueren flink moeten opschalen. Door gebruik te maken van geavanceerde automatiseringstechnologieën kan dat doel worden bereikt, zegt Constantijn Tsiris, Vice President Benelux van technologie- en softwarebedrijf Emerson.

De inzet van een bedrijf op het gebied van milieu, maatschappij en goed bestuur is geëvolueerd van een kwestie van reputatie naar een kwestie van zakelijke duurzaamheid. Op basis hiervan kiezen consumenten waar ze producten kopen en bepalen werknemers waar ze willen werken. Industriële fabrikanten en energieleveranciers zijn daarom naarstig op zoek naar ideeën en oplossingen die helpen om hun eigen ambities op het gebied van duurzaamheid waar te maken. De overgang naar een CO2-arme toekomst is dus cruciaal voor hoe succesvol ze zijn. Voor veel zware industrieën, zoals staal en chemische productie, is dit proces een grote uitdaging.

Emerson

PosHYdon-project

Het is dan ook niet vreemd dat de vraag naar hernieuwbare energiebronnen, zoals waterstof, toeneemt. “Om hieraan te voldoen, moeten productie en distributie worden opgeschaald en geavanceerde automatiseringstechnologieën spelen hierbij een cruciale rol”, zegt Tsiris. “Een sprekend voorbeeld is het PosHYdon-pilotproject. Emerson is één van de consortiumpartners van dit project. Het is een wereldprimeur op het gebied van energie-innovatie.” Tsiris spreekt van een primeur, omdat het project voor het eerst offshore groene waterstof zal produceren op een werkend platform.

PosHYdon is een platform in de Noordzee, 13 kilometer voor de kust van Scheveningen. Daar gebruikt het platform windenergie om zeewater om te zetten in waterstof. Eerst wordt het zoute water omgezet in gedemineraliseerd water, vervolgens wordt dit water gebruikt om via elektrolyse veilig de duurzame waterstof te produceren. Dit wordt gemengd met aardgas en getransporteerd naar de kust, waar het wordt geleverd aan het nationale gasnet. De DeltaVcontrolesysteemtechnologie van Emerson vormt een belangrijk fundament van deze processen. PosHYdon leert ons 80% van de lessen die nodig zijn om snel grootschalige groene waterstofproductie op zee uit te rollen.

Niet alleen willen bedrijven duurzamer

worden door over te stappen op nieuwe energiebronnen, ook hun huidige energieverbruik wordt onder de loep genomen. De industrie - ruggengraat van de wereldeconomie - is mede door dat hogeverbruik verantwoordelijk voor een enorm deel van de wereldwijde CO2uitstoot. Daarom is het essentieel om een aanzienlijke reductie te realiseren, die ook voor de bedrijven zelf aanzienlijke kostenbesparingen zou opleveren.

Dynamisch monitoren en aansturen

Tsiris merkt op dat met kleine verbeteringen snel grote stappen in de goede richting kunnen worden gezet. “Verschillende productiestappen kunnen bijvoorbeeld worden geoptimaliseerd. Door ketels, ovens en andere machines die veel energie verbruiken dynamisch te monitoren en aan te sturen, kunnen het verbruik en de uitstoot van een fabriek worden verlaagd. Geavanceerde automatiseringsoplossingen en informatiesystemen voor energiebeheer spelen een grote rol in deze transformatie.”

Het bewijs is te vinden bij multinational Colgate-Palmolive. Het bedrijf, dat onder meer bekend staat om zijn producten voor persoonlijke verzorging, huishouden en mondverzorging, streeft ernaar om in 2040 ‘net-zero’ te bereiken en daarvoor moet men het energieverbruik aanzienlijk reduceren. Colgate-Palmolive gebruikt de automatiseringstechnologieën van Emerson om het verbruik in de verpakkingscentra te verminderen, om hun doel van net-zero te

realiseren.

Door gebruik te maken van de data die met behulp van deze oplossingen wordt verzameld, is het bedrijf er al in geslaagd om het energieverbruik met 15 procent te verminderen. De verwachting is dat de besparing groeit wanneer deze technologie op meer locaties wereldwijd wordt toegepast. Tsiris: “De gerealiseerde besparingen van ColgatePalmolive, met de ondersteuning van de automatiseringstechnologie van Emerson, onderstrepen de kracht van samenwerking en innovatie. Dat is precies wat we nodig hebben om de planeet leefbaar te houden. Om die reden blijven wij ons hier volledig voor inzetten.”

Emerson is een wereldwijd technologie- en softwarebedrijf dat innovatieve oplossingen biedt voor de belangrijkste industrieën van de wereld. Met toonaangevende automatiseringsportfolio, inclusief een meerderheidsbelang in AspenTech, helpt Emerson de maakindustrie hun activiteiten te optimaliseren, personeel te beschermen, uitstoot te verminderen en hun duurzaamheidsdoelstellingen te behalen. www.Emerson.com

Emerson – Partner Content
04
Constantijn Tsiris, Vice President, Emerson Benelux

Gebouwen worden efficiënter en toekomst-bestendiger dankzij ‘Buildings as a Grid’

Door de steeds verdergaande elektrificatie en verduurzaming van de samenleving, aangejaagd door de Europese ambitie om tegen 2050 een fossielvrije en energieneutrale gebouwde omgeving te hebben, groeit de druk op het energienet. Door onregelmatig opwekgedrag van wind­ en zonne­energie en de toenemende vraag naar elektriciteit, ontstaat file op het stroomnet. Bij veel bedrijven gooit deze netcongestie roet in het eten wanneer een verduurzamingsslag gemaakt moet worden. Door de netcongestieproblematiek is onvoldoende elektriciteit beschikbaar om elektrische auto’s te laden of zonneenergie terug te leveren. Een oplossing is er gelukkig al: het gebouw beheren als op zichzelf staande energiehub. Bij powermanagementbedrijf Eaton zetten ze vol in met succes in op deze zogenoemde “Buildings as a Grid”­benadering.

Richard ter Horst, die als productmanager van Eaton met zijn team bij klanten komt om Buildings as a Grid te implementeren, stelt vast dat er in Nederland nog veel kansen liggen als het gaat om de energietransitie binnen commerciële gebouwen. Vaak lossen bedrijven alleen acute energieproblemen op, in plaats van het moment aan te grijpen om een toekomstbestendig en efficient energiesysteem aan te leggen.

De alles-in-één aanpak van Buildings as a grid maakt dat mogelijk. Door een gebouw te transformeren naar een energiehub -of microgrid- en te beheren als een eigen energienet, kunnen gebouweigenaren maximaal profiteren van lokale hernieuwbare energieopwekking. Buildings as a grid bevat vier belangrijke componenten: EV-laden, energiemanagement, energiedistributie en

energieopslag. Op deze manier kan zelf opgewekte energie, bijvoorbeeld zonneenergie, ingezet worden op de momenten dat er veel energie nodig is, zoals bij het laden van elektrische auto’s. Er bestaat namelijk geen zekerheid dat de zon schijnt, precies op de momenten dat er veel auto’s geladen moeten worden.

De systemen van Buildings as a Grid werken samen en versterken elkaar, wat gebouweigenaren in staat stelt de energieprestaties te monitoren en te optimaliseren. Het geeft daarnaast de mogelijkheid om zelf opgewekte hernieuwbare energie tijdens de daluren op te slaan. Dure civieltechnische werkzaamheden, die ook nog eens vaak een vernieuwing van het energienet vereisen, zijn niet nodig om dit alles te implementeren.

De energiemanagementsoftware van Eaton fungeert als bindmiddel binnen het hele systeem. Dit zorgt voor het efficiënt beheren van energiestromen in het gebouw en optimaliseert aangesloten installaties zoals zonnepanelen, EV-laders en energieopslag, automatisch. De software baseert zich daarbij op doelstellingen die door de gebruiker zelf zijn vastgesteld, zoals zoveel mogeljik zonne-energie verbruiken, of minder pieken in het energieverbruik.

Ter Horst en zijn team hebben onlangs nog met succes de Buildings as a Gridbenadering toegepast in een hotel in Hoofddorp. De oplossingen die Eaton in huis heeft, gaan veel verder dan alleen het plaatsen van een batterij en het installeren van een EV-lader, legt Ter Horst uit.

“Alleen batterij-opslag kan al redelijk wat piekverbruik afvlakken”, aldus Ter Horst. “Daarnaast kan met inzicht in en controle over de zelf opgewekte energie én het patroon in het energieverbruik van het

gebouw, in combinatie met dynamische energiecontracten fors worden bespaard op de energierekening.”

Groeiend elektrisch wagenpark

Het aantal elektrische voertuigen neemt snel toe, tot naar verwachting 116 miljoen wereldwijd in 2030. Een groeiend elektrisch wagenpark managen, is voor veel bedrijven pittig. Velen komen er al snel achter dat EV-laadstations een hoog verbruik hebben en niet zomaar in het bestaande netwerk integreerbaar zijn. Vaak is de elektrische aansluiting op het energienet te klein voor de EV-laders, en door netcongestie leidt een aanvraag voor vergroting vaak tot een plek op een wachtlijst, wat wel 6 jaar kan duren.

Voor organisaties met groeiende EVwagenparken is een microgrid in veel gevallen de oplossing. Ter Horst: “We kunnen bedrijven zo helpen energie te besparen en minder afhankelijk te zijn van het elektriciteitsnet. Het is daarnaast een betrouwbare oplossing voor onverwacht stroomverlies en tegelijkertijd verbeteren we de cybersecurity ermee.”

Naast een groeiend wagenpark kunnen andere installaties, zoals warmtepompen, nieuwe machines of een uitbreiding van een bedrijf, een nieuwe uitdaging vormen.

Ter Horst: “Eaton vindt het daarom nu extra belangrijk om relevante kennis te delen, zodat we gebouweigenaren en bedrijven verder helpen. Of ze nu systemen van Eaton gebruiken of niet. We moeten de energietransitie samen aangaan.”

Eaton Corporation – Partner Content Eaton Corporation www.eaton.com/nl 05 contentway.nl

Waterstof wordt centrale pijler van energietransitie

In het rijtje van duurzame energiebronnen heeft waterstof een bescheiden rol gespeeld. Tot nu toe dan. Waterstof was ooit een innovatieve nichetechnologie, maar is uitgegroeid tot een energievector met een cruciale rol bij de actuele energietransitie.

Het klimaatakkoord dat eind 2015 in Parijs werd gesloten, viel te kenmerken als duidelijk keerpunt. Dat akkoord kan worden gezien als opmaat voor de Europese Klimaatwet, waarmee de EU zich inzet voor CO2-neutraliteit in 2050. Jorgo Chatzimarkakis, CEO van Hydrogen Europe, ziet daarmee dat waterstof almaar meer tractie krijgt voor zijn definitieve doorbraak. Die verwachting is natuurlijk niet onlogisch uit de hoek van de Europese vereniging die de belangen behartigt van de waterstofindustrie, toch wil Chatzimarkakis vooral benadrukken dat de urgentie nooit zo groot was als nu.

“Aanbieders van zon- en windenergie hebben veel budget om de publieke opinie, maar ook de besluitvorming te beïnvloeden. Toch valt daar wel degelijk een kanttekening bij te plaatsen. Tachtig procent van de mondiale energievoorziening is gebaseerd op chemische processen. Je kunt dat niet omdraaien en daar tachtig procent elektronische energie voor in de plaats

zetten”, zegt Chatzimarkakis, waarmee hij bovendien wil benadrukken dat elektrische energie aantoonbaar inefficiënter in gebruik is dan waterstof. “Waterstof heeft als groot voordeel dat je het kunt opslaan om het later te gebruiken. Zoutcavernes in Nederland zijn daarvoor zeer geschikt. Daarin kun je gemakkelijk vele jaren waterstof op inslaan zonder kwaliteitverlies ervan.”

Chatzimarkakis heeft een rotsvast vertrouwen in de aanstaande doorbraak van waterstof als cruciale energievector, terwijl hij daarbij in één ademtocht zijn waardering uitspreekt voor initiatieven in Nederland. In het bijzonder noemt hij daarbij TenneT en Gasunie, die respectievelijk veel kennis hebben over elektriciteit en waterstof en daarmee bouwen aan een nieuw waterstofnetwerk. TenneT houdt zich daarbij bezig met de omzetting van duurzaam opgewerkte elektriciteit in groene waterstof, Gasunie bekommert zich om het vervoer en de opslag ervan. “Gasunie en TenneT zijn

ConPackSys –

in bepaalde opzichte concurrenten, maar alle lof voor hun inspanning om door samenwerking meer systeemefficiëntie te creëren. Nederland doet dat veel intelligenter dan Duitsland. Daar groeit het vermogen van zon- en windenergie veel harder dan de overdrachtcapaciteit, hetgeen betekent dat een flink deel van dat energievermogen nooit aankomt daar waar het gebruikt kan worden.”

De zegsman van Hydrogen Europe spreekt bovendien zijn waardering uit voor de rol van de Rotterdamse zeehaven. Gasunie wil daar het landelijk waterstofnetwerk van start laten gaan. Het gaat daarbij om een baanbrekend debuut. Rotterdam gaat namelijk fungeren als belangrijke toegangspoort voor waterstof naar Noordwest-Europa. “Dit initiatief van Gasunie in Rotterdam onderstreept de verbindende rol van Nederland om het internationale aanbod van waterstof naar eindgebruikers te brengen.”

ConPackSys levert een belangrijke bijdrage aan de Waterstofrevolutie

Directeur Michel Bezemer van het ingenieursbureau ConPackSys houdt zich bezig met een groenere toekomst, door waterstof een prominentere rol te geven in onze energievoorziening. Het bedrijf speelt een belangrijke rol in het veelbelovende Holland Hydrogen 1 project (HH1). Een project dat een enorme verandering kan initiëren in de overgang van fossiel brandstoffen naar groene energie.

Het Holland Hydrogen 1 project is het grootste Europese groene waterstofproject waarbij groene elektriciteit wordt omgezet in waterstof. Shell als eindgebruiker voert dit project uit in samenwerking met Worley (Contractor) ConPackSys levert samen met Howden Thomassen de compressorsystemen. “Deze systemen zijn essentieel omdat het waterstof gas naar een hogere druk en de juiste zuiverheid gebracht moet worden zodat het via een waterstof pijpleiding getransporteerd kan worden naar de gebruikers”, aldus Bezemer.

Holland Hydrogen 1 wordt gebouwd op de Tweede Maasvlakte in de Rotterdamse haven. ConPackSys, ontwerpt en levert de twee grote compressorinstallaties (op basis van Howden Thomassen compressoren) voor het comprimeren van waterstof dat

wordt geproduceerd door een electrolyser. Naast het op druk brengen, is deze installatie ook verantwoordelijk voor het zuiveren van waterstof. Water en zuurstof worden gescheiden van waterstof tot het een zuiverheid heeft van meer dan 99.9%.

Michel Bezemer ziet de toekomst positief in met waterstof als energiedrager en vervangen van fossiele brandstoffen: “Het mooie van waterstof is dat het, beter dan elektriciteit, in grote hoeveelheden kan worden opgeslagen. Als er een overschot aan elektriciteit is, bij veel wind of veel zon, kan deze elektrische energie via een electrolyser worden omgezet in waterstof. Vervolgens kan waterstof via compressorsystemen onder hoge druk worden opgeslagen in lege zout cavernes of lege gasvelden.” Zo kan bijvoorbeeld in de zomer geproduceerde elektriciteit

uit zonne-energie middels waterstof in de winter worden gebruik voor verwarming. Omdat groene waterstof uit groene stroom wordt geproduceerd is dit een schoon productie proces. Bij de omzetting van waterstof naar energie (verbranding) ontstaat alleen water, er worden dus geen vervuilende stoffen uitgestoten zoals bij fossiele brandstoffen. Op deze manier draagt waterstof bij aan een schonere toekomst.

Het HH1 project is groot, maar toch heel klein vergeleken wat er in de toekomst nodig is voor een wereld zonder fossiele brandstoffen. Volgens Bezemer is het van belang dat er veel meer en veel grotere waterstoffabrieken bijkomen: “We bevinden ons nog in de beginfase van een revolutie die vergelijkbaar is met de industriële revolutie. Er moet nog heel veel gebeuren,

ConPackSys ConPackSys, een ingenieursbureau gevestigd in Nederland, is een vooraanstaande speler in compressortechnologie. Met een team van 35 medewerkers en meer dan 30 jaar ervaring leveren zij tailormade compressorsystemen. Deze systemen worden wereldwijd gebruikt door de grootste energie­producenten. ConPackSys werkt samen met vooraanstaande compressorleveranciers, waaronder Ariel Corporation (USA), Howden Thomassen Compressor B.V. (Nederland) en MAN­ES AG (Zwitserland).

investeringen, innovatie, optimalisatie en wereldwijde samenwerking zijn nodig om dit voor elkaar te krijgen. Met het HH1 project zetten we een hele mooie eerste stap.”

Partner Content
Michel Bezemer, Directeur en grootaandeelhouder, ConPackSys
06

Contour Advanced Systems geeft praktische vertaalslag aan innovatieve ideeën

Start ups en scale ups weten zich te onderscheiden door vaak uitdagende en innovatieve ideeën die het verdienen om verder opgeschaald te worden. Juist in deze periode van energietransitie ontstaan tal van initiatieven die de moeite waarde zijn voor verdere uitwerking. Contour Advanced Systems (CAS) blijkt dan de ideale partner om deze ideeën praktisch te vertalen naar werkzame ontwerpen.

CAS valt het beste te omschrijven als een multi-gedisciplineerde systeemintegratiespecialist. Wat dat precies betekent, wordt toegelicht door Eric Klaassen, managing director bij Contour Advanced Systems. Technische innovaties kunnen in de basis beslist briljant zijn, maar dat betekent niet automatisch dat dit leidt tot succes. Het vergt veelal nog een extra technische doortik om een idee als schaalbare oplossing met industriële kwaliteit in de markt te zetten. “Dat is het moment waarop wij in het vizier komen. Wij trachten in samenwerking met partners om ideeën om te zetten in een industrieel ontwerp. Wij helpen bij het opschalen van de technologie en als ‘supply chain manager’. Wat je kunt zeggen is, dat wij een rol hebben om technische ideeën om te zetten in daden”, aldus Klaassen, die daar nog aan toevoegt dat CAS deel uitmaakt van VADO, die door de familie Van Doorne is opgericht. Binnen deze langetermijn investeerder bevinden zich ruim twintig technische maakbedrijven. Die kunnen gezamenlijk een enorme ontwikkelingskracht ontwikkelen om een technische aanzet tot een schaalbare marktoplossing te brengen.

Wat Klaassen in contact met de markt aantoonbaar merkt, is dat er in deze tijden meer aandacht ontstaat voor technische oplossingen die aanhaken bij ESGthema’s, waarbij deze afkorting staat voor Environment, Social en Governance. Oftewel: milieu, maatschappij en goed ondernemersbestuur. “Een aantal jaar

Contour Advanced Systems www.contouradvancedsystems.com

geleden hebben we ons oprecht afgevraagd wat we precies wilden met het thema duurzaamheid. Uiteindelijk zijn we tot de stellige overtuiging gekomen dat we zonder duurzaamheid geen continuïteit hebben. Het is niet alleen een maatschappelijke noodzaak om duurzaamheid te omarmen, maar ook een zakelijke. Zeker als je daar de competentie voor hebt, moet je die rol zeker pakken. Het bedrijf dat die verantwoordelijkheid niet neemt, zet zichzelf buitenspel.”

Deze opvatting weerspiegelt zich tevens in de projecten die Contour Advanced Systems onder zijn hoede neemt, waarbij ESG-thema’s veelal een rol hebben om het project aan te laten sluiten bij de actualiteit in de markt. “Met onze specialisten in huis zijn wij niet bang uitdagende technische projecten aan te nemen. Het is echt onze DNA dat we sneller kunnen acteren en ontwikkelen dan veel bedrijven in dezelfde sector.”

Er zijn op dit moment drie werkvelden waar extra energie naar uitgaat. Op de eerste plaats is dat energieopslag, waarbij er met name wordt gekeken naar ontwikkeling van lithiumbatterijen met een capaciteit van 100 kilowattuur tot een megawattopslag. De tweede richting is waterstof, waarbij valt te denken aan elektrolyzers, maar ook brandstofcel-toepassingen als een soort van mobiele powerpack. De derde richting die is gekozen, heeft van doen met de energiehuishouding van datacenters. Samen met partners wordt er nu gekeken

naar oplossingen om met behulp van water in plaats van lucht te koelen.

De grote lithiumbatterijen die Klaassen als voorbeeld aanhaalde, kunnen een prime rol spelen op zero emissie-bouwplaatsen, waarbij de batterijen ’s nachts worden opgeladen door windenergie, waardoor ze overdag kunnen worden ingezet als energiebron voor gereedschap. “Of je kunt de batterij inzetten voor een torenkraan die een paar keer per dag een piek aan stroom nodig heeft. Dan kun je de rest van de bouwplaats voorzien van een standaard aansluiting.”

Ook waterstofoplossingen zijn op dit moment een bijzonder actueel thema, waarbij CAS meehelpt tot ontwikkeling van elektrolyzers die waterstof moeten produceren voor industriële toepassingen.

“En tot slot, als we het hebben over

koeling van datacenters: het voordeel van koelen met behulp van water is dat je dat heel gericht kunt doen. De warmte die je daarbij afvoert, kun je ook weer ter beschikking stellen van het warmtenet. Je slingert de vrijgekomen warmte niet de lucht in, maar maakt daar opnieuw gebruik van.”

Met onze specialisten in huis zijn wij niet bang uitdagende technische projecten aan te nemen

Contour Advanced Systems – Partner Content 07 contentway.nl

VoltH2 vult deel van gigantische vraag naar groene waterstof in

PETER TER HORST

Vezelfabrikant Teijin Aramid marktleider én koploper op het gebied van duurzaamheid

PROFIEL INTERVIEW

Als je de naam Teijin Aramid hoort, zal bij de meeste mensen niet gelijk een belletje gaan rinkelen. Toch timmert deze producent van aramidevezels ontzettend aan de weg, niet in de laatste plaats qua duurzaamheid. CEO Peter ter Horst belichaamt deze visie en vertelt hun verhaal.

Teijin Aramid heeft een Japanse moeder, maar kent Nederlandse roots. 23 jaar geleden heeft Teijin de aramide activiteiten (spinnen van aramidegarens) van Akzo Nobel overgenomen en in die jaren meer dan een miljard euro geïnvesteerd in Nederland. Teijin heeft als missie om de kwaliteit van leven in harmonie met de samenleving te verbeteren.’’

Het bedrijf richt zich volgens hem al jarenlang op hun rol in de maatschappij. Misschien niet uniek, maar bijzonder is het wel. ‘’Toen ik 3 jaar geleden CEO werd van Teijin Aramid, heb ik duurzaamheid en digitalisering stevig in onze strategie verankerd, en ook een directeur Energy Transition & Sustainable Development aangesteld. Het is ons streven de beste ‘high performance fiber company’ vóór de wereld te zijn, dus niet ter wereld. Daar zit ook die hele groene ambitie van ons in.’’

Duurzaamheidsbeleid

Hun duurzaamheidsbeleid bestaat uit de pijlers circulariteit, energietransitie en grondstoftransitie.

Ter Horst: ‘’Als je kijkt naar circulariteit, het terughalen van het product na de gebruiksfase, dat is eigenlijk iets wat wij al twintig jaar doen. Daar maken we pulp van welke veelal gebruikt wordt in remschijven van auto’s. Het nieuwe tijdperk, waar wij ons nu in bevinden, is het weer opnieuw garen spinnen van het product dat terugkomt. We hebben daar in het voorjaar een eerste proef op industriële schaal mee gedaan en die was heel succesvol.’’

Hij stelt dat deze yarn to yarn recycling een echte doorbraak is in de vezelindustrie, gebruikt materiaal inzetten om er opnieuw weer hetzelfde materiaal van te maken. ‘’We werken ook aan een andere recycling route, ook wel chemische recycling genoemd. Daarbij breken we het product dat bij ons terugkomt

Feiten

weer af naar z’n monomeren of zelfs grondstoffen die ervoor gebruikt zijn, die we dan opnieuw inzetten in het begin van het productieproces.’’

‘’Het is niet alleen een push van onze kant, maar ook de vraag vanuit klanten die hun CO2-voetafdruk willen verlagen.’’

Hoogwaardige toepassingen

Hun producten kennen talloze toepassingen, waarbij ze vooral leveren aan de automobiel- en vliegtuigindustrie. Ook zijn ze nauw betrokken bij de ontwikkelingen rondom hernieuwbare energie, zoals windmolenparken op zee. Ter Horst licht toe: ‘’In diverse sectoren zie je een enorme drang naar duurzaamheid. Het is niet alleen een push van onze kant, maar ook de vraag vanuit klanten die hun CO2voetafdruk willen verlagen. Niet uitsluitend liefdewerk oud papier dus, maar echt een business case.’’

Wat betekent hun duurzaamheidsreis en het voldoen aan regelgeving eigenlijk in de praktijk? ‘’We hebben heel duidelijk doelstellingen voor onszelf. De eerste doelstelling; dat in 2025 alle elektriciteit die we gebruiken van hernieuwbare bronnen moet komen, hebben we al gerealiseerd. Daarnaast hebben we voor ons productieproces veel warmte nodig. Tot nu toe wordt hiervoor nog veel gas gestookt, maar daarvan willen we in 2025 op 25-40% op duurzame bronnen zitten. Ten derde streven we ernaar dat in 2025 10% van onze afzet uit gerecyclede materialen komt. Het is een uitdagende doelstelling, maar daar willen we echt voor gaan. Dat betekent dat je nu de

Het hoofdkantoor van Teijin Aramid is gevestigd in Arnhem en ze hebben daarnaast wereldwijd diverse productielocaties, R&D centra en sales offices. Er werken ongeveer 2.000 medewerkers. Ze werken samen met hun partners aan een circulaire economie voor aramide. Ze zijn erop gericht om in 2030 25% van hun vezels uit hernieuwbare materialen te produceren en willen in 2050 een net-zero bedrijf zijn.

stappen moet gaan zetten. Enerzijds om materiaal uit de markt te halen om te kunnen recyclen. Anderzijds om het product te gaan leveren en goedkeuring in de hele keten moet krijgen. We zitten voornamelijk in sectoren waar veiligheid en daarmee productstabiliteit en -kwaliteit een belangrijke rol speelt, dus men gaat niet over één nacht ijs.’’

Groene elektriciteit

Als bedrijven groene elektriciteit inkopen, zijn ze een veel groter bedrag kwijt dan pakweg een aantal jaren geleden. ‘’Toch hebben we besloten om dat wel te doen. We zitten op de trein van verduurzaming, waarbij we vinden dat we niet zomaar een tikkie terug kunnen doen. Maar we proberen ons in de komende jaren te focussen op die delen die de meeste ecologische winst opleveren. Value for your buck, zoals de Amerikanen zo mooi zeggen.’’

Toekomstige ontwikkelingen

Teijin Aramid is duidelijk een bedrijf dat vooroploopt op talloze duurzaamheidsvlakken. Hoe ziet de toekomst eruit en welke uitdagingen staan het bedrijf nog te wachten? Ter Horst: ‘’Ze zeggen niet voor niets, aan de top komen is makkelijker dan er te blijven. We moeten vooral wakker blijven en continu innoveren. De innovaties in verschillende recycling opties zijn hier mooie voorbeelden van. We zijn duidelijk koploper op het gebied van duurzaamheid, en niet alleen in onze eigen industrie. We moeten ervoor zorgen dat we producten blijven leveren voor nieuwe markten die zich ontwikkelen.’’

VERDUURZAMEN

De industrie verduurzaamt. Dat betekent deels direct elektrificeren, maar uiteindelijk zal een groot deel van onze industrie gaan draaien op groene, uit duurzame elektriciteit geproduceerde waterstof in plaats van aardgas. Onze regio is, samen met Houston, het waterstofzwaartepunt in de wereld.

André Jurres, oprichter van VoltH2: “De uitdaging is enorm. Allereerst moeten we de 1 miljoen ton grijze waterstof (uit aardgas) die de industrie in de Benelux nu al als grondstof verbruikt, vervangen door groene waterstof. Dat leidt al tot een grotere stroomvraag dan alle Nederlandse windparken op zee vandaag kunnen leveren.

Faseren en opschalen

Daarnaast komt vervanging van fossiele brandstof door groene waterstof aan de orde in de industrie, de scheepvaart en wellicht de luchtvaart. Jurres geeft aan dat om aan deze gigantische vraag het hoofd te bieden, tijdelijk ook blauwe waterstof nodig kan zijn. Dat is waterstof uit aardgas waarvan de CO2-uitstoot wordt afgevangen en ondergronds opgeslagen.

“Er zal ook import nodig zijn”, zegt Jurres, “Maar zelfs als we importeren, gaan we nog steeds een deel lokaal moeten produceren. VoltH2 zal hieraan zijn steentje bijdragen met fabrieken voor groene waterstof in Vlissingen, Terneuzen en Delfzijl in Nederland en Wilhelmshaven en Essen in Duitsland. We zullen die gefaseerd in gebruik nemen en gaandeweg de productie per fabriek opvoeren. Zo mikken we de komende vijf jaar op een gezamenlijke productiecapaciteit van 500 tot 800 MW aan groene waterstof. Dat vergt tegen 2030 een investering tot twee miljard euro. Jurres: “Daarmee kunnen we bijdragen aan flexibiliteit en voorkomen we netverzwaring. Daarom zou het goed zijn als Nederland net als Duitsland en België voor vijftien jaar vrijstelling van transportkosten voor groene waterstof zou invoeren.”

Hoeveel CO2-uitstoot vermijdt groene waterstof?

Met een gezamenlijke productiecapaciteit van 800MW produceren de fabrieken van VoltH2 tot 64 miljoen kilo groene waterstof per jaar. Elke kilogram groene waterstof vermijdt 12,5 kilogram CO2, 800 miljoen kilo totaal. Een boom neemt 25 kilo CO2 per jaar op. Daardoor kan de besparing aan CO2 oplopen tot 32 miljoen kilo CO2. In een volwassen bos staan zo’n 500 bomen per hectare. Zo voorkomen de fabrieken van samen 800 MW net zoveel CO2­emissie als een bos van 640 vierkante kilometer.

08
André Jurres, Managing director, VoltH2 Peter ter Horst, CEO, Teijin Aramid

Afval is geen probleem, maar een oplossing in de energietransitie

Waterstof heeft inmiddels, naast wind en zon, een vaste plek gekregen in de opsomming van duurzame energiebronnen die de klimaat­ en energietransitie vorm moeten geven. Daarmee is het rijtje echter niet compleet, want ook afval kan dienen als waardevolle bron om hernieuwbare energie en grondstoffen uit te winnen. Dat is precies wat ze doen bij het Limburgs familiebedrijf N+P Group. En dan specifiek met afval dat niet-recyclebaar is.

In de Europese klimaatplannen is duidelijk veel potentie toegekend aan waterstof als een nieuwe energiebron. Daar wordt dus logischerwijs ook fors op ingezet. Dat afval tegelijkertijd nog vooral als een probleem wordt gezien, is zonde, zegt Karel Jennissen, de CEO en oprichter van N+P Group. “Samen met waterstof en de andere alternatieven voor fossiele brandstoffen, kan afval een waardevolle bijdrage leveren aan de transitie waar we nu in zitten. Het zou een gemiste kans zijn als we dit potentieel niet optimaal benutten.”

Van al het gesorteerde afval in Nederland (o.a. PMD) betreft ongeveer twintig procent alsnog materiaal dat nog niet gerecycled kan worden. Daarnaast zijn er nog diverse andere afvalstromen die in de regel uberhaupt niet of nauwelijks uit te sorteren zijn tbv recycling en dus blijft een deel van ons afval ongesorteerd en kan niet worden hergebruikt. Lange tijd waren er slechts twee eindbestemmingen voor dit afval: het ging naar de stort of werd verbrand.

N+P Group voegde er met succes een derde optie aan toe: het afval omzetten in alternatieve grond- en brandstoffen, die toegepast kunnen worden in bestaande installaties van diverse industriën die momenteel niet zonder fossiele brand- of grondstof kunnen produceren.

Subcoal

Het inzetten van dit product, genaamd Subcoal®, kan als alternatief dienen voor het vervangen van fossiele grond- en

brandstoffen zoals steenkool. Voor het vervangen van 800 kilo aan steenkolen, is 1000 kilo aan Subcoal nodig maar er wordt ruim 1.300 kilo aan CO2 uitstoot bespaard. In bijvoorbeeld hoogovens, elektriciteitscentrales en cementfabrieken kunnen de hoogtemperatuurprocessen waar nu kolen voor worden ingezet, ook bijna volledig met Subcoal worden aangedreven. Deze toepassing biedt een dubbel voordeel: afval dat anders onbruikbaar zou zijn, wordt op een zinvollere manier hergebruikt, terwijl tegelijkertijd de hoeveelheid afval en de CO2-uitstoot vermindert.

Subcoal bestaat namelijk voor bijna de helft uit biomassa, zoals hout, en daaruit komt biogene CO2 voort. Door Subcoal toe te passen in productieprocessen kunnen bedrijven significant hun uitstoot verlagen omdat, net als bij pure biomassa, het biogene aandeel CO2 wordt geclassifeerd als kort cyclische CO2. Het kan dus een echte oplossing zijn voor bedrijven die hun uitstoot snel naar beneden moeten brengen.

In cementfabrieken in bijvoorbeeld Duitsland komt al ruim 80% van de energiebehoefte uit alternatieve energiebronnen zoals de Subcoal pellets van N+P Group. Deze alternatieve energiebron wordt momenteel ook al gebruikt in fabrieken voor staal, kalk en cement in landen als Tsjechië, Frankrijk en Oostenrijk. In al deze landen gelden strikte Europese wet- en regelgeving omtrent zaken zoals emissies.

Afval wordt daar dus al ingezet op een

manier die zowel ten goede komt aan het milieu als de economie, maar die mogelijkheden worden in Nederland nog niet optimaal benut, concludeert Jennissen. Het blijkt hier een stuk lastiger om dit van de grond te krijgen dan in voornoemde landen.

Wet- en regelgeving vormt barrière

“Waar N+P Group vandaag de dag helaas tegenaan loopt, is dat de huidige wet- en regelgeving niet is ingericht op het gebruik van Subcoal”, vertelt Jennissen. “Het wordt nog steeds gezien als afval en een bedrijf dat het als brandstof wil gebruiken, moet om die reden een afvalverbrandingsvergunning aanvragen. Dit zijn lange termijn trajecten én de uitkomst of de vergunning wordt toegekend is onzeker. Daar haken veel geïnteresseerde bedrijven door af. Wij hopen daarom dat Subcoal niet als afval, maar als brandstof kan worden geclassificeerd. Uiteraard onder dezelfde strikte (Europese) eisen met betrekking tot emissies als in landen waar het nu wel al is toegestaan. Dan zal ook Nederland gaan profiteren van de grote potentie die Subcoal in deze energietransitie heeft. En dan is denk ik ook het punt bereikt dat we afval eindelijk niet meer zien als probleem, maar als deel van de oplossing.”

Terug naar de basis

En het product van N+P biedt niet alleen een oplossing als alternatieve brandstof voor de huidige industrieen, maar ook als circulaire grondstof voor

de snel opkomende Waste to Chemicals sector. Hier wordt afval middels een speciaal proces teruggebracht naar de oorspronkelijke moluculaire samenstelling zodat er opnieuw toepassingen mee gemaakt kunnen worden. Een voorbeeld daarvan is Sustainable Aviation Fuel. Een vorm van kerosine die wordt gemaakt van afval. De kwaliteitseis van deze feedstock ligt echter enorm hoog, niet iedere vorm van niet-sorteerbaar afval is daarvoor zo maar geschikt. N+P is hierin een cruciale spil tussen het overbruggen van waardeloos afval naar waardevolle circulaire toepassingen. De fabrieken zoals o.a in Farmsum zijn een blauwdruk die zowel binnen de EU als mondiaal uitgerold kunnen worden.

Meer informatie is te vinden op www.npgroup.com

Group
N+P
www.npgroup.com
N+P Group – Partner Content
09 contentway.nl
De fabriek in Farmsum produceert 100.000 ton Subcoal®, waarmee jaarlijks 130.000 ton CO₂ kan worden bespaard. Karel Jenissen, CEO en oprichter, N+P Group

Het comfort van duurzaamheid

Het plezier van DWG

Wilt u ook graag stappen maken richting een duurzame operatie?

We zitten in een wereldwijde stroomversnelling als het gaat om ons klimaat. Bewustwording maakt – gelukkig – eindelijk plaats voor actief handelen. DWG helpt u graag van A naar B te komen bij het verduurzamen van uw operatie. Door eerst inzicht te bieden en vervolgens de vertaalslag te maken naar verbeteringen. Zo hebben we intelligente dashboards ontwikkeld voor beheerders van rioolwatergemalen. En zijn we continu bezig met optimalisaties die aanzienlijke besparingen in stikstof- en gasverbruik opleveren bij tank terminals. Of met het omzetten van industriële restwarmte in energie voor huizen en bedrijven. Kortom, concrete stappen waardoor u, uw klanten en iedereen in Nederland in de toekomst kunnen wonen en werken in een plezierige en schonere leefomgeving. Maak ook een stap: kijk op dwg.nl/energy

Klimaatdoelen binnen handbereik dankzij de continue doorontwikkeling van energie-efficiënte Daikin HVAC-systemen

Edwin Hoogerwerf, directeur van Daikin Nederland: “Of het nu gaat om commerciële, industriële of residentiële gebouwen, het vervangen van een oud klimaatsysteem door onze moderne, energie-efficiënte binnenklimaatoplossingen zorgt voor een comfortabel, gezond en duurzaam binnenklimaat én een significante besparing op energiekosten. Het waarmaken van klimaatambities is simpelweg vandaag al mogelijk.”

Het waarmaken van klimaatambities is vandaag al haalbaar én betaalbaar

Als uitvinder van de Variable Refrigerant Flow (VRF), vertaald in - de ondertussen 5e generatie - Daikin VRV-systemen, draagt Daikin reeds decennia lang bij aan CO2-neutrale gebouwen. Alphons Stevens is bij Daikin werkzaam als Strategisch Business Unit Manager Commercial & Industrial. “In tegenstelling tot verouderde HVAC-systemen zijn moderne systemen uiterst energie-efficiënt. Onze systemen maken het mogelijk dat alleen díe energie verbruikt wordt, welke nodig is om het gewenste comfortniveau te behouden, in alléén die ruimtes waar nodig. En waar maximale energie-efficiëntie mee wordt behaald door warmte uit de ene zone terug te winnen en te gebruiken om een

Daikin Nederland

www.daikin.nl.

andere zone te verwarmen.” Om het verbruik van het systeem te monitoren en te optimaliseren heeft Daikin een slim gebouwbeheersysteem ontwikkeld.

Hoe zit het met de investeringskosten, die hoger zijn in vergelijking tot traditionele oplossingen? “Gezien de korte terugverdientijd - soms zelfs korter dan drie jaar - is de rekensom dat de investering loont natuurlijk snel gemaakt”, gaat Stevens verder. “Bovendien worden deze systemen vaak gecombineerd met hernieuwbare energiebronnen zoals zonnepanelen, waardoor gebouwen hun eigen energie kunnen opwekken en gebruiken.” Stevens haalt een voorbeeld aan van een tulpenkweker. Deze kweker was zich ervan bewust dat hij door de gestegen energiekosten twee miljoen euro meer moest gaan betalen voor het warm stoken van zijn kas. “Door middel van een diepe warmtebron en gebruik van een warmtepomp heeft deze kweker nu een duurzame keuze gemaakt, waarmee hij twee miljoen euro gaskosten op jaarbasis bespaart.”

Gezien de korte terugverdientijd - soms zelfs korter dan drie jaar – is de rekensom dat de investering loont natuurlijk snel gemaakt

Daikin blijft investeren en ontwikkelt met steeds geavanceerdere technologieën oplossingen die energieverspilling minimaliseert en tegelijkertijd prestaties verbetert. Een opvallende ontwikkeling aan koeltechnische kant is dat Daikin steeds meer gebruik maakt van milieuvriendelijkere koudemiddelen met een lage Global Warming Potential (GWP). Bovendien is Daikin de enige fabrikant die het koudemiddel terugwint en hergebruikt. Dankzij het L∞P by Daikin programma wordt een circulaire koudemiddeleneconomie gecreëerd en voorkomen dat jaarlijks 400.000 kg nieuw koudemiddel geproduceerd hoeft te worden.

De rol van Daikin groeit ook steeds meer van fabrikant naar adviseur. Stevens: “Gebouweigenaren vragen ons steeds vaker om mee te denken over duurzaamheidskansen. Vooralsnog pakken we dit op met de installateur, die primair contact is van de klant. Ik kan me zo

voorstellen dat we hier in de toekomst meer en meer zelf het voortouw in gaan nemen.”

Voor meer informatie over onze oplossingen:

Daikin heeft bijna 100 jaar ervaring in het ontwerpen en produceren van passende, slimme, betrouwbare en duurzame klimaat(totaal)oplossingen, waarmee voor commerciële, industriële en residentiële gebouwen het perfecte binnenklimaat wordt gerealiseerd. Daikin Nederland is onderdeel van Daikin Europe N.V. met meer dan 12.000 werknemers en bijna 60 Europese vestigingen. Daikin-systemen voor de Nederlandse markt worden lokaal in Europa ontworpen, ontwikkeld en geproduceerd in een van de 12 Daikin eigen productiefaciliteiten in België, Tsjechië, Duitsland, Oostenrijk, Italië, Turkije en het Verenigd Koninkrijk. Bij Daikin Nederland is het hoofdkantoor van Daikin gevestigd in Capelle a/d IJssel en heeft Daikin Experience Centra in Breukelen en Heerenveen (in het Thialf stadion).

Daikin Nederland – Partner Content
Het besef dat de keuze voor een klimaatinstallatie het overgrote deel van de energiekosten van een gebouw bepalen, wint aan terrein. Waar de Nederlandse woningeigenaar zich steeds meer bewust wordt van het belang van een energiezuinige binnenklimaatoplossing, wordt het toekomstbestendig maken van gebouwen voor commerciële en industriële doeleinden al decennialang gezien als belangrijke sleutel om klimaatdoelstellingen te behalen. Daikin, marktleider in Heating, Ventilatie en Airconditioning (HVAC)-oplossingen heeft als missie een belangrijke enabler te zijn bij het behalen van klimaatdoelen bij diverse gebouwen. Alphons Stevens, Strategisch Business Unit Manager Commercial & Industrial Daikin Nederland
contentway.nl 11

Van hype naar mainstream: NLHydrogen en de toekomst van de Nederlandse waterstofeconomie.

WATERSTOF

NLHydrogen, de pas opgerichte branchevereniging voor de Nederlandse waterstofsector, is een cruciale gesprekspartner voor de overheid en bedrijven over de ontwikkeling van waterstofbeleid. En dat is nodig ook: voor de energieonafhankelijkheid van Nederland is het belangrijk dat ons land ook zelf waterstof produceert en daarvoor de benodigde elektrolysers kan bouwen. Tot nu toe is er één financieringsbesluit (FID) voor een grootschalig elektrolyseproject genomen. Werk aan de winkel dus. Met directeur NLHydrogen Alice Krekt spreken we over de toekomstplannen en uitdagingen van deze snelgroeiende industrie.

Sinds de oprichting in mei van dit jaar heeft NLHydrogen zich ontwikkeld tot verbindingsofficier in de Nederlandse waterstofsector. Met het motto ‘Waterstof verbindt vandaag aan morgen’ benadrukt de vereniging de rol van waterstof als een integraal onderdeel van de toekomstige duurzame energievoorziening.

Krekt: “Het belang van waterstof kan niet worden overschat. Waterstof speelt als grondstof en als energiedrager een sleutelrol in de transitie naar een klimaatneutrale en circulaire economie.” Groene elektriciteit, opgewekt uit hernieuwbare bronnen zoals wind en zon, kan efficiënt worden omgezet en opgeslagen in de vorm van waterstof en later weer worden teruggezet in groene energie. Een andere manier om koolstofarme waterstof te maken is uit (rest-) gassen vanuit de industrie met CO2-afvang.

“Waterstof moet van een hype mainstream worden en daar werken de bedrijven hard aan,”

Feiten

aldus Krekt. “NLHydrogen vertegenwoordigt de hele waterstofketen, van producenten en importeurs tot gebruikers en de gerelateerde maakindustrie die concrete waterstofprojecten naar de uitvoering brengen.”

Een van de grootste uitdagingen is op dit moment de realisatie van projecten. “Er zijn hoge doelen gesteld, maar het beleid blijft achter,” waarschuwt Krekt. ”De recente val van het kabinet geeft weer nieuwe onzekerheid, maar zorgt hopelijk voorlopig niet voor vertraging. NLHydrogen pleit dan ook voor versnelling in beleidsvorming, om zo onze positie in de waterstofeconomie te versterken en alle onderdelen van de waterstofketen snel op de bouwen. Met name rond het ontwikkelen van Nederlandse capaciteit voor het maken van groene waterstof, het stimuleren van investeringen en marktverstoring voorkomen,” vervolgt Krekt.

NLHydrogen heeft de ambitie dat Nederland een belangrijke waterstofhub wordt. “We kunnen

groene waterstof produceren en importeren. We hebben als land een strategische ligging: waterstof kunnen we verder in Europa distribueren, zoals naar Duitsland”. Krekt merkt daarbij op: “De overheid moet voorwaarden scheppen waarmee de import van hernieuwbaar geproduceerde waterstof via Nederland aantrekkelijk wordt..”

Krekt benadrukt de behoefte aan grootschalige investeringen en infrastructuurontwikkeling om de Nederlandse klimaatdoelen te halen en de internationale concurrentiepositie in de waterstofeconomie te versterken. Krekt: “Dit vereist ook het wegnemen van belemmeringen, zoals hoge kosten voor elektriciteit. Stimuleren van groene industriepolitiek gericht op energie onafhankelijkheid en de ontwikkeling van Nederlandse waterstoftechnologieën. En de tijdige beschikbaarheid van waterstofinfrastructuur.”

Krekt sluit af met: “Het is mijn droom dat andere landen naar Nederland komen om van ons te leren. Net zoals bij de Deltawerken.”

NLHydrogen werd in mei van dit jaar opgericht om de waterstofeconomie in Nederland te versnellen. De branchevereniging richt zich op het verbinden van de waterstofsector, beleidsontwikkeling rond waterstofprojecten, het bevorderen van investeringen en het positioneren van Nederland als een wereldwijde waterstofhub. Samenwerking en kennisdeling zijn kernprincipes.

Advertorial

Drie vragen aan Marijn Bodelier, advocaat Greenberg Traurig

DUURZAAMHEIDSDOELSTELLINGEN

Er waait een nieuwe wind aan het ondernemersfront. De mate waarin bedrijven aanhaken bij duurzaamheidsdoel

stellingen zijn sterk bepalend voor winstkansen of de mogelijkheid om kapitaal aan te trekken.

Kun je voorbeelden geven van maatregelen die meer invloed krijgen?

“Het carbon border adjustment mechanisme is daar een voorbeeld van. Je moet een heffing aan de grens van de EU gaan betalen voor materialen die in het land van herkomst niet belast zijn voor CO2-uitstoot. Dus als je goedkoop staal haalt uit India, dat ter plekke niet is belast voor CO2-uitstoot, zal je aan de grens van de EU alsnog daarvoor moet afrekenen. Als je producten maakt met dat staal, bestaat er ook een kans dat je producten navenant duurder worden.

Een ander voorbeeld is de EU-taxonomieverordening, die de voorwaarden bepaalt waar een economische activiteit aan moet voldoen om als duurzaam aangemerkt te kunnen worden. Dat is een belangrijk aandachtspunt, omdat duurzame bedrijven zich juist zo kunnen onderscheiden.”

Waarom zouden bedrijven die duurzaamheidsdoelstellingen serieus nemen interessanter zijn dan bedrijven die dat niet doen?

“Er is berekend dat er afgelopen jaren tien keer zoveel ondernemingskapitaal is gevloeid naar duurzame projecten dan naar projecten die niet als duurzaam zijn aan te merken. Investeerders zijn dus overtuigend meer geïnteresseerd in de eerste categorie. Dus de ondernemer die daar niet toe behoort, maakt het zich steeds moeilijker. Investeerders hebben geen interesse meer in deelnames die op de lange termijn minder rendement opleveren of duurzaamheidsrisico’s hebben.”

Hoe komt het dat er nu allerlei juridische duurzaamheidsmaatregelen op stapel staan?

“Het recht volgt altijd de ethiek. Het thema duurzaamheid staat inmiddels enkele jaren bovenaan de prioriteitenlijstjes van de samenleving, nu wordt die opvatting ook verankerd in wetgeving. Dat is een ongoing proces.”

VoltH2 vult deel van gigantische vraag naar groene waterstof in

Amper drie jaar na zijn oprichting werkt VoltH2 al aan zes fabrieken voor groene waterstof, samen goed voor een productiepotentieel van 500 MW. Vandaag is VoltH2 de enige met meerdere locaties bij elkaar en met vergunningen op zak.

De eerste twee productiefaciliteiten komen in Vlissingen en Terneuzen. In de beginfase zal elke installatie bijna 2 miljoen kg groene waterstof per jaar produceren. Delfzijl, binnen Groningen Seaports en goed voor 4 miljoen kg groene waterstof op jaarbasis, volgt op de voet. Verder ontwikkelt VoltH2 een fabriek in Wilhelmshaven, de energiehaven van Duitsland. Ook in Essen en Gelsenkirchen voorziet VoltH2 een locatie.

Door zich te vestigen in industrierijke zones zoals havens en het Ruhrgebied, kan de groene waterstof worden afgenomen door lokale industriële bedrijven. De groene waterstof van VoltH2 zal niet alleen de industrie, maar ook het vrachtvervoer verduurzamen en klaarmaken voor de toekomst.

VOLTH2
www.volth2.com
12

Uniper heeft acht miljard

gereserveerd voor energietransitie: “Wij zijn er klaar voor”

Uniper heeft een nieuwe strategie met een investeringsprogramma van acht miljard euro opgesteld. Het doel: volledig klimaatneutraal zijn in 2040. Managing Director Dyonne Rietveld van Uniper Benelux: “De plannen liggen klaar. Maar ze kunnen alleen doorgaan als er voor de lange termijn zekerheid en de juiste randvoorwaarden komen. Een definitieve investeringsbeslissing voor groene waterstof is bijvoorbeeld haast onmogelijk met torenhoge kosten voor het elektriciteitsnet.”

Het kabinet is weliswaar demissionair, maar daar kan de energietransitie niet op wachten, vindt Rietveld: “Er worden nu veel (pilot)projecten ondersteund, maar om duidelijkheid en goede regelgeving op de lange termijn te krijgen, zijn vooral fundamentele keuzes rond de verduurzaming van de industrie nodig. Hoe gaat Nederland bijvoorbeeld de Renewable Energy Directives uit Brussel implementeren en hoeveel groene waterstof moeten raffinaderijen gaan gebruiken? Dat moeten bedrijven voor de technologieen marktontwikkeling in hun business cases weten. Wij worden een totaal ander bedrijf dan we nu zijn. De overheid moet richting geven om de omslag daadwerkelijk mogelijk te maken.”

Zekerheid is de sleutel voor grote investeringen

Investeringsbeslissingen over de productie van groene waterstof (‘groen’ is de beschrijving voor waterstof die onder de Europese norm Renewable fuels of non-biological origin, ofwel RFNBO, valt) vragen om zekerheid. Kan deze waterstof in prijs concurreren? De aandacht van de Nederlandse overheid gaat al uit naar het stimuleren van productieaanbod, maar er moet ook aandacht voor de vraag naar groene waterstof komen. Welke doelstellingen krijgen bijvoorbeeld de raffinaderijen in Nederland mee? En

kunnen we voldoende groene waterstof produceren om aan de kabinetsdoelstelling van 8 GW in 2032 te voldoen? Essentiële vragen waarvan het antwoord van directe invloed is op de keuze om te investeren. Uniper wil in Nederland onder de noemer H2Maasvlakte een waterstoffabriek van 100 – 500 MW realiseren om industriële klanten te helpen verduurzamen. De gedetailleerde engineering en het ontwerp (Front End Engineering & Design) zijn bijna klaar. Maar de finale investeringsbeslissing neem je bij voorkeur als je de zekerheid hebt over het kunnen terugverdienen van die investering. Lange termijn perspectief is essentieel.

Regie

Bij de overheid is voldoende kennis, kunde en goede wil aanwezig, ziet Rietveld: “Nu is de kans dat die worden gemobiliseerd om echt de regie te pakken. Baseer de transitie op systeemdenken, laat specialismen en details bij elkaar komen tot een integraal beeld van de rol van zon, wind, netbalans, groene waterstof en andere energiedragers. Die integrale kijk is nodig, omdat als er één schakel niet werkt of uit de pas loopt, het hele systeem hapert. Vergunningen zijn daarbij de sleutel. De doorlooptijden zijn te lang. Dat brengt een vicieuze cirkel op gang, want zonder vergunning geen subsidie en zonder subsidie geen investeringsbeslissing. Dan valt alles stil. Het ontwerpen van een

systeem en een markt is essentieel en zou bij iedereen op de eerste plaats moeten komen.”

Torenhoge gridkosten

De kosten voor de uitbreiding van het elektriciteitsnet zijn hoog. “Daarom verwachten we een exponentiële stijging van de nu al hoge netkosten”, zegt Rietveld. “Die trend moet je meenemen in business cases die tientallen jaren vooruitkijken, maar je krijgt daardoor geen enkele businesscase rondgerekend. De randvoorwaarden in het speelveld moeten voor alle partijen zowel voorspelbaar als haalbaar zijn om te kunnen investeren.” Daarom pleit Uniper Benelux ervoor om electrolysers vrij te stellen van de aansluitkosten voor elektriciteit om de investeringen mogelijk te maken. Duitsland deed dat eerder al. In het buurland, thuisland bovendien van Uniper, geldt een tijdelijke vrijstelling voor electrolysers. Rietveld wijst op het belang van een gelijk speelveld voor de waterstofmarkt. Een markt die zonder twijfel internationaal zal zijn. “Een waterstoffabriek van 100 – 500 MW, zoals wij in de planning hebben, vergt een miljardeninvestering. Die investering doe je het liefst daar waar de randvoorwaarden en zekerheden het meest aanwezig zijn. Wij hebben de strategie, ambitie kennis & kunde voor de energietransitie”, zegt Rietveld. “Nu is het aan de overheid om voldoende zekerheid te

bieden zodat we die slag ook daadwerkelijk in Nederland kunnen maken. ”

Nieuwe strategie Uniper Benelux: CO2-neutraal in 2040

Uniper Benelux zet voor de toekomst in op waterstof, groen gas (biogas dat geschikt is gemaakt voor invoering in het aardgasnet), duurzame stoomproductie uit onder andere industriële reststromen, productie van hernieuwbare energie en flexibel vermogen. Het bedrijf gaat ook klanten helpen hun CO2 emissies te reduceren. Voor deze transitie naar een CO2­neutrale portfolio is 8 miljard euro aan investeringen voorzien in de jaren 2023 ­ 2030. Dit geld kan onder andere gaan naar de productie van RFNBO waterstof, een waterstofcentrale van 300 MW die wordt ingezet voor het leveren van regelbaar piekvermogen en het balanceren van het net, maar ook naar maatwerkoplossingen voor de industrie. Uniper ziet bijvoorbeeld kansen in de productie van syngas (synthetisch gas) voor de chemische industrie. Ook de stadscentrales van Uniper, onmisbaar voor warmte en elektriciteit in de grootste steden van Zuid­Holland, kunnen waterstof gaan bijmengen. www.uniper.energy

Managing Director Uniper Benelux Dyonne Rietveld

Dyonne Rietveld is al vijftien jaar werkzaam in de energiesector. Aanvankelijk was ze vooral als jurist actief rond wet­ en regelgeving, maar de laatste jaren laat ze haar ambitie en energie tot hun recht komen in de strategie­ontwikkeling voor de energietransitie.

Als Senior Vice President bij Uniper SE, haar 2e rol, is ze twee dagen per week aanwezig op het wereldwijde hoofdkantoor in Düsseldorf. Vanuit die positie volgt ze niet alleen de ontwikkeling van het internationale concern op de voet maar zet ze ook de strategische waarde van de activiteiten in Nederland op de kaart bij de internationale directie.

Uniper Benelux

Uniper, gevestigd in Düsseldorf, is een internationaal energiebedrijf met activiteiten in meer dan 40 landen. Het bedrijf levert een belangrijke bijdrage aan de voorzieningszekerheid in Europa, met name in zijn kernmarkten Duitsland, het Verenigd Koninkrijk, Zweden en Nederland. De activiteiten van Uniper omvatten energieopwekking in Europa, wereldwijde energiehandel en een brede gasportfolio. Uniper wil in 2040 volledig koolstofneutraal zijn. Uniper streeft ernaar dat zijn geïnstalleerde stroomopwekkingscapaciteit in 2030 voor meer dan 80% koolstofvrij is. www.uniper.energy

Uniper Benelux – Partner Content
contentway.nl 13

Duurzaamheidsmaatregelen als carbon pricing gaan bedrijfsmodellen in het hart raken

Het bedrijfsleven staat aan de vooravond van een radicaal nieuwe handelscultuur. Gestelde duurzaamheidsdoelen zijn sterk bepalend voor winstkansen of de mogelijkheid om kapitaal aan te trekken. Ondernemers die geen acht slaan op duurzaamheidsbepalingen lopen bovendien kans om forse boetes te moeten betalen, benadrukt Marijn Bodelier, advocaat bij advocaten- en notarissenkantoor Greenberg Traurig.

Dat duurzaamheidsmaatregelen steeds meer invloed krijgen op zakelijk succes wordt breed gevoeld in het bedrijfsleven. De finesses van alle regels zijn voor veel mensen echter lastig te ontrafelen, meent Bodelier, die op dit punt vooral nadruk wil leggen op de impact van carbon pricing en andere soortgelijke regulatoire maatregelen. “Het Europese systeem voor emissiehandel bestaat al een tijdje. De crux van deze aanpak is dat de emissierechten in de loop der jaren verder worden beperkt. Resultaat is dat er schaarste ontstaat, terwijl de rechten richting 2050 helemaal naar nul worden afgebouwd”, vertelt Bodelier, die daarmee aangeeft dat daarmee een strenge rem komt op het uitstoten van broeikasgassen.

Deze toelichting gebruikt Bodelier als opstapje om aandacht te vragen voor het ‘carbon border adjustment mechanism’. Dat is te zien als een heffing aan de grens van de EU voor materialen die in het land van herkomst niet belast zijn voor CO2-uitstoot. Volgens de initiële planning zou het bijbehorende rapportagesysteem dit jaar moeten gaan gelden. De rapportageverplichting gaat gelden vanaf 1 oktober a.s.

“Als je goedkoop staal haalt uit India, dat ter plekke niet is belast voor CO2-uitstoot, zal je aan de grens van de EU alsnog

daarvoor moet afrekenen. Het is niet verstandig om daarmee te marchanderen, want dat kan je op flinke boetes komen te staan”, aldus Bodelier, die daaraan toevoegt dat Greenberg Traurig inmiddels twee jaar bezig is om klanten op deze nieuwe realiteit voor te bereiden. “Wat het adjustment mechanisme in de praktijk gaat betekenen, moeten we afwachten, maar er zal in ieder geval een nieuwe marktordening plaatsvinden. Als je door de heffing dertig procent meer moet afrekenen voor goedkoop staal, dan bestaat ook de kans dat de producten die je daarmee maakt, in prijs zullen stijgen.”

Bodelier benadrukt verder dat het adjustment mechanisme slechts een deel van de transformatie is waar het bedrijfsleven doorheen moet. Het bedrijfsleven heeft namelijk ook te maken met EU-taxonomieverordening, die de voorwaarden bepaalt waar een economische activiteit aan moet

voldoen om als duurzaam aangemerkt te kunnen worden. “Die verordening is zeer impactvol. Er is berekend dat er afgelopen jaren tien keer zoveel ondernemingskapitaal is gevloeid naar duurzame projecten dan naar projecten die niet als duurzaam zijn aan te merken. Investeerders zijn dus overtuigend meer geïnteresseerd in de eerste categorie. Dus de ondernemer die daar niet toe behoort, maakt het zich steeds moeilijker.”

Gezien deze actualiteit laat Greenberg Traurig zich steeds vaker zien als adviseur om bedrijven te ondersteunen hoe om te gaan met deze ontwikkelingen. “Bovendien ontstaan er allerlei nieuwe aansprakelijkheidsrisico’s. Een bedrijf dat zich als duurzaam manifesteert, moet die belofte waar kunnen maken. Je kunt inmiddels worden aangesproken en beboet voor valse duurzaamheidsclaims. Enerzijds willen we bedrijven helpen om goed te reageren op deze nieuwe werkelijkheid, anderzijds ondersteunen we bedrijven bij de risico’s die de regelgeving met zich meeneemt. Zo bestaat er de Corporate Sustainability Reporting Directive, die voorschrijft dat bedrijven ook moeten rapporteren over hun duurzaamheidsvoortgang. Kortom, je komt er niet mee weg om de nieuwe regelgeving in de wind te slaan.”

Global Presence, Local Expertise.

Dat klimaatregels leiden tot een nieuwe marktordening, staat voor Bodelier onomstotelijk vast. Een heldere en nuttige parallel die hij daarbij aanhaalt, is die van de huizenmarkt. Nu de energieprijzen fors zijn gestegen, worden te koop staande woningen niet alleen op hun ligging of uiterlijk beoordeeld, maar in toenemende mate op hun energielabel. “Je gaat je geld niet steken in een woning die veel energie verbruikt. Dat gaat ook aan de zakelijke kant gebeuren. Investeerders raken hun interesse kwijt voor niet-duurzame projecten.”

© 2023 Greenberg Traurig, LLP | 3
Greenberg Traurig – Partner Content
‘Investeerders zijn overtuigend meer geïnteresseerd in duurzame projecten’
14

Zytec mechanische toerenregeling op grote pompen: Klimaatdoelstellingen versneld binnen bereik

Liquide, Vitol, Sabic en Waterschappen die Zytec koppelingen gebruiken. Ook binnen deze grote bedrijven verloopt de communicatie en besluitvorming traag.”

Het systeem in bedrijven waarop budgetten zijn geregeld, belemmert snelle implementatie van innovatie. Deze magneetkoppelingen hebben de laagste Total Cost of Ownership (TCO), maar inkoop kijkt alleen naar de initiële investering (Capital expenditure, CAPEX). Bedrijven verdelen hun CAPEX naar afdelingen. Er is altijd te weinig en bovendien is het vaak al gealloceerd voor andere projecten. Een nieuw project veroorzaakt keuzestress. Een kleinschalig project van een magneetkoppeling verdwijnt onder aan de stapel.

Van alle elektrische energie in de industrie komt 65% van rotating equipment (pompen, ventilatoren, compressoren). In de Nederlandse industrie zijn meer dan 100.000 pompen met een vermogen hoger dan 30 kW. Al deze pompen worden in het ontwerpproces overgedimensioneerd. Hierin ligt een gigantisch potentieel voor energie- en CO2-besparing. Toch wordt het nauwelijks benut. Hoe dat kan? Business Development Director Danny van Nielen van Zytec in Nieuwegein legt het uit. Hij pleit voor opname van een maatregel ‘Toerenregeling op pompen boven 30kW’ op de nationale energiebesparingsagenda. De uiteindelijke besparing bij het aangenomen gemiddelde en conservatieve aannames in de berekening bedraagt dan 3,8 TWh en 1,0 Mton CO2 vòòr 2030. Danny van Nielen, Business Development Director, Zytec

De meeste Nederlandse procestechnologische fabrieken zijn gebouwd na de Tweede wereldoorlog, toen energieverbruik geen prioriteit kreeg. Pompen zijn goed voor 20% van het totale elektriciteitsverbruik in de industrie. In de procesindustrie ligt dit op 25 tot 50%.

Smoren

Veel pompinstallaties zijn ‘voor de zekerheid’ zwaar overgedimensioneerd om risico’s op slijtage, dichtslippen van leidingwerk, temperatuurinvloeden van het medium te mitigeren. Het Fraunhofer Instituut becijferde in 2005 dat 75% van de industriële pompen (wereldwijd) minstens 20% te groot was uitgevoerd. Die overcapaciteit wordt ofwel achter de pomp gesmoord door een afsluiter/regelklep of continu rondgepompt. Van Nielen: “Dat is pure energieverspilling.”

Gelukkig kan bestaande overcapaciteit door retrofit worden aangepakt. “De voedingsmiddelenindustrie en de farmaceutische industrie doen dat al. Daar worden vooral pompen met een lager vermogen toegepast. Elektronische toerenregelingen (frequentieregelaars) regelen hier de pomp af op de behoefte van het productieproces”, aldus Van Nielen. “Deze elektronische toerenregelingen zijn voor de hoogvermogen pompen boven de 30kW in de procesindustrie vaak complex, lastig te installeren

en economisch onrendabel. Bij explosiegevoelige (ATEX) omgevingen is dergelijke elektronica niet wenselijk.”

De contactloze magneetkoppeling bespaart energie, maakt installaties onderhoudsarm en heeft de laagste TCO

Contactloos

Een mechanische toerenregeling zoals die van Zytec is met een terugverdientijd van minder dan twee jaar wel rendabel. Dat komt omdat zowel energiekosten als onderhoud en downtime wordt bespaard. Installatie is eenvoudig en kan ook in ATEX-omgevingen. De magneetkoppeling werkt contactloos; er is geen fysiek contact tussen de elektromotor en de pomp.

Van Nielen: “In bedrijf ontstaat er altijd misuitlijning tussen de motor- en pompas vanwege temperatuurvariaties, stijfheid van de constructie en hydraulische drukgolven. Daardoor veroorzaakt een conventionele, vaste koppeling trillingen. Een contactloze

magneetkoppeling reduceert trillingen en maakt de misuitlijning tijdens bedrijf irrelevant. Dit verlengt de onderhoudsinterval van lagers en keerringen enorm.”

Het debiet van de pomp wordt geregeld door de luchtspleet tussen de twee schijven van de magneetkoppeling in te stellen. Een grotere luchtspleet betekent een lager toerental. Zo is de pompcapaciteit op de maat van het productieproces afstelbaar. “Dat levert 30% tot 50% energiebesparing op. Deze verspilde energie hoeft niet duurzaam opgewekt te worden en helpt de nijpende netcongestie.”

Minder onderhoud

Van Nielen: “De onderhoudsinterval wordt drie tot twaalf keer zo lang. Geen onderhoud betekent geen stilstand en dus geen productieverlies. De langere levensduur van elektromotor, pomp, koppeling en leidingwerk geeft een lage carbon-footprint. Het verlaagt de druk op de behoefte aan technisch onderhoudspersoneel, dat tegenwoordig moeilijk te vinden is.”

TCO versus CAPEX

Waarom staat de Nederlandse procesindustrie dan nog niet massaal in de rij voor de contactloze koppelingen? Van Nielen: “Ze blijven onbekend, ondanks toepassing door bedrijven zoals Tata Steel, BASF, Air

Van Nielen: “Als het CAPEX budgetplafond bereikt is, is er geen ruimte meer voort magneetkoppelingen, ook al besparen die veel meer op energie en onderhoud. De maintenance-afdeling vindt de lagere onderhoudsintensiteit wel fijn, maar ziet in de eigen budgetten niets van de energiebesparing terug. De oplossing is, dat wij een quickscan doen op alle pompen, die bundelen tot een business case en dan gefaseerd uitrollen.”

Pleidooi

Van Nielen pleit voor invoering van een maatregel mechanische ‘toerenregeling op pompen boven 30kW’. “Laten we een inventarisatie op alle pompen groter dan 30kW uitvoeren, toepassingen die hiervoor in aanmerking komen bundelen en in fases uitvoeren. Met 3,8 TWh en 1,0 Mton CO2-besparing verdient dit onderwerp een plaats op de energiebesparingsagenda. Een concreet, eenvoudig project dat de klimaatdoelstellingen voor de industrie vóór 2030 een stuk dichterbij kan brengen.”

In 2016 zijn er bij Tata Steel vier Zytec magneetkoppelingen geplaatst. Samen leveren deze sindsdien 1,1 kWh energiebesparing per jaar op – gelijk aan het verbruik van ca. 340 huishoudens. Dat bespaart jaarlijks 600 ton CO2­emissie. Deze pompinstallaties draaien sindsdien 24/7 volledig onderhoudsarm.

De Vitol-raffinaderij in Rozenburg bespaart met dertig Zytec magneetkoppelingen 4 miljoen kWh per jaar. De aanschaf ervan was binnen een half jaar terugverdiend. De energiebesparing komt overeen met het elektriciteitsverbruik van 1.000 huishoudens en 1.800 ton CO2­emissie.

Zytec – Partner Content
www.zytec.eu/nl
Zytec
Tata Steel Vitol Rozenburg
contentway.nl 15

Hoe Nederland het voortouw neemt en SoluForce de verbinding kan vormen in de waterstofrevolutie

Nederland wilt ook tijdens en na de energietransitie de belangrijkste energieleverancier voor Noordwest-Europa blijven. In dat licht komen op veel plekken waterstofprojecten van de grond, maar de grote vraag is hoe we die waterstof dan vervolgens het beste kunnen gebruiken en distribueren. De oplossing is te vinden bij het bedrijf SoluForce, dat een veilige, duurzame, kostenefficiënte en snel inzetbare oplossing in huis heeft voor lokale waterstofdistributie: door het te vervoeren met niet-metale pijpleidingen.

SoluForce begon 25 jaar geleden als producent van non-metallic pijpleidingsystemen en werd gezien als dé oplossing voor het voorkomen van corrosie in transportleidingen die werd gebruikt voor de energievoorziening van destijds. De toepassing wordt gebruikt in de traditionele fossiele industrie en er is wereldwijd al meer dan 4.000 kilometer aan SoluForce-buis gebruikt.

toepassingen die een belangrijke rol kunnen spelen voor de energievoorziening van de toekomst. Daar is transport van waterstof een belangrijk onderdeel van.”

Verbinding

Met de pijpleidingsystemen zorgt SoluForce voor verbinding tussen de vele waterstofprojecten die er al zijn of nog gaan komen. Daarin neemt SoluForce in feite drie echte kerntaken voor zijn rekening, legt Berg uit. “Ten eerste de distributie van waterstof voor de lokale industrie. Ten tweede het decentraal voorzien van waterstof voor tankstations, inclusief satellietstations op bedrijfsterreinen. En ten derde, het aanen afvoeren van lokaal geproduceerde waterstof naar een nationaal of zelfs internationaal H2 backbone-netwerk (Gasunie). SoluForce staat centraal als dé verbindende factor in de waterstofinfrastructuur!”

Berg benadrukt dat het niet alleen gaat om technologische innovatie in deze transitie. Samenwerking is in zijn ogen minstens net zo belangrijk. “Mooi voorbeeld is onze samenwerking met Groningen Seaports (GSP). Het was GSP die ons uitdaagde om een volledig niet-metalisch pijpleiding systeem voor waterstoftransport te ontwikkelen. Dat hebben we gedaan. Daarop volgden uitgebreide tests en uiteindelijk certificering door de Keurings Instituut voor Waterleiding Artikelen (KIWA).”

Ook is SoluForce betrokken bij demonstratieprojecten, zoals DUWAAL in Noord-Holland. Hier wordt windenergie direct bij de bron, de windmolen, in waterstof omgezet. Via een pijpleiding van 5 kilometer lang zal uiteindelijk de waterstof naar een tankstation (HRS) in de nabije omgeving worden vervoerd.

Op het internationale toneel wil SoluForce ook een rol blijven spelen, zoals het dat ook heeft gedaan toen alles nog om fossiele energie draaide. ‘want uiteindelijk zal een groot deel van de waterstof naar Nederland geimporteerd worden. Van Chili tot Namibie en het Midden-Oosten, het SoluForce-systeem wordt erkend als waardevol onderdeel van de nieuwe energie-infrastructuur. Berg: “Onmiskenbaar heeft Nederland een leidende rol in de energietransitie en ons bedrijf is ‘committed’ haar rol te pakken om gezamenlijkdeze visie te realiseren. Met innovatieve technologieën en grensverleggende samenwerkingen, streven we ernaar Nederland te ondersteunen bij het versterken van haar positie en het zetten van ambitieuze stappen in de richting van een duurzamere toekomst.

Fossiele energie is nu bezig aan een aftocht en nieuwe energiebronnen als waterstof moeten de openvallende plekken snel gaan invullen. Ook SoluForce is niet stil blijven zitten, vertelt RobertJan Berg, managing director van het bedrijf. “Revolutionizing the way energy is transported, dat is ons motto. Wij richten onze pijlen nu vol op innovatieve

Hiermee kan dus volledig decentraal waterstof worden geproduceerd en als mobiliteits-oplossing worden ingezet. Tevens kunnen er ook 1 a 2 satelliet stations worden gerealiseerd op nabij gelegen bedrijventerreinen en zo de lokale bedrijven stimuleren voor gebruik van waterstof voor bedrijfvoertuigen (vrachtwagens etc.)

SoluForce – Partner Content
16
Berg,

Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.