NA 160 VTE Magazine MAGAZINE 3

Page 1


NATUURINCLUSIEF GEDRAG VAN BEZOEKERS

KANSEN EN INSPIRATIE

EEN WADEXCURSIE MET EEN MISSIE

SAMEN GENIETEN, SAMEN BESCHERMEN

MINDER MORAAL, MEER NATUUR

HET GROENE STRAND

FIETSEN VOOR DE NATUUR & MEER

COLLECTIEF

VOORWOORD

Natuurinclusief Gedrag

Wat is dat eigenlijk, Natuurinclusief gedrag?

Voor ons is natuurinclusief gedrag recreëren in balans met de natuur, waarbij een bezoek zo weinig mogelijk impact heeft op de natuur. Concreet betekent dit dat je je als bezoeker houdt aan de regels van terreinbeheerders, zoals geen afval achterlaten, op paden blijven en het volgen van aanwijzingen ten aanzien van honden.

In dit magazine geeft gedragsexpert Lineke Hiemstra ons een kijkje in de psychologie achter gedragsverandering. Ze laat zien dat dat het essentieel is om op een positieve manier in te spelen op mensen hun drijfveren. Ook terreinbeheerders zijn al volop bezig om natuurinclusief gedrag te stimuleren. Imke de Jong neemt je mee hoe zij dat bij Natuurmonumenten oppakken.

Vaak zien we dat recreanten en natuurbeheerders tegenover elkaar staan. Recreatie wordt gezien als bron van overlast voor natuur, terwijl recreanten gewoon behoefte hebben aan buiten te zijn, natuur te beleven en hun ‘hoofd leeg te maken’. In dit magazine vindt je voorbeelden waarbij natuurbeheerders en recreatiepartijen samenwerken aan gezamenlijke oplossingen.

Op de Utrechtse Heuvelrug dragen mountainbikers zowel financieel, als in onderhoud bij aan de mountainbikeroutes en aan diverse natuurprojecten in het gebied.

In Drenthe hebben marketing­ en natuurorganisaties samen een bijzondere campagne ont­

Geert Dijks

Domeinleider Natuurinclusief Vrijetijdseconomie

Column

NATUURINCLUSIEF GEDRAG BEGINT DICHTBIJ

Wie graag het water op gaat, kent het uitzicht: rietkragen, watervogels, kronkelende slootjes. Soms lijkt het alsof je door een schilderij van Maris vaart. Alleen is dit een levend landschap dat we delen.

Natuurinclusief gedrag krijgt (gelukkig) steeds meer aandacht. We staan voor de opgave om onze leefomgeving te beschermen, voor mens én natuur. Dat vraagt ook iets van hoe we recreëren. Voor onze sector betekent dat méér dan regels opvolgen of bordjes ophangen. Het vraagt om een bewuste houding: hoe je onderneemt, hoe je je terrein beheert, en hoe je gasten daarin meeneemt. Veel ondernemers hebben die houding al. Ze laten zien wat er mogelijk is. Bijvoorbeeld door een plasticvrij terrasbeleid te hanteren, meer groen op hun parkeerplaatsen te laten groeien of door alleen kraanwater te serveren in plaats van gebotteld water te verkopen. Op een camping kunnen kinderen bloemen zaaien of een insectenhotel bouwen. Bij een aanlegplek hangt een bordje dat aangeeft dat er vogels rusten. Bootverhuurders verstrekken een vaarkaart met gedragscodes. Sommige vakantieparken organiseren korte wandelingen of geven een klein gidsje mee over lokale vogels. Geen ingewikkelde maatregelen, wel doordacht beleid en frisse, groene ideeën.

Al die ideeën helpen. Elke kleine aanpassing, elke grotere stap maken het makkelijker om even stil te staan bij de plek waar je te gast bent of gasten ontvangt. En de recreant is je dankbaar: natuurinclusief denken en doen maakt een verblijf rijker en persoonlijker. Een plek die met aandacht is ingericht, voelt als een ruimte die je omhelst. De natuur wil niets liever.

Zelf probeer ik ook die houding in mijn werk en dagelijks leven aan te nemen. Zo ben ik actief ambassadeur voor het Blauwe Vaantje, een keurmerk voor bootei genaren en schippers die zich op het water verantwoord en milieuvriendelijk gedragen. Toch gaan andere dingen (nog) niet altijd zoals ik zou willen, en dat is oké. Wat telt is dat we beginnen.

Geert is inmiddels gestopt als domeinleider Vrijetijdsecono mie. Gelukkig blijft hij wel nauw betrokken bij ons domein, zodat we de mooie samenwer king voort kunnen zetten.

16

EEN WADEXCURSIE MET

EEN MISSIE

In gesprek met Nienke Dijkstra van Doe Eens Wad

SAMEN GENIETEN, SAMEN BESCHERMEN Hoe Natuurmonumenten zoekt naar balans tussen beleven en beschermen

Samen genieten, samen beschermen

HOE NATUURMONUMENTEN ZOEKT NAAR BALANS TUSSEN BELEVEN EN BESCHERMEN

Klimaatverandering, stikstof, versnippering van het landschap en een almaar groeiende vraag naar recreatie maken het spanningsveld tussen bescherming van de natuur en beleving urgenter dan ooit. Toch ziet Imke de Jong, specialist natuurbeleving en recreatie bij Natuurmonumenten, juist in dat spanningsveld de sleutel tot een natuurinclusieve toekomst.

Beleven om te beschermen

‘Zonder betekenisvolle natuurervaring geen betrokkenheid, en zonder betrokkenheid geen bescherming,’ stelt De Jong. En dat is meer dan een mooie uitspraak. Uit onderzoek blijkt keer op keer: mensen die geraakt worden door de natuur, die verwondering of stilte hebben ervaren, zetten zich later actiever in voor behoud. Dat kan als vrijwilliger zijn, als donateur, of simpelweg door zich aan regels te houden. ‘Als je wilt dat mensen zich natuurinclusief gaan gedragen, moeten ze eerst een band opbouwen met die natuur,’ zegt De Jong. ‘En ja, dat betekent soms: ruimte maken voor recreatie. Mits je die ruimte goed inricht, kadert en begeleidt.’

‘De natuur is geen decor, ze is een relatie.’

Niet alles kan overal, en dat is oké Natuurmonumenten stelt zich niet op als poortwachter van verboden, maar als gids naar wat wél kan. ‘We zeggen steeds vaker: niet iedereen kan altijd alles overal doen. En dat is voor sommige mensen even wennen,’ vertelt De Jong. ‘Maar als je recreatie in kwetsbare gebieden te ver laat gaan, is straks de natuur zélf niet meer beschikbaar. En dan valt er niets meer te beleven.’

Daarom werkt haar team aan zogenaamde ‘zonering’: het slim indelen van gebieden in zones met verschillende vormen van toegankelijkheid. Drukke activiteiten op robuustere plekken, rust in kwetsbare delen. ‘Je stuurt gedrag door de inrichting. Een aantrekkelijk pad met mooi uitzicht lokt vanzelf meer mensen dan een kwetsbare vegetatiezone zonder voorzieningen. En dat is precies de bedoeling.’

Recreant als medeverantwoordelijke Een van de belangrijkste culturele shifts die De Jong wil stimuleren, is die van recreant als passieve gebruiker naar recreant als actieve bondgenoot. ‘We moeten af van het idee dat natuur er alleen maar is om van te genieten. Als je ergens van geniet, draag je er ook zorg voor. Net als bij een vriendschap. De natuur is geen decor, ze is een relatie.’

Die houding vraagt om bewustzijn: weten wat je impact is. En om eigenaarschap: iets willen bijdragen, al is het maar door je aan de regels te houden. Dat betekent volgens De Jong niet dat de natuur alleen toegankelijk is voor ‘eco ­ elite’ of hardcore natuurliefhebbers. ‘Iedereen

is welkom, zolang je respect toont voor de plek. Kom niet met heel veel mensen tegelijk op kraamvisite, zeggen we weleens gekscherend. En zo is het bijvoorbeeld ook met natuurgebieden in het broedseizoen.’

Boswachter als bruggenbouwer

Binnen Natuurmonumenten speelt de boswachter een sleutelrol in deze bewustwording. Niet alleen als handhaver, maar ook als gastheer en gids. De boswachter legt uit waarom sommige keuzes gemaakt zijn, wijst op kwetsbaarheid én schoonheid, en stimuleert groen gedrag. ‘Onze boswachters werken in multidisciplinaire teams. Ze kennen hun gebied door en door, maar hebben ook oog voor de bezoeker. En dat is cruciaal in een tijd waarin spanningen tussen recreanten onderling, en tussen recreatie en natuur, groter worden.’

De onzichtbare druk: honden, fietsen en het recht op ontspanning

Een thema dat vaak terugkomt is de groeiende aanwezigheid van honden en fietsers in natuurgebieden. ‘Hondenbezit is sinds corona explosief gegroeid. Maar dat heeft niet automatisch geleid tot meer bewust gedrag,’ zegt De Jong. ‘Veel mensen houden hun hond alleen aan de lijn als het voor de hond zelf gevaarlijk is. Dat is de wereld op z’n kop (zie kadertekst op pagina 8) .’

Ook het gebruik van technologie speelt een rol. ‘Mensen laten hun honden vaak loslopen en zijn ervan overtuigd dat het geen kwaad kan. “Hij blijft toch wel in de buurt,” zeggen ze dan. Maar honden hebben door hun geur sowieso impact op de natuur. Als ze een tag hebben en buiten de paden gaan, omdat ze ‘toch gemakkelijk terug te vinden zijn’, dan wordt de impact van dat geureffect nog groter. Hetzelfde geldt voor snelle fietsers die voetpaden gebruiken of wandelaars die bewust mountainbikeroutes nemen. We moeten toe naar gedeelde verantwoordelijkheid. Iedereen moet snappen: je bent niet de enige gebruiker van dit landschap.’

Van reservaat naar verweven landschap

Waar Natuurmonumenten zelf een duidelijke transformatie doormaakt, is in het denken over natuur buiten de eigen gebieden. ‘We dachten vroeger: als het Nationaal Natuurnetwerk maar op orde is, komt het goed. Maar inmiddels weten we: zonder gezond water, gezonde lucht, biodiversiteit en verbinding met het omliggende landschap, redt de natuur het niet.’

Dat vraagt om systeemherstel. Niet alleen binnen beschermde gebieden, maar vooral ook daarbuiten: rond woonwijken, in landbouwgebieden, op bedrijventerreinen kan het veel natuurrijker. ‘En waarom zou een zonnepark geen wandelpad of hondenuitlaatplek kunnen hebben? Waarom is er geen groennorm bij woningbouw, net zoals we een parkeernorm hebben?’

Weg met hokjesdenken

De oplossing? Creativiteit en samenwerking. ‘We moeten af van het hokjesdenken,’ zegt De Jong. ‘Geen scheiding meer tussen natuur hier, recreatie daar, landbouw ginds. Alles is met elkaar verweven. De gezondheidszorg, de ruimtelijke ordening, het onderwijs, natuurbeheer – we moeten elkaars taal leren spreken en samen tot oplossingen komen voor de natuur en de mens.’

Daarbij is de rol van gemeenten cruciaal. ‘Recreatie is geen wettelijke taak van de overheid, dus wordt het bij bezuinigingen of nieuwe plannen vaak als eerste weer geschrapt. Maar als je niet investeert in aantrekkelijk groen nabij woonwijken of in het landelijk gebied, verleg je de druk naar kwetsbare natuurgebieden.’

Wat nu nodig is

Voor de korte termijn pleit De Jong voor meer respect en gedrag dat past bij de kwetsbaarheid van een gebied. ‘Gedraag je als gast, niet als gebruiker. Als we dat niet voor elkaar krijgen, komt de natuur zélf in de problemen, en daarmee ook ons welzijn.’

Voor de lange termijn is er meer nodig: beleidsverankering, systeemverandering, en een brede maatschappelijke beweging. ‘De natuur verdient een plek in álle domeinen. Niet als sluitpost, maar als startpunt. Want een leefbare toekomst begint bij een gezonde leefomgeving.’

Tot slot: samen verder denken

De Jong besluit met een oproep: ‘Ga in gesprek. Kijk om je heen. Vraag je af: wat is hier nog meer belangrijk dan mijn eigen belang? Als we dat vaker doen, ontstaan er oplossingen die niet alleen mooier zijn, maar ook natuurrijker, eerlijker, duurzamer, en beter voor iedereen.’

DE HOND AAN DE LIJN: GEDRAG MET IMPACT

Veel hondenliefhebbers zijn zich niet bewust van de impact die hun viervoeter heeft op natuurgebieden. Toch blijkt uit gedragsonderzoek dat loslopende honden (in gebieden waar een aanlijnplicht geldt) één van de grootste verstoringsbronnen zijn voor wilde dieren.

Een recent onderzoek in opdracht van natuurbeheerders laat zien:

• Geur alleen al verstoort het leefgebied van dieren. Wilde dieren mijden plekken waar honden geur achterlaten.

• Veel baasjes onderschatten de impact: ze denken dat hun hond geen kwaad doet, anderen niet tot last is, of dat er toch geen wild in de buurt is.

• Sociale norm speelt mee: als anderen hun hond loslaten, doen mensen het zelf ook sneller.

• Handhaving wordt vaak genegeerd, tenzij mensen het gevoel hebben dat er écht gecontroleerd wordt.

Wat werkt dan wél?

• Duidelijke communicatie op het juiste moment.

• Keuzes bieden: bijvoorbeeld waar zijn alternatieve losloopgebieden. En deze op geschiktere plekken ook (gaan) faciliteren.

• Positieve sociale druk: mensen laten zich beïnvloeden door wat anderen doen.

• Visuele reminders: herhaling van regels in het gebied zelf maakt gedrag gemakkelijker.

‘Mensen houden van hun hond, en willen het beste voor hem of haar. Door de boodschap te framen als zorg voor ándere honden én de natuur, maak je het aanlijnen vanzelfsprekender,’ aldus de onderzoekers. Lees meer in het rapport Gedragsstrategie Honden Aanlijnen of neem contact op met je gemeente of terreinbeheerder.

Minder moraal, meer natuur

IN GESPREK MET EEN GEDRAGSEXPERT OVER WAAROM EMPATHIE, FRAMING EN SLIMME INGREPEN BETER WERKEN DAN BELERENDE CAMPAGNES

We willen vaak best ons best doen voor de natuur. Maar wat helpt mensen nou écht om natuurinclusiever te handelen? Gedragsadviseur Lineke Hiemstra (Behavior Change Group) onderzoekt het dagelijks. ‘De meeste mensen doen wat voor hén logisch voelt. De kunst is om het natuurinclusieve gedrag ook logisch te laten voelen.’

Goede bedoelingen zijn niet genoeg

In natuurgebieden gaat natuurinclusief gedrag vaak om simpele dingen, zoals: honden aanlijnen, op het pad blijven en afval meenemen. Maar dat blijkt in de praktijk toch lastig. ‘Juist natuurliefhebbers, zoals hondeneigenaren, trekken eropuit om te ontspannen in de natuur,’ zegt Hiemstra. ‘En in die ontspanning denken mensen minder bewust na over hun gedrag. Niet omdat ze het niet belangrijk vinden, maar omdat veel gedrag op routine gaat en dit energie bespaart. En routines verander je niet met een folder over natuurinclusief gedrag.’ Wat werkt dan wél? ‘Begin met begrijpen waarom mensen doen wat ze doen. Wat voelt logisch voor de recreant zelf? Let daarbij op de invloed van omgevingsfactoren, competenties van de doelgroep, en motieven en weerstanden.’

‘De meeste mensen doen wat voor hén logisch voelt. De kunst is om het natuurinclusieve gedrag ook logisch te laten voelen.’

Gedrag is soms als een auto met de handrem erop Om gedrag te begrijpen, gebruikt Hiemstra het beeld van een autoreis naar het doelgedrag toe. ‘Je wilt iemand van A naar B krijgen, dus in dit geval van ongewenst naar gewenst gedrag. Dan heb je een duidelijke route nodig (een omgeving die het gewenste gedrag mogelijk en makkelijker maakt), de juiste rijvaardigheden (kennis en vertrouwen in eigen kunnen van het gewenste gedrag), motivatie om te rijden, én een handrem die los is.’ En juist die handrem zit er vaak nog op. ‘We zien steeds dezelfde drie vormen van weerstand terug,’ zegt ze. ‘Reactance: mensen houden niet van opgelegde regels. Scepsis: ze twijfelen over of wantrouwen de boodschap of de afzender. En inertie: verandering kost moeite, en moeite vermijden we liever. Zolang die rem erop zit, kun je gas geven wat je wilt, maar je komt nergens.’

Je kunt mensen niet voorlichten naar gedragsverandering Organisaties gaan soms niet verder dan informeren en bewustwording; vanuit de gedachte dat de doelgroep van nieuwe kennis, naar een nieuwe houding, naar nieuw gedrag gaat. ‘Klinkt logisch,’ zegt Hiemstra, ‘maar dat idee komt uit het oude, rationele mensbeeld ‘als mensen het snappen, gaan ze zich ernaar gedragen’. Zo werkt het helaas zelden.’

‘Gedrag verandert niet door meer moraal. Wel door betere aansluiting op psychologische beweegredenen.’

In de praktijk begint gedragsverandering vaak klein, bij het stimuleren van een specifieke gedraging. ‘Als je mensen zover krijgt het nieuwe gedraging uit te voeren en ze daar een positieve ervaring aan overhouden, kun je een nieuwe houding ten opzichte van het gedrag stimuleren. Ze laten realiseren: “Ik doe dit, dus blijkbaar vind ik het belangrijk.” Dan wordt gedrag onderdeel van hoe ze zichzelf zien, en krijg je een langer positief effect.’

Minder preken, meer prikkelen: het Waalstrand-experiment Een treffend voorbeeld van natuurinclusieve gedragsverandering komt van het Waalstrand bij Nijmegen. Daar zijn bewust geen prullenbakken geplaatst, om verstoring van de fauna te voorkomen. Bezoekers horen hun afval mee te nemen naar de afvalbakken bij de ingangen van het gebied. Helaas bleef er toch vaak zwerfafval in het gebied achter. Door observaties en interviews kwamen we erachter dat het te veel gedoe of te vies was om bijvoorbeeld lege blikjes weer mee terug te nemen uit het gebied. Bezoekers raakten gefrustreerd, wisten niet waar ze met hun afval terecht konden, of vergaten het simpelweg mee te nemen. Dit veranderden we door bij de ingang een vriendelijk welkomstbord te plaatsen met uitleg over het beleid, en gratis afvaltassen aan te bieden die de sociale norm zichtbaarder maken en het gedrag makkelijker. Op het strand herinnerde een bord in de vorm van een konikpaard subtiel aan het gewenste gedrag. Het effect: het aantal groepjes dat afval achterliet daalde van 33,9% naar 9,6%. Een jaar later was dat zelfs nog maar 1,5%. ‘Het is een perfect voorbeeld van hoe inzetten op psychologische beweegredenen méér kan doen dan bijvoorbeeld straffen of belerend taalgebruik,’ zegt Hiemstra.

Framen zonder vingertje

Communicatie over natuurinclusiviteit ‘omdat het goed is voor de natuur’ is vooral gericht op mensen die al ‘om’ zijn. Een gemiste kans, vindt Hiemstra. ‘Er wordt vaak uitgegaan van intrinsieke natuurwaarden. Maar niet iedereen voelt een even sterke motivatie om de natuur te beschermen.’ Wat werkt dan wel? ‘Sluit ook aan bij andere waarden: rust, gezondheid, vrijheid, veiligheid, of zelfs status. Als iemand een schone buurt belangrijk vindt, dan is dát het haakje. Er zijn meerdere routes naar hetzelfde gedrag.’ Ze vergelijkt het met elektrische auto’s. ‘Sommigen kiezen daarvoor vanwege het klimaat. Anderen vanwege comfort, innovatie of uitstraling. Allemaal prima redenen, als het gedrag maar duurzaam is.’

Duurzaam gedrag gaat uiteindelijk over identiteit, niet over regels

Gedrag beklijft pas echt als het gaat passen bij iemands zelfbeeld. ‘Dat heet internalisatie,’ legt Hiemstra uit. ‘Je doet iets, je kijkt erop terug en ziet dat dit aansloot bij een waarde die jij belangrijk vindt, en je blijft het doen.’

En dat is niet alleen effectiever, maar kost uiteindelijk minder inzet. ‘Als iets onderdeel wordt van wie je bent, zoals “ik ben iemand die rekening houdt met de natuur”, dan heb je geen constante interventies meer nodig. Dan heb je intrinsieke motivatie.’

‘Niet: Waarom doen mensen het niet goed? maar: ‘Wat maakt dit gedrag logischer voor hen?’

Wil je impact? Begin niet bij de oplossing

Wat kunnen organisaties vandaag nog doen? Hiemstra is helder: ‘Begin niet bij de oplossing, maar bij het gedrag. Wat wil je precies veranderen? Waarom gebeurt dat nu nog niet? Wat vindt je doelgroep belangrijk? En waar zit de weerstand? Pas daarna ontwerp je een interventie. Niet op gevoel, maar op maat. Het draait om nieuwsgierigheid. Niet: waarom doen mensen het niet goed?, maar: wat maakt dit gedrag logischer voor hen? Hoe creëer ik een situatie die het beste uit hen haalt? Mensen hebben vaak goede intenties; met gedragsveranderingstechnieken help je ze om die in de praktijk te brengen.’

Precies dáár ligt volgens Hiemstra de sleutel. ‘Gedrag verandert niet door meer moraal. Wel door betere aansluiting op psychologische beweegredenen. Daar zit de winst voor de natuur.’

de strandplevier

Je ziet ’m bijna nooit, maar in een landschap dat voortdurend verandert, is de strandplevier een vaste waarde voor wie kijkt. De strandplevier is zeldzaam, kwetsbaar en afhankelijk van stilte en ruimte. En hij is het liefst op plekken waar ook mensen graag recreëren. Acht observaties over een soort die klein is in formaat, maar groot in betekenis.

Wonen in een kuiltje

Waar andere vogels takken, mos of haren verzamelen, maakt de strandplevier een eenvoudig kuiltje in het zand. Soms met een paar schelpjes, maar verder volledig onopvallend. Die eenvoud is zijn kracht én zijn kwetsbaarheid: je ziet het nest pas als je er praktisch bovenop staat. Zijn nest­ strategie past bij open, dynamische gebieden waar beschutting schaars is, en overzicht alles betekent.

Broeden op het snijvlak van mens en natuur

De strandplevier kiest zijn nestplaats niet ver van de vloedlijn. En dat zijn precies de plekken waar mensen, honden, en andere strandgangers zich ook graag begeven. Hij deelt de ruimte dus wel met ons, maar daarin zit ook zijn kwetsbaarheid: te veel verstoring en hij haakt af. Geen nestpoging, geen kuikens. Daarmee laat hij zien hoe precair de balans is tussen recreatie en of natuur.

Zeldzaam? Zéér. En niet zomaar.

Met 120 tot 160 broedparen in Nederland is de strandplevier een van onze zeldzaamste broedvogels. Ruim tachtig procent broedt rond de Oosterschelde. Die concentratie maakt hem

kwetsbaar, maar ook extra betekenisvol. Zijn aanwezigheid zegt iets over rust, voedselbeschikbaarheid en de kwaliteit van het landschap. En zijn afwezigheid zegt daarom misschien nog wel meer. In de afgelopen 25 jaar is de landelijke broedpopulatie van de strandplevier met meer dan 50% in aantal afgenomen.

Alles voor het overzicht

De strandplevier broedt op kale, open plekken met lage vegetatie. Geen struiken, geen riet, alleen zand, grind of schelpen. Niet voor het uitzicht, maar om gevaar op tijd te zien aankomen. Een meeuw, vos of mens is al van veraf zichtbaar.

Rennen, stoppen, prikken – herhaal

Hij leeft van insectenlarven, wormpjes, kevertjes en andere kleine ongewervelden in het zand. Foerageren doet hij al lopend, in korte rukjes: rennen, stoppen, prikken. Daarmee draagt hij bij aan het evenwicht in de bodemfauna van de kust.

Kuikens met haast

Zodra ze uit het ei kruipen, kunnen de kuikens lopen en zelf voedsel zoeken. Maar ze zijn nog wekenlang afhankelijk van de begeleiding en bescherming van hun ouders. Roofdieren liggen op de loer, en zonder ouderlijke waakzaamheid is een pulletje zo verdwenen. De kuikens worden niet gevoerd, maar wel gevolgd.

Elk kuiken telt

Langs de Oosterschelde monitoren vrijwilligers en onderzoekers nesten en kuikens. Ze zetten kwetsbare broedplekken af, markeren nesten en ringen jongen zodra het kan. Niet uit gewoonte, maar omdat elk succesvol nest telt. Elk kuiken dat opgroeit, is winst. En elke plek waar de strandplevier wél blijft, is een bewijs dat gedeeld gebruik van natuur mogelijk is.

Nooit alleen

Waar strandplevieren broeden, vind je vaak ook andere soorten die van rust en openheid afhankelijk zijn: bontbekplevieren, dwergsterns, scholeksters. De bescherming van één soort werkt dus door in de bescherming van meerdere. In het natuurbeheer wordt de strandplevier

Het Groene Strand

Zeeuwse stranden zijn meer dan een plek om uit te waaien. Het zijn ook leefgebieden voor broedvogels, schelpdieren en zeewieren. Toch werd dat jarenlang over het hoofd gezien, vertelt Paul Verhoeff van het Zeeuws Landschap. ‘Stranden werden beheerd op toeristische A­kwaliteit: leeg, schoon, steriel. Alles wat aanspoelde, werd verwijderd, inclusief het natuurlijke. Daarmee verdween ook het leven.’

‘Een strandbeheerder zei laatst: “De vogels interesseren me niet zo, maar omdat jullie het belangrijk vinden, help ik graag mee.” Dan weet je dat er eigenaarschap ontstaat.’

Om daar verandering in te brengen, startte De Landschappen met Het Groene Strand. Een aanpak waarbij ruimte wordt gegeven aan natuurontwikkeling, en waar ook ruimte is voor recreatie. Inmiddels zijn er meer dan twintig groene stranden in Nederland waar natuurlijk aanspoelsel blijft liggen, minder met machines wordt gewerkt en weer plek ontstaat voor soorten als de strandplevier, bontbekplevier en de dwergstern. ‘Je ziet dat het werkt,’ zegt Verhoeff. ‘Duinen groeien aan,

zeldzame soorten keren terug. Op meerdere plekken zien we weer positieve broedsuccessen van vogels die al jarenlang afnemen. En dat met gerichte bescherming zonder hele stranden af te sluiten.

Hoe meer zielen, hoe groener de stranden

De aanpak draait om samenwerking. ‘Wij beheren die stranden niet zelf,’ legt Verhoeff uit. ‘Alles gebeurt met lokale paviljoenhouders, gemeenten, vrijwilligers, en strandbeheerders. In het begin is dat soms zoeken, maar zodra het gesprek op gang komt, zie je dat mensen het belang gaan voelen. Sommigen organiseren nu zelf excursies of helpen mee met natuureducatie. Een strandbeheerder zei laatst: “De vogels interesseren me niet zo, maar omdat jullie het belangrijk vinden, help ik graag mee.” Dan weet je dat er eigenaarschap ontstaat.’

‘Stranden zijn van iedereen. Dus ook van de natuur.’

Een goed voorbeeld is het strand bij Oranjezon. Daar werkte het Zeeuws Landschap samen met de gemeente en ondernemers aan duidelijke afspraken over beheer en communicatie. ‘Je ziet daar nu een strand waar rust, natuur en bezoekers naast elkaar kunnen bestaan. Niet omdat we het hebben opgelegd, maar omdat het samen is vormgegeven.’

WAAR DE ZEEUWSE NATUUR WEER MEER RUIMTE KRIJGT

Persoonlijk contact zorgt voor meer begrip Ook de manier van communiceren is bewust anders. ‘We zetten niet in op borden alleen. Mensen lezen die niet altijd. Persoonlijk contact werkt beter. Vrijwilligers spreken mensen aan, geven uitleg, laten zien wat er leeft. Dan ontstaat er echt verbinding.’ Het Groene Strand laat zien dat natuurherstel niet haaks op recreatie hoeft te staan. Sterker nog: juist door de omgeving te laten zien wat er leeft, groeit de betrokkenheid. Gasten, ondernemers en vrijwilligers voelen zich onderdeel van iets groters. Dat is misschien wel het belangrijkste effect van het project. Voor Verhoeff is duidelijk dat Het Groene Strand niet ophoudt. ‘Het officiële project loopt af, maar het initiatief blijft. We willen uitbreiden, ook buiten Zeeland. De basis ligt er. En we begeleiden graag nieuwe plekken die ook een Groen Strand willen realiseren.’ Want, zo quote hij de bedenker van het project: ‘Stranden zijn van iedereen. Dus ook van de natuur.’

OVER HET GROENE STRAND

Het Groene Strand is een landelijk project dat zich inzet voor natuurlijke, rustige stranden met ruimte voor kustnatuur en lokaal beheer. Het initiatief richt zich op het herstel van vogelrustgebieden, het verminderen van menselijke verstoring en het betrekken van lokale vrijwilligers bij natuurbeheer op het strand.

Initiatiefnemers:

Onder andere Landschappen NL, Stichting Duinbehoud, Vogelbescherming Nederland, Stichting ANEMOON en IVN.

Mede mogelijk gemaakt door: De Nationale Postcode Loterij.

Stand van zaken: De huidige projectfase loopt binnenkort af. Maar het initiatief stopt niet: Het Groene Strand gaat door als een bredere, landelijke beweging waarbij nog steeds meer kustplaatsen zich kunnen aansluiten.

Wil je meer weten of zelf ook meedoen? Kijk op

HETGROENESTRAND.NL

IN GESPREK MET NIENKE DIJKSTRA VAN DOE EENS WAD OVER BEWUST VAREN, ACTIEF BIJDRAGEN EN KLEIN BEGINNEN

Een wadexcursie met een missie

WAT IS DOE EENS WAD?

Doe eens Wad is het initiatief van Nienke Dijkstra, schipper, theatermaker en pionier in natuurinclusief gedrag. Al veertien jaar lang neemt zij mensen mee de Waddenzee op. Niet alleen om samen te genieten, maar ook om samen op te ruimen, te leren en bij te dragen. Haar expedities combineren natuurbeleving, bewustwording en concrete actie. Daarbij geldt één simpele regel: wat je liefhebt, daar zorg je voor.

Wil je mee? Kijk op doeeenswad.nl

Wie met Nienke Dijkstra meevaart op de Waddenzee, ontdekt al snel: natuur is geen achtergronddecor, maar iets waar je deel van uitmaakt. Met haar initiatief Doe eens Wad combineert ze natuurbeleving met actie. Ze neemt mensen mee naar het Wad, laat hen het gebied ervaren én iets terugdoen. Simpelweg door het op te ruimen. Wat begint als een dag op het water, eindigt vaak in blijvende gedragsverandering. We spraken haar over troep, verbinding en het belang van klein beginnen.

Hoe is Doe eens Wad ontstaan?

‘Het begon met een jerrycan op een zandplaat. Ik liep daar, zag dat ding liggen en dacht: “Als ik dit laat liggen, ligt het straks in zee. Neem ik het mee, dan voorkom ik dat.” Dat moment bleef hangen. Ik was toen al theatermaker en trainer, bezig met bewustwording en perspectiefwisseling, maar dit was zó direct. Opruimen als vorm van wereld mooier maken, dat was het simpelste én krachtigste wat ik kon doen. En het mooie is: iedereen kan het.’

Wat gebeurt er met mensen tijdens zo’n tocht?

‘We varen naar een plek waar je niet zomaar komt, en daar gebeurt iets. Mensen vertragen. Ze kijken beter, zien meer. En als je dan samen afval gaat rapen, verandert je perspectief volledig. Een stuk plastic is ineens een verhaal. Waar komt het vandaan? Wat heeft het meegemaakt? Mensen worden nieuwsgierig en betrokken. En het mooie: als je opruimt, zie je direct resultaat. Het gebied oogt mooier dan toen je kwam, en dat komt door jou. Dat geeft een ontzettend goed gevoel.’

Wat maakt jouw aanpak anders?

‘Tijdens het eindproject van mijn studietijd op de theaterschool, keek ik op een dag om me heen en besefte ik: de natuur is mooier dan wat ik ooit zelf als mens, als theatermaker, zou kunnen maken. Dus nu combineer ik natuurbeleving met doen. Niet alleen kijken, maar bijdragen. We zijn niet op het Wad om te consumeren, maar als gast. En een goede gast laat een plek mooier achter dan hoe ‘ie het aantrof. Die houding maakt alles anders. Je voelt je verantwoordelijk, maar ook verbonden. En daar begint verandering.’

Je noemt het vaak: klein beginnen. Waarom is dat zo belangrijk?

‘Omdat het werkt. Veel mensen denken bij duurzaamheid aan grootse plannen, investeringen of beleidsstukken. Maar echte verandering begint van binnenuit. Met iets simpels wat bij jou past. Zoals gasten vragen om een herbruikbare fles mee te nemen, of ondernemers die lunchpakketten anders samenstellen. Kleine keuzes, groot effect, als je ze bewust maakt. En als het goed voelt, houd je het ook vol.’

Zie je dat het impact heeft?

‘Zeker. Ik zie gasten die na een tocht dingen anders gaan doen. Iemand vertelde laatst: “Ik ben weer zelf mueslirepen gaan maken, in plaats van kopen.” Dat klinkt misschien klein, maar het betekent iets. En ook

ondernemers worden bewuster. Ze kijken kritischer naar verpakkingen, linnen, schoonmaakmiddelen. Sommige doen nu zelf clean­ups met hun team of gasten. Het begint bij bewustwording, maar groeit door naar actie.’

Wat zijn de grootste misverstanden rondom natuurinclusief ondernemen?

‘Dat het duur zou zijn, of ingewikkeld. Of dat mensen denken: “Wie zit hier nou op te wachten?” Terwijl het juist iets is waar gasten van opbloeien. Mensen willen bijdragen. Ze willen betekenis. En natuurinclusief ondernemen geeft je die kans. Maar je moet er wel zelf in geloven, en het op een manier doen die bij jou past.’

Hoe navigeer jij in het spanningsveld tussen natuurbeleving en natuurbescherming?

‘Door altijd te beseffen: we zijn hier te gast. Dat betekent ook dat we niet overal komen. Sommige gebieden zijn kwetsbaar, daar blijf ik weg, ook al ligt er afval. En dat is oké. Je leert anders kijken. Je hoeft geen ‘grote natuurervaring’ te forceren. Eén zeehond die uit zichzelf komt kijken, is indrukwekkender dan honderd op een afstand. Ik geloof in meer genieten van minder.’

Wat zou je andere ondernemers willen meegeven?

‘Kijk wat jij kunt doen, vanuit jouw rol, jouw kracht. En stel jezelf drie simpele vragen: Is het goed voor de aarde? Is het goed voor een ander? En: is het goed voor mij? Als je drie keer ‘ja’ kunt zeggen, dan zit je op het goede spoor. En begin gewoon. Deel wat je doet, vraag om hulp, en durf te experimenteren. Ook als iets niet meteen lukt.’

Wat is uiteindelijk jouw missie?

‘Dat mensen hun eigen kwaliteit inzetten voor het grotere geheel. Iedereen heeft iets te bieden. En als we dat verbinden, kunnen we echt iets veranderen. Net als op een schip: je hebt mensen nodig die zeilen hijsen én mensen die koffie zetten. Alles en iedereen is nodig. Dat besef is wat ik wil aanwakkeren.’

LOGBOEK:

een opgeruimde middag aan de Maas

Hoe maak je ruimte voor natuur in de openbare ruimte? Tijdens de Maas Cleanup in Hoek van Holland laten tientallen vrijwilligers zien hoe kleine handelingen een groot verschil maken – voor het landschap, het collectief én het geweten.

Datum: Zondag 23 maart 2025

Locatie: Hoek van Holland – van metrostation tot Maas

Coördinaten: 51.9766° N, 4.1280° E

Weer: 17 graden, zonnig en helder (bijna te mooi om te werken)

Deelnemers expeditie: Martine Chambone & Tiedo Dieke

12:30 uur – Verzamelen in Den Haag

Onder een lucht van lenteblauwe belofte verzamelen we in Den Haag. De trein brengt ons naar Hoek van Holland, een kustplek waar zee, rivier en recreatie samenkomen, én waar afval zich ongemerkt ophoopt tussen helmgras en keien. De cleanup is georganiseerd door Maas Cleanup en wordt begeleid door Ivo Rodermans van Zwerfie. De missie: de Maas een stukje schoner maken, en daarmee de relatie tussen mens en omgeving iets minder scheef.

CLEANUP ALS VRIJETIJDSGEDRAG

Een opruimactie lijkt misschien alledaags, maar past precies in de kern van natuurinclusieve vrijetijdsbesteding. Het is recreatie met een missie: actief, betrokken, zintuiglijk. Je leert niet alleen over het landschap, maar je wordt er onderdeel van. De Maas Cleanup toont hoe verantwoordelijkheid en plezier hand in hand kunnen gaan. En hoe elke handeling, hoe klein ook, een uitnodiging kan zijn om anders naar de wereld te kijken.

Een opruimactie lijkt misschien alledaags, maar past precies in de kern van natuurinclusieve vrijetijdsbesteding. Het is recreatie met een missie: actief, betrokken, zintuiglijk. Je leert niet alleen over het landschap, maar je wordt er onderdeel van. De Maas Cleanup toont hoe verantwoordelijkheid en plezier hand in hand kunnen gaan. En hoe elke handeling, hoe klein ook, een uitnodiging kan zijn om anders naar de wereld te kijken.

ZWERFIE ROTTERDAM MAAS CLEANUP
ZWERFIE ROTTERDAM MAAS CLEANUP

13:15 uur – Lunch bij Torpedo Lunch

Voordat we gaan opruimen, tanken we zelf bij. Torpedo Lunch blijkt een charmante plek waar de koffie sterk is en het zonlicht alles net iets vriendelijker maakt. We vormen een mix van gezinnen, jongeren en ervaren schoonmakers met eigen grijpers. De sfeer in de groep is los en nieuwsgierig. Dit is geen protest, dit is participatie.

13:55 uur – Startpunt: Metrostation Hoek van Holland-Haven

Bij aankomst liggen de hesjes en grijpers al klaar. De witte letters ‘Maas Cleanup’ op de rug geven ons een tijdelijke rol: afvalverwijderaar, rivierbeschermer, wandelende reminder dat het ook anders kan. De begeleider, Ivo, stelt zich voor met een glimlach en een opmerking die blijft hangen: ‘Ik ben van zwerfierotterdam.nl. Niet selfie, maar zwerfie.’

14:10 uur – Opruimen richting de Maas

We trekken in een rustige stoet richting het water. Langs de route ligt het afval verstopt als vergeten herinneringen: flesdoppen, verpakkingen, een blikje uit de jaren 50 (!), en een vroege plastic flacon die vermoedelijk ouder is dan sommige deelnemers. Ivo haalt ze tevoorschijn als ware het archeologische vondsten, met een mengeling van trots en verbazing.

De actie wordt stilaan ritmisch. Grijpen, bukken, zak openen, doorlopen. Ondertussen ontstaan er kleine gesprekjes. Over zwerfafval. Over verantwoordelijkheid. Over of dit überhaupt zin heeft. Ivo’s antwoord is ontwapenend: ‘Natuurlijk kun je niet alles opruimen. Maar dit is toch weer negen zakken minder.Het verschil zit in het doen.’

We merken het zelf ook: een gezin met drie kinderen doet vrolijk mee, passanten knikken goedkeurend, iemand biedt spontaan een handje hulp aan. Een man raapt zelfs zijn eigen tas vol. Zo ontstaat er, onbedoeld maar betekenisvol, een soort tijdelijke gemeenschap – verbonden door afval.

17:00 uur – Einde van de actie

We staan weer bij het startpunt, dit keer met negen volle vuilniszakken en een hoofd vol indrukken. Het verschil is zichtbaar, tastbaar. De grond oogt schoner, het pad lichter. Maar het grootste effect lijkt wel in onszelf te zitten. Door het opruimen, gingen we anders kijken. Alerter. Zachter ook. Alsof het landschap zelf iets teruggeeft zodra je er iets aan bijdraagt.

17:15 uur – Terug naar huis

In de trein terug bespreken we wat deze middag ons heeft geleerd. Dat gedrag besmettelijk kan zijn, in positieve zin. Dat afval geen technisch, maar een sociaal probleem is. En dat het begin van natuurinclusief recreëren soms gewoon begint met bukken, rapen en doorgeven. Zoals Ivo zei: ‘De oplossing zit niet alleen in gedrag, maar ook in ontwerp, in beleid, in minder plastic van begin af aan.’ Toch begint het vandaag bij de mensen die hun vrije zondag opgaven voor een schoner stukje Maas. Omdat ze geloven dat het iets uitmaakt. En misschien wel omdat ze weten: schoonmaken is óók zorgen voor de natuur.

De kracht van Oer

OP WEG NAAR EVENWICHT TUSSEN RECREATIE EN NATUUR.

Overvolle agenda’s en dagen vol prikkels zorgen dat steeds meer mensen rust in de natuur zoeken. Maar die zoektocht zet natuurgebieden onder druk. Dat moet anders, vonden Karin Wolfs en haar collega’s bij Marketing Drenthe. In samenspraak met natuurorganisaties ontwikkelden zij campagnes die bezoekers welkom heten én bijdragen aan natuurinclusief gedrag. Het resultaat: campagnes die rust brengen in het hoofd van de bezoeker, én in het landschap.

‘Geen rust meer in je hoofd? Dan is het tijd voor de natuur.’

De natuur is voor veel bezoekers dé reden om naar Drenthe te komen. Tegelijkertijd blijft het toerisme groeien. Juist die combinatie zorgt ervoor dat er een spanningsveld ontstaat tussen het recreëren in de natuur en het beschermen ervan. ‘Dat is best een zoektocht,’ zegt Wolfs. ‘Hoe zorgen we ervoor dat de passende persoon, op het passende moment, op de passende plek is, en zich daar ook nog eens passend gedraagt?’

Passende bezoekers, betere spreiding Marketing Drenthe kiest er bewust voor om niet iedereen aan te spreken, maar zich te richten op de bezoeker die bij Drenthe past. ‘Voor onze landelijke campagnes focussen we ons op stellen van 35 jaar en ouder, met een interesse in natuur en cultuur. De groep die buiten het hoogseizoen op vakantie kan,’ legt Wolfs uit. ‘Zo spreiden we bezoekers over het jaar en voorkomen we dat de recreatiedruk in het zomerseizoen verder toeneemt. En daarmee verlengen we tegelijkertijd het toeristisch seizoen voor onze ondernemers.’

‘Even ademhalen, even ontspannen. Precies dat gevoel past bij wat Drenthe te bieden heeft.’

Daarnaast zet Marketing Drenthe heel bewust het Drentse landschap centraal in de campagnes in plaats van alleen de Drentse natuur. Op die manier is er ook ruimte voor de karakteristieke brinkdorpen, cultuurhistorische plekken en erfgoedlocaties die Drenthe zo bijzonder maken. ‘Door deze bredere focus leiden we bezoekers een beetje weg van de natuur, zorgen we voor een betere spreiding en profiteren meer ondernemers van de bezoekers,’ zegt Wolfs.

Van verleiding naar bewustwording Naast spreiding gaat het ook om gedrag. ‘Hoe stimuleren we bezoekers om op de gewenste manier van de natuur te genieten? We willen niet met het vingertje wijzen, maar bezoekers op een prettige manier meenemen in wat past bij een plek als Drenthe,’ legt Wolfs uit. ‘Daarom laten we in onze campagnes vooral zien hoe

het kan; rustig, respectvol, bewust.’

Een treffend voorbeeld is de campagne De kracht van Oer. Een radiocommercial, uitgezonden tijdens de ochtend­ en avondspits, bevatte bijna alleen natuurgeluiden. ‘We wilden mensen op een druk moment van de dag een momentje van rust bieden,’ zegt Wolfs. ‘Even ademhalen, even ontspannen. Precies dat gevoel past bij wat Drenthe te bieden heeft.’

De campagne trok de aandacht: de intentie om Drenthe te bezoeken steeg van 16% naar 28%. ‘De manier waarop je een gebied presenteert, bepaalt wie zich aangesproken voelt. Door rust, ruimte en ontspanning centraal te stellen, bereik je de mensen die daar waarde aan hechten,’ aldus Wolfs.’

Ook het format 20 seconden Oerkracht speelt daarop in. Korte natuurvideo’s, wekelijks via een speciale e ­mailing, een Wekelijkse Dosis Drenthe, en via de socials verspreid. Geen oproep tot actie, alleen beelden van rust en ruimte. ‘Door gewenst gedrag als een vanzelfsprekendheid in beeld te brengen in onze uitingen, geven we mensen een voorbeeld waar ze zich aan kunnen spiegelen,’ legt Wolfs uit.

TROTS UIT EIGEN PROVINCIE: DE IMPACT

VAN DE INWONERSCAMPAGNE

Met de campagne Gewoon bij jou om de hoek richtte Marketing Drenthe zich op de eigen inwoners, óók een grote groep recreanten. In bushokjes, via socials en online content werden in het voorjaar dertien en in het najaar nog eens tien minder bekende natuurgebieden uitgelicht. De campagne sloeg aan. Uit media­ effectmeting blijkt dat:

• 73% van de inwoners zich trotser voelen om in Drenthe te wonen

• 69% zich meer bewust is geworden van hun natuurlijke omgeving

• 64% zich geïnspireerd voelt om één van de getoonde gebieden te bezoeken

Deze cijfers tonen aan dat lokale trots en bewustwording krachtige motoren zijn om natuurinclusief gedrag te stimuleren. En al helemaal als de boodschap dicht bij huis begint.

De Drent als recreant

Niet alleen toeristen recreëren. Ook de eigen inwoners trekken de natuur in. En dus werd de campagne Gewoon bij jou om de hoek ontwikkeld, gericht op spreiding, bewustwording en het vergroten van de regionale trots. Met succes: 73% van de inwoners voelde zich trotser op Drenthe en 69% werd zich bewuster van hun eigen natuurlijke omgeving. ‘Die cijfers laten zien dat je invloed kunt uitoefenen’ zegt Wolfs.

Richtlijnen zonder moralisme

Op basis van eigen onderzoek en in overleg met natuurorganisaties stelde Marketing Drenthe een set gedragsrichtlijnen op, onder het motto: ‘Jij laadt op in de natuur, maar de natuur moet ook kunnen opladen.’ ‘Geen betutteling, maar bewustwording,’ benadrukt Wolfs. ‘Veel mensen weten bijvoorbeeld niet dat een sinaasappelschil wel twee jaar in het bos blijft liggen. Of dat vogels hun nest al verlaten door alleen de geur van een hond. Zodra mensen inzicht krijgen in wat er allemaal speelt in de natuur en welke gevolgen hun gedrag heeft, gaan ze er anders naar kijken.

De richtlijnen zijn concreet en vriendelijk geformuleerd:

• Blijf op de paden (Drenthe heeft er duizenden)

• Houd je hond aangelijnd (alleen al de geur kan dieren verstoren)

• Laat géén afval achter (óók geen bananenschil)

• Wees nóg veel voorzichtiger in het broedseizoen

Co-creatie met terreinbeheerders en ondernemers De samenwerking met terreinbeheerders is intussen stevig ingebed. Waar campagnes eerst alleen door Marketing Drenthe werden bedacht en getoetst, schuiven natuurorganisaties inmiddels aan bij het concept. Maar ook ondernemers zijn actief betrokken. Op basis van eigen onderzoek én dat van derden worden data en inzichten gedeeld met de sector. En via trainingen als ‘Duurzamer dan je vertelt’ leren ondernemers hoe ze duurzaam en natuurinclusief gedrag kunnen stimuleren bij gasten.

Daarnaast werkt Marketing Drenthe intensief samen met beleidsmakers en andere partijen uit de recreatieen toerismesector. In samenwerking met de provincie Drenthe, Recreatieschap Drenthe en Vitale Vakantieparken Drenthe werd het actieprogramma ‘Toekomstbestendig R&T Drenthe’ ontwikkeld. En Marketing Drenthe bracht natuur­ en recreatiepartijen samen, van natuurorganisaties en de ANWB, tot KHN en HISWA­ RECRON, om knelpunten, gedeelde belangen en kansen om elkaar te versterken in kaart te brengen. Dit resulteerde in een samenwerkingsagenda met zeven thema’s en bijbehorende werkgroepen. Binnen deze agenda vervult Marketing Drenthe de trekkersrol voor het thema ‘Stimuleren van natuurinclusief gedrag (bewustwording)’.

Eén boodschap, veel stemmen

Gedragsverandering lukt alleen als die breed wordt gedragen, benadrukt Wolfs. “Eenduidige communicatie is daarbij essentieel. Niet twintig verschillende afzenders met uiteenlopende toon en stijl, maar één gezamenlijke boodschap: herkenbaar, informatief, positief en gastvrij. Toch blijft afstemming een uitdaging. Er zijn zoveel initiatieven. De grootste opgave is nu om verbinding te creëren, overzicht te krijgen en écht impact te maken”, zegt Wolfs.

‘Geen betutteling, maar bewustwording,’

‘Durf invloed los te laten’

Als Wolfs één advies zou moeten geven aan andere regio’s? Je kunt dit niet alleen. En dat moet je ook niet willen. Betrek natuurorganisaties, ondernemers en beleidsmakers. Durf ruimte te geven. Juist door samen te werken ontstaan campagnes die echt verschil maken.’

Ze besluit: ‘Wij zijn een destinatiemarketingorganisatie. Maar zonder de kennis van natuurorganisaties en ondernemers zou dit allemaal nooit hebben gewerkt. En dat samenwerken? Dat voelt eerlijk gezegd ook als de kracht van oer.’

In juni startte Marketing Drenthe een online campagne die volledig gericht is op het stimuleren van natuurinclusief gedrag. De campagne legt de nadruk op de persoonlijke betekenis van natuur: wat brengt natuur jou als mens en hoe ben jij daar onlosmakelijk mee verbonden?

Een speciaal ontwikkelde video vormt het hart van deze boodschap. ‘Natuur is geen decor, maar een deel van wie we zijn. Met deze campagne willen we mensen raken en hen bewust maken van hun plek in het grotere geheel,’ zegt Wolfs. ‘We kijken nu al vooruit. In de toekomst willen we de campagne uitbreiden en zo veel mogelijk organisaties en bedrijven betrekken bij het uitdragen van deze boodschap.’

Fietsen voor de natuur

HOE HET MOUNTAINBIKE VIGNET OP DE UTRECHTSE

HEUVELRUG UITGROEIDE TOT EEN SUCCESVERHAAL

VOOR RECREATIE ÉN BIODIVERSITEIT

Wat begon als een kleine stap richting betere mountainbikepaden groeide uit tot een iconisch project in natuurinclusieve recreatie: het mountainbike vignet op de Utrechtse Heuvelrug. Tien jaar na de invoering hebben mountainbikers via hun jaarlijkse bijdrage ruim één miljoen euro bij elkaar gebracht voor natuurprojecten. Een bedrag dat rechtstreeks terugvloeit naar de bossen, heidevelden en biodiversiteit van het gebied waar zij zelf zo graag fietsen. Hoe kwam dit initiatief tot stand? En waarom werkt het?

Van verzet naar verbinding

Toen in 2014 het verplichte vignet werd ingevoerd, was niet iedereen meteen enthousiast. Mountainbikers waren gewend om vrij door het bos te rijden en zagen in eerste instantie vooral een beperking. Tegelijkertijd stonden terreinbeheerders onder druk. ‘We moesten recreatie steeds beter reguleren,’ vertelt teamleider Rein Zwaan van Staatsbosbeheer. Zelf is hij ook een fervent mountainbiker. ‘De druk op de natuur nam toe, en we kregen steeds minder geld om recreatie in goede banen te leiden.’

‘Dit is natuur voor mensen én mensen voor natuur. Precies zoals het zou moeten zijn’

De oplossing bleek in samenwerking te liggen. Samen met Utrechts Landschap, gemeenten, de provincie, het nationaal park Utrechtse Heuvelrug en Stichting MTB Heuvelrug werd een breed gedragen plan opgezet: goede, aantrekkelijke routes voor mountainbikers, in ruil voor een eerlijke bijdrage van €7,50 per mountainbiker. Die routes werden bewust buiten de meest kwetsbare natuur aangelegd, als onderdeel van een bredere zonering.

‘Of je nu stratenmaker bent of directeur van een bank, in het bos werk je samen.’

‘Wat je zag gebeuren, was dat mountainbikers eerst hun plek moesten bevechten,’ zegt Guus Verhorst, strategisch adviseur bij Staatsbosbeheer. ‘Ze waren letterlijk de laatste passagiers in de bus, voelden zich te veel en ‘de zoveelste’. Dat is een nogal ongemakkelijke positie. Maar door hun inzet en bereidheid om te investeren in

de natuur, zijn ze nu volwaardig onderdeel van het systeem geworden.'

Vrijwilligers dragen het systeem

Wat het vignet écht tot een succes maakte, is de enorme inzet van vrijwilligers. Mountainbikers nemen hun verantwoordelijkheid letterlijk zelf in handen. ‘Ze onderhouden de routes, helpen bij natuurklussen en denken actief mee,’ zegt Zwaan. ‘Dat is uniek. Bij ruiters of wandelaars zie je dat veel minder.’

‘Het mountainbikevignet is een levend voorbeeld van hoe mensen, natuur en beleid elkaar kunnen versterken’

Die betrokkenheid zit diep. Vrijwilligers komen niet alleen uit de directe omgeving, maar uit heel Nederland. ‘Zodra ze een oranje shirt aantrekken, zijn ze gewoon één team,’ zegt Zwaan. ‘Of je nu stratenmaker bent of directeur van een bank, in het bos werk je samen. Dat maakt deze gemeenschap echt bijzonder.’

De vrijwilligers zorgen niet alleen voor het onderhoud van paden, maar steken ook de handen uit de mouwen bij bredere natuurklussen. De heide opschonen, bloemenakkers aanleggen, dassentunnels graven, het gebeurt allemaal samen met terreinbeheerders. ‘Dat ze zo actief zijn, is voor ons onmisbaar geworden,’ stelt Verhorst.

‘Als er geen externe financiering komt, verdwijnen de routes’

‘Ze hebben zelf besloten: we hoeven niet nóg meer routes,’ zegt Zwaan. ‘De mountainbikegemeenschap heeft zelf ingezien dat meer niet altijd beter is. Dat laat zien hoe volwassen deze samenwerking is geworden.’

Die kentering kwam rond de coronapandemie, toen de recreatiedruk explodeerde. ‘Opeens werd het drukker dan ooit in het bos. Dat leidde tot reflectie. Mountainbikers zeiden toen: we willen niet overal routes. We zijn tevreden met wat er ligt, mits het goed onderhouden wordt en in balans blijft met andere gebruikers.’

Het vignet als voorbeeld van natuurinclusief gedrag

Het model van de Utrechtse Heuvelrug laat zien dat recreatie en natuur elkaar niet hoeven te bijten. Integendeel. Door recreanten verantwoordelijkheid te geven én serieus te nemen, ontstaat een gedeeld belang. ‘Mensen komen echt voor de natuurbeleving,’ benadrukt Zwaan. 'Het beeld dat mountainbikers alleen maar agressief willen crossen in het groen, klopt niet. De meeste mountainbikers zijn natuurliefhebbers pur sang. Ze willen juist bijdragen.’ Het beeld dat mountainbikers vooral verstorend zijn, is hardnekkig, maar volgens onderzoek niet houdbaar. ‘Wandelaars en mountainbikers veroorzaken ongeveer evenveel verstoring,’ legt Verhorst uit. ‘Maar een mountainbiker valt op door snelheid en kleding. Dat zorgt voor een ander soort beleving bij anderen.’

Juist daarom is zonering cruciaal. Door mountainbikers hun eigen routes te geven, wordt de kans op conflicten verkleind én blijft de natuur beter beschermd. Zwaan: ‘Wandelaars, mountainbikers, ruiters, iedereen krijgt zoveel mogelijk zijn eigen route. Dat werkt. En het mooie is: omdat de routes uitdagend zijn, blijven mountainbikers daar ook graag op.’

‘De routes werden bewust buiten de meest kwetsbare natuur aangelegd, als onderdeel van een bredere zonering’

Samenwerken aan toekomstbestendige recreatie De samenwerking tussen terreinbeheerders, overheden en mountainbikers op de Utrechtse Heuvelrug wordt nationaal gezien als een voorbeeld. Maar het is geen blauwdruk die je overal kunt kopiëren. ‘Het werkt hier mede door onze centrale ligging, de aantrekkelijkheid van het gebied en de grote groep gebruikers,’ zegt Verhorst. ‘In dunbevolkte gebieden is het veel lastiger om zo’n vrijwilligersnetwerk op te tuigen.’ Bovendien zijn de financieringsstructuren vaak ongunstig. Staatsbosbeheer ontvangt nog altijd slechts €45 per hectare per jaar voor recreatiebeheer. Daar kun je letterlijk geen

bord van neerzetten,’ aldus Verhorst. ‘Dus als er geen aanvullende financiering is en als er geen vrijwilligers zijn, dan verdwijnen er routes.’

Het is mogelijk dat er in de toekomst een landelijk vignet komt. Dat voorkomt dat mountainbikers verschillende vignetten op zak moeten hebben en het biedt mogelijkheden om de financiering op grotere schaal te organiseren. ‘We willen geen extra loket optuigen,’ benadrukt Verhorst. ‘Wij zijn als Staatsbosbeheer geen ledenorganisatie. Maar als anderen het goed regelen, doen wij graag mee.’

Lessen voor beleid en praktijk

Wat kunnen beleidsmakers en andere terreinbeheerders leren van deze aanpak? Zwaan is helder: ‘Zorg voor recreatief groen buiten bestaande natuurgebieden. Als je morgen nieuw bos aanlegt, heb je pas over twintig jaar resultaat. Begin nú.’

Daarnaast is tijdsverdeling een onderbelicht thema: ‘De druk is er vooral in het weekend. Als we recreatie beter spreiden over de week, verlichten we de druk op kwetsbare gebieden. Dat kunnen we bijvoorbeeld doen door mensen bewust te maken van en inzicht te geven in de perioden dat het rustiger is. Als ze dan ook buiten het weekend tijd hebben, kunnen ze zelf ook veel prettiger recreëren en hoeven ze in het weekend niet per se naar het natuurgebied.’

Ook communicatie speelt een sleutelrol. ‘Het ging heus niet altijd vlekkeloos,’ zegt Zwaan. ‘Er zijn periodes geweest waarin we elkaar even niet begrepen, of waarin spanningen opliepen tussen partijen. Maar doordat we het gesprek bleven voeren, zijn we gegroeid in samenwerking. En die is nu fantastisch.’

Meer dan een vignet

Het mountainbikevignet op de Utrechtse Heuvelrug is niet alleen een financieringsinstrument, maar een levend voorbeeld van hoe mensen, natuur en beleid elkaar kunnen versterken. Het laat zien wat er mogelijk is als recreanten niet tegenover, maar naast natuurbeheerders komen te staan. Of zoals Verhorst het treffend samenvat:

‘Dit is natuur voor mensen én mensen voor natuur. Precies zoals het zou moeten zijn.’

VAN KOSTENPOST NAAR NATUURWINST

Het vignet is duidelijk méér dan een toegangsbewijs. Met de opbrengsten zijn tal van natuurprojecten gerealiseerd:

• de aanleg van dassentunnels, bloemrijke akkers en mini­akkertjes

• herstel van historische leemkuilen

• boomveiligheidscontroles in monumentale lanen

• een stevige bijdrage aan het klimaatslim inrichten van bossen

Meer informatie?

UTRECHTSLANDSCHAP.NL

Van duintuin tot zusterpark, van vogellied tot grondstof: steeds meer initiatieven maken het makkelijker om je verbonden te voelen met de natuur. Hieronder een aantal mooie voorbeelden.

Visit Wadden: bewoners

verzamelde ideeën, tips en verhalen op een speciale

de Radboud Universiteit laat zien hoe simpele handelingen, zoals luisteren naar vogels in je straat, je gevoel van verbondenheid met de natuur kunnen versterken. Een laagdrempelige manier om bewuster te leven, gewoon in het dagelijks ritme. Lees meer:

KLIK HIER
VOORBEELD OVERZICHT
KLIK HIER

Duintuinen: biodiversiteit in je eigen buurt

Met je eigen tuin bijdragen aan duinnatuur? Dat kan via het project ‘Jouw Duintuin’, dat bewoners in nationaal park Zuid­ Kennemerland helpt om hun tuin natuurvriendelijk in te richten. Kleine ingrepen, groot verschil voor soorten en bodem. Lees meer:

Soorten tellen met Waarneming.nl

In mei organiseerden de Nationale Parken samen met Waarneming.nl de Soorten Challenge: een grootschalige telling met hulp van het publiek. Iedereen kon meedoen via de app en helpen bij het in kaart brengen van de biodiversiteit. Een laagdrempelige manier om je betrokkenheid bij natuuronderzoek te vergroten. Meer info:

Deel jouw initiatief

Ken jij een initiatief dat mensen verbindt met natuur in hun eigen leefomgeving? Laat het ons weten. We voegen het graag toe aan dit

KLIK HIER
KLIK HIER
KLIK HIER
MAIL JE TIP

COLOFON

Domein Vrijetijdseconomie

Domeinleider: vacant

Domeintrekkers: Tinco Lycklama en Angelique Vermeulen

Beeld

Cover & pagina 22,25: Marketing Drenthe

Pagina 6: Natuurmonumenten, Laurence Delderfield

Pagina 9: Natuurmonumenten, Rene Koster

Pagina 12 & 13: Het Groene Strand

Pagina 13: Imka Westerhuis

Vormgeving & copy

DSGND

CONTACT

Heb je vragen of zoek je verdieping? Ga naar www.collectiefnatuurinclusief.nl/vrijetijdseconomie

Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.