BRUZZ editie 1906 (09-10-2024)

Page 1


Nieuwe minister van Brussel

Portret Cieltje Van Achter 16

Bye bye Mima

Werken aan kanaal nekken populair museum

Alcohol en meditatie

Bieryoga in Koekelberg 27

Rappen over smurfen

35 jaar nederhop in de AB 37

Samen duwen we Brussel vooruit!

A. Patricia Rodrigues da Costa · Jette · plaats 4

I. Gerard Oosterwijk · Elsene · plaats 9

Onze Vooruit.brussels-kandidaten strijden wijk per wijk, voor een stad voor iedereen. Wil je ook dat de zaken erop vooruit gaan in jouw gemeente, stem dan op 13 oktober op Vooruit.

B. Hannelore Goeman · Schaarbeek · plaats 1

C. Isabelle Hannepin · St-Lambrechts-Woluwe · plaats 3

D. Anaïs Maes · Brussel · plaats 6

E. Hilde Peeters · Vorst · plaats 8

F. Willem Stevens · Sint·Gillis · plaats 3

G. Bieke Comer · Anderlecht · plaats 2

H. Ans Persoons · Brussel · plaats 48

J. Tina Martens · Evere · plaats 10

K. Saliha Raiss · Sint-Jans-Molenbeek · plaats 3

L. Dries Vreven · St-Agatha-Berchem · plaats 29

M. Richard Carrère · Watermaal-Bosvoorde · plaats 5

N. Hicham Vanborm · Etterbeek · plaats 7

O. Dirk Lagast · Koekelberg · plaats 3

P. Isabelle Vergeylen · St-Pieters-Woluwe · plaats 7

06 ‘Pizza bestellen aan Hertoginnedal’

Johny Vansevenant blikt terug op zijn leven als Wetstraatjournalist

30 ‘Mijn overgrootmoeder was hier melkwijf’

Lucas Catherine zingt de lof van de Vlaamsesteenweg

41 ‘Lastige muziek? Nonsens’

Flagey viert 150e geboortedag van componist Arnold Schönberg

05 EDITO

10 IN BEELD Bart Dewaele

12 COVERSTORY Het Mima in Molenbeek gaat dicht

13 BEELDCOLUMN Delphine Frantzen

14 STADSPLANNING Vijf langlopende werven die handelaars en bewoners teisteren

16 PORTRET Cieltje Van Achter, de nieuwe Vlaamse minister van Brussel

18 BIJGEDACHTE De speeltijd is voorbij

19 KORT GESPREK Tania Nasielski, artistiek directeur Centrale

21 BEESTIG BRUSSEL De oprolpissebed, gepantserd tegen de opkomende hitte

22 ECONOMIE Na Audi: welke industrie overleeft wel in Brussel?

26 BIG CITY Waarom kregen de straten in Sint-Gillis namen van Europese landen?

27 SPORTCOLUMN Bieryoga bij Tipsy Tribe

28 DE SLAAPKAMER van Marouane

36 COLUMN Pionier van de familie

37 SELECT De AB viert 35 jaar nederhop met nieuw festival Rapsalon Eat & Drink Frank De vijf inzichten Peter Van den Eede

Catherine dook in de geschiedenis van de Vlaamsesteenweg.

Lucas

COLOFON

BRUZZ

Flageyplein 18, 1050 Brussel, 02-650.10.65

ABONNEMENTEN

Josiane De Troyer (abo@bruzz.be), 02-650.10.80

Gratis in Brussels Hoofdstedelijk Gewest.

Rest van België: 29 euro per jaar; IBAN: BE98 3631 6044 3393

van Vlaams Brusselse Media vzw Buiten België: 35 euro per jaar.

OPLAGE

55.000 exemplaren.

ADVERTEREN?

Sacha Devos en Angela Mngongo 02-650.10.81 sacha.devos@brusselmedia.be angela.mngongo@brusselmedia.be

DISTRIBUTIE

Ute Otten, 02-650.10.63, ute.otten@brusselmedia.be

ALGEMENE DIRECTIE

Dirk De Clippeleir

ALGEMEEN HOOFDREDACTEUR

Klaus Van Isacker

COÖRDINATOR MAGAZINE

Maarten Goethals

ARTDIRECTOR

Heleen Rodiers

VORMGEVING

Ruth Plaizier

EINDREDACTIE

Karen De Becker, Kurt Snoekx

WERKTEN MEE AAN DIT NUMMER

Eva Christiaens, Kris Hendrickx, Bettina Hubo, Sophie Soukias, Steven Van Garsse, Tom Zonderman (redacteurs); Johan Baeten, Michaël Bellon, Tibert Blommaert, Maya Callizaya, Jasper Croonen, Andy Furniere, Tom Peeters, Kathleen Peters, Niels Ruëll, Nordin Sermant, Marjon Udo, Bram Van Renterghem, Michel Verlinden (medewerkers)

VERTALING

Frédérique Beuzon, Gregory Blauwers, Sam De Ryck, Aurélien Garcia, George Holmer FOTOGRAFIE & ILLUSTRATIE

Bart Dewaele, Kim, Delphine Frantzen, Ivan Put, Saskia Vanderstichele

VERANTWOORDELIJKE UITGEVER

Koen Cypers

Flageyplein 18, 1050 Elsene. BRUZZ is een uitgave van de Vlaams Brusselse Media vzw, wordt gedrukt bij

Printing Partners

Paal-Beringen

en wordt gesubsidieerd door de Vlaamse Gemeenschap en de Vlaamse Gemeenschapscommissie

MELD NIEUWS

Zelf nieuws gespot?

Tips zijn altijd welkom via: BRUZZ.be/meldnieuws Persberichten kunnen via redactie@bruzz.be

VOER UW EVENEMENT IN OP ENCODEZ VOTRE ÉVÉNEMENT SUR ENTER YOUR EVENT ON www.extranet.brussels

WWW.BRUZZ.BE

Maarten Goethals

Coördinator Magazine

Minister van Brussel

Met Cieltje Van Achter levert de N-VA voor het eerst in de Belgische politieke geschiedenis de Vlaamse minister voor Brussel. Intuïtief gezien misschien een vreemde keuze, omdat N-VA bij de verkiezingen in juni haar fractie in het Brussels parlement nog zag krimpen van drie naar twee volksvertegenwoordigers. De mayonaise pakte kennelijk niet.

Bovendien lijkt de hoofdstad op veel punten de antithese van de N-VA en haar standpunten: een chaotisch begrip over identiteit, een bevolking die zowel progressief als conservatief veel verdergaat in haar samenlevingsidee dan de Vlaams-nationalisten, en Brussel blijft een bestuurlijk lappendeken waar macht –zelfs die van een minister – als zand tussen de vingers glipt.

“Ondanks verlies in het Brussels parlement wordt Cieltje Van Achter de nieuwe Vlaamse minister van Brussel”

In een portret van Van Achter, verderop in het magazine, komt een politica naar voren die niettemin weet waaraan ze begint (p.16). De in Halle geboren juriste kent het domein, woont in Schaarbeek, en maakte als oppositielid kennis met de dominantie en inertie waartegen ze moet opboksen. Dat ze met vriend en vijand door één deur kan, helpt in contacten smeden met de overkant – de oppositie, de Franstaligen, de concurrerende beleidsniveaus. Of dat zal marcheren, moet nog blijken. Ze krijgt vijf jaar de tijd om wat ze zelf noemt de Nederlandstalige aanwezigheid in Brussel te versterken.

FR Pour la première fois, la ministre flamande compétente pour Bruxelles est issue de la N-VA. De prime abord, un choix étrange car lors des élections régionales, la N-VA a vu son groupe au Parlement bruxellois passer de trois députés à deux. Apparemment, la mayonnaise n’avait pas pris. En outre, la capitale semble être à de nombreux niveaux l’antithèse de la N-VA et de ses points de vue : une notion confuse de l’identité, une population qui va plus loin dans son idée de la société que les nationalistes flamands, tant du côté progressif que conservateur, et un patchwork administratif où le pouvoir, même celui d’un ministre, est parfois difficile à maintenir. Ce magazine dresse le portrait d’une politicienne qui sait ce qu’elle fait (p. 16). La juriste schaerbeekoise née à Hal connaît son domaine et en tant que membre de l’opposition, est déjà familière de l’hégémonie et l’inertie qu’elle va devoir combattre. Qu’elle s’entende à la fois avec alliés et ennemis pourra l’aider à créer des contacts avec l’autre bord – opposition, francophones et autres niveaux de pouvoir. Reste à voir si cela fonctionnera. Elle aura cinq ans pour, comme elle dit, renforcer la présence néerlandophone à Bruxelles.

EN Cieltje Van Achter is the first ever N-VA politician to be Flemish minister responsible for Brussels. Perhaps an odd choice at first glance, as the N-VA saw its group in the Brussels parliament shrink from three to two MPs after the regional elections in June. Voters did not reward them, apparently. In many ways, the capital also seems the antithesis of the N-VA and its views: Brussels offers a chaotic reading of identity, a population both progressive and conservative that goes much further in its idea of society than the Flemish-nationalists, and it remains an administrative patchwork where power – even that of a minister – often slips between the fingers like sand. But this issue contains a portrait of Van Achter that reveals a politician who knows what she is getting herself into (see page 16). The lawyer from Halle knows her stuff, lives in Schaarbeek/Schaerbeek herself, and as an opposition member got to know the dominance and inertia against which she has to contend. That she gets along with friend and foe alike helps in forging contacts with the other side, be it the opposition, the French-speakers, or the competing policy levels. Whether that will work remains to be seen. She now gets five years to strengthen what she herself calls the presence of Dutch in Brussels.

Journalist

‘Alle politici hebben een beetje gelijk’

BIO

• Geboren in Roeselare in 1958

• Studeerde Germaanse filologie in Gent

• Werkte eerst voor de regionale Omroep West-Vlaanderen

• Slaagde in 1987 voor het journalistenexamen van de VRT en ging in 1988 aan de slag op de radionieuwsdienst

• Werd politiek verslaggever in 1990

• Ging in 2023 met pensioen, maar volgde nog de verkiezingen van dit jaar

• Is een grote fan van het wielrennen uit de jaren 1960 en 1970

Al bijna 35 jaar volgt afscheidnemend VRT-journalist Johny Vansevenant de Belgische politiek van op de eerste rij. Ter ere van zijn boek De strijd om de macht wandelde BRUZZ met het journalistieke zwaargewicht langs een rist politieke hotspots in Brussel. “Journalisten moeten niet doen alsof ze het warm water hebben uitgevonden.”

door Johan Baeten foto’s Ivan Put “

Nostalgisch? Van zo’n gitzwarte poort kan je moeilijk nostalgisch worden. Zonder jullie was ik niet snel teruggekeerd.” Ook aan het einde van zijn carrière blijft de Gentse West-Vlaming – met of zonder microfoon een hoeder van onberispelijk AN – zijn koele zelve. Toch kan Vansevenant de lichte glinster in zijn ogen niet onderdrukken onder de milde herfstzon aan een van de verschillende poorten die Hertoginnedal van de buitenwereld afsluit. “Zeven in- en uitgangen volgens Jean-Luc Dehaene, zodat er altijd een vluchtroute was om journalisten te snel af te zijn.”

Het kasteel in Oudergem is een van die mythische plekken die geassocieerd worden met een verwelkte politieke cultuur, al streek ex-premier Charles Michel er het voorbije decennium nog neer om zich met de Zweedse coalitie te buigen over heikele zomerakkoorden. Enkele jaren voordien sloeg ook Yves Leterme er tijdens de onderhandelingen voor een nieuwe federale regering met de regelmaat van de klok zijn tenten op.

Domme dieren

“Het waren steevast lange dagen die gevuld waren met wachten. Maar er waren tenminste al gsm’s,” aldus de 66-jarige Vansevenant. “Dat was ten tijde van Dehaene anders. Toen moesten we met een mobilofoon in de zendwagen zijn woordvoerder opbellen, die wat verderop in het kasteel aan de lijn kwam op de vaste telefoon. Hoe je de uren dan verslijt? Samen met collega’s toch info proberen te sprokkelen, en nu en dan pizza bestellen.”

Dehaene is de figuur die de Wetstraat domineert wanneer Vansevenant er begin jaren negentig voor de VRT volop in belandt. In 1990 start hij op de politieke

redactie, twee jaar later legt ‘de loodgieter’ de eed af als premier.

“Dehaene was intelligent en wist vooral hoe hij zaken moest realiseren. Denk aan het Sint-Michielsakkoord en de nodige saneringen om de baan vrij te maken voor de euro,” blikt Vansevenant terug. “Tegelijkertijd viel hij op door zijn excentrieke stijl. Ik herinner me een moment in Zuid-Afrika, in het bijzijn van Dehaene en andere journalisten. Tijdens een safari schreeuwde hij naar zijn chauffeur: ‘Let’s go, I’ve seen enough of these dumb animals’. Hij verwees natuurlijk naar de journalisten.”

Dehaene had ook de omgang met de pers als geen ander in de vingers, zegt Vansevenant. “Toen wij in 1992 nachtenlang aan Hertoginnedal stonden in afwachting van een akkoord over de staatshervorming, kwam hij om vijf uur ‘s nachts opduiken uit de mist, met zijn handen in de zakken en achter hem de felle koplampen van de kabinetsauto. Hij deed dat opzettelijk om een filmisch effect te creëren, want hij kwam vertellen dat er een akkoord was. Die beelden zijn altijd opgedoken in carrièreoverzichten of bij zijn overlijden.”

Over de groene tapijten van de Kamer en de rode van de Senaat, tussen de borstbeelden van de premiers of op de flanken van de perstribune: Vansevenant beweegt er met de ogen dicht, weet bij elke hoek een anekdote op te rakelen.

Dutroux ontsnapt

Eén verhaal overstijgt elk anekdotisch karakter en is dan ook vereeuwigd op de cover van het 944 bladzijden tellende opus: de paniek in de leeszaal van de Kamer na de ontsnapping van kindermoordenaar Marc Dutroux in 1998.

“Uitgerekend tijdens het vragenuurtje op donderdag ontsnapte Dutroux. In de Kamer was de chaos totaal,” herinnert

Vansevenant zich. “Het lot van de bevoegde ministers Johan Vande Lanotte en Stefaan De Clerck leek bezegeld (beiden traden later ook af, red.). Natuurlijk was die timing bijzonder: net tijdens het vragenuurtje wanneer alle journalisten aanwezig zijn en een heleboel parlementsleden ministers ondervragen, barst zo’n bom.”

De omslagfoto van Filip Claus spreekt boekdelen: toppolitici zoals Herman De Croo, Louis Michel en Jef Tavernier, maar ook journalisten Luc Van der Kelen en Ivan De Vadder, kijken ontredderd naar elkaar en in het rond. De onrust en verbijstering spatten van het beeld.

Doorgeefluik

Hoe dicht Vansevenant over de decennia heen ook in het zog kwam van allerhande machthebbers, op BV-allures of journalistieke stemmingmakerij viel hij niet te betrappen.

“Ik zie mezelf als doorgeefluik. Journalisten moeten niet doen alsof ze het warm water hebben uitgevonden. We moeten over goede bronnen beschikken, uit alle mogelijke richtingen, en goed kunnen inschatten wat die waard zijn. Als journalist moet je dan de redeneringen en beweegredenen van die bronnen kunnen uitleggen, ze synthetiseren. Maar wij zijn de politici niet.”

Het geheim achter zijn jarenlange staat van dienst: tomeloze energie. “Het is een voorrecht om deze job te mogen uitoefenen. Wat daarbij helpt, is abstractie kunnen maken van je eigen mening. Je moet kunnen zeggen: alle politici hebben een beetje gelijk. Je moet eveneens van het politiek spel kunnen genieten. Een tip is ook: keihard werken wanneer je keihard moet werken en wanneer het rustig is, moet je van die momenten gebruikmaken om wat te

bellen, te lezen, rond te lopen … Maar dan, wanneer er een crisis ontstaat, is het alle hens aan dek.”

Kiem voor paars

Een crisis die Vansevenant op zijn bord kreeg toen hij de Wetstraat nog maar net begon te verslaan, is de befaamde abortuskwestie waardoor koning Boudewijn in 1990 tijdelijk in de ‘onmogelijkheid om te regeren’ verkeerde. Het staatshoofd weigerde de abortuswet te ondertekenen.

“Het is de tijd waarin de Senaat nog van tel was,” vertelt Vansevenant tussen de rode zitjes van de ‘reflectiekamer’ die zowat alle Vlaamse partijen vandaag op de schop willen. “Het abortusvoorstel dat zoveel stof deed opwaaien, werd eerst hier goedgekeurd. Ik herinner me nog hoe een van de initiatiefnemers, de liberale Lucienne Herman-Michielsens, in de armen viel van de socialist Jos Wijninckx. Je ziet er eigenlijk hoe de kiem voor paars geplant wordt.”

Vansevenant zag met eigen ogen hoe door de ‘paarse’ abortuswet de eerste barstjes in de almachtige CVP-staat opduiken. “De CVP stond lang zo sterk dat ze gewoon konden kiezen: nu eens een regering met de liberalen, dan met de socialisten.” Uiteindelijk zingen de christendemocraten het uit tot de ‘dioxineverkiezingen’ van 1999, wanneer de liberalen de grootsten worden.

Na paarsgroen en paars komt met het succes van het kartel CD&V-N-VA het communautaire weer bovenaan de agenda. De ellenlange regeringsonderhandelingen na de verkiezingszege van de N-VA in Vlaanderen en PS in Wallonië waren slopend, herinnert Vansevenant zich. “Soms kom je om vier uur ’s ochtends thuis en krijg je meteen telefoon van de

“In principe zijn er raakvlakken tussen Fouad Ahidar, Groen en zijn ex-partij Vooruit, maar diezelfde partijen zien hem niet graag groot worden”

eindredactie met de vraag of je nog snel een analyse kan maken voor na het nieuws van 6 uur in ‘De Ochtend’ op Radio 1. Slapen zit er dan niet in.”

Als de regering-Di Rupo na 541 dagen onderhandelen eind 2011 eindelijk in het zadel zit, neemt columnist Tom Heremans het in De Standaard op voor de VRT-stem.

“Wat moet er, louter bij wijze van voorbeeld, van die arme Johny Vansevenant geworden, nu alles omzeggens in kannen en kruiken is?

Die mens kun je toch niet meer gewoon achter een bureau neerpoten, nadat hij vier jaar lang bij nacht en ontij aan het hek van paleizen en kastelen heeft postgevat om zijn microfoon door het zijraampje van aanstormende limousines te wurmen?”

541 dagen zal het wellicht niet duren, maar vier maanden na verkiezingen zit de

In zijn carrière als VRT-journalist stond Johny Vansevenant vaak aan de poorten van Hertoginnedal te wachten op nieuws.

Brusselse formatie helemaal in het slop.

Hoewel Vansevenant de Brusselse politiek altijd van een zekere afstand volgde, ligt er in de auto van Hertoginnedal terug naar het centrum meteen een analyse klaar op zijn tong.

Sudderen in de oppositie

“Het grote probleem is dat de groenen aan Franstalige kant zijn weggeveegd, maar dat ze aan Nederlandstalige kant onmisbaar zijn. In principe zouden er wel wat raakvlakken moeten zijn tussen

Fouad Ahidar, Groen en zijn ex-partij Vooruit, maar diezelfde partijen zien hem niet graag groot worden,” is zijn redenering.

“Nu Ahidar in een regering opnemen, betekent wellicht dat een partijgenoot van hem minister wordt. Ministers worden vedetten. De linkse concurrentie wil vermijden dat Ahidar

– ook niet meer piepjong – iemand heel zichtbaar kan bombarderen tot zijn opvolger. Ze laten hem liever sudderen in de oppositie. Dus gaat Ahidar zich maar richten in Vlaamse steden en

‘NOUS NE SOMMES PAS POLITICIENS’

FR Cela fait 35 ans que Johny Vansevenant est aux premières loges de la politique belge. À l’occasion de la sortie de son livre De Strijd om de Macht (La Lutte du Pouvoir, NDLR), BRUZZ a accompagné ce poids lourd du journalisme dans une tournée des hauts lieux politiques. « Les journalistes ne doivent pas réinventer la roue. Nous devons avoir de bonnes sources et être capables de bien estimer leur valeur. »

gemeenten met een grote migrantengemeenschap.”

Johny Vansevenant, De strijd om de macht, mijn leven in de Wetstraat, Uitgeverij Lannoo

‘WE ARE NOT THE POLITICIANS’

EN Johny Vansevenant has spent almost 35 years following the beating heart of Belgian politics from the front row. In honour of his book De strijd om de macht (“The struggle for power”), BRUZZ toured a number of political hotspots with this éminence grise of journalism. “Journalists should not pretend to have invented sliced bread. We have to have good sources, from all possible places, and be able to assess their worth properly. But we are not the politicians.”

In beeld door Bart Dewaele
‘Wij zijn bij de brandweer’

In het kader van de Voka Open Bedrijvendag hielden 193 bedrijven en organisaties in België afgelopen zondag een opendeurdag. Zo ook de brandweer van Brussel aan de Helihavenlaan in de Noordwijk. De dag begon met een openingsceremonie en een ‘ceremoniële driloefening’ door de brandweerkadetten. De kleintjes mochten dan weer de veel te grote uniformen passen. Misschien kan het inspireren om later bij het korps aan te sluiten. MG

In de kijker

Mima gaat dicht Bezoekerscijfers kelderen door afgesloten kaai

Het Mima in Molenbeek sluit de deuren. Het museum spreekt over instortende bezoekerscijfers sinds de kanaalkaai is afgesloten. “Enkel op een ander plek heeft het Mima misschien nog een toekomst.”

De teneur van het persbericht dat het Mima vrijdag verspreidde was bijna vrolijk. Onder de titel ‘Bye bye Mima: een avontuur eindigt in schoonheid’ somden de stichters nog eens op wat er allemaal wél gelukt is de afgelopen negen jaar. Dat is niet niets: 400.000 bezoekers naar Molenbeek lokken met een privémuseum zonder structurele subsidies, en en passant ook nog eens de covidperiode overleven, il faut le faire

Het Mima (Millenium Iconoclast Museum of Art) presenteerde zich daarbij als een museum dat focuste op toegankelijke kunstvormen die het vandaag zelden tot in het museum schoppen, zoals streetart. Hoezeer het museum buiten de traditionele lijntjes durfde te kleuren, bleek onder meer tijdens het ‘Local Heroes’project rond boksen. Toen werd een heuse boksring in het Mima geplaatst en gebruikt.

Als reden voor de sluiting geeft het Mima de instortende bezoekerscijfers op sinds juli, toen de Henegouwenkaai voor het museum werd afgesloten voor het autoverkeer. Dat was nodig omdat de pijlers onder de kaaien beschadigd bleken ter hoogte van het Mima. “Mogelijk is ook een groter stuk van de

kaaien beschadigd,” legt havenwoordvoerder Sylvain Dupuis uit. De afsluiting duurt wellicht anderhalf jaar, als alles meezit.

Domino-effect

De plotse beslissing van de museumdirectie werpt vragen op. Komen museumbezoekers echt zo vaak met de auto naar een museum als het Mima, dat niet eens een eigen parking heeft? Of is er toch iets anders aan de hand?

“Het klopt dat de meeste bezoekers niet met de eigen auto komen,” zegt artistiek directeur Raphaël Cruyt. “Maar de afgesloten kaaien hebben blijkbaar een soort dominoeffect veroorzaakt. Zelfs de mensen die er wél nog kunnen raken, zij het op een wat complexere manier, blijven vaker weg.” Cruyt geeft toe dat ook het museum verrast was. “We verwachtten echt geen halvering van de bezoekerscijfers.”

Wiels-directeur Dirk Snauwaert wijst erop dat de autotoegankelijkheid wellicht toch een rol speelt. “De helft van de bezoekers van musea zijn groepen en die komen meestal per bus. Organisatoren van zo’n complexe reis houden er niet

van als de dingen nog ingewikkelder worden.” Raphaël Cruyt bevestigt: “Scholen maken inderdaad een aanzienlijk deel van onze bezoekers uit en bussen moeten nu verder parkeren.”

Een halvering van het aantal museumgangers doet het Mima extra veel pijn, omdat de privé-instelling niet kan terugvallen op structurele subsidies. Tickets zijn goed voor de helft van de inkomsten, naast 35 procent privégeld en occasionele subsidies, en nog eens 15 procent uit crowdfunding.

“Die privé-inkomsten komen onder meer van de privatisering van het museum,” legt Cruyt uit. “Bedrijven huren de ruimte af of mensen vieren hier bijvoorbeeld hun verjaardag. En voor dat soort evenementen is

de autobereikbaarheid belangrijker. We hadden plannen klaar voor een uitbreiding, speciaal voor die privatisering, met een fantastisch terras en zicht op het kanaal. Dat valt nu allemaal in het water.”

Kunnen de instortende bezoekerscijfers niet gewoon aan de populariteit van de expo’s liggen? “We hebben ons dat natuurlijk ook afgevraagd,” zegt Cruyt. “Maar dan zouden we toch negatieve commentaren gekregen hebben van de mensen die wél kwamen en de reacties waren juist erg lovend.”

Sinterklaas

Als er vragen rijzen over de sluiting, is het niet enkel door de reden die het museum opgeeft, maar ook door de abrupte beslissing. Was het niet logischer geweest om eerst

400.000

bezoekers vonden de voorbije jaren de weg naar het Mima in Molenbeek. Het aantal bezoekers dit jaar is zowat gehalveerd

15%

van de inkomsten van het Mima is afkomstig van crowdfunding, 35 procent van occasionele subsidies en de helft komt uit de ticketverkoop

alarm te slaan en op zoek te gaan naar een reddingsboei? De gemeente Molenbeek viel alvast uit de lucht. “We waren erg verrast,” zegt schepen van Cultuur Françoise Schepmans (MR), die de sluiting betreurt.

“Maar dat betekent nog niet dat we een oplossing hadden. De gemeente heeft geen geld over.”

“We hebben aan zo’n alarmkreet gedacht,” vertelt Cruyt.

“Maar de waarheid is dat we op dit moment gewoon geen perspectief hebben op een normale werking met genoeg bezoekers. Ik heb met veel betrokkenen gesproken bij de kaaiproblemen. De afsluiting zal minstens anderhalf jaar duren als alles meezit, maar het kunnen ook drie jaar zijn. Zo’n periode overbrug je niet met noodhulp. We hebben ook altijd gezegd dat dit museum bestaat omdat de bezoekers kwamen.

Dat is vandaag niet meer echt zo.”

Twee van de stichters van het museum – de artistieke codirecteurs Raphaël Cruyt en zijn vrouw Alice van den Abeele – staan ook aan het roer van kunstgalerie Alice Gallery. Die verhuist volgend jaar van de Vijfhoek naar de buurt van de Louizalaan, naar de plek waar vandaag nog Albert Baronian zit. Een verband met de Mimasluiting is er niet, zegt Cruyt. “Dat was gewoon een mooie opportuniteit om eens van plek te veranderen.”

Van plek veranderen, het is de enige waterkans die Cruyt vandaag nog ziet voor het Mima. “Als iemand ons een geschikte ruimte aanbiedt, na de verkiezingen bijvoorbeeld, willen we dat zeker bekijken. Die plek past dan liefst bij het DNA van het museum. De Gare Maritime heeft bijvoorbeeld toch een ander karakter. We zullen zien, tussen nu en de sluiting komen Sinterklaas en de Kerstman nog langs.”

Lees het artikel op p.14 over vijf werven die Brussel al jaren teisteren

Stadsplanning

Hinder voor handelaars en inwoners Langlopende werven teisteren Brussel

De werken aan de Henegouwenkaai doen het MIMA in Molenbeek de das om: het museum gaat dicht. Maar de kanaalkaai is niet de enige werf die blijft aanslepen en de stad verlamt. BRUZZ zet ze op een rijtje.

1

De Henegouwenkaai

De Henegouwenkaai werd in juli dit jaar afgesloten voor het verkeer omdat de steunpilaren schade vertoonden. Ter hoogte van het MIMA werden ook scheuren ontdekt. Niet fijn voor omwonenden, en al zeker niet voor het museum van hedendaagse kunst. Dat zag het aantal bezoekers sinds de afsluiting meer dan halveren, waardoor het MIMA besliste volgend jaar de deuren te sluiten.

Een kleine twee weken geleden werd de Henegouwenkaai even heropend, maar snel weer gesloten. Brussel Mobiliteit meldde toen dat de stabiliteit niet voldoende gegarandeerd kon worden. Momenteel zijn de verstevigingswerken bezig.

Een einddatum voor die werken wil Brussel Mobiliteit zelfs niet geven.

2

Het Baraplein

Aan het Baraplein, op een zucht van het Zuidstation, staan sinds 2021 afsluitende werfpanelen. Dat jaar begonnen de werken aan een ondergronds pompstation, bedoeld om het afvalwater om te leiden naar de riolering. Voordien kwam dat terecht in de Zenne.

Begin 2022 hadden de werken klaar moeten zijn, maar vertragingen leidden tot verlengingen. Ook nu is het Baraplein nog een werf omdat de Zennekokers worden vernieuwd. Handelaars voelen zich in de steek gelaten.

Ten vroegste eind dit jaar zou het plein opnieuw vrijgemaakt worden.

3

Het Zuidpaleis

Een ander voorbeeld is de metrowerf aan Stalingrad, met impact tot op de Jamarlaan. In september 2020 werden de werken aangevat, maar midden 2021 stopte het graven onder het Zuidpaleis, toen de ondergrond daar heterogener bleek dan verwacht. Aan het metrostation Toots Thielemans werd wel verder gewerkt.

Sindsdien is er weinig veranderd. Meerdere alternatieven werden onderzocht, uiteindelijk werd besloten om over te gaan tot de afbraak van het Zuidpaleis, tot groot ongenoegen van de aanwezige handelaars en diensten. Aan de Jamarlaan hebben de werken dan weer een onveilig niemandsland doen ontstaan.

Een nieuw vergunningsdossier is momenteel in de maak. Begin volgend jaar zou een nieuwe, versnelde aanvraag ingediend worden. Wordt die goedgekeurd, zou de ontmanteling van het Zuidpaleis in augustus beginnen – als de beroepsprocedures tegen de afbraak worden afgewezen. Daarna moet het Zuidpaleis heropgebouwd worden.

Eind 2029 zouden alle werken rond Stalingrad klaar moeten zijn. Twee jaar later, in 2031 moet dan de eerste metro rijden.

Het Noordstation

Ook aan het Noordstation liggen de metrowerken stil. Daar moet een verbindingstunnel komen tussen het zuidelijke deel van metro 3 en het noordelijke deel. De vergunning werd

aangevraagd in 2017 en afgeleverd in 2020. Tot in april vorig jaar werd vastgesteld dat een kleilaag onder de verhoogde spoordijk het water vasthoudt, waardoor het minder snel kan weggepompt worden dan voorzien.

De nodige tunnel zou nu hoger aangelegd worden dan gepland, zei ontslagnemend minister van Mobiliteit Elke Van den Brandt (Groen) in het parlement. Maar dan, zei Van den Brandt, gaat “de techniek niet over het boren, maar over elk treinspoor perron per perron demonteren”.

Bouwheer Beliris wilde dat niet bevestigen. “Wij zullen begin april een gewijzigde vergunningsaanvraag indienen. Tot dan blijft alle informatie over de voorgestelde technieken vertrouwelijk,” zei Beliris-woordvoerster Elien De Swaef in maart 2024. Maar in september liet ze weten aan BRUZZ dat de gewijzigde vergunningsaanvraag nog altijd loopt, net als het overleg met de aannemer om de beste technische oplossing te zoeken. “In functie daarvan zullen een nieuwe raming en timing voor de werken aan de MIVB en het Brussels Gewest voorgesteld worden,” aldus Beliris.

© SASKIA VANDERSTICHELE

Cieltje Van Achter De N-VAminister die op appreciatie van de Franstaligen kan rekenen

Met Cieltje Van Achter zit er in de Vlaamse regering voor het eerst een minister van N-VA aan de knoppen om het Brusselbeleid vorm te geven. Voor Van Achter persoonlijk is het een bekroning van tien jaar parlementair werk. “Ze gaat heel minutieus te werk, een beetje als een boekhouder.”

Vorige week maandag legde Cieltje Van Achter de eed af als minister van Brussel in de Vlaamse regering. Haar naam ging al langer over de tongen, samen met die van Hannelore Goeman (Vooruit). Van Achter zelf zegt dat ze het pas enkele dagen voor haar eedaflegging vernam.

Met Van Achter krijgt de Vlaamse regering voor het eerst een N-VA’er op de post van Brusselse Aangelegenheden. Ze is het ook écht allebei: Vlaamsvoelend én Brussels: ze geeft zelf vaak aan hoezeer ze Brussel in haar hart draagt. Ze woont er sinds 2004, haar kinderen lopen er school en ze is actief in haar Schaarbeekse wijk, waar ze geregeld de fiets neemt. “Dat stedelijke heeft ze altijd gehad, zegt N-VA-politicus Sander Loones, met wie Van Achter al lang bevriend is. “Ciel komt uit Halle, maar ze houdt van de hoofdstad.”

“Het heeft me als flamingant uit Tienen verrast, misschien een beetje tot mijn eigen scha en schande,” zo zegt haar voormalige woordvoerder Diederik Demuynck, “maar Cieltje is er vast van overtuigd dat harmonieus samenleven in Brussel met Franstaligen mogelijk is.”

Dat wil niet zeggen dat ze vindt dat de hoofdstad vandaag goed bestuurd wordt. Mobiliteit

en de begroting, de tweetaligheid, en ja ook gewoon ‘goed bestuur’: het waren haar stokpaardjes de voorbije tien jaar dat ze in het Brussels parlement vertoefde. Brussel verdient beter dan de polarisatie door Good Move, de financiële afgrond waartegen het Gewest aankijkt, en het amateuristische beleid dat hier soms gevoerd wordt. De strijd voor het Nederlands in de hoofdstad zal een van haar speerpunten worden de komende vijf jaar.

Ondanks dat alles kan ze op appreciatie rekenen bij de Franstaligen. Het is geen toeval dat MR en Les Engagés aansturen op een coalitie aan Nederlandstalige kant met N-VA. Van Achter heeft het vertrouwen kunnen winnen van de Franstalige Brusselaars, als “gematigde N-VA’ster”. Dat is al een verdienste op zich in een stad waar de hele N-VA nog niet zo lang geleden als baarlijke duivel werd verketterd.

Nu verhuist ze dus van de Brusselse cenakels naar de Vlaamse. En van parlement naar regering. Dat is een hele stap. Ze zal aan haar bekendheid moeten werken, want in Vlaanderen is ze nauwelijks bekend.

CVP-nest

Waar ze vroeger misschien wat onzeker overkwam, blaakt ze nu van zelfvertrouwen en glundert

ze in de tv-studio’s. De stap is een mooie bekroning op haar tien jaar parlementaire werk. “En toegegeven,” zegt een insider, “elk parlementslid hoopt er op een bepaald moment op om de ideeën waarvoor je vecht in beleid te kunnen omzetten.”

Nochtans heeft Cieltje Van Achter geen klassieke N-VA-achtergrond. “Eigenlijk kom ik uit een CVP-nest,” zo zei Van Achter in 2015 in een interview. Pas een dikke tien jaar geleden stapte ze de politiek in, al was ze in haar studententijd wel bevriend met een generatie die later bij de N-VA-top zou horen, met onder hen Theo Francken, Ben Weyts en Sander Loones. Ze leerden hen kennen via Karel Bourgeois, met wie ze later zou trouwen, en de zoon van Geert Bourgeois, voormalig minister-president in Vlaanderen.

Van Achter heeft haar familiale band met Geert Bourgeois nooit willen uitspelen. Niet voor niets gaat ze door het leven als Cieltje Van Achter en niet als Cieltje Bourgeois. “Daarvoor ben ik te veel een feministe,” zei ze in een van de zeldzame interviews die ze samen met haar schoonvader gaf.

Ook vandaag wil Geert Bourgeois komaf maken met de schijn dat Van Achter in de partij voorgetrokken zou

worden, omdat ze ‘schoondochter is van’. “Ik was bij de bekendmaking van haar ministerschap even verrast als iedereen,” zegt hij aan BRUZZ. Bourgeois ontkracht het verhaal dat hij haar in 2013 overtuigd zou hebben om in de politiek te stappen. “Nee, dat waren geloof ik Ben Weyts en Theo Francken,” zegt hij. “Ik hou niet zo van nepotisme.”

Communautaire agenda

Van Achter wacht de belangrijke taak om de Brusselse belangen te verdedigen in de Vlaamse regering. Ze zal er onder meer over waken dat er voldoende Vlaams gemeenschapsgeld naar Brussel kan vloeien. Ze zal daarnaast stevig moeten onderhandelen.

Bijvoorbeeld over het beheerscontract met de VRT, ze is immers ook minister van Media.

Tegelijk verwacht iedereen dat ze, op de een of andere

Cieltje Van Achter is sinds vorige week minister van Brussel in de Vlaamse regering. Haar omgeving omschrijft haar als bedachtzaam, minutieus, geëngageerd, maar ook pittig en kordaat.

manier, een rol zal blijven spelen in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. “In die zin is ze de ideale bruggenbouwer,” zo klinkt het.

Die brugfunctie tussen Vlaanderen en Brussel wordt meteen een delicate opdracht, zeker als de N-VA in de Brusselse regering zou stappen. Grote vraag is hoe N-VA zich zal positioneren rond communautaire zaken als de toepassing van de taalwet, dingen die de kern raken van het N-VA-programma, en tegelijk zal samenwerken met een Brusselse regering die daar in het verleden nooit veel interesse in toonde. Bij Les Engagés hebben ze al duidelijk laten blijken: ja, graag met de N-VA, maar niet om een communautaire agenda door te voeren. Het is een dossier waar de N-VA, en dus ook Cieltje Van Achter, zich op kan vastrijden.

Gevraagd naar haar sterke kanten verwijst Geert Bourgeois

zonder verpinken naar haar academische parcours. “Ze is juriste, heeft onder meer aan de universiteit van Washington en Bologna gestudeerd.” Ze gaf ook les aan de KU Leuven. Of Bourgeois haar tips zal geven? Valkuilen waar ze voor moet uitkijken? “Neen. Ik ga haar niet schoonvaderen. Mijn deur staat altijd open, maar ze moet toch vooral haar weg zelf vinden.”

“Ze komt misschien niet rechtstreeks uit de ‘school van

Geert Bourgeois’, zoals Bert Wollants of Theo Francken,” zo legt Sander Loones het uit, “maar ze past wel in die traditie. Ze is net als die mannen een echte dossiervreter.”

Dat beaamt Diederik Demuynck. “Ze gaat heel minutieus te werk, een beetje zoals een boekhouder. Ze kent alle ins en outs van de dossiers die ze bestudeert. Zo weet ze waar ze over spreekt en ze stelt

PREMIER MINISTRE N-VA POUR BRUXELLES

FR Cieltje Van Achter est la première ministre N-VA des Affaires bruxelloises au gouvernement flamand. Il s’agit pour elle du couronnement de dix années de travail en tant que députée. « Elle est la personne idéale pour construire des ponts. Elle connaît ses dossiers par cœur. Elle sait de quoi elle parle et elle a le même niveau d’exigence pour ses collaborateurs. »

ook dezelfde eisen aan haar medewerkers.”

Bedachtzaam, geen tafelspringer, loyaal. Het zijn de woorden die in haar entourage klinken als het over Cieltje Van Achter gaat. Maar volstaat dat om te kunnen wegen op het beleid? Heeft ze genoeg carrure? “Haar grote kracht is precies dat ze met iedereen door een deur kan,” zegt Demuynck. “Ze maakt geen vijanden. Ze is empathisch, maar dat wil niet zeggen dat ze niet op haar strepen staat. Ze kan op een kordate maar vriendelijke manier zeggen: ‘Hier ga ik niet mee akkoord.’”

Geen doetje

Eenzelfde geluid klinkt bij Sander Loones. “Professioneel gaat Ciel recht door zee, maatschappelijk geëngageerd, maar tegelijk is ze ook geëngageerd in die andere betekenis: betrokken, menselijk, hartelijk. Dan vraagt ze bijvoorbeeld hoe het met je gaat, en twee weken later weet ze nog altijd wat je geantwoord hebt.”

“Maar vergis u niet,” gaat hij verder. “Ciel is geen doetje. Ze kan met pit en karakter haar punt maken. Op een verstandige manier. Zonder olie op het vuur te gooien. Ik denk dat jullie dat in Brussel ook gezien hebben. Ze weet wat ze wil binnenhalen. En zo zal het ook gaan binnen de Vlaamse regering.”

THE FIRST MINISTER FOR BRUSSELS FROM N-VA

EN With Cieltje Van Achter, the minister in the Flemish government in charge of Brussels policy is for the first time a politician from the N-VA. For Van Achter personally, it is the crowning glory of ten years of parliamentary work. “She is the ideal bridge-builder. She knows all the ins and outs of her work, she knows what she is talking about, and she demands the same of her staff.”

De speeltijd is voorbij

Steven Van Garsse

Elke week neemt een BRUZZ-redacteur het nieuws op de korrel

“De Franstalige partijen hebben de complexe situatie aan Nederlandstalige kant uitgebuit voor eigen electoraal gewin”

Welk Belgisch parlementaire assemblee kon gedurende achttien jaar aanblijven, zonder verkiezingen? De Brusselse agglomeratieraad. Die was de voorloper van het Brussels parlement en werd in 1971 verkozen. Maar omdat Franstalige partijen ‘valse Vlamingen’ hadden laten verkiezen, en daardoor de gegarandeerde vertegenwoordiging van Nederlandstaligen compleet werd uitgehold, raakte de instelling totaal geblokkeerd. Tot in 1989. De vergelijking met 2024 loopt helemaal mank, maar toch: ook vandaag kraakt de Brusselse architectuur in haar voegen. En de Brusselse regeringsvorming ziet er nog altijd even penibel uit als na de verkiezingen van juni, intussen vier maanden geleden. In de meest pessimistische scenario’s moet de uittredende regering-Vervoort nog maanden blijven zitten, bij gebrek aan nieuwe regering.

Het lijdt geen twijfel dat dat een serieuze hypotheek legt op het bestuur van de hoofdstad.

Nu al zitten we met de ongemakkelijke situatie dat de regering moet antwoorden op vragen uit het parlement, terwijl ze volledig vleugellam is. Ze kan, door de scheiding der machten, geen nieuwe beslissingen meer nemen. Ze moet noodgrepen uitvoeren om de begroting aan te vullen om de energiepremies te kunnen uitbetalen.

En dan hebben we het nog niet over de desastreuze Brusselse financiën zelf. Het begrotingstekort loopt op tot anderhalf miljard euro, op een totaal van zes miljard aan eigen inkomsten. De schuld

gaat door het dak. Dat is – we kunnen het niet genoeg herhalen – een strop om de nek van de hoofdstad. Ondertussen gaat de verpaupering verder, en stopt het drugsgeweld niet. Er is dringend een ploeg nodig om het tij te keren.

Groen werd vernederd Volgende zondag zijn er gemeenteraadsverkiezingen. Verwacht wordt dat er zich nadien rustiger vaarwater aandient, waarin er wel een regeerakkoord kan worden gevonden met Franstaligen en Nederlandstaligen. De vraag is nu of dat wel zo eenvoudig zal zijn. Aan Nederlandstalige kant is de patstelling compleet. Maar er moet zeker ook naar de Franstalige partijen worden gekeken. Die hebben vrij snel een akkoord gevonden om samen een coalitie te vormen. Tegelijk hebben ze het niet nagelaten om Groen, de grootste partij aan Nederlandstalige kant, te vernederen, onder meer door het LEZuitstel zonder overleg met Groen naar het parlement te brengen. Ook in het parlementaire debat aarzelde een

onderhandelaar als Christophe De Beukelaer (Les Engagés) niet om groenen de mantel uit te vegen door ze dogmatisch te noemen. Bij de Mouvement Réformateur is de strategie al langer duidelijk: met harde taal Groen zoveel mogelijk isoleren. Op zich niets mis mee: this is politics, maar hoe hierna op een ordentelijke manier weer aan tafel kan worden aangeschoven om een regering te vormen, is een raadsel. Een regering wordt gevormd in vertrouwen. MR heeft de afgelopen maanden echter niets anders gedaan dan Groen, een partij die incontournable is voor een Brusselse regering, tot schietschijf te maken. Dat levert misschien op korte

Kandidaat-ministerpresident David Leisterh (MR) en onderhandelaar Christophe De Beukelaer (Les Engagés).

regering na 13 oktober aartsmoeilijk, zoniet onmogelijk.

In die zin draagt David Leisterh (MR), die formateur is en kandidaat minister-president, een grote verantwoordelijkheid. Hij had het nooit zo ver mogen laten komen. Hij had rekening moeten houden met het feit dat dat de kiezer aan Nederlandstalige kant de kaarten bijzonder moeilijk heeft gelegd, maar hij heeft daar, samen met Les Engagés en de PS, alleen maar een probleem aan toegevoegd. De Franstalige partijen hebben de complexe situatie aan Nederlandstalige kant uitgebuit voor eigen electoraal gewin. Daarmee zijn wonden geslagen.

Het zal na 13 oktober aan Leisterh zijn om te tonen dat hij deze situatie op een duurzame manier kan ontmijnen, en dat hij ministerpresident kan zijn van alle Brusselaars. Ook van de

Kort gesprek

Tania Nasielski, artistiek directeur Centrale

‘Kunstwerken te koop vanaf 100 euro’

Kunstencentrum Centrale heropent na een halfjaar renovatiewerken met een nieuwe ingang en een expo vol Brusselaars. Artistiek directeur Tania Nasielski wil het huis opentrekken.

Op 10 oktober start hosting, de eerste tentoonstelling in het vernieuwde gebouw. Wie ontvangen jullie?

met boekenwinkel en je loopt meteen binnen in de exporuimtes, die groter zijn gemaakt en elkaar logisch opvolgen. Ik wil een open huis zijn, ook in onze programmatie. We hebben geen eigen collectie, maar wel ruimte voor samenwerking met diverse kunstenaars en co-curatoren. Ik hoop dat we die werking kunnen uitbreiden. De komende maanden stellen we die vragen luidop in panelgesprekken over solidariteit, toegankelijkheid en gastvrijheid.

Bereik je daar een nieuw publiek mee?

Ik denk dat het publiek zal volgen wanneer wij meer diverse artiesten programmeren, zoals in hosting. We bereiken nu al best veel jongeren via sociale media, maar we missen bezoekers die niet naar musea gaan. Voor die groepen organiseren we workshops en begeleide bezoeken, en trekken we zelf naar scholen en vzw’s in meer kwetsbare wijken.

Ruim 250 kunstenaars uit Brussel of de Rand. Hosting is het resultaat van een open call naar het voorbeeld van de jaarlijkse Summer Exhibition in de Royal Academy of London. Die bestaat al meer dan tweehonderd jaar en levert telkens een gigantisch rariteitenkabinet af: alle werken staan er zonder enige rangorde door elkaar. Dat willen wij doen voor Brusselse artiesten, van opkomend talent tot gevestigde namen. We presenteren schilderkunst, video’s, installaties en zelfs performances, zolang het maar gemaakt is in Brussel of een van de 25 randgemeenten. Die periferie vinden we belangrijk. We zijn dan wel een kunstencentrum van de Stad Brussel, we willen onze werking opentrekken.

Alle 353 werken zijn te koop. Spelen jullie dan galerie?

Zeker niet, we blijven een publieke dienst. De verkoop is onze manier om de kunstenaars te vergoeden, want 250 is een hele hoop. Wij laten hen nu zelf hun werk te koop aanbieden en verdienen daar geen cent aan. Wel gaat 20 procent van de opbrengst naar een solidariteitsfonds, dat we onder alle deelnemende kunstenaars verdelen. Zo krijgt ook wie niets verkoopt een vergoeding. De prijzen gaan van 100 euro naar 40.000 euro voor grotere werken van bekende namen.

Met de renovatie kregen jullie een nieuwe ingang op het Sint-Katelijneplein. Voordien lag die wat verstopt in de Melsensstraat.

Ja, zo willen we meer zichtbaar zijn in de stad. Binnen hebben we nu een onthaal

Een publiekstrekker voor jullie deur was alvast het beeld van Dagobert Duck, wegens succes zelfs even weggehaald voor versteviging. Staat het er al terug?

Ja, het was niet stuk, maar mensen kruipen erop om foto’s te maken. Wij zijn ook partner van de Stad rond kunst in de publieke ruimte en hebben dat beeld van Sven ’t Jolle mee gekozen. Ik denk dat het alweer opnieuw honderd keer per dag gebeurt (lacht). EVA CHRISTIAENS

DE DAG VAN RICKY, SENIOR MANAGER TECHNICAL

In 2016 begon hij bij de MIVB als garagechef. Ondertussen groeide hij al door tot Senior Technisch Manager voor de bussen en sinds kort voor de metro’s. Da’s Ricky. En of hij daar goed zit bij de MIVB!

Het is mijn verantwoordelijkheid als technisch manager dat de metro’s beschikbaar zijn om alle reizigers veilig te vervoeren.

Elke ochtend overleg ik met alle teams over de beschikbaarheid, werkzaamheden, aanwezigheden … Bij een noodgeval passen we ons snel aan.

Wat ik zo leuk vind aan de MIVB?

De combinatie van een techniek die nergens anders te vinden is en de dagelijkse impact op de mobiliteit in Brussel!

Oprolpissebed Gepantserd tegen de opkomende hitte

Een nieuw experiment in Brusselse tuintjes onderzoekt hoe goed verschillende soorten pissebedden bestand zijn tegen het hitte-eilandeffect in de stad.

Populaire beestjes zijn het niet, pissebedden, want vaak worden ze gezien als een plaag. Onterecht, onderstreept onderzoeker Pallieter De Smedt van de UGent. “Ze beschadigen je huis niet; ze wijzen enkel op vochtigheidsproblemen, want de insecten zoeken altijd de vochtigheid op.” Pissebedden zijn ook uniek: als enige kreeftachtigen hebben ze succesvol het land gekoloniseerd. Daarvoor hebben ze onder meer hun zwempoten ingeruild voor loopexemplaren en een broedbuidel ontwikkeld, waarin moederpissebedden hun eitjes bewaren en hun jongen tijdelijk beschermen.

Daarnaast zijn pissebedden onmisbaar in de natuur, als noeste afbrekers van dood organisch materiaal zoals rottend hout en bladeren, wat wordt omgezet naar voedingsstoffen voor planten. “Desondanks merkte ik een gebrek aan interesse voor de beestjes toen ik mijn loopbaan aanvatte,” zegt De Smedt. Het motiveerde hem niet alleen om onderzoeksprojecten op te starten, maar ook om met gelijkgezinden de pissebeddenwerkgroep Spinicornis op te richten. Samen brachten ze de Belgische diversiteit in kaart, waarbij ze 38 soorten vonden. In Brussel werden twintig soorten aangetroffen.

Een nieuw experiment in een twintigtal Brusselse tuinen moet in de komende weken meer inzicht bieden in de mate waarin pissebedden – in het algemeen erg gevoelig voor uitdroging – omgaan met klimaatopwarming en het hitte-eilandeffect in steden. De dichtere bebouwing in de stad absorbeert warmte en geeft die ‘s nachts opnieuw af, waardoor de temperaturen er hoger oplopen dan op het platteland. Het experiment maakt deel uit van het brede Fourcast-project om te voorspel-

• In opgerolde toestand zitten de antennen volledig in het bolletje

• Zeer variabel van kleur: van donkergrijs tot lichtbruin met gele vlekken op de rug. De kop is soms contrasterend donkerder

• Goed bestand tegen droogte en hitte. Een van de weinige soorten die daarom ook actief kan zijn overdag, zelfs in de zon

len hoe soorten omgaan met klimaatverandering in steden en bossen en om daar actie tegen te ondernemen. Er loopt sinds het voorjaar al een proef met planten, die loopt tot de zomer van 2025.

In dezelfde tuinen waar al installaties met planten stonden, hebben onderzoekers deze week buisjes geplaatst met strooisel en vier soorten pissebedden: ruwe, kelder-, buispissebedden en gewone oprolpissebedden. Ze blijven er tot midden december en daarna wordt gekeken naar de impact van de specifieke omstandigheden in hun tijdelijke Brusselse habitat – waarbij het bijvoorbeeld warmer is in het centrum dan nabij het Zoniënwoud.

De verwachting is dat vooral de gewone oprolpissebed goed gewapend is tegen de opwarming in de stad. Zoals de naam suggereert is dat een pissebed die zich kan oprollen tot een bolletje. “Als bescherming tegen predatoren, maar ook tegen de droogte, omdat hij zo minder vocht verliest,” legt De Smedt uit. Volgend voorjaar vindt een tweede deel van het experiment plaats: dan zullen de onderzoekers in de Brusselse tuinen bestuderen welke soorten zich er van nature schuilhouden. Waarschijnlijk ontdekken ze dan ook de meest fonkelende soort: het juweeltje, een roodroze gekleurde pissebed. Die opvallende soort voelt zich, samen met vele andere, ook erg thuis op kerkhoven door de aanwezigheid van kalk – nodig voor de bouw van hun uitwendig skelet – en de vele schuilmogelijkheden.

Reeks nalezen?

Lees de hele reeks op BRUZZ.be/beestigbrussel

Economie Verdwijnt de industrie uit de stad?

‘Audi was altijd al de uitzondering’

Heeft de industrie in Brussel nog een toekomst, nu Audi Vorst als grootste fabriek van Brussel de deuren sluit? Ja, zeggen experts, die wijzen op het opkomende fenomeen van nieuwe, stedelijke maakbedrijven die inzetten op artisanale producten, diensten dicht bij huis en een circulaire economie. “Al mijn werknemers wonen in de stad.”

door Kris Hendrickx foto’s Bart Dewaele

Industriezone Newton is een van die gebieden waar je als gewone stadsbewoner nooit komt. Het bedrijvenpark ligt wat geklemd tussen spoorweg en kanaal, ten zuiden van de razendsnel groeiende Biestebroekwijk en tegenover een Braziliaanse kerk in een grote loods. De terminale Audi-fabriek is in vogelvlucht maar enkele honderden meters verwijderd, aan de andere zijde van de sporenbundel.

Als BRUZZ de werkplaats van MCB Atelier binnenstapt, valt onze blik eerst op een werknemer die geconcentreerd houten plankjes door een machine schuift. De man sorteert de stukken vervolgens nauwgezet op een tafel achter zich. In de lucht hangt de zoete geur van verhit hout. “Dat is parket waar we opnieuw parket van maken,” legt Nicolas Watteijne uit. “We hebben toegang tot duizenden vierkante meters kantooroppervlakte waar eikenhouten parket gevonden is onder een andere vloerbedek-

king. Soms is het hout wat krom en beschadigd en je hebt altijd wel lijm- en teerresten. We zijn erin geslaagd om het te reinigen en te herzagen. Weggooien zou zonde zijn.”

Watteijne neemt ons mee naar de mezzanine. Een klein kantoortje is er volledig opgetrokken uit recuphout, van plafond tot kunstvol vormgegeven bureel. De stoelen zijn afdankertjes van de Europese Commissie, de sofa werd uitgerangeerd bij een bank. Hergebruik wordt hier met een grote H geschreven.

MCB Atelier is een houtbewerkingsbedrijf dat tien jaar geleden al radicaal voor hergebruik koos, op een moment dat weinig mensen daar al mee bezig waren. “In het begin zeiden we zelfs niet dat we met tweedehands hout werkten,” glimlacht Watteijne.

“Of het belangrijk is dat we een plek in de stad hebben?” Watteijne hoeft geen twee keer na te denken. “Natuurlijk. Om te

beginnen zit negentig procent van onze markt in Brussel. Verder woont zowat al het personeel er en krijgen we ons recuphout meestal ook uit Brussel. Als we ooit zouden uitbreiden naar andere steden zouden we daar telkens een nieuwe hub bouwen, zodat je die logica met korte ketens ook daar bewaart.” Dat MCB een ruimte van Citydev kan huren, is alvast een zegen, geeft de schrijnwerker toe. “Op de privémarkt betaal je krankzinnige prijzen in de stad.”

De locatie maakt Watteijne nog om een andere reden blij. “We zitten vlak bij

In de nieuwe wijk Novacity aan de Bergensesteenweg in Anderlecht brouwt het bedrijfje Rish kombucha, een trendy drankje op basis van gefermenteerde thee.

andere bedrijven waar we mee samenwerken. Naast het terrein ligt houtleverancier Lochten & Germeau en met Woodman is er hier ook een kleinere schrijnwerkerij die voor sommige opdrachten klant wordt bij ons. Citydev zou daar nog meer rekening mee kunnen houden: als je gelijkaardige activiteiten groepeert, gaan die automatisch samenwerken.”

Bij het buitengaan vallen enkele kisten lege bierflesjes van brouwerij Drink Drink op. Nog zo’n organische samenwerking? Watteijne grijnst. “Ergens wel, de brouwerij is hier om de hoek.”

MCB Atelier mag de toekomst dan rooskleurig inzien, de algemene cijfers voor de Brusselse industrie zijn dat veel minder. De voorbije jaren verdween er telkens circa veertigduizend vierkante meter ruimte voor productieactiviteiten, bleek onlangs nog uit een rapport van planningsadministratie Perspective.brussels.

Duizenden jobs verloren

Vooral in de centralere gebieden van het gewest worden productieruimtes opgeslokt door de hongerige woningmarkt. Zowel Perspective als stadsverenigingen maken

zich daar zorgen over. Oppervlakte die verdwijnt betekent niet per se minder jobs. Toch voorspellen de cijfers ook op dat vlak een lichte krimp, vertelt een prognose door het Brussels Instituut voor Statistiek en Analyse (BISA): van 17.000 arbeidsplaatsen in de verwerkende nijverheid in 2021 tot minder dan 16.000 in 2028. De bedrijfstak is daarmee trouwens maar goed voor een fractie van de ruim 800.000 arbeidsplaatsen in het gewest. De prognose hield overigens nog geen rekening met de sluiting van de Audi-fabriek, die wellicht nog eens duizenden jobs zal kosten.

Moeten we dat eigenlijk erg vinden, dat de industrie geleidelijk uit de stad verdwijnt? Lange tijd leek het antwoord op die vraag eerder ‘neen’. Huisvesting, dát had Brussel nodig, vooral in de periode rond 2010, toen er erg veel Brusselaars bijkwamen. De voorbije vijftien jaar groeide echter het besef dat een stad zonder industrie maar een halve stad is. Daar zijn verschillende redenen voor, legt Brussels bouwmeester Kristiaan Borret uit, die in 2018 het boekje Brussels Productive City publiceerde.

Schaarbeek-Vorming

“Productieactiviteiten in je stad betekent ook dat je werkgelegenheid biedt aan dat grote reservoir aan laaggeschoolden in Brussel,” analyseert de Brusselse chefarchitect. “Vandaag zijn jobs voor die bevolkingsgroep vaak afhankelijk van de kantoorfuncties. Denk aan catering en horeca of de veiligheids- of poetsdiensten. Maar covid en thuiswerk hebben getoond dat ook die jobs kwetsbaar zijn. Dan is diversifiëren met industriejobs slim.”

De bouwmeester wijst eveneens op het duurzaamheidsaspect. “Je wil niet alles van ver importeren en een loodgieter moet bijvoorbeeld zijn materiaal in de stad zelf kunnen halen in plaats van lange ritten te maken naar een depot in de stadsrand. Nog een factor is dat je met stadsindustrie ook een signaal geeft dat het maken van dingen iets waard is, dat je het ook mag tonen.”

Dat Audi uit Brussel vertrekt, daar kijken experts dan weer niet van op. “Een grootschalige fabriek als die van Audi is echt een grote uitzondering in het gewest,” zegt Joachim Declerck van denktank The Architecture Workroom Brussels. “Dat is vandaag zo, maar ook historisch. De stad, dat is de plek waar nieuwe industriële metiers ontstonden, die vervolgens op grotere schaal werden ontwikkeld buiten de stad. De toekomst is eerder aan kleinschalige maakbedrijven, met een ruime plaats voor de circulaire economie.”

Tegelijk is het vertrek van de autogigant een waarschuwing, vindt Declerck. “Het toont dat we dringend een kader nodig hebben voor de ontwikkeling van de maakindustrie. Als we straks Schaarbeek-

“Productieactiviteiten in de stad betekent ook werkgelegenheid voor dat grote reservoir aan laaggeschoolden”

Borret

Vorming ontwikkelen (met zijn honderden hectares is het rangeerstation de grootste grondreserve van het gewest, red.), zal je opnieuw zien dat de druk om er vooral woningen te bouwen erg groot zal zijn. Terwijl het belangrijk is om een echt geïntegreerd plan te ontwikkelen, mét industrie.”

Kristiaan Borret wijst erop dat Perspective vandaag al aan zo’n plan timmert. De bouwmeester voorspelt eerder een strijd tussen open ruimte en biodiversiteit, en bebouwing op Schaarbeek-Vorming. “Met het vertrek van Audi zou ik zeggen: focus daar op stadsgerichte bedrijven en bouw niet op SchaarbeekVorming.”

Bedrijvensokkel

Op naar een heel andere buurt. Novacity langs de Bergensesteenweg is een gloednieuwe gemengde wijk, pal naast het al even prille treinstation Anderlecht. Gemengd, dat betekent hier dat bedrijven de hele gelijkvloerse verdieping innemen, terwijl de verdiepingen erboven voor huisvesting zijn, inclusief daktuin met serre voor de bewoners. Onder de bedrijven bevinden zich verschillende voedingsproducenten, maar ook een schrijnwerker, een producent van optische instrumenten en een fotostudio. De bedrijven hebben hun ingang aan de linkerkant van het complex, de bewoners langs de rechterzijde.

Een van de bedrijfjes die hier neerstreken luistert naar de naam Rish en produceert kombucha, een trendy drankje op basis van gefermenteerde thee. In de productieruimte vullen drie werknemers

MCB
Atelier in de industriezone Newton in Anderlecht maakt nieuw parket van oude houten vloeren.

vlijtig flesjes. “Onze gemberversie is een hit,” vertrouwt Axelle ons toe, terwijl ze een bekertje inschenkt. Helemaal achteraan staan dan weer enkele tientallen vaten met kombucha geduldig te fermenteren, gemiddeld duurt dat zo’n tien dagen.

“Ik was mijn consultancyleven beu en besloot tijdens de pandemie iets tastbaars te beginnen,” vertelt Rish-oprichtster Nouné Mouradyan. “Bovendien wou ik alles met een korteketenaanpak doen. Dat lukt het best in de stad. We werken met lokale kruidenproducenten, mijn afzetmarkt is voor veertig procent Brussel, alle werknemers wonen in de stad. Ik kan mijn zakenpartners hier ook ontmoeten. Onlangs hebben we nog een diner voor vijftig personen georganiseerd in de productieruimte. Geweldig was dat.”

Gemengde wijken met bedrijvensokkels, het is een model dat Citydev nu al enkele jaren op verschillende plekken in de stad uitrolt. “Zulke projecten zorgen voor levendige wijken en het is een manier om de schaarse grondoppervlakte in de stad beter te gebruiken,” legt CEO Benjamin Cadranel uit. “Als je alleen industrieruimtes plant, zul je je voor veel activiteiten moeten beperken tot één verdieping.”

Toch oogst datzelfde model ook kritiek. “De vraag is of de herhaling van dat stapelformat in een hele wijk wel genoeg straatleven met zich meebrengt,” schreef de Brusselse bouwmeester al in zijn Brussels Productive City. “Betekent het niet gewoon de dood van de openbare ruimte? Een stad van bewoners boven arbeiders is niet echt een model voor goede stadsontwikkeling.”

We moeten aan de passage in kwestie terugdenken als we langs de bewonerszijde van Novacity wandelen. Het kan natuurlijk aan het tijdstip – rond 11 uur ’s ochtends – liggen of aan het feit dat niet alle bewoners al hun intrek namen, maar de ruimte voor het gebouw oogt wat doods. Citydev-baas Cadranel wijst erop dat er nog een Novacity 2 bijkomt en hoopt ook dat de lege ruimte op de benedenverdieping vooraan een horecafunctie krijgt. Tot nog toe vond Citydev echter nog geen vis die toehapte.

Genève als voorbeeld

Borret staat niet alleen met zijn bezorgdheid over het stapelmodel met bedrijven op de gelijkvloerse verdieping. Ook technologiefederatie Agoria toont voorbehoud. “Je zit toch snel met klachten rond bijvoorbeeld geluidsover-

last,” zegt Brusselmanager Brieuc Janssens de Varebeke. “Iedereen zijn eigen plek lijkt ons zinvoller.”

De Agoriamanager wijst erop dat de toekomst in de industrie niet enkel over ruimtes gaat. “Je moet ook flink in opleiding investeren én in onderzoek en ontwikkeling. Janssens de Varebeke breekt verder een lans voor een vast grondaandeel voor de stadsindustrie. “Genève heeft dat op drie procent gebetonneerd. Zo heeft de stad haar horloge-industrie kunnen behouden.”

Janssens blikt al even vooruit op de toekomst van de Audi-site, waar straks hectares aan industrieterrein vrijkomen. “Die plek langs de sporen is logistiek interessant. Ik zou er in samenwerking met grote bedrijven een incubator creëren. Bovenal heb je een omvattend plan nodig voor de site, maar ik vrees dat de grond weer in stukjes verkocht zal worden.”

‘L’AVENIR EST À PETITE ÉCHELLE, INNOVANT ET CIRCULAIRE’

FR Avec la fermeture d’Audi Forest, c’est le plus grand employeur industriel de Bruxelles qui disparait. Y a-t-il un avenir pour l’industrie en ville ? Nous avons cherché, et trouvé, les nouvelles entreprises de production urbaines. « Produire en ville signifie aussi créer de l’emploi pour la réserve de main d’oeuvre à Bruxelles », estime le maître architecte Kristiaan Borret. « L’avenir appartient aux entreprises à plus petite échelle qui s’inscrivent dans l’économie circulaire », explique Joachim Declerck du groupe de réflexion The Architecture Workroom Brussels.

‘THE FUTURE IS SMALLERSCALE, INNOVATIVE, AND CIRCULAR’

EN Audi Vorst/Forest has been Brussels’ largest manufacturing employer but it will soon close. Is there still a future for manufacturing in our city? We found the new urban manufacturing companies. “Manufacturing in your city also means providing employment for the large pool of low-skilled people,” master builder Kristiaan Borret says. “The future is small-scale manufacturing companies that fit inside the circular economy,” Joachim Declerck of think tank Architecture Workroom Brussels adds.

Novacity langs de Bergensesteenweg is een gloednieuwe gemengde wijk, met bedrijven op de benedenverdieping en woongelegenheden op de andere etages.

Waarom kregen de straten in Sint-Gillis namen van Europese landen?

Maya Callizaya zoekt elke week een antwoord op een lezersvraag, deze week van Nour uit Sint-Gillis.

Ook een vraag?

Stel je vraag en stem op BRUZZ.be

Bekijk en lees antwoorden op BRUZZ.be/bigcity

De Denemarkenstraat, Zwedenstraat of Portugalstraat. In Sint-Gillis zijn er maar liefst 31 straten van de 156 die verwijzen naar Europese landen of steden. Maar hoe komt dat?

Straatnamen helpen ons al eeuwenlang de weg te vinden. In de middeleeuwen gaven inwoners de straten een naam op basis van een opvallend kenmerk, de Bakkerstraat als er veel bakkers waren of de Grachtweg in de buurt van een gracht. Vanaf de achttiende eeuw bepaalt de overheid de straatnamen, zo staat te lezen in het boek Sint-Gillis, geschiedenis van straatnamen van de hand van Pierre Dejemeppe.

Sint-Gillis veranderde in de tweede helft van de negentiende eeuw van een dorp in een stad, en daar had de komst van het Zuidstation veel mee te maken. Meer mensen betekende meer huizen en nieuwe straten, die allemaal een naam nodig hadden.

Vaak greep het gemeentebestuur terug naar bekende inwoners, maar toen die waren opgebruikt, was de inspiratie

wat zoek. Niet alleen in SintGillis, ook andere Brusselse gemeenten kampten met hetzelfde probleem. Vermoedelijk maakten de gemeente afspraken, onder meer om dubbel gebruik te vermijden. Dat is te zien in naamgeving: Schaarbeek koos voor edelstenen – Diamantlaan, Saffierstraat, Smaragdlaan – Molenbeek kreeg planten en bloemen toegewezen – Mirtenlaan, Fuchsiastraat, Tijmlaan – Anderlecht ging voor waarden – Geluksstraat, Zelfbestuursstraat, Waarheidsstraat. Elsene – Napelsstraat, Parijsstraat, Dublinstraat – en Sint-Gillis kozen voor steden en landen.

Treinverkeer

Dat Sint-Gillis ging voor geografische namen had ook zijn oorsprong in het treinverkeer van en naar het Zuidstation. Sinds de opening van die stopplaats kwamen in Sint-Gillis mensen van uit heel Europa aan, en spoorden van hieruit reizigers naar heel wat Europese bestemmingen. Bovendien werden er in de gemeente veel nieuwe wijken

gebouwd, die samen met de aanleg van tramlijnen, een eigen net voor gas, water en elektriciteit, de bouw van het stadhuis, de aanwezigheid van bekende kunstenaars van Sint-Gillis een levendige stad maakten. Ze moest zelfs niet onderdoen voor buitenlandse steden. Door straten de naam van Europese plaatsen te geven, sloegen ze een brug met die locaties en zochten ze ook toenadering.

Die geografische benamingen bleven niet allemaal bestaan. Na de Eerste Wereldoorlog verdwenen alle namen die naar Duitsland of zijn bondgenoten verwezen. Zo werd de Turkijestraat de Roemeniëstraat en de Münchenstraat de Andennestraat.

Zoals Marc Didden, geciteerd in het boek van Dejemeppe, het zo mooi verwoordt: “Alsof de straatnaamgevers meer dan honderd jaar geleden al wisten dat de hele wereld ooit in Sint-Gillis zou samenkomen.” Sint-Gillis is met 140 verschillende nationaliteiten immers een van de meest multiculturele gemeenten van België.

Bieryoga

Wie aan yoga wil doen in Brussel hoeft niet ver te zoeken, zowat overal zijn studio’s waar je onder beheerste begeleiding tot jezelf kunt komen. Maar in Tipsy Tribe in Koekelberg kan je terecht voor een wel heel bijzondere vorm: bieryoga. “We doen de dingen hier in het algemeen graag anders,” glimlacht Aylin Fastenau van de ‘brouwdistilleerderij’, waar naast verschillende originele bieren onder meer de eerste Brusselse whisky aan het rijpen staat.

“Tijdens de Belgium Beer Week vorig jaar hebben we op mijn initiatief voor de eerste keer een bieryoga-activiteit georganiseerd in onze ruimte, en we merkten dat het aansloeg. Ik doe zelf al jaren aan yoga en dit is dan ook een passieproject voor mij.”

zeker roesverwekkende middelen als alcohol. Maar ik heb geprobeerd om er met een open geest naar te kijken. Ik besef dat bier drinken over veel meer gaat dan alcohol, mensen genieten ook van de verschillende smaken. Bovendien kan yoga ook de relatie van mensen met bier in positieve zin veranderen, een evolutie inzetten naar meer bewust drinken, in plaats van veel glazen te verzetten. Als instructrice hou ik van het creatieve aspect, het integreren van de bierflesjes op een manier die steek houdt en plezierig is.”

BRUSSEL KIEST

Mis niks van de verkiezingszondag bij BRUZZ. Luister en kijk vanaf 8u ‘s ochtends en beleef de stembusgang van op de eerste rij.

Volg het via BRUZZ tv, BRUZZ radio en BRUZZ.be

In Sporting Flagey zoekt BRUZZ een interessant verhaal uit de Brusselse sportwereld. Deze week: de bieryoga-sessies van de Koekelbergse brouwerij

Tipsy Triby

Toch staat drinken niet centraal bij de bieryoga in Tipsy Tribe. Je zal in ieder geval niet dronken zijn na een sessie. “Het is niet de bedoeling dat je de controle verliest, integendeel, het is cruciaal om je evenwicht te bewaren en verbonden te blijven met jezelf. Alle deelnemers kunnen één flesje kiezen voor de oefeningen, bijvoorbeeld onze Japanse IPA of pale ale, wat ze zelf het liefst willen. Ze kunnen er slokjes van nemen, en zo verder ontspannen en hun smaakpapillen stimuleren, maar de fles is ook een attribuut dat bijdraagt aan de oefeningen en houdingen. Daarnaast houden we de sessies in het midden van onze brouwzaal, de deelnemers worden dus omringd door de geluiden en geuren van onze brouwketels, wat hun zintuigen nog extra openzet.”

Het is wel lastig om instructeurs te vinden die meegaan in het verhaal van bieryoga, geeft Fastenau toe. “Velen vinden het radicaal, menen dat het ingaat tegen de filosofie van yoga.” Ook yoga-instructeur Mélanie Monteiro had aanvankelijk haar twijfels over de ongewone combinatie. “Het voelde eerst contradictorisch aan, want bij yoga probeer je net je welbevinden te bevorderen vanuit jezelf, zonder externe stimulerende stoffen,

Concreet zet Monteiro het bier onder meer in voor dharana-oefeningen, concentratieoefeningen waarbij je je aandacht op één punt of onderwerp moet fixeren om tot volledige focus te komen. “Ik vraag de deelnemers dan bijvoorbeeld om zich te concentreren op de geuren van het bier, om zo hun zintuigen te ontsluiten en in een optimale gemoedsstemming te raken.”

Ook bij de asana’s, de lichaamshoudingen met het nodige rekken en strekken, komt het van pas. “Ik vraag dan bijvoorbeeld om in de richting van de fles te reiken, die de deelnemers voor zich hebben gezet.” Bij het uitvoeren van de krijgerhouding, waarbij je in grote spreidstand gaat staan en je armen boven je hoofd strekt, moeten deelnemers bijvoorbeeld zorgen dat ze de fles goed blijven vasthouden en tegelijk mooi in evenwicht blijven.

Hoewel het een ongewone vorm is, blijft de kern voor Monteiro onveranderd. “Het opzet blijft dezelfde. Het doel blijft dat mensen zich beter voelen, op fysiek, mentaal en emotioneel vlak. Er zijn veel manieren om daartoe te komen. Dat kan in een traditionele studio met muziek of tussen bomen, maar ook tussen brouwmachines. Zo bereik je ook mensen die misschien anders nooit aan yoga zouden doen. Ooit gaf ik zelf ook een yogasessie op een ochtend na een laat feest in een Brusselse nachtclub. Met vermoeide deelnemers, die er verse energie uit konden halen (lacht).”

Andy Furniere

BRUSSEL HELPT 2024

Dit jaar zet Brussel Helpt zich in voor Accolage, een organisatie die burenhulpnetwerken opzet in de strijd tegen eenzaamheid.

Doe mee: maak of eet op 23 november spaghetti voor Brussel Helpt. Ga naar brusselhelpt.be

BRUZZKET-WEEKENDTIPS

Weet je niet wat te doen in het weekend? BRUZZKet geeft elke week drie leuke tips om te doen in de stad.

Check al onze tips op Instagram of BRUZZKet.be

De slaapkamer

Marouane

Marouane is veertien. Hij speelt rugby en is net opgeroepen voor een training bij de nationale ploeg: “Je mag de mensen vastpakken en op de grond gooien. Dat mag, dat is de sport. Als ik boos ben, kan ik dat gebruiken.”
‘Ik

ben soms wel een beetje

dramatisch’

Elke week gaat BRUZZ op bezoek bij een kind in Brussel in zijn of haar slaapkamer. Deze keer is dat bij Marouane die zijn toekomst ziet op het rugbyveld. “Ik wil graag wereldkampioen met België worden.”

door Marjon Udo foto Saskia Vanderstichele

Wat zien jouw sneakers er nog netjes uit. Nieuw?

Ja, ik heb ze twee dagen geleden gekregen voor mijn verjaardag en ben er heel erg zuinig op.

Naar welke school ga je?

Ik ga naar de kunsthumaniora in Laken. Daar volg ik lessen muziek. Ook andere vakken, maar muziek vind ik het leukst.

Welk instrument speel je?

Trompet. Al zeven jaar. En op school moeten we ook piano leren.

Wat vind je zo leuk aan de trompet?

Het geluid vind ik heel aangenaam. Ik heb het een keer geprobeerd en hoe beter ik werd, hoe leuker ik het geluid vond.

Zie je voor jezelf een toekomst als trompettist?

Niet als beroep, denk ik, maar wel altijd als hobby. Ik stop binnenkort met trompetles aan de muziekschool. Maar dan ga ik wel theater doen.

Wil je dan acteur worden?

Nee, iets met sport. Ik hou echt van sport. Theater is leuk, want dan mag je dramatisch doen. Ik ben soms wel een beetje dramatisch.

Geen theater, geen trompet, maar wel sport. Ik kan niet afleiden uit jouw kamer welke sport je doet. Ik speel rugby. Echt een superleuke sport.

Wat vind je er zo leuk aan?

Je moet elkaar duwen, je mag de mensen vastpakken en op de grond gooien. Dat mag, dat is de

sport. Als ik boos ben, kan ik dat gebruiken.

Wie is je favoriete rugbyspeler?

Ah ... dat is moeilijk. Ze zijn echt allemaal favoriet, maar ik denk dan toch Cheslin Kolbe van Zuid-Afrika. Zij hebben het beste team van de hele geschiedenis, vind ik.

Heb je zijn truitje?

Nee, er zijn geen truitjes met namen. Ik heb wel het shirt van Zuid-Afrika en van een paar andere landen. En een paarse training van Anderlecht, omdat ik daar speel.

Hoe vaak train je?

Twee keer per week en op zaterdag meestal match. Deze week ga ik drie keer trainen, want ik mag overmorgen meedoen aan een selectie voor het nationale team.

Dat klinkt superspannend. Is er veel concurrentie?

Toch wel. Van overal in België doen er mensen mee.

Wat wil je nog verbeteren aan je rugbyspel?

Snelheid, want je moet echt snel kunnen doorlopen. En rugbytackles, dus de mensen vastnemen en op de grond gooien. Allee, niet echt gooien. Ik ga morgen op training heel hard mijn best doen. Hopelijk word ik geselecteerd.

Liever wereldkampioen of olympisch kampioen rugby? Wereldkampioen.

Verwacht je dat je je hele leven in Brussel zal blijven?

Ik denk het wel. Brussel is mijn

stad. Ik woon hier al heel mijn leven, ben hier geboren. De sfeer is fijn. Heel veel mensen zijn hier lief.

Welk land wil je graag bezoeken?

Japan. Manga is daar geboren, dat wil ik daar meer ontdekken. En sushi vind ik ook heel erg lekker. Net zoals noedels, maar dat is Chinees.

Wat mis je het meest als je op vakantie bent?

Mijn bed. Dat is echt zalig.

Wat zou je veranderen aan de buurt als je burgemeester was?

Ik wil dat niet zijn. Als je één slecht ding doen, dan praat iedereen over jou van:’Wat heeft hij gedaan!? Wat een loser.’

Wie bewonder je?

Mogen dat ook meerdere personen zijn?

Natuurlijk.

Mijn familie. Ze leren me alles.

Reeks nalezen?

Lees de hele reeks op www.BRUZZKet.be/slaapkamer

‘IL M’ARRIVE D’ÊTRE UN PEU DRAMATIQUE’

FR Chaque semaine, BRUZZ rend visite à un petit ket de Bruxelles dans sa chambre à coucher. C’est au tour de Marouane. Il est en secondaire artistique, joue de la trompette et suit des cours de théâtre. Son avenir, il le voit sur un terrain de rugby. « J’aimerais devenir champion du monde avec l’équipe nationale belge. »

“Ik wil nooit burgemeester zijn. Als je een slecht ding doet, noemt iedereen je een loser”
‘SOMETIMES I CAN BE A BIT DRAMATIC’

EN Every week, BRUZZ visits a child in Brussels in their bedroom. This time we meet up with Marouane. He does art in secondary school, plays the trumpet, and takes acting classes. He sees his future on the rugby field. “I would like to win the world championship with Belgium,” he says.

Geschiedenis Lucas Catherine schrijft over de ‘Kassaa’

‘Vlaamsesteenweg is boeiender dan de Dansaertstraat’

De Vlaamsesteenweg, een smalle straat met veel hippe restaurants, was eeuwenlang een belangrijke verbindingsweg naar en door Brussel. “Een volkse buurt van middenstanders was het,” zegt Lucas Catherine, die een historisch boekje over de Steenweg schreef. “Mijn overgrootmoeder liep er als melkwijf rond.”

Lucas Catherine schreef eerder boeken over de kolonisering en het Israëlisch-Palestijnse conflict, maar de jongste jaren buigt hij zich vooral over Brussel, de stad waar hij al jaren woont en die hij als zijn broekzak kent. Zo nam hij eerder de Vismarkt onder de loep. Ditmaal dook hij in de geschiedenis van de Vlaamsesteenweg. Het is een boekje van honderd pagina’s geworden met behalve historische feiten ook legendes en verhalen, bijvoorbeeld over de beruchte gravin Olympia Mancini. Zij zou eind zeventiende eeuw de opdracht hebben gegeven voor de bouw van het Bellonahuis, het stadspaleis met de magnifieke gevel, verborgen achter het nummer 46. “Het zijn de verhalen van de straat, van de kasseien,” zegt Catherine, die zichzelf “historicus van Vergeten Zaken” noemt.

Waarom hij deze keer voor de Vlaamsesteenweg koos en bijvoorbeeld niet voor de nog bekendere Dansaertstraat? “De Dansaertstraat vind ik veel minder interessant, die kan niet buigen op een verleden. De Vlaamsesteenweg gaat terug tot de negende eeuw. De Dansaertstraat werd pas eind negentiende eeuw aangelegd,” vertelt Catherine. “Bovendien was de Vlaamsesteenweg eeuwenlang de slagader van de stad, gelegen op de oude hertogelijke weg, die Keulen met Brugge verbond.”

De Vlaamsesteenweg heette aanvankelijk gewoon Steenweg, in de volksmond Kassaa. “Het was namelijk de eerste geplaveide weg van Brussel,” legt Catherine uit. Voor hem behoort ook de huidige Katelijnestraat tot de Steenweg. “In dat stukje begon immers de bewoning en bebouwing. Het stopte aan de voormalige Katelijnepoort, het huidige Katelijneplein, waar de eerste stadsomwalling lag.”

Tussen de dertiende en de vijftiende eeuw breidde de stad zich verder uit langs de Steenweg, eerst tot aan de Verlorenkostpoort, die ter hoogte van de huidige Varkensmarkt stond, vervolgens tot aan de Vlaamsepoort. Die was onderdeel van de tweede omwalling, vandaag de kleine Ring.

Opvallend: de armsten, het werkvolk, werden steeds meer naar achteren geduwd, weg uit het centrum. “Een eerste vorm van gentrificatie,” meent Catherine. Dat gebeurde met name in de tweede helft van de negentiende eeuw toen burgemeester Karel Buls het centrum met zijn ‘ongezonde’ gangetjes en impasses, bevolkt door arbeiders, wilde saneren. Onder zijn

“Mijn overgrootmoeder liep met haar stuutkeir en haar trekhond door de straat met melk en eieren”

impuls werd vanaf 1891 de Dansaertstraat aangelegd als chiquer en breder alternatief voor de smalle Steenweg, die men in het Frans gewoon ‘rue de Flandre’ ging noemen. Veel steegjes en gangetjes werden in die tijd opgedoekt en het proletariaat verkaste naar het achterste deel van de Vlaamsesteenweg.

Behalve het historische belang speelt ook een persoonlijke reden mee bij Catherines interesse voor de Steenweg. Zijn overgrootmoeder verkocht er voor de Eerste Wereldoorlog melk en eieren. “Ze was een melkwijf. Ze liep met haar stuutkeir en trekhond door de straat. Het woord wijf had toen geen negatieve bijklank, het betekende vrouw met een zelfstandig beroep. In de oorlog namen de Duitsers haar trekhond en ketting in beslag en moest ze stoppen. Ze heeft er achteraf 110 frank schadevergoeding voor gekregen.”

Inspiratie voor Elsschot

De Steenweg was van meet af aan een volkse straat van middenstanders. Vanaf het jaar 1000 deden volgens Catherine de brouwers hun intrede. Ze brouwden in hun eigen staminees en

gebruikten het water van de nabijgelegen Zenne. Al snel kregen ze het gezelschap van bakkers, slagers, kleermakers, kantwerkers en timmerlui. De middenstand zou het karakter van de Steenweg bepalen tot het eind van de twintigste eeuw. Niet voor niets koos Willem Elsschot, die een tijd kantoor hield in de buurt, de Vlaamsesteenweg als decor voor zijn dubbelroman Lijmen/Het Been. De smederij waar het personage van de oude mevrouw Lauwereyssen belazerd werd door reclameoplichter Boorman lag wellicht in een gangetje achter het huidige nummer 62. Een kunstwerkje van Benoît Van Innis tegen de gevel herinnert de voorbijganger aan deze opmerkelijke literaire episode.

Rond de eeuwwisseling begonnen de kleine middenstanders de concurrentie te voelen van de nieuwe, grotere winkels als Delhaize en later de Sarma, het eerste echte grootwarenhuis.

Om zich tegen deze concurrenten met hun grote reclamebudgetten te wapenen organiseerden de commerçanten van de Vlaamsesteenweg in 1923 een grote

Lucas Catherine schreef eerder over het Israëlisch-Palestijnse conflict, maar buigt zich nu vooral over Brussel. “Ik vertel de verhalen van de straat, van de kasseien,” zegt Catherine, die zichzelf historicus van Vergeten Zaken noemt.

braderie, een bierkermis, gecombineerd met koopjes, die twee weken duurde. In de loop der jaren werd de braderie geleidelijk aan ingekort, maar ze bestaat na meer dan honderd jaar nog steeds, nu onder de naam brocante en beperkt tot een weekend. De editie 2024 is net voorbij en was weer een succes. “Een bewijs,” aldus Catherine, ‘dat de Steenweg leeft.”

Naar aanleiding van de verschijning van zijn boek opent er op 11 oktober

overigens ook een kleine expo over Negen eeuwen Vlaamsesteenweg in La Buanderie/ Passa Porta in de Dansaertstraat. En er is meer: in januari zal acteur Jamal Boukhriss een monoloog over de Steenweg spelen in enkele staminees van de kassaa.

Lucas Catherine, Als kasseien konden spreken. Negen eeuwen Vlaamsesteenweg in Brussel. Mammoet (EPO), Antwerpen

Wat we nog niet wisten over de Steenweg

1Executies aan de Vlaamsepoort

Een van de belangrijkste historische gebeurtenissen aan de Vlaamsesteenweg is de repressie na de val van de Brusselse republiek, een korte episode in de Brusselse geschiedenis waarin de protestanten de macht overnamen. De protestantse geuzen in Brussel waren eind zestiende eeuw in opstand gekomen tegen het roomse gezag en het terreurbewind van de Spaanse hertog Alva. Ook de veelal protestantse middenstanders van de Vlaamsesteenweg deden mee. Toen Alva in 1572 een extra belasting op de handel hief, sloten ze hun zaken. Uiteindelijk wist de Stad Brussel zich in 1576 te ontworstelen aan het Spaanse gezag en werd de Brusselse republiek gesticht, die negen jaar zou duren. In 1585 moest het protestantse gezag zich overgeven. “De aanhangers van de republiek die niet waren gevlucht werden aan de Vlaamsepoort opgehangen of onthoofd,” zegt Catherine. “Dit hele verhaal is weinig bekend omdat het door het katholieke onderwijs, dat de protestantse republiek als een smet beschouwde, onder de mat is geschoven.”

2‘Bollekes, Maria’

Nadat België in 1908 Congo als kolonie had overgenomen van koning Leopold II, arriveerden ook de eerste Congolezen in Brussel, doorgaans ex-matrozen van de Congoboten of boys die tijdens een vakantie in België waren gaan lopen of waren ontslagen. Velen vestigden zich in de buurt van de Steenweg. Op nummer 14 was een opvangtehuis. Daar verbleef ook Simon Lisasi. Het verhaal gaat dat hij suikerbakker Vos, gevestigd op nummer 146, op het idee bracht om de suiker die overbleef na het maken van maskesvlies (spekjes) te bakken tot een harde, zwarte suikerplaat.

Die werd gearomatiseerd met anijs en vervolgens met een hamer in brokjes geslagen. Karabougia (Swahili voor brok snoep) heette dat nieuwe snoepje dat eigenlijk een recyclageproduct was en ‘chocolade voor de armen’ werd genoemd. Simon Lisasi en andere zwarte verkopers liepen ermee rond in de wijk. “Mijn ouders zagen hen nog de staminees binnenkomen, met een grote rieten schotel op hun schouder,” vertelt Catherine. “‘Bollekes, Maria,’ riepen ze, want ze noemden elke vrouw Maria.”

Na de oorlog, in 1919, richten die Congolezen de Union Congolaise op, die al gauw als gevaarlijk

beschouwd werd. In 1930 verbood koning Albert I dan ook aan kolonialen op verlof om nog zwarten mee te brengen.

3

Geen vitrines met rood licht, maar een paling op een stok

In de kroegen tussen de Vismet en de Vlaamsesteenweg, in het Naam Jezusstraatje of Het Land van Luikstraatje bijvoorbeeld, tierde de prostitutie welig. “Vitrines met rode of blauwe lichten bestonden nog niet. Bazinnen van staminees die bereid waren om met klanten ‘naar boven’ te gaan, hingen een paling op een stok

aan hun gevel,” vertelt Catherine, die het verhaal hoorde van de dochter van een prostituee uit de buurt.

4

Klooster dicht wegens wangedrag Nog meer lichte zeden. Aan de linkerkant van de Steenweg, tussen de Katelijnepoort (nu Katelijneplein) en de Papenvest, zat eeuwenlang het Jerichoklooster, een groot domein omringd door kloostermuren. De ingang lag waar nu gemeenschapscentrum De Markten zich bevindt. Het klooster werd rond 1235 gesticht door de Orde van de

Witte Joffrouwen, een orde van boetedoende publieke vrouwen. “Maar de Witte Joffrouwen waren niet onbesproken,” zegt Catherine. “Er wordt gezegd dat er naast veel bedden twee paar pantoffels stonden.”

Het klooster raakte zodanig in opspraak dat de Witte Vrouwen midden vijftiende eeuw vervangen werden door de reguliere kanunnikessen van Sint-Augustinus. “Ook toen lukte het niet helemaal met de tucht en uiteindelijk heeft keizer-koster Jozef II het klooster, dat hij bestempelde als een ‘nutteloze orde’, in 1783 opgeheven.”

5

Te weinig rijken voor een pissijn

De hygiënische toestanden in de dichtbevolkte impasses en steegjes langs de Vlaamsesteenweg waren slecht. In een gang met verschillende huizen was vaak maar één toilet. De mensen pisten op straat in een hoekje. Regelmatig werd de wijk en de rest van de stad dan ook getroffen door besmettelijke ziekten. Daarom bedacht het stadsbestuur in de negentiende eeuw dat er pissijnen moesten komen. Aanvankelijk waren het eenmanspissijnen ingewerkt in het onderste deel van de gaslantaarns. Met de opkomst van de elektrische straatverlichting kon dat niet langer, wegens elektrocutiegevaar. Pissijnen voor twee wilde het gemeentebestuur niet. Die schaden het fatsoen, want ondeugd gebeurt met twee. Dus werden het constructies voor vier. In de Vijfhoek werden 120 urinoirs geïnstalleerd, vooral in de rijkere straten. “Maar in de Vlaamsesteenweg kwam er geen,” zegt Catherine. “Daar passeerde te weinig chique volk.”

Pionier van de familie

“Ik heb een ticket gekocht voor uw show,” zei een onbekende toen ik een tweetal weken geleden nietsvermoedend Reset binnenwandelde voor mijn jaarlijkse reünie met oud-collega’s op het studentenfestival Brussel Brost. De kaartverkoop van mijn show loopt goed. Dat wist ik. Dat ook vreemden een ticketje zouden kopen voor een uit de hand gelopen familiefeest, had ik echter nooit verwacht. De onbekende – een man, zeer extravert en joviaal – bleek een Limburger. Uiteraard. Ik kan niet ontkennen dat het iets met me deed.

Kathleen Peters is stand-upcomedian, Limburgse, maar woont in Brussel. Binnenkort keert ze terug naar de heimat voor een eenmalige show over de verschillen tussen Brussel en Limburg. Ze schrijft tweewekelijks over wat haar opvalt.

In de tien jaar dat ik in Brussel woon heb ik veel mogen voelen. Soms voelde ik me slecht, maar nog vaker goed. Een paar keer dacht ik zelfs de liefde van mijn leven te hebben gevonden. Toch kan geen enkele sensatie op tegen het befaamde Limburggevoel: de gelukzaligheid om buiten Limburg bij toeval een gouwgenoot tegen het lijf te lopen. Altijd een nostalgisch, vertrouwd moment. Het is niet

zoals die zogenaamde runner’s high waarvan iedereen zegt dat die ooit komt: het Limburggevoel bestaat echt, al meteen van bij de eerste ontmoeting. Ik moet niet eerst tien kilometer lopen.

Als ik het accent ontwaar, vraag ik meteen waar iemand vandaan komt. En of ze – willekeurig een naam van iemand uit dat dorp citerend – die of die kennen. Meestal blijkt dat toevallig zo te zijn.

Ik klik altijd direct met andere Limburgers in Brussel. Er is die onzichtbare band. Zij hebben waarschijnlijk hetzelfde doorgemaakt als ik, toen ik als 18-jarige pionier van de familie als eerste buiten de grenzen van de provincie ging wonen. (Ik kende Brussel enkel van een schoolreis, waar ik het Europees Parlement bezocht, al ken ik nog altijd het verschil niet tussen de Europese Commissie en de Europese Raad.)

Traag spreken

Die samenhorigheid kan misschien aan het feit liggen dat iedereen altijd moet benoemen dat je uit Limburg komt en trager spreekt dan de rest. Alsof ik dat zelf niet wist. Grappig in dat opzicht: ik moet dat telkens benoemen

wanneer ik op de planken sta en een stand-upcomedyset doe. Ik móét zeggen dat ik van Limburg kom, en dat ik langzamer mijn punt maak, anders blijft het publiek een beetje op zijn honger zitten. Alsof het pas echt kan beginnen, als ik dat simpele feit openlijk erken.

In mijn zaalshow, die eind november plaatsvindt en waarvoor een onbekende dus trots een ticketje kocht, ga ik verder op dat gevoel. Ik zal als een soort missionaris terugkeren naar Zutendaal om daar te vertellen wat ik in het grote, stedelijke Brussel allemaal heb meegemaakt en wat ik vooral geleerd heb over mezelf én Limburg.

Eén ding kan ik alvast al verkondigen: hoe hard ik ook gepland had om een Brusselse te worden en hoe hard ik me ook thuis voel in Sint-Joost, ik ben precies nooit meer Limburger geweest dan sinds de dag dat ik elders ging wonen.

Reeks nalezen?

Wie alle columns van BRUZZ wil herlezen, kan de teksten terugvinden op BRUZZ.be/column

Uw gids door de culturele agenda 11 > 17/10

‘Je mag ook rappen over smurfen of karpervissen’

De Ancienne Belgique viert 35 jaar nederhop met het eendagsfestival Rapsalon. Amsterdammer Bob uit Zuid en Brusselaar Joris Ghysens, alias DJ Vega van STIKSTOF, zetten een boom op over ruim drie decennia spraakwatervallen en seriewoordenaars.

door Tom Peeters

Bob Dijkshoorn (29) zit gewoon thuis in Amsterdam-Zuid als hij op ons Zoom-scherm oplicht. Joris Ghysens (38) schuift mee aan vanuit Brussel. De twee kennen elkaar slechts zijdelings. “We zijn elkaar al tegengekomen in de studio boven Les Brasseurs,” zegt Ghysens. “En laatst heb ik je even gezien op een STIKSTOFshow,” pikt Dijkshoorn in. Maar al stammen ze uit andere landen en generaties, voor beiden verliep het eerste contact met Nederlandstalige hiphop via Osdorp Posse, in 1989 ook de allereerste Nederlandstalige rapgroep. Met de bandnaam verwees frontman Def P naar het stadsdeel in Amsterdam-West waar zijn posse vandaan kwam. De doorbraak volgde midden jaren 1990. Ghysens vond hun geluid toen heel nice, maar nu is het “niet echt mijn ding meer.” Dijkshoorn moet lachen: “Het klinkt inderdaad wat gedateerd, maar toen ik voor het eerst dat stemmetje hoorde, en de rare dingen die hij zei, vond ik dat heel vet. Def P heeft me zeker geïnspireerd. Het verschil met die pionierstijd is dat er intussen veel coole Nederlandstalige muziek bij is gekomen, en dan niet alleen hiphop, maar ook bijvoorbeeld een act als Elmer, een soort dance met Nederlandse teksten.”

Ghysens: “In België had je in het begin alleen ABN (hun doorbraaksingle ‘Algemeen Beskaafd Nederlanz’ uit 1998 was een collab met Def P, red.) en ’t Hof van Commerce. Zeker hun eerste album vond ik heel vet klinken. Die rauwere sound vond je ook bij Wu-Tang Clan.” Dijkshoorn, die toen nog kleuterschool liep, zegt het allemaal niets. “Er was toen ook amper internet. Met TikTok of Instagram zijn er nu geen grenzen meer. Mijn eerste kennismaking met (Nederlandstalige) Belgische hiphop bestond uit STIKSTOF en Zwangere Guy. Dat vond ik heel vet, omdat ze veel meer met taal speelden dan in Nederland, waar het zeker bij het Top Notch-label meer ging om stoer doen. Je had natuurlijk De Jeugd Van Tegenwoor-

dig, die wel grappig waren, maar de teksten van Zwangere Guy gingen veel dieper, waren meer real. Ik ben nu een paar keer in Brussel geweest en het is volgens mij ook gewoon een heftige stad. Ik heb een pleurishekel aan het massatoerisme in Amsterdam en al zijn sandwichwinkels. Ik hou van een stad die een beetje real is. Amsterdam-Zuid is dat trouwens niet echt. Daar wonen de rijke mensen: schone buurt, maar niet heel spannend. Daar haalde ik mijn inspiratie voor het karakter Bob uit Zuid, die het soms net iets te goed heeft.”

België-Holland

Zwangere Guy is een opvallende gast op Heilig, het eerder dit jaar verschenen tweede album van Bob uit Zuid – meer dan een karakterkop een trio, met ook een gitarist en een bassist. “Twee dagen hebben we intensief rhymes gebouwd. In jullie studio boven Les Brasseurs – spreek ik het goed uit? Een heel vette plek trouwens, zo midden in de stad. Ik heb er geleerd dat je voor het beste resultaat fysiek moet samenzitten. Hadden we elkaar online om de beurt wat verses toegestuurd, we zouden elkaar nooit zo gezwind hebben afgewisseld als nu in het refrein van ‘Curlen’. Die vibe is echt in de studio ontstaan.”

Dijkshoorn moet wel toegeven dat hij sommige woorden gewoon niet begreep. “Wij Belgen begrijpen de meeste Hollandse muziek,” vertelt Ghysens. “Andersom is dat niet zo, door al die uiteenlopende dialecten hier.” Dijkshoorn: “Ik ben jaloers, omdat jullie ook Franse hiphop begrijpen, en wij niet.” Als kind van de ook hier bekende columnist Nico Dijkshoorn was zijn interesse om te gaan schrijven al op jonge leeftijd aangewakkerd. “Toch is het in de eerste plaats vooral een heel leuke vader,” lacht de zoon, voor wiens raptrio de zaken nu ook beginnen te rollen in Vlaanderen. “Als liveband hebben we wat meer Urban Dance Squad-achtige vibes dan een standaard rapcrew, wat voor extra spankracht zorgt. We stonden al op Pukkelpop en ons concert in

“Voor STIKSTOF is optreden in Holland mooi meegenomen, maar nooit echt een doel geweest, want verlieslatend”
Joris Ghysens aka DJ Vega

Trix in Antwerpen is inmiddels uitverkocht, maar we willen meer. Het is ook gewoon leuk om onze horizon te verruimen en af en toe een nachtje in België te slapen.”

Voor Belgische hiphopcrews is de Nederlandse markt harder om kraken, zegt Ghysens: “Cru gezegd is Holland voor STIKSTOF mooi meegenomen, maar nooit een doel geweest, want verlieslatend. Als soloartiest is het makkelijker om er een carrière uit te bouwen. Wij hebben er een tiental keer opgetreden en al snel beslist om er onze zinnen niet op te zetten. We zijn ook geen 18 meer.”

De jeugd van vroeger en nu

Gepolst naar hun nederhoptop valt twee keer de naam Opgezwolle. “Zowel voor mij als voor mijn collega DJ Proceed is dat het allerhoogste niveau,” zegt Ghysens over het trio uit Zwolle dat tussen 2001 en 2006 drie albums uitbracht en daarna splitte. “De beats van dj-producer Delic waren onovertroffen, net als de manier waarop Rico en Sticks hun raps afwisselden. Ze maakten doordachte teksten over herkenbare situaties.”

Dijkshoorn van zijn kant vindt het “ziek hoe ze met taal speelden. Voor mij was ook

© MAARTEN VAN DE KAMP

Amsterdammer Bob uit Zuid (centraal op deze foto) en Joris Ghysens, alias DJ Vega van STIKSTOF (zie foto op de vorige pagina), zijn twee van de nederhoppers die in de AB 35 jaar hiphop uit de Lage Landen vieren: “In Belgische rap werd veel meer met taal gespeeld.”

Met de jongste generaties nederhoppers is Dijkshoorn niet altijd mee. “De focus ligt te veel op hitjes die via TikTok viraal kunnen gaan. Een goed tegengif vond ik IJsland, het recente album van Abel (van het Burning Fik-label, red.) en Sef. Je hoort dat die twee gasten gewoon zin hadden om iets te maken in de studio zonder zich af te vragen of het zou aanslaan. Ook ik moet altijd fan zijn van wat ik creëer.” Dat gevoel overheerst ook bij Ghysens bij het samenstellen van zijn dj-sets. “Ik zal nooit iets draaien wat ik zelf niet graag hoor. Tegenwoordig ga ik vaak voor tracks van het Rafting Goods-collectief. Dat is echt onze stijl. Of neem Vinny, die kwam voor mij echt uit het niets. Zijn teksten en zeker de beats zijn rauw en wat schatplichtig aan het Amerikaanse Griseldalabel van rapper Westside Gunn en zijn broer Conway. Het hoeft dus niet allemaal oldskool te zijn. In de AB hebben we trouwens Coi mee, een jonge, talentrijke rapper die zelf ook beats maakt en in de Belgische freestylescene tot de top behoort. Door hem wat tracks live te laten brengen, kunnen wij even pauzeren.”

de satirische blik van De Jeugd Van Tegenwoordig een grote inspiratie. Zij deden me inzien dat het niet altijd over je eigen leven hoeft te gaan, en hoe vet of hoe zwaar dat is. Het kan ook over smurfen of karpervissen gaan. Maar ik ben net zo goed onder de indruk van Jazz Brak, die als een dichter in drie zinnen een gevoel of een straat neerzet.”

L’AB FÊTE LES 35 ANS DU NEDERHOP

FR La graine de « Nederhop » plantée en 1989 par Osdorp Posse a donné un jardin luxuriant. Depuis 35 ans, le hip-hop néerlandais est populaire chez nous et l’AB fête cela avec le nouveau festival d’un jour Rapsalon. L’Amstellodamois Bob uit Zuid et le Bruxellois Joris Ghysens, alias DJ Vega de STIKSTOF, vont mettre le feu aux platines. « La vision satirique de De Jeugd van Tegenwoordig était très inspirante », explique Bob uit Zuid. « Ils m’ont fait comprendre qu’il ne faut pas toujours parler des difficultés de la vie. On peut aussi parler de schtroumpfs ou de carpes. »

Bob uit Zuid tekent in de AB voor zijn Brusselse livedebuut. Dijkshoorn wil zeker ook Extince zien. De man die nu bijna 30 jaar geleden met ‘Spraakwater’ de eerste nederhophit scoorde, blijft een icoon. “Niet zozeer voor mij. Ik vond Osdorp Posse altijd vetter. Maar zo krijg ik samen met het jonge publiek de kans om met terugwerkende kracht te checken hoe het er voor onze tijden toeging.”

De Ancienne Belgique opent de deuren van zijn Rapsalon op 11/10, abconcerts.be

THE AB CELEBRATES 35 YEARS OF NEDERHOP

EN The seed of Nederhop planted by Osdorp Posse in 1989 has grown into a lush garden. Dutch-language hip hop has for 35 years been winning ground and the Ancienne Belgique is celebrating this with its new festival Rapsalon. Amsterdam-based Bob uit Zuid and Brusselsbased Joris Ghysens, aka DJ Vega of STIKSTOF, are coming to shake things up. “Osdorp Posse does sound a bit dated now, but when I first heard their music, I thought it was very bold,” Bob uit Zuid says. “With the youngest generations, the focus is too much on creating viral TikTok hits.”

ACTRESS B2B SKEE MASK

DIAKI

TRAVELLA EHUA B2B MANKIYAN

KLINCK

KWARTENG

(LIVE)

KAFIM

RICHARD MARTIN & KMRU KODE9 PRESENTS " ESCAPOLOGY " (LIVE A/V) KODE9 PRESENTS HISTORY OF HYPERDUB SET " LANARK ARTEFAX (LIVE A/V)

LAUREL HALO PRESENTS " ATLAS " WITH LEILA BORDREUIL LORENZO SENNI

MAXIME DENUC MOSES YOOFEE TRIO NEK NEW YORK NMSS NVST O’SIMMIE B2B YOOTH YOOTH PHANOM PLUS44KALIGULA PÖ RADIO HITO SARA DZIRI B2B ZOUZIBABE SKYH1 & MIKA OKI (LIVE A/V) TRATRATRAX W/ BITTER BABE B2B NYKSAN, MAOUPA MAZZOCCHETTI & SIMO CELL

UNOS B2B AZO

VAN BOOM (LIVE) VARG2 TM VICTOR DE ROO WUTANGU XAXALXE ZULI

ABRUPT.BRUSSELS

Pop & Jazz Film

Koningin van de nacht

Arooj Aftab, een Pakistaanse die New York als thuisbasis koos, groeide de voorbije jaren uit tot de revelatie van een nieuwe lichting singer-songwriters die uit verschillende tradities put zonder zich aan één stijl te willen binden. Aftabs muziek ademt zowel oosterse mystiek als Latijns-Amerikaanse weemoed, een westerse toets indie en middernachtelijke jazz. En dan die smachtende, mijmerende stem. Een uniek recept, dat haar dit jaar naar een nieuw hoogtepunt stuwde op haar album Night reign.

AROOJ AFTAB 16/10, Bozar, bozar.be

Luciferkopjes

Tindersticks is al sinds eeuwen – of zo lijkt het toch – onze vaste soundtrackleverancier wanneer de bladeren oker kleuren en de zon zich amper boven de horizon hijst. Frontman Stuart Staples wikkelde zijn weemoedige stembanden en droeve hondenogen de voorbije maand rond het album Soft tissue, een soulvolle deken waarin seventiesblazers, kirrende backings en zoete strijkers je als luciferkopjes in de duisternis licht toewerpen.

TINDERSTICKS 17/10, Koninklijk Circus, cirque-royal-bruxelles.be

Vervelling

Nuits Sonores, het festival voor elektronische muziek en aanverwanten, vervelt dit jaar tot Abrupt. In die nieuwe huid wil deze vierdaagse een grootstedelijk labo zijn voor “innovatieve muziek, dialoog en maatschappelijk debat.” Een hele boterham, die organisator Reset belegt met lezingen, conferenties en cutting-edge concerten van onder meer Laurel Halo, Skee Mask, Victor De Roo, Bolis Pupul en Mika Oki. (TZ)

ABRUPT 9 > 13/9, verschillende locaties, abrupt.brussels

De vele levens van Lee

Gevierd fotograaf, gerespecteerd lid van de surrealistische kunstbeweging, muze van Man Ray, oorlogscorrespondent, model, chefkok, moeder en een van de eersten die de horror van de concentratiekampen op beeld vastlegden. Lee Miller leidde een wel héél rijk leven. Regisseuse Ellen Kuras probeert dat samen te ballen in een speelfilm en beschikte met Kate Winslet (Titanic, Mare of Easttown, Revolutionary Road) over een van de beste actrices van haar generatie.

LEE UK, dir.: Ellen Kuras, act.: Kate Winslet, Marion Cotillard, Andrea Riseborough

Weinig Nana, veel Niki

De Franse popartkunstenares Niki de Saint Phalle verwierf wereldfaam met haar Nana’s: levensgrote, felgekleurde sculpturen van oervrouwen. Maar die spelen geen hoofdrol in het regiedebuut van Céline Sallette. Zij concentreert zich liever op de vele tegenslagen, trauma’s en hindernissen die Niki de Saint Phalle moest overwinnen om te kunnen uitgroeien tot wie ze was. Charlotte Le Bon zet de kunstenares met verve neer.

NIKI FR, dir.: Céline Sallette, act.: Charlotte Le Bon, Damien Bonnard

Ozon aan de champignon

François Ozon filmt sneller dan zijn schaduw en wisselt vlot van register. 8 femmes was een musical, Frantz een romantisch drama in de nasleep van WO I en Grâce à Dieu een aanklacht tegen misbruik in de Kerk. Dit keer schurkt hij tegen de uit het leven gegrepen misdaadromans van Simenon aan. Een vereenzaamde, oudere dame kokkerelt met zelfgeplukte champignons. Is het haar fout dat er een giftige tussen zat? (NR)

QUAND VIENT L’AUTOMNE FR, dir.: François Ozon, act.: Hélène Vincent, Josiane Balasko, Ludivine Sagnier

Lee
Arooj Aftab

Klein onderhoud

Pianist Daan Vandewalle wakkert de liefde voor Schönberg aan

‘Zijn werk verklankt een wereld in verval’

Neen, Arnold Schönberg heeft niet meteen de reputatie makkelijke ontspanningsmuziek te schrijven. En toch wil Flagey je tijdens een driedaags festival verliefd laten worden op de composities van de Oostenrijkse Amerikaan. Voor pianist Daan Vandewalle, die tijdens Aimez-vous Schönberg? ook stukken van diens leerlingen Alban Berg en Anton Webern speelt, hoeft die complexiteit alvast geen probleem te vormen. “Het is muziek die een inspanning vraagt. Van mij als uitvoerder, maar ook van het publiek. Zoals alles in de kunst vereist ze een vorm van opvoeding. Hoe beter je de tonale taal begrijpt, hoe meer plezier. Het is simpelweg een kwestie van de code te kennen. En in het geval van Schönberg is die code eigenlijk heel gemakkelijk. Zijn muziek is een metafoor voor de maatschappij die in elkaar stort, voor het ter ziele gegane keizerrijk in Wenen. Schönberg neemt als basis van zijn muziek vaak de typische driekwartsmaat van de wals en deconstrueert die dan helemaal.”

Voor toenmalige Oostenrijkers moet het een enorme schok zijn geweest om zo met de neus op de feiten van het verval te worden geduwd. Die schokgolf dijt tot vandaag uit. Want zelfs op zijn honderdvijftigste geboortedag blijft de naam Schönberg synoniem staan met bitter wringende, dissonante klanken.

“Terwijl hij net zo zorgzaam schrijft,” vertelt Vandewalle. “Hij zet geen noot te veel op papier. Als je hem ziet binnen die tijdgeest, is het als uitvoerder belangrijk om hem niet als een moderne experimenteel weg te zetten. Dan moet je zijn partituren net met een soort Wienerische zwier meeslepend laten klinken.”

Bovendien vindt Vandewalle het niet correct om alle muziek van Schönberg op een hoop te gooien, zoals al te vaak gebeurt. “Hij heeft zogezegd alleen maar lastige muziek geschreven. Dat is natuurlijk onzin. Elke componist heeft toegankelijke en minder toegankelijke werken. Het verschil tussen Beethovens Vierde symfonie en zijn veel populairdere Vijfde symfonie is enorm. Dat wil niet zeggen dat de ene compositie beter is dan de andere. Want hoewel daar soms mee wordt gedweept, is een compositie niet per se beter als ze minder beluisterd wordt. Alleen, als je wat uitdaging aandurft, kan je nog veel meer kwaliteit ontdekken.”

JASPER CROONEN

Met het festival Aimez-vous Schönberg? viert Flagey van 10 tot en met 12/10 de 150e geboortedag van Arnold Schönberg. Daan Vandewalle speelt er op 12/10 stukken van de Eerste en Tweede Weense School, flagey.be

CITY LUX

Ray K. Metzker

“Photography is for me a grande affaire which speaks to the totality of being. Certain only is the persistence of the quest for life in light — and light in life.”

Select Aanraders van de week

Expo

Vrouwelijke vormen

Het Design Museum Brussels richt met twee expo’s de schijnwerpers op lang onderbelichte of simpelweg genegeerde kopstukken van het moderne design. In Here we are! gebeurt dat aan de hand van werken van 80 internationale vrouwelijke designers, van de pioniers over de ontwerpers uit de tweede feministische golf tot de hedendaagse grensverlegsters. Untold stories toont dan weer een eeuw Belgisch vrouwelijk design. HERE WE ARE! WOMEN IN DESIGN 1900-TODAY 16/10 > 9/3 & UNTOLD STORIES – WOMEN DESIGNERS IN BELGIUM, 1880-1980 16/10 > 13/4, Design Museum Brussels, designmuseum.brussels

Handen uit de mouwen

Podium

Toptalent Tóth

Aan de piano schopte de Nederlandse Valentina Tóth het tot in Carnegie Hall. Daarna won ze in 2022 zowel de jury- als de publieksprijs van het Amsterdams Kleinkunst Festival en werd ze door de Volkskrant uitgeroepen tot het Comedy Talent van 2023. In haar eerste, geprezen voorstelling Wildbloei toont ze dat ze kan zingen, acteren, grappig zijn en, in een afrekening met de mythe van de hysterische vrouw, zowel K3 als Medea naar haar hand kan zetten.

VALENTINA TÓTH: WILDBLOEI 14/10, CC W:Hall, kunstencultuur.woluwe1150.be

Boris in Bozar

03.10—22.12.2024

A FOUNDATION,

Ach, volstond de influistering van de muze maar. Meestal is er echter wat meer nodig om een kunstwerk tot voltooiing te schoppen. De Koninklijke Musea voor Schone Kunsten van België gunnen je middels schetsen, maquettes en ontwerpen een blik in de ateliers van eenvoudigweg noest werkende lui als Rogier van der Weyden, Rembrandt, Magritte, Constantin Meunier, Rik Wouters en Anne Bonnet.

DRAFTS. FROM RUBENS TO KHNOPFF 11/10 > 16/2, KMSKB, fine-arts-museum.be

Liefde is ... een expo

Met Love is louder schrijft de nieuwe directeur tentoonstellingen van Bozar Zoë Gray meteen een liefdesbrief aan het publiek. De expo toont werk van 80 Belgische en internationale kunstenaars als Marina Abramović en Ulay, Yoko Ono en John Lennon, Louise Bourgeois, Tracey Emin, Nan Goldin en Joëlle Dubois over de liefde. De romantische liefde en de politiek en maatschappelijk uitdagende liefde, gemaakt tussen de Summer of Love en nu. (KS)

LOVE IS LOUDER 12/10 > 5/1, Bozar, bozar.be

In plaats van gewoon door de prachtige Hortahal van Bozar te lopen, kan je er nu ook blijven stilstaan bij twee stukken van de hedendaagse Franse choreograaf Boris Charmatz. Aatt enen tionon is een herneming van een radicaal stuk uit 1996, met drie dansers die op drie niveaus van een kleine constructie zonder enig contact dansen. In het duet Herses, duo is lijfelijk contact dan weer de drijvende kracht.

BORIS CHARMATZ: AATT ENEN TIONON & HERSES, DUO 11 & 12/11, Bozar, bozar.be

Spelen met de toekomst

Mophradat is een Brusselse vereniging die kunstenaars uit de Arabische wereld samenbrengt en ondersteunt. Tijdens het tweejaarlijkse festival Read the Room zetten ze ontmoetingen op tussen schrijvers, beeldend kunstenaars, choreografen, muzikanten en filmmakers voor drie avonden vol spelletjes, variété, woorden en liedjes, en een antwoord op de vraag wat we nodig hebben voor de toekomst. (MB)

READ THE ROOM: MOPHRADAT 17 > 19/10, Kaaistudio’s, kaaitheater.be

Valentina Tóth: Wildbloei
Here we are! Women in design 1900-today

Charleroisesteenweg 17, Sint-Gillis, frank.brussels

Uitstekend nieuws: er is nu ook een Frank-vestiging in de bovenstad, met dezelfde hoge standaarden en focus op duurzame kwaliteitsproducten.

Mathias Smet is een van de interessantste Brusselse chef-koks van dit moment. Hij werkte bij Humus x Hortense en in Australië, een inspirerend paradijs voor wie het zonder dierlijke eiwitten wil doen. Toen we hoorden dat hij een tweede zaak opende, op de benedenverdieping van het Citybox Hotel aan het Stefaniaplein, maakten we ons aanvankelijk zorgen. Wat had hij te zoeken in de bovenstad, terwijl zijn adres naast De Munt zo perfect was, met die prachtige glas-in-loodkoepel in art-decostijl?

Smet blijkt niet alleen op zoek te zijn geweest naar erkenning in de bovenstad, zijn oude keuken was te krap. In Sint-Gillis

Rotor. Entangled Matter

5x2 tickets, Bozar, 16/10 > 12/1

Bozar en A+ wijden een expo aan Rotor, de Brusselse pionier in architectuur, ecologie en recycling. Mail ‘Rotor’

vond hij alle ruimte om zich nog meer te concentreren op de made from scratch-bereidingen die Frank zo typeren.

Toen we er op een middag binnenstapten, maakte de ruimte meteen indruk met haar mooie, strakke inrichting en grote ramen die uitkijken op de straat. Een fraaie, formele stijl komt tot uiting in de toonbank van hout en marmer, een lange bank langs de vitrine, zorgvuldig uitgekozen lampen en twee hoge tafels. In totaal is er plaats voor een zeventigtal gasten.

Op de kaart vind je de heerlijkheden terug waarmee de chef naam heeft gemaakt: ‘shashuka’ (18 euro), ‘eggs benedict’ (19 euro), ‘Cuban sandwich’ (18 euro), ‘American pancakes’ (16 euro). En ook de nadruk op kwaliteitsproducten – van Le Monde des Mille Couleurs, Le Champignon de Bruxelles, 3 Fonteinen, Stéphane

Blaiz Fayah

5x2 tickets, Théâtre National, 19/10

Dancehallfenomeen Blaiz Fayah en reggae-artieste Queen Omega sluiten het Festival van de Vrijheid af. Mail ‘Vrijheid’

Stuur het trefwoord, samen met je adres en telefoonnummer, naar win@bruzz.be

Longlune ... – is herkenbaar. Daarbij komt de prima specialty coffee van MOK (een espresso voor 3,20 euro) en de regelmatige aanwezigheid van een guest roaster –Replica Roasters tijdens ons bezoek.

We besloten de ‘Sweet & Savoury’-bagel (14 euro) te proberen en waren er helemaal weg van. Het warme, knapperige, luchtige en huisgemaakte brood omhulde plakjes geroosterde perzik, tomaat, pistachenoten en kruidenpesto. Als dessert was de ‘carrot cake’ (5 euro) onweerstaanbaar, met zijn toetsen van kardemom en royale cheesecake-achtige roomkaasglazuur.

Goed om weten: sinds 1 oktober kan je hier ook ‘s avonds eten, van een meer gastronomische kaart, samengesteld door Kevin Perlot (ex-VerTige).

TEKST: MICHEL VERLINDEN FOTO: SASKIA VANDERSTICHELE

Stone or waterfall

5x2 tickets, Beursschouwburg, 26/10

De Antwerpse Chloé Op de Beeck toont voor het eerst haar filmische choreografie van twee stedelijke lichamen. Mail ‘Stone’

De vijf inzichten

‘We kunnen maar zo eerlijk mogelijk liegen’

Omdat theatergezelschap DE HOE deze week De nieuwe man in het Franstalige Les Tanneurs speelt, heet dat stuk nu Le nouvel homme. De vijf inzichten van acteur Peter Van den Eede klinken in elke taal wijs.

door Michaël Bellon

Hoe dichter je bij jezelf blijft, hoe verder je komt in het begrijpen van iemand anders

Wie we zijn, is hoe we ons tonen. Dat is onlosmakelijk verbonden met theater, waarin alles regie en vormgeving is. We kunnen maar zo eerlijk mogelijk liegen om een waarheid te benaderen, en in die paradox dreigt een gevaar: als we ons beter voordoen dan we zijn, belazeren we de ander én onszelf. Onze preoccupatie met ons eigen uitzicht en de manier waarop er naar ons gekeken wordt, vertroebelt ons inzicht in de ander, en vervreemdt ons van onszelf en onze medemens.

Niets bestaat zonder zijn tegendeel

Een stelling krijgt maar betekenis door haar tegenstelling. Alles ontstaat door interactie, in alles wat we doen, zit het omgekeerde vervlochten. Zo kunnen we schoonheid maar echt beleven door lelijkheid niet uit te sluiten. Verban je demonen niet, maar integreer ze in het spel.

Het volmaakte vereist het onvoltooide

Een volmaakt lichaam dwingt bewondering af, maar ontroert niet, omdat het geen gebreken toont. Ultieme perfectie laat een opening, een scheur, die ons doet duizelen. Als een uitnodiging tot een inwaartse blik. Een kunstwerk voelt in die zin nooit aan als af. Er blijft een leegte die wij mee kunnen ‘maken’.

De weg is het doel

Het doel op zich is een leeg moment, de fata morgana van een beloftevol eindpunt. Het is op de weg ernaartoe dat ‘het’ voortdurend gebeurt. Ik loop liever verloren langs omwegen dan ergens vlug te zijn, koester de pointe minder dan het ritme en de intensiteit van een vertelling.

Zonder liefde zijn alle inzichten vergeefs

Liefde – voor een partner, een ouder, een kind, een vak, de kunst, de natuur, een land – is de verbindende kracht. Zonder liefde is er geen gemeenschap, geen dialoog, geen noodzaak, geen passie, geen gevoel. Zonder liefde is alle leven zinloos.

DE HOE speelt Le nouvel homme van 15 tot en met 18/10 in Les Tanneurs, lestanneurs.be

Brussel Helpt

ZATERDAG 23.11.2024

De Grootste Spaghettislag ter Wereld

‘De Grootste Spaghettislag ter Wereld’ is zoveel meer dan spaghetti. Het is een uitzonderlijk warme actie die Brusselaars bij mekaar brengt om kwetsbare Brusselaars te helpen. Dit jaar zamelen we centen in voor Accolage, een organisatie die burenhulp-netwerken opzet in de strijd tegen eenzaamheid bij ouderen. Net zoals bij Brussel Helpt, staat bij Accolage het ‘kleine helpen’ en de verbinding tussen buren centraal.

Doe mee en maak spaghetti met je organisatie, bedrijf, of bij je thuis.

Info en registreren via brusselhelpt.be

RUPTURE ON TOUR

PRESENTEERT IN EEN GEMEENSCHAPSCENTRUM BIJ JOU IN DE BUURT

BRUSSELSE JONGEREN OOG IN OOG MET ZICHZELF IN DE SPAANSE PYRENEEËN

EEN FILM VAN ZOHRA BENHAMMOU EN YOUNES HAIDAR camera YOUNES HAIDAR geluid ZOHRA BENHAMMOU producer EVELINE WELSCHEN uitvoerend producent KRISTOF PITTEURS montage YOUNES HAIDAR, SÉBASTIEN CALVEZ grading LUCIEN KELLER audio postproductie ERIK VERHEYDEN een productie van BRUZZ © 2023

ALLE DATA EN LOCATIES: N22.BRUSSELS/RUPTURE

Mis niets van de verkiezingen

Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.