#1713
NL
WEEKBLAD HEBDOMADAIRE WEEKLY EEN UITGAVE VAN VLAAMS-BRUSSELSE MEDIA VZW FLAGEYPLEIN 18 PLACE FLAGEY 1050 ELSENE/IXELLES
FR EN
AFGIFTEKANTOOR ANTWERPEN X P303153
INTERVIEWS
|
A N A LY S E S
|
17 | 6 | 2020
TIPS
AFSTUDEREN IN CORONATIJD
De klas van 2020
NA HET GEDOEMDE EUROSTADION
Nieuwe plannen voor Parking C rijpen
LA QUARANTAINE ARCHIVÉE
‘Nous voulions laisser une trace pour la population de demain’
Inhoud | Sommaire | Inside COLOFON BRUZZ
Flageyplein 18, 1050 Brussel, 02-650.10.65 ABONNEMENTEN
Josiane De Troyer (abo@bruzz.be), 02-650.10.80, Gratis in Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Rest van België: 25 euro per jaar; IBAN: BE98 3631 6044 3393 van Vlaams Brusselse Media vzw Buiten België: 30 euro per jaar. ADVERTEREN?
Marthe Paklons, 02-650 10 61 sales@bruzz.be DISTRIBUTIE
Ute Otten, 02-650.10.63, ute.otten@bruzz.be
DE KLAS
ALGEMENE DIRECTIE
van
Dirk De Clippeleir
2020
HOOFDREDACTIE
Kristof Pitteurs (algemeen hoofdredacteur), Mathias Declercq CULTUUR & UIT
1 4 -2 1 , 3 6 -3 8
Gerd Hendrickx
PORTRETTEN + ANALYSE
Afstuderen in volle coronacrisis
REDACTIE
Jean-Marie Binst, Eva Christiaens, Sara De Sloover, Kris Hendrickx, Bettina Hubo, Jasmijn Post, Kurt Snoekx, Sophie Soukias, Roan Van Eyck, Steven Van Garsse, Maarten Verdoodt, Danny Vileyn, Tom Zonderman
“Het wakkerde de creativiteit aan en ik voelde veel solidariteit”
MEDEWERKERS
Nicolas Alsteen, Gilles Bechet, Michaël Bellon, Patrick Jordens, Tom Peeters, Niels Ruëll, Nick Trachet, Tom Van Bogaert, Michel Verlinden EINDREDACTIE
Karen De Becker, Geert Van der Hallen, Sophie Soukias VORMGEVING
Heleen Rodiers, Ruth Plaizier VERTALING
John Arblaster, Frédérique Beuzon, Martin McGarry, Laura Jones FOTOGRAFIE & ILLUSTRATIE
Bart Dewaele, Kim, Wauter Mannaert, Noémie Marsily, Steve Michiels, Ivan Put, Saskia Vanderstichele, Wide Vercnocke Voer uw evenement in op Encodez votre événement sur Enter your event on www.agenda.brussels VERANTWOORDELIJKE UITGEVER
Kristof Pitteurs Flageyplein 18, 1050 Elsene. Bruzz is een uitgave van de Vlaams Brusselse Media vzw, wordt gedrukt op de persen van Eco Print Center (De Persgroep) en wordt gesubsidieerd door de Vlaamse Gemeenschap en de Vlaamse Gemeenschapscommissie.
10
32
Spreektijd
Interview
“Men maakt van ons een bedelaar, terwijl we dat niet zijn”
“It was weird to suddenly be completely stuck in one place due to the lockdown”
Minister Sven Gatz beseft wel dat niet alles uit de regeerverklaring zal worden gerealiseerd
Restless soul and artist Marina Pinsky moves between map and territory at C L E A R I N G
WAKE UP, BRUSSELS! Meld nieuws
Hebt u nieuws uit Brussel, dan kunt u ons dat melden via het WhatsApp-nummer 0489-988.988 Persberichten kunnen via
nieuws@bruzz.be
2
I
17 JUNI 2020
NOG MEER
Brussel staat op uit de lockdown en BRUZZ trekt de stad in. In juni maken we elke vrijdagnamiddag vanaf 13 uur live radio en televisie van een plein ergens in Brussel. Nu vrijdag parkeren
we onze BRUZZ bus op het Gemeenteplein in Molenbeek. Elke vrijdagnamiddag BRUZZ.be en BRUZZ radio (98.8FM)
BRUSSEL ST
Elke vrijdag live vanuit de stad en op BRUZZ
5 JUN - St-Katelijneplein Brusse 19 JUN - Gemeenteplein Molenbeek • 26
Edito 0 4 De week Nieuwsoverzicht 06
In Beeld De gevallen koning
08
Analyse Parking C is terug
20
In memoriam Atlantis, barman
22
Vileyne gedachten Sarajevo
23
Tips CultureAtHome
28
Enquête Archiver pour ne pas oublier
39
Column Jean-Marie Binst over geloof
44
Nick Trachet Juneteenth
45
Big City Waarom is er geen dierentuin meer in Brussel?
40
Ondernemen
Worden thuisleveringen van dagelijkse boodschappen het nieuwe normaal? Leveringen aan huis door supermarkten in opmars door quarantaine
W e up Wake Wak up B russels es Brussels
TAAT OP
Z radio (98.8FM), BRUZZ tv en BRUZZ.be
el • 12 JUN - Spiegelplein Jette 6 JUN - Dumonplein St-Pieters-Woluwe
ZESTIG JAAR ONAFHANKELIJKHEID VAN CONGO Brusselaars die het ter plaatse meemaakten blikken terug. Volgende week BRUZZ magazine
ONZE KINDEREN
Laat de kurken knallen! Ons favoriete café is opnieuw open, en daar genieten we van, met volle togen en teugen. Als ik de voorbije dagen vanuit het Flageyplein naar huis vertrok, moest ik me een weg banen langs wat wel het langste terras van de stad leek. De afstandsregels waren er na de vierde pint al lang vergeten, de politie wou er vooral sensibiliseren en minder bestraffen. Ondertussen mogen veel van onze kinderen maar een paar dagen per week naar school – als ze al mogen terugkeren. Ondertussen blijven leerkrachten en schooldirecties worstelen met contactbubbels en de moeizame combinatie van afstandsonderwijs en lesgeven op een schoolcampus. Honderden jonge Brusselaars hebben door de coronasluiting een leerachterstand opgelopen die ze misschien nooit meer inhalen. Sommige kinderen, zo leest u in dit magazine, zijn zelfs helemaal van de onderwijsradar verdwenen. En dat terwijl wetenschappers al weken verkondigen dat kinderen – zeker heel jonge – geen risicogroep zijn, en ze het virus niet massaal verspreiden. Het was een duidelijke keuze om onze scholen niet volledig te heropenen, maar ik krijg de logica ervan niet meer aan mijn kinderen uitgelegd. Zeker niet wanneer ook zij zien dat op onze terrassen en pleinen wel alles lijkt te kunnen.
NOS ENFANTS
Faites péter les bouchons ! Mon café préféré est à nouveau ouvert, et j’en profite avec beaucoup de plaisir et d’excitation. En quittant la place Flagey ces derniers jours, j’ai dû me frayer un chemin à travers ce qui semblait être la plus grande terrasse de la ville. Les règles de distanciation ont vite été oubliées après la quatrième bière, la police a voulu sensibiliser et moins sanctionner. Entre-temps, beaucoup de nos enfants sont autorisés à aller à l’école quelques jours par semaine. Pendant ce temps, les enseignants et les directions d’écoles continuent de se débattre avec les bulles de contact et la difficile combinaison de l’enseignement à distance et des cours sur place. Des centaines de jeunes Bruxellois ont pris du retard dans leur apprentissage en raison de la fermeture due au coronavirus, qu’ils ne pourront peut-être jamais rattraper. Certains enfants, comme vous pouvez le lire dans ce magazine, ont même complètement disparu du radar éducatif. Et ce, alors que les scientifiques proclament depuis des semaines que les enfants – surtout les plus jeunes - ne constituent pas un groupe à risque, et qu’ils ne propagent pas le virus en masse. C’était un choix clair de ne pas rouvrir complètement nos écoles, mais je n’arrive plus à expliquer toute la logique à mes enfants. Surtout quand ils voient que sur nos terrasses et nos places, tout semble possible.
OUR CHILDREN
Let’s pop some corks! Our favourite café has reopened, and we are enjoying it to the full. When I headed home from place Flageyplein over the past few days, I had to pave my way through what seemed like the longest bar in the city. After the fourth beer, the rules around social distance were clearly completely forgotten, and the police sought primarily to raise awareness and impose fewer punishments. In the meantime, many of our children have been permitted to return to school for only a few days per week. And in the meantime, teachers and school administrators have been struggling with contact bubbles and the difficult combination of distance learning and teaching on a school campus. Hundreds of young people in Brussels have fallen behind in their studies due to the corona lockdown and they may never catch up. Some children, as you will read in this magazine, have even disappeared completely off the education radar. While academics have been saying for weeks that children – and especially very young children – are not a high-risk group and that they do not contribute to the mass spread of the virus. It was a clear choice not to reopen our schools completely, but I cannot explain the logic behind it to my own children. Especially when they also see that on our terraces and squares, everything seems to have gone straight back to normal and anything goes.
KRISTOF PITTEURS, hoofdredacteur 17 JUNI 2020
I 3
De week
WET AL MEER DAN NEGEN MAANDEN VAN KRACHT
Nog geen enkele praktijktest op huurmarkt Praktijktests zijn effectief om discriminatie op de huurmarkt tegen te gaan, blijkt uit nieuw onderzoek van de VUB. Dat klinkt als goed nieuws voor Brussel, waar zulke praktijktesten al bijna een jaar zijn toegelaten. Toch is nog geen enkel immokantoor of huisbaas gecontroleerd. — EVA CHRISTIAENS
BRUZZ | DE WEEK
In Vlaanderen woedt het debat over het invoeren van praktijktesten op de huur en -arbeidsmarkt volop. Dat dergelijke praktijktesten op de huurmarkt alvast nuttig zijn om discriminatie op te sporen, blijkt uit onderzoek van professor sociologie Pieter-Paul Verhaeghe aan de VUB, die de situatie in Gent bekeek. Waar in 2015 nog 26 procent van de makelaars een kandidaathuurder met een buitenlandse naam niet uitnodigde voor een bezoek, was dat in 2019 gezakt tot 14 procent. De wetenschap dat er een
sanctie kan volgen, helpt dus wel degelijk om minder te discrimineren. In Brussel staat al sinds september 2019 het licht op groen voor praktijktesten op de huurmarkt. Daarbij controleert een inspecteur een immokantoor of een huisbaas die een pand wil verhuren. De inspecteur verstuurt een vraag van twee fictieve kandidaturen die nagenoeg overeenstemmen, alleen de naam of een andere parameter zoals leeftijd of geslacht is anders. Als het immokantoor de kandidaat met Belgische
Verkeersagressie Vrijdagavond rond 21 uur wordt een ambulancier van de Brusselse brandweer tijdens een interventie slachtoffer van een verkeersagressie. De man is onderweg naar het ziekenhuis als hij wordt geblokkeerd door een automobilist en vervolgens zonder aanleiding in het gezicht wordt geslagen. De dader wordt ter plekke gearresteerd. 4
I
17 JUNI 2020
naam wel uitnodigt voor een bezoek, maar die met pakweg een Turkse naam niet, is er sprake van discriminatie. Dan kan er een boete volgen en een proces-verbaal. Een andere optie is om als mystery client te bellen naar het immokantoor met een discriminerende vraag om te controleren of de makelaar akkoord gaat, maar dat mag in Brussel niet. Navraag bij het kabinet van minister van Huisvesting en Gelijke Kansen Nawal Ben Hamou (PS) leert echter dat er nog geen enkele praktijk-
2.000 De Brusselse openbaarvervoersmaatschappij MIVB laat momenteel meer dan 2.000 zonnepanelen installeren op de daken van haar twee sites Jacques Brel en Schaarbeek. Vanaf juli worden ze in werking gesteld als nieuwe energiebron.
test is uitgevoerd, sinds de wet van kracht werd op 1 september vorig jaar. “Tot nu toe hebben we slechts twee zaken geopend,” zegt haar woordvoerster Annaïk de Voghel. “Een eerste keer op initiatief van Unia, maar daarvoor was geen test mogelijk omdat het pand al gehuurd was op het moment dat de waarschuwing werd ontvangen. Die zaak is nu gesloten. Een tweede zaak loopt nog, maar daar is geen test mogelijk omdat er geen klacht is ingediend.”
PROACTIEF TESTEN Precies daar zit het grote probleem, vindt Verhaeghe. “Je moet niet wachten tot er een klacht komt, want dan vind je maar het topje van de ijsberg,” zegt hij. In zijn eigen onderzoek vond
Verhaeghe vorig jaar nog dat personen met een andere etnische achtergrond bij een vijfde van de Brusselse makelaars werden gediscrimineerd. “Dat is omdat wij proactief testen en niet wachten tot het slachtoffer zelf een melding doet.” Heel wat slachtoffers zullen dat niet doen, zegt hij. “Ten eerste omdat ze het misschien niet altijd doorhebben, want het kan ook zijn dat hun makelaar gewoon niet reageert. Bovendien zullen veel slachtoffers niet de moeite willen doen om discriminatie te melden. Zij willen vooral een woning vinden. Ten derde heeft niet iedereen de kennis om te weten dat je een klacht kan indienen.” Op de website van Brussel Huisvesting staat intussen nog altijd geen apart
File op de Dupuislaan Op de gewestelijke Sylvain Dupuislaan sneuvelde onlangs een rijstrook voor een bus- en fietsbaan. Die ingreep veroorzaakt zoveel files dat de Anderlechtse burgemeester Fabrice Cumps (PS) overleg vraagt met Brussels minister van Mobiliteit Elke Van den Brandt (Groen).
CARTOON
KIJK OP DE WEEK Wie een woning verhuurt, kan controle krijgen van een inspecteur om na te gaan of er sprake is van discriminatie. © PHOTONEWS
formulier online om discriminatie op de huurmarkt te melden. De inspectiedienst kreeg het voorbije jaar wel een tiental vragen van burgers of verenigingen over discriminatie op de huurmarkt. “Dat waren vrij algemene vragen of klachten, niet gericht op specifieke feiten met een identificeerbare dader,” zegt woordvoerster De Voghel. De Gewestelijke Huisvestingsinspectie telt een dertigtal medewerkers die behalve op discriminatie vooral controleren op de veiligheid van woningen en op huurfraude. Er werd vorig jaar aangekondigd dat minstens vijf inspecteurs het team zouden versterken om de praktijktests uit te voeren. “De aanwervingsprocedure is nu bezig,” zegt De Voghel daarover.
KIM
Vliegreis onderbroken Maandagmorgen wordt tijdens een controle op de luchthaven van Zaventem vastgesteld dat één passagier Covid-19-symptomen heeft. Die mag het luchthavengebouw niet binnen, niet inchecken en moet terugkeren naar huis. De luchthaven is sinds maandag weer open voor commerciële vluchten.
De VRT-toren wordt bewaard. Niet omdat hij nuttig is, wel omdat hij geliefd is BRUSSELS BOUWMEESTER KRISTIAAN BORRET zoekt een nieuwe invulling voor de iconische vrt-toren (op ‘Radio 1’)
17 JUNI 2020
I 5
In beeld
BART DEWAELE
Vorstsquare, Oudergem
BRUZZ | IN BEELD
Dudenpark, Vorst
Troonplein, Brussel 6
I
17 JUNI 2020
Afrika Museum, Tervuren
Koningstuin, Elsene
DE KONING VAN ZIJN SOKKEL
LE ROI CHASSÉ DE SON PIÉDESTAL
THE KING OFF HIS PEDESTAL
NL/ Nu #BlackLivesMatter ook in België een
FR/ Maintenant que #BlackLivesMatter a trouvé
EN/ Now that #BlackLivesMatter has been
nieuwe adem vindt, raast er een beeldenstorm door Brussel. Koning-koloniaal Leopold II moet het meer dan ooit ontgelden. Het geduld is op en de boodschap is duidelijk, vinden vele activisten: koningshuis en regering moeten eindelijk met formele excuses komen voor wat ons land in Centraal-Afrika heeft aangericht, en de standbeelden van Leopold II moeten weg uit de Brusselse straten. Zolang dat niet gebeurt, zal de bloedrode verf vloeien.
un nouveau souffle en Belgique, le roi colonial Léopold II doit plus que jamais payer les pots cassés. La patience a ses limites et le message est clair, pour de nombreux militants : la famille royale et le gouvernement doivent enfin présenter des excuses officielles pour les exactions commises en Afrique centrale, et les statues de Léopold II doivent disparaître du paysage bruxellois. Tant que cela ne sera pas fait, de la peinture rouge sang continuera de couler.
reinvigorated in Belgium, an iconoclasm is raging across Brussels. Colonial King Leopold II is being targeted more than ever. Many activists’ patience is running short and their message is clear: the royal family and government must finally offer formal apologies for the ravages our country inflicted in Central Africa, and the statues of Leopold II must be removed from Brussels’ streets. As long as that doesn’t happen, the blood-red paint will flow. 17 JUNI 2020
I 7
Stadsontwikkeling
TOEKOMSTVISIE GEZOCHT VOOR DESOLATE VLAKTE NA EUROSTADION-DEBACLE
Daar is Parking C weer B R U Z Z | S TA D S O N T W I K K E L I N G
In alle luwte wordt gewerkt aan een nieuw project voor Parking C. Na het mislukken van het megalomane project rond het Eurostadion waren de relaties tussen de betrokken partijen onder het vriespunt gezakt. Op initiatief van de Vlaamse regering begon dit jaar een bemiddelingstraject. Het is de bedoeling om de neuzen opnieuw in dezelfde richting te krijgen en af te tasten voor welke invulling er nu wél een draagvlak bestaat. — TIM DE NEVE
8
P
arking C is de dorre maanvlakte in het noorden van Brussel waar eigenlijk nu het Eurostadion moest schitteren. Het gebied van 19 hectare in de gemeente Grimbergen ligt op Vlaamse grond, maar is eigendom van de stad Brussel. Die sloot voor een symbolische euro een erfpachtovereenkomst voor 99 jaar met bouwheer Ghelamco, om op wandelafstand van het huidige Koning Boudewijnstadion een nieuwe voetbaltempel uit de grond te stampen met een capaciteit van 60.000 toeschouwers. In 2014 lagen de kaarten goed. De Brusselse, Vlaamse en federale regering verklaarden zich akkoord voor het Eurostadion. Dat moest dienen voor een aantal wedstrijden in het kader van het Europees voetbalkampioenschap in 2020. Brussel, als hoofdstad van Europa, zou zo goed als zeker de openingswedstrijd toegewezen krijgen. Om dat megalomane project een draagvlak te geven, werd voetbalclub RSC Anderlecht aan boord gehaald. Paars-wit zou er vanaf 2019 zijn thuiswedstrijden kunnen spelen. Het project leek voorgoed gelanceerd, maar bouwheer Ghelamco en de Brusselse projecttrekkers kwamen terecht in een tantalus-
I
17 JUNI 2020
kwelling. Een uitstel van de geplande verbreding van de Ring, een oude buurtweg die onder het asfalt Parking C doorkruiste en heel wat politiek gekrakeel zetten het Eurostadion een pad in de korf. Tussendoor trok ook RSC Anderlecht zich terug en de steun vanuit de Belgische voetbalbond verzwakte. In december 2017 velde de Europese voetbalbond het eigenlijke doodvonnis: Brussel werd door het gepalaver geschrapt als gaststad voor het EK in 2020. Het draagvlak voor het Eurostadion was zo nagenoeg onbestaande geworden. Toch zette bouwheer Ghelamco, dat intussen al miljoenen had geïnvesteerd zonder ook maar één steen te leggen, onvermoeibaar door. Een vergunning leverden de Vlaamse bevoegde instanties echter nooit af. Ook in beroep ving Ghelamco meermaals bot. Vandaag is er nog steeds een procedure lopende bij de Raad van State, die het cassatieberoep van het bouwbedrijf in het najaar zal behandelen. Volgens verschillende bronnen is dat slechts een maneuver van Ghelamco om zijn stok tussen de deur - zijnde de langdurige erfpacht - te behouden. Brussel-Stad kondigde aan die overeenkomst te willen opzeggen
en dat desnoods via een rechter te forceren.
DIEPE WONDEN Het debacle rond het Eurostadion heeft diepe wonden geslagen. Het wantrouwen tussen de stakeholders is na bijna een jaar van complete radiostilte nog altijd enorm. De Brusselse regering die ongeveer een jaar geleden de eed aflegde in het parlement, rept met geen woord over Parking C in het regeerakkoord. Enerzijds lopen er nog juridische procedures, maar anderzijds is er ook veel angst om er de vingers aan te verbranden. “Het dossier rond het Eurostadion is geëindigd met veel ongelukkigen en verliezers,” vat Brussels parlementslid Arnaud Verstraete (Groen) de teneur samen. Dat neemt niet weg dat Parking C een site met veel potentieel blijft in een zone in volle ontwikkeling. Het Brussels Gewest is volop bezig met
de reconversie van de Heizelvlakte, waarvoor een nieuw richtplan van aanleg (RPA) opgesteld wordt. Het Neo-project staat in de steigers, er komt een sneltrambus tussen Willebroek en de hoofdstad met een halte aan Parking C, de Romeinsesteenweg wordt binnenkort onder handen genomen en de verbreding van de Ring zit eraan te komen. Gezien al die verschillende ontwikkelingsprojecten is het ook tijd om een visie te ontwerpen voor Parking C, vindt de Vlaamse overheid. Die toekomstvisie moet zo breed mogelijk gedragen zijn om een kans op slagen te hebben. Net omdat er tussen alle betrokken partijen zoveel achterdocht leeft, startte het Departement Omgeving een bemiddelingstraject op. Die opdracht wordt sinds eind 2019 in alle stilte uitgevoerd door het bureau PREO, dat aan projectbegeleiding doet, en de stedenbouwkun-
te leggen,” vult een andere aan. “Gelet op de voorgeschiedenis, procedures en eigendomsstructuur van de site zijn wij er ons van bewust dat dit een delicate oefening is,” zegt woordvoerster Brigitte Borgmans van het Vlaams Departement Omgeving. “Het doel van de opdracht is niet dé visie te ontwikkelen voor de site, maar wel om samen met de betrokkenen in het gebied na te denken over mogelijke scenario’s voor de site.”
VERTRAGING DOOR CORONA
Op Parking C had het Eurostadion moeten schitteren, maar dat komt er niet. Wat er wel komt, wordt nu bestudeerd. © PHOTONEWS
dige ontwerpers van 1010 Architecture Urbanism. De Brusselse bureaus doorlopen een ontwerpend leertraject met de gemeenten Wemmel en Grimbergen, het Departement Omgeving, De Werkvennootschap, de MIVB, Stad Brussel, Perspective.brussels, Brussels Expo en erfpachthouder Ghelamco. Het is niet zozeer de bedoeling om tot een finaal plan te komen, maar wel te onderzoeken waar de breek- en convergentiepunten liggen voor een toekomstige invulling van Parking C. PREO neemt de rol op zich van onafhankelijk moderator, 1010 gaat in een latere fase ontwerpend aan de slag om zo tot een vergelijk te komen. Volgens onze informatie zouden woningen, parkeergelegenheden en een park op tafel liggen, al willen alle partijen beginnen met een wit blad. “Er zijn vooraf geen aannames,” klinkt het. Het is een delicate oefening, zo blijkt
wanneer onze redactie haar oor te luisteren legt bij de verschillende partners. Niemand wil voor zijn beurt praten om zo het constructieve overleg alle kansen te geven. “Er is geleerd uit de fouten van het verleden. Iedereen beseft nu dat voorzichtigheid geboden is, want alle partijen hebben er belang bij dat deze site een breed gedragen project krijgt,” zegt een bron. “We zullen deze keer niet op voorhand bruggen opblazen door grote verklaringen af
In principe moesten PREO en 1010 tegen oktober hun bevindingen formuleren, maar de coronacrisis stuurde de termijnen in de war. Tot dusver konden ze enkel met een aantal partijen één op één samenzitten. De bedoeling is om binnenkort iedereen rond de tafel te brengen, plaatsbezoeken en terreinwandelingen te organiseren en ook workshops en debatten te laten plaatsvinden. “De opdracht is net voor de coronacrisis begonnen met enkele verkennende gesprekken,” licht Borgmans toe. “De gesprekken met de Brusselse betrokkenen konden nog niet plaatsvinden, omdat de opdracht door de coronacrisis tijdelijk on hold gezet is.” Door de beperkende coronamaatregelen waren fysieke samenkomsten de voorbije maanden immers niet mogelijk. Daarom werd de uitvoeringstermijn alvast verlengd. “We vinden het belangrijk dat de gesprekken fysiek kunnen gebeuren en niet online. Gezien de onzekerheden rond corona, is er momenteel nog geen datum bepaald om de gesprekken te kunnen voortzetten. Als de opdracht na de zomervakantie kan hervatten, dan zal de opdracht begin volgend jaar eindigen,” zegt de woordvoerster. In een latere fase is het ook de bedoeling om een participatief traject met omwonenden en wijkverenigingen te organiseren.
“Het dossier rond het Eurostadion is geëindigd met veel ongelukkigen en verliezers” ARNAUD VERSTRAETE Brussels parlementslid (Groen)
LE RETOUR DU PARKING C Un nouveau projet pour le parking C est en cours d’élaboration, dans l’ombre. Après l’échec du projet mégalomane autour de l’Eurostadium, les relations entre les nombreuses parties concernées étaient devenues quasi irrécupérables. À l’initiative du gouvernement flamand, un processus de médiation a été lancé cette année. Le parking C fait partie d’une zone en plein développement au nord de la Région bruxelloise, avec entre autres le projet NEO sur le plateau du Heysel. Le gouvernement flamand pense qu’il est désormais temps d’inclure le parking C dans sa vision d’avenir. « Compte tenu des antécédents, des procédures et de la structure de propriété, c’est un exercice délicat », explique le porte-parole du Département flamand de l’Environnement, qui a chargé le bureau de médiation PREO et l’agence d’urbanisme 1010 de réunir les parties autour de la table. L’objectif n’est pas d’arriver à un projet final, mais de proposer des scénarios possibles. FR
HERE COMES PARKING C AGAIN A new project is quietly being developed for Parking C. After the failure of the megalomaniacal project around the Euro Stadium, relations between the many involved parties had become extremely strained. On the initiative of the Flemish Government, a mediation programme was initiated this year. The objective is to explore what kind of project would enjoy broad support. Parking C is part of a zone in the north of the Brussels Region that is undergoing major development, including the Neo project on the Heizel grounds. Now that the Euro Stadium has been buried, the Flemish Government thinks it is time to incorporate Parking C in its vision for the future. “Taking account of its background, procedures, and ownership structure, this is a delicate exercise,” says the spokesperson for the Flemish Department of the Environment, which commissioned the mediation office PREO and urban development office 1010 to bring all the relevant parties together. The aim is not to produce a final design, but to reflect on possible scenarios for Parking C. EN
17 JUNI 2020
I 9
Spreektijd
MINISTER VAN BEGROTING SVEN GATZ VOELT ZICH GEEN PASTOOR
‘Politici moeten niet altijd het voorbeeld geven’ BRUZZ | SPREEKTIJD
Dat hij als minister van Begroting onvoorziene miljoenen uitgeeft, vindt hij geen groot probleem. Als VGC-collegelid voor Onderwijs wil hij meer scholen bouwen in wijken waar Nederlandstaligen een plaats zoeken. Tussendoor vond Sven Gatz nog tijd om in de Black Lives Matterbetoging mee te lopen. “Ooit zei ik dat racisme hier niet zo erg is. I’ve been proven wrong.” — KRIS HENDRICKX EN STEVEN VAN GARSSE, FOTO’S BART DEWAELE
Was u een telewerkende minister? SVEN GATZ: Zelf werkte ik meestal op het kabinet, waar we vaak maar met zijn drieën waren. Maar ik geloof wel in het potentieel van telewerk. We willen dat zowel voor de administratie van de Vlaamse Gemeenschapscommissie (VGC) als voor het Gewest stimuleren. Of dat
10
I
17 JUNI 2020
dan twee dagen of meer is per week moeten we nog bekijken. Het kan een mooie manier zijn om de work-lifebalans te verbeteren en tegelijk een deel van de mobiliteitsknoop te ontwarren. Als je 5 procent van de filedruk met telewerken kan wegnemen en 5 procent met fietsen, maakt dat al een verschil.
Als telewerk op grote schaal wordt gestimuleerd, zullen administraties en bedrijven minder ruimte nodig hebben in Brussel. Dat zou weleens flink lagere inkomsten kunnen betekenen voor het Gewest, want de inkomsten uit immobelastingen zijn een belangrijke geldbron.
Wat is u persoonlijk het meest opgevallen in de stad de afgelopen maanden? Hoe is die veranderd? GATZ: We zitten nog maar in de helft
van de match, dus hoed ik me voor definitieve analyses. Het viel me wel op dat mensen vaker groetten op straat. Wat ook heel confronterend was in mijn hectische ministerleven, is dat je ’s avonds plots thuis zit en vaststelt dat dat ook gaat. Dit is niet enkel een sociale, economische en gezondheidscrisis, maar ook een filosofische. Je denkt na over je leven en het model waarin je meedraait. Dan groeit bijvoorbeeld het besef dat meer telewerken een stap vooruit zou zijn.
GATZ: Ik ben me daarvan bewust,
maar je kan niet klagen over de mobiliteitsdruk en tegelijk telewerk tegenhouden. De lokale economie en de overheidsfinanciën zullen dat voelen en als beleid zullen we daarop moeten inspelen. We zullen ook een beetje moeten investeren in die omslag. Al was het maar omdat mensen ook thuis een goede stoel nodig hebben.
Het openbare leven herneemt nu steeds meer, maar toch zijn er mensen die nog steeds angstvallig binnen blijven. Met een deel van de leerlingen in het Nederlandstalig onderwijs hebben de scholen ook geen contact meer. Hoe groot is dat probleem? GATZ: Ik ga ervan uit dat we vijf
procent van de leerlingen die we
▼
W
e hebben met Gatz (Open VLD) afgesproken op het terras van de Caberdouche, op het lommerrijke Vrijheidsplein. De liberaal is zichtbaar opgetogen dat dit niet de zoveelste videocall wordt. Dat hij de voorbije dagen een paar keer onder vuur is gekomen – als deelnemer aan de BLM-betoging én als minister die het begrotingstekort laat aandikken – lijkt hem weinig te deren. “Een minister mag zijn geweten volgen. En wat dat tekort betreft: mensen moeten beseffen dat Brussel nog steeds ondergefinancierd wordt. Men maakt van ons een bedelaar, terwijl we dat niet zijn.”
BRUZZ | SPREEKTIJD Minister van Begroting Sven Gatz (Open VLD) over zijn deelname aan de BLM-betoging: “Ook hier in Brussel is racisme een probleem.”
17 JUNI 2020
I 11
MINISTER VAN BEGROTING SVEN GATZ
“Brussel wordt nog altijd ondergefinancierd. Met tien procent van de bevolking realiseren wij twintig procent van de welvaart”
▼
SVEN GATZ Brussels minister van Begroting
voor de crisis in de klassen hadden niet meer bereikt hebben sinds de corona-uitbraak. Die harde kern zullen we op een of andere manier opnieuw moeten bereiken. De zomerscholen zullen daarbij helpen.
BRUZZ | SPREEKTIJD
Maar die zomerscholen zijn net vrijwillig, terwijl die leerlingen zelfs niet voor het verplichte onderwijs opdagen. GATZ: Dat is een valkuil, ja. Maar de
VGC heeft met haar eigen zomerschool wel wat ervaring met het aantrekken van moeilijker bereikbare groepen. We kunnen de bijkomende zomerscholen daarmee ondersteunen.
Hoeveel zomerscholen worden er nu georganiseerd? GATZ: We hebben vandaag al weet
van negentien scholen en daar kunnen er nog bij komen. Maar voor de moeilijke groep die we nu kwijt zijn, hebben we daarmee nog geen oplossing op korte termijn. We laten die niet vallen, maar er moeten op dit moment zoveel dingen tegelijk gebeuren op scholen, dat het amper te kanaliseren is. We hebben de hele tijd moeten bijbenen, vanaf het najaar zullen we hopelijk weer anticiperen.
Over bijbenen gesproken, vierduizend ouders kregen onlangs weer te horen dat er geen plaats was in een school van hun keuze. GATZ: Als overheden hebben we
twee sociale contracten te vervullen: ervoor zorgen dat elk kind een plaats krijgt én de vrije schoolkeuze garanderen. Het eerste lukt wel degelijk, met de VGC, de Franse en Vlaamse Gemeenschap samen. Alleen klinkt de communicatie daarover heel dreigend. Mensen krijgen een weigeringsattest en weten niet dat drie vierde van de 12
I
17 JUNI 2020
‘geweigerden’ de voorbije tien jaar toch nog een plaats vond in de weken na die weigering. We zullen die communicatie toch eens moeten bijsturen. Wat die vrije schoolkeuze betreft: we hebben wel degelijk objectieve criteria om nieuwe capaciteit bij te creëren in de gemeenten waar de grootste demografische groei is: Schaarbeek, Laken, Molenbeek en Anderlecht. Alleen zijn dat niet noodzakelijk de plaatsen waar de Nederlandstaligen het meest ontevreden zijn over het feit dat ze geen plek vinden. Elsene is daar het beste voorbeeld van. Ik denk dat het tijd is om de criteria aan te passen.
Het aantal Nederlandstaligen in een bepaalde zone moet dus een bijkomend criterium worden voor scholenbouw? GATZ: Inderdaad.
In een recent dubbelinterview met VUB-rector Caroline Pauwels in ‘La Libre’ zei u dat we in het verleden scholen bijbouwden in de hoop dat dat veel nieuwe Vlamingen zou opleveren, maar dat we ons vergist hebben. Wat was dan wel het resultaat van die bijkomende schoolplaatsen die vaak anderstaligen aantrokken? GATZ: We hebben veel kinderen die
een goede vorm of toch minstens een vorm van meertaligheid bereiken. Bovendien bouwen ze een affectieve relatie met het Nederlands op.
Die meertaligheid wordt altijd erg positief voorgesteld. Maar dreigen we niet ook met een groep nontalige kinderen te eindigen, die geen enkele taal goed schrijft of spreekt? GATZ: Rapporten wijzen inderdaad uit dat er zo’n groep is, kinderen bij wie de thuistaal, de maatschappelij-
ke taal én de schooltaal verschillen. Dat is wel een probleem, want je moet toch één taal goed kennen als basis. Als we de volgende jaren meer samenwerken met Franstalige scholen, mogen we dat niet uit het oog verliezen. Het is trouwens niet gezegd dat die groep er beter aan toe zou geweest zijn in het Franstalig onderwijs. Het probleem was dan misschien hetzelfde. Maar voor minstens tachtig procent halen we die goede basis wel.
Vorige week bleek dat de Brusselse schuld kan oplopen tot 11 miljard euro. U relativeerde dat, maar is die oplopende schuld niet hoe dan ook een tikkende tijdbom? Het volstaat dat de rente over een aantal jaar stijgt en we zitten op een gigantische schuldenberg die enorm duur wordt. GATZ: Kent u het land dat het
grootste schuld ter wereld heeft in verhouding tot het bnp (redacteurs wagen verdienstelijke, maar foute gokjes)? Japan, met een staatsschuld van 250 procent. For the record: ik pleit daar niet voor in Brussel. Maar we hebben ook niet het beeld van Japan als failliet land. Dat is omdat de economie daar krachtig is. Na de
crisis van 2008 heeft iedereen vooral bespaard, ikzelf ook in de Vlaamse regering. Het probleem is dat je dan niet alleen dood hout wegsnijdt, maar ook hier en daar nieuwe scheuten. Zo fnuik je de economische groei. We moeten ook investeren – bijvoorbeeld in openbaar vervoer – zodat we twee dingen realiseren: de levenskwaliteit verbeteren én de economische ruggengraat versterken. Maar het klopt ook dat het een heel ander verhaal wordt als de rente plots stijgt.
De perceptie blijft wel dat Brussel weer in het rood belandt, terwijl het Gewest er in 2015 nog 500 miljoen euro per jaar heeft bijgekregen. GATZ: Die perceptie is er zeker, maar
toch wordt Brussel nog altijd ondergefinancierd. Met tien procent van de bevolking realiseren wij twintig procent van de welvaart. De manier waarop de personenbelasting wordt betaald, is niet goed geregeld in dit land. We zijn daarin een uitzondering op andere landen: daar betalen mensen personenbelasting deels of gedeeltelijk op de plaats waar ze werken. Dat doen de pendelaars in Brussel nu niet. Om
dat recht te trekken, is opnieuw een staatshervorming nodig. Maar mensen moeten beseffen dat Brussel niet krijgt waar het recht op heeft. Men zegt aan Brussel: los het maar op met uw onroerende fiscaliteit. Men maakt van ons een bedelaar, terwijl we dat niet zijn.
Het aangekondigde gratis openbaar vervoer tot 25 jaar, komt dat er dit jaar? GATZ: Ik vraag me af of dat er wel
moet komen. Die discussie is momenteel aan de gang binnen de regering. We zullen misschien niet alles uit onze regeerverklaring kunnen realiseren.
De regering had 500 miljoen euro aan investeringen buiten de begroting aangekondigd, vooral voor mobiliteit. Kunnen die wel doorgaan? GATZ: Ook daar zullen we misschien
niet het volledige bedrag investeren. Die discussie zal ik met mijn collega’s voeren. Iedereen zal wellicht een deel van zijn wensen of dromen moeten opbergen.
Moet het accent vooral op duurzaamheid liggen of op digitalisering?
Want 5G vordert maar moeizaam in Brussel. GATZ: Ik vind ze alle twee belangrijk.
Wat digitalisering betreft hadden we gisteren (vorige donderdag, red.) een interessant gesprek in de regering, waar openingen ontstaan. Al was het maar omdat je bijkomende stappen richting 5G moet zetten om cybersecurity te garanderen voor de Navo of de Europese Commissie. 5G is ook een manier om dingen te realiseren die ecologisch – denk aan mobiliteit – en sociaal – denk aan gezondheidszorg – interessant zijn. Het UZ Brussel komt mij bijvoorbeeld opzoeken om voor 5G te pleiten.
We hebben nu met zijn allen net drie maanden erg strenge veiligheidsrichtlijnen gevolgd. Wat brengt u er dan toe om nog tijdens die periode naar de Black Lives Matter-betoging te gaan? GATZ: Je kan zeggen ‘We zetten de
wereld even on hold omwille van de pandemie’, maar die wereld staat niet stil. De gevoelens die de dood van George Floyd hier losmaken, moet je kanaliseren. Als de burgemeester van Brussel de
SVEN GATZ 53 jaar, geboren in Sint-Agatha Berchem drie kinderen, woont in Jette volgt middelbaar onderwijs in het Sint-Pieterscollege in Jette studeert rechten aan KU Leuven Brussels parlementslid 1995-2004 (Volksunie, daarna Spirit en Open VLD) Vlaams Parlementslid 2001-2012 van 2011 tot 2014 directeur Belgische brouwers Vlaams minister van Cultuur, Jeugd, Media en Brussel (2014-2019) Brussels minister van Financiën, Begroting, Openbaar Ambt en Meertaligheid, bevoegd voor Onderwijs in de VGC
manifestatie niet had getolereerd, waren mensen ook op straat gekomen, maar dan was het niet met 99 procent mondmaskers geweest. De enige fout die Philippe Close volgens mij maakte, was dat hij niet overwogen heeft het op een plaats te doen waar er meer ruimte was.
Maar waarom wou u per se gaan? GATZ: Ik heb genoeg contacten
binnen Brussel om te merken dat racisme ook hier een echt probleem is. De politie doodt hier geen burgers zoals in de VS, maar mensen worden er wel te vaak uitgepikt. Toen ik zes jaar geleden terugkwam in de politiek, heb ik ooit publiek gezegd dat racisme al bij al niet zo’n groot probleem was in België. I’ve been proven wrong. Ik zat ernaast. Soit, ik vond dat ik daar moest zijn.
Hebben politici dan geen voorbeeldfunctie? GATZ: Ik vind het te gemakkelijk te
zeggen dat politici overal het voorbeeld moeten geven. Publieke figuren mogen ook een geweten hebben, waar ze naar handelen. Je mag de politieke functie niet verengen tot een pastoorsfunctie. Ik hou niet van wat ze in Nederland het geraniummoralisme noemen, het ‘Kijk eens hoe voorbeeldig ik wel ben en zo moet jij ook leven’.
Moeten alle standbeelden van Leopold II uit de openbare ruimte? GATZ: Niet allemaal, dat zou een te
gemakkelijke oplossing zijn tegenover het verleden, terwijl we het heden nog niet eens de baas kunnen. Maar we moeten wel vooruit. Ik vond de voorzet van Bart Somers goed om experten én vertegenwoordigers van de betrokken gemeenschappen samen te laten zoeken naar een uitweg. Op sommige plaatsen zullen standbeelden weg moeten, elders heeft een tegenstandbeeld misschien meer zin. Maak er vooral een gezamenlijk proces van. Als je vandaag alle beelden gewoon wegneemt, verhard je een groot deel van de publieke opinie opnieuw. ‘Ik ben een goeie, want ik haal standbeelden weg en jij een slechte, want je wil ze houden.’ Daarmee zullen we er niet komen.
RETOUR SUR LE COVID ET#BLACKLIVESMATTER AVEC SVEN GATZ Le ministre du budget Sven Gatz (Open VLD) s’est retrouvé brièvement au cœur de la tempête parce qu’il était présent à la grande manifestation antiraciste. Il a défendu son choix: il faut savoir agir selon sa conscience. M. Gatz raconte comment il a vécu cette période de crise sanitaire et comment elle va affecter l’avenir. Il pense que le télétravail a du bon, malgré les conséquences économiques négatives pour la ville et le gouvernement. Les bureaux paient des impôts ici, une partie de l’économie locale vit grâce aux navetteurs. En matière d’enseignement, M. Gatz s’inquiète du retard accusé par certains élèves et place ses espoirs dans les cours d’été. Mais il se demande si, pour les nouvelles écoles, il ne faudrait pas considérer les quartiers de Bruxelles où vivent principalement des néerlandophones. Enfin, il défend les déficits budgétaires que la Région va afficher dans les années à venir. Et il estime que Bruxelles souffre toujours de sous-financement. FR
MINISTER GATZ ON CORONA AND #BLACKLIVESMATTER Budget Minister Sven Gatz (Open VLD) momentarily found himself in the eye of the storm when it emerged that he had attended the large-scale anti-racism demonstration. He defends that decision. There is still racism in society, and at a moment like that one must follow one’s conscience. Pandemic or no. Gatz talks about his experiences of the corona crisis and how it will continue to shape the future. Working from home will become a fixture, he thinks, though that will also have a negative economic impact on the city and the government. Offices pay tax here, and part of the local economy depends on commuter traffic. Concerning education, Gatz reveals new insights. He is concerned about how some pupils have fallen behind and hopes that the summer schools can redress the problem. But he also wonders whether the new schools ought not to look more to the areas of Brussels where many Dutchspeakers live. Finally, he defends the budget deficit that the Brussels Capital Region will run up over the coming years. And he thinks that Brussels continues to be underfunded. EN
17 JUNI 2020
I 13
Getuigenissen
DEZE JONGEREN BELEVEN HUN LAATSTE SCHOOLJAAR AAN HET SCHERM VAN HUN COMPUTER
Hoe is dat, afstuderen in volle coronacrisis? Duizenden jonge Brusselaars tellen momenteel de dagen af naar het einde van een bewogen schooljaar. Dat zal voor altijd worden geassocieerd met de coronocrisis en de ‘lockdown’. Wie dit jaar afstudeert, doet dat een beetje in mineur: geen grote proclamaties, geen grootse feestjes, zelfs geen concrete plannen voor de lange zomer die wacht en vooral veel onduidelijkheid over de toekomst. Op de volgende pagina’s (en op p. 36-38) laten we zes jongeren aan het woord: hoe hebben zij de laatste maanden beleefd van een schooljaar dat sowieso een scharniermoment wordt in hun leven? Dit is de klas van twintigtwintig. — MICHAËL BELLON, SARA DE SLOOVER, LILITH GEERAERTS FOTO’S SASKIA VANDERSTICHELE
LA PROMOTION 2020 EN QUARANTAINE
LAST SCHOOL YEAR IN QUARANTINE
Des milliers de jeunes Bruxellois font actuellement le compte à rebours de la fin d’une année scolaire mouvementée. Elle restera associée pour toujours à la crise du coronavirus et au confinement. Ceux qui obtiennent leur diplôme cette année le font un peu en mode mineur : pas de grandes proclamations, pas de grandes fêtes, même pas de plans concrets pour le long été qui les attend et surtout beaucoup d’incertitudes quant à l’avenir. Dans les pages qui suivent, nous laissons la parole à six jeunes : comment ont-ils vécu les derniers mois d’une année scolaire qui sera quoi qu’il en soit un moment charnière de leur vie ? C’est la promotion 2020.
Thousands of young people are counting down the days to the end of an eventful school year. It will forever by associated with the corona crisis and the lockdown. Those graduating this year will do so without pomp: no elaborate graduation ceremonies, no big parties, not even any concrete plans for the long summer ahead, and especially great uncertainty about the future. In the following pages, six young people present their perspective: how did experience the last few months of a school year that will irrevocably be a turning point in their life? This is the class of twenty twenty.
FR
14
I
17 J U N I 2 0 2 0
EN
DE KLAS van
2020 PORTRETTEN
BRUZZ | GETUIGENISSEN
Mona Abdul Haneen in haar tuin. “Blij dat ik mijn vrienden weer kan zien.”
Mona Abdul Haneen (12) ZESDE LEERJAAR AAN SINT-JOOST-AAN-ZEE
‘Ik heb gemerkt hoe hard onze juffen en meesters werken voor ons’ Mona is leerling van het zesde jaar in Sint-Joost-aan-Zee. Ze woont met haar mama in Laken, en moest tijdens de lockdown niet alleen haar schoolvrienden, maar ook de jeugdbeweging en de lessen aan de circusschool missen. Ze heeft heel veel zin om in september aan het Koninklijk Atheneum in Koekelberg te beginnen. “Ik mag nu al vier dagen per week terug naar school. Dat vind ik eigenlijk te weinig – ik ga echt graag naar school, ik leer graag bij en ik mis mijn vrienden heel hard. Tijdens de lockdown hadden we maar één uur per dag les. En vaak werd dat een half uur, want het eerste half uur waren we bezig
met checken of de webcams werkten, of andere technische probleempjes. Soms dacht ik wel: oh my gosh, leerkrachten kennen echt niks van computers! Dan moesten wij de juf uitleggen waarom haar camera plots was uitgevallen.” “Woensdag gaan we toch nog eens ‘zoomen’, voor zedenleer. In de klas konden we de bubbels niet gescheiden houden, dus doen we het van thuis uit. Het is veel leuker om op school dingen te leren, met een juf erbij. Thuis denk ik soms: waarom moeten we dit nu leren? Ik stel me thuis dus wel meer vragen bij de leerstof. We moesten bijvoorbeeld een oude tekst uit 1939 lezen, en ik vond dat niet zo nuttig. Maar in de klas, had ik me
daar misschien geen vragen bij gesteld.” “Ik denk dat de juffen ons even hard gemist hebben als wij hen. Tijdens de lockdown heb ik gemerkt hoe hard onze juffen en meesters werken voor ons. Er waren extra praatboxen voor leerlingen die vragen hadden, al heb ik daar zelf weinig gebruik van gemaakt. Een van de juffen is heel creatief en doet ook buiten school heel veel – ze heeft mij zelfs een kaartje voor mijn verjaardag gestuurd. Het was leuk om te weten dat zij ook keihard aan het werken waren. Ze hadden kunnen kiezen om al ons schoolmateriaal op te sturen, maar ze zijn alles persoonlijk bij elk kind komen afleveren. En als iemand iets niet had, dan kwamen ze opnieuw langs. Ze willen ons niet alleen de stof geven, ze doen er alles aan om het ons echt te laten begrijpen. Dat is voor hen het allerbelangrijkste.” “Over het algemeen is alles bij ons goed verlopen. We mogen nu
weer met elkaar spelen – dat is fijn, want tikkertje of verstoppertje spelen was heel moeilijk toen we afstand moesten houden. Nu moeten we alleen afstand houden van de juf.” “Ik ga volgend jaar naar het Koninklijk Atheneum in Koekelberg, en ik heb het gevoel dat ik daar klaar voor ben. Ik heb zin om nieuwe vrienden te maken en nieuwe dingen te leren, om te groeien. Of ik bang ben dat ik niet meteen mee zal kunnen? Nee, onze school heeft het goed aangepakt. En in het begin is alles een beetje wennen, hè.”
“DE LEERKRACHTEN ZIJN AL HET MATERIAAL PERSOONLIJK BIJ ELK KIND KOMEN AFLEVEREN”
17 J U N I 2 0 2 0
I 15
DEZE JONGEREN BELEVEN HUN LAATSTE SCHOOLJAAR AAN HET SCHERM VAN HUN COMPUTER
Joke Fleurus (18) ZESDE JAAR HOTEL AAN COOVI
‘Als de taken zich opstapelden, voelde ik wel wat stress’
BRUZZ | GETUIGENISSEN
Joke Fleurus is een van de laatstejaars die Hotel, Bakkerij, Slagerij of Tuinbouw volgen in het secundair onderwijs van COOVI in Anderlecht. Zij volgt Hotel, en het is haar ambitie om binnenkort in de zaal te mogen staan van een leuk restaurant. Maar toen corona toesloeg, werd het ook voor de leerlingen van de hotelschool te heet in de keuken, en vielen de lessen stil. “In de plaats hebben
DE KLAS van
2020 PORTRETTEN
Joke Fleurus aan haar school, COOVI in Anderlecht.
16
I
17 J U N I 2 0 2 0
we preteaching gekregen, met online begeleiding van de leerkrachten, aan wie we vragen konden stellen.” Vooral voor wiskunde vond Joke dat niet vanzelfsprekend. Sommige zaken waren moeilijk te begrijpen zonder fysieke les op school. “En ik ben een stresskip, dus als de preteaching en de taken zich opstapelden, vroeg ik mij wel af of ik dat aan zou kunnen. Ik kan niet
zeggen dat we meer werk hebben gehad dan in normale omstandigheden, maar in de chat met de medeleerlingen werd er af en toe wel geklaagd als er weer een nieuwe taak bij kwam. Gelukkig konden we elkaar helpen als er iets niet duidelijk was, en konden we ook altijd terecht bij de leerkrachten. De school heeft alles goed opgevolgd en regelmatig gevraagd hoe het met ons ging.” Maar wie Hotel studeert, heeft natuurlijk ook praktijk nodig. “Daar hebben onze leerkrachten praktijk iets heel tofs op gevonden. Bij sommige opdrachten moesten we onszelf filmen. Als we bijvoorbeeld een versnijding moesten doen van een stuk fruit, konden we in ons boek kijken hoe
dat moest, en daarna alles zelf uitleggen terwijl we onze handelingen filmden. Ook toen we borden moesten serveren en uitleggen aan onze huisgenoten, hebben we daar een filmpje van gemaakt.” De COOVI-leerlingen hebben hun eerste stapjes als televisiekok dus al gezet, maar daar staat tegenover dat ze de geïntegreerde proef waar ze het hele jaar aan doorwerkten, niet helemaal hebben kunnen afwerken. “Daarvoor moesten we normaal een heel menu samenstellen en maken, maar dat is nu geëindigd met de voorstelling van een powerpoint op het moment dat we nog even naar school terug konden. Ook onze stage kon dit jaar niet doorgaan, gelukkig hadden we de voorbije twee jaar ook al stages.” Voor de praktijk rekent Joke op een studentenjob. Ze kan alvast terecht in het restaurant van haar vader, dat weer opengaat. En nadien hoopt ze ook nog op een andere studentenjob, ook al moet ze dan een mondmasker dragen. Dat de leerlingen van de hotelschool al gewoon zijn aan handen wassen en hygiënemaatregelen is een voordeel. “Tijdens de terugkeermomenten die we nog hadden op school, zijn de veiligheidsmaatregelen goed uitgelegd en hebben we social distancing en extra hygiënemaatregelen ingeoefend. Dat is ook mooie ervaring die we kunnen meenemen.” Op dit ogenblik zit het schooljaar voor Joke er eigenlijk al op. Er waren een aantal evaluatietoetsen over de geziene leerstof. Geen examens, en daar is ze dan weer niet rouwig om. Als alles goed is, volgt er nog een proclamatie in beperkte kring. Met alleen de klasgenoten en zonder familie. “Dat is heel jammer, want normaal gebeurt dat met een groot feest.”
“HET GROTE FEEST VAN DE PROCLAMATIE MOETEN MISSEN, DAT VIND IK HEEL JAMMER”
DE KLAS van
2020 PORTRETTEN
Robin Vander Elstraeten (23) LAATSTEJAARSSTUDENT BIO-INGENIEURSWETENSCHAPPEN, OPTIE CHEMISCHE BIOTECHNOLOGIE AAN DE VUB
‘Ik ga in mijn eerste job werken rond middelen tegen Covid-19’ “Ik was twee weken in Parijs toen de labo’s daar half maart allemaal dichtgingen. Normaal gezien zou ik acht weken gebleven zijn, om testresultaten te krijgen die ik nodig had voor mijn scriptie.” “Mijn scriptieonderzoek gaat over hydrogels die pijnstillers omkapselen, waardoor je die minder vaak hoeft te nemen. Het medicijn wordt zo veel gecontroleerder afgegeven, waardoor je het minder vaak hoeft in te nemen en de bijwerkingen ook verminderen. In plaats van een paar keer per dag hoeft de pijnstiller dan bijvoorbeeld maar één keer in de week toegediend te worden.” “Om te testen of het middel echt werkt, moet je het in muizen injecteren, en dat kan hier niet. Daarom vertrok ik eind februari naar Parijs. In de eerste week dat ik daar was, ging Italië in
lockdown. Ik had niet verwacht dat het daarna zo snel zou gaan. Frankrijk liep qua epidemie een beetje op ons voor, vandaar dat de labo’s er een week eerder sloten dan hier. Voor een paar weken, dacht ik. Ik was er helemaal niet op voorbereid dat ik nooit terug zou kunnen gaan.” “Net op het moment dat ik testresultaten ging verzamelen, sloeg corona toe. Omdat er geen zicht was op wanneer de laboratoria weer open zouden gaan, is mijn thesis meer een bibliografisch werk geworden. Het was roeien met de riemen die we hadden, zeg maar. Want zelfs al zou ik hem in tweede zit indienen, dan nog kan ik geen tests uitvoeren: de universiteit heeft ons laten weten dat masterstudenten pas in september weer in de labo’s mogen. Van de faculteit moeten
we ook een standaarduitleg opnemen dat de scriptie onder bijzondere omstandigheden, tijdens de Covid-19-crisis, tot stand is gekomen. Zodat elke toekomstige lezer weet waarom de resultaten niet volledig zijn.” “Heel spijtig vind ik het allemaal. Je staat het hele jaar in het labo, en dan valt het interessantste deel, de resultaten, weg. Ik heb vorige week mijn scriptie ingediend, maar ik voelde dat ze niet af was. En dat is zonde.” “Ik heb geen examens, enkel nog de mondelinge verdediging van mijn masterscriptie. In plaats van in een aula met een tiental proffen zal ik vanachter mijn computer thuis vragen beantwoorden. Dan ben je misschien toch net iets meer op je gemak. Ook mijn sollicitatiegesprekken de afgelopen maanden waren digitaal.” “Als laatstejaars had ik me dit laatste semester heel anders ingebeeld. Toen ik ergens in december-januari naar mijn laatste TD ging, heb ik nooit gedacht: ‘Dit is nu mijn laatste feestje als student.’ Over de proclamatie heeft de VUB nog geen beslissing genomen, maar ik
hoorde wel dat ze in Gent is afgelast. Toen mijn zus twee jaar geleden afstudeerde, vond ik dat een heel mooi moment. Ik zou het heel erg spijtig vinden mochten wij dat niet krijgen. Zelfs een afgezwakte versie, en natuurlijk met de nodige veiligheidsmaatregelen, zou leuk zijn.” “Ik begin straks als farmaceutisch consultant. De afgelopen maanden kreeg ik via LinkedIn een paar berichten van labo’s met aanbiedingen om rond middelen tegen Covid-19 te werken. In mijn sector leidt de coronacrisis momenteel juist tot meer mogelijkheden, om het cynisch te stellen. Maar voor mijn leeftijdsgenoten elders worden het moeilijke tijden, denk ik.”
BRUZZ | GETUIGENISSEN
Robin Vander Elstraeten in het station van Etterbeek.
“HEEL SPIJTIG: JE STAAT HET HELE JAAR IN HET LABO, EN DAN VALT HET INTERESSANTSTE DEEL WEG”
17 J U N I 2 0 2 0
I 17
Analyse
HOE GROOT WORDT DE CORONAGENERATIE IN BRUSSEL?
DE KLAS
Tot een kwart van de kinderen in Brussel blijft weg van school, maar dit meisje stapt vastberaden de school binnen.
van
2020
B R U Z Z | A N A LY S E
ANALYSE
© IVAN PUT
‘Vaak kunnen de ouders niet eens helpen’ Bijna drie maanden zaten de Brusselse leerlingen achter hun computer in plaats van in de klas. En nu de scholen weer open zijn, blijft een minderheid nog altijd thuis. Pedagogen zijn bezorgd om de leerachterstand bij die groep. “Het wordt de komende twee à drie jaar dag in dag uit werken om de kinderen bij de les te houden.” — EVA CHRISTIAENS
“
18
I
W
e hebben één computer thuis, die mijn kinderen moesten delen voor hun huiswerk. Ik heb hen willen helpen, maar ik kon niet alle lessen begrijpen in het Nederlands.” Boubacar Diallo is vader van vier kinderen, van wie er twee in het Nederlandstalig basisonderwijs zitten. Zelf spreekt hij geen Nederlands, maar wel Frans. Niet eenvoudig om de mails van de school te begrijpen, vertelt hij. “Mijn vrouw kent ook geen Frans, dus ik was verantwoordelijk voor de hulp met het schoolwerk,” zegt de vader
17 JUNI 2020
van Guinese afkomst. “Gelukkig mag mijn dochter sinds een paar weken weer naar school, waar ze haar oefeningen in een kleine groep kan maken.” Diallo’s dochtertje Zeinad zit in het derde leerjaar en mocht daarom eigenlijk nog niet herbeginnen op 15 mei, maar de school maakte een uitzondering omwille van hun thuissituatie. “Dat heeft me erg geholpen, want met iedereen samen in huis was het niet eenvoudig,” vertelt Diallo. Met z’n zessen hebben ze twee kamers en een salon om in te leven. Intussen bleef Diallo nog
buitenshuis werken. Hij was maar drie dagen per week vrij om de kinderen te helpen. In verschillende Brusselse scholen komt het verhaal bekend voor. “Per klas geloof ik dat er zeven à acht kinderen niet volledig konden volgen met de afstandslessen,” zegt schoolpoortwerkster Marisa Mendoza van vzw Vrienden van het Huizeke. Ze bemiddelt in basisschool Sint-Lukas in Schaarbeek tussen de ouders en de school. “Het is een heel proces geweest: in het begin moesten ze wachten op laptops of op gratis wifi, daarna
wisten sommige ouders nog niet hoe ze naar de site van de school moesten surfen of hoe ze een e-mailadres konden aanmaken,” zegt Mendoza. “Het is niet dat de juffen er niet achter zitten of dat de kinderen het niet willen, maar wel dat de ouders niet kunnen helpen.” Zelfs nu de scholen zijn heropend, komt nog niet iedereen terug. Uit een rondvraag van BRUZZ in twintig Nederlandstalige basisscholen blijkt dat tot een kwart van de leerlingen thuisblijft, vooral in scholen met een kwetsbaar doelpubliek. Zes scholen geven aan minstens tien leerlingen niet of nauwelijks te kunnen bereiken. Hoeveel leerlingen dat in heel Brussel zijn, is voorlopig moeilijk in te schatten, maar pedagogen vrezen dat deze ‘coronageneratie’ de lessen niet in een-twee-drie zal inhalen. “Voor wie de voorbije maanden nauwelijks onderwijs heeft gevolgd, zou je de effecten kunnen vergelijken met een normale zomervakantie,” zegt pedagoog Pedro De Bruyckere van de Arteveldehogeschool. “Volgens een Amerikaanse studie kan de opgedane kennis voor taal en lezen dan tot 50 procent
achteruitgaan, voor rekenen tot wel 70 procent.” Dat betekent dat wie bijvoorbeeld net voor de coronacrisis leerde om te cijferen, nu misschien al veel vergeten is door een gebrek aan herhaling.
GROEIENDE VERSCHILLEN De verwachte leerachterstand zal vermoedelijk niet in elke school even groot zijn. “Voor een groot deel varen we blind: we weten niet welke leerstof elke school precies heeft gegeven en op welke manier, en wie ze bereikt heeft en wie niet,” zegt De Bruyckere, want in ons land hebben scholen vrijheid van onderwijs. Uit de rondvraag van BRUZZ blijkt dat sommige basisscholen tot vijftien uur afstandsonderwijs per week gaven, andere maar twee. Maar voor wie sinds half maart amper les heeft gevolgd, vreest De Bruyckere wel langdurige gevolgen. “Op basis van eerder onderzoek na schoolstakingen weten we dat die leerlingen jaren later nog altijd meer kans lopen op zittenblijven en slechtere schoolresultaten. Dat heeft mogelijk ook gevolgen voor de arbeidsmarkt.” De vrees is dan ook dat de huidige situatie de ongelijkheid tussen leerlingen zal vergroten. Nog voor de coronacrisis bleek dat de leerachterstand sterk varieerde tussen Brusselse gemeenten: in Sint-Pieters-Woluwe heeft 4 procent van de leerlingen in de eerste graad middelbaar onderwijs een achterstand van minstens twee jaar. In Sint-Joost-ten-Node loopt dat aandeel op tot 18 procent. “De leerachterstand van kinderen is sterk verwant met de socioeconomische situatie van hun gezin,” zegt Marion Englert van het Observatorium voor Welzijn en Gezondheid, die de cijfers uit hun laatste Welzijnsbarometer haalde. “En elke achterstand vergroot het risico op latere schooluitval.” Al voor de coronacrisis verliet één op de negen Brusselse jongeren de middelbare school zonder diploma, zegt Englert. Dat aandeel ligt hoger dan in de rest van het land: 27 procent van de Brusselaars is laagopgeleid, terwijl dat in Vlaanderen 22 procent is. Bovendien heeft een zesde van die laaggeschoolde Brusselaars nog nooit een computer gebruikt. Dat opleidingsniveau blijkt nu wel van tel, want hoogopgeleide ouders kunnen hun kinderen gemid-
deld beter helpen bij het huiswerk, zegt De Bruyckere op basis van onderzoek uit Nederland. “Het is mijn berekende gok dat de verschillen tussen kinderen groter zullen worden. Sommige kinderen zullen misschien gefloreerd hebben omdat zij thuis in goede omstandigheden konden leren, andere gaan veel sneller achteruit.”
BLIJVEN LEZEN Ondertussen zoeken scholen en gemeenten naar oplossingen om de gemiste leerstof in te halen. Het kabinet van Vlaams minister van Onderwijs Ben Weyts (N-VA) kreeg tot nu toe twaalf aanvragen vanuit Brussel om zomerscholen te organiseren, zowel voor het basisonderwijs als voor het middelbaar onderwijs. “Bij ons zijn die specifiek bedoeld voor kinderen die een achterstand hebben opgelopen of die het moeilijk hebben,” zegt Molenbeeks schepen van Nederlandstalig Onderwijs Jef Van Damme (SP.A). De gemeente wil een zomerschool organiseren tijdens de laatste twee weken van augustus. “We contacteren die kinderen gericht en stemmen de lessen af op hun noden. In de namiddag plannen we sport- en
van medici gerust te stellen. Persoonlijk contact helpt altijd,” zegt hij. Het GO! CLB heeft alle ouders opgebeld die hun 59 scholen niet konden bereiken. Intussen komen er al meer kinderen terug naar school. Ook schoolpoortwerkster Mendoza heeft de voorbije maanden aanhoudend rondgebeld en gewhatsappt tot ze iedereen aan de lijn kreeg. “Mensen worden overspoeld door nieuws uit de hele wereld en maken daarmee hun eigen verhaal, waar je soms uren aan een stuk op moet inpraten,” vertelt zij. Zelfs als de juiste mensen bereikt worden, blijven de zomerscholen slechts een begin. “Het is een druppel op een hete plaat: niemand maakt zich de illusie dat daarmee alles opgelost is,” zegt De Bruyckere. “Er zal de komende twee à drie jaar dag in dag uit gewerkt moeten worden om de kinderen bij de les te houden.” Behalve de scholen hebben de ouders, jeugdverenigingen, bibliotheken en gemeenten daar een rol in te spelen, zegt hij. “Iedereen moet mee. We moeten leerlingen monitoren, bijsturen en eventueel tutoren in kleine groepjes. Daar kunnen de gemeenten extra inhoudelijke ondersteuning in
“Per klas geloof ik dat er zeven à acht kinderen niet volledig konden volgen met de afstandslessen” MARISA MENDOZA Schoolpoortwerkster
cultuuractiviteiten om het nog wat ludiek te houden.” Blijft de vraag hoe de juiste groep kan worden bereikt met die zomerplannen. De taalbarrière en de culturele barrière waren bij sommige ouders al een probleem, nu komt daar nog een portie angst bovenop. “Dit zal een extra inspanning vragen van het hele onderwijsveld en de welzijnswereld,” zegt directeur Dries Vandermeersch van het GO! Centrum voor Leerlingenbegeleiding (CLB) in Brussel. “Wij proberen de ouders nu via objectieve informatie en met behulp
voorzien.” Tijdens de zomermaanden is het dan weer belangrijk om te blijven lezen om de taal te onderhouden. Ook sport en spel, en culturele activiteiten kunnen helpen om nieuwe verbanden te leren leggen. Zo is Mendoza alvast tevreden dat zij de tien meest angstige ouders allemaal heeft kunnen overtuigen om hun kinderen drie weken naar het speelplein te sturen. “Die kinderen hebben de hele lockdown geen stap buiten gezet”, zegt ze. “Dan denk je: oef, nu krijgen ze tenminste een fijne vakantie.”
RÉAPPRENDRE À APPRENDRE Après trois mois d’enseignement à distance, les portes de l’école sont à nouveau ouvertes, mais un groupe d’élèves reste encore à la maison et certains ont même disparu du radar. De plus, tous n’ont pas pu suivre les cours en ligne de la même manière, souvent parce que les parents ne pouvaient pas les aider. On ignore pour le moment l’importance de ce groupe sur le territoire de Bruxelles, mais les éducateurs sont certains que le retard accusé en matière d’apprentissage ne pourra pas être rattrapé en deux temps trois mouvements. « Ces enfants risquent encore plus de redoubler les années suivantes. Cela aura également des répercussions sur le marché du travail », explique Pedro De Bruyckere (Arteveldehogeschool). « Nous allons devoir travailler jour après jour pendant les prochaines années afin que les enfants tiennent le cap. » Avec les cours d’été et les maisons de jeunes, Bruxelles espère pouvoir rattraper le temps perdu. FR
SOME CHILDREN MUST LEARN HOW TO LEARN AGAIN After three months of distance learning, the school gates have reopened, but a group of pupils are still staying home. In some primary schools, it is impossible to count more than ten pupils. Moreover, some pupils struggled with the digital classes, often because their parents were unable to help. The size of this group for Brussels as a whole is currently unknown, but educational scientists are convinced that catching up will not be a quick and easy process. “Based on earlier research after school strikes, we know that those children are at increased risk of grade repetition and worse exam results. That has consequences for the labour market”, education expert Pedro De Bruyckere (Arteveldehogeschool) says. “We will have to spend the next two or three years working every day to ensure that the pupils stay focused on their lessons.” With summer schools, playground camps, and youth movements, Brussels hopes to compensate for the first few months. EN
17 JUNI 2020
I 19
In memoriam
AFSCHEID VAN EEN MONUMENT
Atlantis heeft echt bestaan: hij was barman in Brussel
BRUZZ | IN MEMORIAM
Atlantis van Ardoewaan is overleden. Het mooiste eerbetoon zal van de twee dronkaards komen die in 2040 in het holst van de nacht in de bruinste kroeg van ’t stad zullen bekvechten over de vraag of hij echt hee bestaan. Degene die beweert van wel, zal gelijk hebben. — NIELS RUËLL
20
J
a, er kwam ooit iemand probleemloos weg met de naam Atlantis van Ardoewaan. Hij kwam aangereden uit Tollembeek en van de late jaren tachtig tot de eerste helft van de jaren nul was hij een even goeie reden om in hartje Brussel op café te gaan als de zucht naar drank en de kans op boeiende gesprekken. Als barman van de Dolle Mol en de Kafka, en cafébaas van den Dada was hij een sleutelfiguur in het Brusselse nachtleven van weleer. Het nieuws van zijn overlijden, op zijn 58ste, twee dagen voor het einde van de drooglegging, bezorgt oudere generaties cafégangers beslist een wee gevoel. Tappen in kroegen met karakter of geschiedenis maakt van niemand een ‘legende’, ‘ridder van de nacht’, ‘cultfiguur’ of ‘mythe’. Zo wordt Atlantis wel genoemd. Door de mensen die hem volgden van café naar café. Door de nachtraven die hij na sluiting op sleeptouw nam voor voortzetting van de festiviteiten of slaapmutsjes in Het Rijk der Zinnen of groezeligere, anoniemere kroegen die het ochtendkrieken haalden zoals La Poste op het Zaterdagplein. Door de uitverkorenen die hij na al die uitspattingen thuis trakteerde op een apotheose van joints, whisky, aardbeien met slagroom en opera (Casta Diva als het moest). Door iedereen die weet waarom er epicurist op zijn doodsprentje staat. Maar niet alleen zijn gevolg had Atlantis hoog op. De Brusselse burgemeester Philippe Close aarzelde niet om even stil te staan bij zijn heengaan. “Atlantis is eerst en vooral een figuur: een kolos met een baard, oorbellen, zwarte zonnebril en met humor. Un toffe pei, een Gardevil
I
17 J U N I 2 0 2 0
Atlantis achter de bar van zijn café Dada, dat hij in juni 2001 zelf opende.
maar vooral een van die mensen die Brussel zo menselijk maken. Ik mis ‘m.”
VERZONKEN CAFÉCULTUUR Niet alleen die van de burgemeester, élke poging om de legende te duiden begint bij zijn markante verschijning. “Ik kwam als zestienjarige de Dolle Mol binnen en achter de rokerige toog stond een imposante nieuwe barman met rosse baard, sigaretten achter beide oren en een twintigtal oorbellen. Hij droeg zwarte cowboylaarzen en een jagersvest waar geen kogels in staken, wel tientallen briquets. Maar hij had geen vuur wanneer iemand daar om vroeg,” vertelt boezemvriend Hans Bauters. “Onder het motto ‘’t is den hoed die het hem doet’ droeg Atlantis steeds een hoofddeksel. Pots, tuk, moesj, steek, canotier, bolhoed of hoge hoed … ze zullen me steeds aan hem laten denken.” Toen Atlantis eind jaren tachtig als tapper aan de slag ging in de Dolle Mol ging het er volgens
filmregisseur, kunstenaar en beroeps-dollemol Jan Bucquoy nog ruig aan toe in het café dat alternatief België overhield aan de revolutie van mei ’68. “De Dolle Mol was een soort vrijhaven waar alles kon. Iedereen mocht er zwalpen: postbodes, bankdirecteuren en ambtenaren die de laatste trein naar huis misten, de laatste punkers en hun honden, dichters, schrijvers, studentjes, nachtbrakers en zestienjarige Vlaams-Brabantse meisjes die thuis waren weggelopen. Atlantis kon met iedereen overweg én voor hem was iedereen gelijk. Na optredens in de AB zakten zangers wel vaker af naar de Dolle Mol. Op een nacht waaide Tom Waits binnen. Toen hij zijn gitaar bovenhaalde, riep er iemand ‘ta gueule’. Atlantis greep in. ‘C’est bon,’ zei hij … tegen Tom Waits, die zijn gitaar weer mocht opbergen. Met zijn imposante figuur kreeg Atlantis de rare gasten makkelijk buiten als er weer eens werd gevochten.” “Ik vraag me af of Atlantis in het huidige caféleven nog zo’n succes zou zijn,” zegt gids en
UNE LÉGENDE NOMMÉE ATLANTIS
fotograferende toeristen en toeschouwers zoomden altijd op hem in,” lacht Rohnny Buyens, ex-gemeenteraadslid van Brussel, en Gardevil. Verschillende gezondheidsproblemen dwongen Atlantis om zich met zijn geliefde Elisabeth van Wilderode bijna volledig terug te trekken uit het publieke leven. Op dat moment was de legende al lang geschreven.
vertelster Kaat Bauters. “De oude toogcultuur was hem op het lijf geschreven. Vandaag kan je niet meer op je eentje een café binnenvallen en verwachten dat je binnen de kortste keren in gesprek bent met iemand die je niet kent. Je wordt verondersteld met iemand af te spreken. Dat is een totaal ander gegeven. Atlantis was er een krak in om de meest uiteenlopende figuren op hun gemak te stellen. Hij was een meester in het begrijpen van iedereen die aan zijn toog zat en kon het café met zijn onnavolgbare, warme, absurde humor als een orkestmeester bespelen. Humor die nooit iemand afbrak maar de mensen juist ophief.”
Atlantis van Ardoewaan n’est plus. De la fin des années quatre-vingt à la première moitié des années 2000, il aura été une figure de proue de la vie nocturne bruxelloise : d’abord comme barman du Dolle Mol et du Kafka, puis comme gérant du légendaire mais regretté Café Dada. Son apparence imposante et le nom qu’il s’était choisi attiraient l’attention, mais l’épicurien (« le seul homme au monde capable de dessoûler en buvant des bières ») et dadaïste est surtout devenu une légende locale en menant à bien des soirées agitées ou calmes grâce à ses discussions intéressantes, son sens de l’humour et le don de mettre tout le monde à l’aise. Pour certains, il représentait une culture de café plus brute qui a aujourd’hui disparu. Ce chevalier de la nuit venu de Tollembeek qui savait mixer sans problème les Ramones, le Grand Jojo et Billie Holiday, était fier de rejoindre les Gardevils, ces chemises bleues avec un haut-de-forme noir qui veillent sur la plantation du Meyboom. Le bourgmestre de Bruxelles se souvient d’Atlantis comme d’« un toffe pei mais surtout une de ces personnes qui rendent Bruxelles si humaine. » FR
NOG EENTJE
Rest nog de vraag of Atlantis van Ardoewaan echt zo heette. Het antwoord is ja. Op het doodsprentje staat zijn geboortenaam niet prominenter dan de naam die hij zich als adolescent aanmat, alsof hij voorvoelde dat levenskunst het interessants is om DADAÏST in uit te munten. Nog één verhaaltje over de nachtridder die Als het om of andere reden niet plezant werd, was nooit terugdeinsde voor nog er altijd nog de muziek. The eentje. “Klanten en vrienden Ramones, There will be no next die niet meer thuisraakten op time, Lange Jojo, Roy Orbison, het einde van de zoveelste Johnny Cash, Billie Holiday en wilde nacht konden blijven Monster Magnet. Niet de slapen op zijn kamertje boven veelzijdigheid imponeerde, maar de Dolle Mol,” vertelt Hans het talent van Atlantis om in te Bauters. “Daar moest wel voor schatten waar het uur, de dag en betaald worden. Niet met het publiek zonder het zelf te zoiets ordinairs als geld, maar weten om verlegen zat. De door voor te lezen uit het zwaarste drinker haalde niet in verzamelwerk De brieven van zijn hoofd om hem onder tafel te Karl Marx. Marx’ brieven aan proberen te drinken. Op de KAAT BAUTERS Friedrich Engels begonnen uitvaart vorig week woensdag Gids en vertelster meestal met ‘Fred, je was werd Atlantis omschreven als ‘de gisteren weeral veel te enige mens op aarde die kon dronken’.” De vraag of je voor het marxisme je ontnuchteren door pinten te drinken’. Hij had ook hoed moet afdoen is al honderd jaar een garantie een eigen idioom. Zijn stopwoord was Halt!, zijn op een stevige toogdiscussie. De vraag of je hoed begroeting hiersiedaarsie, zijn merci niet op zijn moet afdoen voor de cafébaas die zoiets bedenkt, Frans, maar op zijn Roy Orbisons: meurci. is bij gebrek aan andere antwoorden dan ja Wordt het al wat duidelijker waarom zijn helemaal geen vraag. publiek hem in de jaren negentig volgde naar het café waar hij die dag achter de toog stond: de Kafka of de Dolle Mol? Of waarom BRUZZvoorloper Brussel Deze Week het een coververhaal vond toen hij juni 2001 in de Wolvengracht eindelijk zelf een café begon. Café Dada was een inslaand succes en had aan een paar weken genoeg om op kaart te staan van de cafés die van Brussel Brussel maken. De weken werden maanden, de maanden jaren, maar de jaren geen decennium. Het pand aan de Wolvengracht werd onteigend om het Vlaams-Nederlands Huis deBuren aan een achterhuis te helpen dat er helemaal nooit is gekomen. Café Dada werd in 2007 verplant naar het voormalige Théâtre Quat’sous in de Violetstraat, maar daar liep het om verschillende, soms schimmige redenen fout. Atlantis verdween van het toneel. De eerste jaren dook hij wel nog op tijdens de Meyboomplanting in de Basfondswijk. Apetrots was hij op zijn toetreden tot de Gardevils, de blauwhemden met een zwarte hoge hoed die de vreugdeboom beschermen tijdens de folkloristische hoogdag die teruggaat tot 1213. “Atlantis was letterlijk en figuurlijk, un Grand Monsieur,” zegt Jean-Pierre Vandenbroeck, voorzitter van de Gardevils. “De © SASKIA VANDERSTICHELE
© IVAN PUT
“Hij was een meester in het begrijpen van iedereen die aan zijn toog zat”
DE LEGENDE ATLANTIS Atlantis van Ardoewaan has died. From the late eighties until the first half of the noughties, he was a key figure in Brussels’ nightlife, initially as the barman at Dolle Mol and Kafka and later as the café manager of the legendary but now defunct Café Dada. His impressive appearance and self-chosen name appeal to the imagination but the Epicurean (“the only man in the world who could sober up by drinking pints”) and Dadaist primarily became a local legend by organizing and managing so many wild or quiet nights with pointed remarks, a sense of humour, and the ability to set everyone at ease. According to some, he represented a rougher café culture that no longer exists. The king of the night, who could effortlessly combine The Ramones, Lange Jojo, and Billie Holiday, was proud of his admittance to the Gardevils, the blue shirts with black top hats who guard the annual planting of the maypole. The mayor of Brussels remembers Atlantis as “a great guy, but most of all, one of those people who make Brussels so human”. EN
Imposant, maar Atlantis kon met iedereen overweg. “Un toffe pei,” noemt burgemeester Close hem.
17 J U N I 2 0 2 0
I 21
Vileyne gedachten
TERUGBLIK OP DERTIG JAAR BRUSSELSE JOURNALISTIEK
Sarajevo
▲
bruzz.be/vileyn
© BART DEWAELE
BRUZZ | VILEYNE GEDACHTEN
Dertig jaar puur Brusselse journalistiek heeft BRUZZ-redacteur Danny Vileyn erop zitten. In het magazine blikt hij tweewekelijks terug op wat hem van die drie decennia is bijgebleven.
“In de jaren 1990 stonden de sociale media nergens, de klassieke media speelden hun rol van publieke opinievormer ten volle”
22
I
17 JUNI 2020
Merde, je ne savais pas que c’était si grave. Het waren de woorden van de Franstalige liberaal Hervé Hasquin, oud-rector en voormalig hoogleraar geschiedenis aan de ULB. Maar het waren niet de woorden van de academicus Hasquin, maar van de kersverse minister van Ruimtelijke Ordening, Stadsontwikkeling en Communicatie in de Brusselse regering Picqué II, die in 1995 aantrad. Hij sprak de woorden uit tijdens een toer met journalisten toen hij terug in de bus stapte aan Fontainas, waar hij de stadskanker Sarajevo had aanschouwd. Het was meteen duidelijk dat de man de stad absoluut niet kende; geboren en getogen in Charleroi is Hasquin altijd een overtuigde Waal gebleven. Maar terwijl hij als historicus baanbrekend onderzoek heeft verricht naar contacten tussen de Waalse Beweging en het Vichyregime, herinner ik me hem als Brussels minister als op het randje af brutaal en van zijn reductionistische visie op stedelijk beleid en liberalisme: liberaal was maar al te vaak het tegenovergestelde van waar Charles Picqué (PS) voorstond. Het boterde absoluut niet tussen die twee. De regering Picqué I (1989-1995) had onder meer een ambitieuze stedenbouwkundige ordonnantie laten goedkeuren om de bruxellisation van de decennia voor de geboorte van het Brussels Gewest een halt toe te roepen. De enige noemenswaardige verwezenlijking van Hasquin was het doortrekken van de metro van Bizet naar Erasmus, het universitair ziekenhuis van de ULB. Dat was hij zijn alma mater verplicht, sommige Ecolo’s spraken smalend van de ‘vrijzinnige metro’. Maar de metro is er en dat is een goede zaak. Het jaar 1995 dus, het jaar waarin een paar jonge wolven – Patrick Moyersoen en Paul Corthouts van de Beursschouwburg – het leegstaande Hôtel Central annex bioscoop kraakten, samen met de Brusselse Raad voor het Leefmilieu, als protest tegen leegstand en speculatie. Ze kregen zowat heel de culturele wereld mee. Het is een van de voorbeelden die aantonen dat de Nederlandstaligen in Brussel hun rol als stadsactivist hebben gespeeld en resultaat hebben geboekt. Het was ook de periode waarin Michel Demaret van de PSC van zijn stoel gewipt werd
en Ecolo met Henri Simons een politiek beest met klasse als eerste schepen in het college van de liberaal François-Xavier de Donnea bakens heeft verzet. De jonge equipe van de Afvaardiging voor de Ontwikkeling van de Vijfhoek, een soort parallelle administratie, heeft niet alleen concrete resultaten geboekt, ze is er ook in geslaagd om de media mee te krijgen. Er waaide een nieuwe wind met Picqué in het Gewest en Simons in de Stad Brussel. In de jaren 1990 stonden de sociale media nog nergens, de klassieke media speelden hun rol van publieke opinievormer nog ten volle. Met Franstalige en Nederlandstalige media was Brussel ook bijzonder goed bediend. De vele contacten tussen Nederlandstalige en Franstalige journalisten waren ook bijzonder vruchtbaar. Journalisten haalden in de pre-sociale mediatijd hun informatie uit persconferenties, communiqués, parlementaire zittingen en gemeenteraden, en natuurlijk persoonlijke contacten en onderzoeksjournalistiek. Ik herinner me dat ik eens uitgenodigd was voor een ontbijt met Hasquin. Ik dacht dat hij me een primeur zou cadeau doen, maar ik kreeg een halftijdse baan als woordvoerder aangeboden. Ik werkte toen bij Het Laatste Nieuws en Hasquin dacht dat ik de andere helft verder kon werken als Brusseljournalist. Een journalist bij een liberale krant kon toch deeltijds voor een liberale minister werken? Hij begreep niet dat de mores langs Frans- en Nederlandstalige kant verschilden. Zo anders was de wereld toen. In 1998 ging ik bij Brussel Deze Week werken. De lancering van de stadskrant maakte ook deel uit van het nieuwe Brussel dat in aantocht was. Het zal toeval zijn, maar in 1998 ging ook de Afvaardiging aan het werk. Het waren de boeiendste jaren van mijn carrière.
NU ZATERDAG ONLINE De volgende terugblik over de Heropleving van de Vijfhoek komt zaterdag online: bruzz.be/vileyn. Eerder verschenen : Brussel kosmopolitische stad, Katholiek Brussel, Vrijzinnig Brussel, Prostitutie in Brussel, Misdaad in Brussel, Migratiestad Brussel, Meertalig Brussel.
AAN DE ZUURSTOFTANK MET UNDER THE REEFS ORCHESTRA
Diepzeejazz
Bxl in the mix
NL
Wie vandaag naar adem hapt in het ondermaanse, moet beslist onderduiken met Under the Reefs Orchestra. Het jazzrocktrio levert met zijn titelloze debuut alvast de zuursto el. — TOM ZONDERMAN Een trio is een orkest: Under the Reefs Orchestra bestaat slechts uit drie muzikanten, gitarist Clement Nourry, baritonsaxofonist Marti Melia en drummer Louis Evrard. Het drietal ontdekte zijn orkestrale orkaankracht op een broeierige nacht tijdens Les Nuits in 2017. “Een jaar eerder had ik een soloalbum uitgebracht onder de noemer Under the Reefs,” vertelt de in Rijsel opgegroeide Clement Nourry vanuit zijn appartement in Vorst. “Ik voelde dat mijn composities er baat bij zouden hebben om ze te laten rijpen in de schoot van andere muzikanten. Voor mij is muziekmaken lang schaven en sudderen, tot je bij de sound uitkomt die in je hoofd zit.” Muziek is voor Nourry vooral ook iets fysieks. “Beweging, letterlijk, bepaalt het geluid en het ritme van de track,” legt Nourry uit, die soms helemaal van de wereld is wanneer hij met een plectrum de snaren van zijn instrument beroert. “Alsof je een soundtrack bedenkt bij een choreografie die je ter plekke verzint.” De klankband waar Nourry het over heeft, is een bijwijlen withete mengelmoes van rock, jazz en klassiek, een snijpunt waar zich ooit ook Moondog, Morricone en Morphine bevonden. “Er komen héél véél dingen samen,” knikt Nourry. “Ik ben klassiek opgevoed, als kind speelde ik hoorn. Op mijn zestiende ben ik overgeschakeld naar de gitaar. Eerst klassiek, dan elektrisch. Aan het Brusselse conservatorium heb ik jazz gestudeerd.” Oorspronkelijk was Nourry een bluesgitarist. “De brute stijl van John Lee Hooker is voor mij heel belangrijk geweest.” Het nummer ‘Tucuman’ op het debuut van Under
Voor het artwork van zijn debuut ging Under the Reefs Orchestra aankloppen bij de Brusselse collagekunstenaar David Delruelle
the Reefs Orchestra verwijst dan weer naar de Argentijnse folkgitarist Atahualpa Yupanqui. Klassieke muziek kwam binnen via zijn broer. “Hij speelt viool. Hij repeteerde in de kamer naast mij Bach en Sjostakovitsj. Dat is hardrock.” (Lacht) Ook de minimalistische muziek van Arvo Pärt bleef plakken. “Dat repetitieve, de zoektocht naar trance, zit ook in onze muziek.”
HET ONDERBEWUSTE Under the Reefs Orchestra braakt bezwerende muziek uit voor zinderende trips. In omineus getitelde tracks als ‘Le naufrage’ (‘De schipbreuk’) komt daar nog wat dreiging bij. “Ik zie onze muziek als bungelen boven een afgrond,” vertelt Nourry. Prima voer voor deze tijden, dus. “Bizar genoeg wel, ja. Maar eigenlijk voel je al tien jaar dat het op een dag allemaal in elkaar gaat stuiken.” ‘Vertige’ is het woord waarmee hij zijn muziek het vaakst
omschrijft: hoogtevrees. “Je ziet de diepte, je bent bang, maar tegelijk word je door het gevaar aangetrokken. Alsof je verlangt dat alles door elkaar geschud wordt.” Een ander beeld dat hem voor de geest komt bij het beschrijven van de instrumentale muziek van Under the Reefs Orchestra, is dat van Dead calm, een thriller uit 1989 met Sam Neill en Nicole Kidman: “Je ziet hen ronddobberen in hun zeilboot op een eindeloze, vlakke zee, en je weet: hier staat iets te gebeuren.” Nourry is al zijn hele leven gefascineerd door water, en dan vooral door wat er zich onder het wateroppervlak bevindt. “Onder water lijk je gewichtloos, maar tegelijk drukt er een massa op je schouders. Er bevindt zich een hele wereld die we niet kennen, de diepzee is een beetje zoals ons onderbewuste. Je zou kunnen zeggen dat we die met Under the Reefs Orchestra in kaart proberen te brengen.” (Lacht)
Under the Reefs Orchestra is nu uit (Capitane Records) 17 J U N I 2 0 2 0
I 23
BAS LES MASQUES LE BATTEUR DE JAZZ ANTOINE PIERRE SE DÉVOILE SUR LA CRISE DU CORONAVIRUS
‘On a tous besoin de rêver’ Chaque semaine, BRUZZ sonde un artiste bruxellois sur les nouvelles vérités qui se sont formées derrière son masque buccal. Le ba eur de jazz Antoine Pierre (28 ans) espère un ralentissement du consumérisme.
FR
— TOM ZONDERMAN, PHOTO: SASKIA VANDERSTICHELE
Comment avez-vous vécu le confinement ? Au début, tout le monde était dans l’inconnu, dans l’ignorance. C’est un peu vertigineux quand l’État t’oblige à ne pas sortir. Ça fait peur. Mais de l’autre côté, j’ai vraiment pris le pli de changer de mode de vie. De tout d’un coup se dire, OK, on va prendre le temps. Tu avais l’impression que tout était au ralenti. Ça m’a fait un bien fou. J’ai fait des tours à vélo à la Forêt de Soignes, j’ai travaillé à fond sur mon projet solo de batterie électronique. J’ai l’impression d’être plus connecté. Je souhaite à tout le monde de ressentir ça. D’un point de vue personnel et spirituel, le confinement était génial. Le fait d’être dans ce cocon, cette cabane où il y avait de la place pour la réflexion. D’un point de vue économique, c’était plus compliqué. (Rires)
Pensez-vous que nous vivons avec de nouvelles vérités ? Une crise comme celle-ci montre à la loupe beaucoup de problèmes de notre société – tout ce qui est en
rapport avec la mondialisation, la surconsommation, le climat. C’est clair que nous n’avons pas besoin de grand-chose pour vivre au final. Ce qui a manqué cruellement pendant le confinement, c’était la vie sociale. Au début, j’ai eu une petite lueur d’espoir. Génial, le monde va changer ! Quand la vie a commencé à reprendre « comme avant », j’ai été déçu. Dès que les drive-in des fast-food ouvrent, tu vois les files de bagnoles, et tu te dis: pourquoi ? Les choses les plus importantes dans la société ne sont pas réactivées mais tout ce qui est superficiel est bien là.
Votre rôle en tant qu’artiste a-t-il changé ? Depuis un petit temps, j’avais vraiment envie de faire passer un message. Avec cette crise, et avec Black Lives Matter, encore plus. Il est important de ne pas obliger mais de véhiculer les choses. Permettre aux gens de sortir d’un concert, d’une expo, d’un film en se posant des questions. Finalement c’est un peu notre rôle en tant qu’artiste.
Ça se passe dans la rue
24
I
Votre nouveau disque, Suspended, reflète-t-il l’esprit de cette période ? Je le vois comme un double axe. Il y a d’abord l’hommage à Bitches Brew, l’album iconique de Miles Davis qui reflète les luttes des Afro-Américains dans les années soixante. Le jazz a toujours été une musique avec un symbole contestataire par rapport à ce qui se passe, une espèce de... musical riot. Nous sommes dans un si petit pays, et c’est si divisé. Mon nouveau disque, c’est ça : on n’est pas d’accord. La génération néolibérale qui coûte que coûte veut que le capitalisme et le consumérisme aient une croissance continue, ça m’emmerde. D’autre part, il ne faut pas perdre le côté évasion de la musique. On a tous besoin d’évasion et de rêver.
Comment regardez-vous l’avenir ? Le monde tourne un peu à vide en ce moment. J’espère que le futur de la culture sera davantage considéré par l’État. Et que la culture ne sera pas le streaming. (Rires) À voir et à faire, ça n’est pas gai.
Ezels tegen corona NL/ De Spreken-
FR/ Prises de panique à l’annonce du confinement, les marques ont freiné sec leurs investissements publicitaires laissant vierges les panneaux publicitaires de Bruxelles quand ils n’étaient pas investis par des campagnes d’intérêt général. L’occasion pour la photographie contemporaine de sortir de l’éclairage artificiel des galeries pour faire connaître son existence au grand jour. Grâce au projet Exi(s)t, les rues de la ville se sont muées en une sublime exposition temporaire faisant honneur à la scène bouillonnante et trop peu visible des photographes belges. (SOS)
de Ezels, het maandelijkse vrij podium voor humor, muziek en stand-uppoëzie in café Monk, pakt voor zijn seizoensafsluiter uit met een geestig concept: omdat optreden voor publiek pas weer kan vanaf 1 juli, gaat deze editie door vanuit het raam op de eerste verdieping bij Monk. Het poëzie- en alchoholminnende publiek kan toekijken vanaf de straat. Wie daar geen plekje weet te bemachtigen, kan via Facebook het gestreamde event volgen. Tekenen alvast present: Kathleen Peeters, Herlinde Swinnen, Nick Defour en Joost Vandecasteele. (GH)
www.exi-s-t.be
24/6, 20.00, café Monk, www.desprekendeezels.be
1X7 2J0U1 N 8 I 2020
ANTOINE PIERRE • naît à Liège en 1992 • étudie le jazz à Bruxelles et New York. • fonde les groupes Next.Ape et Urbex, joue pour TaxiWars • participait il y a deux semaines au Bel Jazz Fest • sort cette semaine le single ‘Steam’ qui sera suivi de l’album Suspended le 11 septembre
Open Sesame! EN/ The doors of the one-and-a-half-metre-society are gradually reopening. Including in the land of the visual arts. A number of Brussels galleries had already reopened by appointment only, but the Brussels Gallery Weekend decided that it couldn’t hurt to broaden the scope and put it in the spotlight so that the public would know. So, as a result, over forty galleries – from Alice Gallery to Xavier Hufkens – are organising an open-door weekend on 20 and 21 June. (KS) 20 & 21/6, 11 > 19.00, Facebook: Brussels Gallery Weekend
Quarantoon STEVE MICHIELS
Een boek vol goesting NL/ Nog op zoek naar leestips om de zomer door te komen? Vraag het eens aan een
boswachter. Of aan een topchef. Of liever een dichter, cineast of trambestuurder? Voor hun actie 1 Stad, 19 Boeken gingen de Nederlandstalige Brusselse bibliotheken te rade bij “doodgewone ongewone Brusselaars�. Dankzij hen lees je binnenkort werk van Wide Vercnocke, Zadie Smith, Pascal Verbeken, Ocean Vuong of Ish Ait Hamou. Het zomermagazine 1 City, 19 Books verschijnt op 1 juli als bijlage bij BRUZZ, en de boeken zullen de hele zomer lang in de kijker staan bij alle deelnemende bibliotheken. (GVDH) www.muntpunt.be/1-stad-19-boeken
17 J U N I 2 0 2 0
I 25
VIER CAFÉS WAAR HET ZALIG ZITTEN IS IN DE ZON
Terrasjestijd! NL
Het is van het allergrootste belang dat we dezer dagen veel terrasjes doen. Niet voor het plezier uiteraard, wel als teken van solidariteit. We hebben geen andere keus: onze lever moet werken voor het goede doel. — MICHEL VERLINDEN
Etcetera Op de hoek van de Philippe Baucqstraat en de Jules Maloustraat ligt een magnifiek terras waar je je maar al te graag eens zou neervlijen. De lange tafels lonken uitnodigend en een feestje met vrienden lijkt niet ver weg. Voor de confinement ademde dit café gezelligheid tot in de details: de piano binnen, een serveuse die miniconcertjes improviseerde, barbecues in de zomer waarbij iedereen welkom was om zijn eigen stukje vlees te komen roosteren… Kortom, een goede en genereuze alternatieve manier om drankjes aan de man te brengen. Ook binnen de nieuwe regels, die strikt worden nageleefd, slaagt Etcetera erin zijn aantrekkingskracht te behouden. Voor een Jupiler van ’t vat betaal je nog altijd €2 euro, maar wij verkiezen toch vooral de speciaalbieren, ook van ’t vat: La Trappe, Chimay, Tripel Karmeliet… vanaf €3,80. avenue Jules Maloulaan 26, Etterbeek, 0484-02.01.00 ma/lu/Mo > zo/di/Su 14 > 1.00
26
I
17 J U N I 2 0 2 0
Café Pastel
Robinet
Moeder Lambic Fontainas
In een voetgangersstraat vlak bij de Zavel is sinds twee jaar Café Pastel te vinden, een plekje waar je de stad even kan vergeten. Het mooie houten terras met zijn wapperende gekleurde vlaggetjes doet denken aan dat van een dorpscafé, een beeld dat nog wordt versterkt door de gevel, die volledig opgaat in klimop. Voor corona toesloeg, stond Pastel bekend als een ‘feestcafé’, waar dj’s tot in de vroege uurtjes de klanten aan het dansen hielden. Momenteel is dat uiteraard verleden tijd. Café Pastel blijft wel ideaal om aan een spritz (€8) te nippen, de specialiteit van het huis, of aan een Stella van ’t vat (€2,50). En doe er maar een plankje kazen en charcuterie (€25) bij. Of toch eerder een kom nacho’s (€10)?
Dit adresje, met zijn grote houten poort die zich opent zoals een garage, heeft lang in het verdomhoekje gezeten. Maar dat gaat nu veranderen. Het buitenterras, ideaal bij mooi weer, kijkt uit op de Hallepoort. De grote tafels bieden plaats voor een zeer groot aantal zitplaatsen. Binnen bevindt zich nog een terras, waar je kan zitten als het weer niet meezit. Een soort van binnenkoer dus, die van het eigenlijke café gescheiden is door zes imposante deuren die eigenaar Frédéric Nicolay heeft meegebracht uit Jaffa. Ook goed gevonden: de pingpongtafel in de zaal. Fijn dat Robinet, anders dan de meeste plekken, een passende eetkaart heeft, vol Midden-Oosterse specialiteiten (brochettes, kebab, halloumi, chakchouka, …) van FreshMed. De Cristal-pils kost 2,20 euro.
Iedereen naar Moeder! Een hartenkreet? Neen, een absolute noodzaak, want er is veel volk nodig om dit café uit zijn netelige situatie te bevrijden. Dit adres, dat het compromisloos opneemt voor ambachtelijk bier en kwaliteitsproducten, is uit de boot gevallen bij het plan om de terrassen uit te breiden – de extra plaats die het café heeft gekregen, is ridicuul, zoals je ter plaatse kan gaan vaststellen. Komt daar nog bij dat het stadscentrum momenteel geen toeristen trekt, noch bewoners uit de naburige gemeenten. Dubbel jammer, want het terras heeft een geweldige zuidelijke oriëntatie en het gemeentebestuur heeft de omgeving verfraaid met mooie grasperkjes en barrières van kastanjelaars. De pils is met 2,50 euro wat aan de dure kant, maar hij is wel afkomstig van Brasserie de Jandrain-Jandrenouille.
rue de Rollebeekstraat 2, Brussel/Bruxelles, 0472-92.66.60 wo/me/We > vr/ve/Fr 16 > 1.00, za/sa/Sa & zo/di/Su 14 > 1.00
boulevard de Waterloolaan 136, Sint-Gillis/Saint-Gilles ma/lu/Mo > vr/ve/Fr 7.30 > 1.00 za/sa/Sa & zo/di/Su 9 > 1.00
place Fontainasplein 8, Brussel/Bruxelles, 02-503.60.68, www.moederlambic.com ma/lu/Mo > zo/di/Su 16 > 0.00
Neem nu een abonnement op BRUZZ magazine en ontvang het elke week gratis* bij je thuis. *VOOR WIE IN HET BRUSSELS GEWEST WOONT, IS BRUZZ MAGAZINE GRATIS. IN DE REST VAN BELGIË BETAAL JE 25 EURO PER JAAR, BUITEN BELGIË IS DAT 30 EURO.
GA NAAR : BRUZZ.be/ABONNEMENT
BRUZZ houdt je op de hoogte van alles wat er gebeurt in Brussel.
BRUZZ is een website, een radiozender (FM 98.8), een televisiestation en een magazine. Je vindt ons ook op sociale media.
Enquête
ARCHIVER LA QUARANTAINE POUR NE JAMAIS L’OUBLIER
‘Il faut pouvoir se rappeler des moments les plus durs de notre histoire’ Persuadés de vivre un moment historique, nombreux furent les Bruxellois à initier ou à prendre part à des collectes de documents visant à conserver la mémoire de la pandémie et du confinement pour les générations futures. Préparant le terrain pour les historiens de demain, ils auront participé, chacun à leur manière, à écrire l’Histoire. — SOPHIE SOUKIAS
FR
B
ruxelles, le 17 mars 2020. Sophie Wilmès, à la tête d’un gouvernement formé en urgence, annonce à la population le confinement généralisé de l’entièreté du territoire belge. Un nouveau virus en provenance de Chine, meurtrier et extrêmement contagieux menace de saturer les hôpitaux et de faire basculer le pays dans une crise sanitaire incontrôlable impliquant le sacrifice déchirant et inéluctable d’une partie des malades. Alors que le voisin français se déclare en état de guerre contre l’épidémie, la population belge vit ce qui lui est présenté comme un état de siège, assaillie par ce même ennemi invisible que seuls des moyens inédits peuvent terrasser : une stricte mise sous quarantaine. À l’annonce de la nouvelle, le sentiment de vivre un moment historique gagne de nombreux Belges dont certains se donnent pour mission de le documenter afin d’en conserver la mémoire. Bruxelles n’échappe pas à cette vague d’archivage de l’instantané. Alors que les centres d’archives basés dans la capitale poursuivent
28
I
17 J U N I 2 0 2 0
leur mission première d’archivage de l’administration du territoire, des initiatives parallèles ayant à cœur de documenter le quotidien de la crise voient spontanément le jour. Initiées par des artistes, des chercheurs universitaires, des associations ou musées de quartier, ces différentes collectes d’images, de témoignages, de tweets, d’objets et de sons partagent un agenda commun : celui de raconter l’histoire de la quarantaine telle qu’elle aura été vécue non pas d’en haut, par les instances de pouvoir et leurs administrations, mais par ceux et celles qui auront été amenés à gérer et à vivre la crise au jour le jour. « Récolter des témoignages fait partie des réflexes de nos sociétés contemporaines lorsqu’elles sont confrontées à l’exceptionnel », dit Bruno Benvindo, historien des politiques de mémoire et directeur des expositions au Musée Juif de Belgique. « On est dans une ère de la mémoire qui entend donner immédiatement une lecture historique, voire un sens, aux événements tels qu’ils sont vécus dans le présent. C’est dans ce cadre qu’après les attentats de mars 2016,
les Archives de la Ville de Bruxelles ont récolté les messages déposés à la Bourse ou à la station de métro Maelbeek. » Selon l’historien, la volonté de conserver les traces d’un événement en cours a une histoire au moins centenaire. « À Bruxelles, en 1914-1918, face à l’ampleur du choc de la Première Guerre mondiale, de nombreuses initiatives voient le jour. Conscients de vivre quelque chose d’inédit, des Bruxellois photographient, parfois cachés derrière leur fenêtre, l’arrivée des Allemands. D’autres tiennent un journal intime. Eugène Keym, échevin de Watermael-Boitsfort, va plus loin en collectant des milliers d’objets représentatifs du quotidien des Bruxellois sous l’occupation. » Pendant la Seconde Guerre mondiale, la volonté de déjouer l’oubli se manifeste à nouveau. « Un exemple poignant nous vient du ghetto de Varsovie, où sont entassés les Juifs de la ville, coupés du monde de 1940 à 1943 », dit Bruno Benvindo. « Rassemblés autour de l’historien Emanuel Ringelblum, un groupe d’hommes et de femmes préserve clandestinement la
mémoire de ce ghetto. Des journaux intimes, des affiches officielles ou encore des rapports de médecins sur la famine frappant la population sont rassemblés dans des bidons de lait et des boîtes en métal. Ils seront cachés dans des caves juste avant la destruction du ghetto. »
APRÈS LES ATTENTATS « C’est parce qu’il y avait déjà eu les attentats qu’on a réagi aussi vite », dit Frédéric Boquet, archiviste en chef à la Ville de Bruxelles. « En général, on tente de collecter des documents après les faits. Avec les attentats, c’était la première fois que l’on récoltait les traces de l’histoire en direct. Comme il pleuvait le jour où les messages ont été déposés à la Bourse, on s’est dit que si on ne faisait rien, ils seraient perdus à jamais. » À l’annonce du confinement, Les Archives de la Ville lancent via leurs réseaux sociaux un appel aux Bruxellois désirant « partager leur expérience personnelle avec les générations futures. » La collecte vise les journaux intimes ainsi que « les autres manières de documenter cette période (comptes et médias sociaux, site web,
© PABLO GARRIGÓS/COVIDPHOTOBRUSSELS
© ARIS OIKONOMOU/COVIDPHOTOBRUSSELS
BRUZZ | ENQUÊTE
© JOANNA MARCHI/COVIDPHOTOBRUSSELS
Les différentes initiatives d’archivage, reprises dans cet article de manière non exhaustive, auront eu à cœur de documenter le confinement tel qu’il fut vécu au quotidien par les Bruxellois.
« À Bruxelles, on retrouve beaucoup de messages pour soutenir les soignants mais aussi pas mal de banderoles contestant la gestion gouvernementale de la crise » SARAH GENSBURGER Sociologue à l’initiative du défi Vitrines en Confiment
17 J U N I 2 0 2 0
I 29
BRUZZ | ENQUÊTE
podcasts, vidéos YouTube, photos…). » Les AVB comptent également sur la collecte lancée à l’échelle nationale par les Archives de Quarantaine, une plateforme partenaire née du confinement. « Jusqu’à présent, on nous propose beaucoup de photos », dit l’archiviste Sara Tavares Gouveia qui gère le tableau des collectes. « On a récupéré pas mal de vidéos des applaudissements de 20 heures et quelques personnes nous ont proposé leur journal du confinement. » En dehors de la collecte participative, les archivistes de la Ville se sont également lancés dans la captation de blogs, pages web et de réseaux sociaux d’associations de quartier. « On a épinglé certaines pages que l’on aimerait conserver mais le problème c’est que Facebook, Instagram et YouTube sont extrêmement difficiles à archiver pour des raisons techniques et de manque de personnel. » « Si Twitter est en partie archivé par la Library of Congress à Washington, Facebook et Instagram rendent la vie aux archivistes plus compliquée, ce qui signifie que les historiens du futur risquent d’être dépendants de ces multinationales avec les inégalités que cela peut engendrer », met en garde Frédéric Clavert, chercheur au Centre pour l’Histoire contemporaine et digitale de l’Université du Luxembourg et dont le projet de collecte aura permis de conserver jusqu’à présent près de 32 millions de tweets francophones relatifs à la quarantaine, dont des tweets bruxellois. « Le 15 mars, lorsque le confinement s’est confirmé côté français, j’ai eu l’impression de vivre un moment assez unique. En tant
qu’historien, je me suis dit que je pouvais peut-être faire un petit quelque chose », dit Frédéric Clavert. « On sait que le ou les confinements seront très bien documentés par ceux qui ont décidé de ces mesures mais on sait aussi que celles-ci risquent d’avoir des conséquences énormes sur un certain nombre de phénomènes collectifs et sur la mémoire collective, d’où l’importance de conserver des tweets. » « On n’est pas représentatifs », dit Frédéric Clavert qui reconnaît que la collecte de tweets de la quarantaine n’aura pas permis de porter la voix des groupes sociaux dans leur diversité. « Cependant, les logiciels font ressortir des champs lexicaux très variés ce qui signifie qu’on est en mesure de récolter des tweets écrits dans un vocabulaire extrêmement soutenu et d’autres dans un français argotique. » Grâce à la possibilité d’additionner les hashtags dans un tweet, l’initiative aura permis de rendre compte d’expériences dont le vocabulaire n’évoque pas directement le confinement ou la pandémie mais qui auront pourtant marqué cette période de crise. « Le mouvement Black Lives Matter est timidement apparu sur la fin », dit Frédéric Clavert, déterminé à poursuivre la collecte « tant que la crise ne sera pas terminée. »
JUSTICE POUR ADIL « À l’ère des réseaux sociaux, il y a des gens qui prennent le temps de faire des choses dans l’espace public », se réjouit Sarah Gensburger, chercheuse au CNRS dont le travail s’intéresse à la présence du passé dans la société contempo-
« Des conséquences ina endues de ce e crise doivent encore apparaître. C’est pour cela qu’il est important de continuer à photographier » PABLO GARRIGÓS Membre du collectif Covid Photo Brussels
30
I
17 J U N I 2 0 2 0
© PATRICIA NAFTALI/VITRINES EN CONFINEMENT
ARCHIVER LA QUARANTAINE POUR NE JAMAIS L’OUBLIER
raine. À la suite des attentats de Paris de 2015, la sociologue française étudiait l’émergence de mémoriaux éphémères et recensait l’accrochage des drapeaux aux fenêtres. À l’annonce du confinement, Sarah Gensburger se lance avec une collègue italienne dans la mise en place d’un défi collaboratif intitulé Vitrines en Confinement. Les règles du jeu invitent la population à partager sur les réseaux sociaux ou sur une plateforme contributive des photographies des messages apposés par les commerçants dans leurs vitrines ou tout autre message citoyen réclamant l’espace public. « Alors que plus personne n’était censé y être, des gens mettaient des mots dans l’espace public, des banderoles aux fenêtres, faisaient des tags et des graffitis. » Le projet, principalement actif en France, en Italie et en Belgique, aura permis de récolter une centaine d’archives bruxelloises localisées sur une carte virtuelle Gocarto. « En Italie, les messages sont très consensuels, on sent qu’on a eu très peur. On se rassure en se disant que demain tout ira bien, cela explique que l’on trouve beaucoup d’arcs-en-
ciel », dit la sociologue. « En France et en Belgique, on est beaucoup plus dans la contestation politique, d’autant plus que Bruxelles a été confrontée à une bavure policière en plein confinement, donc il y a pas mal de banderoles qui font référence à Adil. Évidemment, on retrouve beaucoup de messages pour soutenir les soignants mais aussi pas mal de banderoles contestant la gestion gouvernementale de la crise. » Pour Sarah Gensburger, il importe de « garder une trace de cette voix-là face à l’utilisation politique de la mémoire du confinement. » La collecte se poursuit sûr #vitrinesenconfinement et vitrinesenconfinement.gogocarto.fr. Les chercheurs Sarah Gensburger et Frédéric Clavert sont tous deux signataires de l’appel lancé au début du confinement par un collectif international d’historiens, archivistes et sociologues: « Pour une mémoire ordinaire de l’extraordinaire ». Alors que la carte virtuelle de Vitrines en Confinement localisait chaque jour davantage de témoignages visuels de la quarantaine, une autre carte interactive se donnait pour mission d’en archiver
Au-delà de la crise strictement sanitaire, le confinement aura été marqué par d’autres turbulences dont la rue s’est fait le témoin. Cette photographie fut prise par la Bruxelloise Patricia Naftali dans le cadre de la collecte internationale Vitrines en Confinement.
le paysage sonore. Active depuis vingt ans dans la préservation de la mémoire sonore de Bruxelles, l’asbl Bruxelles Nous Appartient répondait au confinement par une carte sonore alimentée avec la complicité des habitants de la ville, convoqués via Facebook. « Ce sont des sons enregistrés dans l’espace public », précise Séverine Janssen, directrice de BNA-BBOT. « Les gens se sont plutôt tournés vers ce qui est spécifique. Il y a pas mal d’applaudissements de 20 heures, des sons d’espaces publics déserts comme une galerie, le son d’un enfant qui apprend à marcher sur une Grand-Place déserte ». « La qualité sonore de la ville en temps de confinement est quand même exceptionnelle », s’enthousiasme Séverine Janssen qui confie avoir été particulièrement émerveillée par le son de la Gare Centrale qui résonnait « comme une ville fantôme » ou encore « le son des oiseaux qu’on n’a plus l’habitude d’entendre. » Le sound-mapping s’est récemment clôturé par une pièce sonore intitulée Our Common Isolation (www.bna-bbot.be). Pendant que certain(e)s partaient à la collecte de sons, d’autres
recueillaient des émotions. Initié par le cinéaste bruxellois Olivier Magis, rapidement rejoint par un bataillon de onze autres réalisateurs, le projet Retour du Front aura consisté à filmer près de 200 heures d’entretiens par Skype avec 32 membres du personnel soignant des unités COVID des hôpitaux de Bruxelles et de Wallonie. « Chaque réalisateur a suivi les mêmes personnages pendant deux mois et demi », explique Olivier Magis. « On n’était pas là pour faire du journalisme mais pour retenir leurs émotions. On offrait un refuge de parole à ces soignants. » Aujourd’hui, alors que l’ennemi invisible semble reculer, le projet vidéo touche à sa fin. « La dernière partie du travail a consisté à filmer le contrecoup du personnel soignant. Certains ont une résilience exceptionnelle alors que d’autres sont en burn-out. » Alors que l’initiative devrait prochainement se matérialiser sous la forme d’un documentaire et d’une websérie pour la RTBF, le collectif planche sur d’autres déclinaisons de la matière audiovisuelle récoltée « afin de laisser une trace pour la population et pour les chercheurs de demain. »
NE PAS S’ARRÊTER « Nous avons tout donné dès les premiers moments », dit Pablo Garrigós de Covid Photo Brussels (#covidphotobrussels), un collectif né, lui aussi, dans l’urgence. Sept reporters bruxellois œuvrant pour des agences de presse ou des ONG, soucieux de « donner le meilleur d’eux-mêmes dans cette crise » se sont attelés pendant la durée du confinement et au-delà à « créer une mémoire visuelle de Bruxelles sur la pandémie afin de toujours pouvoir se rappeler les moments les plus durs de notre histoire. » Habitué(e)s pour la plupart à couvrir les turbulences du monde à des milliers de kilomètres de Bruxelles, parfois même dans des zones de conflit, la crise sanitaire vécue dans la capitale et la zone de guerre qu’étaient devenus les services hospitaliers, prenaient étrangement une allure familière. « Jusqu’ici en tant que photographes, ce sont des crises que l’on voyait en dehors de l’Union Européenne, à l’exception de la guerre en Ukraine et des attentats. » Soucieux de couvrir l’événement dans sa globalité, les sept photographes répartissent leurs efforts
sur plusieurs fronts : « Certain(e)s se sont intéressés à l’actualité pure, d’autres à la réponse sociale des différentes associations de quartier, certain(e)s se sont déplacés dans les crématoires, les cimetières et les hôpitaux tandis que d’autres tenaient à capter une histoire plus intime du confinement. » Avec, toujours, la peur au ventre : « Le dilemme s’est posé aux photographes de sortir couvrir les événements ou de rester chez soi comme préconisé. Nous étions mal informés et ce n’est que plus tard que l’on nous a dit de porter un masque.» Si le virus semble avoir perdu du terrain, le collectif bruxellois n’entend pas encore baisser les armes : « des conséquences inattendues de cette crise doivent encore apparaître. C’est pour cela qu’il est important de continuer à photographier. » De son côté, La Fonderie, le Musée bruxellois des Industries et du Travail, archivait la parole de la majorité invisible des Bruxellois, ceux que l’on avait invités à entrer dans la résistance en restant sagement cloîtrés chez eux. Une première initiative les appelait via Facebook à témoigner oralement (avec une option vidéo) des bouleversements que le confinement avait pu avoir sur leur travail. Une seconde collecte visait à identifier la place des objets du quotidien dans l’expérience de la quarantaine. « On a demandé aux gens de prendre un objet important dans leur confinement et de nous expliquer pourquoi celui-ci avait pris une telle place », dit Pascal Majerus, conservateur à La Fonderie. « Une dame nous disait, par exemple, que son chariot de courses était sa seule occasion de sortir. Ce caddy qu’elle considérait auparavant comme un simple objet utilitaire était devenu un symbole de liberté. » Si l’expérience s’est révélée passionnante, Pascal Majerus formule un seul regret. « Le problème de ces appels à la collecte virtuels c’est qu’on touche toujours un public privilégié. Encore une fois, le confinement aura renforcé les fractures sociales existantes », dit le conservateur. « Mais rien ne nous empêche de compléter le travail après la crise en allant à la rencontre des Bruxellois à qui l’on n’a pas pu donner la parole pendant le confinement ».
ARCHIVEREN OM NIET TE VERGETEN Ervan overtuigd dat ze een historisch moment beleefden, begonnen heel wat Brusselaars documenten te verzamelen om de gedachte aan de pandemie in leven te houden voor toekomstige generaties. “Getuigenissen verzamelen is een van de reflexen van onze samenlevingen, wanneer ze geconfronteerd worden met het uitzonderlijke,” zegt Bruno Benvindo, geschiedkundige gespecialiseerd in herinneringspolitiek en tentoonstellingsdirecteur van het Joods Museum van België. De verschillende verzamelingen van beelden, getuigenissen, tweets, objecten en geluiden – op touw gezet door kunstenaars, universitair onderzoekers, organisaties of musea – hebben een gemeenschappelijke agenda: de geschiedenis van de lockdown vertellen zoals hij werd beleefd, niet door machthebbers en hun kabinetten, maar door al wie de crisis dag na dag beleefde. “Het probleem met zulke virtuele oproepen is dat ze altijd een geprivilegieerd publiek bereiken,” merkt Pascal Majerus, conservator van het museum La Fonderie, op. “Maar niets verhindert ons om na de crisis het werk voort te zetten.” NL
UNFORGETTABLE ARCHIVES Convinced that they were living through historic times, many residents of Brussels began to collect documents to keep their memories of the pandemic alive for future generations. “Collecting testimonies is one of the reflexes of our society, especially when it is confronted with extraordinary circumstances,” says Bruno Benvindo, a historian specialized in the politics of remembering and exhibition director of the Jewish Museum of Belgium. The various collections of images, testimonials, tweets, objects, and audio recordings – initiated by artists, university researchers, organizations, or museums – have a common agenda: to tell the history of the lockdown as it was experienced not by those in power and their cabinets, but by all those who experienced the crisis day after day. “The problem with such virtual calls is that they only reach a privileged audience,” Pascal Majerus, conservator at the La Fonderie museum notes. “But nothing prevents us from continuing the work after the crisis.” EN
17 J U N I 2 0 2 0
I 31
Interview
BRUSSELS ARTIST MARINA PINSKY CHARTS THE UNIVERSE
‘I rely on Google Maps way too much’ BRUZZ | INTERVIEW
Marina Pinsky was born in Moscow, grew up in the US, exhibited at Wiels and New York’s MoMA, and now divides her time between Brussels and Berlin. Both cities feature in her fourth solo show “Four Color Theorem” at C L E A R I N G. As do Google Maps ancestor Theodor Scheimpflug, a mysterious golden hat, a bronze puzzle of Koekelberg, and a gorgeous game of hopscotch between map and territory. — KURT SNOEKX, PHOTOS IVAN PUT
“
32
I
T
he lockdown happened the week we were supposed to start installing the show. Since all of the works had already been brought here, my studio was completely empty, and I didn’t really feel like starting any new artworks. So I ended up on a yoga journey, doing some gardening, and growing my own courgettes. Crazy, right?” Marina Pinsky says laughingly, while taking a break from setting up “Four Color Theorem”, her fourth solo show at C L E A R I N G. “I had been working on these pieces for a year already, so somehow a few weeks delay didn’t seem like a huge deal. But you do go through this ritual, where you have this huge climb followed by a big celebration. Breaking that ritual was harder than I thought.” “One month into the quarantine, I started coming here on my own. I hadn’t left my house at all, so it was a colossal effort to get on my bike and get here. But when I did it was incredible! I had this dopamine rush from just being in a different place and seeing other people. (Laughs) And then I started coming every day. Now that my long hibernation is over, I’m pulling the craziest, longest days.” “Four Color Theorem”, the first exhibition that the Brussels branch of the prestigious New 17 J U N I 2 0 2 0
York-based gallery is presenting after being closed for almost three months, has generated a palpable energy in the enormous gallery space in Vorst/ Forest. Painter’s tape delimits two murals of a building and a truck, a few dozen bronze city models are spread out over the floor, and from the vaulted ceiling hang steel cables that will soon suspend seven imposing aluminium disks in the firmament. Soon as in “in two days”, she unexpectedly says. In other words, everything is quite urgent, and expectations for the show are very high. Marina Pinsky is a name in the contemporary arts scene. At 34, she has had appraised solo shows in Milan, Brussels, New York, Basel, Sydney, Berlin, and Los Angeles, has been featured at Wiels and S.M.A.K., and is already part of the collection of the MoMA in New York. Behind this impressive career lie an energy for work, a sense of wonder, an urge for profundity, and a restless poetry. That restlessness is also part of her biography. Marina Pinsky was born in Moscow, moved to the Bronx when she was three, and grew up moving around a lot in the North East. After studying fine arts in Boston and Los Angeles, she came to put up her first solo show at C L E A R I N G Brussels and liked the vibe of the
city. “I didn’t want to live in LA anymore. I missed just walking around, normal stuff you can’t really do there. And it felt really comfortable here, so I stayed. Since then, I have been dividing my time between Brussels and Berlin. I also work as a tutor at the Ateliers in Amsterdam, so I’m always doing this triangle, constantly shifting cities all the time. In that sense, it was really weird to suddenly be completely stuck in one place.”
GOLDEN HATS AND ARMY CAPTAINS In “Four Color Theorem”, that restless spirit is given complete freedom to wander. From the streets of Koekelberg and the Hansaviertel district in Berlin in the bronze models to the stars that twinkle in the celestial maps on some of the aluminium disks. That same restlessness also stands for a particular artistic practice: an object, a fact in reality that inspires wonder and continues to tug at her until it devours her completely. “Oh yeah, big time!”, Marina Pinsky says. “When the gear starts spinning, I wouldn’t be able to not make the thing. Once I start making it, it completely changes from what I had in my head. That’s the exciting thing: it’s also to discover how to make the work, to figure it out as I go along.” There were various hooks for “Four Color
MARINA PINSKY • Born in Moscow in 1986 • Moved to the US when she was three • Studied fine arts in Boston and LA • Worked in a professional dark room, printing for other photographers, in New York • Is currently dividing her time between Brussels and Berlin • Has had solo shows in Milan, Brussels, New York, Basel, Sydney, Berlin, and Los Angeles, and has been featured at Wiels and S.M.A.K. • Is part of the collections of the MoMA in New York and the Flemish Community
Marina Pinsky at work: “Now that my long hibernation is over, I’m pulling the craziest, longest days.”
“Pu ing up a show is a ritual you go through, a huge climb followed by a big celebration. Breaking that ritual was harder than I thought” MARINA PINSKY
decorative rings and tiny ornaments on it, that supposedly allow you to calculate time. The lunisolar calendar has been researched by the former director of the museum, but has not been deciphered completely. I really fell in love with it, because it has all this mystery behind it. Not just in terms of the calendar, but also of its provenance. Nobody understands how it was possible to make something like the Golden Hat at that time. I liked having an object full of aura but whether it’s authentic or not is up in the air.” It is that rebellious relationship between object and representation that Marina Pinsky has turned into a way of seeing and thinking since she studied fine arts, and photography in particular. Theory and practice, system and lived experience run like leitmotifs through the exhibition. And produce a wonderful sort of poetic friction. For example, in the large central space at C L E A R I N G, you encounter seven aluminium disks. On one of them, the 1897 perspective-correcting early aerial surveillance camera made by the Austrian army captain Theodor Scheimpflug stares at you. A device that consists of one central lens and seven outer lenses, which together are capable of taking accurate aerial photographs. “When I was studying photography, I learned
about the Scheimpflug effect – a technique to bring things into the foreground and the background together on the same picture plane. I was curious about who he was. And then I found out he had made this camera, the craziest thing I had ever seen.”
PAVED IN MAPS It is anecdote that Marina Pinsky tells almost carelessly: when she visited the Bundesamt für Eich- und Vermessungswesen (the Federal Office for Metrology and Topography) in Vienna to see Scheimpflug’s camera close-up, one of the employees there told her a beautiful story. “He told me that his grandfather, who had also worked there, had once brought home a whole series of lithography stones, used to print maps in the 19th century, after the mapping department had decided to get rid of them. His grandfather paved the entire garden in these map stones, and that was where he had played as a child. Eventually it made him decide to do that for the rest of his life.” Or how map and territory can inhabit the same metaphorical space. “At the same time, it is terrifying military technology, the ancestor of ‘our’ Google Street View camera. It’s really weird how many different 17 J U N I 2 0 2 0
▼
Theorem”. One was the Berlin Golden Hat, a curiosity from the late Bronze Age, that Marina Pinsky discovered in the Neues Museum in Berlin and that she multiplies in wooden objects in her exhibition, covered in four colours – referring to the “Four Color Theorem” from the title, the mathematical theorem proving that four is the minimum number of colours needed to successfully create a map. “The artefact has these
I 33
BRUSSELS ARTIST MARINA PINSKY CHARTS THE UNIVERSE
“For a restless person like myself to make bronze models, for all eternity, of the neighbourhoods I live in, is a bit of an absurd exercise”
▼
BRUZZ | INTERVIEW
MARINA PINSKY
aspects of life are touched by this kind of technology,” Marina Pinsky says. “For example, the overview provided by this technology takes over too much in most modern city planning. While you also need the walkers’ perspective and understanding of the city.” A reference to that city planning is found on one of the walls in the central space, where a giant mural represents an apartment building from the Hansaviertel, a district in Berlin that was destroyed during the Second World War and was rebuilt as a social housing project, as part of the 1957 International Building Exhibition Interbau. “Though this particular building came later, it is really ugly, and does not function in the same utopian way that a lot of the original modernist buildings do. I’m pretty aware of the effect that this sort of city planning has on people, I really notice when it’s working and when it’s not working and I have a lot of opinions about it that I bore my friends with all the time. (Laughs) But in this time of crisis that sort of vision is extremely important. You can see that it’s dangerous to live in cities the way that we are right now.”
FROM PUZZLE TO PIECES On the opposite wall, there is a large mural of a truck carrying a large grey surface in which lines in four colours sketch an inextricable whole. An impossible map, but a territory nonetheless. The walker’s perspective perhaps? All the works here syncopate with each other, play with the boundaries between object and representation, between fact and a state of metaphor, continually switching between realms in which visitors become witnesses, partake in the action, and where the central eighth camera of Scheimpflug’s mon34
I
17 J U N I 2 0 2 0
strous device is mirrored in the visitors who stand in the middle of the seven-disk circle, look up, and see what lies beneath them, in a mosaic of fields, meadows, streets, and villages. “I rephotographed Scheimpflug’s photos as a way of showing the photo object as much as the map.” Objects with reflections and distortions, where trees blend into the texture of the paper. “Or this,” she gestures, “a fold in the paper. So cool!” You see and are seen. You are watched, perhaps as much inside the social block on the wall as by Google Maps. The app returns as a tool in the imposing series of models that Marina Pinsky made of the Berlin neighbourhood around her clean photo studio and of the streets of Koekelberg that encircle her dirty sculpting studio. “I find it easier to sculpt in Brussels, it’s
the right setting for messy stuff,” she laughs. The models depict softly contoured buildings, rigid streets, half defined zones with holes where buildings are being torn down or put up. “There are definitely a few places where the whole system just breaks down. (Laughs) And I like that. In Mike Kelley’s Educational Complex (a reconstruction of the artist’s past in the form of an architectural model, red.) all of the areas he couldn’t remember were represented by solid blocks. It looks like this sort of highly rational system, but it’s also completely made up.” These bronze sculptures shift between these fascinating dimensions of the rational and the made up. “I wanted to do this sort of thought experiment on Google Maps, because I really like walking around and making maps in my head. I have a pretty good sense of direction and I like getting to know places from memory. But I increasingly started to rely on Google Maps to get from place to place, and I felt that the mental mapping facility in my head was getting weaker. Through the models I wanted to try to lay both approaches on top of each other to see how it would work – tracing the map out on cardboard and then comparing the design with satellite views. That’s how this big puzzle came about.” “But, for a restless person like myself to make bronze models, for all eternity, of the neighbourhoods I live in is also a bit of an absurd exercise. (Laughs) In that sense, this show is kind of special. I always moved a lot in my life, but Brussels and Berlin, in this strange transitory life, are probably the longest I have ever lived somewhere. So it is stability in a way.” Stability, or a dizzying trip that leads you from heaven to earth, from inaccessible icon (the Berlin Golden Hat) to what is all too present and precisely tries not to be (Google Maps). Along the way, thoughts about the map and the territory, the object and its representation, the system and the single soul, the social and military waft through your head. As if hiking through the galaxy, jumping from one map stone to another.
PUZZELEN MET GOOGLE MAPS Marina Pinsky werd geboren in Moskou, groeide op in de Verenigde Staten en verdeelt intussen al een paar jaar haar tijd tussen Brussel en Berlijn. Beide uitvalsbases figureren in haar vierde solotentoonstelling Four Color Theorem bij het prestigieuze C L E A R I N G. Net als luchtfotografie, Google Maps-voorouder Theodor Scheimpflug, een mysterieuze gouden hoed uit Berlijn, een bronzen puzzel van Koekelberg en een heerlijk spelletje hinkstapspringen tussen kaart en gebied. NL
GOOGLE MAPS EN VERSION PUZZLE Marina Pinsky est née à Moscou, a grandi aux États-Unis et partage son temps entre Bruxelles et Berlin depuis quelques années. Ces deux points de chute figurent dans sa quatrième exposition solo Four Color Theorem à la prestigieuse galerie C L E A R I N G. Tout comme la photographie aérienne, l’ancêtre de Google Maps, Theodor Scheimpflug, un mystérieux cône d’or de Berlin, un puzzle en bronze de Koekelberg et un jeu de va-et-vient entre la carte et le territoire. FR
W e up Wake Wak up B russels es Brussels
BRUSSEL STAAT OP
Elke vrijdag live vanuit de stad en op BRUZZ radio (98.8FM), BRUZZ tv en BRUZZ.be 5 JUN - St-Katelijneplein Brussel • 12 JUN - Spiegelplein Jette 19 JUN - Gemeenteplein Molenbeek • 26 JUN - Dumonplein St-Pieters-Woluwe
WAT IS JOUW IDEE? Heb jij grootse plannen of kleine ideeën voor onze stad? Deel jouw idee over leren, opgroeien, meedoen, samen maken, ontmoeten of gezond leven in Brussel. Deel jouw idee tot 30 juni 2020 op www.stadspiratie.be.
Getuigenissen
KUNSTSTUDENTEN DIE DIT JAAR AFSTUDEREN, VERTELLEN HOE ZIJ DE CORONACRISIS BELEVEN
‘De solidariteit is enorm’ Op de pagina’s 14 tot en met 17 las u al hoe laatstejaars dit schooljaar vooral aan hun computer beleefden. Geen stages, geen feestjes, een proclamatie in mineur. Ook de Brusselse kunststudenten moesten zich aanpassen. Gelukkig zit creatief naar oplossingen zoeken hen in het bloed. — MICHAËL BELLON EN TOM PEETERS, FOTO’S SASKIA VANDERSTICHELE
Arber Aliaj (30) VIERDE JAAR SPEL AAN HET RITCS
‘Ik kijk uit naar spelen in openlucht’ Acteur Arber Aliaj beëindigt zijn masterjaar Spel aan het Ritcs, nadat hij eerder al film had gestudeerd aan Narafi en Sint-Lukas in Brussel. “De ommekeer door corona was drastisch,” vertelt hij. “We zaten aan het einde van een workshop die zou uitmonden in ons tweede toonmoment van het masterjaar – een monoloog waar ik anderhalve maand met Dirk Roofthooft aan had gewerkt. Ik heb hem één keer kunnen opvoeren voor een beperkt publiek van medestudenten en docenten, maar de twee volgende avonden zijn geannuleerd. Het ging dus van heel intens naar totale windstilte.” Toen de school de deuren sloot, was er nog een heel trimester te gaan. “Ik zou als stage bij regisseur Marcus Azzini van Theater Oostpool een stuk gaan spelen voor 1.500 man in het ‘amfitheater’ in Het Amsterdamse Bos, maar ook die vooruitzichten vielen weg. In onze sector heb je ook niet meteen tien alternatieven achter de hand.” Ging er tijdens de crisis genoeg aandacht naar de hogeschoolstudenten? “Ik was er bij de heropstart wel even van aangedaan dat er vooral over het lager en het secundair werd gepraat. Omdat een paar universiteiten zelf hadden gezegd hoe zij de lessen en de examens zouden aanpakken, leek het alsof men ervan uitging dat voor 36
I
17 J U N I 2 0 2 0
alle andere hogere richtingen online lessen ook wel de oplossing zouden zijn. Los van het feit dat online les krijgen niet altijd evident is, ook voor wie niet kansarm is, is het natuurlijk ook geen oplossing voor een praktijkopleiding. Maar ik ben wel fier op hoe de drama-afdeling van het Ritcs het heeft aangepakt. Met onlinetheorielessen en examens, en daarna door proactief op zoek te gaan naar manieren om praktijklessen te hervatten zodra dat mocht van de GEES. Zo konden we op 18 mei meteen beginnen aan een workshop met Herwig Ilegems. Omdat de stages van alle studenten wegvielen, zijn we gezamenlijk gestart aan dat project waarvoor we in de lege zalen van het Kaaitheater kunnen repeteren. Aangezien er vanaf juli ook weer voor maximaal 200 toeschouwers gespeeld mag worden, hopen wij op 2 en 3 juli ook een aantal mensen te mogen uitnodigen.” Corona heeft volgens Aliaj duidelijk gemaakt hoe belangrijk
“MET EEN PAAR STUDENTEN DENKEN WE OOK AAN EEN SOORT DELIVEROO-THEATER”
persoonlijke nabijheid is, zeker in het theatervak. “In de openlucht spelen, zoals nu meer en meer geopperd wordt en zoals ik later hopelijk nog in Amsterdam zal doen, kan niet alleen om gezondheidsredenen, maar ook om maatschappelijke redenen belangrijk zijn. De Grieken bouwden hun theaters met zicht op de stad omdat ze er over hun samenleving nadachten. Met een paar studenten denken we zo ook aan een soort Deliveroo-theater. Als mensen niet naar het theater
mogen, kunnen wij misschien naar hen komen met in plaats van een box met eten een box met decorstukken en kostuums.” Ondanks de besparingen en de coronacrisis heeft Aliaj nog altijd vertrouwen in wat hem na zijn studies te wachten staat. “Het is niet fijn om met deze vooruitzichten te beginnen. Je wordt niet bepaald aangemoedigd om voor dit vak te kiezen. Maar het dwingt studenten wel om goed over hun keuze na te denken en daarna creatief naar oplossingen te zoeken.”
DE KLAS van
2020
Pauline Haumont (24) BACHELOR MODE AAN ENSAV LA CAMBRE
‘Gelukkig heb ik thuis mijn atelier’ “De annulatie van het defilé, dat de collectie toont waarmee we afstuderen als bachelor, was voor mij de grootse ontgoocheling,” blikt Pauline Haumont terug op de coronacrisis. “Naar dat toonmoment hebben we een heel jaar toegewerkt. Maar we blijven niet bij de pakken zitten. Met een fotoshoot en een campagne op sociale media proberen we alsnog visibiliteit te creëren. Vooral onze proffen zijn daar nu hard mee bezig.” De uit Clermont-Ferrand afkomstige modestudente streek na stages en opleidingen in Lyon en Parijs drie jaar geleden neer in Brussel, waar ze zich inschreef aan de modeafdeling van La Cambre. Tijdens de lockdown, die ze hier doorbracht, viel haar vooral de solidariteit op tussen studenten, proffen en personeel, maar ook met de rest van de samenleving. “Zo was er een winkel die toestond dat één persoon voor de hele afdeling aankopen kwam doen. Dat was telkens een enorm lange lijst.” “Mijn grote voordeel was dat ik in mijn appartement mijn naaiatelier
had, zo kon ik tijdens de pandemie gewoon blijven voortwerken. In een moderichting doe je altijd veel thuis. Dat was het grote verschil met vrienden die pakweg kunstwerken restaureren. Dat zijn vaak beschermde stukken die je niet zomaar mee naar huis mag nemen. Ook wat materiaal betreft, hadden we met de klas geanticipeerd. De meeste stoffen voor mijn collectie waren al aangekocht. Los daarvan kregen we tijdens de lockdown ook meer oog voor onze stock en konden studenten bustes, lijmmachines en computers lenen van de school. Daarnaast had ik het geluk dat mijn huisgenoot me kon helpen als model.” Toch was de thuisstudie een hele aanpassing. “Theoretische vakken werden videocalls met de hele klas, en voor de onlineles waarin we
“IK HAD PLOTS GEEN HORECAJOB MEER, EN GING DUS MASKERS MAKEN”
voeringen op maat leerden maken, waren we in twee groepjes verdeeld. Zo konden we makkelijker vragen stellen en in interactie treden met andere studenten. Maar het belangrijkste was dat je collectie individueel goed opgevolgd werd. We waren meer afgesneden van de andere studenten, maar het contact met de proffen verliep des te intenser. Door de dagindeling niet te veranderen werd ons ritme ook niet gebroken, want de grootste uitdaging was om een zekere routine vast te houden en naast je studies ook goed te blijven eten, slapen en bewegen. Mij is dat alvast goed gelukt.” Financieel zag het plaatje er beroerder uit. “Al onze studentenjobs in de horeca vielen plots weg. Ik was aan de slag in restaurant Lola aan de Grote Zavel en zat van de ene op de andere dag zonder inkomsten. Gelukkig sprong ook daar de school bij. Men zorgde ervoor dat we – betaald – mondmaskers konden maken voor het personeel. Dat we daarnaast ook mondmaskers vervaardigd hebben voor de ziekenhuizen, zorgde dan weer voor een extra energieopstoot.” Bijzonder in het geval van Haumont is dat ze door de lockdown ook het leven dat Serge Gainsbourg leidde in zijn Parijse appartement (dat binnenkort trouwens een museum wordt) beter leerde kennen. “Voor onze collectie moesten we een dandy uitkiezen om onze silhouetten op te baseren. Mijn voorkeur ging naar Gainsbourg, die ik niet zo goed kende, maar ik las dat hij zich thuis omringd had met al zijn favoriete objecten. Door lang binnen te zitten en zo een andere relatie aan te gaan met mijn eigen spullen, voelde ik me op een of andere manier meer verbonden met hem.” 17 J U N I 2 0 2 0
BRUZZ | GETUIGENISSEN
PORTRETTEN
I 37
KUNSTSTUDENTEN DIE DIT JAAR AFSTUDEREN, VERTELLEN HOE ZIJ DE CORONACRISIS BELEVEN
DE KLAS van
2020 BRUZZ | GETUIGENISSEN
PORTRETTEN
Leif Houllevigue (24) MASTER FOTOGRAFIE AAN LUCA SCHOOL OF ARTS
‘Ik heb veel uit het raam gekeken’ “De lockdown heeft me vreemd genoeg geholpen om vaart te zetten achter mijn masterproef,” zegt Leif Houllevigue, laatstejaarsstudent fotografie aan de LUCA School of Arts. “In het begin van het schooljaar wist ik wel waar ik naartoe wilde, maar kon ik het niet goed onder woorden brengen. Na de lockdown was ik door een gebrek aan vast ritme eerst nog wat van slag – ik keek series, luisterde naar muziek en heb veel uit mijn raam gekeken, naar de verlaten straten. Maar nadien lukte het me steeds beter om 38
I
17 J U N I 2 0 2 0
overdag geconcentreerd te werken.” Houllevigue, die Noors en Caraïbisch bloed heeft, groeide op in Parijs en arriveerde vijf jaar geleden in Brussel, waar hij eerst een bachelor fotografie volgde aan ESA Le75 in Sint-LambrechtsWoluwe, alvorens een Engelstalige masteropleiding aan Sint-Lukas te starten. Het sluitstuk daarvan heet Solace and wistfulness, een masterproef waarin hij onderzoekt hoe zijn veelal analoge, impulsief geschoten beelden emoties triggeren. De foto’s zijn allemaal
genomen voor de lockdown, vaak met een compacte point-andshootcamera. Via Skype toont hij details van zijn Brusselse appartement en van een café in de Marollen. “Als ik de lockdown hier had doorgebracht, zou ik het mentaal moeilijker gehad hebben,” is Houllevigue eerlijk. “Toen de school op 12 maart bekend maakte dat ze de deuren zou sluiten, ben ik meteen vertrokken. Mijn ouders waren vanuit Parijs al
“IK WERD ME ER INEENS VAN BEWUST DAT MIJN OPLEIDING ER BIJNA OP ZIT. DAT GAF EXTRA STRESS”
afgezakt naar de Alpen, waar mijn vader is opgegroeid. Dat was veiliger voor mijn moeder, die behoort tot een Covid-risicogroep. Ik ben ook eerst naar de bergen gegaan, maar keerde terug naar Parijs om me over de kat te ontfermen. Daar waren de maatregelen vanaf 17 maart, toen de Franse lockdown inging, plots veel strikter. We mochten maximaal 1 uur per dag buitenkomen, mét attest en niet verder dan een kilometer van onze woning.” Houllevigue had het geluk dat al zijn lessen en seminaries in het eerste semester vielen. Over de skypegesprekken met zijn LUCA-tutors, die hem begeleidden bij zijn masterproef, heeft hij niets dan lof. “De onlinevergaderingen met medestudenten waren eerst wat raar, maar je raakte er snel aan gewend. Zo voelde je je ook minder alleen. Ik heb er geen gebruik van gemaakt, maar vond het wel goed dat studenten met psychologische problemen een beroep konden doen op professionele hulp.” Praktisch moest hij zich wel zien te redden. “Maar dat wakkerde de creativiteit aan, en toen iemand me alsnog broodnodig fotopapier op de fiets kwam leveren, voelde ik vooral veel solidariteit. Door veel thuis te zitten ontstond er ook extra ruimte om te experimenteren met polaroids en met andere formats.” Na zijn terugkeer in Brussel liep hij op school langs om de afstudeershow voor te bereiden, die uitgesteld is tot september. “Ik werd me er ineens van bewust dat mijn opleiding er bijna op zit, wat extra stress teweegbracht. Misschien doe ik nog een extra master.” Een residentie die normaal in april had moeten plaatsvinden in Niort, werd alvast een jaar uitgesteld. “Zo kon ik me nog meer op mijn einddiploma concentreren,” besluit Houllevigue, die van plan is in Brussel te blijven. “Hier heb ik mijn artistieke identiteit gevonden en herken ik, vooral in de volkscafés, de meer persoonlijke sfeer van mijn kindertijd in de Parijse wijk Barbès, waar alles veel sneller gegentrificeerd is. In een stad zonder veel hiërarchie voel ik me vrijer.”
De zeven deugden van Brussel
Geloof
Geloof is nooit uit de ether geweest in Brussel, al kreeg de katholieke radiozender Spes, na dertig jaar uitzendingen vanuit de Basiliek, geen zendvergunning meer in 2017. Met golven blijkt geloof een trend, vijf Poolse missen na elkaar in de Kapellekerk. Dan is het weer passé en taboe, de Katelijnekerk kan markthal worden, zo dacht Brussel-Stad wel even. Maar wie goed kijkt, ziet het geloof stralen bij de stedeling. En die ‘verlichting’ heeft niet met één God te maken. Geloof mag niet beperkt worden tot de christelijke apostolische geloofsbelijdenis, die de kern van de religie vervat. Noch tot islamitische muurstickers met de sjahada, de Joodse sjema of de boeddhistische Toevlucht. Geloof staat als nobele deugd en overtuiging boven de verschillen en die zijn er nogal. Moet je eens meemaken in Brussel: een zondagavondviering van Opus Dei in de Sint-Jacob-op-Koudenbergkerk. Of spektakelvieringen van Braziliaanse candomblé en Cubaanse voodoo in Sint-Gillis. Het maakt iets anders los. In 2006 schreef paardenarts Karolien Merchiers voor toen nog Brussel deze Week wekelijks onder de titel ‘God in Brussel’ een artikel over een of andere godsdienst. Een jaar was snel gevuld. Het aantal religies is er niet op verminderd sindsdien. Al staat de basiliek van Koekelberg, groter dan het Vaticaan, er stukken leger bij dan toen we als scholier voor het achterliggende Heilig-Hartcollege jaarlijks postkaarten voor de bouwafwerking moesten verkopen. De kleine en grote geloofsgemeenschappen van de alevieten, quakers en sikhs tot de zwart-Afrikaanse ‘mammies’ van het Marialegioen zijn blij met hun stek in een of andere wijk. Ze hoeven geen opzichtige moskee, synagoge of kerk, laat staan een basiliek. Dankzij hun voeling met een ontastbaar geloof maken zij Brussel warmhartig. Hoe dan? Geloof sterkt het vertrouwen in jezelf en de anderen. Helpt zelfs angsten te overwinnen. Het kan de moslima aanzetten om te durven fietsen in de stad, zonder schroom. De pendelaar om bij treinstakingen, zijn tijd te compenseren met een goede daad: de gehurkte clochard een koffietje trakteren. Ah tiens, de man bijt niet. Geloof draait om trouw (fides), betrouwen, (zelf)vertrouwen, overtuiging: allemaal deugden die té automatisch gekoppeld worden aan godsvrucht en devotie. De veertiende dalai lama die een keertje Brussel aandeed, stelde het simpel: ‘Mijn geloof is eenvoudig. Mijn geloof is vriendelijkheid.’ Glimlachen op straat is al een deugd op zich, het
toont geloof en vertrouwen in de medeburger van deze stad. Ook paus Johannes Paulus II, die veel minder charisma uitstraalde toen hij in Koekelberg verscheen, gaf geloof een extra dimensie. Bij leven voegde hij bijna 500 heiligen en ruim 1.300 zaligverklaringen aan de Roomse lijst der eeuwen. Hoe symbolisch dat wel is? Het leidt de attentie en het stille gebed naar hen die een voorbeeld zijn voor de samenleving. Hoe we dat voor Brussel kunnen begrijpen? Onze nieuwe heiligen zijn de helden van de stad. Ze tonen een lichtpunt, geven signalen naar geloof in het goede, het sociale, de mensheid, de schone kunsten die ze verheffen. Ze tonen dat met vele deugden, zoals met volharding, respect, sterkte en liefde, veel grenzen kunnen verlegd worden. Iedereen heeft zulke helden, idolen. Voor mij is dat choreografe Anne Teresa De Keersmaeker, die al veertig jaar de Jeanne d’Arc van de Brusselse dansscene is. Of onderzoekster in kunstmatige intelligentie en eredoctor van de VUB, Pattie Maes. Zanger Arno, enfant terrible van de Dansaertwijkkroegen, maar trotse zaalvuller van het Parijse Olympia. Of klezmerzangeres Myriam Fuks uit de Marollen, die als eerste ‘Joodse kiekenfretter’ een cd bij Deutsche Grammophon uitbracht, met zigeunerkeizer Lakatos in haar kielzog. En waarom niet, zelfs Lange Jojo, die met zijn meezingers ‘deugd’ doet. Ook filmmakers als Dominique Deruddere, Marc Didden, Frederike Migom en Adil & Bilall mogen als zaligverklaarde geesten het geloof aanzwengelen in nieuwe, ‘onbevlekte’ idealen. Ze dragen een aureool van hoop om zich, nog zo’n gulden deugd. Ze sluiten aan bij de erezaak en gewetenszaak die innig vertrouwen en vaste overtuiging - convinzioni - zijn. Nee, ik hou geen wankel pleidooi richting vooruitgangsgeloof, maar zie in het stadsleven dat de aanvaarding van dromen en het goddelijk ongrijpbare, deel uitmaakt van het vertrouwen in wat juist is. En die deugd heet geloof. Het geeft steun aan wie zoekende is in de stad. In gemeenschap valt elk geloof te sterken, wordt verkondigd. Kijk dus hoe cohousing jongeren samenbrengt in de stad. Hoe de deelplatformen het geloof in verandering aanzwengelen. Multi-etnische schoolklasjes het vertrouwen, de veiligheid en het samenwerken optillen tot geloof in de toekomst. En ontelbare sport-, cultuur- en activiteitenclubs in Brussel het geloof in ‘een aards paradijs’ prikkelen. Zou het daarom zijn dat de Brusselse gay waterpoloclub Manneken Fish hoge toppen scheert in de Europese ranking, ‘verlicht’ door enig geloof ?
Voorzichtigheid, Naastenliefde, Zelfbeheersing, Rechtvaardigheid, Geloof, Sterkte & Hoop: of het nu de traditionele Griekse of de goddelijke deugden zijn, hun verwevenheid met Brussel is als de parels die een kroon haar glans geven. De hele reeks nalezen? www.bruzz.be/deugden
B R U Z Z | D E Z E V E N D E U G D E N VA N B R U S S E L
SENIOR WRITER JEAN-MARIE BINST NEEMT AFSCHEID MET ZEVEN COLUMNS
© SASKIA VANDERSTICHELE
“Glimlachen op straat is al een deugd op zich, het toont vertrouwen in de stad”
17 JUNI 2020
I 39
Ondernemen
PRIJS VOOR THUISLEVERING BLIJFT EEN REM
Boodschappen aan huis in opmars BRUZZ | ONDERNEMEN
De boodschappen aan huis laten leveren. In volle coronacrisis zagen velen het als dé oplossing om veilig in hun kot te kunnen blijven. Voor de twee supermarktketens die deze service in Brussel aanbieden, was het dan ook een overrompeling. Brengt 2020 de definitieve doorbraak van de thuisbezorging? — BETTINA HUBO, FOTO’S SASKIA VANDERSTICHELE
40
I
17 JUNI 2020
ShipTo bestel je niet bij onze webwinkel, maar geef je je boodschappenlijstje door via een app,” zeg Carrefour-woordvoerder Marco Demerling. “Het systeem kiest dan zelf de winkel waar een van onze shippers, meestal jonge mensen met een flexibel contract, de inkopen doet en ze vervolgens maximaal negentig minuten later aflevert. De klant betaalt de prijzen van de gekozen winkel.” Beide systemen waren de afgelopen coronaweken een enorm succes, zegt Demerling. Of beter: ze waren slachtoffer van hun succes. Dat blijkt al meteen als we het sympa-
▼
D
e gemiddelde Belg gaat tweemaal per week naar de supermarkt. Online boodschappen doen is in ons land nog niet echt ingeburgerd. Die boodschappen aan huis laten afleveren al helemaal niet. De mogelijkheden zijn ook tamelijk beperkt. Van de grote supermarktketens bieden alleen Delhaize en Carrefour thuislevering aan. Carrefour heeft in Brussel twee opties: levering per bestelwagen – kostprijs maximaal 9,50 euro – of ShipTo, de ecologische levering per elektrische cargofiets – kostprijs 5 euro. “Bij
BRUZZ | ONDERNEMEN Sinds vier jaar brengt Delhaize overal in Brussel de boodschappen tot in de keuken. Tijdens de quarantaine was de bezorgingsdienst overbevraagd.
17 JUNI 2020
I 41
▼
BOODSCHAPPEN AAN HUIS GELEVERD
thieke ShipTo willen uitproberen: de elektrische bakfiets blijkt bij aankomst een camionette te zijn, de levertijd niet 90, maar 240 minuten en van de vijf bestelde producten ontbreekt er één. Navraag leert dat de nog jonge service niet voorbereid was op een plotse explosie van bestellingen en het met bakfietsen alleen niet redde.`
OVERBEVRAAGD
BRUZZ | ONDERNEMEN
Ook bij concurrent Delhaize was de bezorgingsdienst Home Delivery, de opvolger van het vooral door kmo’s gebruikte Caddyhome, de afgelopen weken fors overbevraagd, met dagenlange wachttijden tot gevolg, zegt woordvoerder Roel Dekelver. Sinds vier jaar brengt Delhaize overal in Brussel de boodschappen tot in de keuken (in normale tijden dan). De winkelketen ziet het als een extra service, een extra kanaal ook om de klant te benaderen. De levering gebeurt met een bestelwagen, in principe de dag na de bestelling, en kost (maximaal) 9,95 euro. Dekelver: “In maart en april was de vraag twintig, dertig keer hoger dan de capaciteit. We hebben onze capaciteit wel wat verhoogd, maar in één keer maal twintig gaat gewoon niet. We hebben dus een heleboel mensen moeten teleurstellen.” Ondertussen is de druk al wat minder en zijn de wachttijden voor de leveringen volgens Dekelver weer genormaliseerd. “Maar de vraag is nog altijd hoger dan vorig jaar. Mensen hebben de dienst ontdekt. Ze beseffen dat de prijzen niet hoger zijn dan in de winkel en dat het veel tijd uitspaart.” Wat met de andere supermarkten? Albert Heijn, dat in Nederland een zeer succesvolle thuisbezorgingsdienst heeft, levert in ons land nog niet aan huis. De Nederlandse grootgrutter kondigde in februari wel aan nog dit jaar een test te willen doen in het Antwerpse. Aldi en Lidl hebben geen webshop voor voeding. Lidl deed vorig jaar wel een proefproject
“Thuisbezorging is iets voor mensen met meer geld dan tijd” GINO VAN OSSEL Retailspecialist 42
I
17 JUNI 2020
in Gent, Lidl Simpl, en werkte hiervoor samen met een lokale fietskoeriersdienst. De prijzenbreker rekende voor de bezorging amper 2,99 euro aan. “Het moest én duurzaam zijn én goedkoop,” zegt woordvoerster Isabelle Colbrandt. Of het meer wordt dan een proefproject, is nog niet beslist. “We moeten eerst alle informatie van de test verwerken. Het was een zeer lokale proef in een dichtbevolkt gebied, waar we een partner hadden voor de levering. Dat model is niet zomaar uit te rollen naar andere steden of naar het platteland.”
AFHAALSERVICE Colruyt dan, de grootste supermarktketen en de pionier van de e-commerce in ons land. De groep begon precies twintig jaar geleden met Collect&Go, de onlineboodschappenservice waarbij winkelmedewerkers de via de webshop bestelde producten verzamelen en de klant ze oppikt in een van de inmiddels tweehonderd afhaalpunten. In het begin van de coronacrisis liep de dienst, waarvoor Colruyt 5,5 euro vraagt, behoorlijk in het honderd als gevolg van de onvoorziene vloedgolf aan onlinebestellingen en de enorme drukte in de winkels, wat het samenstellen van de pakketten bemoeilijkte. Het bedrijf zet nu dan ook alles op alles om de capaciteit van de afhaalservice te verhogen. Aan een thuisbezorgingsservice waagde de groep uit Halle zich heel lang niet. Er was in het verleden wel Collivery, het huidige Solucious, maar die dienst leverde vooral aan bedrijfjes en horeca. Daar komt binnenkort verandering in. Na een test in enkele gemeenten in Brussel en de Rand wil Colruyt deze herfst in heel Brussel online bestelde producten thuis bij particulieren afleveren. “Wij beginnen er nu pas mee omdat we lang gezocht hebben naar een duurzaam
systeem,” zegt Hilde Marcelis van Collect&Go. En met duurzaam bedoelt ze zowel ecologisch als economisch verantwoord. De leveringen zullen met CNG-busjes gebeuren, een milieuvriendelijkere brandstof, en de levering zal (maximaal) 15 euro kosten, meer dus dan bij de concurrentie. Marcelis: “Wij zijn niet de goedkoopste wat de levering betreft, dat klopt. Maar wij streven naar een economisch gezond systeem dat over twintig jaar nog bestaat. Wij doen alles in eigen beheer en het gaat bij ons om serieuze winkelkarren. Iemand doet al de boodschappen en levert ze, daartegenover staan kosten en die betaald moeten worden. Zelfs met 15 euro zijn al onze uitgaven niet gedekt.” Voor de kleinere boodschappen is Colruyt nog op zoek naar andere, goedkopere leveringssystemen. Zo loopt in enkele Okay-buurtwinkels van Colruyt in Oost- en West-Vlaanderen een proef waarbij mensen boodschappen doen voor elkaar. Via een app geven klanten hun boodschappenlijstje door, met vermelding van de vergoeding die ze willen betalen voor de bezorging. Buurtbewoners die een centje willen bijverdienen, kunnen hierop ingaan. Collect&Go Connect, zoals het experiment heet, is erkend in de deeleconomie.
ZOEKENDE “Alle supermarkten zijn zoekende,” zegt Gino Van Ossel, winkelspecialist van de Vlerick Business School. “Het grote probleem is: hoe maak je zo’n systeem rendabel?” Thuislevering is eerst groot geworden in de Verenigde Staten, vertelt hij, een land met lage loonkosten. Daarna waaide het over naar Europa, naar Engeland, waar Sainsbury’s de eerste was, en Duitsland. Ondertussen floreert de thuislevering ook in Nederland. Van Ossel: “Ons land begon al vroeg met e-commerce. Colruyt lanceerde zijn webshop in
LA LIVRAISON DES COURSES À DOMICILE SERA-T-ELLE L’AVENIR ? Se faire livrer ses courses à domicile. En pleine crise du coronavirus, beaucoup de gens ont trouvé que c’était la solution la plus sécurisante. Delhaize et Carrefour, les deux grandes chaînes de supermarchés qui offrent déjà ce service à Bruxelles, ont été prises au dépourvu. Pour d’autres chaînes, telles qu’Albert Heijn, Aldi, Lidl et Colruyt, la livraison à domicile des produits alimentaires n’est pas encore possible. Colruyt se lancera cet automne à Bruxelles. 2020 sera-t-elle l’année de la percée définitive de la livraison à domicile ? Le spécialiste de la grande distribution Gino Van Ossel prévoit une augmentation certaine de la demande. « Mais le prix de la livraison reste un frein pour beaucoup. C’est pour les gens qui ont plus d’argent que de temps. » Qu’en est-il du respect de l’environnement ? Selon l’experte en mobilité Cathy Macharis (VUB), la livraison, même avec des camionnettes de livraison ordinaires, est plus durable que si tous les clients vont au supermarché en voiture. « En vélo cargo ou en véhicule électrique, cela deviendra vraiment intéressant. » FR
Boodschappenbezorger Arafat levert bestellingen af in de Bietenstraat in Anderlecht.
2000, maar het bedrijf beperkte zich wijselijk tot afhaal. De concurrenten van Colruyt begrepen dat er met thuislevering geen geld te verdienen was, en volgden het afhaalvoorbeeld. Maar vier jaar geleden schakelde Delhaize een versnelling hoger en begon dan toch aan huis te leveren, een jaar erna volgde Carrefour. Daarom gaat Colruyt nu ook overstag.” Wordt 2020 de grote doorbraak van de thuislevering? De corona-epidemie gaf volgens Van Ossel zeker een boost aan de websupermarkt. “Maar al bij al blijft het beperkt. Er waren misschien dertig procent nieuwe klanten. Dat brengt het aandeel onlinekopers van voeding van tien naar dertien procent, nog steeds een kleine groep. Die nieuwe klanten hadden door de drukte ook niet altijd een even goede eerste ervaring. Komt bij dat de schrik om naar de supermarkt te gaan ondertussen weer een stuk minder is.” Het zal dan ook niet dankzij corona zijn dat de bezorging-aan-huis aan een opmars bezig is in de stad, zegt Van Ossel, die voorspelt dat er een grote
stijging van de vraag zit aan te komen. “Als het aanbod van thuislevering deze herfst uitgebreid wordt, zal het zeker ingevuld worden. Het is echter niet voor iedereen weggelegd. De kostprijs blijft een rem. Thuisbezorging is echt iets voor mensen met meer geld dan tijd, tweeverdieners met kinderen bijvoorbeeld, die willen daarvoor extra betalen. Ook stedelingen die bewust zonder auto leven zullen er gebruik van maken.” Rest alleen nog de vraag of thuisleveringen nu goed of slecht zijn voor het milieu? “We hebben onderzoek gedaan,” zegt Cathy Macharis, professor Mobiliteit en Logistiek aan de VUB. “Daaruit blijkt dat het in elk geval duurzamer is om je boodschappen te laten leveren, zelfs met een camionette, dan allemaal zelf met de wagen naar de supermarkt te rijden. Op voorwaarde welteverstaan dat de bestelwagen goed gevuld is en een geoptimaliseerde route volgt, een soort melkronde. Als de supermarkt de leveringen met een elektrisch voertuig of cargofiets doet, wordt het natuurlijk nog interessanter.”
Ook kleine voedingszaken zochten heil in thuislevering Viswinkel De Noordzee aan de Sint-Katelijnestraat begon kort na het ingaan van de lockdown met een dienst voor thuislevering, in samenwerking met slagerij Dierendonck. “We deden dat om toch nog te kunnen verkopen en ook voor de klantenbinding,” legt Véronique Aelbrecht van De Noordzee uit. De interesse voor de
service was heel groot. Maar nu iedereen stilaan weer uit zijn kot komt, daalt de vraag. “Ik denk dat het aantal thuisleveringen ondertussen teruggelopen is tot een vijfde. Alleen de mensen die zich echt niet kunnen verplaatsen, vragen het nog.” Of er toekomst zit in thuisbezorging? “Ik weet het niet. Wij doen het nu
allemaal zelf, met onze eigen koelwagen, en we doen het gratis. Dat is niet vol te houden. Ik heb vandaag twee leveringen gedaan in Anderlecht en was er anderhalf uur mee kwijt. Als we het op langere termijn zouden doen, zou het niet meer gratis kunnen en zouden we de leveringen ook moeten uitbesteden. Maar wij
Ook viswinkel De Noordzee begon met thuislevering tijdens de ‘lockdown’.
werken met verse vis. Ik weet niet of ons delicate product er zich echt toe leent.”
ARE GROCERY DELIVERIES THE FUTURE? Having groceries delivered at home. In the midst of the corona crisis, many people saw it as the perfect solution to stay home safe. Delhaize and Carrefour, the two big supermarket chains that already offer this service in Brussels, were inundated with orders. Other chains, like Albert Heyn, Aldi, Lidl, and Colruyt, do not yet offer home delivery. But Colruyt will start providing the service in Brussels in the autumn. Will 2020 be the year that home deliveries definitely make their breakthrough? Retail specialist Gino Van Ossel (Vlerick Business School) predicts that demand will certainly rise. “But the price of delivery holds many people back. It is a service for people with more money than time.” What about the ecological dimension of home delivery? According to mobility expert Cathy Macharis (VUB), deliveries – even with ordinary vans – are more sustainable than if all customers were to drive to the supermarket themselves. “Deliveries with cargo bikes or electric vehicles would be even more interesting.” EN
17 JUNI 2020
I 43
Nick Trachet
BRUSSELAAR DIE DE STAD EN DE WERELD CULINAIR ONTDEKT
Juneteenth
BRUZZ | NICK TRACHET
De Afrikaanse diaspora staat dezer dagen in het centrum van de aandacht. Dan mag een eetschrijver als deze niet achterblijven. Niet over wat er in Afrika gebeurt, maar over het eten in de groepen die van oorsprong uit Afrika stammen, maar nu elders wonen. Want het zijn zij die zich roeren. Kennen jullie het feest van Juneteenth? Ik nog niet zo lang. En 19 juni, de datum waar het feest zijn naam van heeft, is binnen enkele dagen. Het is een viering die haar oorsprong vindt in Texas. Op 19 juni 1865 werd daar de verklaring van de afschaffing van de slavernij voorgelezen. Texas was toen een verafgelegen gebied, waar de burgeroorlog trouwens niet had gewoed. Veel vluchtelingen met hun slaven waren daar naartoe gevlucht. Daarom was dit de laatste plek waar de proclamatie van het einde van de slavernij plaatsvond. Vanaf het volgende jaar al werd er op die dag een feest georganiseerd en dat feest is zich blijven uitbreiden door de hele VS. Er is nu sprake van om er een officiële nationale feestdag van te maken. Als dat wat kortbij lijkt om nog iets te organiseren, dichterbij in ons taalgebied is er ook nog het feest van de afschaffing van de slavernij in Suriname en de Antillen: dat viel op 1 juli 1863. In Suriname is 1 juli daarom nu een nationale feestdag, Ketikoti (‘ketens breken’ in het Sranantongo) en het is een uitbundig gebeuren met optochten en veel dansen, notoir op reggaemuziek en de traditionele kawina en kaseko. De afschaffing van de slavernij in de Franse kolonies was al een feit sinds 27 april 1848, in de nasleep van de Franse Revolutie van dat jaar. Juneteenth, en ook ketikoti, zijn feesten die geritmeerd worden door voeding. Dat gebeurt op de meeste plekken met buitenshuis eten, wat uiteraard niet ongewoon is in een
44
I
17 JUNI 2020
warm klimaat bij mensen die klein behuisd zijn. Ik stel alvast een recept voor dat aan beide zijden van de Caraïben verbazend gelijkaardig is: de Surinaamse B.B. met R. (zoek het begeleidende liedje op van Max Woiski op Youtube). En de ‘New Orleans–Style
“Er is sprake van om van 19 juni een officiële nationale feestdag te maken”
Red Beans and Rice’. Net hetzelfde, op duizenden kilometer afstand! Laat bruine bonen (red kidney beans) weken gedurende een nacht en kook ze dan zacht in een uur of wat – maar eerlijk gezegd, in beide gevallen, New Orleans of Paramaribo, gebruikt men vandaag bonen uit blik. Die zijn al gekookt. Laat gehakte ajuin, groene paprika en selder stoven in olie, voeg er vlees bij, maakt niet veel uit wat (restjes!) en kruid met lontai (jamaica piment) en laurierbladen. Dan de bonen erbij en laat zolang sudderen als nodig. Er horen uiteraard ook sterke chilipepers bij. Zo scherp als je wil. Daarnaast serveer je witte rijst. Andere goesting? Geassocieerd met de Afrikaanse afkomst is ook de catfish (tropische meerval) bijzonder populair langs de Afrikaanse rivieren, maar ook in Amerika. Catfish kweekt makkelijk in de rijstvelden van het zuiden van de States en zit alom in de Surinamerivier. Hier in Afrikaanse winkels vind je zwart gerookte katvissen. Probeer ze eens. Het ziet er niet uit, maar gekookt in een soep met bijvoorbeeld okra’s, heb je een bijzonder authentieke ‘creoolse’ soep. Ook alles wat met kookbananen werd gekookt is een uithangbord. Kookbanaan kan je ook gewoon koken als aardappelen of fruiten als frites. Dit alles als solidariteit met het feest van het zwart zijn. Drankjes op Juneteenth horen ten slotte rood te zijn. Dat is een herinnering aan de West-Afrikaanse drank bissap of karkadé, gemaakt van bepaalde hibiscusbloemen (Rosella). Deze bloemetjes zijn hier in de stad vrij makkelijk te vinden. Maak er thee van en serveer koud. Of je ze serveert met sterke drank erin, is jullie zaak. Of roze champagne. Smakelijk.
De hele reeks nalezen? BRUZZ.be/trachet
Big City
Zowat elke Europese hoofdstad heeft een eigen dierentuin. In de negentiende eeuw was het een trend om exotische dieren over te brengen en tentoon te stellen in een park, dat werd ingericht zodat vooral de burgerij via een promenade de diersoorten kon ontdekken. Ook voor de Brusselse bourgeoisie van toen kon deze attractie niet ontbreken. Er lagen al eerder plannen op tafel, maar het was de Koninklijke Maatschappij voor Dierkunde, Tuinbouw en Verfraaiing, een groep welgestelde mannen die met dit initiatief wou bijdragen aan de verfraaiing van de stad. En zo opende in 1851 Le Jardin Zoologique de Bruxelles in het Leopoldpark, op de grens met Etterbeek. De dierentuin was 9 hectare groot en nam het hele park in. Tijdens de hoogdagen huisde de zoo meer dan 500 dieren, onder meer een olifant, kamelen, drie soorten beren en struisvogels. “De dieren tot in Brussel brengen was geen evidentie. Zo werd olifant Betsy verscheept naar de Antwerpse Haven en te voet naar Brussel gewandeld,” vertelde Wim Lambrechts, historicus aan de KU Leuven, eerder aan BRUZZ. “In het park werden de dieren verspreid tussen de heuvels, vijvers en kronkelende paadjes. De hekken werden gecamoufleerd omdat men een landschap wou nabootsen waarin het leek alsof de dieren vrij in het wild stonden. Het park diende een plek te zijn om de stadsdrukte te ontvluchten en te flaneren in het groen.” Ook waren er een boerderij, een schaatsbaan en een muziekkiosk, waar ’s avonds concerten werden gegeven die alleen toegankelijk waren voor de rijkere Brusselaars. Een van de grootste pronkstukken van het park was toch wel de serrekas, waar gigantische waterlelies werden gekweekt.
Waarom is er geen dierentuin meer in Brussel? EGIDE UIT ELSENE
“Ze kregen onaangepast voedsel en er was te weinig beschutting tegen de kou en de regen. Men probeerde in die tijd de dieren te acclimatiseren aan het Europese klimaat, en dat had kwalijke gevolgen.” Om ze toch te kunnen blijven bewonderen, kocht de dierentuin het klooster naast het park, waar de dieren werden opgezet. Zo staat olifant Betsy trouwens nog altijd in het Museum voor Natuurwetenschappen. Het is een van de weinige overblijfselen van de dierentuin. Na de sluiting werd het Leopoldpark een openbaar park, ter gelegenheid van de vijftigste verjaardag van de Belgische onafhankelijkheid. Vandaag resten enkel nog de opschriften aan de ingang aan de Belliardstraat, waar te lezen staat: Jardin Zoologique. In het park zijn hier en daar nog resten te zien van het irrigatiesysteem dat het drinkwater tot de verschillende staanplaatsen van de dieren deed stromen. De serre van de reuzenlelies kan je gelukkig wel nog bewonderen in de plantentuin van Meise. Maar voor een uitstapje naar de dierentuin wordt het een ticketje richting Antwerpen.
BRUZZ | BIG CITY
STEL ZELF JE VRAAG EN STEM OP BRUZZ.BE
— LUANA DIFFICILE
VOLGENDE WEEK Olifant Betsy in de Brusselse dierentuin. Ze werd verscheept naar Antwerpen en te voet van Antwerpen naar Brussel gewandeld. © FC
Hoe werd er bepaald dat het Gewest negentien gemeenten heeft?
Hoe sprookjesachtig het allemaal klinken mag, het verhaal van de Brusselse zoo was snel uit. Een eerste sluiting drong zich op in 1876. Want hoewel het er aangenaam vertoeven was voor de bezoekers, was het dat minder voor de dieren. “Ze werden slecht verzorgd, waardoor er twee jaar na de opening al 140 van de meer dan 500 dieren gestorven waren,” vertelt Lambrechts. Tot de definitieve sluiting in 1878 bleef de dierensterfte een constante. 17 JUNI 2020
I 45
WORD CHAUFFEUR in je buurt
Da’s ook bij ons je rijbewijs D halen Solliciteer nu via delijn.be/jobs of bel ons op 059 34 57 30 (lokaal tarief)
VUB ZOEKT 3 GEMOTIVEERDE KINDERBEGELEID(ST)ERS De Vrije Universiteit Brussel staat al bijna 50 jaar voor vrijheid, gelijk(waardig)heid en verbondenheid en dat leeft sterk op onze campussen bij zowel studenten als personeel. Bij de VUB vind je een diverse verzameling aan persoonlijkheden: innovators pur sang, maar vooral mensen die 100% hun authentieke zelf zijn. Met zo’n 3500 medewerkers zijn we de grootste Vlaamstalige werkgever in Brussel; een internationale stad waarmee we ons maar al te graag verbinden en waar(rond) onze 4 campussen gelegen zijn.
FUNCTIE
Je verzorgt de opvang van een groepje kinderen (tot 3 jaar) en je kan spontaan of georganiseerd leuke en aangepaste activiteiten aanbieden. Naar ouders toe realiseer je een goede communicatie en ben je verantwoordelijk voor het doorgeven van de dagelijkse informatie over het kind. Daarnaast sta je dagelijks in voor de individuele verzorging van het kind en bevorder je diens zelfredzaamheid
en de taalvaardigheid. Ook neem je deel aan personeelsvergaderingen, studiedagen en bijscholingen.
PROFIEL
Je bent in het bezit van een diploma kinderzorg/kinderbegeleiding, sociale technische wetenschappen, bijzondere jeugdzorg, verpleegaspirant of je hebt een getuigschrift ‘begeleiding van baby’s en peuters’ of een studiebewijs die met een van deze opleidingen gelijkgeschakeld zijn. Je communiceert heel vlot in het Nederlands en je hebt kennis van de algemene ontwikkeling en de basisbehoefte van kinderen tussen 0 en 3 jaar.
AANBOD
Een boeiende en gevarieerde functie bij de VUB. Een aantrekkelijk maandsalaris aangevuld met tal van extralegale voordelen. De volledige vacatureteksten kan je terugvinden via jobs.vub.be – ‘Naar onze vacatures’ – ‘Management & Professionals’. Voor vragen contacteer Rica Ciriaco via Ricanay.Ciriaco@vub.be
GEÏNTERESSEERD?
Solliciteren kan nog tot en met 30/06/2020 via jobs.vub.be
DB623070I9
Het stedelijk onderwijs Vilvoorde biedt onderwijs aan meer dan 2 000 leerlingen en bestaat uit verschillende basisscholen, buitengewoon lager en secundair onderwijs en 2 academies.
Stedelijk Onderwijs Vilvoorde
contractuele administratief medewerkers
Stedelijk onderwijs Vilvoorde zoekt jouw talent! Ben je op zoek naar een leidinggevende uitdaging in het buitengewoon basisonderwijs? Heb je talent om medewerkers en leerlingen te motiveren en te inspireren? Heb je zin om, samen met een heel team en in overleg met ouders en kinderen, mee te bouwen aan de school van morgen? Dan is directeur van de stedelijke basisschool voor buitengewoon lager onderwijs OASE de uitdaging die je
• (C1-C3)
zoekt!
• 1 halftijds (50%) onbepaalde duur
startdatum 1/09/2020 Ons aanbod Starten 1 september 2020 • tewerkstelling in een dynamische omgeving met aandacht voor elk kind en elke medewerker • ruime ontwikkelingskansen • na een positieve evaluatie na twee volledige schooljaren, mogelijkheid tot vaste benoeming • aanleg van een wervingsreserve geldig voor één jaar, mogelijks twee maal verlengbaar met één jaar • gratis woon-werkverkeer bij gebruik van het openbaar vervoer; fietsvergoeding van 0,15 euro/km • gratis griepvaccinatie • Vilvoordse personeelskaart met een aantal voordelen.
• 1 deeltijds (80%, mogelijkheid tot uitbreiding naar 100%) onbepaalde duur
Wij zijn op zoek naar 2 medewerkers!
Wij zoeken een polyvalente medewerker met sterke administratieve en communicatieve capaciteiten. ✓ Kan jij zorgen voor een professionele en klantvriendelijke verwelkoming? ✓ Ben je snel en flexibel inzetbaar? ✓ Weet je van aanpakken en kan je een toegewezen project PDCA-gewijs opvolgen? ✓ De Officetoepassingen hebben voor jou geen geheimen. ✓ Bezit je grafisch talent, schrijf je helder en foutloos? Publicaties als nieuwsbrieven, folders en affiches zijn dus je dada? ✓ Kan je pro-actief instaan voor de operationele ondersteuning van het departement welzijn? ✓ Ben je enthousiast van nature en is samenwerken je handelswerk?
Interesse? Meer informatie? Alle info vind je op www.vilvoorde.be of kan je opvragen bij de dienst Personeel (02 255 79 48 – sollicitaties@vilvoorde.be) of de dienst Onderwijs (02 255 79 82). Solliciteren kan tot 24 juni 2020 via: www.vilvoorde.be of schriftelijk aan het college van burgemeester en schepenen, Stadhuis, Grote Markt, 1800 Vilvoorde, of tegen ontvangstbewijs af te geven op de dienst Personeel. Stad, OCMW en het stedelijk onderwijs Vilvoorde maken werk van een diversiteitsbeleid. Kandidaten worden dan ook geselecteerd op basis van hun kwaliteiten en vaardigheden, ongeacht leeftijd, gender of culturele achtergrond.
DB667756F0
Wil jij onze collega worden? Beantwoord dan al onze vragen in een sollicitatiebrief met cv.
Stad Vilvoorde Grote Markt 1800 Vilvoorde t 02 255 45 11 f 02 255 47 80 www.vilvoorde.be
www.poolstok.be
Aanbod: - Halftijds contractuele tewerkstelling (50%) in een contract van onbepaalde duur in het kader van de maatregelen inzake sociale maribel - Deeltijds contractuele tewerkstelling (80%, met mogelijkheid tot uitbreiding naar 100%) in een contract van onbepaalde duur (tot aanwerving examen) - Geïndexeerd minimum bruto maandloon: 982,94 euro (50%) en 1.572,70 euro (80%) - Aanleg wervingsreserve voor 2 jaar - Voordelen: o Verlofregeling: 35 dagen + 14 feestdagen o Maaltijdcheques: 8 euro o Fietsvergoeding en terugbetaling openbaar vervoer van en naar het werk o Hospitalisatieverzekering Op eenvoudige vraag bezorgen we jou een loonsimulatie met geïndexeerd maandsalaris en functiebeschrijving.
Het gemeentebestuur van Wemmel werft aan:
DESKUNDIGE ICT (B1-B3)
Aanwervingsvoorwaarden: - Slagen voor de selectieprocedure; - Je hebt een diploma secundair onderwijs of een daarmee gelijkgesteld diploma.
De job: Je beveiligt het netwerk en de computers. Je onderhoudt en configureert de (back-up) servers en staat in voor het upgraden van de software. Je adviseert het bestuur over de aankoop van nieuw ICT-materiaal en performante systemen. Je inventariseert hard- en software en beheert licenties. Je adviseert, informeert en begeleidt de eindgebruiker. Jouw profiel: Je bent ondernemend, bij onvoorziene omstandigheden neem je initiatief om het probleem snel en degelijk aan te pakken. Computers, servers en datanetwerken hebben geen geheimen voor jou. Je bent klantvriendelijk en hulpvaardig.
Interesse? Stel jezelf kandidaat door een sollicitatiebrief met cv te bezorgen via de post, persoonlijke overhandiging (via het OCMW-onthaal) of mail en dit tegen ten laatste woensdag 1 juli 2020 om 12u. OCMW Kampenhout, t.a.v. personeelsdienst, Dorpsstraat 9, 1910 Kampenhout e-mail: personeel@ocmw-kampenhout.be DB669246F0
Ons aanbod: een groene werkomgeving | een positieve werksfeer | maaltijdcheques | gunstige verlofregeling | fietsvergoeding of terugbetaling openbaar vervoer voor woon-werkverkeer | hospitalisatieverzekering | opleidingsmogelijkheden | Interesse? Stel je ten laatste op 19 juli 2020 kandidaat! Via e-mail naar personeelsdienst@wemmel.be of per post naar Gemeente Wemmel, dienst Interne zaken, Dr. H. Folletlaan 28, 1780 Wemmel.
Bent u
gepensioneerd of bent u op zoek naar een bijverdienste als toiletdame/heer?
Van maandag tot vrijdag tussen 10u. en 18u.
Aankoop huizen, gronden, villa’s, oude herenhuizen, garages,... Enkel privé - Vrijblijvende schatting - Snelle verkoop
DB669041F0
Dan mag u ons steeds contacteren op het nummer 052 505 598.
DB668863F0
MEER INFO: WWW.WEMMEL.BE of 02/462.05.40
AANKOOP nertspels (bontjassen) ■ parels oude merkhorloges ■ oud goud zilveren en gouden munten ■ tin tandgoud ■ allerlei zilver porselein ■ zijden tapijt rode koralen ■ edelstenen schilderijen (16e - 17e - 18e E) merkhandtassen ■ diamanten
Diesterstraat 27b2 • Sint-Truiden 0471 03 68 62 • agstone144@yahoo.com
DB666218E0
A&G Stone
BEL ELL 0489 94 49 72 GRATIS OFFERTE DB666219E0
Onze missie? Jouw toekomst ďŹ nancieren!
Als gewestelijke organisatie voor onderzoek en innovatie verbindt, stimuleert en financiert Innoviris burgers, bedrijven, onderzoeksinstellingen en non-profitorganisaties om vooruitgang te maken. We spelen een voortrekkersrol en leveren de financiĂŤle brandstof om de Brusselse innovatiemotor op gang te trekken. Want innovatie is de groeimotor van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.
Ontdek hoe we jou kunnen helpen op onze nieuwe website! innoviris.brussels