








Mogelijk gemaakt door het Ondernemersfonds Heerlen
Uitgegeven in eigen beheer info@bruismagazine.nl Mogelijk gemaakt door Ondernemersfonds Heerlen
Concept & design: Zindzi Slegers
Fotografie: Jonathan Widdershoven
Redactie: Judith Bouwels, Jop Delheij en Leonie Kohl
Alle rechten voorbehouden.
Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand en/of openbaar gemaakt in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of op enige andere manier zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
ISSN: 2772-705X
© 2021, Zindzi Slegers
(B)RUIS is een magazine gemaakt door creatievelingen die belang hebben bij het bruisen van de stad Heerlen. De lokale ondernemer en initiatiefnemer die hart heeft voor de stad, biedt kleur en diversiteit en heeft een positieve invloed op de leefbaarheid van de stad. Zonder de Heerlense ondernemer is er geen bruis. In samenwerking met het Ondernemersfonds Heerlen vertellen wij het verhaal van de lokale ondernemer en initiatiefnemer om zo de Heerlenaar en de stad in beweging te brengen.
Dit magazine wordt mogelijk gemaakt door het Ondernemersfonds Heerlen.
* Jos van de Mortel
Heerlen: vastgoed, ergernis en volharding
* De makers van ENNE
Doen een boekje open over Heerlen en de achtste editie van ENNE
* (T)HUIS
Bij Ilonka van Doorn van Eigenwijs
* 5 OP 1 RIJ
Tattooshops in Heerlen
Geerd Simonis over de Bazaar
Een rondje door de stad
Michelle Driessen: onderneemster in de dop met hart voor Heerlen
En hun verhouding in bottom-up
kunstland
Pauls plek met potentie: Akerstraat 5
(G)OUD
In gesprek met Marcel van Café Bluff
(B)RUIS in beeld *
Bruisende krachten achter (B)RUIS
De uitdaging van burgerbetrokkenheid in Heerlen
Hij voelt zich niet meer op zijn gemak in het centrum van Heerlen, wordt foute vastgoedbaas genoemd en zegt doodsbedreigingen te krijgen uit het Heerlense. Vastgoedmagnaat Jos van de Mortel wordt door sommigen aangewezen als bron van alle kwaad op vastgoedgebied in Heerlen. Aan de andere kant investeert hij miljoenen in panden van grote publiekstrekkers als H&M en TK Maxx, verzette hij hemel en aarde om Primark naar Heerlen te halen en stelde zich – weliswaar als lijstduwer – verkiesbaar in de lokale politiek. Op Facebook stort hij als man-met-vissensnor zijn hart 24/7 uit over misstanden in Heerlen. What the ‘FCK JOS’ is hier aan de hand? De nieuwsgierige redactie van (B)RUIS ging het Jos gewoon zelf vragen. Door Leonie Kohl
Bijna iedere Heerlenaar kent Jos van de Mortel als fel tegenstander van het Maankwartier. Zijn bezwaren zijn voor de meesten bekend. Ook over andere Heerlense onderwerpen is hij hoofdzakelijk negatief. Toch steekt deze vermogende vastgoedondernemer veel energie en aandacht in de stad. Wat heeft Jos van de Mortel met Heerlen?
“Jos, we willen het met je hebben over wat jij positief vindt aan Heerlen.” “Dat wordt een kort interview dan.” De toon is gezet. Jos van de Mortel haalt weinig vreugde of geld uit zijn vastgoedinvesteringen in Heerlen. Meer dan twintig jaar lang zit hij om tafel om (winkel)vastgoed te ontwikkelen in de voormalige koopstad. “De babyboom is voorbij en het zwarte goud is weg. Wil je nu iets van het centrum maken, dan moet dat compacter. Je moet vierkante meters weghalen, niet toevoegen. Ook moet de bestemming op winkels makkelijk via een vergunning omgezet kunnen worden naar wonen. Zo wordt de binnenstad levendiger en die winkels concentreer je op één plek, de binnenstad.”
Trouwe lezers zagen in (B)RUIS magazine editie #0 een fotoreportage met de – volgens Jos populistische – titel ‘Te huur, te duur’. Een reactie van hem kon niet uitblijven, want als een ding zeker is: niets over Heerlen ontgaat Jos van de Mortel.
Jos
*Geboren in 1959, Oost-Brabant
*Woont in Amsterdam
*Eigenaar vastgoedbedrijf Metroprop
De man-met-vissensnor op Facebook lijkt niet op de man die ons ontvangt in Superstudio’s, een flexwerkconcept dat is gerealiseerd in een van zijn monumentale panden in Heerlen, het retraitehuis van architect Peutz. Hij laat ons trots de tuin achter het pand zien dat de sfeer ademt van voorbije tijden.
Wat is dan precies het probleem? “Die vergunningen krijg ik niet. Ik vroeg een woonbestemming aan voor de veelbesproken panden in de Honigmannstraat [Schinkel-Noord, red.]. Dat had ook te maken met de zogenaamde contingentenregeling waardoor woningvergunningen schaars waren. Nu heb ik het verkocht aan VOC Jongen en nu worden er – na jarenlang getouwtrek – alsnog woningen gebouwd. Ook voor leegstaande panden op de Promenade liggen al sinds jaar en dag plannen voor stadswoningen, maisonnettes. Vergeet het maar. Vanaf moment één ervaar ik hier in Heerlen een vijandig bestuurdersklimaat. In het begin heb ik netjes proberen te praten. Ik werd vol argwaan bejegend als een of andere vastgoedboer die alleen geld kwam halen. Nu zeg ik gewoon overal wat ik ervan vind.”
Die ‘communicatiestrategie’ levert hem bijna 5000 Facebook-vrienden op, maar verder weinig gehoor. Bovendien een slecht imago, kan geconcludeerd worden uit de FCK JOS-stickers in de binnenstad, felle of vermoeide reacties op Facebook tot zelfs - aldus Van de Mortel - doodsbedreigingen aan toe. “Mijn doel is om de publieke opinie om te keren, mensen de ogen te openen over het Maankwartier, de leegstand en het beleid dat zorgt voor nog meer leegstand en het leegbloeden van de binnenstad. De Limburger kan mijn bloed drinken en schrijft alleen ‘hosanna confetti’ over de zwaar gesubsidieerde projecten in Heerlen. Door alleen maar te roepen dat het goed gaat, bereik je niets.”
“Ik investeer in heel Nederland, in steden die zo ongeveer langs de A2 liggen. Een lokaal voorbeeld is Sittard. Nergens heb ik deze problemen, alleen in Heerlen.” De Fortuna Sittard-sjaal en pet die Jos tijdens het interview draagt, lijken te getuigen van een speciale band met de Sittardse voetbalclub. “Oh nee, ik heb een leegstaand pand in de binnenstad van Sittard. Dat heb ik beschikbaar gesteld voor de fanshop van Fortuna Sittard. Ik ga hierna naar de opening en vond het leuk om ze een beetje te steunen.”
Publiekstrekkers als redding “Ik zal eerlijk zijn, als morgen iemand mijn hele portefeuille in Heerlen wil kopen, heb ik daar oren naar. Er is niet één investering in deze stad waar ik financieel rendement uithaal. Ik heb juist een enorm belang bij een levendig stadscentrum met grote winkelpanden in de portefeuille, zoals die van H&M en TK Maxx. Als die huurders wegtrekken, is dat niet alleen erg nadelig voor mij, maar ook voor de binnenstad.” Jos gelooft heilig in grote publiekstrekkers om de binnenstad van Heerlen te redden. We proberen het gesprek te keren naar de kansen die Jos ziet voor Heerlen. Dan komt het gesprek op de goedkope kledinggigant Primark. Die zou jaren geleden zich hebben willen vestigen op de plek waar nu TK Maxx zit. “Schandalig. De gemeente wilde dat Primark zich vestigde op het Schinkelkwadrant en gaf geen vergunning af voor een vestiging op mijn locatie aan de Bongerd. Natuurlijk wilde Primark alleen een centrale locatie. Het resultaat: de deal ketste af. Weer een grote publiekstrekker voorbij aan de neus van de Heerlense binnenstad.”
Oei, Jos was eerlijk aan het begin van het interview. Een positieve noot lijkt er niet in te zitten. Wel steekt hij de ogen van Amsterdam, Maastricht en Utrecht uit met ‘zijn’ mooi beschilderde meterkastje voor de TK Maxx: het duivenhotel. “Ik vind het meterkastje echt mooi, maar door overal subsidie tegenaan te gooien, ga je Heerlen niet redden.” Positief, Jos, positief! “Met het Thermenmuseum heb je wel echt landelijk iets unieks te pakken. Maar ja, dan moet je eerst door die lege binnenstad…” Je zou denken dat Jos inmiddels alles hekelt aan Heerlen, maar dat is niet waar. Hij waardeert de architectuur en ziet potentie in het etaleren van Heerlen-Zuid. Verder fietst hij graag door de groene gebieden rondom Heerlen, waarbij de Brunssummerheide favoriet is.
Licht bevreesd voor het antwoord van een van de grootste vastgoedondernemers van de stad, stellen we de vraag of het nog goed komt met Heerlen?
“Niet onder dit bestuur”, is het snelle antwoord. En met een ander bestuur? “Dat zou alles veranderen. Ik zou dat nieuwe bestuur dan sterk adviseren om een echt goede stedenbouwkundige aan te trekken. Iemand als Sjoerd Soeters bijvoorbeeld. Hij herontwikkelde de Mariënburg in Nijmegen [een plek waar de sociaal-economische achteruitgang van de jaren negentig goed voelbaar was en waar mensen amper kwamen, red.] tot een van de mooiste winkelstraten van Nederland.”
Maar is de winkelstad niet verleden tijd? Iedereen koopt toch online? “Online winkelen is tijdelijk, let maar op. Ze kunnen nu al geen bezorgers meer vinden en er blijft bijna geen winst meer over als de bezorgkosten niet worden doorbelast. Bovendien is al dat transport en retouren die vaak vernietigd worden ontzettend klimaatbelastend. Fysieke winkels hebben de toekomst.”
Met een compacter centrum, grote publiekstrekkers en een frisse bestuurlijke wind, zou de Heerlense binnenstad nog kunnen opbloeien volgens de grootste criticus van Heerlen. Is Heerlen een zorgenkind voor je? “Ik beschouw het meer als een stiefkind,” zegt hij glimlachend. “Zolang niemand anders de misstanden op de agenda zet, zal ik er aandacht voor blijven vragen.”
TK Maxx (met die mooi beschilderde metrokast ervoor), Thermenmuseum, architectuur in Heerlen en omringende natuur waar je prachtig kunt fietsen RUIS
Maankwartier, Carbon6, Schinkel-Noord, Maankwartier, Saroleastraat, Atelier Stadsrevisie, Maankwartier, de SP in Heerlen en die fontein bij het Maankwartier
De achtste editie van stadsboekje ENNE is een feit. Waar Sanne Gijsbers en Rian Moonen in 2016 met z’n tweeën begonnen, is hun netwerk inmiddels uitgegroeid tot een collectief, met een podium voor ondernemers en schrijvers.
“We zijn niet begonnen met het idee dat dit geld op zou leveren, maar om de liefde voor de stad te laten zien.”
Toen Rian met het idee rondliep om een stadsboekje over Heerlen te maken, gaf haar vriend haar de tip om eens met Sanne in gesprek te gaan, aangezien ze hetzelfde idee hadden. Al tijdens de eerste ontmoeting kwam ter sprake dat Sanne een street art magazine wilde maken en Rian een stadsmagazine. Met die combinatie is de ENNE geboren.
“Het doel was vooral om de onbekende parels van de stad ook eens te belichten”, vertelt Sanne. “Als je acht jaar geleden het kantoor van Visit Zuid-Limburg binnenstapte en door boekjes en flyers bladerde, kwam je vooral de grote namen als SCHUNCK en het Thermenmuseum tegen. Mensen wisten die plekken echt wel te vinden. Er is nog veel meer moois te ontdekken en te doen, daarom hebben we onze krachten gebundeld.”
De allereerste editie (die nog niet ENNE heette) kwam uit in 2016 en was geheel aan elkaar geschreven door Rian. “De Nederlandse versie was snel uitverkocht, waardoor we gauw een tweede druk konden laten maken. We hebben ook een Engelse versie gemaakt, maar die kwamen we niet kwijt.” Pas nadat de onderneemsters stadsboekjes van andere steden doorbladerden, kwam eind 2016 de eerste echte ENNE-titel tot leven. Rian: “Het moest een dikker boekje worden, met een uitklapbare route die men kon lopen. Ook vonden we het een tof idee als meerdere mensen zouden meeschrijven, aangezien het nooit de bedoeling is geweest dat het boekje onze visie op de stad zou uitbeelden.”
Inmiddels verschijnt de achtste editie van ENNE/is de achtste editie van ENNE verschenen (afhankelijk van publicatie), met een wandelroute waarbij je langs 73 murals komt in plaats van 34, zoals in 2016. “Alles is gegroeid de afgelopen jaren: de murals, de ondernemers in de stad, het netwerk van de ENNE”, aldus Sanne. “Al heb je nog steeds mensen die zeggen dat er niks te doen is in Heerlen. Of die bij een nieuw idee voor de stad enkel ruis zien en horen. Nieuw is onbekend en dat schuurt, zeker in Heerlen.”
Achtste editie
Na zeven eerdere edities gaan Rian en Sanne graag door met een achtste editie van de ENNE. Of ze er niet klaar mee zijn? Sanne: “Nee hoor, we hebben er allebei nog veel te veel lol in.”
Dankzij een samenwerking die ze sinds een aantal edities hebben met Heerlen Mijn Stad wordt een groot deel van de drukkosten gedekt. De overige drukkosten en alle tijdsinvestering die ze doen, komt uit eigen zak. “Het kost vooral heel veel tijd. En ik vind het jammer dat we alle schrijvers die ieder jaar meewerken aan de nieuwste ENNE niet kunnen uitbetalen”, vertelt Rian.
Sanne: “De tweede keer dat we uitverkochten - bij de zesde editie - konden we alle tekstschrijvers een cadeaubon ter waarde van 25 euro geven.”
Rian: “We geven aan dat het op vrijwillige basis is en desondanks melden bij elke nieuwe editie veel schrijvers zich, van wie sommigen al jaren meewerken. Mensen vinden het leuk om te doen en daar zijn we ze enorm dankbaar voor.”
‘De ENNE is van en voor iedereen’ Dat is volgens Rian ook een van de dingen die ze terugkrijgt voor het vele werk aan de ENNE: “Als de deadline nadert, ervaren we iedere keer weer druk, maar het is het altijd waard. Het is superleuk om te zien wat mensen schrijven. Daar word ik altijd door verrast. Soms geef je iemand een onderwerp en zie je pas een week voor de deadline wat het geworden is. Mensen komen ook met onderwerpen die we zelf nog niet kenden. Zo leer je je eigen stad door ogen van een ander kennen.” Ook de tekstschrijvers krijgen dankzij hun werk een podium. Sanne: “Zo is de ENNE van en voor iedereen. En niet alleen voor Heerlenaren; veel toeristen zien we door de stad lopen met het boekje.”
Sanne en Rian zien op veel vlakken de groei van het stadsboekje terug. Waar ze in het begin nog iedere omslag van alle boekjes zelf vouwden (Rian: “zonder vouwlijnen!”), besteden ze dit nu uit. Ook is de winst nu een beetje meer dan de 2,90 euro waarvan ze ooit met z’n tweeën een frietje aten. Volgens de twee onderneemsters is de stad ook gegroeid op veel vlakken, maar zal er altijd nog veel te leren zijn.
Sanne: “Er staan nog veel panden leeg en er is altijd veel commentaar bij nieuwigheden. Neem de muurschilderingen. Toen daarmee begonnen werd, was er veel commentaar vanuit verschillende hoeken. Mensen begrepen niet waarom we ‘graffiti’ in onze stad zouden toelaten nadat Heerlen weer een redelijk goede naam kreeg. Inmiddels zijn de murals niet meer weg te denken uit Heerlen, komen toeristen van ver om ze te bewonderen en zijn - de meeste - Heerlenaren er trots op.”
Sanne: “Beide. Waar bruis is, is ook ruis en andersom. Er moet een beetje wrijving zijn op sommige plekken om zaken voor elkaar te krijgen. Nieuw is altijd onbekend en dat schuurt. Ik houd er zelf van als het eerst ruist en daarna bruist.”
Rian: “Er is nog steeds een soort aanname dat er ‘niks is’ in Heerlen en zolang die blijft, zal iedereen willen bewijzen dat dat niet zo is. Dat vind ik juist wel cool. Er komt een bewijsdrang, strijdlust voor Heerlen. Zolang je met elkaar in gesprek gaat en eraan blijft werken, is er bruis.”
In de rubriek binnenkijken bij neemt (B)RUIS een kijkje achter de voordeur van iemand die in hartje HeerlenCentrum boven een winkel- of bedrijfspand woont. Dit keer is het de beurt aan Ilonka van Doorn, eigenaresse van Eigenwijs. Door
“Ik hoef maar over te steken. Heerlijk vind ik dat”, vertelt Ilonka van Doorn terwijl ze de deur van Eigenwijs achter zich sluit en de straat oversteekt. Sinds afgelopen september woont ze in de Geleenstraat, bijna pal tegenover haar winkel. “Het is nog niet af, hoor”, roept ze terwijl ze de trap oploopt richting haar bovenwoning. “Maar ik moet zeggen dat ik me wel al aardig thuis voel.”
Ilonka’s woning is een evenbeeld van haar zaak: kleurrijk, vrolijk en divers. Het staat (nog) niet zo vol als bij Eigenwijs, echter is er genoeg te zien. De eerste verdieping van de woning bestaat uit een woonkamer, eetkamer en trappenhuis. Het is een pand met authentieke elementen, die Ilonka op een creatieve manier heeft aangekleed. “Leuk hè, die elementen? Ik houd van de erker en de authentieke trapleuning. En het terras natuurlijk, dat is echt een cadeautje hier in de binnenstad.”
De Utrechtse heeft altijd in de bloemenwereld gewerkt. “Ik heb één keer in mijn leven een uitstapje gemaakt naar een kantoorfunctie, waarbij ik via een uitzendbureau bij een ICT bedrijf terechtkwam. Dat heb ik vier maanden volgehouden. Ik werd knettergek! De hele dag op je reet zitten in een benauwd kantoor.” Het was dan ook geen verrassing toen Ilonka eenmaal in Heerlen weer bij een bloemist aan de slag ging. In 2003 opende ze haar eigen zaak: Eigenwijs.
Ondertussen komen Miep en Arie, Ilonka’s hondjes naar binnen rennen. Ilonka vertelt verder terwijl ze vanaf haar bank met het balletje van Miep gooit. “Mijn zaak is mijn baby. En die doet het goed in Heerlen. Al is het niet meer zoals in de tijd dat ik begon. Toen kwamen mensen vanuit België en Maastricht hier shoppen. Zij hadden geen grote zaken als H&M en Mango in hun steden. Ik wist niet wat ik meemaakte, het was elke week sky high met de verkoop. Toen Maastricht wel degelijk begon met bouwen, is Heerlen achtergebleven.”
Echte nadelen aan wonen in het centrum van Heerlen ondervindt Ilonka niet. Ze huurt een garage in de stad voor haar auto. “Het is af en toe lastig wanneer bezoek met de auto komt, maar ook dat is geen groot issue. Ik denk meer in oplossingen dan in problemen.”
Leegstand in de Saroleastraat
Toch is er één ding dat Ilonka niet begrijpt aan wonen in het centrum. Of beter gezegd: niet wonen in het centrum. “In de Randstad doen mensen een moord om het centrum te wonen, want daar zitten de mooiste (winkel)panden. Hier in Heerlen staat bijna alles leeg. Te verpauperen en te verrotten. Loop maar eens door de Saroleastraat, kijk omhoog en dan zie je dat het leeg staat. Het wordt gewoon niet verhuurd daar. Is toch bizar? Daar mag de gemeente wel eens iets aan doen.”
Voor Ilonka ruist het in Heerlen. De stad is niet meer wat het was, terwijl het volgens haar wel die potentie heeft. “In 2015 heb ik dat nog een keer teruggezien. Tijdens Serious Request in Heerlen. Wát een sfeer was dat. Ik heb nog weken nagenoten. Die bedrijvigheid moet er toch altijd kunnen zijn? Wat zou helpen zijn meer hippere eettentjes. Ook buiten het stadscentrum, zodat je ook op andere plekken lekker kunt lunchen. En daarnaast hippe, particuliere (kleding)zaakjes, maar zeker ook grote zuigers zoals Zara of de Primark. Dat mensen maar weer in Heerlen komen winkelen.”
“Ruis. Heerlen is totaal niet bruisend. Achttien jaar terug was het bruisend. Klinkt heel truttig, maar dat is echt zo. Waar ik ook heel verdrietig van word, is het Maankwartier. Dat vind ik zo prachtig. En het staat zo goed als leeg. Dan denk ik: hoe is het mogelijk? Ik zou graag in zo’n pand willen ondernemen, maar ik draai lang genoeg mee om te weten dat ik dan rechtop kapot ga, omdat al het publiek direct uit het Maankwartier wordt gestuurd. Je komt aan met de trein en de weg die je kunt volgen is twee keer naar buiten, in plaats van het Maankwartier ín.”
Bij Staal en Inkt werken vier vaste gezichten: Bjorn, Janegie, Ed en Renée. Ieder met z’n specialiteit. Bjorn en Janegie tatoeëren, Ed piercet en Renée doet allebei.
Een tattooshop in Heerlen: dat idee hebben meer ondernemers tegenwoordig. Hebben jullie last van de vele shops?
“We merken het wel, maar we hebben er geen last van. Iedere shop heeft z’n eigen specialiteit. Bij ons is dat de combinatie met het piercen.”
Waarom ondernemen in Heerlen?
“We zijn acht jaar geleden met onze shop van Kerkrade naar Heerlen verhuisd. Dit hebben we gedaan omdat we geen groei zagen in Kerkrade en we hoopten op meer klandizie. Dat bleek gelukkig ook zo te zijn. In Heerlen loopt veel meer publiek door de stad.”
Wat kan beter in Heerlen?
“Af en toe mis ik de communicatie van de gemeente naar ons als ondernemer toe. Vaak weten we niet wat er speelt in de stad. Ook de leegstand en de hoge huurprijzen moeten anders. Laten we eerst eens de leegstand aanpakken voordat we nieuwe dingen gaan bouwen.”
Wat gaat goed in Heerlen?
“De vele eetzaakjes. Er komen er steeds meer bij van kleine, zelfstandige ondernemers. Daarnaast bieden de nieuwste ondernemers ook net iets anders aan dan we al hebben. Mooi om juist kleine ondernemers te zien komen in plaats van al die massaketens.”
Wat is jouw eigen tattoo met het grappigste, mooiste, leukste verhaal?
“Ik heb twee tattoos waar een mooi verhaal achter zit. Een ‘fleur de lis’ voor mijn oudste dochter en een merel voor mijn jongste dochter.”
“Mensen zeiken gewoon te veel. Als je op zoek gaat, is er altijd wel iets te doen. Heerlen bruist gewoon! Er is voor alle leeftijden altijd ergens iets te doen, vind ik. Ook niet-betaalde evenementen zijn er genoeg. Even los gezien van de coronatijd natuurlijk.”
Een tattooshop in Heerlen: dat idee hebben meer ondernemers tegenwoordig. Hebben jullie last van de vele shops?
“Nee, daar heb ik totaal geen last van. Ik heb een eigen klantenkring opgebouwd en die blijft zich uitbreiden. Begrijp me niet verkeerd, mensen zijn vrij om naar een ander te gaan, maar hier gaat het gewoon goed.”
Waarom ondernemen in Heerlen?
“Zelf ben ik van Welten en ik heb nu acht jaar mijn zaak op deze plek. Het is hier heel erg leuk. Ondanks dat ik een shop heb waar ik op afspraak werk en dat het een intieme zaak is, voelen mensen zich altijd vrij om aan te bellen of te kloppen. Qua klandizie is het heel verschillend, maar het gros komt uit Parkstad. Ik heb de eerste dertien jaar met mijn shop in Brunssum gezeten. Ik wilde graag van een drukke straat in Brunssum terug naar mijn eigen Welten. Dat is een goede keuze geweest. Veel klanten zijn bij me gebleven.”
The Hand of God. Een bijzondere naam, vond de redactie van (B)RUIS. We vroegen Paul ernaar. “Die vraag krijg ik vaak. Het is inderdaad een bijzondere naam; je zou het arrogant kunnen noemen. Maar er is geen sprake van arrogantie, aangezien mijn achternaam God is. Ik heet Paul God, vandaar.”
Wat kan beter in Heerlen?
“Nóg meer kunst. En hippere zaken, zoals je nu al veel verschillende eettentjes ziet opkomen in het centrum.”
Wat gaat goed in Heerlen?
“Dat er actie ondernomen wordt tegen leegstaande panden. Het zijn er nog te veel, maar dankzij subsidies en nieuwe ondernemers die nog meer nieuwe ondernemers naar de stad trekken, gaat het een stuk beter.”
Wat is jouw eigen tattoo met het grappigste, mooiste, leukste verhaal?
“Ik heb handtekeningen gevraagd aan de gitaristen Steve Vai, Danny Lademacher, Jan Akkerman en Philip Sayce. Deze heb ik allemaal zelf op mijn been getatoeëerd. Ik speel sinds mijn tiende gitaar en ik ben groot fan van deze mannen. Al mijn tattoos hebben een verhaal, maar deze zijn het bijzonderst.”
HEERLEN, BRUIS OF RUIS?
“Bruis, al heeft het een poos geruist. Maar vooral nu winkelcentrum de Plu gesloopt is en er dankzij nieuwe zaakjes en plekken als de stadstuin steeds meer jongeren in het centrum zijn, vind ik dat Heerlen bruist.”
Yasmin tatoeëert regelmatig in shops in Den Haag, waar ze grotendeels is opgegroeid. Toch kiest ze ervoor om in ‘haar’ Heerlen te blijven. “Den Haag is fantastisch. Er is veel meer te doen dan in Heerlen, wat logisch is gezien het verschil in grootte en aantal inwoners. Toch ben ik blij wanneer ik na een gastsessie terug kan naar Heerlen. Heerlen is thuis.”
Een tattooshop in Heerlen: dat idee hebben meer ondernemers tegenwoordig. Hebben jullie last van de vele shops?
“Nee joh, heb ik geen last van. Ik zie ‘de anderen’ als collega’s, niet als concurrenten. Ik heb bijvoorbeeld een tattoo gezet door Renée van Staal en Inkt. En ook een van Vincent, van Onze Shop. Ik verwijs klanten die een tattoo in een stijl van een collega willen ook vaker door. Als ik eerlijk ben, denk ik wel eens ‘alweer een nieuwe tattooshop?’, maar ondertussen vind ik het echt tof dat ze er zijn en dat het beroep zo populair is.”
Waarom ondernemen in Heerlen?
“Ik woon zelf inmiddels tien jaar weer in Heerlen. Ik ben er opgegroeid, maar als jong kind naar Den Haag verhuisd. Toen ik ging studeren, wilde ik dat in Heerlen doen, bij mijn lieve oma inwonend. Toen ik mijn eigen shop begon na mijn studietijd (ik heb social work gestudeerd – komt soms wel van pas als mensen lang op de bank liggen bij mij) wilde ik dat graag in Heerlen doen. Maastricht en Sittard bijvoorbeeld zijn steden die mij totaal niet trekken. Ik houd ervan om in Heerlen te ondernemen. Heerlen is een kunstzinnige stad, waarin veel voor ondernemers gedaan wordt. De eerste twee jaar heb ik mijn shop aan huis gehad, in Heksenberg. Sinds tweeënhalf jaar zit ik hier in het centrum. Vooral sinds die tijd word ik vanuit de gemeente op de hoogte gehouden van alles wat speelt in de stad.”
Wat kan beter in Heerlen?
“De leegstand. Al denk ik dat veel centra hiermee kampen. De huurprijzen liggen erg hoog, of het gaat om vervallen panden.”
Wat gaat goed in Heerlen?
“Het Maankwartier en het nieuwe stadskantoor vind ik supermooi. Ik hoop dat meer mensen dat vinden en dat het publiekstrekkers zijn. Ook vind ik de gevelrenovaties van Atelier Stadsrevisie waar Michel Huisman mee bezig is een top plan. En daarnaast ook alle murals, waarvan de aantallen maar blijven groeien. Heerlen is een mooie, kunstzinnige stad.”
Wat is jouw eigen tattoo met het grappigste, mooiste, leukste verhaal?
“De tattoo die mijn oma heeft gezet. Ze heeft mij praktisch opgevoed en ik smeekte haar al drie jaar om bij mij een tatoeage te zetten. Ze wilde het niet, bang dat ze het zou verpesten. Middenin een van de lockdowns was de hele familie bij oma thuis en hebben we haar met z’n allen aangemoedigd. Toen heeft ze thuis op de bank een hartje op mijn arm gezet.”
“Bruis! Het bruist door iedereen die in Heerlen woont en onderneemt. Ondanks het klagen over de stad houden veel mensen toch van Heerlen en blijven ze hier. Dat maakt de stad bruisend.”
Een tattooshop in Heerlen: dat idee hebben meer ondernemers tegenwoordig. Hebben jullie last van de vele shops?
Roy, lachend: “Ja, het zijn er veel tegenwoordig.”
Simone: “Ze schieten als paddenstoelen uit de grond.” Roy: “Al zien wij dat niet als een probleem. We verwijzen vaak mensen door als de wensen beter bij een andere tattoo artist in Heerlen aansluiten. Ieder heeft z’n eigen stijl. Niet alleen qua tatoeëren, maar ook qua sfeer in de shop. Wij stralen bijvoorbeeld urban uit en sluiten daarmee goed aan op het imago en de uitstraling van de stad. Bij ons in de shop staat tatoeëren en de tijd nemen centraal.”
Wie bij Zwart Goud Tattoo naar binnen stapt, zal op meerdere plekken vintage voorwerpen zien staan. Eens in de zoveel tijd – en zo ook op de dag dat (B)RUIS een bezoek bracht aan de shop – komt een mevrouw op haar bromfiets haar laatste tweedehands vondsten laten zien. Roy: “Deze mevrouw is zo aardig. Ze kwam eens per toeval de shop binnenwandelen toen ze zag dat we in de etalage een gespleten houten zuil hadden staan. ‘Daar heb ik wel iets voor in de plaats’, zei ze. Nu komt ze bijna iedere week met spulletjes en kopen we regelmatig iets van haar over.”
Wat kan beter in Heerlen?
Roy: “De leegstand kan beter. Die moet verholpen worden. Dat zal niet enkel bij de gemeente liggen, maar ook bij andere partijen. En in gesprek gaan met mensen die goede ideeën hebben vind ik belangrijk. Ik heb ooit samen met andere ondernemers geopperd om in kelderpanden in het centrum ondernemers te laten starten. Supergrote ruimtes heb je onder de meeste winkels. Hoe vet is dat? De gemeente was daar niet happig op. Dát zou pas urban zijn.”
Wat gaat goed in Heerlen?
Roy: “Vanuit politiek perspectief: de subsidies waarmee de gemeente ondernemers op weg helpt. Ik weet niet of dat voor iedere starter zo is, maar wij hebben subsidie gekregen om in dit pand te kunnen starten. Verder houden wij ons niet veel bezig met politiek, ook niet in Heerlen.”
Simone: “Het ons kent ons. Dat gaat goed in Heerlen. Ondernemers gunnen elkaar klandizie en succes. Dat is mooi aan deze stad.”
Wat is jouw eigen tattoo met het grappigste, mooiste, leukste verhaal?
Roy: “Schat, je pink cloud summer tattoo.” Simone: “Ja, dat is mijn mooiste inderdaad. Pink cloud summer. Het is op de eerste plaats de naam van een liedje. Voor mij betekent het dat alles goed gaat. Roy heeft hem bij mij gezet, nadat ik veel shit heb meegemaakt. Nu is het tijd voor een pink cloud summer.”
Roy: “Ik heb er twee. Mag dat? De eerste is een tosti, die ik samen met een van mijn beste vrienden heb laten zetten. We hebben allebei een halve tosti met een lintje met het woord ‘oma’ eromheen. Zijn oma maakte altijd tosti’s voor ons. Mijn tweede is een tattoo die Simone bij me heeft gezet. ‘Up from the deep’. Ik ben na twaalf jaar verslaving nu vijf jaar clean.”
Simone: “De laatste tijd bruis. Maar ik moet zeggen dat het schommelt voor mij.” Roy: “Al ben ik zelf niet gek op de drukte, zeg ik ook bruis. Heerlen is na een lange tijd bruisender aan het worden. Er komen veel nieuwe zaken in het centrum met leuke concepten. Dat trekt publiek. En dat zorgt voor bruis.”
Onze Shop zit nu acht jaar in de Willemstraat. Zes tattoo artists inclusief één leerling doen daar dagelijks in een grote ruimte hun werk. Het heet niet voor niets Onze Shop, legt Vincent uit. “Ik heb hiervoor ergens gewerkt waar de mensen arrogant waren. Je mocht niks bijdragen. Dat wilde ik anders: dit is onze shop, van ons allemaal. En die cultuur leeft hierbinnen.”
Een tattooshop in Heerlen: dat idee hebben meer ondernemers tegenwoordig.
Hebben jullie last van de vele shops?
“Voor iedere wens is er een invulling. Wij hebben er geen last van. Iedere shopeigenaar heeft z’n eigen werkgebied en er heerst genoeg collegialiteit onderling.”
Waarom in Heerlen?
“Heerlen is die ruwe diamant, weet je wel. Ja, er is veel leegstand. Maar dat geeft ruimte voor nieuwe dingen. Kleine, particuliere zaakjes, van eetzaakjes tot boetiekjes. Grote winkels verkopen hun shit toch wel online. Ik zou zeggen: schilder vol wat leeg staat en laat er leuke, nieuwe dingen in komen.”
Wat kan er beter in Heerlen?
“Er mag een skatepark komen. En een basketbalveld ofzo. Voor alle kids. Dat was er vroeger, maar dat hebben ze kapotgemaakt. De gemeente wil toch urban uitstralen? Dan moeten ze het niet inkaderen en de stad urban laten zijn, bijvoorbeeld op deze manier.”
Wat gaat er goed in Heerlen?
“De vrijheid die er is op kunstgebied. De vele murals onder meer. En steeds meer kleine, creatieve bedrijfjes die hun intrede doen in de stad. Dat mag wat mij betreft nog meer. En ook meer variëteit. De all-you-can-eat-zaakjes en de Grieken kennen we nu wel.”
Wat is jouw eigen tattoo met het grappigste, mooiste, leukste verhaal?
“Ik heb een kleine - grinnikend - tattoo op mijn rug. De bokkenrijders. Echte Limburgse trots.”
“Een beetje in het midden. Het is leuk dat er iets van wordt gemaakt, maar er is te weinig te doen voor de jeugd. Een skatepark, basketbalveld of andere sportfaciliteiten middenin de stad, in de buitenlucht, laat het allemaal maar komen.”
In deze rubriek spreken we Heerlense ondernemers, die hun project, winkel of initiatief ondanks alle investeringen, plannen en goede wil niet hebben kunnen laten slagen. Waar ging het mis? En wat zijn de geleerde lessen?
*Vastgoedontwikkelaar
*Faalde met winkelcentrum De Bazaar
*Leerde harde lessen, maar
“zou het zo weer doen”
GeerdHet was 2007 en winkelcentrum De Klomp stond vijf jaar leeg. Sinds 1988 kon je hier naar de Albert Heijn, een paar kledingwinkels, koffie drinken en je auto parkeren. Het laatste concept bleek succesvol, de andere concepten niet. Rond die tijd vangt vastgoedondernemer Geerd Simonis, een echte winkbuul met hart voor de stad, op dat Gemeente Heerlen iets wil met een bazaarachtig concept. Hij ziet kansen in de leegstaande winkelpanden van De Klomp.
“Al jaren werkte ik als projectontwikkelaar in zakelijk vastgoed. Ik was verantwoordelijk voor het ene vastgoedproject na het andere: kantoren, winkelcentra, noem maar op,” aldus Simonis. “Aan het eind van zo’n project stond ik dan met de toekomstige huurders, de wethouder en de beleggers bij de opening. Dan ging ik weer naar het volgende project en keek nooit meer achterom. Dat voelde heel anoniem. Gaandeweg kwam ik erachter dat ik de gebruiker belangrijker vind dan het gebouw. Ik nam stappen richting zelfstandigheid en werd partner bij een Europees vastgoedbedrijf, TCN. Ik richtte TCN Charlemagne op om te ondernemen met meer oog voor de gebruiker.”
En toen zag jij De Klomp? “Ik had altijd al een goed gevoel bij die plek. Ik ging er vroeger naar
de basisschool. Ik vond dat er juist op die plek in Heerlen iets moest gebeuren om leven in de brouwerij te brengen en er had zich nog niemand gewaagd aan het bazaarachtige concept waar de gemeente naar op zoek was. Met inspiratie uit binnen- en buitenland ontwikkelden we het concept dat De Bazaar zou gaan heten.”
Broedplaats voor starters
“In die tijd was het concept van De Bazaar compleet nieuw voor Heerlen, misschien te nieuw… Het idee was dat je als kleine ondernemer een ruimte kon huren voor een heel redelijke prijs, met een kortlopend contract. Je kon je spulletjes verkopen in je eigen ‘winkeltje’ en er werd gezorgd voor overkoepelende marketing van De Bazaar. Alles was heel laagdrempelig gemaakt. Het idee was dat er een broedplaats van startende retailondernemers zou ontstaan, die later op zoek zouden gaan naar een eigen pand in de binnenstad. De leegstand stak toen al de kop op. Uiteindelijk waren er 59 ondernemers die zich hadden aangemeld.”
“Tijdens de opening was er een geweldige sfeer. We stonden zij aan zij, zo van: dit gaan we samen doen. Er waren dus bijna zestig kleine ondernemers van wel negentien verschillende nationaliteiten en het aanbod liep enorm uiteen: van Afrikaans
Deleegstandstaktoenaldekop.
Er moet
graag.tehetwildeIk
...een broedplaats voor startende
retailondernemers
houtsnijwerk en Perzische thee tot hondenkleding. Ook was er een foodcourt. Die mix van food en non-food is nu heel normaal, toen vrij nieuw. Met de parkeergarage in hetzelfde gebouw was er – zoals voorzien – veel aanloop, alleen… de verkoop bleef al snel achter.”
“Zo na drie maanden sloeg de stemming al om, want er kwamen simpelweg niet genoeg betalende klanten. Sommige ondernemers met ‘makkelijke’ producten draaiden best leuk, ook het exotische eten viel in de smaak. Buikdanskleding of souvenirs die je eigenlijk alleen tijdens je vakantie koopt en niet erna, vonden minder gretig aftrek. Het liep niet. Op een gegeven moment zochten ondernemers op eigen naam de media op, groeven daarmee hun eigen graf en bezegelden bovendien het einde van De Bazaar. Vanaf die tijd was het de kleine, vaak buitenlandse ondernemer tegen de grote, boze projectontwikkelaar. Na anderhalf jaar, medio 2009, hebben we de stekker eruit moeten trekken. Dat was voor niemand leuk, niet voor de ondernemers, niet voor mij en ook niet voor Heerlen.”
Waar lag het nu precies aan? “Ik heb hier veel over nagedacht, want ik heb flink wat klappen te verduren gehad. Niet allemaal onterecht, niet allemaal terecht. De overkoepelende conclusie is dat ik het te graag wilde. Ik was heel erg gedreven vanuit mijn vertrouwen in het concept en mijn liefde voor Heerlen. Ik geloof nog steeds dat je je buik (gevoel) en je hart (passie) nodig hebt, maar mijn hoofd (ratio) zat er niet genoeg in.”
Uit het verhaal van De Bazaar kun je als ondernemer flink wat lessen trekken. Geerd vat zijn belangrijkste lessen samen: “Allereerst moet er gewoon geld verdiend worden, hoe mooi een project ook lijkt. Bij de Bazaar was er geen goede toetsing of elke ondernemer zakelijk bestaansrecht had. Daarnaast konden kleinere ondernemers zich niet aan grotere optrekken. Een gezonde mix in je verdienmodel is essentieel. Als derde zat toch de locatie tegen. Er werd geredeneerd vanuit de parkeergarage als ‘bronpunt’, een soort trekpleister, maar het originele concept van het winkelcentrum liep ook al niet vanwege de locatie. Het ligt net vijftig meter ‘uit de slag’. Bij De Bazaar was er nog iets aan de hand. Achteraf bleek het vrij naïef om negentien verschillende nationaliteiten in één gebouw te zetten. Turken naast Koerdische Turken en zo mee. De cultuurverschillen waren enorm en dat botste nogal eens.”
Klaar met/voor De Bazaar?
“We meenden met z’n allen oprecht dat we er iets goeds van wilden maken. Met De Bazaar heb ik harde, maar wijze lessen geleerd die ik onder andere heb meegenomen naar ©Mill. We zijn nu twaalf jaar verder en als ik erop terugkijk, ben ik ondanks alles nog steeds trots. Ik zou het zo weer doen! Als het ergens had kunnen functioneren was het in Heerlen, de grootste broedplaats van West-Europa. Zo nu en dan word ik nog eens aangesproken op De Bazaar. Sommigen zeggen: ‘Je was gewoon te vroeg. Heerlen was er nog niet klaar voor.’ Wie weet?”
Heb jij een goed faalverhaal en wil je het – samen met jouw leermomenten – aan (B)RUIS kwijt?
Stuur een mail naar
info@bruismagazine.nl.
bijlappen, bijwerken, herstellen, in orde brengen, moderniseren, opkalefateren, opkuisen, oplappen, opruimen, politoeren, reinigen, repareren, restaureren, verbeteren, verfraaien, vernieuwen
Opknappen
Opknappen (knapte op, heeft en is opgeknapt), schoonmaken, red deren, opschikken,
afknapper (zn): ontgoocheling,
Na ruim twintig jaar waren Michelle Driessen en haar vader Eugène toe aan een nieuwe uitdaging. Ze zetten hun geliefde Hoeve de Aar te koop. Als een potentiële koper zich terugtrekt, gaat het pand weer uit de verkoop en renoveren ze de bowling van top tot teen. Ondertussen gaan ze andere, nieuwe projecten in hun Heerlen niet uit de weg. “We willen het paviljoen dat vroeger in het Aambos stond terughalen naar Heerlen.”
Door Judith BouwelsMichelle Driessen was elf jaar oud toen haar ouders Hoeve de Aar kochten. Op dat moment hadden het pand en perceel al de nodige geschiedenis. Het is in 1928 gebouwd, met de functie van een modelboerderij. Op oude foto’s die nu binnen Hoeve de Aar hangen, kun je zien hoe de boerderij op dat moment nog niet omgeven was door snelwegen en andere drukke straten. Toen de ouders van Michelle het perceel en pand overkochten in 2000, bestond het bowlinggedeelte al vijftig jaar, met daarnaast de ridderzaal als restaurant. In de grote zaal was een Chinees restaurant gevestigd.
Op haar vijftiende begon Michelle in Hoeve de Aar als weekendhulp. “Na het afronden van de bachelor hotelmanagement ben ik fulltime in het bedrijf begonnen. Het is een beetje mijn tweede huis hier.” In 2020 werd Michelle directrice van de exploitatie en nam daarmee het stokje over van haar vader.
Het was tijdens de eerste coronalockdown dat er een nieuw project op het pad van vader en dochter kwam: een brasserie beginnen op de Huls in Simpelveld. “Overigens de eerste keer dat we een project aangaan buiten Heerlen”, vertelt Michelle terwijl ze met de redactie van (B)RUIS in gesprek is binnen Hoeve de Aar. “Na twintig jaar hetzelfde te hebben gedaan en vanwege de lockdown hadden we de behoefte aan iets nieuws. Iets anders. Daarom zetten we de hoeve te koop. Toen dat niet uitliep op een officiële verkoop en we te horen kregen dat het project in Simpelveld later van de grond zou komen dan gedacht, besloten we om de bowling aan te pakken.”
Michelle vertelt dat ze onder de huidige omstandigheden van de bowling niet verder wilde. “De machines waren nodig toe aan vervanging. In juli 2021 zijn we begonnen met verbouwen. We hebben vijf weken lang keihard gewerkt en de hele boel gerenoveerd.” Het eindresultaat: zestien nieuwe bowlingmachines, opnieuw geverfde en behangen muren, een compleet nieuw interieur en nieuwe decoratie en verlichting. “We hebben hierbij voortgeborduurd op de sfeer en beleving van de grote zaal, die we in 2018 hebben gerenoveerd.”
Ondernemen buiten het centrum
Ondernemen - in Heerlen - is iets wat bij Michelle hoort. Ze zou niet anders willen, vertelt ze.
“Heerlen probeert altijd ondernemend te blijven op onder andere cultureel gebied. Leegstand gaat de gemeente tegen met bijvoorbeeld pop-upwinkeltjes. Ik vond de binnenstad altijd al gezellig, echter met de kleinere boetiekjes en nieuwe ondernemers die zich de laatste jaren vestigen in Heerlen is de stad nog bruisender.” Hoeve de Aar valt buiten het centrum. Vind je dat dan niet jammer? “Het is absoluut een verschil met een horecaonderneming die op het Pancratiusplein ligt. Als er evenementen zijn in het centrum, is Hoeve de Aar daar niet bij betrokken. Sterker nog: als er een activiteit - vooral in de zomer - in de binnenstad wordt georganiseerd, hebben wij minder bezoekers.”
Daar tegenover staat voor Michelle het fijne contact dat ze heeft met verschillende ondernemers in het centrum. “Ondanks dat wij een slag uit de richting liggen, is het fijn om samen te sparren. Je maakt toch allemaal hetzelfde mee: je loopt tegen dezelfde problemen als goede ervaringen aan. En een pluspunt aan de locatie van Hoeve de Aar zijn de snelwegen. We liggen precies in een knooppunt, waar Duitsers, Belgen, Kerkradenaren en mensen uit het Heuvelland langskomen. Dat zorgt ervoor dat we bezoekers hebben van allerlei plekken.”
Ze hebben een neus voor ondernemen en zijn graag bezig met nieuwe projecten, Michelle en Eugène. Zo ook met hun project in het Aambos, dat nog in de babyschoenen staat. “We hebben het plan om een paviljoen in het Aambos te bouwen, in de vorm van een boshut. Waar mensen een wijntje kunnen komen drinken. Of tijdens hun wandeling kunnen stoppen voor een kop koffie en een lekkere lunch. Er zijn al verschillende faciliteiten in het Aambos, zoals het Hertenkamp, de loonbrug en wandelpaden. We vinden dat horeca hier van toegevoegde waarde is, onder meer vanwege de sociale controle die zal ontstaan en het huidig gebrek aan toiletten. Het moet echt Heerlens worden, net als het paviljoen dat vroeger in het bos stond. Daar werd veel geborreld en gedanst. We willen dat stukje geschiedenis graag terughalen.”
Er is een grote máár: het heeft nogal wat voeten in de aarde. Als het aan Michelle ligt, gaat het gebeuren, máár er lopen nog veel zaken achter de schermen voordat ze een ‘go’ krijgen. “Het project is een paar jaar geleden ook al aan de orde geweest. Dat is destijds gestaakt, omdat wij veel kosten moesten maken voordat we überhaupt een ja of nee van de gemeente kregen. We hebben het toch weer opgepakt, omdat we ervan overtuigd zijn dat dit goed en leuk is voor Heerlen. Ik vind dat de gemeente af en toe sneller actie mag ondernemen bij initiatieven die de stad een warm hart toedragen en die de stad naar een hoger plan zullen tillen. Er wordt niet altijd met de ondernemerspet naar gekeken. Ik zeg niet dat je alles moet aannemen of ieder project er doorheen moet drukken, maar bepaalde initiatieven
zijn heel leuk en goed voor de stad en daar mag sneller op geanticipeerd worden.”
Betekent dit dat het tekoopbord weer in de grond staat van Hoeve de Aar zodra project de Huls en project het Aambos lopen? “Die mogelijkheid zou er kunnen zijn. Aan de andere kant hebben we lief en leed gedeeld in de hoeve de afgelopen twintig jaar en zou dat een moeilijke beslissing zijn. Verkopen hoeft niet de oplossing te zijn. Met de juiste mensen op de juiste plek kun je alles managen wat mij betreft. Ik weet nu ook nog niet of we in het Aambos zelf aan de slag gaan, of dat we het gaan verhuren zodra het staat. Wij pakken graag allerlei projecten aan, vooral in een unieke omgeving. We hoeven vervolgens niet per se zelf aan het roer te staan.”
Sparren met pa Als je al zo lang onderneemt op dezelfde plek, hoe zorg je er dan voor dat je niet vastroest? “Dat is af en toe best lastig. Nu de bowling is verbouwd, vragen we ons af waarom we het niet veel eerder hebben gedaan. Soms zie je dingen even niet meer. Aan de andere kant houden mijn vader en ik elkaar scherp. Mijn vader heeft veel ervaring en ik leer veel van hem, maar hij leert op zijn beurt ook van mij. We sparren veel met z’n tweeën en spelen in op trends en stijl en alles wat om ons heen gebeurt.”
Ga je je vader achterna in de Heerlense ondernemerswereld? “Dat is wel mijn droom, om dit te kunnen blijven doen. Ik kom uit een ondernemersgezin en ik word gelukkig van dit werk. Het is wel zwaar, hoor. Weekenden, avonden, feestdagen: je bent altijd in de weer. Maandag en dinsdag is Hoeve de Aar gesloten, maar ben ik bezig met de planning, administratie, inkoop en wat nog meer. Toch zou ik niet zonder de veelzijdigheid, afwisseling en bedrijvigheid kunnen. Als ik op een drukke zaterdag hier sta, de banen zijn vol en mensen dansen, dan weet ik waar ik het voor doe. Daar haal ik voldoening uit.”
Glimmend van trots: “Ik denk toch wel echt aan bruis. Ik ben misschien bevooroordeeld omdat ik hier vandaan kom. In Heerlen liggen mijn roots. Als je op het plein komt en de terrassen zitten vol, of bij leuke evenementen zoals de profronde, denk ik: Heerlen kan het echt wel hoor. We kunnen echt wel met z’n allen Heerlen op de kaart zetten.”
Het hoeft geen geheim te zijn: Maastricht en Heerlen lijken niet de beste vrienden. Het zijn twee steden met heel verschillende karakters. Horen we niet soms dat Maastrichtenaren maar decadent zijn, of Heerlenaren juist het tegenovergestelde? Een vergelijkbare beeldvorming zien we ook in de culturele wereld. In Heerlen lijkt er ‘meer mogelijk’ voor kleine culturele initiatieven, terwijl het in Maastricht heel moeilijk is om ruimte of subsidies te krijgen voor bijvoorbeeld kleinschalige kunstinitiatieven. Maar
klopt deze beeldvorming wel volledig? Heeft Heerlen dan ook de potentie om een toevluchtsoord voor de Maastrichtse bottom-up - dat wil zeggen vanuit vrijwillig initiatief georganiseerde cultuur - te worden? Jop Delheij (redactielid van (B)RUIS) ging in dialoog met een aantal kunstenaars en initiatiefnemers die bottom-up te werk gaan in Maastricht, en vroeg hen hoe zij Heerlen zien. In dit artikel lees je over het beeld dat Jop samen met de Maastrichtenaren schetst. Door Jop Delheij
Stefan Vontobel van Transport Artspace, een presentatieruimte voor kunst, vertelt over de hordes die er in Maastricht zijn voor initiatieven. Hij omschrijft die hordes als “een molen waar burgers die participeren doorheen worden gehaald, en vervolgens blijkt er nauwelijks iets mogelijk. In Heerlen is dat minder”. Stefan ervaart Heerlen als een stad met een vriendelijkere sfeer dan Maastricht. Voor hem staat Heerlen meer open voor nieuwe ideeën. Zo was hij aanwezig bij een gesprek met de Wethouder Cultuur van Heerlen samen met Landbouwbelang. Landbouwbelang is een gigantisch kraakpand aan de Maas, waar ook Transport Artspace is gevestigd, dat hoogstwaarschijnlijk snel wordt verjaagd door het grote geld. “Het is leuk als jullie iets in Heerlen komen doen en wij willen wel helpen”, sprak de Heerlense wethouder. Dat lijkt toch een groot verschil met bestuurders in Maastricht. Die lijken de waarde van bottom-up initiatieven niet in te zien, laat Stefan ons weten. “In Maastricht moet alles chic en sjoen zijn”, voegt Lars den Hertog daar aan toe. “En het moet vooral blijven zoals het is. Heerlen is nog bezig met zichzelf opnieuw vorm te geven. Omdat Heerlen relatief minder heeft om te ‘koesteren’, zoals een historisch stadscentrum, moet zij zelf dingen creëren om het interessant en levendig te maken.” Lars wijst ons erop dat dat ook zichtbaar in Heerlen gebeurt door middel van cultuur, zo noemt hij het voorbeeld van de vele muurschilderingen in Heerlen.
Mike Moonen en Lars Den Hertog, kunstenaars pur sang en initiatiefnemers van presentatieruimtes De Blauwe Haan en L’étalage, vertellen dat er belangrijke plekken voor cultuur in Maastricht zijn verdwenen en blijven verdwijnen, waar Landbouwbelang helaas een van dreigt te worden. Stefan legt uit dat dat niet komt door kwade intenties, maar doordat er geen rekening wordt gehouden met initiatieven. “Voor die verdwijnende plekken komt vervolgens niets in de plaats. Plekken overleven niet zonder geld”, zegt Lars. Er lijkt dan ook een gebrek aan geld en ruimte in Maastricht.
De situatie lijkt nu als volgt: in Heerlen is er ruimte en bereidheid, in Maastricht is er het publiek. “Misschien moeten we van gemeente ruilen”, grapt Mike. “Maastricht telt meer mensen die jong zijn en wat willen.” Zo wijst Mike ons erop dat er in Heerlen veel minder publiek is voor kleine kunstinitiatieven. Daardoor lijkt er in Maastricht meer voedingsbodem te zijn voor culturele initiatieven dan in Heerlen, omdat er
daar dus meer vraag naar is. De mogelijkheden liggen er vaker niet dan wel, waar die in Heerlen juist wél liggen, wordt duidelijk uit de gesprekken met de interviewees. Een groot Maastrichts publiek naar Heerlen trekken is vervolgens geen gemakkelijke taak volgens Lars. “Luiheid speelt daarbij wel een rol.” Mensen blijven vaak liever in Maastricht dan dat ze voor een stukje cultuur naar Heerlen treinen, legt hij uit. Ze moeten dus een goede reden hebben om naar Heerlen te gaan. “Wat misschien zou helpen is een nachttrein tussen Heerlen en Maastricht”, suggereert Mike..
“Maar niet iedereen ziet Heerlen als de kunstzinnige hotspot van de toekomst. De meeste mensen die in Maastricht wonen willen het liefst iets in Maastricht zelf doen. Het gevolg is dat mensen er roeien met de riemen die ze hebben. Tegenstand motiveert juist extra”, gaat Mike verder. Men ziet dan ook dat relatief veel bestaande initiatieven alles uit eigen kracht doen. L’étalage, waar Lars aan verbonden is, gebruikt de etalage van het atelier waar Lars resideert. De Blauwe Haan, van Mike is gevestigd in growshop Organic Earth waar één van de initiatiefnemers goede connecties had. En Transport Artspace is opgezet in een ruimte van Landbouwbelang waar kartrekker Stefan woont. Kortom, er zijn geen indirect betrokken partijen nodig, geen bemiddelaars, geen gemeente.
Maar ook stellen mensen zich wel open voor een mogelijkheid om in Heerlen te beginnen. Stefan ziet bijvoorbeeld Heerlen veel potentie hebben om een instroom van creatievelingen te krijgen. Hij zou dan ook als het moest verhuizen naar Heerlen als het echt niet meer zou lukken in Maastricht. Lars en Mike zijn iets pessimistischer. “Dat mensen zelf initiatief nemen kan net zo goed in Maastricht als in Heerlen gebeuren, dus waarom per se in Heerlen? Daarnaast zijn er in Maastricht nieuwe initiatieven bijgekomen zoals bovengenoemden alsook de expositieruimte De Meldkamer bij De Brandweerkantine. Het is vooruitgegaan!”, aldus Lars. “Er zijn meer initiatieven bijgekomen dan in Heerlen.”
Of er in Heerlen een gemis is aan een specifiek geïnteresseerd publiek voor kleine kunstinitiatieven of dat de initiatiefnemers ontbreken, blijft gissen. Misschien zitten bewoners niet te wachten op kunstinitiatieven en hebben ze er niet zoveel mee. Misschien moet Heerlen het meer hebben van ‘cultuur’ in de breedste zin van het woord. Want Heerlen profileert zich wel degelijk als een cultuurstad, al kijken we alleen al naar het zelfgekozen
profiel van ‘urban’. Daarnaast is Heerlen vele instituten rijk die regionaal, nationaal en internationaal faam maken zoals SCHUNCK, De Nieuwe Nor, Cultura Nova en Parkstad Limburg Theaters. Echter, zo blijkt uit de gesprekken met Lars, Stefan en Mike, blijft een klimaat van meerdere initiatieven voor en door een jong kunstminnend publiek, die Maastrichtenaren als de wiedeweerga naar Heerlen trekken, nog uit.
Leegstand of kans? De binnenstad van Heerlen kampt –net als veel andere steden – met veel leegstaande winkelpanden. Hiertussen bevinden zich meerdere pareltjes van panden, echte kansplekken. Kun jij door de lege etalages, de gedateerde inrichting en het ‘lege witte vel’ heenkijken? Stadmaker Paul Leufkens kan dat als geen ander. Heerlen is zijn werkveld en hij neemt ons mee naar een plek met potentie van zijn keuze. Door Leonie Kohl
Akerstraat 5
Hoek Plaarstraat-Akerstraat
Bouwjaar 1900
Winkeloppervlak ca. 162m2
We treffen Paul bij een pand dat vrijwel iedere Heerlenaar kent. Toch is het in de huidige staat redelijk onopvallend. Dat terwijl het een hoekpand is met veel grote ramen, eigenlijk vlak bij het Pancratiusplein. Als wij zeggen ‘het Wonder van Heerlen’, klassieke CD-winkel Paul Smeets of BIJS NXT DOOR, dan weten we meeste Heerlenaren wel om welk pand het gaat. Paul ziet potentie.
Pand
“Je hebt hier een relatief groot pand op een mooie zichtlocatie. Er zijn veel ramen, dus binnen is er veel natuurlijk licht. Verder is het pand symmetrisch opgebouwd en bezit het een basiskwaliteit. De gevel van de onderverdieping is modern afgewerkt met een strakke stuclaag. Niet lelijk, maar die zou je kunnen verwijderen om het pand meer sfeer te geven. Het zou ook mooier zijn om de entree terug op de originele locatie te plaatsen, op de hoek. Dan heb je nog meer etalageruimte dan het pand al bood, maar eigenlijk is het redelijk instapklaar.”
Het pand stamt uit 1900, een tijd dat Heerlen een sjiek dorp was en de eerste mijnschachten werden geboord. Ernaast lag de beroemde Herberg Bijsmans uit 1722. Zo’n honderd jaar geleden opende hier IJzerwinkel Gerards, die kachels, fornuizen en huishoudelijke artikelen verkocht. Na tien jaar hield Gerards het voor gezien. Niet lang daarna opende ‘Het Wonder van Heerlen’ zijn deuren in dit pand. Niemand wist welk wonder dit betrof, maar meer dan vijftig jaar lang was dit dé winkel waar je een nieuwe fiets kocht, je radio liet repareren of een flesje naaimachineolie ging halen. Het was een soort Handyman avant la lettre. In de jaren tachtig ging de zaak zich specialiseren in lampen, maar het einde naderde. Veel Heerlenaren herinneren zich vast nog de klassieke CD-winkel die Paul Smeets hier een lange tijd heeft gehad. De ondernemer die de laatste keer de sleutel omdraaide was Rob Vos die de gesloten Herberg Bijsmans een doorstart wilde geven. De etalages staan helaas alweer een tijdje leeg, tijd voor een nieuw stukje geschiedenis voor dit pand!
Locatie, locatie, locatie
“Locatie is altijd een van de belangrijkste factoren voor een succesvolle formule en juist daarom viel mijn oog op dit pand. Wát een locatie: op de hoek van de Akerstraat en de Plaarstraat, in de loop van de mensen die uit Q-Park Putgraaf komen en op een steenworp van het Pancratiusplein. Samen met tattoozaak Staal en Inkt (voormalig Bodega La Mancha) vormt het een poort naar een van de leukste pleintjes van Heerlen, de Morenhoek.”
Wat doet de buurt en wat doen de buren?
“In deze omgeving staat er zoveel te gebeuren. Er zijn grote plannen voor de Vijf Pleintjes, waarvan de Morenhoek er één van is. Daarnaast wordt het hele gebied rondom Bijsmans op termijn herontwikkeld. Nu zijn er al leuke ontwikkelingen met pop-up conceptstores die de potentie bewijzen van dit deel van de Akerstraat. De hele buurt leeft al op!”
Waar zit de potentie?
“Ik denk dat dit een uitstekende locatie zou zijn voor een maker. Iemand die zowel in de zaak bezig is, maar ook zijn eigen product verkoopt. Een soort atelier, want op zo’n geweldige zichtlocatie moet er beweging achter die ramen zitten. Ik denk aan een meubelmaker, een goudsmid of een keramiekatelier. Je hebt hier ruimte om te werken, je spullen te etaleren en op te slaan en ook om workshops te geven. Een combinatie van twee ondernemers, een blurring concept, zou hier gezien de vele ruimte ook goed kunnen werken. Denk daarbij aan een eigentijdse wasserette met een hippe koffiebar.”
++ Centrale locatie bij
Pancratiusplein en ‘in de loop’ + Zichtlocatie met grote etalages
++ Veel gunstige ontwikkelingen in de omgeving
-- Minder geschikt voor (alleen)
horeca, weinig terrasruimte
- Kwaliteit gevel, aanpassen deuren en pleisterwerk zouden het pand veel goeds doen
In de rubriek (G)OUD neemt de redactie van (B)RUIS een kijkje achter de schermen bij ondernemers die al jaren meedraaien in Heerlen. Dit keer is Café Bluff aan de beurt, een karakteristiek café in de Dautzenbergstraat dat de underground en alternatieve scene van Heerlen dient, maar er ook is voor iedereen.
Op een regenachtige dag zitten we samen met eigenaar Marcel aan de bar en spreken over het ontstaan van Bluff. Bluff stamt nog uit een haast legendarische periode voor Heerlen: de jaren tachtig. Het café is namelijk in 1984 opgericht, toen de befaamde dansclub Femina er nog schuin tegenover bestond. In de punk/new wave wereld van die tijd was Bluff een plek waar mensen na het dansen even konden uitwaaien. Samen met café Input en Femina bood Bluff ruimte voor die punk- en new wave cultuur. Bluff is nog een van de weinig overgebleven plekken die uit deze cultuur is voortgekomen. Muziek is dan ook nog steeds een belangrijk speerpunt voor het café.
Toen Marcel de kroeg in 2007 overnam wilde hij voortzetten wat er al was, maar begon ook met het programmeren van beginnende en onbekende bands. “Ik had het gevoel dat er een gebrek was aan plekken waar kleine, onbekende bands een podium hadden. Er waren veel plekken die dood aan het bloeden waren of op z’n gat lagen”. De evenementen van Bluff zijn sindsdien breed opgepakt, zoals Marcel het omschrijft. De Oefenbunker had ten tijde van Marcels overname van Bluff wat minder evenementen, maar die zijn ook weer normaal gaan draaien. Ook de Nieuwe Nor heeft bewezen een podium te zijn voor beginnende bands, wat ze bij Bluff dan ook graag hebben zien gebeuren in Heerlen.
Bij optredens in Bluff kun je artiesten zien die je niet snel ergens anders tegenkomt. Er spelen veel bands van de hardere rock en hardcore punk, die overigens onder liefhebbers vaak bekende namen zijn. Zelfs bands uit Australië en de Verenigde Staten hebben op het kleine podium gerockt. Maar daar blijft het niet bij. Ook heeft Bluff avonden gehad met reggae, hiphop en drum-’n-bass. Marcel staat dan ook altijd open voor nieuwe dingen. En ja, Bluff is een café met een sterk, eigen karakter waar bijvoorbeeld Frans Bauer niet bij zou passen. “Je probeert natuurlijk een bepaalde vibe neer te zetten”, legt Marcel uit, en in het geval van Bluff proberen zij net iets anders te zijn dan andere cafés.
Op deze eigenzinnige wijze vult Bluff een vacuüm op in Heerlen en het publiek van Bluff is daarbij divers. “Ik wil me niet beperken tot één soort publiek. Een advocaat kan hier naast een kraker zitten”, zegt de kroegbaas. “En zowel jong als oud komt er over de vloer.” De sfeer is dan wel aan de alternatieve kant en Marcel omschrijft de bezoekers van Bluff onder andere als mensen die minder van de mainstream houden. Echter benadrukt hij met klem dat het een plek is voor iedereen. “Het kan er soms hard aan toegaan tijdens de shows”, doelend op de muziek en het ruw bewegend publiek daarbij. “Maar iedereen gaat hier altijd goed met elkaar om. Niemand is perfect”, zegt Marcel. “En die gedachte is een verbindende factor bij de gasten van Bluff.”
Op de vraag hoe Heerlen sinds 2007 is veranderd, reageert Marcel positief. “Het gaat de goede kant op, er zijn dingen bijgekomen zoals International Breakdance Event en dat doet goede dingen met de stad.” Aan de andere kant ziet Marcel ook dat de sfeer die Bluff ademt verdwijnt in de stad. “Ons café is een uitstervend ras”, lacht hij. “Al een tijdje is er minder samenwerking of raakvlak met andere partijen.” Zo faciliteerde Bluff voorheen een afterparty van het muziekfestival BOOCH!, maar dat is sinds 2015 ook alweer verleden tijd. Bluff probeert wel een festivalgevoel in stand te houden, daar een festival in het centrum van Heerlen niet meer plaatsvindt. Bluff probeert zich nu op eigen houtje zo lang mogelijk in stand te houden, geeft Marcel aan.
Bluff houdt het knus en gezellig, en laat daarmee zien hoe Heerlen ook naar oplossingen kan zoeken voor haar problematieken. “Probeer het knus te maken met allemaal kleine evenementjes”, oppert Marcel. “In Heerlen is het ‘ons kent ons’, het is een groot dorp. Als er geen evenementen zijn dan zie je dat de stad leeg is. Op donderdagavond kun je dan een kanon afschieten. Mensen willen geëntertaind worden en je moet mensen soms over de streep trekken.” Maar pessimistisch is Marcel allerminst: “We zijn er wel mee bezig, het duurt alleen nog even voordat we het punt hebben bereikt dat we voor ogen hebben”, spreekt hij solidair.
Wie vormen de bruisende kracht achter (B)RUIS magazine? In dit voorstelrondje beginnen we bij diegene waar alles mee begon. Bedenker, initiatiefnemer en grafisch ontwerper Zindzi Slegers wil een podium bieden aan inspirerende ondernemersverhalen, om anderen aan te zetten de binnenstad van Heerlen weer te laten bruisen. Ook wilde ze altijd al ‘haar eigen’ tijdschrift én winkel…
Door Leonie Kohl*Opgegroeid in Douve Weien/ Heerlen-centrum (elf keer verhuisd)
*Woont nu op de Heesberg in Heerlen
*Is initiatiefnemer en vormgever bij (B)RUIS magazine
*Werkt als grafisch vormgever en is eigenaar van shop // atelier By Zindzi
*Houdt van kletsen, lekker eten en mensen leren kennen
*Vindt Heerlen leuker dan Amsterdam, maar “hier moet je het wel zelf leuk maken”
*Heerlen in één woord: eigenzinnig
Hoe kwam (B)RUIS magazine in jouw leven?
“(B)RUIS #0 was mijn afstudeerproject voor de opleiding tot grafisch ontwerper. Het volgde uit mijn – toen nog helaas korte – ondernemersverhaal, over Tableau dat moest sluiten tijdens de coronacrisis. Ik geloof dat ondernemers en initiatiefnemers een stad écht maken. Moet je voorstellen hoe Heerlen was, als die er niet waren?”
Wat wil je met (B)RUIS bereiken?
“Met (B)RUIS wil ik mensen inspireren om zelf wat van de (binnen)stad te maken. Er liggen kansen genoeg en dat wil ik laten zien. Ik hoop mensen aan het denken te zetten, echt iets in gang te zetten. Ik hoop ook dat het groter wordt dan alleen een tijdschrift, bijvoorbeeld een platform of community van gelijkgestemden die echt iets willen met de stad.”
Wat doe je naast (B)RUIS?
“In oktober heb ik mijn eigen winkel en atelier geopend aan de Bongerd nummer 9, naast Vaessen Juweliers. Bij Tableau kwam ik erachter hoe leuk ik het vond om een winkel te hebben. In By Zindzi combineer ik mijn liefde voor interieur, trends en design met mijn werk als grafisch ontwerper. Het is een winkel met woondeco, waar ik ook werk aan grafische opdrachten, waaronder (B)RUIS magazine.”
Wat heb je met Heerlen?
“Hier ben ik opgegroeid, op veel verschillende plekken in de stad. Ik heb ook een tijdje in Amsterdam gewoond, maar in Heerlen heb ik het gevoel dat ik echt een verschil kan maken. Zoals meer mensen heb ik met Heerlen een haat-liefdeverhouding. Rationeel gezien komt Heerlen er niet altijd even goed vanaf. De liefde voor de stad is vooral een gevoel en daaruit vloeit een missie, de missie om de stad bruisend te maken.”
Hoe zou Heerlen eruitzien als jij het voor het zeggen had?
“Dan zouden er heel veel winkels in de stad zijn, veel eettentjes, gewoon meer dingen om te doen, publiekstrekkers... Het zou er (weer) lekker druk zijn.”
Zindzi’s top 3 favoriete plekjes in Heerlen:
1. Dakterras Brasserie Mijn Streek
2. Eigenwijs
3. Burgemeester de Hesselleplein
Het is september 2021 als de sloopkraan weer door Heerlen rijdt. Schinkel-Zuid, je weet wel, dat stuk groen aan de Promenade II, gaat langzaam maar zeker op de schop. De grijper van de kraan maakt korte metten met de loods op het Schinkelkwadrant en smijt iets opvallends van het dak af: een lichtbak waar de boodschap op staat
‘DISTRIBUTE HOPE’ (verspreid hoop). Oplettende bewoner, Lizzie Veldkamp, neemt het stuk onder haar hoede en zet het in haar atelier op de kunstacademie en maakt
Heerlen er attent op via een video. Deze boodschap
spreekt boekdelen over wat er zich op Schinkel-Zuid sinds 2018 afspeelde. Een groep bewoners heeft er van een leeg stuk grond een bruisende ontmoetingsplek gemaakt die gebruikt werd door heel veel mensen: De Stadstuin. De bewoners hebben Heerlen laten zien dat je het heft in eigen handen kan nemen en meer inspraak kan krijgen in wat er met de stad gebeurt. We kunnen wel zeggen dat De Stadstuin daarmee hoop biedt, want meer inspraak, van wat de gemeente noemt ‘burgers’, dat lijken mensen wel te willen, zo doen documenten van de gemeente en ontevredenheid van burgers vermoeden.
De burgerparticipatieladder Ja, in Heerlen is er veel te doen geweest omtrent wat men noemt ‘burgerparticipatie’, oftewel ‘burgerbetrokkenheid’. Burgerparticipatie betekent dat bewoners van een plek meedoen aan het besturen van die plek. Dit kan bijvoorbeeld betekenen dat een groep bewoners de straten opruimt, of dat bewoners samen hun stem laten horen omdat ze dingen willen zien veranderen in de stad. In Heerlen probeert de gemeente burgers meer te stimuleren om dit te doen.
De Gemeente Heerlen heeft in de zomer van 2021 een soort ‘participatiehuis’ opgezet waar burgers konden binnenstappen om hun mening te geven. Aan de muren hing een presentatie van alle (vastgoed)projecten die Gemeente Heerlen heeft gerealiseerd om te laten zien wat ze allemaal heeft gedaan om het stadscentrum te verbeteren. Mensen konden hierover in gesprek met ambtenaren onder het genot van een kop koffie. Ook stond er een bord met daarop post-its waar bewoners en voorbijgangers opmerkingen op achterlieten. Vooralsnog is het onduidelijk wat er met de verzamelde informatie wordt gedaan.
Ook probeert Gemeente Heerlen bewoners te activeren via het project ‘t Heerlens Heitje. Dit project is een initiatief van de gemeente in samenwerking met een aantal andere partijen zoals HeerlenMijnStad, Brightlands Smart Services Campus en Buurtvereniging GMS. Het idee is als volgt: burgers kunnen taakjes uitvoeren in hun buurt en krijgen daarvoor een beloning in de vorm van ‘Heitjes’. Eén Heitje heeft een waarde van één euro die je kan uitgeven bij Heerlense ondernemers. Een win-winsituatie dus: de deelnemers die klusjes doen én de ondernemers plukken zo de vruchten van ‘t Heerlense Heitje. En niet te vergeten wordt de buurt er ook nog eens door onderhouden.
Naast deze pogingen van de gemeente om ‘burgers’ te betrekken, heeft het verhaal van De Stadstuin óók veel te maken met burgerparticipatie. Ten eerste is De Stadstuin een mooi voorbeeld van burgerparticipatie. Ten tweede, echter, stelt De Stadstuin burgerparticipatie ook ter discussie. De Stadstuin moest namelijk weg. Er komt op die plek nieuwbouw, maar veel bewoners van Heerlen zouden De Stadstuin, zoals die nu is, het liefst behouden. Er is geen enkele plek in Heerlen-Centrum die vergelijkbaar is met De Stadstuin en daarmee lijken mensen deze plek erg waardevol te vinden. En ook al krijgt De Stadstuin uiteindelijk wel een nieuwe plek, wat gebeurt er als een meerderheid tegen de bouwplannen op Schinkel-Zuid is? Wordt er wel nagegaan of bewoners het hier mee eens
zijn? Wie moet er direct bepalen wat er met een dergelijk stuk grond gebeurt: beleidsmakers en vastgoedbedrijven, of bewoners en gebruikers van de stad? Dit zijn moeilijke vragen waar eenduidige antwoorden nog niet zijn gegeven. Wel zijn er aanwijzingen.
Gemeente Heerlen laat in haar Visienota Burgerbetrokkenheid weten: ‘We spreken af dat we bij de toepassing van burgerparticipatie kiezen voor de hoogst haalbare trede op de burgerparticipatieladder, deze hoogst haalbare trede zijnde meebeslissen’ (p. 10). De gemeente lijkt dus te zeggen: we willen dat burgers zo veel mogelijk inspraak hebben. Dat klinkt veelbelovend!
Bewoners uiten soms hun zorgen als ze dingen anders willen zien, maar daar wordt niet altijd iets mee gedaan. Zo luidt een kop in De Limburger: ‘Zorgen van omwonenden over de ontwikkeling van Schinkel-Zuid zijn volgens Heerlens college ongegrond’. Het lijkt er dus sterk op dat Gemeente Heerlen bepaalt wanneer burgerparticipatie van toepassing is, en bij de herontwikkeling van Schinkel-Zuid zien we dat dat problemen kan opleveren.
De plannen van Schinkel-Zuid zijn al eens veranderd op aandringen van burgers, oftewel Vereniging De Stadstuin. Waar eerst 198 woningen gebouwd zouden worden, heeft de Vereniging er voor gezorgd dat er 98 woningen worden gebouwd. Na blijven aandringen weten burgers dus zeker invloed te hebben. Ook in het participatiehuis, en bijvoorbeeld in boekhandel Van der Velden - Van Dam, konden mensen opmerkingen geven over nieuwe plannen voor de Promenade en Schinkel-Zuid. Maar misschien komt dit iets te laat in het proces: er stond al lang vast dat er op Schinkel-Zuid gebouwd ging worden, en ook voor de Promenade waren er al ontwerpen gemaakt voordat er om de mening van burgers werd gevraagd.
Een cruciale vraag die we nu kunnen stellen is: wanneer is burgerparticipatie van ‘toepassing’? En hóe is die burgerparticipatie precies van toepassing? Omdat mensen hun mening bij Gemeente Heerlen hebben achtergelaten, bijvoorbeeld in het participatiehuis, kunnen we zeggen dat deze inzet van de gemeente een positieve vooruitgang is voor burgers. Alleen wordt er niet concreet aangegeven wat er met verzamelde content wordt gedaan. Sterker nog, wethouder Centrumontwikkeling Peter van Zutphen zei in een toespraak bij de opening van het participatiehuis: “Ideeën van de burgers zijn welkom”. Deze houding ten opzichte van burgerparticipatie strookt dus niet met de zelfgemaakte afspraak van de gemeente: de afspraak dat bij de toepassing van burgerparticipatie de gemeente kiest voor de hoogst haalbare trede op de burgerparticipatieladder, namelijk meebeslissen.
Oplossingen
Welke mogelijke oplossingen zijn er nu voor deze problemen? Burger Khe Siang ziet de oplossing bij de gemeenteraad liggen. Hier worden namelijk belangrijke besluiten genomen die soms een hele tijd later pas van toepassing zijn. De vergaderingen van de gemeenteraad zijn toegankelijk voor iedereen. Iedereen kan ze bijwonen en zelfs een aantal minuten spreektijd aanvragen. Burgers kunnen zo goed op de hoogte blijven van ontwikkelingen en op tijd bezwaar indienen of hun zege geven. Echter zou dit onder de aandacht gebracht moeten worden en toegankelijker moeten zijn voor burgers als we willen dat burgers meer inspraak hebben. Want laten we eerlijk zijn, hoeveel mensen houden nou de agendapunten van de gemeenteraad in de gaten?
Een andere oplossing, die misschien maar een deel van het probleem oplost, zou een eigen invulling van de openbare ruimte kunnen zijn. De Stadstuin kreeg bijvoorbeeld honderd vierkante meter toegewezen om tussen de nieuwbouw een nieuwe Stadstuin te ontwikkelen. De Vereniging wilde dit natuurlijk graag maar eiste wel volledige macht over de invulling van de stadstuin. “Sommige ambtenaren durven niet los te laten”, zegt ambtenaar Joep van Wijck hierover. Niet iedereen wil Vereniging De Stadstuin dus de macht geven voor eigen invulling, terwijl dit de burgerbetrokkenheid aanzienlijk zou vergroten en dit de burgers op de hoogste treden van de ‘burgerparticipatieladder’ zou plaatsen. De Vereniging is het gelukt om deze macht te krijgen. Als burgers directe invloed kunnen uitoefenen op een groot deel van de openbare ruimte, zoals ze dat bij De Stadstuin konden, hebben ze directe invloed op hun leefomgeving en zou op het gebied van openbare ruimte de burgerbetrokkenheid dus aanzienlijk groot zijn.
Burgerbetrokkenheid is een ‘hot issue’ dat de overheid en bewoners uitdaagt om gezamenlijk tot oplossingen te komen. Vanuit de landelijke overheid is er de Omgevingswet doorgevoerd die ontwikkelaars dwingt allereerst bij burgers toestemming te vragen voordat ze hun plannen mogen realiseren. Dit lijkt al enige ruimte te bieden aan de burger om meer directe invloed uit te oefenen.
Hoe kunnen we er nu voor zorgen dat die betrokkenheid zich verder uitbouwt? Stuur jouw suggesties naar info@bruismagazine.nl en lees de ideeën in de volgende editie van (B)RUIS magazine.
* Ben jij ondernemer
leuk initiatief? Mail naar: zine.nl en wie weet sta editie van (B)RUIS magazine.
benieuwd
tips, feedback, opmerkingen
naar: info@bruismagazine.nl
Instagram: @bruismagazine een leuk idee voor Heerlen
nemersklimaat versterkt?
ondernemersfondsheerlen.nl
naar: info@bruismagasta jij in de volgende magazine. * Wij zijn erg reactie. Voor vragen, opmerkingen en info, mail info@bruismagazine.nl * Volg ons op @bruismagazine * Heb je zelf Heerlen dat het onderversterkt? Mail naar info@ ondernemersfondsheerlen.nl
Mogelijk gemaakt door:
Het Ondernemersfonds Heerlen & Team (B)RUIS
Met dank aan:
Jos van de Mortel
Sanne Gijsbers & Rian Moonen
Ilonka van Doorn
Renée Donners-Tummers
Paul God
Yasmin Luijten
Simone Schmitz & Roy Aldenhoven
Vincent Lansee
Geerd Simonis
Michelle Driessen
Stefan Vontobel, Mike Moonen & Lars den Hertog
Paul Leufkens
Marcel Franssen
(B)RUIS magazine
Uitgegeven in eigen beheer info@bruismagazine.nl Mogelijk gemaakt door Ondernemersfonds Heerlen
Concept & design: Zindzi Slegers
Fotografie: Jonathan Widdershoven
Redactie: Judith Bouwels, Jop Delheij en Leonie Kohl
Alle rechten voorbehouden.
Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand en/of openbaar gemaakt in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of op enige andere manier zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
ISSN: 2772-705X
© 2021, Zindzi Slegers
(B)RUIS is een magazine gemaakt door creatievelingen die belang hebben bij het bruisen van de stad Heerlen. De lokale ondernemer en initiatiefnemer die hart heeft voor de stad, biedt kleur en diversiteit en heeft een positieve invloed op de leefbaarheid van de stad. Zonder de Heerlense ondernemer is er geen bruis. In samenwerking met het Ondernemersfonds Heerlen vertellen wij het verhaal van de lokale ondernemer en initiatiefnemer om zo de Heerlenaar en de stad in beweging te brengen.
Mogelijk gemaakt door het Ondernemersfonds Heerlen