
5 minute read
Dier in de kijker
Geen wintertellingen van vleermuizen
Ertbrand vleermuisbedrijf © Dirk Hautekiet
Advertisement
Deze winter zullen er geen wintertellingen van vleermuizen doorgaan zoals we dat gewoon zijn, dus ook niet in het Fort van Ertbrand.
Dirk Hautekiet & Wout Willems
Het Agentschap voor Natuur en Bos (ANB) heeft daarover duidelijke richtlijnen gepubliceerd:
“We hebben vanuit Natuur en Bos en andere relevante partners ook aandacht voor de mogelijke negatieve impact van een overdracht van het COVID-19-virus van de mens op dieren die in het wild leven, waaronder ook vleermuizen. We willen immers voorkomen dat kwetsbare populaties, die belangrijk zijn voor onze biodiversiteit, getroffen worden. Ook willen we vermijden dat nieuwe virussen ontstaan, die dan mogelijk weer naar de mens overgedragen kunnen worden. De coronapandemie maakt duidelijk wat wetenschappers al lang weten: de mens heeft er alle belang bij om de biodiversiteit en ecosystemen te beschermen. Een ecosysteem in evenwicht is de beste garantie tegen toekomstige uitbraken van nieuwe pandemieën die onze volksgezondheid bedreigen.”
We verwachten dat 2021 een overgangsjaar wordt: de start van de vaccinatiecampagne, het beschikbaar worden van snelle zelftests, de resultaten van het lopende wetenschappelijk onderzoek (zijn onze vleermuizen vatbaar voor het nieuwe virus?), enzovoort. Het zal voor de meesten onder ons wennen zijn, zo’n winter zonder vleermuistellingen. Maar we maken van de nood een deugd: deze winter kun je je voorbereiden op het zomerseizoen en alvast je bat-detector-skills verder aanscherpen. Alle details vind je in het laatste nummer van Chiropcontact, het tijdschrift van de Natuurpunt Vleermuizenwerkgroep.
Voor het Fort van Ertbrand betekent dit ook dat we een jaar langer zullen moeten wachten op de resultaten van de diverse inrichtingen die we gedaan hebben voor de vleermuizen: extra buffering van lokalen door de vensters dicht te maken op historisch verantwoorde wijze, extra schuilplaatsen voorzien voor vleermuizen, winddicht maken van de gangen naar de geschutskoepels en caponnières.
Ook voor het Fort van Brasschaat geldt dat we deze winter geen vleermuizen kunnen gaan tellen.
De aantallen van afgelopen jaren zagen er nochtans veelbelovend uit.
In december 1999 werd door het leger toestemming verleend aan Natuurpunt voor het inrichten en beheren van het fort als winterverblijf voor vleermuizen. De daaropvolgende jaren werden verscheidene werken uitgevoerd: verwijderen van afval, ruimen en uitdiepen van de voorkant van de fortgracht, tochtvrij maken van een aantal lokalen, restauratie van afwateringsgangen (door vleermuizen veelvuldig gebruikt) en ophangen van holle bakstenen.
De dieren werden jaarlijks gemonitord door twee tellingen: één eind december en één begin februari. De jaren na de inrichting steeg het aantal getelde dieren: van 566 in december 2000 naar 988 in februari 2020.
De hoge aantallen maken het fort van Brasschaat tot het derde grootste winterverblijf voor vleermuizen van Vlaanderen. Het fort is het meest van belang voor de watervleermuis en de franjestaart, typische grotsoorten, waar ze erg hoge aantallen van herbergt. Er overwinteren ook vrijwel jaarlijks meervleermuizen en soms ingekorven vleermuizen.
De voorkeurslocatie voor overwintering verschilt van soort tot soort. Naar beheer en eventuele inrichting van de fortgebouwen toe is het daarom van belang te kijken naar de verspreiding op soortniveau. Voor koudetolerante soorten, zoals de baardvleermuis, de grootoorvleermuis en de gewone dwergvleermuis, is het behoud van iets koudere lokalen met een wat meer variabele temperatuur aangewezen.
De gewone dwergvleermuis is bovendien gebonden aan erg droge locaties, waar zij vrijwel steeds in groep in erg nauwe spleten (vaak boven deur- en raamkozijnen) wegkruipt.
Soorten als de watervleermuis en de franjestaart zijn daarentegen warmteminnend. Franjestaarten kiezen voor een nog iets meer temperatuursstabiele omgeving dan watervleermuizen. Uiteraard is de ruimtelijke opsplitsing tussen de verschillende soorten niet absoluut: er is behoorlijk wat overlapping, en ook in één ruimte is er erg veel variatie tussen de verschillende hang- en wegkruiplocaties. Een vleermuis in een nis gaat immers in een veel stabielere klimatologische omgeving zitten dan een vleermuis vlak tegen de muur of hangend aan het plafond. Bijzondere locaties zijn deze waar ingekorven vleermuizen hangen. Deze soort vereist een zeer warme, stabiele omgeving met een absoluut minimum aan verstoring. Dit komt in de praktijk neer op sterk temperatuursgebufferde ruimten die diep in het fort gelegen zijn, en waar er een zeer beperkte luchtcirculatie is.
Zo’n microklimaat wordt in de regel niet in kleinere objecten als bunkers verkregen, en dergelijke lokalen zijn doorgaans ook schaars in forten – zeker wanneer het een redelijk beschadigd gebouw betreft als het fort van Brasschaat, waar ook nog eens een groot deel van de bufferende aanaarding van de lokalen en watergangen werd verwijderd.






Dirk Swaenen
Tweekleurige vleermuis © Dirk Swaenen Op waarnemingen.be verscheen een tijd geleden een foto van een dode vleermuis in Sint-Lenaarts die iemand in de tuin gevonden had. Een zeldzame vondst, dus vroeg de administrator extra foto’s, die zijn vermoeden bevestigden: het ging om een tweekleurige vleermuis (Vespertilio murinus). De tweekleurige vleermuis is een middelgrote soort die vooral leeft in rotsachtige gebieden van Noord- en OostEuropa. Deze vleermuizen hebben een lichte buik en een donkere rug met zilvergrijze punten. Ze leven het jaar rond in rotsspleten en boomholtes, waardoor er vrij weinig over deze soort is geweten. Door haar voorliefde voor rotswanden heeft ze zich aangepast en gebruikt ze ook hoge gebouwen als alternatieve verblijfplaats. Om hun overwinteringsgebied te bereiken kunnen de dieren in het najaar grote afstanden (tot 1500 km) afl eggen waarbij ze waarschijnlijk de kust of grote rivieren volgen om zich te oriënteren. De Vlaamse kust zorgt met zijn hoogbouw dan ook voor de meeste waarnemingen van deze soort en dit vooral in het najaar tijdens de migratie. Andere schaarse waarnemingen vinden we terug langs de Schelde en de Maas. Een mogelijke verklaring voor de vondst in SintLenaarts is dan ook de nabijheid van het Kempens kanaal als verbindingsweg voor deze vleermuizensoort.

Meer weten? Surf naar https://waarnemingen.be/observation/184984575/


