
4 minute read
Rietlandbeheer
in de Opstalvallei in Berendrecht
In 2008 werd op initiatief van het Antwerps Havenbedrijf een deel van de Opstalvallei in de Polder van Berendrecht ingericht als natuurgebied. Dit was compensatie voor de na e natuur die verloren ging bij de exploitatie van het Amorasproject voor de verwerking en de opslag van havenslib.
Advertisement
Willy Ibens
Een zone tussen de Antwerpsebaan, het overslagbedrijf Stocatra (nu ABT) en het Kanaaldok met een oppervlakte van 42 hectare kreeg een natuurbestemming. Voordien was dit deel van de Antwerpse haven bestemd voor de bouw van een wachtdok voor binnenschepen.
Het gebied was een mix van opgespoten delen en akkers op polderniveau. Dat laaggelegen akkers en grasland op een kleibodem kunnen uitgroeien tot waardevolle en structuurrijke natuur is bekend. De Oude Landen en het Ekers Moeras in het Antwerpse district Ekeren zijn prachtige voorbeelden van zo’n spontane natuurontwikkeling waar de natuur tientallen jaren zijn gang heeft kunnen gaan. Met als resultaat een soortenrijke mix van rietvelden, moerasvegetaties en orchideerijke graslanden. In de Opstalvallei moet het allemaal iets sneller gaan om verloren natuur te compenseren. Daarom werd een deel van de poldergrond afgegraven voor het creëren van een ondiepe waterplas, van rietzomen en natte hooilanden.
Met het hoge winterpeil en een aangepast lager zomerpeil zou spontaan een moerasvegetatie ontstaan met riet, russen, zeggen en allerhande planten die graag met de voeten in het water staan zoals watermunt, heelblaadjes en wolfspoot. Daarvoor zou de Zoute Beek, die door dit natuurgebied loopt, best wat worden opgestuwd. Maar zover is het nooit gekomen. Om de reeds bestaande wateroverlast in het aangrenzende woongebied niet nog erger te maken, werd beslist om de waterafvoer naar de Schelde te versnellen. Met als resultaat drogere kelders maar ook een snel uitdrogend natuurgebied met de ontwikkeling van bos en ruigte in plaats van riet en nat grasland.
Op zich zeker waardevol, maar niet het leefgebied van roerdompen, rietzangers, blauwborsten en andere watervogels waarvoor dit natuurgebied werd ingericht. Vooral in de droge lentemaanden komen de oevers van de waterplassen snel vrij. Net op het moment dat de wilgen massaal hun zaadpluizen verspreiden via de wind. Het resultaat is een massale opslag van jonge wilgen die groeien ‘als haar op een varken’ en die het jonge riet nauwelijks kansen geven.
De voorbije 10 jaar hebben onze vrijwilligers met man en macht jonge wilgen uitgetrokken om het riet meer kansen te geven. Op de westelijke plas is de strijd zo goed als gewonnen. Op de oostelijke plas – de Teuteplas – is het dweilen met de kraan open. Ondanks de zeer gewaardeerde hulp van de arbeiders van ons maatwerkbedrijf Natuur- en Landschapszorg, van de teambuildingsactiviteiten van BASF, ING en BNP Paribas Fortis en van honderden scholieren van Sint-Ludgardis Antwerpen. De wilgen en de elzen in de rietzomen werden alsmaar groter. Manueel uittrekken en uitkappen werd alsmaar moeilijker. Meer drastische ingrepen werden hoogstnoodzakelijk.
Dankzij een samenwerking met WWF Vlaanderen konden we een beroep doen op de vzw Natuurbehoud Pater David. Die beheert de nalatenschap van Jacques Schoufour (19272014), een Rotterdamse havenbaron die in Kapellen woonde. We kregen financiële steun om machinaal een deel van de boomopslag langsheen de Teuteplas te verwijderen. Die werken werden eind 2020 uitgevoerd door het aannemingsbedrijf Kennis uit Hoogstraten. En dat ging net iets feller en sneller dan met een bijl, treehopper of ijzeren paard.
Om nieuwe wilgenopslag te bestrijden nemen we ook twee bijkomende beheermaatregelen. Enerzijds breiden wij ons hooilandbeheer uit, waarbij jaarlijks 4 extra hectare grazige vegetatie worden gemaaid. We plaatsen ook een nieuw veeraster, zodat eventueel nabegrazing mogelijk is om verbossing tegen te gaan.
Anderzijds doen we een poging om tijdens de lente het water in de Teuteplas langer op het winterpeil te behouden. Omdat opstuwen van de Zoutebeek niet mogelijk is werd gekozen voor het plaatsen van een zonnepomp. Dat is een waterpomp die werkt op
zonne-energie. Het water zal worden aangevoerd vanuit de nabijgelegen afvoergracht van het waterzuiveringsstation en moet de verdamping en de gravitaire afloop vanuit de waterplas naar de lager gelegen Zoute Beek compenseren. Als de plasoevers langer onder water staan kunnen de wilgenzaden niet ontkiemen en kunnen de uitlopers van het riet geleidelijk de bodem bedekken. Een rietveld vernielen, een kreek dempen of natte graslanden ophogen is een zaak van droogleggen en snel zand erover. Nieuwe robuuste rietvelden creëren om Europese natuurdoelen te realiseren vraagt jaren hard werk op het terrein en immens veel papierwerk. Omdat een zonnepomp een vaste constructie is moet volgens de Dienst Integraal Waterbeleid van de Provincie Antwerpen een omgevingsvergunning worden aangevraagd. Op zich is dit geen groot probleem, maar we kunnen wel verwachten dat daarrond een jarenlange procedureslag zal worden gevoerd. Net zoals die nu bezig is rond de hoogst noodzakelijke poelen voor rugstreeppadden in de Bospolder. Daar moeten we optornen tegen het juridisch verzet van Vleemo NV (ja, ja de Antwerpse windmolenbouwers) en de Groep Van Wellen. Maar daarover in ons volgende nummer van Natuur.Ruimte beslist meer. Om duurzaam te ondernemen, hebben sommige bedrijven nog een hele lange weg af te leggen.
Maar de resultaten van onze inzet in de Opstalvallei worden stilaan zichtbaar. Jaarlijks neemt de rietvegetatie er toe en uit de vogelmonitoring blijkt een snelle aangroei van rietgebonden broedvogels zoals kleine karekiet, bosrietzanger en cetti’s zanger. En dat is meer dan hoopvol.
En wees gerust: er blijft nog voldoende werk over voor de Groene Tornado’s om hier in 2021 en volgende jaren de handen uit de mouwen te steken en in het slijk te ploeteren.

Machinaal verwijderen boomopslag © Willy Ibens

Installatie zonnepomp © Willy Ibens Manueel verwijderen boomopslag © Willy Ibens


Afvoer boomopslag © Willy Ibens