
7 minute read
De o er
Zoogdieren in de buurt De otter
Het gaat goed met de zoogdieren in Vlaanderen. Tenminste, dat zou je denken wanneer je het nieuws een beetje volgt. Vossen en reeën bevolken onze bossen zoals weleer, vleermuizen veroveren fort na fort, de boommarter domineert weer de boomtoppen, de bever koloniseert onze riviervalleien, en zelfs de wolf is aan een – weliswaar wat moeizame - opmars bezig. Wat gaat de toekomst nog brengen? Natuurliefhebbers bekijken het met hoopvolle ogen. Maar is het inderdaad allemaal rozengeur en maneschijn met onze zoogdieren? Zijn nu alle problemen met de versnippering en het verkavelen van hun leefgebieden, met de gifstoffen in het milieu en met ietwat fanatieke jagers opgelost?
Advertisement
Door Johan Neegers & Michiel Cornelis
Otters - Foto Frederik Van de Perre
De hoerastemming in de pers mag niet verhullen dat veel zoogdieren toch met problemen te kampen hebben.
Het gaat bijvoorbeeld helemaal niet zo goed met de egel – in 10 jaar tijd is het aantal waarnemingen van egels gehalveerd. De gestage uitbreiding van het areaal van het everzwijn wordt door landbouwers met argusogen opgevolgd, en de roep tot verdelging neemt toe. En specifi ek in onze regio is er sprake van een ‘invasie’ van Chinese muntjaks , ten nadele van de inheemse ree.
In een serie artikelen over zoogdieren in de buurt, trachten we een overzicht te geven van zowel het goede, als het minder goede nieuws rond een aantal, voor onze regio, belangrijke zoogdiersoorten. En we starten met een verhaal over een wel heel speciale soort: de Europese ott er (Lutra lutra), kortweg de otter.
De ott er, viseter op de grens tussen land en water
De otter is in onze streken, naast de das, het grootste lid van de marterfamilie en, net als de meeste van zijn familiegenoten, een schuw dier dat voornamelijk ’s nachts actief is. Hij staat bekend als een uitstekende zwemmer en duiker, en kan daarbij wel tot vier minuten onder water blijven.
Otters worden – inclusief staart – tot anderhalve meter lang, met een gewicht tot 12 kg voor mannetjes en tot 7 kg voor vrouwtjes.
Hij is bekend als viseter, en eet zo’n kilogram vis per dag, maar dat zijn dan voornamelijk kleinere vissoorten als riet- en blankvoorn, baars en paling. Daarnaast lust hij ook wel amfi bieën, zoetwaterkreeft en en -mossels, watervogels en hun eieren, en, als hij ze te pakken krijgt, ook wel bruine rat en woelrat.
De otter leeft letterlijk op de overgang van land en water. Een territorium kan behoorlijk uitgestrekt zijn, en bestaat uit een mozaïek van gunstige en ook wat minder gunstige zones met en zonder water. Zijn waterbiotoop bestaat uit rivieren, kanalen, vijvers en meren waar voldoende voedsel, een goede waterkwaliteit en voldoende dekking aanwezig zijn. De landbiotoop bestaat voornamelijk uit rustgebieden, met schuilplaatsen waar de vrouwtjes hun jongen kunnen grootbrengen. Meestal zijn dat bosgebieden in de nabijheid van voldoende diep water, als directe vluchtmogelijkheid.
De ott er in Vlaanderen
De kwaliteitseisen die een otter aan zijn omgeving stelt, zijn niet min. Door de toenemende waterverontreiniging en het



rechttrekken van onze rivieroevers ging het eind voorgaande eeuw zo slecht met het dier, dat hij door velen als uitgestorven in Vlaanderen werd beschouwd. De eeuwenlange bejaging zal daar ook wel niet vreemd aan zijn – hij werd immers als een belangrijke concurrent voor vissers gezien.
Groot was dan ook de verrassing toen er in 2012 camerabeelden van de otter opdoken in Willebroek, en even later ook in Bocholt. Hetzelfde jaar viel ook het eerste gekende verkeersslachtoff er in Ranst, en een tweede in 2017 in Kalmthout. Sinds eind 2014, en tot op vandaag, wordt de otter ook in Kruibeke regelmatig gefi lmd. En eind vorig jaar werd de soort ook in de regio Sint-Niklaas – Lokeren terug gespot.
Genetisch onderzoek, uitgevoerd door het Instituut voor Natuuren Bosonderzoek (INBO), toont aan dat het dier van Ranst met grote waarschijnlijkheid uit Nederland komt, terwijl die uit Kalmthout wellicht uit Duitsland





De ott er - Foto Hugo Willocx
afkomstig is. Onze Vlaamse dieren lijken dus minstens ten dele uit immigranten te bestaan, maar het is ook mogelijk dat er nog steeds dieren van de oorspronkelijke, lokale populatie overleven. In elk geval zijn er de afgelopen jaren steeds meer waarnemingen van de otter in Vlaanderen en weten we vrij zeker dat hij zich hier ook voortplant. Het is wel duidelijk - de otter is terug! De otter in onze regio
Hoe zit het nu met de otter in onze eigen regio, het noorden van Antwerpen? Sinds enige tijd zijn er geruchten van waarnemingen in Brasschaat. Wat is daarvan waar?
De vondst van de verkeersdode in Kalmthout, niet ver van de Antitankgracht en het Fort van Ertbrand, was één van de aanleidingen om op zoek te gaan naar meer sporen langsheen de gracht. En die hebben we gevonden: pootafdrukken, wissels en glijbanen, uitwerpselen - de zogenaamde spraints - en ook ottergeil, een geleiachtige substantie die zowel mannetjes als vrouwtjes gebruiken om hun territorium te markeren.
Sinds begin 2018 speuren Natuurpunt en Agentschap voor Natuur en Bos (ANB) intensief naar mogelijke sporen van otters, met het oog op een DNAonderzoek op uitwerpselen door het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek (INBO). Door analyse van dit DNA wordt zowel de soort als de afkomst onmiskenbaar. Met deze methode kon het INBO vaststellen dat uitwerpselen, gevonden langs de oever van de Antitankgracht in Brasschaat van december 2018, met zekerheid van otter afkomstig waren.
Ook in 2019 en 2020 zijn er sterke aanwijzingen voor aanwezigheid van otter in onze regio, maar deze DNA-stalen worden momenteel nog onderzocht.
Toekomst, bedreigingen en bescherming
Dus de otter is terug, blijkbaar zelfs tot in onze eigen achtertuin. Heeft hij hier ook een toekomst? Kan zich in onze regio een leefbare populatie vestigen? Is er voldoende leefgebied beschikbaar, is die van voldoende kwaliteit, en wat zijn de meest urgente bedreigingen?
Het INBO, ter globale oriëntering, stelt dat een leefbare populatiekern een tiental dieren groot moet zijn, en daarvoor een oppervlakte van minimaal 100 km 2 geschikt leefgebied moet beschikbaar zijn. Dat hoeft geen aaneengesloten blok te zijn, maar wel gebieden die onderling met elkaar in verbinding staan. Daarbovenop heeft elke otter in zijn territorium enkele tientallen kilometers oever nodig langs zuivere, visrijke waters, waar hij ook voldoende grote rustgebieden kan vinden.
Antitankgracht in Brasschaat - Foto Geert Steel

Spraint met visgraten en wissel - Foto Johan Neegers

In onze regio is, buiten de Schelde, de Antitankgracht zowat de enige waterweg die - althans gedeeltelijk - aan deze eisen kan voldoen én tegelijk potentiële natuurgebieden met elkaar kan verbinden. De gracht is meer dan 30 km lang, bevat water van vrij goede kwaliteit en is op de meeste plaatsen visrijk.
Daarnaast kruist de gracht tal van visrijke laaglandbeken als de Laarse Beek en het Schijn, biedt ze een natuurverbinding tussen de Beneden-Schelde en de valleien van de Kleine en de Grote Nete, en via de Schietvelden en de Kalmthoutse Heide ook met het Maasbekken in Nederland. En vooral van belang zijn de talrijke rustgebieden langs zijn oevers – zoals de Opstalvallei, het Ertbrandbos, De Inslag en het Vrieselhof.
Wat de hoeveelheid vis betreft blijkt uit cijfers van het INBO uit 2014 dat de Antitankgracht ter hoogte van Brasschaat voldoende vis herbergt om een otter te voeden – zijnde minimaal 90kg vis/ha. De kwaliteit van onze oppervlaktewaters is al stukken verbeterd, maar de historische vervuiling in de rivierbodem is er nog steeds, en daarmee ook in de vis die er leeft. Voor de Antitankgracht in onze regio zijn het vooral de giftige Pcb’s die een probleem zouden kunnen vormen. Er wordt wel verwacht dat de recente slibruimingen in de gracht deze waarden sterk zullen doen dalen.
De verkeersdoden illustreren echter de grootste bedreiging voor de otter in onze regio, de versnippering van zijn habitat door, onder andere, drukke verkeerswegen. Een beheer gericht op ontsnipperingsmaatregelen om deze verbindingen te herstellen, is dus belangrijk als we deze soort willen behouden.
De toekomst - ‘Plan Otter’?
Vlaanderen werkt in 2020 aan een nieuw soortbeschermingsplan specifiek voor de otter - een ‘Plan Otter’. Via dit soortbeschermingsprogramma worden voor de komende vijf jaar beheerafspraken gemaakt en maatregelen voorzien die het herstel van de otterpopulatie in Vlaanderen moeten mogelijk maken. In zo’n plan worden in de regel enkele actiegebieden opgenomen waarop men tijdens die vijf jaar prioritair wil inzetten. Voor de toekomst van de otter biedt dit plan ongetwijfeld een enorme toegevoegde waarde, en dus gaan we er alles aan doen om onze regio in dat plan te laten opnemen. We zien immers dat de Antitankgracht, met zijn aanliggende natuurgebieden, beekvalleien en als belangrijke verbinding tussen de Schelde, het Maasbekken, de Schijnvallei en de Grote en Kleine Nete, voldoende troeven heeft om otters een toekomst te bieden.
Het verhaal van de otter in onze regio wordt dus zeker nog vervolgd!