Brabants nr. 39

Page 1

Brabants Jaargang 10, nummer 3, december 2023

Kwartaalblad over Brabanders en hun taal

Janneke de Bijl ‘dwarsgeestig’ Cees Robben gerestaureerd De Bossche Revues Het ‘nieuwe’ dialect


Brabants nummer 39 Inhoud

Schrijfwedstrijd Brabants Dialecten Festival | Marianne Swinkels 13

Van de redactie 3

Pro & Contra 50 | Cor Swanenberg 14

Janneke de Bijl, ‘dwarsgeestig’ origineel | Cor Swanenberg 4

Postuum verschenen boek van Harrie van den Elsen | Van de redactie 15 Een muzikale traditie van 750 jaar en een Oeteldonklied | Lotte van Poppel 23

De Bossche Revues van Niek de Rooij | Cees Slegers 8

’t Kapelleke van de heilige Nicasius van Heeze | Henk Janssen 11

Kunstmatige intelligentie en Brabantse dialecten | Riny Boeijen 12

Marja van Trier en 30 jaar Treveris | Jan Luysterburg 22

Brabants lof. Ode aan ons eigen dialect (4) | Cor Swanenberg 24

De avonturen van Rommelkruid en Nagelgruis Ton van den Bergh 16

De winnende Brabantse kerstgedichten 2022:

Prettige feestdagen’ | Junt 17

1. Ik dans | Elseline Withagen en Mia Wijten-Withagen 24

Cees Robben gerestaureerd | Ed Schilders 18

2. De Kerstbal | Johan van Diesen 24 3. Dan veinde alle klurre trug | Ans van Kessel 25

Nieuwjaarswensch (fragment) | Bernard van Dam 26 ’t Brabants dialect | Noud Bongers 26 Brabant mijne stek | Armand 27 Brabants nummer 39 - december 2023


VAN DE REDACTIE

Er zit muziek in Brabant(s) In deze negenendertigste aflevering van Brabants voert muziek de boventoon. En terecht! Dit jaar bestaat Treveris dertig jaar. Dit unieke muziekgezelschap onder leiding van Marja van Trier verdient dan ook dubbel en dwars dat we er de nodige aandacht aan besteden. Laot ze’t mar heure… | Lechim 27 Dialect is nie van steen | Lambert van Hintum 28

Pro et Contra uit Asten bestaat maar liefst vijftig jaar en heeft bij deze gelegenheid een spiksplinternieuwe cd uitgebracht. Tevens kregen we vanuit Den Bosch het vreugdevolle bericht dat het 750-jarig jubileum van Schola Cantorum in aantocht is.

De taol van ons leve | Peter Haans 28

Janneke de Bijl verrast ons met een Brabants liedje.

Krèmmig | Hás van de Zande 29

Cees Slegers zorgde voor een hoogst interessant artikel over de Bossche revues, waarin altijd muziek zat, en in de vervolgrubriek Brabants lof zitten weer veel liedteksten. Ook ontvingen we een verrassend persbericht van Joop van den Bremen. Op zijn onvolprezen site Streektaalzang staat inmiddels de tienduizendste artiest. Na Limburg en Friesland staat NoordBrabant derde in de rangschikking wat het aantal artiesten betreft. Het zijn er namelijk meer dan duizend.

Het ‘nieuwe’ dialect als spiegel van de samenleving | Kristel Doreleijers 30 Verkleiningsachtervoegsel -el | Wim van Gompel 32 Tienduizend streektaalartiesten in Nederland | Joop van den Bremen 33 De moedertaol | Giel van Gastel 33 Woensdrechtse woordjes. ’n Bietje ziekskes | Johan Boenie 34 Wè zin ie nou? | Riny Boeijen 34 Luisterbox 35 Bossche kèrstbolstal 35 Colofon 35 Prent van Robben 36

Trots zijn wij op onze mederedacteur Ed Schilders. Hij kreeg in 2009 van een alerte Tilburger een groot aantal clichés van prenten van Cees Robben, ‘opgevist’ uit een container van de failliete Drukkerij Bergmans, waar het Rooms Leven werd gedrukt en ook een aantal Prentebuukskes van Cees. Op die manier waren de hoogdrukclichés van de ondergang gered, hoewel zwaar gehavend. Wat onze redacteur ermee heeft gedaan, mag u bewonderen op de middenpagina’s van deze Brabants. Erg blij zijn we eveneens met het mooie artikel van Kristel Doreleijers, waarin ze het ‘nieuwe’ dialect ziet als spiegel van de samenleving en tevens aantoont dat de Brabantse dialecten nog lang niet teloorgegaan zijn. Dat bewijzen ook de winnende Brabantse kerstgedichten. En zo vindt u, althans naar onze mening, nog heel wat andere pareltjes in deze aflevering van het kwartaalblad, waaraan zo veel vrijwilligers met hart en ziel meewerken. Dat willen ze overigens nog lang blijven doen, als u ons wilt helpen om het aantal abonnees met enkele tientallen te verhogen. Op dit moment zijn de kosten namelijk hoger dan de baten en dat is uiteraard op den duur niet vol te houden. Natuurlijk eindigen we ermee dat we u en de uwen prettige feestdagen, een zalig kerstfeest, een gezellige jaarwisseling en een voorspoedig 2024 toewensen.

Brabants nummer 39 - december 2023


COR SWANENBERG

Janneke de Bijl, dwarsgeestig Op 14 september 2023 had ik een afspraak voor een interview met Janneke de Bijl in haar huis in Maarn. Zij timmert op meerdere fronten aan de weg en het is daarom hoog tijd dat wij aandacht aan haar besteden. Op internet lazen we dat ze in 1982 in Den Bosch werd geboren, maar ze is Rosmalense van huis uit; daar is ze getogen. Ze ging naar basisschool De Hoeve en daarna naar het plaatselijke Rodenborch College voordat ze de provincie Brabant verliet. Wie waren je ouders en hoe was de samenstelling van het gezin waarin je opgroeide? ‘Johan de Bijl uit Rosmalen en Anneke Wiggenraad uit Den Haag. En ik heb een oudere broer Jos.’ De studiekeuze is filosofie geworden. Waarom? Later word je cabaretière! ‘Ik wilde naar de toneelschool toen ik achttien was, maar nadat ik auditie had gedaan, werd ik afgewezen. Ik ben een tussenjaar gaan doen aan de Vrije Hogeschool in Driebergen. Daar kreeg ik het vak filosofie voor het eerst en ontdekte ik dat ik dat heel interessant vond. Ik wilde nog wel iets met theater, maar durfde geen auditie meer te doen en toen dacht ik: ik ga eerst filosofie studeren. Ik heb altijd wel in mijn hoofd gehouden dat ik nog iets met theater wilde doen. Ik kon goed leren en iedereen dacht dat ik wiskunde of Nederlands zou gaan doen, maar ik wilde juist weten of ik ook iets anders kon. Het creatieve sprak me aan. Achteraf weet ik dat de toneelschool niet bij me had gepast, want ik vind zelf schrijven heel leuk. Wij zijn in onze familie allemaal wel een beetje dwars. Wij houden niet van autoriteit en willen graag zelf bepalen wat we doen. Mijn vader zei in situaties die hem niet bevielen: ‘Commandeer d’n hond en blaf zelf.’ Tijdens het schrijven van mijn afstudeerscriptie over humor (die Why this title is (not) funny? – A speech act analysis of absurd jokes heet) ben ik een deeltijd-theateropleiding gaan doen. Daarnaast werkte ik op de Universiteit van Amsterdam. Ik gaf er werkcolleges wetenschapsfilosofie en academische vaardigheden. Ik maakte in mijn vrije tijd cabaret-halfuurtjes en ontdekte dat ik bij het Amsterdamse platform Comedytrain moest zijn om verder te komen. Stand-upcomedy is eigenlijk gewoon op een podium gaan staan en mensen aan het lachen maken. (Theo Maassen behoorde tot de eerste lichting.) Ik heb me aangemeld voor het open podium. Omdat het goed beviel werd ik gevraagd om auditie te doen en lid te worden. En als je lid bent, mag je de echte shows doen op donderdag, vrijdag en zaterdag. Toen ik in 2011 meedeed aan het Rotterdamse cabaret-

4

Brabants nummer 39 - december 2023

festival Cameretten, haalde ik de halve finale. Er was lof voor mijn originele onderwerpen en in 2017 won ik de Cameretten-juryprijs en de publieksprijs. Volgens De Volkskrant was ik een van de comedytalenten van 2019.’ Wat heb jij in je opleiding meegekregen van Cornelis Verhoeven, de Brabantse schrijver-filosoof van de vorige eeuw? (Hij was leraar klassieke talen in Den Bosch, werd in 1982 professor in de filosofie van de klassieke oudheid aan de Universiteit in Amsterdam en kreeg in 1978 de P.C. Hooftprijs voor zijn oeuvre.) ‘Tijdens mijn studie heb ik helaas nooit iets gehoord over deze Brabantse filosoof. Ik zal hem eens opzoeken!’ Je hebt ook radiowerk gedaan en hebt een podcast… ‘Ja, radio ligt me beter dan televisie. Radio is meer op inhoud en minder op uiterlijk gericht. Ik doe regelmatig als invaller druktemaker een column op Radio 1. In de podcast Sketches en Gelul, die ik met Jasper Dijkema maak, doen we in onze absurde dialogen soms ook Brabanders en Belgen na.’

In 2018 schreef Janneke de Bijl een serie miniatuurtjes op de achterpagina van de opiniekrant Argus. In 2019 debuteerde ze als schrijfster met het boek Pogingen tot zomer. In 2023 verscheen Als/ Dan. Een logische roman.

Ik heb je debuutroman Als/Dan met plezier gelezen. Is je boek autobiografisch? ‘Mijn eerst gepubliceerde boek Pogingen tot zomer bevat allemaal korte stukjes, maar eigenlijk is mijn roman toch mijn debuut. Daaraan ben ik al begonnen te schrijven in 2015. En ja, het is autobiografisch; aan de verhaallijn over mijn vader heb ik niets verzonnen. Ik heb wel dingen gecombineerd en fictieve elementen toegevoegd. De hoofdpersoon is verder doorgeslagen dan ik. In het echt functioneer ik veel beter…’ Je proeft in je boek de cabaretière. Er zit naast logica veel geestigheid in dit werk. Spinoza’s theorie en argumentatieleer maak jij bijna volledig toepasbaar op je dagelijks leven. Ben je steeds bewust op zoek naar zulke komische toepassingen? ‘In de observaties wel, denk ik. Mijn vriend is ondertussen hondentrainer en daar hebben we dus ook een boek van. Dat heb ik herlezen en verweven in de hondencursus van boekpersonage Pam. Ik wilde een hoofdpersoon die doorslaat in de opvatting dat ze alles kan oplossen in


origineel

het leven door goed na te denken. Die ‘logische oplossingen’ heb ik uitvergroot.’ Hoe komt een meisje uit een Brabants dorp als Rosmalen ertoe in Groningen te gaan studeren? ‘Ik wou weg uit Brabant, weg van mijn klasgenoten, en wilde op kamers. In Groningen kreeg ik met urgentie een kamer! Die afstand was niet dagelijks te bereizen en ik kreeg meteen een kamer toegewezen. Ik wilde af van het imago van ‘dat meisje met die negens’. De dood van je vader (die met de motor verongelukt is in Frankrijk) speelt een belangrijke rol door heel het boek. Je verlatingsangst en paniekaanvallen staan daarmee in verband. Het is nogal raak zoals je psychologe Jantine wegzet. Is dat ook op de realiteit gebaseerd? ‘Nou nee, ik heb daarin mijn ontmoetingen met psychologen een beetje gecombineerd, denk ik. Psychologen voelen succes wanneer hun cliënt gaat huilen.’ Je hebt je partner Sjoerd leren kennen op de introductiedagen en hij vergezelt je door heel je boek. Je weet hem te paaien met seks, maar je voelt als lezer aan dat deze verliefdheid geen stand houdt. Ook al hebben relatie en boek geen happy end, toch biedt het zeker veel onderhoudende stof. ‘Dat klinkt goed. Overigens heb ik mijn vriend nu al twintig jaar.’

Ook Max, de hond van je moeder, draagt belangrijk bij aan je verhaal. Bijzonder geestig vind ik het dat je de klik-koekje-beloning uit het boek van de hondencursus toepast op je vriend Sjoerd. Heb je dat ook uitgeprobeerd? ‘Nee, in werkelijkheid heb ik dat nooit gedaan, maar het schijnt wel zo te werken bij alle dieren en mensen. Dat belonen voor iets goeds doen we natuurlijk ook allemaal. Als ik het een week volhoudt om gezond te eten, mag ik een boek kopen of iets dergelijks. Mijn moeder had overigens geen hond, maar wij hebben zelf wel een ‘Max-hond’ gehad en die was precies zo. Die liep altijd achter me aan en schaamde zich daar niet voor. Die mocht dat van zichzelf. De hond in het boek heeft zijn ‘baasje’ nodig, maar moet zelfstandiger worden. Maar door de training wordt hij steeds afhankelijker van haar omdat zijzelf onmisbaar wil zijn voor iemand. Ik ben zelf ook niet graag alleen, maar ik censureer mijn gevoel van afhankelijkheid weg. Mijn boek gaat over afhankelijkheid en elkaar nodig hebben en nodig willen zijn.’ Rosmalens dialect Ik kwam één dialectzinnetje tegen! ‘Want toen mijn oma boven in haar bed op sterven lag met heel veel pijn, had ze in het Brabants tegen pastoor Peters gezegd dat het leven voor haar genoeg was geweest: “Ik kan mar nie wegkomme.” Een paar minuten later zei de pastoor beneden in de keuken tegen mijn vader: “Ik hoop dat ze het nog een paar dagen volhoudt, want vrijdag heb ik al een begrafenis.”’ Wat een tact!

Brabants nummer 39 - december 2023

5


1951 in 1959 besluit De Rooij ermee te stoppen. Toch laat hij zich nog één keer overhalen en schrijft in 1965 Dat doet de deur dicht. De Rooij hoopt een jonger publiek te bereiken. ‘Daarom heb ik de tienerjeugd, de jongelui van de Artistieke Schuit en de nozems erbij betrokken.’ Maar het succes blijft uit. Jan Ebben, die jarenlang de rol van pliesie in de revue heeft gespeeld, zegt het zo: ‘Vroeger, toen zat zo’n revue vol met gierscènes, dan viel je om van het lachen. Dat is er tegenwoordig uit. De revue is nu hypermodern. Kijk, vroeger had je meer wat je noemt ’t volk in de zaal. ’t Publiek zal nu wel hard zijn, want reken maar dat het verwend is door die televisie. Voor mijn gevoel is deze revue daarom op een geheel andere leest geschoeid. Dolkomische scènes in achterbuurten en travestiegeintjes zijn er niet meer bij. Daarom kan ik deze revue niet vergelijken met de vorige.’ Het tijdperk van de Bossche Revue is dan voorbij. Vanaf 1985 komt er iets voor terug, zij het in een andere vorm: de musical; de eerste keer tijdens het 800-jarig bestaan met Boschjemijne. Sinds die tijd zijn er talloze te zien geweest. Daarnaast vestigt het Echt Bosch Theater (nu de Bossche Komeedie) een traditie met toneelstukken in Bosch dialect. Eén ding is nooit veranderd: er zijn altijd genoeg vrijwilligers om mee te doen. Foto’s: Cees Slegers, Erfgoed ’s-Hertogenbosch, collectie Niek de Rooij

10

Brabants nummer 39 - december 2023

Kostuumontwerp voor de revue Knipperbollen 1957.

De Bossche Revues van Niek de Rooij Houdoe wor! (1935) Ge kunt me nog meer vertellen! (1936) As ’t mar waor is (1937 Hè’k ut oe nie gezeet (1938) ‘Wittet wel zeker? Nou en of! (1939) ‘Hoe is ut meugelijk’ (1940) Piekerde gij? Ikke nie! (1941 ‘Zo ma’k ut heuren!’(1942) O, bedoelde dè! (1943) Waor haolde dè vandaon?(1944) Bossche Bevrijdingsrevue ‘O Zoo Koos! (1945) ‘Snapte gij ut? (1946) Halen zumme ‘t!! (1947) ’t Is toch gek wor! (1948) Nee, mar nou wordt ie goed! (1949) Wè is ter nou weer?(1950) Nou zumme’t hebben! (1951) ’t Is krent in den Oriënt (1952) Muziekstad Operette (1953) Hedde nou ooit van z’n leven! (1954) Nou kunde lachen! (1955) Brandewijn met suiker (1956) Knipperbollen (1957) ’t Is oké! (1958) Taptoe (1959) Nabrander: Dat doet de deur dicht (1965)


HENK JANSSEN

’t Kapelleke van de heilige Nicasius van Heeze martelaar nog alEen paar jaar geletijd veel aandacht den – op 29 oktober krijgt. Het betreft 2021 – verscheen de heilige Nicasius het boekje Èn gij van Heeze. In de geleuft dè! Een boekbuurtschap Kreijl, je waarin op een gelegen aan de rand vermakelijke maar van het prachtige ook betamelijke natuurgebied De wijze de heiligen, Groote Heide, staat de rituelen en de op de vermoedelij‘uitbaters’ van het ke plaats van zijn katholieke geloof in geboortehuis sinds Oost-Brabants dia1948 een kapelleke. lect, zowel in proza Jaarlijks vindt daar als in poëzie, aan Kapel van de heilige Nicasius in Heeze. op zijn sterfdag een bod komen. In het eredienst plaats. hoofdstukje Ons Brabantse hèllige worden in dat boekje de acht Brabantse Nicasius Ioannis Hezius wordt in 1515 geboren. Hij is heiligen ten tonele gevoerd. Naast de drie O’s – Oda van een zoon van landbouwer Jan Adriaan Dirks van Heeze. Roi, Odulphus van Orschot en Odrada van Aolem – ook Als hij vijftien is, gaat hij naar de universiteit in Leuven. de vier Brabantse martelaren van Gorcum en onze jong- Zijn oom, Theodoricus Hezius, was inquisiteur en pauste heilige, zuster Adolphine uit Ossendrecht. Zaligen selijk adviseur gedurende het pontificaat van de enige en dienaren Gods blijven er buiten beschouwing, dus Nederlandse paus, Adrianus VI. Zijn levenspad en aanbijvoorbeeld geen frater Andreas, geen pater Eustachius melding in Leuven, waar hij aan het door deze paus geen geen Peerke Donders. De vier Brabantse martelaren stichte college theologie studeert, is mogelijk mede door van Gorcum – Lenaert van Veghel, Nicasius van Heeze, deze familierelatie geïnspireerd. Hij wordt na zijn stuJoannes van Oisterwijk en Adrianus van Hilvarenbeek die tot priester gewijd en treedt in bij de Minderbroeders – worden na de inname van de stad Gorinchem door de Franciscanen. Na standplaatsen in Leiden en Haarlem watergeuzen gevangengenomen en op transport gesteld wordt hij overgeplaatst naar het franciscaner klooster in naar hun hoofdkwartier in Den Briel (Brielle). Daar wor- Gorcum. Tijdens de opstand tegen het Spaanse gezag den ze samen met vijftien confraters op 9 juli 1572 ver- nemen de geuzen op 26 juni 1572 deze stad in. Hoemoord door de wrede en barbaarse ‘edelman’ Willem II wel geloofsvrijheid was toegezegd, mede ingegeven door van der Marck, ook wel Lumey genoemd, naar het tussen een decreet van Willem van Oranje, worden alle religiDiest en Hasselt gelegen plaatsje Lummen (Frans: Lu- euzen gevangengezet en mishandeld. Na een aantal damey), domein van zijn familie. Hij hangt de negentien gen zet geuzenchef Marinus Brant de groep gevangenen religieuzen na een schertsproces op in een turfschuur op transport naar Den Briel, op dat moment het hoofdnet buiten de stad. Na hun dood worden de lijken nog kwartier van geuzenleider Lumey. Op wrede wijze wordt schandelijk verminkt en onteerd. Uiteindelijk worden ze Nicasius daar vermoord. Nicasius heeft een leidersrol ter plekke in die turfschuur begraven. De schuur wordt en om die reden wordt bij hem de strop door de mond later afgebroken en in 1615 worden tijdens het Twaalf- aangelegd, hetgeen een langere doodsstrijd veroorzaakt. jarig Bestand de gebeenten door Jezuïeten opgegraven. De devotie tot de heilige Nicasius van Heeze is nog altijd Bijna driehonderd jaar later worden de Gorcumse mar- levend en eenieder kan dat zelf vaststellen tijdens een telaren in 1867 door Paus Pius IX heilig verklaard en op bezoek aan de kapel op het adres Kreijl 20 in Heeze. het veld waar eens de turfschuur stond, wordt in 1932 een heiligdom gebouwd. In een reliekschrijn wordt daar (Het boekje Èn gij geleuft dè! is voor € 14,95 plus poreen deel van de gebeenten bewaard. Nog jaarlijks (dit tokosten nog beperkt verkrijgbaar via het e-mailadres jaar op zaterdag 8 juli 2023) vindt rond hun sterfdatum info@stichtingbrabants.nl.) in Brielle een nationale bedevaart plaats. Het mag gerust bijzonder heten dat één Gorcumse Brabants nummer 39 - december 2023

11


RINY BOEIJEN

Kunstmatige intelligentie en Brabantse dialecten Kunstmatige intelligentie – meer bekend als Artificial intelligence (AI) – is niet meer weg te denken uit de maatschappij. Onder meer scholen en universiteiten krijgen ermee te maken, maar ook de journalistiek. De een vindt het een zegen, de ander een vloek. Maar hoe zit het met onze Brabantse dialecten en AI? AI verwijst naar het vermogen van machines en computersystemen om taken uit te voeren die normaal gesproken menselijke intelligentie vereisen. Om de proef op de som te stellen, heb ik een conversatie-AI – ChatGPT genaamd – aan een kleine test onderworpen. Het model is getraind op een enorm corpus van tekstgegevens en kan daardoor menselijke taal begrijpen, vragen beantwoorden, conversaties voeren en tekst genereren in verschillende talen

AI is een tak van de informatica die zich richt op het ontwikkelen van algoritmen, modellen en technieken waarmee machines kunnen leren, redeneren, problemen oplossen en beslissingen nemen op basis van gegevens en ervaringen. ChatGPT (GPT staat voor Generative Pre-trained Transformer) is een geavanceerd taalmodel dat gebruikmaakt van deep learning-technieken om menselijke tekst te genereren en te begrijpen. (Deep learning probeert het menselijk denken na te bootsen door vele lagen algoritmen te combineren om gegevens te verwerken).

Voor- en tegenstanders Scholen en universiteiten reageren verschillend op het gebruik van ChatGPT. Sommigen zijn bang dat studenten zich baseren op onvolledige, misleidende of onjuiste informatie. Er is namelijk geen garantie dat het ontwikkelde taalmodel juiste informatie bevat. Bovendien kan het gebruik van ChatGPT leiden tot een bepaalde afhankelijkheid omdat de student minder nadenkt en daardoor zijn schrijfvaardigheid en creativiteit niet verder ontwikkelt. Anderen zien geen direct gevaar in het gebruik van AI in het onderwijs. Ze zien juist kansen. Docenten kunnen bijvoorbeeld sneller en eenvoudiger lessen voorbereiden en opdrachten samenstellen voor studenten. Die

12

Brabants nummer 39 - december 2023

kunnen op hun beurt met behulp van AI ideeën opdoen en sneller data verzamelen dan nu het geval is. Zo houden ze meer tijd over voor het verder uitwerken van de opdrachten. Ook in de journalistiek zijn er voor- en tegenstanders van het gebruik van ChatGPT. Pessimisten vrezen een toename van desinformatie en een afname van verantwoordelijkheid en ethiek in de journalistiek. Sommigen denken zelfs dat ze hun baan zullen kwijtraken. Optimisten zijn blij dat ze met AI sneller gegevens kunnen verzamelen en analyseren. Bovendien kunnen ze hun artikelen en rapporten verrijken met aanvullende informatie en context en helpt het nieuwe ideeën te genereren. Over één ding zijn partijen het echter eens: AI gaat de journalistiek grondig veranderen. Geen onverdeeld succes Mijn eerste test betrof de kennis van ChatGPT over de redactie van Brabants. Hoewel ik zelf niet meer tot de redactie behoor, was ik ijdel genoeg om mijn eigen naam als eerste in te geven en te vragen ‘iets over Riny Boeijen te vertellen’. Ik kreeg het volgende antwoord: ‘Riny Boeijen is een Nederlandse singer-songwriter en muzikant. Geboren op 27 juni 1950 in Nijmegen, Nederland, is hij vooral bekend als de oprichter en leadzanger van de Nederlandse band “De Boeijen”. Riny Boeijen en zijn band hebben in de jaren 80 en 90 verschillende hits gescoord in Nederland. Zijn muziek kenmerkt zich door warme vocalen en gevoelige teksten. Riny Boeijen wordt gerespecteerd als een invloedrijke singer-songwriter in de Nederlandse muziekscene.’ Behalve mijn naam klopte er helemaal niets van deze informatie. Ik heb nog even gecheckt of ik soms werd verward met de singer-songwriter Frank Boeijen. Die is inderdaad geboren in Nijmegen, maar jaren later en zijn band heette niet “De Boeijen”. Cor en Jos Swanenberg en Ed Schilders daarentegen werden wel door ChatGPT herkend. Ik heb de beschrijvingen aan de heren voorgelegd en zo kwamen ze erachter op andere plaatsen en op andere data te zijn geboren dan ze tot dusver dachten. Maar met de rest van de beschrijving waren de heren content. Voor Yoïn van Spijk, Jan Luysterburg en Henk Janssen was de oogst teleurstellend: ze werden niet herkend als ‘een bekende publieke figuur of persoonlijkheid’. Bij alle drie werd nog vermeld: ‘het is mogelijk dat (naam) een minder bekend persoon is of dat er onvoldoende informatie beschikbaar is om een gedetailleerde beschrijving te geven.’


MARIANNE SWINKELS

Schrijfwedstrijd Brabants Dialectenfestival

Rijmgenerator Toen was het tijd ChatGPT op taalvaardigheid te toetsen. Ik vroeg ChatGPT een gedicht te schrijven in het dialect van Tilburg. Een bewuste keuze omdat het Tilburgs een van de meest gedocumenteerde Brabantse dialecten is en ik wilde het ChatGPT niet te moeilijk maken. Na twee seconden (!) verscheen het volgende gedicht: Ik zit op de pleintjes, hier in m’n stad, Wè ’n schôn plaotske, wè ’n gezellige stad. Tilburg, gij zijt m’n schat, Ik heb oe lief, da ge ’t mar wit. De kroegen die zijn gezellig druk, We drinken hier bier, da’s ons geluk. De kèrmes daor gaon we los, Me eenne lach en me eenne trots. In ’t Kruikenstad zingen we ons lied, Vol plezier en zonder verdriet. Gij bent m’n stad, ik ben oe kind, Tilburg, gij zit in m’n hart geprint.

Op zondag 9 juni 2024 wordt voor de vijftiende keer het Brabants Dialectenfestival georganiseerd in Lieshout. Traditiegetrouw is aan dit festival een schrijfwedstrijd verbonden. Het thema van de schrijfwedstrijd is dit keer ’t Is de moeite werd. Op de website (www.brabantsdialectenfestival.nl) is de toelichting op het thema te vinden. De wedstrijd wordt georganiseerd door de Stichting Brabants Dialectenfestival in samenwerking met Erfgoed Brabant. Er kunnen verhalen, gedichten en liedteksten ingestuurd worden die gebaseerd op het genoemde thema zijn en geschreven zijn in het eigen Brabantse dialect. In het reglement staat beschreven hoe de teksten aangeleverd kunnen worden en welke omvang toegestaan is. Zie daarvoor de website. Het verhaal, gedicht of liedtekst moet voor 1 maart 2024 gestuurd worden naar de Stichting Brabants Dialectenfestival, p.a. Deensehoek 23, 5737 PB Lieshout, onder vermelding van schrijfwedstrijd of digitaal naar secretariaat@ brabantsdialectenfestival.nl. Inzendingen ontvangen een ontvangstbevestiging. De jury bepaalt welke Brabantse dialectpenningen er worden uitgereikt. De uitslag wordt bekendgemaakt op zaterdag 8 juni 2024 tijdens een speciale avond, waar onder andere de genomineerden van iedere tekstsoort hun werk presenteren en waarvoor alle inzenders (en andere belangstellenden) worden uitgenodigd. Bovendien worden de genomineerden en de winnende teksten opgenomen in het programmaboekje van het festival.

Het resultaat doet denken aan de zogenoemde rijmgenerator voor sinterklaasgedichten. Het is niet onverdienstelijk, maar het rijmschema wordt in sommige regels onderbroken (schat/wit, los/trots) en ook de spelling is niet overal juist. Bijvoorbeeld: me/meej, eenne/êene, da/ dè. ’t Kruikenstad ten slotte doet pijn aan de oren. Conclusie: de schrijvers en dichters van Brabantse proza en poëzie (bekende publieke figuur of niet) hoeven zich voorlopig geen zorgen te maken dat ze concurrentie krijgen van ChatGPT. En voor degenen die zich afvragen of ik dit artikel zelf heb geschreven of ChatGPT het werk heb laten doen: ik was het zelf. Illustratie: Mathilde Artwork

Ontwerp: Nelleke de Laat Brabants nummer 39 - december 2023

13


ED SCHILDERS

Cees Robben gerestaureerd

Het begon in januari 2009. Van een rasechte Tilburger die toch had besloten om naar Frankrijk te verhuizen, kreeg ik een e-mail met een verrassend aanbod: als ik belangstelling zou hebben voor clichés van de prenten van Cees Robben, dan zou hij die met plezier aan mij cadeau doen. Clichés van Robbens Prent van de week! Pardon? De clichés die gediend hebben om de prenten af te drukken? Clichés blijven vrijwel nooit bewaard! Nooit had ik er ook maar één gezien. Hoeveel het er waren? Hij had ze niet geteld, maar toch zeker meer dan honderd. De Prent van de week Vanaf oktober 1953 tot aan zijn dood in 1988 tekende Robben wekelijks een humorvolle prent met een herkenbaar onderwerp en tekst in het dialect. Zijn tekenstijl is aanvankelijk cartoonesk maar ontwikkelt zich al snel tot een eigen, zeer herkenbaar ‘handschrift’. Heel vaak is het dialect niet gebruikt als onderschrift bij de tekening, maar is de tekening juist afgestemd op de humor van het dialectisch taaleigen. Tot 1970 werden de prenten gepubliceerd in het weekblad Rooms Leven / Kerknieuws, daarna in het dagblad Nieuwsblad van het Zuiden (tegenwoordig Brabants Dagblad). Ze waren uiterst populair en tussen 1958 en 1986 verschenen bovendien zeven verzamelbundels onder de reekstitel Tilburgs Prentebuukske. Die buukskes waren redelijk bescheiden van omvang met 32 prenten per deel. Ruimere uitgaven waren er ook: De prent van de week in het zilver (1978), Robben en rooms (1982), en in 1988 de meest uitgebreide verzameling met bijdragen over Robbens werk door heemkundigen en dialectologen: Een tien voor Robben. De oplagen van de drie laatstgenoemde werken lag tussen de vijf- en zesduizend, wat enorm veel is voor een lokale uitgave. Na Robbens dood verschenen nog vier Buukskes, waarvan drie onder mijn redactie. De nog steeds aanhoudende waardering voor Robbens werk mag blijken uit de wekelijkse aandacht daarvoor in het Tilburgse huis-aanhuisblad Stadsnieuws met de herdruk van een prent en een begeleidend artikel van een anonieme auteur. De reproductie van de prent is daarbij helaas vaak van slechte kwaliteit. Ook in Brabants is in de loop van de vele jaargangen ruim aandacht besteed aan de prenten, sinds

18

Brabants nummer 39 - december 2023

enige jaargangen met de door Nelleke de Laat ingekleurde versies op de achterpagina. Faillissement Voor wie niet bekend is met het begrip drukcliché: dergelijke clichés moesten gemaakt worden om een afbeelding te kunnen afdrukken met een hoogdrukpers, ook wel boekdruk genoemd. De beste bron voor het werk van een tekenaar is uiteraard de originele tekening. Die werd dan ingeleverd bij de redactie van de krant, die stuurde de prent naar de drukker, en meestal liet die het cliché maken bij een clichémakerij. De originele tekening maakte dus enige omzwervingen voordat die weer terug was bij de maker. Cees Robben lijkt nauwelijks geïnteresseerd te zijn geweest waar zijn prent bleef. Van de meer dan 1700 prenten die hij tekende, bevindt zich hooguit een derde deel in het archief van de Cees Robben Stichting in Goirle. Dat waren er veel minder geweest als in 1985 de drukker van Rooms Leven niet failliet was gegaan. Dat was Drukkerij Bergmans, een bedrijf met een lange Roomse en Tilburgse reputatie. Bij Bergmans werd, zou je kunnen zeggen, decennialang met wijwater gedrukt. Rooms Leven was een belangrijke klant van Bergmans van 1916 tot 1970 (en dus ook het weekblad waarin Robbens prenten verschenen), en ook de uitgever van de eerste zeven Prentebuukskes. Alle clichés die mij werden aangeboden, dateren uit de jaren vóór 1970. Toen Robben in 1970 overstapte naar het Nieuwsblad van het Zuiden, werden van zijn prenten geen losse clichés meer gemaakt, omdat deze krant, toen nog geproduceerd in Tilburg, op een rotatiepers werd gedrukt.


Het spiegelbeeldige ongereinigde cliché met een rode deklaag.

Afdruk van het cliché na reiniging.

Het spiegelbeeldig gemaakte cliché na reiniging.

Afdruk van het gereinigde cliché.

In april 1985 werd de boedel van Drukkerij Bergmans openbaar geveild, en daarbij zijn er opmerkelijke dingen gebeurd. Dat werd me duidelijk in 2003 toen tijdens een Robben-symposium in café-restaurant Boerke ­Mutsaers – ooit nog fraai vereeuwigd in een prent – ongeveer 400 originele tekeningen werden teruggegeven aan de Cees Robben Stichting. De schenker was het Tilburgse advocatenkantoor Mannaerts/Appels, dat in 1985 het faillissement had afgehandeld van... Drukkerij Bergmans.

Blijkbaar waren ze bij Bergmans beter in het archiveren dan in het overleven als drukkers, en blijkbaar hadden ze bij Mannaerts/Appels wel oog voor papier maar niet voor clichés. Het zal bij dezelfde boedelveiling zijn geweest dat mijn rasechte Tilburger die naar Frankrijk is verhuisd, zich heeft ontfermd over de clichés van de Prenten van de week zoals die in Rooms Leven waren verschenen.

Brabants nummer 39 - december 2023

19


COR SWANENBERG

Brabants lof. Ode aan ons eigen dialect (4) De Oeffeltse dialectzanger Jos Kuijpers bracht in 2015 een fraaie cd uit met de titel Prat op Plat. Op die bruisende schijf staan veel interessante, eigentijdse liedjes. Een lied dat Oeffelts lof bezingt, vind je niet, maar de hele plaat bewijst de liefde voor het eigen dialect zo nadrukkelijk dat de zanger koos voor een titel die helemaal past in onze rubriek. Er zouden meer odes aan de taal van het Land van Cuijk te vinden moeten zijn buiten de Graafse liedteksten die in deze rubriek eerder aan de orde kwamen. Bij lofzang op het dialect van het meest oostelijke gebied van onze provincie denkt men niet snel aan de kleurrijke zanger Armand. De kleurrijke Toch schreef en zong hij Brabant zanger Armand. Mijne Stek, een bijzonder Brabants Foto: Archief Jan dialectlied, waarin zowel het plat van Vis oost (het Mills van zijn moeder) als dat van west (het Roosendaals van vader) een belangrijke rol spelen. Voor Armand zelf was Eindhovens zijn eerste moedertaal. We willen deze keer de lofzangen Brabant-breed tentoonspreiden en in het oostelijke Maasland vervolgen we daarom met de Lithse zanger Noud Bongers, die met zijn lied ’t Brabants dialect op de cd ’t Brabants ketierke het Maaskants met verve en humor vertegenwoordigt. Uit dezelfde regio stamt de Berghemse troubadoer Lambert van Hintum, die zich aanvankelijk vooral stortte op het repertoire van wijlen Ad de Laat. Op zijn tweede album, Brabant m’n èige laand, hertaalde hij acht nummers uit het repertoire van de Groningse ster Ede Staal (19411986). Daaronder is het lied Dialect is nie van steen, dat wel geschreven lijkt voor deze rubriek. Vader en zoon Peter en Ad Haans waren de uitvoerenden van het Geldropse lied De taol van ons leve dat verscheen op de lp Brabant van de zonnige kant. Voor Midden-Brabant vallen we nogmaals terug op de overleden dichter Lechim uit Tilburg, die meermaals over zijn moederspraak dichtte. Voor West-Brabant gaan we op herhaling bij wijlen Giel van Gastel, alias Michel de Koning, aan wiens hart het Oud Gastels gebakken lag. (Zie pagina 33.) We hadden de hoop een jaargang met vier afleveringen Brabants lof te kunnen samenstellen, maar omdat er meer lofzang is dan aanvankelijk gedacht, moet er zeker nog een vervolg met spreiding over de hele provincie komen.

26

Brabants nummer 39 - december 2023

NOUD BONGERS

’T BRABANTS DIALECT Refrein ’t Brabants dialect, de taol waor ik zuveul van houw. ’t Is en blèft oew moedertaol, ge blèft ’t alted trouw. Ik hou nie van dè stads gepraot, want dè zè ik toch zu gauw zat. Minse praot toch Brabants, lekker hendig, lekker plat. Ze praote overal aanders, waor ge in Brabant gaot of staot, Brabant zig ’t mi ’t hart, ’t is zuès ’t praot. Zu plat ès ’n dubbeltje, ok al klinkt ’t duk wel gèk, begrèpe doede alles, ok al verstaode ’t nie zu krèk. Moi plat is nie lèlluk, zin de vreijer hèl gevat, ons huis waar vruger vul te leg, durrum praote we nouw plat. Refrein Mar nouw brengt d’n tillevisie, de radio en de krant, ’t oh zu deftig ABN, over hèl ’t Brabants land. Ons taaltje te verlieze, dè hèn we nie verdiend, moi praote mi vuil èier, daorvan zen we nie gediend. Ik zeg ’t oe mar rèècht dur zeej, ’k snap nie dè ’t kon, toen ’t piese plasse wier, hier ’t ge..klooi begon. Refrein Mar we zinge wer in ’t Brabants, onze taol komt op pepier, we hunkere naor ’t verleje, de rust en ’t plezier. We gooie niks mer weg en we schaffe niks mer af, we blève Brabants praote, we geve ’t nie af. ’t Komt goed zin ’t wefke en zaat drie daag op de pot, ’t Brabants dè bleft bestaon, dè kregde noit kepot. < In het dialect van Lith > Van de cd ’t Brabants ketierke, 1996


ARMAND

Artiestennaam van Herman George van Loenhout (1946-2015)

BRABANT MIJNE STEK Os Mam die kwaam uut Mill, war, ’n dùrpke in de Pèèl. En ’n meidje hiette ’n dèrke en ’n jong da waar ’ne kèèl. En ze strieke mi ’n striekiezer in ’t laand van huus en uut en de jong die han de boks op en ze aate zoer en zuut.

Brabant, ik ken oe wel zo goed en gij, gij bent te gek, nondedjuu. Brabant, wor ik speul, kom ik thuis, mar dees hier is mijne stek. Want ik ben Brabant, Dommelbreed van de Maas tot an de Vliet. Unne mix van Óst en West, da’s hil Brabant wa ge ziet.

An d’n aandere kant van Brabant dor wónde oonze Pap. En dor zeeje ze allemòl: ‘oudoe ee’ en ’n kont da waar ’n gat. En ’n spèèreweps en ’n broekriemgeps, moeste drienke, dan aarde dost en as z’onger aare, dan aate ze ’n Brabans broojke wost

En da hadde nie gedacht da ik ok nog onverwachts zó laote heure wor ik vandaon kom. Want ik ben ginne Van Maasakkers, mar ge magt grust weete da ik platter kan ouwhoere dan hij ooit zong.

Allebei wón nor ’t midde: Eindhoven, ok ’n gat. En dor vond ie werk bij Philips. Hij had de ambachschool gehad. En ik wier groot mi drie tale: Eindhoves, Mills en Roozendaals En ok nog ’n bietje Antwarps, want d’n onkel die sprak Vlaams.

Hee Brabant, ik ken oe wel zo goed en gij, gij bent te gek, nondedjuu. Brabant, wor ik speul, kom ik thuis, mar dees hier is mijne stek, want ik ben Brabant, Dommelbreed van de Maas tot an de Vliet Unne mix van Óst en West, di’s hil Brabant wa ge ziet. Geschreven voor Brabant open air, 2012 < In het dialect van Mill, Roosendaal en Eindhoven >

LECHIM

Pseudoniem van Michel van de Ven (1923-1982)

LAOT ZE’T MAR HEURE… Ge zul ’t ammol zuutjesaon Wel in de gaote krège Mee karneval spult iederèèn Zò veul as’t kan z’n ège. Dan legge we nie ieder woord Afgepaast op ’n schaoltje Mar praote teege alleman Ons ège sappig taoltje. ’t Wordt gelèk ’t vruuger was:

’n Geit wordt wir ’n gètje ’ne Suffer hiet wir gaoliepaop ’n Stuk wir lekker mèdje. Zò lève zonder kaskenaoi Dès schòònder en veul rèker Dan gao’der gròòt op agge heurt: ‘Daor gao ’ne Kruikezèker.’ Gepubliceerd in de Tilburgse Koerier, 1974.

Brabants nummer 39 - december 2023

27


JOHAN BOENIE

Woensdrechtse woordjes ’n Bietje ziekskes De leste tijd ben ik ’n bietje ziekskes gewiest. Geen verschrikkelijke ziektes, hoor. Ik leef nog! En ik had geen attak (beroerte, hersenbloeding) of geroktèd (beroerte). Ik had niet de brokstok (een dodelijke varkensziekte), ik loog nie te èèle (lag niet te ijlen), had niet de florris (pleuritis), het was ook geen lemp (chronische kwaal), ik loog nie te lellepwoote (stuiptrekken) en te parmenteere (luidruchtig klagen) of ljeelekers te vange (gekke bekken trekken), ’t was gin gördelrwoos (gordelroos) of lendeschot (spit), ik loog duus nie op staareve (lag dus niet op sterven). Ik lwoop nog nie op m’n leste bjeene. G’oef meej mèèn nog gin kompassie t’emme (Je hoeft met mij nog geen meelij te hebben). Maar het was ook geen kleinigheidje waaraan ik leed. Het was niet zoowmar ’n ruijke (even niet lekker). Dan zou ik er niet eens over geschreven hebben. Ik had geen slechte n’afgaank (stoelgang) en ik kon normaol afzette (plassen), ik had geen draogende wond (die zweert, waar vocht uit komt), had niet de kouwpies (blaasontsteking), had geen padwoog (‘strontje’ aan het oog) en geen pienneus (druipneus) of een zwèèr (zweer) of pöst (puist). Ok gin bietje juuk (jeuk) en ik was ook niet ’n bietje schraol (schraal). Ik maak niet van ’n scheet ’n donderslag (van een mug een olifant) en ik ga ook niet vur alle klapscheete en vur iedere scheetebakketèl (voor elke kleinigheid) naar de dokter. Ik houd niet van neukedeuntjes (niet echt ziek zijn, maar doen alsof). Wel was ik van m’ne suus gegaon (van m’n houtje gegaan). Ik draoide van m’ne sistert, iek gieng omvaar. Een paar minuten later lag ik in de ziekenwagen, onderweege naar het ziekenhuis. (Vrouwen zijn ook weleens onderweege, maar dat is heel iets anders.) Daar kwaam vur de blakke (werd ontdekt) dat een galstjeen ’n kuijerpadje genome n’oj (een galsteen was aan de wandel gegaan) en daardoor was mijn alvljeesklier ontstooke. Naor ’n goeje week in het ziekenhuis en twee ooperaosies was ik weer snel d’n ouwe. Nouw zen iek wir grèèt aon d’n bak (heb ik weer een flinke eetlust) en heb ik niks meer te jeeremiejeeje (jammeren). Ik maag alles wir emme, balleve de buuvrouw. Iek zen de kwaoje dur (Ik heb het ergste gehad). Gezondheid!

34

Brabants nummer 39 - december 2023

RINY BOEIJEN

Wè zin-ie nou?

Van de wéék zate die van ons èn ikke ôn unnen borrel èn kwame we zoewmar over vruger te proate. ‘Ik weet nog,’ zin ze, ‘dè ge vreet mi de oudste van Toon de Klompemaker. Mi Nèlle. Dè waar nog is ’n kooi. Of nie dan?’ ‘Ja,’ zin ik, ‘dè klopt. Wè dè betrèft, ben ik mi aaw van unne gavel in unne riek gevalle. (van de regen in de drup) Giestere ha’k d’n hof van onzen Harrie hellemôl kloargemakt. Nou kan-ie ’r van de winter wir tege. Ik ha de blajer opgeruimd, ’t aaw hout gesnoeid èn vast bloembolle in de grond gedaawd. Èn op ’t èènd ha’k tusse de planten èn de struike deur alles nètjes gegrieseld. (aangeharkt) Nou ha’k vanmèèrege zoewmar unnen bos daliejasse vur die van ons meegebrocht. Mar dè doe’k ok nie mer. ‘Wor is dè vur nôddig?’ spètte ze al mee. ‘Hedde sums iets goewd te make wè’k nog nie weet?’ ‘Och mens,’ kètsten ik trug, ‘nou breng ik unne ker bloeme mee èn ligde wir te grijnze. Bê aaw ist alt gescheten of gezèkt. (nooit goed) Illustratie: Mathilde Artwork


Luisterbox Brabants 39

Colofon: Brabants, jaargang 10, nummer 3, 1 december 2023 Brabants verschijnt vier keer per jaar: in juni, september, december en maart. Redactie: Jan Luysterburg (hoofdredacteur), Ed Schilders, Yoïn van Spijk (eindredacteur), Cor Swanenberg, Jos Swanenberg. Redactiesecretariaat: Cor Swanenberg, Milrooijseweg 109, 5258 KG Berlicum, tel. 073-5031879.

De volgende door de auteurs ingesproken teksten zijn te beluisteren op de website: Janneke de Bijl: Mooiste Brabantse woorden (Rosmalen) 0.54 Riny Boeijen: Wè zin ie nou? (Berghem) 1.49 Johan van Diesen: De kerstbal (Ossendrecht) 1.32 Ans van Kessel: Dan veinde alle klurre trug (Vorstenbosch) 1.14 Elseline Withagen: Ik dans (Bergen op Zoom) 1.14 De geluidsopnamen zijn gemaakt door Frans van den Bogaard en Cor Swanenberg. De luisterbox is te vinden op de audiopagina van www.stichtingbrabants.nl.

Aan dit nummer werkten mee: Ton van den Bergh, Janneke de Bijl, Riny Boeijen, Johan Boenie, Noud Bongers, Joop van den Bremen, Johan van Diesen, Kristel Doreleijers, Lenie Gieles, Wim van Gompel, Ad Haans, Lambert van Hintum, Henk Janssen, Junt, Ans van Kessel, Lotte van Poppel, Cees Slegers, Marianne Swinkels, Elseline Withagen, Mia WijtenWithagen en Hás van de Zande. Foto omslag: Henk Janssen. Tenzij anders vermeld zijn de foto’s in dit blad van Henk Janssen. Vormgeving: Meyer Grafische Vormgeving, Asten (www.meyergrafischevormgeving.nl). Druk: Grafisch Atelier Blaricum, Blaricum (www.drukkerijblaricum.nl). Uitgever: Stichting Brabants, Missiezusterslaan 51, 5405 NL Uden, tel. 06-51158839. KvK-nummer 60585412. RSIN 8539.72.199. ISSN 1572 – 1612. Bankrekening ABN-AMRO IBAN: NL73 ABNA 0545 3581 75 (BIC-code: ABNANL2A) Website: www.stichtingbrabants.nl E-mailadressen: Algemeen: info@stichtingbrabants.nl Redactie: redactie@stichtingbrabants.nl

Bossche kèrststalbol Lenie Gieles uit Den Bosch is op 25 december jarig. Zij kreeg een bijzondere kerstkaart toegestuurd. Christus geboren in een Bossche bol!

Abonnementen: Bestellingen, opgave en mutatie van jaarabonnementen uitsluitend via de uitgever, stichting Brabants. Een jaarabonnement kost € 24,50. Losse nummers € 8,95 inclusief portokosten in Nederland. Voor abonnementen in het buitenland wordt de prijs van het jaarabonnement verhoogd met de van toepassing zijnde verzendkosten. Voor het buitenland is Brabants evenwel ook in pdfbestand verkrijgbaar. De prent op de achterzijde is van Cees Robben. Dank aan de Cees Robben Stichting, Goirle.

Brabants nummer 39 - december 2023

35


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.