Hanneke Kijne_More Landscape_The need for a new perspective

Page 1

Intreerede van Hanneke Kijne Academie van Bouwkunst Amsterdam

De noodzaak van een nieuw perspectief

Meer Landschap

More Landscape

The need for a new perspective

Inaugural speech of Hanneke Kijne Amsterdam Academy of Architecture


De identiteit van de Academie wordt gevormd door haar beste ruimte: de binnenplaats met de grote kastanjeboom.

The Academy’s identity is formed by its best space: the courtyard with its big chestnut tree.


FOREWORD On 27 September 2018, I delivered this inauguration speech at the Academy of Architecture in Amsterdam. I am really happy and honoured to be given the opportunity to be head of the Landscape Architecture department in the coming four years. The academic year has just begun and I would like to start by thanking Maike van Stiphout, who has offered me a lot of help in my new position. It is a great honour and a challenge to succeed her as head of the Landscape Architecture department. When you think of the Academy, or when it is presented to people outside of the Academy, the image that probably comes to mind is that of the facade with its impressive architecture. However, when I think of the Academy, I see the courtyard with its big chestnut tree. In my opinion, the courtyard is the best space of the whole Academy. It forms the heart of the school; this is where the best parties are held, where the most impressive design teamwork is done and shown, where ideas and relationships are formed. In many publications about the Academy, pictures of the courtyard with students or students’ work in it are shown. The courtyard, as it is now, was designed in 1964 by Hans Warnau, one of the all-time heroes of landscape architecture in the Netherlands. He designed it in this sober way, with only a paved area and one tree; as a lesson in modesty for the students, and also to provide the courtyard with the greatest possible flexibility in use. Another lesson Hans Warnau wanted to give the students of the Academy was about the emotional value of one large tree in this space: ‘your place is our centre’. Now, more than 50 years later, these lessons are still important. And the chestnut tree has grown beyond adult size and still gives the courtyard its identity. In my speech, I addressed the current issues that I see in Landscape Architecture; issues that I want the students of the Academy to learn about and to work on. These issues are a challenge for the discipline of Landscape Architecture. I am counting on the students of the Academy to dream about new possibilities, to experiment and to create new ideas, as well as passing on these dreams and ideas to the world outside the Academy.

VOORWOORD Op 27 september 2018 gaf ik deze intreerede aan de Academie van Bouwkunst in Amsterdam. Ik ben blij en vereerd dat ik de gelegenheid krijg om de komende vier jaar hoofd van de afdeling Landschapsarchitectuur te zijn. Het academische jaar is net van start gegaan, en ik wil graag als eerste Maike van Stiphout bedanken, die mij goed heeft geholpen op gang te komen. Het is een grote eer en een uitdaging om haar op te volgen als hoofd van de afdeling Landschapsarchitectuur. Als men denkt aan de Academie, of wanneer die wordt gepresenteerd aan mensen buiten de Academie, dan verschijnt meestal het beeld van de voorgevel, met zijn indrukwekkende architectuur. Maar als ik denk aan de Academie, zie ik de binnenplaats met zijn grote kastanjeboom. Volgens mij is de binnenplaats de beste ruimte van het gebouw. Hij vormt het hart van de school; dit is waar de beste feesten worden gegeven, waar het meest indrukwekkende gezamenlijke ontwerpwerk wordt verricht en gepresenteerd, en waar ideeën en relaties ontstaan. In veel publicaties van de Academie vind je foto’s van de binnenplaats met studenten of studentenwerk erop. De binnenplaats in zijn huidige vorm werd in 1964 ontworpen door Hans Warnau, één van de helden van de Nederlandse landschapsarchitectuur. Hij maakte hiervoor een sober ontwerp, met alleen een verharde ruimte en één boom; een les in bescheidenheid, die tevens een zo groot mogelijke flexibiliteit in gebruik toelaat. Een andere les die Hans Warnau aan de studenten wilde meegeven had betrekking op de emotionele waarde van slechts één boom in deze ruimte: ‘jouw plek is ons midden’. Nu, ruim 50 jaar later, zijn deze lessen nog steeds belangrijk. De kastanjeboom is nu volgroeid tot een meer dan volwassen formaat, en geeft de binnenplaats nog steeds zijn identiteit. In mijn rede besprak ik de thema’s die volgens mij op dit moment van belang zijn voor de landschapsarchitectuur. Wat mij betreft zijn dat onderwerpen waarover de studenten aan de Academie gaan leren en waaraan ze gaan werken. De thema’s zijn een uitdaging voor de discipline van landschapsarchitectuur. Ik reken erop dat de studenten dromen over nieuwe mogelijkheden, experimenteren en nieuwe ideeën ontwikkelen, en dat ze deze dromen en ideeën overdragen aan de wereld buiten de Academie.

3


LADIES AND GENTLEMEN, Landscape architect Bruno Doedens recently taught me, as part of his introduction to the kick-off workshop for first-year students, that it’s necessary as a designer to know who you are and where you come from. This led to me to think of my own background and how that formed me as a designer. I was born as the youngest of a family of six. My mum was a teacher and my dad an irrigation expert. My dad worked in lots of places around the world and the family moved with him. My oldest sister was born in Venezuela, while the youngest three kids were born in Australia. Just after I was born, the family moved back to the Netherlands for a short period. It was in Nairobi that I went to primary school. That means that I know little to nothing of the history of the Netherlands, My siblings and I enjoyed but I’m still able to sing our garden in Nairobi, the national anthem of which boasted lots of exotic plants and animals. Kenya in Kiswahili. JanRichard Kikkert advised me to start this speech by doing just that, but to do that I need my sister to sing along with me and I think we would both need quite a bit of strong liquor to do that. In Nairobi, we had a huge garden with lots of exotic plants and animals. I loved the freedom of playing outside, all the plants and animals; like the colourful Bougainvillea, the vanilla vine on a tree, the bottlebrush tree (Callistemon) and lots more. During holidays, we went on wildlife safaris and snorkelled along the coast in Mombasa and the Seychelles. I was incredibly spoilt to have seen such an abundance of nature during these years. At the same time, all this moving around the world taught me lots of important things in life: about the injustice in the world, the privileges of my own life, how to start over again and again, to look

DAMES EN HEREN, In zijn inleiding voor de startup workshop voor eerstejaars studenten leerde landschapsarchitect Bruno Doedens mij onlangs dat het als ontwerper van belang is dat je weet wie je bent en waar je vandaan komt. Dit bracht mij ertoe te reflecteren op mijn eigen achtergrond en hoe die mij als ontwerper heeft gevormd. Ik kwam ter wereld als jongste dochter in een gezin met vier kinderen. Mijn moeder was een onderwijzer en mijn vader een irrigatie-expert. Hij werkte op veel verschillende plekken over de hele wereld, en het gezin verhuisde steeds met hem mee. Mijn oudste zus werd geboren in Venezuela, de jongste drie kinderen in AustraliĂŤ. Vlak nadat ik ter wereld kwam, verhuisde het gezin voor een korte periode terug naar Nederland. In Nairobi ging ik naar de lagere school. Dat betekent dat ik weinig Mijn broer, zussen en ik tot niets weet van waren graag in onze tuin de geschiedenis van in Nairobi, met daarin veel exotische planten en dieren. Nederland, maar dat ik nog steeds het volkslied van Kenia in het Kiswahili kan zingen. Jan-Richard Kikkert adviseerde me om deze lezing daarmee te beginnen, maar dan moet mijn zus met me meezingen, en ik denk dat we daarvoor eerst behoorlijk wat sterke drank achterover moeten slaan. In Nairobi hadden we een enorme tuin met veel exotische planten en dieren. Ik hield van de vrijheid om buiten te spelen, en van alle planten en dieren, zoals de kleurrijke bougainville, de vanilleplant die als klimplant om bomen woekerde, de lampenpoetser (Callistemon) en nog veel meer. Tijdens vakanties gingen we op safari en snorkelden we langs de kust van Mombasa en de Seychellen. Ik werd in die jaren ontzettend verwend met zoveel natuur om mij heen. Ook leerden de continue verhuizingen me een aantal belangrijke levenslessen: over sociale onrechtvaardigheid, over mijn eigen geprivilegieerde leven, over steeds weer

4


very closely at how people behave, to be flexible enough to be able to adapt to certain situations, but also to know and to stick to my own values. After secondary school, I started studying Landscape Architecture in Wageningen. This was an exciting and interesting period in this discipline; you could feel change in the air. It was the period Adriaan Geuze started to make bold statements with his West8 office, urban life was being promoted and new ways of using materials were designed. You could also feel new things were happening in France and Spain; in Barcelona particularly. During my studies, my dad was living in Pakistan and Sri Lanka, so my sister and I, occasionally accompanied by friends, travelled to that region in our holidays. Combining studies and travelling, I found myself a research project that focused on a park in Lahore, Pakistan, and did my internship in Melbourne, Australia. After finishing my studies in Wageningen, I moved to Amsterdam straight away, looking for places where I could grow in my ambition as a landscape architect and also looking for a city life. Those first years, I worked at the design firm HOSPER, Alle Hosper was for the municipality of the founder of Velsen, at OKRA landscape HOSPER. architects and as a freelancer, before returning back to HOSPER. In 2006, I became one of the owners of HOSPER in Haarlem. In total, we now have three owners and a team of 12 people at HOSPER, which is a multidisciplinary office for both landscape architecture and urban design. HOSPER was founded in 1992 by one of the landscape architecture heroes of his time, Alle Hosper, who died in 1997. He was an inspiration for everybody at his office; he had an incredible amount of energy, sympathy and optimism, was forever publicly promoting the importance of landscape and public space, and he was one of the first designers who integrated urban design and landscape architecture.

opnieuw beginnen, om goed te kijken hoe mensen zich gedragen, om me flexibel op te stellen in bepaalde situaties, maar ook om mijn eigen normen en waarden te ontwikkelen en daaraan vast te houden. Na mijn middelbare school ging ik landschapsarchitectuur in Wageningen studeren. Mijn studietijd viel samen met een voor de landschapsarchitectuur opwindende en interessante periode. De veranderingen hingen in de lucht. Adriaan Geuze begon met zijn kantoor West8 vrijmoedige statements te maken, het stedelijke leven werd gevierd en nieuwe materialen werden toegepast. Ook in Frankrijk en Spanje ontstonden nieuwe ideeën; vooral in Barcelona. Tijdens mijn studie werkte mijn vader in Pakistan en Sri Lanka, dus mijn zus en ik reisden, soms vergezeld van vrienden, tijdens onze vakanties naar die regio. Door studie en reizen te combineren, initieerde ik een onderzoeksproject naar een park in Lahore, Pakistan, en deed ik mijn stage in Melbourne, Australië. Nadat ik mijn studie in Wageningen had afgerond, verhuisde ik meteen naar Amsterdam, op zoek naar plekken waar ik kon groeien als landschaps­architect, en op zoek naar stedelijk leven. In die eerste jaren werkte ik bij het ontwerpbureau HOSPER in Haarlem, bij de Alle Hosper was gemeente Velsen, bij OKRA de oprichter van en als free­lancer, om uiteinHOSPER. delijk weer terug te keren bij HOSPER. In 2006 werd ik één van de eigenaren van HOSPER. Op dit moment heeft HOSPER drie eigenaren en een team van in totaal twaalf mensen. HOSPER is een multidisciplinair bureau voor zowel landschapsarchitectuur als stedenbouw. Het werd in 1992 opgericht door één van de helden van de landschapsarchitectuur uit die tijd: Alle Hosper, die overleed in 1997. Hij was een bron van inspiratie voor iedereen in zijn bureau; hij had een ongelooflijke hoeveelheid energie, was sympathiek en optimistisch, stelde steeds publiekelijk het belang van landschap en openbare ruimte aan de orde, en hij was één van de eerste ontwerpers die stedenbouw en landschapsarchitectuur integreerde.

5


THE STATE OF THE WORLD Enough about me. I will now make a big leap from my private sphere to the global domain. Landscape architects always like to start their design process with systems and structures on the largest scale. That’s why the state of the world will act as a short introduction to the current issues of landscape architecture. First of all, climate change is a worldchanging fact. It means that temperatures are rising, with trends showing that in the Rising temperature causes Netherlands, for heat stress. example, there has been an average increase of up to 0.5 °C per decade.1 Designers, planners and policy makers have started working with heat stress maps for cities, to localise the need for solutions to rapidly rising temperatures. Within the Netherlands, The Hague is one of the cities with relatively severe heat stress, because it has one of the smallest amounts of green in the city. The heat stress map of The Hague shows that on average there is a difference of nearly 3 °C between the main bulk of the built-up area and the more rural areas around the city.2 Climate change also Heat stress in The means there will be more Hague is most extreme water-related severe in the city centre. problems. First of all, the sea level is rising because the global temperature is rising. At the same time, the amount of areas with droughts and floods is increasing everywhere in the world, thus creating water-related problems.3 The amount of areas where there is both a deficit and a surplus of water is bound to increase in the future. Even in The Netherlands, we experienced a long period of drought in the spring and summer of 2018, while in the same

DE STAAT VAN DE WERELD Genoeg over mij. Van mijn privésfeer maak ik nu een grote sprong naar de wereldschaal. Landschapsarchitecten beginnen hun ontwerpproces altijd graag met systemen en structuren op het hoogste niveau. Daarom gebruik ik de staat waarin de wereld zich nu bevindt als een korte introductie op de huidige thema’s die van belang zijn voor de landschapsarchitectuur. Ten eerste: de klimaatverandering is een onomstotelijk feit. Dit betekent dat de temperaturen omhoog gaan. Stijgende temperaturen veroorzaken hittestress. De trend in Nederland is een gemiddelde verhoging tot 0,5 °C per decennium.1 Ontwerpers, planners en beleidsmakers werken tegenwoordig met kaarten die de hittestress in steden inzichtelijk maken, zodat de lokale behoefte aan oplossingen voor snel stijgende temperaturen kan worden vastgesteld. Binnen Nederland is Den Haag één van de steden met relatief grote hittestress, vanwege de geringe hoeveelheid groen in de stad. De hittestresskaart van Den Haag laat zien dat er een gemiddeld verschil is van bijna 3 °C tussen de bouwmassa in het centrum en de meer landelijke gebieden rond de stad.2 Klimaatverandering beteHittestress doet zich in Den Haag vooral in kent ook dat zich extremere het centrum voor. problemen met water zullen voordoen. Ten eerste stijgt de zeespiegel omdat de temperatuur wereldwijd omhoog gaat. Tegelijkertijd hebben steeds meer gebieden in de wereld problemen met droogte en overstromingen, waardoor aan water gerelateerde problemen ontstaan.3 Het aantal gebieden waar zich zowel een tekort als een overschot aan water voordoet, zal naar verwachting omhoog gaan. Zelfs in Nederland hadden we in 2018 een lange periode van droogte

1. Global Climate Report, National Centers for Environmental Information, September 2018. See ncdc.noaa.gov 2. Stedelijk hitte-eiland effect (UHI) in Nederland, Atlas Natuurlijk Kapitaal, Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM), 2017. See atlasnatuurlijkkapitaal.nl 3. Worldwide Water Watch List September 2018, iSciences, 17 September 2018. See isciences.com

1.

Global Climate Report, National Centers for Environmental Information, september 2018. Zie ncdc.noaa.gov 2. Stedelijk hitte-eiland effect (UHI) in Nederland, Atlas Natuurlijk Kapitaal, Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM), 2017. Zie atlasnatuurlijkkapitaal.nl 3. Worldwide Water Watch List September 2018, iSciences, 17 September 2018. Zie isciences.com

6


in het voorjaar en de zomer, terwijl in datzelfde jaar zich in verschillende delen van het land ook overstromingen voordeden. Klimaat­ Problemen met water doen zich vooral verandering heeft voor als gevolg van de stijging van de ook gevolgen voor zeespiegel en een toenemend aantal droogtes en overstromingen. de biodiversiteit, die over de hele wereld op dit moment snel afneemt.4 We gaan hard richting onomkeerbare processen waarbij diersoorten uitsterven. De Wereldbank voorspelt dat veel gebieden in de wereld in 2050 minder voedsel zullen produceren dan nu het geval is, vanwege de klimaatverandering.5 Tegelijkertijd groeit Biodiversiteit neemt over de hele linie af. de wereldbevolking hard, en zal dat naar verwachting blijven doen, richting een dichtheid van meer dan 1.000 mensen per km2 op sommige plekken.6 Mensen trekken nog steeds richting steden; 55% van de wereldbevolking woont tegenwoordig in steden, In grote delen van de wereld terwijl de Verenigde de voedselproductie Naties verwachten dat in neemt naar verwachting af. 2050 70% van bevolking in steden woont.7

year there were also floods in various parts of the Netherlands. Climate change also affects global biodiversity, which is rapidly Water issues include a rising decreasing seawater level and more droughts worldwide at and floods. this moment.4 We are globally accelerating towards points of no return with respect to species that are becoming extinct. The World Bank predicts that by 2050 many parts of the world will produce less food than at this moment.5 At the same time, our Biodiversity population is growing fast decreases overall. and is predicted to keep on growing fast, towards a density of more than 1,000 people per km2 in some places.6 People still keep moving towards cities; 55% of the world population currently lives in cities, while the United Nations expects that In large parts of the 70% of the population world, food production is will live in cities by expected to decrease. 2050.7

Een groeiende bevolking zal leiden tot een hogere bevolkingsdichtheid.

A growing population will cause a higher amount of people per km2. 4. Living Planet Index, WWF. See livingplanetindex.org 5. World Development Report 2010: Development and Climate Change, The World Bank, 2010. See openknowledge.worldbank.org 6. World Population Prospects 2017, United Nations, Department of Economic and Social Affairs, Population Division, 2017. See population.un.org 7. 2018 Revision of the World Urbanization Prospects, United Nations, Department of Economic and Social Affairs, Population Division, 2018. See population.un.org

4. Living Planet Index, WWF. Zie livingplanetindex.org 5. World Development Report 2010: Development and Climate Change, The World Bank, 2010. Zie openknowledge.worldbank.org 6. World Population Prospects 2017, United Nations, Department of Economic and Social Affairs, Population Division, 2017. Zie population.un.org 7. 2018 Revision of the World Urbanization Prospects, United Nations, Department of Economic and Social Affairs, Population Division, 2018. Zie population.un.org

7


Steden groeien nog steeds en er is een toename van het aantal mega­ steden (stedelijke agglomeraties met meer dan 10 miljoen inwoners).

Cities are still growing and there’s an increase of megacities (metropolitan areas with over 10 million people).

Deze trek naar steden draagt bij aan de ontwikkeling van zogenaamde megasteden, met meer dan 10 miljoen inwoners. Weinig van deze megasteden zullen in WestEuropa verrijzen, maar elders in de wereld bevinden zich enkele snelgroeiende steden, zoals Lahore in Pakistan. In veel van deze steden Gemeten aan de hand van gaat de leefbaarheid dertig factoren zullen veel echter achteruit, steden een afname van de gemeten aan de hand van leefbaarheid ondervinden. objectieve maatstaven op het gebied van stabiliteit, gezondheidszorg, cultuur, milieu, onderwijs en infrastructuur.8 Dat hoeft de gelukservaring echter niet in de weg te staan. Adviesbureau Gallup Poll vroeg respondenten in een enquête om zich hun ideale leven voor te stellen en vervolgens hun feitelijke leven op een schaal van 1 tot 10 te waarderen, afgezet tegen dat ideale leven. Uit dit onderzoek blijkt dat, gemiddeld genomen, de meeste mensen op aarde nog redelijk gelukkig lijken te Volgens de Gallup World Poll 2012-2014 zijn de meeste zijn.9 mensen behoorlijk gelukkig.

This move of people towards cities is also resulting in the increase of so called ‘megacities’, with more that 10 million inhabitants. Few megacities are predicted to be in Western Europe, but there are some fast-growing cities elsewhere in the world, like Lahore in Pakistan. In a lot of these cities, Measured by thirty factors, however, there’s a many cities will experience decrease in liveability, a decrease in liveability. based on objective data that include stability, healthcare, culture, environment, education and infrastructure.8 This doesn’t necessarily influence people’s happiness. Consultancy firm Gallup Poll asked respondents to imagine the best possible life for them and then rank their current lives on a 0-to10 scale, relative to that best life. Luckily enough, it appears that most people in the world still seem pretty happy, on average.9 According to the Gallup World Poll 2012-2014, most people still seem pretty happy.

8. Global Liveability Ranking 2016, The Economist Intelligence Unit, 2016. See eiu.com 9. Gallup World Poll 2012-2014, World Happiness Report 2015, Sustainable Development Solutions Network, 2015. See unsdsn. org/happiness

8. Global Liveability Ranking 2016, The Economist Intelligence Unit, 2016. Zie eiu.com 9. Gallup World Poll 2012-2014, World Happiness Report 2015, Sustainable Development Solutions Network, 2015. Zie unsdsn. org/happiness

8


BELEID EN TRENDS Bewustwording van deze ontwikkelingen heeft geleid tot wereldwijd beleid. In Parijs werden in 2015 de meeste In het Klimaat­ landen het met elkaar eens akkoord van Parijs over de doelstelling om de uit 2015 is afgesproken dat de opwarming van de aarde te opwarming van de 10 aarde niet hoger beperken tot 2 °C. Afgezien mag zijn dan 2 °C. van bewustwording en een wereldomvattend beleid, is ook de trend dat groen goed is een goede ontwikkeling. Er is een groeiend bewustzijn van het feit dat planten, en vooral bomen, belangrijk zijn voor ons. Ze absorberen kooldioxide, geven schaduw en houden ons zowel geestelijk als lichamelijk gezond. Desondanks moeten we ons realiseren dat planten ontwerpmiddelen zijn die niet direct verlichting geven; ze lossen een probleem niet meteen op. Planten en vooral bomen hebben veel tijd nodig (ten minste 20 jaar) om te groeien tot een volwassen formaat met de bijbehorende positieve eigenschappen; het zijn langzame ontwerpmiddelen. Aan de andere kant leidt het idee dat groen goed is, soms tot nogal overdreven Groen is goed. toepassingen. Als je ‘architectuur’ en ‘groen’ intypt in een zoekopdracht in Google, krijg je de meest vreselijke beelden van gebouwen die zijn bedekt met een ondefinieerbare groene structuur die niets te maken heeft met architectuur of planten.

POLICY AND TRENDS Awareness of what is going on in the world has led to global policy. In 2015, in Paris, most countries According to the agreed on the goal to let Paris 2015 climate global warming rise no agreement, global warming should more than 2 °C.10 Besides not exceed 2 °C. the awareness and global policy, another good thing is the worldwide trend that green is good. There has been an increased awareness that plants, and especially trees, are important to us. To absorb and hold carbon dioxide and give shade, but also to keep us healthy and sane. Nevertheless, we need to realise that plants are design tools that do not provide instant relief; they do not solve a problem immediately. Plants and especially trees need a lot of time (at least 20 years) to grow to an adult size with the corresponding positive qualities; they are slow design tools. On the other hand, this idea of green being good also has a tendency to be used in an exaggerated Green is good. way. If you enter ‘architecture’ and ‘green’ in a Google search, you get the most awful images, with buildings that are covered in an indecipherable green structure that has nothing to do with either architecture or plants.

The risk involved in the idea of green being good is one-track greenwashing.

Het idee dat groen goed is, kan leiden tot overdreven greenwashing.

10. Paris Agreement, United Nations, 2015. See unfccc.int

10. Paris Agreement, United Nations, 2015. Zie unfccc.int

9


We hebben geleerd om de biodiversiteit op allerlei manieren te verhogen, door natuur-inclusieve ontwikkelingen na te streven.

We have learned to increase biodiversity in many possible ways, working towards nature-inclusive developments.

Mede dankzij het feit dat Maike van Stiphout hoofd van de afdeling Landschapsarchitectuur was, zijn we ons meer bewust geworden van de noodzaak om de biodiversiteit te vergroten. Maike heeft ons geleerd dat we de biodiversiteit op elke mogelijke manier moeten verhogen, dat we op een natuur-inclusieve manier moeten ontwerpen, en dat het werken met dwarsdoorsneden daarbij helpt. Dit bewustzijn van de noodzaak om de biodiversiteit te verhogen, heeft geleid tot de roep om meer natuur-inclusieve ontwikkelingen, zoals ook te zien is bij veel van de plannen van de gemeente Amsterdam. We zien de wens voor groenere leefomgevingen ook bij de verkoop van huizen. Met HOSPER hebben we gewerkt aan een kleine stedelijke inbreiding van slechts acht huizen genaamd Funenhof, dicht bij het Funenpark in Amsterdam, ontwikkeld door Vink Bouw en ontworpen door Arons & Gelauff. Deze huizen werden verkocht met beelden waarin planten in de openbare Groen verkoopt woningen: en gemeenschappehet Funenhof door Vink lijke ruimtes een grote Bouw, Arons & Gelauff en HOSPER. Rendering (boven) rol spelen. De huizen en eindresultaat (onder). werden ontworpen met vrijwel geen privĂŠ voortuinen, en helemaal geen achtertuinen. De planten hebben tijd nodig om te groeien, maar ik vind dit soort kleine inbreidingslocaties erg leuk. Groen verkoopt steden. Iedereen kent het succes van de High Line in New York.

Also due to the fact that Maike van Stiphout was head of the department of Landscape Architecture during the last four years, we have become more aware of the necessity to increase biodiversity. Maike has taught us that we need to increase biodiversity in all possible ways, to design in a nature-inclusive way and that working in cross sections helps us with that. This awareness of the necessity to increase biodiversity led to the call for more nature-inclusive developments, which the city of Amsterdam is promoting in a lot of their plans. We also see the wish for more green living environments in the houses that are being sold. At HOSPER, we have been working on a small infill development of only eight houses called Funenhof, very close to the Funenpark in Amsterdam, developed by Vink Bouw and with an architectural design by Arons & Gelauff. These houses were sold with an image in which plants in the public and communal spaces Green sells houses: played a big role. The Funenhof by Vink Bouw, houses were designed Arons & Gelauff and HOSPER. Rendering (top) with next to no private and final result (bottom). front yard and no backyards at all. The plants still need time to grow, but I like these kind of small green infill developments very much. Green sells cities. Everybody knows about the success of the High Line in New York. 10


Dit succes is zelfs in economisch opzicht bewezen, omdat de vastgoedprijzen in de buurt van de High Line keihard omhoog gingen. Ook andere steden gebruiken groene gebieden voor hun city branding, zoals Moskou met het Zaryadyepark. Een leeg stuk grond naast het Rode Plein, in de buurt van het Kremlin, werd niet gebruikt voor een nieuw winkelcentrum of een indrukwekkend museum, maar voor een nieuw stadspark. Het is een goedbezochte toeristische attractie geworden en bevordert daarmee het groene imago van Moskou.

Steden streven naar een groene identiteit, verkregen door bijvoorbeeld de High Line in New York en het Zaryadyepark in Moskou door Diller Scofidio.

DE STAAT VAN NEDERLAND Graag keer ik terug richting beleid, en een schaalniveau lager, naar Nederland. De wereldwijde klimaatdoelen werden in 2018 vertaald naar een Nederlandse klimaatovereenkomst die tot doel heeft in 2030 bijna 50% minder kooldioxide uit te stoten en in 2050 95% minder.11 Het grootste deel hiervan moet worden gerealiseerd door een overgang naar hernieuwbare energie. Aan de Academie zijn we gezegend met de aanwezigheid van de onderzoeksgroep High-Density In het Nederlandse Klimaatakkoord is vastgelegd Energy Landscapes. dat de uitstoot van CO2 in 2030 bijna gehalveerd moet Het onderzoek dat zijn. De energietransitie is daarvoor het belangrijkste door deze groep wordt middel. uitgevoerd, is nodig om grip te krijgen op de eisen en mogelijkheden van hernieuwbare energie. Ik heb het gevoel dat de meesten van ons zich nog niet realiseren hoe enorm groot het ruimtelijk beslag is dat de energietransformatie op het Nederlandse landschap zal leggen.

Cities aspire to a green identity, obtained by for instance the High Line in New York and the Zaryadye Park in Moscow by Diller Scofidio.

This success has been proven economically as well, as the prices for real estate in the vicinity of the High Line have gone up like crazy. Also in other cities, green areas are used for city branding, like in Moscow with the Zaryadye Park. An empty plot next to the Red Square, close to the Kremlin, was not used for a new shopping mall or an impressive museum, but for a big new urban park. It has become a popular tourist attraction and helped Moscow brand itself as a green city.

THE STATE OF THE NETHERLANDS Back to policy and moving down in scale towards the Netherlands. The global climate goals were translated into a Dutch climate agreement in 2018 to diminish the carbon dioxide emissions by nearly 50% by 2030 and 95% by 2050.11 The largest part will be realised by a change towards renewable energy. At the Academy, we are lucky to have the research group High-Density Energy Landscapes. The research conducted by this group is sorely needed to gain a grip on the demands and possibilities of renewable energy. The Dutch climate I have a feeling that most agreement aims to diminish of us do not yet realise CO2 emissions by nearly 50% by 2030. Energy the incredible spatial transformation will be the most important factor. demand that the energy transformation will place on the Dutch landscape. The exact spatial demand is quite difficult to specify at this moment, as we’re only beginning to realise the possibilities and consequences. For now, experts are working with the following data. 11. See klimaatakkoord.nl. The final version of this agreement will appear at the end of 2018

11. Zie klimaatakkoord.nl. De definitieve versie van dit akkoord zal eind 2018 verschijnen

11


De precieze ruimtelijke behoefte is op dit moment moeilijk vast te stellen, omdat we nog maar nauwelijks beseffen wat de mogelijkheden en gevolgen zijn. Op dit moment werken experts met de volgende gegevens. Voor windenergie zijn op termijn in Nederland tot wel 24.000 windturbines nodig, waarvan 3000 tot 4000 zijn gepland op het land. Voor zonnepanelen bedraagt de De omvang van het beslag toekomstige ruimtedat de energietransitie op de behoefte tot 100.000 openbare ruimte zal leggen, is nog niet bekend. hectare. Dit gebied is in grootte vergelijkbaar met het hele IJsselmeer. Iets meer dan de helft van dat oppervlak (tot 55.000 hectare) is gepland op het land, de rest op daken. Bovendien moeten de warmte en elektriciteit bestemd voor steden het liefst worden geproduceerd in de buurt van die steden. Dit vermindert het ruimtebeslag van transport en opslag van energie, en het verlies van energie tijdens dat transport. Hoe verder warmte en elektriciteit worden opgewekt van de steden, hoe groter de verliezen. Dit geldt vooral voor warmte, maar in mindere mate ook voor elektriciteit. Niet alleen hebben windturbines en zonnepanelen zelf ruimte nodig, ook met het ruimtebeslag van de infrastructuur boven en onder de grond moet rekening worden gehouden. In Infrastructuur heeft ruimte de meeste steden is de zowel boven als onder ondergrondse infrastruc- nodig, de grond. tuur een slecht gecoĂśrdineerde puinhoop die onnodig veel ruimte inneemt. Meestal liggen ondergrondse kabels en leidingen naast elkaar. De infrastructuur voor hernieuwbare energie brengt waarschijnlijk minstens ĂŠĂŠn nieuwe ruimte verslindende ondergrondse kabel met zich mee. Om bijvoorbeeld bomen te kunnen

Wind energy will require up to 24,000 wind turbines in the Netherlands, 3,000 to 4,000 of which are planned on land. With regard to solar panels, the spatial demand will be up to 100,000 hectares. This area is comparable to the size of the whole of IJsselmeer. Just over a half of that area (up to 55,000 hectares) is planned on land, the rest on roofs. And then, The total spatial demand of of course, heat and the energy transformation electricity for cities is not yet understood. should preferably be produced close to those cities. This minimises the space needed for infrastructure and storage of energy, and the loss of energy during transport. The more heat and electricity production are removed from cities, the greater the losses. This mainly applies to heat, but to a lesser extent also for electricity. Not only do wind turbines and solar panels themselves demand space, also the infrastructure above and underground should be taken into account as a spatial demand. In most cities, the underground infrastructure seems a badly coordinated mess, which takes up an unnecessary amount of space. Most of the time, underground transport cables are planned next to each other. The infrastructure for renewable energy Infrastructure demands will probably require space above and at least one more underground. space-consuming underground cable. To be able to plant trees, for instance, spatial design for the underground space is needed. Besides the space necessary for transportation of renewable energy, storage is also space-consuming. Storage always seems to be planned under or in 12


planten, is ruimtelijk ontwerp voor de ondergrond noodzakelijk. Behalve de ruimte die nodig is voor het transport van hernieuwbare energie, neemt de opslag daarvan ook veel ruimte in. Opslag lijkt altijd te worden gepland onder of in de openbare ruimte, in plaats van onder of in gebouwen. Daardoor gaat energieopslag ten Energieopslag gaat meestal koste van het landschap. ten koste van de openbare Er zijn veel slechte voorruimte, zonder toegevoegde waarde. beelden van energieopslag, zoals zogeheten smart storage: een lelijk groot object in de openbare ruimte, dat de energie voor 200 huizen in de buurt voor slechts 2 uur kan opslaan. Gelukkig zijn er ook goede voorbeelden. Op de High Tech Campus in Eindhoven, ontworpen door Juurlink+Geluk, draagt de opslag van hernieuwbare energie bij Energieopslag kan de aan de kwaliteit van de openbare ruimte verbeopenbare ruimte. In de teren, zoals de High Tech Campus Eindhoven door zitelementen boven de Juurlink+Geluk. grond is alle benodigde toegankelijkheid tot de ondergrondse opslagruimte voor koude, hitte en data geïntegreerd. Behalve het vraagstuk van de hernieuwbare energie zijn er nog een paar grote landschappelijke kwesties in Nederland. Deze hebben niet per se meer ruimte nodig, maar vereisen wel ruimtelijk onderzoek en ontwerp. Bovendien hebben ze nieuwe ideeën, benaderingswijzen en bewustzijn nodig. Eén daarvan is de verwachte stijging van de zeespiegel en de bijbehorende kustverdediging. De Nederlandse regering heeft in 1990 besloten om vanaf dat moment onze kust te fixeren in de huidige positie en te verdedigen. Voor dat besluit was de Nederlandse kustlijn minder rigide en meer onderhevig aan veranderingen ten gevolge van natuurlijke erosie. Om de kustlijn te behouden, heeft Rijkswaterstaat methoden

unbuilt space, instead of being planned under or integrated into buildings. Therefore, energy storage is often planned at the expense of public space or landscape. A lot of bad examples for energy storage can be found, like something called ‘smart storage’: an ugly big object in the public space, which can store Energy storage is most energy for 200 houses often planned at the in the neighbourhood expense of public space, without adding any value. for only 2 hours. Luckily, there are also good examples. On the High Tech Campus Eindhoven, designed by Juurlink+Geluk, renewable energy storage adds to the quality of the public space. The seating elements above ground integrate all required accessibility to the underground data points and coldEnergy storage can improve heat storage elements. public space, like the High Besides the Tech Campus Eindhoven by Juurlink+Geluk. renewable energy issue, there are a few more big landscape issues in the Netherlands. These do not necessarily demand space, but they do need spatial research and design. Moreover, they need new ideas, a new way of thinking and awareness. One of them is the expected sea level rise and the coastal defence that comes with it. The Dutch government has decided to fix and guard our coastline from 1990 onwards at the current position. Before that decision, the Dutch coastline was less rigid and prone to changes because of natural eroding and changes. In order to fix the coastline, Rijkswaterstaat, the government body for public works and water management, has developed methods to guard it, mostly through sand suppletion (raising the height of the beaches or underwater sandbanks by 13


ontwikkeld om deze te bewaken, vooral door zandsuppletie (het verhogen van de stranden en zandbanken onder de waterspiegel door het opspuiten van grote hoeveelheden zand). Rijkswaterstaat houdt rekening met een grote toename van de benodigde hoeveelheid zand gedurende de komende decennia. Op dit moment wordt jaarlijks 12 miljoen m3 zand gebruikt voor zandsuppleties, maar dit zal stijgen tot 24 miljoen of – in het geval van een snelle zeespiegelstijging – zelfs 66 miljoen m3 in de periode na 2040. Stukje bij beetje wordt deze benaderingswijze kritisch bevraagd. Bijvoorbeeld in een krantenartikel van de klimaatwetenschapper Peter Kuipers Munneke, onder de titel ‘De vraag is niet óf Nederland onder water verdwijnt, maar wannéér’.12 Ik ben blij dat er experimenten worden gedaan naar nieuwe manieren van kustverdediging. Machiel Spaan, Bruno Doedens en een groot aantal studenten hebben met verschillende projecten aan de kust De Delta Flume. onderzoek uitgevoerd naar wind en natuurlijke afzettingsprocessen en hoe die kunnen worden ingezet. Ook experimenteerde onderzoeksinstituut Deltares in 2018 met wilgenbomen die werden onderzocht op hun vermogen om golven te breken in de Delta Flume, een 300 meter lang kanaal met een zeer grote golfopwekker. En er zijn excellente afstudeerders landschapsarchitectuur van de Academie die hun afstudeerproject aan deze landschappelijke zand- en watersystemen hebben gewijd, zoals Mirte van Laarhoven en Anne Nieuwenhuijs. Een ander typisch Nederlands probleem is bodemverzakking. Grote delen van het Nederlandse landschap bestaan uit veenbodems. De meeste veenbodems worden gebruikt voor de melkveehouderij. Ten behoeve van het vee en de landbouwmachines passen de waterschappen de waterstand elk decennium aan, zodat die ongeveer 50 cm onder het maaiveld blijft. Deze verlaging van de waterstand is mogelijk sinds de beschikbaarheid van waterpompen, eerst in de vorm van windmolens,

adding mounds of sand). Rijkswaterstaat has taken into account a large increase of the required sand volume in the coming decades. While currently 12 million m3 sand is used annually, this figure will rise towards 24 million or – in the case of a fast sea level rise – even 66 million m3 in the period after 2040. But now, little by little, new views on this issue are emerging, for example in a newspaper article by a well-known climate scientist, titled ‘The question is not whether the Netherlands will disappear under water, but when.’12 I am happy that a couple of experiments on new methods of coastal defence are taking place. Machiel Spaan, Bruno Doedens and a lot of students have conducted research into wind and natural sediment processes and how to use those. In 2018, the research institute Deltares experimented with The Delta Flume. willow trees that were being researched in terms of their ability to break waves in the Delta Flume, a 300-metre long water channel with a very large wave generator. And there are excellent landscape graduates from the Academy who have been exploring this issue with their graduation projects, like Mirte van Laarhoven and Anne Nieuwenhuijs. Another very Dutch landscape issue is soil subsidence. Large parts of the Dutch landscape are made up of peat soils. Most of these peat soils are used for dairy farming. For the cows and the machines of the dairy farms, the water level is lowered every decade by the Dutch water boards (Waterschappen), to be kept at around 50 cm under ground level. This lowering of the water level has occurred since the availability of water pumps, starting with the invention of the wind mill in the 15th century and later with the first steam-powered water pump built at the end of the 18th century. The peat in these areas will 12. Peter Kuipers Munneke, ‘De vraag is niet óf Nederland onder water verdwijnt, maar wannéér’, NRC Handelsblad, 13 July 2018, pp. 18-19

12. Peter Kuipers Munneke, ‘De vraag is niet óf Nederland onder water verdwijnt, maar wannéér’, NRC Handelsblad, 13 juli 2018, pp. 18-19

14


die werden uitgevonden in de 15de eeuw, en vanaf het einde van de 18de eeuw in de vorm van stoomgemalen. Zolang de waterstanden telkens worden verlaagd, zal het veen in deze gebieden Een toename van de bevolblijven oxideren en king en kleinere huishoudens verdwijnen. De stichting resulteren in een groeiende vraag naar woningen. Climate Adaptation Services verwacht dat sommige gebieden als gevolg van oxidatie tot 2050 meer dan 60 cm zullen dalen.13 De oxidatie van veen gaat gepaard met de uitstoot van grote hoeveelheden kooldioxide. Ook aan dit onderwerp hebben enkele excellente studenten van de Academie onderzoek en afstudeerprojecten gewijd, zoals Jelmar Brouwer, Paul Plambeck and Tim de Kort. Ze stellen voor om de Nederland heeft in 2040 verlaging van de water1 miljoen nieuwe woningen standen te stoppen, om nodig, wat neerkomt op 75.000 nieuwe woningen te voorkomen dat veen per jaar. blijft oxideren en de bodem blijft dalen. Hierdoor zullen radicale veranderingen plaatsvinden in het huidige agrarische systeem op de Nederlandse veenbodems. Behalve de ruimteeisende transformatie naar hernieuwbare energie, heeft Nederland ook ruimte nodig om nieuwe huizen te bouwen. Dit is urgent, vanwege de groeiende Amsterdam groeit richting 1 bevolking en het aantal miljoen inwoners in 2035. huishoudens, terwijl het gemiddelde aantal mensen per huishouden nog steeds omlaag gaat. Het Economisch Instituut voor de Bouw heeft berekend dat er tot 2040 vraag is naar 1 miljoen nieuwe huizen, vooral in de buurt van de bestaande grote steden. Dat komt neer op een vraag naar 75.000 huizen per jaar tot 2040.14

keep on oxidising and vanishing if the water levels keep on being lowered. The Dutch foundation for climate adaptation services CAS expects that, as a result of An increase in population oxidation, some areas and smaller households will sink more than result in an increased housing demand. 60 cm by 2050.13 As this peat oxidises, a lot of carbon dioxide is released. Some excellent Academy students have also done research and graduation projects in relation to this issue, like Jelmar Brouwer, Paul Plambeck and Tim de Kort. They propose to stop lowering the water levels to prevent the peat from oxidising, and the soil from sinking, which will involve radical The Netherlands needs changes in the current 1 million more houses by agricultural system on 2040, which comes down to 75,000 new houses per the Dutch peat soils. year. Besides the spacedemanding transformation towards renewable energy, the Netherlands also needs space to build new houses. This is needed fast, because of the increase in population and households, while the amount of people per household is still decreasing. Research institute EIB calculates the current Amsterdam is growing demand at around towards 1 million 1 million houses by inhabitants by 2035. 2040, mostly needed in the vicinity of the existing big cities. This means there is a demand for 75,000 houses per year by 2040.14 So, in conclusion so far: we currently have lots of spatial demands on our outdoor space, above and underground: to diminish heat stress, to solve our 13. Bodemdaling 2016-2050, Klimaateffectenatlas, Stichting Climate Adaptation Services, 2016. See klimaateffectatlas.nl 14. Investeren in Nederland: Scenariostudie, Economisch Instituut voor de Bouw, June 2015. See eib.nl

13. Bodemdaling 2016-2050, Klimaateffectenatlas, Stichting Climate Adaptation Services, 2016. Zie klimaateffectatlas.nl 14. Investeren in Nederland: Scenariostudie, Economisch Instituut voor de Bouw, juni 2015. Zie eib.nl

15


problems concerning water (that is droughts, floods and water quality), to increase the biodiversity, to transform our energy system towards renewable energy and to build more houses for more inhabitants. All growing cities in the Netherlands have these spatial demands, like in other parts of Europe and the rest of the world. I want to take Amsterdam as an example to look at the implications of a few of the current spatial demands.

In conclusie tot nu toe: er is op dit moment een grote druk op onze buitenruimte, boven en onder de grond: om de hittestress te verlagen, om onze problemen met water op te lossen (droogte, overstromingen en waterkwaliteit), om de biodiversiteit te vergroten, om hernieuwbare energie mogelijk te maken, en om meer huizen voor meer inwoners te bouwen. Alle groeiende steden in Nederland hebben deze ruimtelijke wensen, net als andere delen van Europa en de rest van de wereld. Om de gevolgen van een aantal van deze ruimtelijke eisen op de openbare ruimte te laten zien, gebruik ik graag Amsterdam als voorbeeld. DE STAD AMSTERDAM Het aantal inwoners van Amsterdam zal tegen 2035 waarschijnlijk zijn gegroeid tot 900.000 of 1 miljoen.15 Vanwege dit hogere inwonersaantal zal Amsterdam haar mobiliteitsopgaven moeten heroverwegen. Een goed voorbeeld van een gebied met een grote infrastructurele druk is te vinden bij de veerponten aan de noordzijde van het Centraal Station. De shared space die hier is ontworpen, werkt verbazingwekkend goed. Maar op andere plekken zullen mobiliteitsconflicten waarschijnlijk toenemen, niet alleen vanwege een groeiend aantal voetgangers en fietsers, maar ook vanwege andere vervoersmodaliteiten in Amsterdam, zoals boten en expeditieverkeer. Bovendien lopen in de stad niet alleen inwoners rond. Er is inmiddels ook een immens aantal toeristen;

Een toename van het aantal weggebruikers noopt tot oplossingen om conflicten in het ruimtegebruik te voorkomen.

Steeds meer toeristen gebruiken de openbare ruimte van Amsterdam: op dit moment 18 miljoen toeristen ten opzichte van 840.000 inwoners.

THE CITY OF AMSTERDAM If we take a look at Amsterdam, the number of inhabitants is likely to grow towards 900,000 or 1 million inhabitants by 2035.15 With more people in the city, Amsterdam needs to rethink its mobility issues. A good example of an area with a lot of mobility pressure is the ferry terminal at the north side of the Amsterdam Central station. The shared space that is designed here works remarkably well. But other mobility conflicts are bound An increase of people on the to increase, not streets requires solutions only because of the to avoid conflicts in spatial use. increasing numbers of pedestrians and cyclists, but also because of other mobility modes in Amsterdam, like boats and (un)loading vehicles. The city doesn’t only have inhabitants moving around. There are also More tourists use immense numbers of Amsterdam’s public space: tourists; in 2017, about currently 18 million tourists as opposed to 840,000 18 million people inhabitants. visited the city.16 15. Amsterdam in cijfers 2017, Gemeente Amsterdam, Onderzoek, Informatie en Statistiek, november 2017. See ois.amsterdam.nl 16. Perspectief 2030: Een nieuwe visie op bestemming Nederland ten behoeve van het welzijn van alle Nederlanders, NBTC Holland Marketing, October 2018

15. Amsterdam in cijfers 2017, Gemeente Amsterdam, Onderzoek, Informatie en Statistiek, november 2017. See ois.amsterdam.nl 16. Perspectief 2030: Een nieuwe visie op bestemming Nederland ten behoeve van het welzijn van alle Nederlanders, NBTC Holland Marketing, October 2018

16


in 2017 bezochten ongeveer 18 miljoen mensen de stad.16 Op enkele plekken is de openbare ruimte zelfs speciaal voor hen ingericht, met zogeheten ‘selfiezones’. Deze toeristen leggen een groot beslag op de openbare ruimte. Over de hele linie neemt het aantal infrastructurele conflicten in Amsterdam snel toe, tussen voet-

Inwoners en toeristen willen dezelfde ruimte gebruiken.

Tot de plannen voor nieuwe woningbouwprojecten behoren 250.000 nieuwe huizen in de Metropoolregio Amsterdam, waarvan 70.000 in de stad zelf zijn gepland.

gangers en fietsers, maar bijvoorbeeld ook tussen toeristen en inwoners. Misschien zou het hele stadscentrum ontworpen moeten worden als shared space. Voor het groeiende aantal inwoners zijn in de metropoolregio Amsterdam tot 2040 230.000 nieuwe huizen gepland.17 70.000 daarvan zijn gepland binnen de stad Amsterdam.18 Op dit moment is de stad gezegend met een stadsbestuur met hoge politieke ambities op het gebied van duurzaamheid. Tegelijkertijd is het stadsbestuur van plan om de benodigde hoeveelheid huizen te realiseren binnen de huidige grenzen van het bebouwde gebied. Dat heeft grote gevolgen voor de open ruimte binnen de stad. Amsterdam heeft een stadsHistorisch gezien heeft bestuur met hoge duurzaamAmsterdam een goede heidsdoelstellingen. traditie waarbij de

Inhabitants and tourists want to use the same space.

The city’s public space is even designed for them at certain locations, with socalled ‘selfie-zones’. These tourists demand a lot of public space. In general, the amount of infrastructural conflicts in Amsterdam is rapidly increasing, between pedestrians and cyclists, but also between tourists and

Plans for new housing developments include 250,000 by 2040 in the region of Amsterdam, 70,000 of which will be in the city itself.

inhabitants. Maybe the whole city centre should become a shared space. For the increasing number of inhabitants, 230,000 houses are planned to be built in the region of Amsterdam, the MRA, by 2040.17 70,000 of those houses are planned within the city of Amsterdam.18 At this moment, the city is blessed with a city government that has high political ambitions with regard to sustainability. At the same time, the city government intends to build the required number of new houses within the existing borders of the built-up area. That has great implications for the open space within the city. Historically, Amsterdam has a The city of Amsterdam has very good tradition of a political city government designing green public with high sustainability ambitions. space alongside, or 17. Overdrachtsdocument Metropoolregio Amsterdam Actie 1.1: In gesprek over onze woningbouwopgave tot 2040, Metropoolregio Amsterdam, March 2018. See metropoolregioamsterdam.nl 18. Structuurvisie Amsterdam 2040, Gemeente Amsterdam, 2011

17. Overdrachtsdocument Metropoolregio Amsterdam Actie 1.1: In gesprek over onze woningbouwopgave tot 2040, Metropoolregio Amsterdam, March 2018. See metropoolregioamsterdam.nl 18. Structuurvisie Amsterdam 2040, Gemeente Amsterdam, 2011

17


In het verleden ging de aanleg van groene ruimtes altijd samen met nieuwe woningbouwprojecten.

Historically, developments of green space have always gone together with new housing developments.

18


groene openbare ruimte wordt ontworpen gelijktijdig met of voorafgaand aan nieuwe woningbouwgebieden. Tijdens de aanleg van de grachtengordel, tot ongeveer 1700, werden langs de grachten al bomen gepland om de kwaliteit van de openbare ruimte te verbeteren. Bij de aanvang van de tweede grote uitleg van Amsterdam, tussen 1870 en 1930, werden vier grote stadsparken ontworpen: Vondelpark, Sarphatipark, Westerpark en Oosterpark. En in het befaamde algemeen uitbreidingsplan van 1935 Bij de derde grote stadsuitleg (het Uitbreidingsplan uit werd voorzien in de Algemeen 1935) kreeg Amsterdam de bekende vingerstructuur. aanleg van grote groene gebieden, zoals het Amsterdamse Bos en de Sloterplas met de bijbehorende groene randen. In deze periode werd ook de vingerstructuur van de stad ontworpen. Deze bestaat nog steeds en maakt groene verbindingen mogelijk tussen het landschap buiten de stad en de binnenstad. Al deze inmiddels lang bestaande groene ruimtes zijn van enorm belang voor de stad, en vormen samen de hoofdgroenstructuur van Amsterdam. Maar behalve deze hoofdgroenstructuur is er nog meer. Gedurende het laatste decennium heeft de stad Amsterdam een aantal stedelijke ruimtes bijna stilzwijgend getransformeerd in meer parkachtige stedelijke ruimtes. Persoonlijke favorieten van mij zijn het Orlyplein voor treinstation Sloterdijk en het Ten Kateplein. Beide waren voorheen volledig verhard. Een aantal straatprofielen is ook heringericht, met Alle groene ruimtes vormen samen de de Wibautstraat

hoofdgroenstructuur van Amsterdam.

even prior to, new housing developments. During the development of the inner-city ring of canals, until around 1700, trees were already planted along the canals to improve the quality of the public space. At the start of the second big expansion of Amsterdam, from 1870 until 1930, four big green city parks were designed: Vondelpark, Sarphatipark, Westerpark and Oosterpark. And within the famous city extension plan AUP of 1935, big green areas were designed, like the The third big expansion (the city Amsterdamse Bos extension plan AUP from 1935) and the Sloterplas gave Amsterdam the famous finger structure. and its extensive green fringes. This was also the occasion at which the fingerlike structure of the city was planned. It still exists and makes green connections possible between the landscape outside the city and the inner city. All these long-standing green public spaces are of enormous value to the city and make up Amsterdam’s main green structure. But besides the green spaces of the main green structure, there is more. In the last decade, the city of Amsterdam has almost silently transformed a lot of the city squares into more park-like urban spaces. I personally love these two examples: the Orlyplein in front of the Sloterdijk train station and the Ten Kateplein. Both used to be completely paved. Street profiles have also been transformed, of which the Wibautstraat is the most impressive. Obviously, we can no longer divide All big green spaces make up the urban space into Amsterdam’s main green structure.

19


Tot het grote aantal openbare ruimtes dat recent werd getransformeerd, behoren het Orlyplein en het Ten Kateplein.

The large amounts of public spaces that were recently transformed include Orlyplein and Ten Kateplein.

20


Sommige straatprofielen hebben indrukwekkende veranderingen ondergaan, zoals de Wibautstraat.

als het meest indrukwekkende voorbeeld. Het is duidelijk dat we stedelijke ruimtes niet langer kunnen indelen in twee verschillende categorieÍn: groene parken en verharde pleinen. Dit blijkt ook uit de publicatie Projecten Openbare Ruimte, Amsterdam 2012-2017 door Eric van der Kooij, stedenbouwkundig ontwerper bij de gemeente Amsterdam, en zijn collega’s.19 Het boek belicht veel van deze onlangs getransformeerde buitenruimtes. Van der Kooij betoogt terecht dat we de openbare ruimtes van de stad moeten beschouwen als een netwerk van coherente ruimtes. Alle openbare ruimtes en straten verbinden het landschap binnen en buiten de stad middels scenografische routes.

Some street profiles have had impressive transformations, such as the Wibautstraat.

De nieuwe publicatie over Amsterdam door Eric van der Kooij toont een netwerk van coherente openbare ruimtes.

The new publication about Amsterdam public spaces by Eric van der Kooij shows a network of coherent public spaces.

Openbare ruimtes en straten verbinden het landschap binnen en buiten de stad middels scenografische routes.

Public spaces and streets connect the landscape inside and outside the city with scenographic routes.

two different categories: the green parks and the paved squares. This also becomes apparent in the publication Projecten Openbare Ruimte, Amsterdam 2012-2017 (Public Space Projects, Amsterdam 2012-2017) by Eric van der Kooij, urban designer at the City of Amsterdam, and his colleagues.19 It shows many of these recently transformed public spaces. Van der Kooij rightfully argues that we need to see the public spaces of the city as a network of coherent spaces. All public spaces, together with the streets, connect the landscape inside and outside the city through scenographic routes.

19. This publication will come out in December 2018

19. Deze publicatie zal verschijnen in december 2018

21


22


Het bestaande Westerpark werd ontworpen door Leonard Springer in 1891 en door Kathryn Gustafson in 1997.

The existing Westerpark was designed by Leonard Springer in 1891 and by Kathryn Gustafson in 1997.

23


DE HUIDIGE PLANNEN NADER BEKEKEN Een blik op de huidige ruimtelijke ontwikkelingen vormt een goede manier om inzicht te krijgen in de huidige ideeĂŤn over openbare ruimte, bijvoorbeeld voor de grootste woningbouwlocatie in Amsterdam op dit moment: Haven-Stad. Het is interessant om Haven-Stad te vergelijken met de Leidsche Rijn in Utrecht, dat minder dan 20 jaar geleden werd ontworpen (een korte periode in stedenbouwkundige termen). Leidsche Rijn werd aangelegd buiten de bestaande stad, en is veel weidser van opzet. Vooral opvallend is het feit dat Leidsche Rijn twee keer zoveel parkoppervlak heeft als Haven-Stad: Havenstad Haven-Stad als een voorkrijgt 160 hectare park; beeld van de huidige Leidsche Rijn heeft ontwikkelingsstrategieĂŤn: Visiekaart 2040. 390 hectare park. Maximapark, ontworpen door West8, vormt het groene hart van Leidsche Rijn.

Haven-Stad versus Leidsche Rijn. Havenstad krijgt 160 hectare park; Leidsche Rijn heeft 390 hectare park.

Het Maximapark door West8 vormt het hart van Leidsche Rijn.

A CLOSER LOOK AT CURRENT PLANS A good way to gain insight into the existing ideas about public space is to look at current spatial developments, for instance within the largest current housing development in Amsterdam: Haven-Stad. An interesting comparison to the Haven-Stad development is the Leidsche Rijn development in Utrecht, planned little less than 20 years ago (a short period of time within the discipline of urban planning). The Leidsche Rijn development was planned outside of the existing city and is spread out much more. But most apparent of all, Leidsche Rijn has more than twice the Haven-Stad as an example park area of Havenof current developing Stad: Havenstad will strategies: Visiekaart 2040. have 160 hectares of parks; Leidsche Rijn has 390 hectares of parks. Maxima Park, designed by West8, forms the large green heart of Leidsche Rijn.

Haven-Stad versus the Leidsche Rijn development. Havenstad will have 160 hectares of parks; Leidsche Rijn has 390 hectares of parks.

Maxima park by West8 forms the centre of Leidsche Rijn.

24


Een soortgelijk nieuw park is niet voorzien in Haven-Stad. In de plannen worden twee grote groene gebieden getoond: Groot Westerpark en de Noorder IJ-plas, die beide deels al bestaan. Groot Westerpark, met een oppervlakte van 106 hectare, lijkt groot genoeg in vergelijking met andere stadsparken (het Central Park in New York is 350 hectare en het Vondelpark in Amsterdam 46 hectare). Tot de grote groene ruimtes Groot Westerpark is die gepland zijn, behoren samengesteld uit een bestaande openbare ruimtes: Groot Westerpark en de aantal verschillende Noorder IJ-Plas. bestaande gebieden. Een groot gedeelte wordt gevormd door het huidige Westerpark, dat bestaat uit het historische Westerpark uit de jaren negentig van de negentiende eeuw, ontworpen door Leonard Springer, en een nieuwer deel dat in 1997 werd ontworpen door Kathryn Gustafson. Groot Westerpark moet in de toekomst rekening houden met een groot aantal extra bezoekers, want binnen een omtrek van 1,5 km zullen volgens de plannen twee keer zoveel mensen wonen. Westerpark is op dit moment een kwalitatief hoogwaardig park en het ĂŠĂŠn-na-best bezochte park van Amsterdam, met nu al meer dan 1 miljoen bezoekers per jaar.

Met een verdubbeling van het aantal bewoners in de omtrek van 1,5 km, zal Groot Westerpark een enorme toename van bezoekers moeten verwerken.

A new park like that is not planned in Haven-Stad. There will be two large green areas: Great Westerpark and Noorder IJplas, both already partly existing. Great Westerpark, with its surface of 106 hectares, seems big enough in comparison with other city parks (New York Central Park is 350 hectares and Amsterdam The planned big green Vondelpark 46 public spaces include hectares). Great existing public spaces: Great Westerpark and Westerpark Noorder IJ-Plas. comprises a couple of different existing areas. A large part is formed by the current Westerpark, which consists of the historic Westerpark from the 1890s, designed by Leonard Springer, and a newer part designed by Kathryn Gustafson in 1997. Great Westerpark can count on a lot of extra visitors in the future, as there will be a doubling of inhabitants within a radius of 1.5km. Westerpark is currently a high-quality park and the second-most visited park in Amsterdam, with already over 1 million visitors per year.

With a doubling of inhabitants within a radius of 1.5 km, Great Westerpark will experience an enormous increase in visitors.

25


Westerpark trekt meer dan 1 miljoen bezoekers per jaar; het is het op één-na-best bezochte park in Amsterdam.

Westerpark has more than 1 million visitors per year; it’s the second-most visited park in Amsterdam.

Westerpark is op een zonnige dag heel populair, of nogal Westerpark on a sunny day is very well used, or quite drukbezocht, afhankelijk van je gezichtspunt. crowded, depending on your point of view.

Elke zomer vinden in Westerpark wekelijks salsaavonden plaats onder de naam Summer Breeze Latin Night.

Each summer, Westerpark hosts weekly salsa events called Summer Breeze Latin Night.

26


Bij goed weer is Westerpark behoorlijk druk. Het is een zogeheten cultuurpark, met veel evenementen, zoals salsa-avonden, nationale voetbalwedstrijden die worden vertoond op grote schermen, en enorme muziekfestivals zoals Milkshake. In 2018 steeg het aantal vergunningen voor evenementen in het park. Tussen maart en september zijn nu nog maar twee weekenden over waarin geen grote evenementen of meerdere gelijktijdige kleine evenementen zijn gepland. Met het oog op een verhoging van de biodiversiteit, die relatief laag is in vergelijking met Vondelpark, Oosterpark en Sarphatipark, zou een maximum gesteld moeten worden aan het aantal evenementen. Behalve evenementen wordt in de openbare ruimte ook gesport. De meeste steden worden graag gezien als ‘een gezonde stad’. Steden stimuleren het fietsen en wandelen in de stad en ambiëren de mogelijkheden voor allerlei soorten buitensporten te vergroten. Gebaseerd op de huidige sportnorm zou in HavenStad voor de bouw van het maximaal aantal woningen (70.000) het equivalent van 35 extra voetbalvelden nodig zijn ten behoeve van sportverenigingen en daarbovenop het equivalent van zeven extra voetbalvelden ten behoeve van sporten

Grote menigten vieren de WorldCup 2010 in Westerpark.

Crowds celebrated the WorldCup 2010 in Westerpark.

Het jaarlijkse festival Milkshake vindt plaats in Westerpark.

The annual Milkshake festival is held in Westerpark.

De biodiversiteit in Westerpark is laag in vergelijking met de andere parken en groene plekken in Amsterdam.

Biodiversity in Westerpark is low in comparison to Amsterdam’s other parks and green spaces.

Westerpark is een populaire bestemming voor mensen die van buitensport houden.

Westerpark is a popular destination for outdoor sports enthusiasts.

27

When the weather is good, Westerpark is quite busy. It’s a so-called culture park, with lots of events, like salsa evenings, national soccer games shown on big screens, and huge music festivals like Milkshake. In 2018, the number of permits for events was increased. Between March and September, there are now only two weekends left without big events or various simultaneous small events. Considering the intention to increase Westerpark’s biodiversity, which is relatively low in comparison to Vondelpark, Oosterpark and Sarphatipark, a maximum number of events should be set. Besides events, another thing taking place in public space is sports. Most cities want to be seen as a healthy city. They advocate moving through the city on bike or on foot and want to increase the amount of possibilities for all kinds of outdoor sports. For HavenStad, based on the current norm for sports, developing the maximum number of houses (70,000) would add up to an area of 35 extra football fields for sports clubs and an area equalling seven


in de openbare ruimte. Maar in de plannen voor Haven-Stad is daarmee nauwelijks rekening gehouden; het idee is om het gebruik van de bestaande sportvelden te intensiveren. Slechts twee sportcomplexen met sportvelden worden in de plannen getransfor- In Haven-Stad worden weinig nieuwe sportvoorzieningen meerd en vergroot. Eén gepland. daarvan wordt voorgesteld als een behoorlijk karige voorziening, alleen te gebruiken door sportverenigingen. Het onderscheid tussen privéterrein en openbaar gebied is een ander onderwerp dat van belang is voor Slechts twee sportvoorziede plannen voor Groot ningen worden getransforWesterpark. Behalve meerd en vergroot; ze bieden weinig toegevoegde waarde. door private sportclubs, wordt een groot deel (minsterns een derde) van Groot Westerpark in beslag genomen door 600 volkstuintjes, voor privégebruik. Het idee is dat dit deel van het park publiek toegankelijk wordt. In de plannen voor Haven-Stad staat dat de mogelijkheden om dit terrein deels voor het publiek open te stellen, zullen worden onderzocht. Officieel zijn tot nu toe alleen plannen gemaakt voor een transformatie van de uiterst smalle randzones van dit enorme volkstuinpark. Op dit moment zijn de 600 Maar om dit gebied volkstuinen bestemd voor geschikt te maken voor privégebruik. Er zijn een paar opties om publiek gebruik publiek gebruik, en mogelijk te maken. om het een integraal onderdeel van Groot Westerpark te laten worden, is meer nodig dan dat. De volkstuinen zouden bijvoorbeeld kunnen worden getransformeerd op basis van de ideeën in het recent gepubliceerde boek Flourishing Foodscapes, als een

extra football fields for sports in the public area. But in the plans for Haven-Stad, there’s barely extra space planned for sports; the idea is to intensify the use of current sport fields. Only two sport field Very few new sport areas are transformed facilities are planned in and enlarged in the Haven-Stad. plans, one of which is currently imagined as a pretty barren area, solely to be used by sport clubs. The distinction between privately used and public parts is another thing to take into account Only two sport facilities are when thinking about transformed and enlarged; Great Westerpark. they show little added value. Besides the private sport clubs, a large area (at least one third) of Great Westerpark is taken up by 600 allotment gardens, for private use. The idea is that part of this area will be used as a public park. The HavenStad plan states that possibilities will be studied to partly open up this area to the public. Officially, so far, plans for transformation of this huge area have only been made for the very narrow edges of Currently, 600 allotment the allotment garden gardens are privately used. area. But for this area There are few possibilities for enlarging public use. to be of greater public use, and to become a real part of Great Westerpark, more transformation than that will be needed. This allotment garden area could very well be transformed using the ideas shown in the recently published book Flourishing

28


De volkstuinen kunnen worden getransformeerd in flourishing foodscapes, zodat ze kunnen dienen voor voedselproductie zoals in Dar es Salaam and Rosario.

The allotment gardens could be transformed into flourishing foodscapes, producing food like in Dar es Salaam and Rosario.

voedselproductiegebied voor stadsbewoners.20 Of nog beter: een combinatie van openbaar park en voedselproductiegebied, zoals het varkens-losloopgebied Stadsvarkens in Ede. De plannen voor Ook zouden de volkstuinen Haven-Stad laten zien een gebied kunnen worden wat het betekent om voor stadslandbouw, zoals Stadsvarkens in Ede. meer mensen in de stad te huisvesten, zonder navenante toename van de openbare ruimte. Een groei van het inwonertal betekent ook een groei van de ruimte die nodig is voor mobiliteit, evenementen, sporten en voedselproductie. Deze komt bovenop de ruimte die nodig is voor normaal dagelijks gebruik van de buitenruimte. Daarbij komen nog de eisen die de eerder genoemde ambities met zich meebrengen, om hittestress tegen te gaan en een antwoord te geven op de opgaven in verband met water, biodiversiteit en energie. We hebben meer ruimte nodig om al deze eisen en ambities te kunnen realiseren. Maar die ruimte is er niet. Bij dit alles heb ik nog niet eens het belang van schoonheid genoemd. Openbare ruimte moet aantrekkelijk en comfortabel zijn. Het voornaamste doel van landschapsarchitecten is altijd het verbeteren van het landschap, om dit mooier te maken. Deze ambitie voor schoonheid staat echter nooit omschreven in het programma van eisen, betoogt ook de Amsterdamse stedenbouwkundige Ton Schaap, eveneens in Projecten Openbare Ruimte, Amsterdam 2012-2017.

Foodscapes, as an area where food can be produced for the inhabitants of the city.20 Or even better: a combination of a public park and an area that produces food, like the pig city Alternatively, the allotment farm Stadsvarkens in gardens could become an Ede. area for urban agriculture, like city pigs in Ede. The plans for Haven-Stad show what it means to have more people in the city with the same amount of public space. An increase in inhabitants implies an increase in space dedicated to mobility, events, sports and producing food. Those demands come on top of the necessary increase of outdoor space for normal daily use. Additionally, extra space is required for the earlier mentioned ambitions, mitigating heat stress and issues related to water, biodiversity and energy. We actually need more landscape for all these demands and ambitions. But there’s no more landscape. Besides all this, I haven’t even mentioned beauty yet. Public space should be designed to be attractive and comfortable. The main aim of all landscape architects will always be to improve the landscape, to make it more beautiful. However, this ambition for beauty is never put into the list of requirements, Amsterdam urbanist Ton Schaap argues, also in Projecten Openbare Ruimte, Amsterdam 2012-2017.

20. Johannes S.C. Wiskerke and Saline Verhoeven, Flourishing Foodscapes: Designing city-region food systems, Valiz, Amsterdam, 2018

20. Johannes S.C. Wiskerke and Saline Verhoeven, Flourishing Foodscapes: Designing city-region food systems, Valiz, Amsterdam, 2018

29


DE NOODZAAK VAN EEN NIEUW PERSPECTIEF Mijn generatie van landschapsarchitecten werd (bijvoorbeeld in Wageningen) opgeleid met de klassieke drielagenbenadering. Elk gebied heeft een bestaande bodem en geomorfologie, die samen met de geschiedenis de genius loci Met het klassieke drielagenprincipe worden de oplosvormen. Netwerken en singen voor verschillende ruimtelijke opgaven naast de occupatie worden elkaar gepland. als lagen daarbovenop ontworpen. Voor veel ontwikkelingen, zoals Leidsche Rijn, was dat de manier van werken. In die tijd was altijd extra landschap beschikbaar voor ontwikkeling. Ontwerpers en planners konden vaak de verschillende ruimtelijke claims naast elkaar leggen. Nu moet rekening worden gehouden met veel meer lagen, elk met hun eigen systeem, structuur en logica. Maar er is geen extra landschap meer beschikbaar; de verschillende claims kunnen niet meer naast elkaar worden gelegd. Ontwerpers moeten daarom op een andere manier gaan denken; zij hebben een nieuw perspectief op ontwerpopgaven nodig. Ontwerpers moeten rekening houden met het feit dat deze systemen en structuren grotere gebieden in beslag nemen. Verschillende ruimtelijke opgaven moeten worden gecombineerd om toegevoegde waarde te realiseren op verschillende schaalniveaus. Ontwerpers moeten samenwerken met alle andere ontwerpende disciplines, om deze combinaties op een integrale manier mogelijk te maken. De Academie is daarvoor de juiste plek! Deze manier van kijken naar opgaven, waarbij rekening wordt gehouden met verschillende eisen en met lagen die een groter gebied De Academie is de juiste plek beslaan, is niet nieuw.

om alle ontwerpdisciplines te integreren.

THE NEED FOR A NEW PERSPECTIVE My generation of landscape architects was educated (in Wageningen, for example) with the classic layering principle. Any area has an existing soil and geomorphology, which together with the history form the genius The classic design layering loci. The network perspective with solutions structures and the land for various spatial demands are planned next to each use are designed as other. layers on top of that. For a lot of previous developments, like Leidsche Rijn, that was the obvious way to design. At that time, there was always more landscape available for development. Designers and planners were often able to lay the different spatial demands next to each other. Now, there are many more layers to take into account, all with their own system and structure, following their own rules. But there is not more landscape to design; the different demands can’t be positioned next to each other anymore. Therefore, designers need to think differently; they need a new perspective on their assignments. Designers need to consider the bigger areas that are involved in these systems and structures. Different spatial demands need to be combined to come up with added value on various scales. Designers need to work together with all other design disciplines, to be able to make these combinations in an integral way. The Academy is the right place for that! This way of looking at assignments, taking different demands and layers in bigger areas into account, Integrating all design is not new. disciplines at the Academy.

30


Het nieuwe perspectief toont een nieuw lagenprincipe; denk groter, combineer beter en integreer alle disciplines.

The new perspective shows a new design layering principe; think bigger, combine better and integrate all disciplines.

31


Lots of designers already work like this. But a new way of looking at the demands on public space is needed and possible solutions should be better known. The discipline of landscape architecture needs really good students to address these issues, to do research by design and to show the world what incredible beautiful designs can be made, working like this. I will therefore now discuss eight exemplary projects of thinking bigger, combining better and integrating disciplines.

Veel ontwerpers werken al op die manier. Maar we hebben een nieuwe manier van kijken nodig voor opgaven in de openbare ruimte, en mogelijke oplossingen moeten meer bekendheid krijgen. De discipline van landschapsarchitectuur heeft goede studenten nodig om deze opgaven aan te pakken, om ontwerpend onderzoek te verrichten en om de wereld te laten zien welke prachtige ontwerpen mogelijk zijn, als je op deze manier te werk gaat. Daarom zal ik nu acht voorbeeldprojecten laten zien waarin de ontwerpers groter denken, beter combineren en verschillende disciplines integreren.

In zijn afstudeerproject maakt Frank den Boer een gelaagde openbare ruimte, met gebruik van water en vergroting van de biodiversiteit.

In his graduation project, Frank den Boer created a layered public space, using water and biodiversity.

EIGHT EXAMPLES In his graduation project, Frank den Boer made a design for the existing parking garage under the Museumplein in Rotterdam, as there is probably no need for this garage anymore in the near future. Frank transformed it into an open public space with lots of biodiversity, water purification and water retention. By combining urban design, architecture and landscape architecture in one project, he has increased the amount of landscape at this particular spot in the city.

ACHT VOORBEELDEN In zijn afstudeerproject heeft Frank den Boer een ontwerp gemaakt voor de bestaande parkeergarage onder het Museumplein in Rotterdam, omdat aan deze garage in de toekomst waarschijnlijk geen behoefte meer zal zijn. Frank heeft deze getransformeerd tot een open publieke ruimte met veel biodiversiteit, waterzuivering en waterberging. Door stedenbouw, architectuur en landschapsarchitectuur in één project te combineren, heeft hij de hoeveelheid landschap op deze plek in de stad vergroot.

De camping Petraskuv Dvur in de Tsjechische stad Ceský Krumlov combineert energieproductie met schaduwvoorziening.

The Petraskuv Dvur campsite in Ceský Krumlov, Czech Republic, combines energy production with providing shade.

32


Goede voorbeelden van ‘meer landschap’ in combinatie met hernieuwbare energie zijn schaars. Desalniettemin hebben Dirk Oudes en Sven Stremke er een paar gevonden. Op de Petraskuv Dvur camping in de Tsjechische stad Ceský Krumlov is een relatief voor de hand liggende combinatie toegepast, die zowel schaduw geeft als energie opwekt, en daarmee bijdraagt aan de financiële exploitatie van de camping. In Hengelo is zonnepark De Kwekerij Bronckhorst gebouwd. Dit is een openbaar park met 7.000 zonnepanelen die elektriciteit opwekken. Dit is een andere voor de hand liggende combinatie, maar eentje die nog niet vaak wordt nagevolgd. In Antwerpen werkt HOSPER momenteel In Kwekerij Bronckhorst aan Park Groot Schijn, door Hoekstra and Wissing dat ligt op een cruciale bevinden zich zonnepanelen in een openbaar toegankelijk locatie binnen een park. groene long die de binnenstad verbindt met het buitengebied. Samen met de plannen om de ringweg van Antwerpen om te bouwen tot een groen park vormt dit een grote verbetering op de schaal van de stad. In dit gebied wordt een openbaar park gecombineerd met ruimte verslindende private sportclubs en andere private verenigingen zoals een jeugdhonk, een duikvereniging en een schietclub. Door het park hebben we Park Groot Schijn in verbindingen gemaakt door HOSPER is voor fietsers en voetgan- Antwerpen een openbaar park op een cruciale plek in een groene gers, tussen de binnenvinger. stad en de omgeving.

De centrale open plek, die gedeeltelijk groen en gedeeltelijk verhard is, verbindt alle routes.

Good examples of ‘more landscape’ combinations with renewable energy are still rare. Nevertheless, Dirk Oudes and Sven Stremke found a few. In the Petraskuv Dvur camp site in Ceský Krumlov, Czech Republic, a relative obvious combination has been made, providing shade and producing energy at the same time. The structures also provide part of the financial input of the campsite. In Hengelo, at solar park De Kwekerij Bronckhorst, a public park including 7,000 solar panels producing electricity, has been designed and constructed. This is another seemingly obvious combination, but one that has so far not been replicated much elsewhere. Kwekerij Bronckhorst by In Antwerp, HOSPER Hoekstra and Wissing is currently working combines a solar park with a public park. on Park Groot Schijn, situated at a crucial position within a green lung connecting the inner city with the surrounding more rural landscape. Together with the plans to change the Antwerp ring road into a green park, this will be a big improvement on a very large scale. In this area, we combined a lush public park with space-consuming private sport clubs and other private clubs like a youth club, a diving club and a shooting club. Park Groot Schijn in We made connections Antwerp by HOSPER through the park for provides a public park at a crucial position in a large cyclists and pedestrians, green structure. between the inner city

A central space that’s partly green and partly paved connects all routes.

33


Al deze routes komen langs de centrale open ruimte, die bestaat uit zowel een groot grasveld als een verharde ruimte, zodat deze flexibel kan worden gebruikt door zowel bezoekers als de omliggende verenigingen. Door op de randen tussen de verenigingen en het openbare park grote aantallen bomen te planten, ontstaat een dubbelzijdig ruimtelijk effect, Bomen definiëren coherente met coherente ruimtes ruimtes in Park Groot Schijn aan beide kanten. Deze in Antwerpen. nieuw geplante bomen maken samen met de bestaande bossige gebieden een robuuste groene verbinding op grote schaal mogelijk. Het park is nu in uitvoering, maar je kunt al zien hoe het ruimtelijk in elkaar steekt; het nieuwe voetbalveld achter het hoge hek is nauwelijks Park Groot Schijn combineert zichtbaar vanuit het privéverenigingen en een openbare park. In het openbaar park met waterberging en biodiversiteit. kader van de aanleg van het park zijn in het najaar van 2018 inmiddels al 1.500 bomen geplant, en de uitvoering is nog niet eens halverwege. Zonder dat dit in het programma van eisen van de gemeente stond, hebben we ook een wadisysteem ontworpen (een systeem voor waterberging en infiltratie), dat in verbinding staat met de waterberging en drainage onder de voetbalvelden. Het volgende voorbeeldproject is ook in Antwerpen. Het Boekenbergpark is een historisch park in Engelse landschapsstijl, waar water wordt gezuiverd met meer dan 22.000 plantensoorten. Het is tegelijkertijd ook het grootste ecologische zwembad in Europa. Het ecologische zwembad Boekenberg in Antwerpen combineert waterberging en waterzuivering met biodiversiteit en sport.

and the surroundings. All these routes pass by the big central open space, which includes both a grass field and a paved area for flexible use for all visitors and the surrounding clubs. By planting an enormous number of trees on the edges between the areas of the clubs (mostly sports fields) and the public park, the trees create a double spatial effect, making coherent Trees and plants make spaces on both sides. coherent spaces in Park These newly planted Groot Schijn in Antwerp. trees, together with the existing wooded areas, make a robust green connection on a high scale possible. The park is now under construction, but you can already see how it works spatially; the new football field behind the high fence is barely visible from Park Groot Schijn combines the routes through the private clubs and a public public park. Within park with water retention and biodiversity. the implementation of the design for the park, in autumn 2018, 1,500 trees have already been planted, and completion isn’t even half way. Without it being in the requirements of the city council, we also designed a wadi system (a water retention and drainage system), connected to the water storage and retention system under the football fields. The next exemplary project is also in Antwerp. The Boekenberg Park is a historic romantic English landscape park, where the water is purified with more than 22,000 plant species. At the same time, it is Europe’s largest ecological swimming pool. The Boekenberg ecological swimming pool in Antwerp combines water retention and purification with biodiversity and sports.

34


In de regio Amsterdam bestaat ook een uitstekend voorbeeld van groter denken: het voorstel Amsterdam Wetlands door Saline Verhoeven van Landschap NoordHolland, dat voorziet in Het voorstel Amsterdam een transformatie van Wetlands door Landschap de bestaande natuurNoord-Holland combineert natuur, recreatie en landgebieden ten noorden bouw op een enorme schaal. van Amsterdam. Deze gebieden, die in totaal 12.000 hectare beslaan, worden op dit moment gemanaged door verschillende organisaties. Het idee is om deze te combineren in ĂŠĂŠn overkoepelende organisatie die ook verantwoordelijk is voor natuur- en waterbeheer (om de bestaande veengrond in stand te houden) en om recreatie en voedselproductie mogelijk te maken, als een enorme gemeenschappelijke achtertuin die Amsterdam, Zaandam en Alkmaar verbindt. De juiste naam voor een dergelijk gebied bestaat nog niet; het zou een natuur-inclusief recreatiegebied kunnen worden genoemd, of een natuur-inclusief agrarisch recreatiegebied. Rotterdam heeft ook plannen voor grote gebieden die verbindingen leggen door de stad, waarbij het stadsbestuur waarde toevoegt door gebruik te maken Het getijdenpark van de rivier van de locatie dicht bij de Maas in Rotterdam biedt zee. Het hele gebied van ruimte aan natuur, recrevoedselproductie en de Maas wordt gezien als atie, veiligheidsvoorzieningen. een riviergetijdenpark, waarbij er plannen zijn voor de aanleg van negen getijdenparken langs de Maas. In deze parken wordt de werking van eb en vloed met de bijbehorende bijzondere natuur van het brakke water gecombineerd met recreatie, voedselproductie en ook veiligheid, omdat deze parken de golven zullen breken bij hoogtij. Het laatste voorbeeld is Valencia, een stad met 790.000 inwoners; iets minder dan Amsterdam. De rivier de Turia stroomde door de stad aan de noordzijde van het

Within the region of Amsterdam, there is also an excellent example of thinking bigger: the Amsterdam Wetlands proposal by Saline Verhoeven of Landschap The Amsterdam Wetlands Noord-Holland, proposal by Landschap which aims to Noord-Holland combines nature, recreation and transform the agriculture on a huge scale. existing nature areas just north of Amsterdam. These areas, which comprise 12,000 hectares in total, are currently managed by different organisations. The idea is to combine these areas into one entity, with closely-related nature and water management (to keep the existing peat soil), and to make recreation and food production possible, as a huge communal green backyard that links Amsterdam, Zaandam and Alkmaar together. The right word for an area like this is not yet in use; it could be called a recreation-inclusive nature area, or a nature-inclusive recreational agricultural area. Rotterdam also plans big connecting areas The Maas river tidal park through the city, in Rotterdam offers space adding value by for nature, recreation, food production and safety making use of its measures. position in relation to the sea. The whole Maas river area is seen as a tidal park and Rotterdam is preparing plans for nine tidal river parks along the river. In these parks, the tidal and brackish nature is combined with recreation, food production and safety, as these parks will break the waves at tidal peaks. The last example in this series is Valencia; a city with 790,000 inhabitants, a little less than

35


centrum en veroorzaakte vanaf de jaren vijftig van de twintigste eeuw ieder jaar hevige overstromingen. Om dit probleem op te lossen, besloot het stadsbestuur een nieuwe rivierbedding aan de andere De rivier de Turia in Valencia zorgde voor jaarlijkse overkant van de binnenstad stromingen, maar toen een nieuwe rivierbedding werd te graven. In eerste gegraven aan de zuidkant van de stad, ontstonden nieuwe instantie dacht men de mogelijkheden. droge rivierbedding te gebruiken voor nieuwe infrastructuur. Maar de inwoners van Valencia besloten anders en nu slingert een lang lint van parken met een totale lengte van 9 km door de stad. De bestaande bruggen over de vallei maken het mogelijk dat dit groene lint zonder onderbrekingen door de stad meandert, en zo de binnenstad verbindt met het landschap buiten de stad, zonder enige infrastructurele hindernis. In dit groene lint bevinden zich allerlei soorten parken. Aan de rand van de stad neemt het Capcalerapark waterberging en waterzuivering voor zijn rekening. Stroomafwaarts biedt de voormalige rivierbedding plek aan sportvelden en andere sportactiviteiten. Slimme stedenbouwkundigen hebben een gedeelte van de voormalige riviermonding, die breder is, omgevormd tot de Stad der Kunsten en Wetenschappen. Architect

Van de bouw van snelwegen in de voormalige vallei van de Turia werd afgezien, zodat een park kon worden aangelegd.

Amsterdam. The river Turia used to run through the city on the north side and caused heavy yearly floods from the 1950s onwards. The city decided to dig a new In Valencia, the river Turia river bed on the other was turned from a problem side of the city to solve into an opportunity, when a new river bed was realised these problems. At first, on the south side of the city. the dry riverbed was planned to be used for new infrastructure. But the people of Valencia decided otherwise and a large ribbon of parks with a total length of 9km now flows through the city. The existing bridges over the valley make it possible for this green ribbon to flow comfortably through the city, connecting the inner city with the landscape outside the city without any infrastructural obstruction. In this green ribbon, all sorts of different parks are situated. On the fringe of the city, the Capcalera Park takes care of water retention and purification. Further down the former river bed, there are parks that house sports areas. At the former wider estuary, smart urban designers turned a part of this park into the City of Arts and Sciences. Architect Calatrava (Valencia is his home town) designed the necessary

Plans for highways in the former Turia valley were abandoned in favour of a park.

36


In de voormalige vallei van de Turia verbindt een lange groenstructuur het landschap binnen en buiten de stad.

In the former Turia valley, a long green structure connects the landscape inside and outside the city.

Sportfaciliteiten zijn geĂŻntegreerd in het openbare park van de Turiavallei.

Het Capcalerapark in Valencia combineert waterberging en waterzuivering met recreatie.

Capcalera Park in Valencia combines water retention and purification with recreation.

Sport facilities are combined with a public park in the former Turia Valley.

37


Calatrava (Valencia is zijn thuisstad) heeft de benodigde gebouwen en bruggen ontworpen. Dit gebied is nu een enorme toeristische attractie, die de stad haar eigen iconen heeft geschonken. De acht voorbeeldprojecten Iconische gebouwen, ontworpen door Calatrava, huisvesten musea, die ik zojuist heb een aquarium en ruimtes voor evenementen. laten zien, tonen aan dat er creatieve oplossingen zijn voor zowel de grootschalige wereldproblemen waarmee ik mijn verhaal begon, als voor de huidige ruimtelijke uitdagingen op de schaal van de stad. Deze voorbeelden laten zien dat het goed mogelijk is om meer landschap te maken zonder meer ruimte te gebruiken, door groter te denken, beter te combineren en verschillende disciplines te integreren. Deze voorbeelden laten zien dat we de huidige ambities en ruimtelijke opgaven kunnen realiseren terwijl we ook een mooie en betekenisvolle publieke ruimte en landschap kunnen creëren. Ze geven me het vertrouwen dat de mensheid – en (landschaps)architecten in het bijzonder – oplossingen kan vinden voor de vele uitdagingen waarvoor zij zich op dit moment gesteld ziet. Ik hoop dat de studenten aan de Academie de komende vier jaar hieraan zullen studeren en werken.

buildings and bridges. This area is now a top tourist area, providing the city with its own icons. The eight exemplary projects that I have just highlighted, show that there is a creative way Iconic buildings designed by forward from Calatrava house museums, an both the bigaquarium and event spaces. world problems with which I started this lecture and the current spatial demands on the scale of the city. These examples show that it is very much possible to make more landscape without using more space, by thinking bigger, combining better and integrating all disciplines. These examples show that we can realise current ambitions and spatial demands making beautiful and meaningful public space and landscape. They provide me with faith that mankind – and (landscape) architects in particular – will be able to mitigate the many challenges that they are faced with today. That is what I plan for our students at the Academy to learn about and work on in the coming four years.

De Stad der Kunsten en Wetenschappen in de voormaThe City of Arts and Sciences in the former Turia lige riviermonding van de Turia combineert een park met estuary combines a park with an urban programme een stedelijk programma en iconische architectuur. and iconic architecture.

38


NOG DRIE OPMERKINGEN Aan het einde van deze intreerede en aan het begin van mijn vier jaar aan de Academie wil ik graag nog drie opmerkingen maken. De eerste is een advies voor alle studenten: maak alsjeblieft fouten. Zonder fouten leer je niet. Ik zal zelf zeker fouten maken gedurende de komende vier jaar, maar ik reken er ook op heel veel te leren. Een goede manier om het belang van fouten te leren inzien, is het lezen van het boek Meesterlijke missers van Erik Kessels.21 De tweede opmerking behelst eveneens een vorm van advies, maar is ook een cadeau voor alle studenten landschapsarchitectuur. In aanvulling op de intreerede wordt aan alle hoofden gevraagd om een tentoonstelling in de zogeheten etalage te organiseren, in de hal van de Academie. Voor deze gelegenheid heb ik de etalage in een groene ruimte veranderd, De etalage is een groene ruimte gevuld met heel met potten met jonge jonge bomen. Deze geworden bomen, cadeau gegeven aan studenten. bomen gaan over onze toenemende verantwoordelijkheid als landschapsarchitecten. We zijn nodig. Het advies heeft betrekking op zowel de bomen als jullie zelf. Ontwerp alsjeblieft op een natuur-inclusieve manier en plant zoveel mogelijk bomen, overal. De wereld heeft ze nodig. Zoals Laura Gatti, die verantwoordelijk was voor het ontwerp van de planten in het appartementengebouw Bosco Verticale in Milaan, zei tijdens haar 1.Lecture afgelopen voorjaar: ‘Je moet denken als een boom, je moet een boom zíjn.’ Zorg goed voor jezelf, als was je een boom. Je hebt ruimte, voldoende voedsel en water en tijd nodig. Tijd voor jezelf, om na te denken, een sociaal leven te onderhouden, uit te rusten,

THREE MORE REMARKS Concluding this speech at the start of my four years at the Academy, I have three more remarks. The first one is an advice for all students: please make mistakes. Without making mistakes you can’t learn. I will make mistakes myself in the coming four years, but I am counting on learning a lot as well. A good way to get acquainted with the benefits of making mistakes is to read the book Failed it! by Erik Kessels.21 The second remark is another advice, but also a gift for all landscape architecture students. In addition to the inauguration speech, all heads are also asked to organise an exhibition in the so-called etalage (display window) in the hallway of the Academy. For this occasion, I have turned the etalage into a green space, filled with very The etalage has become a green young trees. space with pots with young trees, These trees given away to students. are about our increasing responsibility as landscape architects. We are needed. The advice concerns both the trees and yourselves. Please design in a natureinclusive way and plant as many trees as possible, everywhere. The world needs them. As Laura Gatti, responsible for the design of the plants in the Bosco Verticale apartment tower in Milan, said in her 1·Lecture last spring: ‘you have to think like a tree, you have to be a tree’. Please take care of yourself as if you were a tree. You need space, enough food and water, and you also need time. Time for yourself, to think, to have a social life, to rest, to stay healthy and sane. 21. Erik Kessels, Failed it! How to turn mistakes into ideas and other advice for successfully screwing up, Phaidon, London, 2016

21. Erik Kessels, Meesterlijke missers: Maak van falen je handelsmerk, Lannoo, Tielt, 2016

39


EĂŠn boom maakt een verschil.

One tree makes a difference.

40


EĂŠn boom maakt een verschil.

One tree makes a difference.

41


Zestig bomen wachten op zestig studenten in de zogeheten etalage in de hal van de Academie.

Sixty trees were waiting for sixty students in the so-called etalage in the hallway of the Academy.

42


en geestelijk en lichamelijk gezond te blijven. Als het nieuwe hoofd Landschaps­architectuur geef ik dus alle studenten Landschaps­architectuur hun eigen boom, om te onderhouden en ergens te planten waar dat nodig is. Er zijn nu zestig Een bos van zestig bomen. studenten Landschaps­ architectuur, dus ik heb zestig bomen om weg te geven. Dat is een klein bos. Stel je voor wat we nu hadden gehad als alle studenten Landschaps­ architectuur vanaf de oprichting van de afdeling in 1972 een boom zouden hebben geplant. Dat zouden nu ongeveer 200 bomen zijn; een echt Een bos van 200 bomen. bos. De bomen die ik weggeef, zijn geen bomen gekocht van een kwekerij. Ik heb ze buiten gevonden en gered. Je kunt dit soort bomen overal vinden; zoals deze babyboompjes van populieren die aan weerzijden van het fietspad in Westerpark staan. De bermen met heel jonge bomen werden precies twee dagen voor mijn inauguratie weggemaaid. De meeste bomen zijn echter afkomstig uit de tuin en de omgeving van mijn vakantiehuis in Frankrijk. Ik heb ze opnieuw geplant. Bijna allemaal hebben ze een rare vorm, omdat ze eerder zijn weggemaaid, of probeerden te groeien op ongebruikelijke en onmogelijke plekken. Deze arme bomen hebben al heel wat meegemaakt: ze zijn opnieuw geplant en twee keer van plaats veranderd voordat ze hier aankwamen, gedurende de hete en droge lente en zomer van 2018. Ik hoop dat alle studenten hun boom mee naar huis nemen, onderhouden en in het juiste seizoen planten, op een plek die de boom in staat stelt om te groeien. Elke boom is belangrijk. Deze onderneming bleek meer voeten in de aarde te hebben dan ik van te voren dacht. Ik heb waarschijnlijk veel fouten gemaakt, maar ook veel geleerd. Dank voor alle hulp die ik tijdens dit project heb gekregen. Zoals je je kunt voorstellen, was het echt teamwerk, met onze Franse buurjongen Milo als de beste onderhoudshulp ooit.

So, as the new head of Landscape Architecture, I am giving all landscape architecture students their own tree to take care of, and to plant somewhere where it is needed. There are now sixty landscape A forest of 60 trees. architecture students, so I have sixty trees to give away. That’s a small forest. Just imagine what we would have had if all landscape architecture students of the Academy would have planted one tree since the start of our department in 1972. That would have been A forest of 200 trees. about two hundred trees; a genuine forest. The trees that I am giving away are not nursery trees that I bought. I found them outside and rescued them. You can find these sorts of trees everywhere; like the poplar baby trees at the side of the bicycle path in Westerpark. This zone with all these baby trees was mown away just two days before my inauguration. I took most of the trees from the garden of our holiday house in France and replanted them. Nearly all of them are oddly shaped, as they have been mown away before, or tried to grow on a strange and impossible spot. These poor trees have gone through a lot already, having been replanted and moved twice before coming here, and enduring the hot and dry spring and summer of 2018. I am hoping that all students take their own tree home, take care of it and plant it at the right moment of the year, in the right spot and circumstances so that it can grow. Every one of these trees is going to make a difference. To make this possible was a bigger project than I thought beforehand, I probably made lots of mistakes, but I learned a lot as well. Thanks for all the help I got during this project. As you can imagine, it has been quite a team effort, with our French neighbour Milo as the best maintenance aid ever. 43


Het zoeken en verzorgen van zestig bomen voor studenten.

Finding and preparing 60 trees for students.

44


The third and last remark for now is that I also want to consider these coming four years as a party. At the Academy, we work extremely hard, but we do what we like to do: learning from each other and designing landscapes. Therefore, I want to end now with the best three sentences I have ever heard to start a party:

De derde en laatste opmerking is dat ik de komende vier jaar ook als een feest wil beschouwen. Aan de Academie werken we extreem hard, maar we doen ook wat we het liefste doen: leren van elkaar en het ontwerpen van landschappen. Daarom wil ik eindigen met de drie beste zinnen die ik ooit heb gehoord om een feestje te starten: Wat kan ik verder nog zeggen? Iedereen bedankt voor jullie komst. Laten we dansen!

Laten we dansen.

What more is there to add? Thank you all for coming. Let’s dance!

Let’s party.

45


BEELDVERANTWOORDING / IMAGE CREDITS Page 3 Google Earth Page 4, top and bottom Hanneke Kijne Page 5 United Photos De Boer Page 6, top Global Climate Report, National Centers for Environmental Information, September 2018. See ncdc.noaa.gov Page 6, bottom Stedelijk hitte-eiland effect (UHI) in Nederland, Atlas Natuurlijk Kapitaal, Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM), 2017. See atlasnatuurlijkkapitaal.nl Page 7, top Worldwide Water Watch List September 2018, iSciences, 17 September 2018. See isciences. com Page 7, middle 1 Living Planet Index, WWF. See livingplanetindex.org Page 7, middle 2 World Development Report 2010: Development and Climate Change, The World Bank, 2010. See openknowledge.worldbank. org Page 7, bottom World Population Prospects 2017, United Nations, Department of Economic and Social Affairs, Population Division, 2017. See population.un.org Page 8, top 2018 Revision of the World Urbanization Prospects, United Nations, Department of Economic and Social Affairs, Population Division, 2018. See population.un.org Page 8, middle Global Liveability Ranking 2016, The Economist Intelligence Unit, 2016. See eiu.com Page 8, bottom Gallup World Poll 2012-2014, World Happiness Report 2015, Sustainable Development Solutions Network, 2015. See unsdsn.org/happiness Page 9, top Paris Agreement, United Nations, 2015. See unfccc.int Page 9, middle Image credits unknown Page 9, bottom left Stefano Boeri Architetti Page 9, bottom right Vincent Callebaut Architecture Page 10, top left Amsterdam Academy of Architecture / Maike van Stiphout Page 10, top right Venhoeven CS / DS landschapsarchitecten Page 10, middle Arons & Gelauff / Colourdot Page 10, bottom Boudewijn Almekinders Page 11, top Iwan Baan Page 11, middle Mos.ru

Page 11, bottom klimaatakkoord.nl Page 12, top Image credits unknown Page 12, middle GE / HVDC Substation Bina, India Page 12, bottom Leidingenbureau Gemeente Rotterdam Page 13, top Ecovat Page 13, middle 1 Enexcis Page 13, middle 2 Juurlink+Geluk Page 13, bottom Juurlink+Geluk

Page 21, middle Eric van der Kooij e.a., Projecten Openbare Ruimte: Amsterdam 2012-2017, Gemeente Amsterdam / Ruimte en Duurzaamheid, 2018 Page 21, bottom Eric van der Kooij e.a., Projecten Openbare Ruimte: Amsterdam 2012-2017, Gemeente Amsterdam / Ruimte en Duurzaamheid, 2018

Westerpark, Gemeente Amsterdam / Ruimte en Duurzaamheid, 31 mei 2016

Page 22-23 Hanneke Kijne

Page 30, top Peter Dauvellier, Dauvellier planadvies Page 30, bottom Andres Nunz

Page 24, top Programmabureau Haven-Stad, Haven-Stad: Transformatie van 12 deelgebieden: Concept Ontwikkelstrategie, Gemeente Amsterdam / Ruimte en Duurzaamheid, 20 juni 2017 Page 24, middle Image credits unknown Page 24, bottom left Masterplan Leidsche Rijn, Gemeente Utrecht, 2011 Page 24, bottom right Jeroen Musch

Page 14 Deltares Pag 15, top CBS / clo.nl Page 15, middle BPD / Bouwfonds Property Development Page 15, bottom Amsterdam in cijfers 2017, Gemeente Amsterdam, Onderzoek, Informatie en Statistiek, november 2017. See ois.amsterdam.nl

Page 25, top Programmabureau Haven-Stad, Haven-Stad: Transformatie van 12 deelgebieden: Concept Ontwikkelstrategie, Gemeente Amsterdam / Ruimte en Duurzaamheid, 20 juni 2017 Page 25, bottom Programmabureau HavenStad, Plan van aanpak Groot Westerpark, Gemeente Amsterdam / Ruimte en Duurzaamheid, 31 mei 2016

Page 16, top Mats van Soolingen for Het Parool Page 16, middle Hanneke Kijne Page 16, bottom ANP Page 17, top Eva Plevier for Het Parool Page 17, middle left Structuurvisie Amsterdam 2040, Gemeente Amsterdam, 2011 Page 17, middle right Koers 2025: Ruimte voor de stad, Gemeente Amsterdam, April 2016 Page 17, bottom Programmabureau Haven-Stad, Haven-Stad: Transformatie van 12 deelgebieden: Concept Ontwikkelstrategie, Gemeente Amsterdam / Ruimte en Duurzaamheid, 20 juni 2017

Page 26, top Peter Eijking Page 26, middle David van der Mark / Wikipedia Page 26, bottom Image credits unknown Page 27, top Image credits unknown Page 27, middle 1 Adam Groffman / Flickr Page 27, middle 2 Auke Brouwer en Geert Timmermans (red.), Natuurwaarden in Kaart Amsterdam 2016, Gemeente Amsterdam / Ruimte en Duurzaamheid, 25 mei 2016 Page 27, bottom Image credits unknown

Page 18, top Covens en Mortier, circa 1721 Page 18, bottom J.H. SchmĂźll en Tresling & Co., 1900/1901

Page 28, top Programmabureau Haven-Stad, Haven-Stad: Transformatie van 12 deelgebieden: Concept Ontwikkelstrategie, Gemeente Amsterdam / Ruimte en Duurzaamheid, 20 juni 2017 Page 28, middle 1 Programmabureau Haven-Stad, Haven-Stad: Transformatie van 12 deelgebieden: Concept Ontwikkelstrategie, Gemeente Amsterdam / Ruimte en Duurzaamheid, 20 juni 2017 Page 28, middle 2 Programmabureau HavenStad, Plan van aanpak Groot Westerpark, Gemeente Amsterdam / Ruimte en Duurzaamheid, 31 mei 2016 Page 28, bottom Programmabureau HavenStad, Plan van aanpak Groot

Page 19, top Algemeen Uitbreidingsplan van Amsterdam, bijlage van het Bouwkundig Weekblad Architectura van 23 maart 1935, no. 12 Page 19, bottom Auke Brouwer en Geert Timmermans (red.), Natuurwaarden in Kaart Amsterdam 2016, Gemeente Amsterdam / Ruimte en Duurzaamheid, 25 mei 2016 Page 20, top TGS Tree Ground Solutions Page 20, bottom Koninklijke Ginkel Groep Page 21, top Edwin van Eis / Gemeente Amsterdam

46

Page 29, top left Valiz Page 29, top middle Tim Kort Page 29, top right Image credits unknown Page 29, bottom Emile Nijs

Page 31 Boudewijn Almekinders Page 32, top Frank den Boer Page 32, bottom Martjan Kuit Page 33, top VerduurSaam Energieloket Page 33, middle Google Earth Page 33, bottom left and bottom right HOSPER / BUUR Page 34, top HOSPER / BUUR Page 34, middle Hanneke Kijne Page 34, bottom Image credits unknown Page 35, top Jan Tuijp Page 35, middle Rotterdam Climate Initiative RCI Page 35, bottom Gemeente Rotterdam Page 36, top Google Earth Page 36, bottom left and bottom right Image credits unknown Page 37, all photos Image credits unknown Page 38, top JosĂŠ Luis Filpo Cabana / Wikipedia Page 38, bottom Bas Leenders / Flickr Page 39, 40, 41, 42 Hanneke Kijne Page 43, top Matthias Hauser Page 43, bottom iStock by Getty Images / fotoVoyager Page 44, all photos Hanneke Kijne Page 45, top Markus Appenzeller Page 45, bottom Hanneke Kijne Back cover Hanneke Kijne Every effort has been made to trace the original source of copy right material contained in this book. The publisher would be pleased to hear from copyright holders in case of errors or omissions.


BIOGRAPHY Hanneke Kijne (1969) graduated from Wageningen University & Research as a landscape architect in 1995, specialising in urban landscapes. She subsequently worked as a designer on the ARCAM architectural map of Amsterdam, Dutch multidisciplinary design office HOSPER, landscape architect for the municipality of Velsen, project leader/designer for OKRA landscape architects and as project leader/designer for HOSPER once again since 2002. She has been one of the owners of HOSPER since 2006. Her specialisation is the urban public space. In addition, she is strong in conceptualisation on all possible scales. HOSPER does research, designs parks, urban design, housing environments, squares, outdoor furniture and paving elements. HOSPER works in integral teams, often with other designers and experts, designing on all scales from big concepts to small details. Designers at HOSPER are ambitious, but also pragmatic. They have lots of practical construction experience, but also have big ideals and ethical principles. They are good at saving projects in which inhabitants have previously lost faith, working in very open-plan processes. Their designs are always contextual; they do not have a specific HOSPER design style. At HOSPER, Kijne has worked on a number of large projects at the intersection of urban design and landscape architecture. For example, together with her colleagues at HOSPER she made a design for the public space of the Kievit phase II area adjacent to Antwerp Central Station, for which a green plan with visually prominent furniture was produced in collaboration with BUUR and ARA (in progress). Also in Antwerp, she’s currently working on the renewal and extension of Park Groot Schijn, also in collaboration with BUUR and ARA. On the Amsterdam island Oostenburg, she worked with the architectural firm Arons & Gelauff on the housing development of the Wiener & Co site; HOSPER made the design of the outdoor space (completed 2017 and awarded in that same year with the Zuiderkerk prize). In cooperation with Cepezed, Niek Roozen, Witteveen+Bos and her colleagues at HOSPER, she developed a vision for a theme park of approximately 1,600 hectares to the south of Moscow, Russia. She was project leader and co-designer of the cultural square C-mine at a former mining site in Genk, Belgium, in collaboration with ARA and with furniture designed in collaboration with Carmela Bogman (completed 2014). She was part of the HOSPER team commissioned by the municipality of Leeuwarden to make a design for the layout of the Wilhelminaplein (completed 2014 and awarded the Falco prize for the best public space in the Netherlands the year before). As a project leader and lead designer, she worked on the Perm Embankment City Park for the Russian city of Perm, in cooperation with design firm KCAP, engineering firm Pirs and Jacqueline van der Kloet, for which all furniture was specifically designed in collaboration with Carmela Bogman (2008 - 2010). She was also the project leader of the team that compiled the Handboek Rotterdamse Stijl (Rotterdam Style Handbook), in collaboration with the city of Rotterdam, which contains guidelines for the development of public space (published 2010). Furthermore, Kijne regularly gives lectures, writes articles, was PEP coordinator for urban design and landscape architecture, adviser for Van Hall Larenstein University of Applied Sciences, member of the building aesthetics committee in Utrecht, and teaches at the Amsterdam Academy of Architecture.

BIOGRAFIE Hanneke Kijne (1969) studeerde in 1995 af aan Universiteit Wageningen als landschapsarchitect, oriëntatie urbaan. Vervolgens werkte ze als ontwerper aan de ARCAM architectuurkaart van Amsterdam, bij HOSPER, landschapsarchitect bij de gemeente Velsen, projectleider/ontwerper bij OKRA, freelancer en sinds 2002 als projectleider/ontwerper bij HOSPER. Vanaf 2006 is ze één van de eigenaren van HOSPER. Haar specialisatie is de stedelijke openbare ruimte, daarnaast is zij sterk in conceptvorming op alle mogelijke schalen. HOSPER verricht onderzoek, ontwerpt parken, stedenbouw, woonomgevingen, pleinen, buitenmeubilair en producten. De ontwerpers werken graag in integrale teams met andere ontwerpers en deskundigen, en ontwerpen op alle schalen van grote concepten tot kleine details. Ontwerpers bij HOSPER zijn ambitieus maar ook pragmatisch. Ze hebben veel ervaring met uitvoeringsprojecten, en hebben tegelijkertijd ook grote idealen en ethische principes. Ze zijn goed in het redden van projecten waarin inwoners voorheen hun vertrouwen hebben verloren, door te werken met zeer open processen. Hun ontwerpen zijn altijd contextueel en daardoor bestaat er geen specifieke HOSPER-ontwerpstijl. Bij HOSPER werkte Kijne aan een groot aantal projecten op het snijvlak van stedenbouw en landschapsarchitectuur. Binnen HOSPER werkte ze bijvoorbeeld aan de inrichting van het openbaar domein van Kievit fase II, grenzend aan het Centraal Station van Antwerpen, waarvoor in samenwerking met BUUR en ARA een ontwerp werd gemaakt met beeldbepalend meubilair en beplanting (in uitvoering). Eveneens in Antwerpen werkt ze momenteel aan de aanleg en herinrichting van het Park Groot Schijn, ook in samenwerking met BUUR en ARA. Op het Amsterdamse eiland Oostenburg werkte ze samen met architectenbureau Arons & Gelauff aan de woningbouwontwikkeling Wiener & Co, waarvoor HOSPER de inrichting van de buitenruimte ontwierp (opgeleverd in 2017, in datzelfde jaar bekroond met de Zuiderkerkprijs). In samenwerking met Cepezed, Niek Roozen en Witteveen+Bos werkte ze binnen HOSPER aan een visie voor een themapark van ongeveer 1600 hectare ten zuiden van Moskou, Rusland. Ze was projectleider en medeontwerper van het cultuurplein C-mine op een voormalige mijnlocatie in Genk, België, in samenwerking met ARA en met meubilair ontworpen in samenwerking met Carmela Bogman (opgeleverd in 2014). In opdracht van de gemeente Leeuwarden werkte ze aan het ontwerp voor de inrichting van het Wilhelminaplein (opgeleverd in 2014 en bekroond met de Falco award voor beste openbare ruimte van Nederland in 2013). Voor de Russische stad Perm was ze projectleider en hoofdontwerper van het Perm Embankment City Park in samenwerking met KCAP, ingenieursbureau Pirs, en Jacqueline van der Kloet, waarvoor in samenwerking met Carmela Bogman al het meubilair specifiek werd ontworpen (2008 - 2010). Ook was ze projectleider van het team dat het Handboek Rotterdamse Stijl opstelde, samen met de gemeente Rotterdam, met daarin richtlijnen voor de inrichting van de openbare ruimte (gepubliceerd in 2010). Kijne geeft verder regelmatig lezingen, schrijft artikelen, was PEP vakcoördinator voor stedenbouw en landschapsarchitectuur, is adviseur bij de Hogeschool Larenstein, lid van de welstandscommissie in Utrecht, en geeft onderwijs aan de Academie van Bouwkunst Amsterdam.

Colofon / Colophon Tekst / Text: Hanneke Kijne Redacteur / Editor: David Keuning Tekstcorrecties Engels / Copy editing English: Richard Glass (Alphabet Town) Vertaling en tekstcorrecties Nederlands / Translation and copy editing Dutch: David Keuning Grafisch ontwerp / Graphic design: Studio Sander Boon Druk / Printing: P&A Printing © Tekst/Text: Hanneke Kijne © 2018 Amsterdam Academy of Architecture Academie van Bouwkunst Amsterdam www.academyofarchitecture.nl

47


Inaugural speech of Hanneke Kijne, head of the Landscape Architecture department of the Amsterdam Academy of Architecture, given on 27 September 2018.

Intreerede van Hanneke Kijne, hoofd Landschapsarchitectuur aan de Academie van Bouwkunst Amsterdam, gehouden op 27 september 2018.

48


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.