‘Schrijvers hebben een sterkere machtspositie dan Meta’
Jane Austen
Na 250 jaar nog steeds actueel en messcherp
Themareeksen
Populair bij lezers, aantrekkelijk voor schrijvers
Julien Ignacio
‘Ik geloof in woede en frustratie als creatieve energie’
catalogi en Dat kunnen we.
High-Tech Offset volgens
Veldhuis Media
We produceren het drukwerk volgens de ISO 12647-2 norm. Het is dé standaardnorm voor offsetdruk. Hierdoor garanderen wij een voorspelbare kwaliteit. Je wensen en ons drukproces naadloos op elkaar aangesloten. Hierdoor krijg je het kwaliteitsdrukwerk mooi op tijd en toch voordelig.
Snel en voordelig het drukwerk op de plaats van bestemming.
Colofon
Boek & Lezer is een gezamenlijke uitgave van Boekblad en Boekenpost, verschijnend als juli/augustusnummer 2025 van beide titels.
Uitgever: Vincent van de Vrede.
Hoofdredactie: Vincent van de Vrede en Frank Hockx.
E redactie@boekblad.nl / info@boekenpost.nl
Vormgeving: Jan Scholtus.
Druk: Veldhuis Media – Meppel.
Medewerkers aan dit nummer: Roelke Aalderink, Janny Beima, Amber Brabander, Maarten Dessing, Inge Drewes, Ad van Dun, Vincent Elzinga, Monique Eskens, Anthoni Fierloos, René Hesselink, Chris van Houts, Wim Huijser, Peter IJsenbrant, Bart Janssen, Seb van der Kaaden, Marlene Lunter, Wytske Roodbergen, Erwin de Vries, Willy Wouters, Judith Zeeman.
Coverfoto
Hanh Nguyen.
Abonnementen Boekenpost (6 nummers): Nederland € 41,95 (1ste jaar € 34,95). Europa: € 50,95. Losse nummers: € 7,95 Prijzen inclusief BTW. Meer informatie: www.boekenpost.nl.
Abonnementen Boekblad: Kijk voor de diverse abonnementsvormen op www.boekblad.nl/abonneren. Prijzen op de site zijn exclusief BTW. Boekblad is niet verkrijgbaar in de losse verkoop.
Uitgeverij en klantenservice: Stip Media
Louise de Colignystraat 15 1814 JA Alkmaar
T: 072-531 49 78 (ma t/m do 13-16 uur)
E: administratie@stipmedia.nl
I: www.stipmedia.nl
Adreswijzigingen en opzeggingen
Uw adreswijziging of opzegging dient minimaal één maand voor het verschijnen van het eerstvolgende nummer te zijn doorgegeven aan onze klantenservice.
ISSN
Boekblad: 1586-2897
Boekenpost 0928-4230
Niets uit deze uitgave mag zonder toestemming van de uitgever worden overgenomen. De uitgever heeft ernaar gestreefd om de rechten betreffende illustraties te regelen volgens de wettelijke bepalingen. Degenen die desondanks menen zekere rechten te kunnen doen gelden, kunnen zich richten tot de uitgever.
Leven van de pen
Op de vraag of het de laatste tijd (nog) moeilijker is geworden voor auteurs om van hun pen te leven, antwoordt voorzitter Liesbet van Zoonen van de Auteursbond in dit nummer: ‘Op dit moment is het dramatisch.’ Ze betrekt in haar antwoord alle beroepsgroepen die van de pen moeten leven, óók scenarioschrijvers, ondertitelaars, educatieve auteurs en vertalers. Met name deze groepen krijgen te maken met de ‘concurrentie’ van Artificiële Intelligentie (AI). De Auteursbond spant zich in voor deze groepen, onder andere waar het gaat om het beschermen van auteursrechten. Want die worden op grote schaal geschonden door partijen die programma’s als ChatGPT trainen. Honderden Nederlandse auteurs (in brede zin) ontdekten bijvoorbeeld dat hun teksten zonder enige toestemming toegevoegd zijn aan de database die Zuckerbergs Meta gebruikt voor het trainen van AI-toepassingen. Door dit soort ontwikkelingen wordt wat altijd al moeilijk was – leven van de pen – nog moeilijker. Want door de eeuwen heen is het zo geweest dat wie rijk wilde worden, geen schrijver moest worden, uitzonderingen daargelaten. In vroeger tijden waren er nog wel meer belemmeringen waardoor schrijven, of in elk geval publiceren, niet voor iedereen was weggelegd. Zo werden vrouwen lange tijd niet geacht die ambitie te hebben. Het werk van Jane Austen verscheen tijdens haar leven anoniem, met de aanduiding ‘By a lady’, een zelfstandig bestaan was niet voor haar weggelegd. Dit jaar vieren we wereldwijd de 250ste geboortedag van deze schrijfster van wie het werk steeds weer nieuwe generaties lezers aanspreekt. Een uitgebreid artikel in deze zomerspecial beschrijft onder andere waar dat in zit.
In een tijd waarin alles wat met cultuur te maken heeft in de verdrukking zit, is het zaak dat cultuurliefhebbers naar vermogen hun waardering voor het werk van schrijvers, acteurs, kunstenaars et cetera laten blijken. Door hun werk aan te schaffen langs legale weg (en niet via illegale downloads van e-books bijvoorbeeld), door culturele crowdfundingacties te steunen, door anderen te enthousiasmeren en dergelijke. En, om even dicht bij huis te blijven: om tot keuzes te komen en een eigen smaak te ontwikkelen zijn informatiebronnen over dat culturele aanbod van belang. Tijdschriften zoals het blad dat u nu in handen heeft bijvoorbeeld, voor het zesde jaar een gezamenlijk zomernummer van het eerbiedwaardige Boekblad (192 jaar oud inmiddels) en het daarmee vergeleken jeugdige Boekenpost, dat dit najaar toe is aan de tweehonderdste aflevering. We wensen u uiteraard veel leesplezier.
Vincent van de Vrede
Hoofdredacteur Boekblad
Frank Hockx
Hoofdredacteur Boekenpost
6
Auteursbond komt op voor wie van de pen leeft
‘Schrijvers hebben een sterkere machtspositie dan Meta’
16
De magie van Jane Austen
Na 250 jaar nog steeds actueel en messcherp
Inhoud
ARTIKELEN
27 Leesclubdossier Julien Ignacio – Goudjakhals
36 Boeken op een voetstuk Franz Kafka in Praag
48 De klassieker Maartje Wortel leest Wisława Szymborska
52 Boekverkoper schrijft Vincent Elzinga: Winkeldochters
54 Maarten van Rossem Gek op lezen, niet op boeken
EN VERDER
22
Thematische reeksen Populair bij lezers, aantrekkelijk voor schrijvers
44 In de voetsporen van schrijvers Literair wandelen in Dordrecht
12 De collectie: Typoscript Die Kapuzinergruft –Joseph Roth
15 Vergeeld en vergeten Bob den Uyl: Vogels kijken
35 Winkeldagboek
38 Leestips
43 Leesclubtips: Onze levens in Londen van Christine Dwyer Hickey en Zwarte september van Sandro Veronesi
55 Winactie Hot Milk
56 Agenda Boekenmarkten
58 Puzzeltijd
is sinds 2009 cultuursocioloog aan de Erasmus Universiteit Rotterdam en eerder voorzitter van onder meer ClickNL en de Raad van Toezicht van de Waag Society. Ook zat ze in de Raad voor Cultuur. Vorig jaar verscheen van haar hand Ons huis aan het spoor (Alfabet).
is sinds maart 2014 directeur van de Auteursbond. Hiervoor werkte de neerlandicus lange tijd in de dansen theaterwereld. Ook was hij ruim vijf jaar manager communicatie, marketing en research van omroep NCRV.
LIESBET VAN ZOONEN EN JAN HILBERS (AUTEURSBOND):
‘Het is onze
taak om coalities te sluiten waar dat mogelijk is’
Hoe zullen auteurs en vertalers hun beroep vormgeven als de AI-storm is gaan liggen? Terwijl nog lang niet duidelijk is welke plaats generatieve AI in de samenleving krijgt, probeert hun vakvereniging zo goed mogelijk voor hen op te komen. ‘AI is vooral een versneller’, zeggen voorzitter Liesbet van Zoonen en directeur Jan Hilbers van de Auteursbond.
Is het een moeilijke tijd om auteur te zijn?
Hilbers: ‘Integendeel. Het is een geweldige tijd om schrijver te zijn. Auteurs zijn kritische denkers met sterke opvattingen over de samenleving. Dat type beschouwende kunstenaars heeft een samenleving altijd nodig, maar in deze tijd misschien meer dan ooit. Onder invloed van de digitalisering maken we nu zo’n radicale maatschappelijke verschuiving mee. Ik had nooit verwacht dat de jaren twintig zó spannend zouden zijn. En dan heb ik het nog niet eens over de mogelijke nieuwe narratieve structuren die door AI ontstaan.’
Van Zoonen: ‘Het is niet alleen de technologische revolutie. Kijk naar de oorlogen in de wereld, wat er gebeurt met identiteiten, hoe vrouwenrechten worden teruggedraaid – als het je instelling is om via verhalen over de wereld na te denken, heb je nu materiaal te over dat je verbeeldingskracht aanzet.’
Laat ik mijn vraag anders formuleren: is het een moeilijke tijd voor auteurs om van hun werk te leven?
Hilbers: ‘Dat is altijd al moeilijk geweest. Uit het laatste inkomstenonderzoek van alweer 2015 bleek dat amper 100 auteurs kunnen leven van de royalty’s uit boeken. En de helft daarvan zit beneden modaal. Schrijnend. Het zegt veel over de waardering in Nederland voor de kun-
sten. In Frankrijk en Duitsland is het besef dieper geworteld dat kunst belangrijk is voor de nationale identiteit. In Nederland wordt kunst gezien als iets voor tussen de schuifdeuren; je leeft lekker je hobby uit. En dus wordt niet meer dan een handvol schrijvers afgescheept met een subsidie van, zeg, 15.000 euro per jaar. Daar ageer ik al lang tegen.’
De subsidies zullen in het huidige politieke klimaat niet stijgen.
Van Zoonen: ‘Dat denk ik ook niet. Zelfs voor thema’s waarvan je denkt dat die belangrijk zijn voor deze coalitie, is weinig geld beschikbaar. Kunst in de regio kan op dit moment ook niet uit. Of kijk naar het belang van taal voor de nationale identiteit: een club als Stichting Oefenen, die de 2,5 miljoen laaggeletterden in dit land helpt bij het versterken van hun taalvaardigheid, krijgt geen structurele subsidie. Die stichting, waar ik in de Raad van Toezicht zit, holt dus van project naar project.’
GLOBALISERING
Laat ik mijn eerste vraag nog specifieker formuleren: is het nog moeilijker geworden voor auteurs om van hun werk te leven?
Tekst Maarten Dessing Beeld Chris van Houts
Liesbet van Zoonen (1959)
Jan Hilbers (1963)
Van Zoonen: ‘Op dit moment is het dramatisch. Vooral omdat de Auteursbond een breed spectrum aan auteurs vertegenwoordigt: óók scenarioschrijvers, ondertitelaars, educatieve auteurs, vertalers. Sommige van die groepen zijn hun werk al kwijt. Ondertitelaars bijvoorbeeld, in toenemende mate ook vertalers – vooral zakelijke vertalers. Ook de gemengde praktijk staat onder druk. Iedereen die naast boeken een keer een folder voor een school schrijft, heel belangrijk als aanvullend inkomen, raakt dat werk kwijt, omdat zo’n school dat nu door AI laat doen.’
Leidt deze situatie tot stijging van het aantal leden van de Auteursbond?
Van Zoonen: ‘Absoluut. Het leidt ook tot meer activiteit binnen de secties. Daar heerst een sterk gevoel van urgentie.’
Is AI de grootste bedreiging?
Hilbers: ‘AI is vooral een versneller. De grootste bedreiging is de globalisering. Toen ik studeerde in de jaren tachtig, vond je in boekhandels planken vol boeken met auteurs van wie je nog nooit had gehoord. Nu domineren stapels van 200 exemplaren of meer van maar een handvol auteurs het beeld in de winkel. En dat zijn vooral Engelstalige auteurs. In de breedte van het aanbod zie je daarom steeds meer auteurs die hooguit 2000 exemplaren van hun werk verkopen.’
Van Zoonen: ‘Of kijk naar een nieuw genre als Young Adult. Mijn eigen boekhandel heeft een hele wand vrijgemaakt voor Engelstalige literatuur, met veel Young Adult met paarse, roze en azuurblauwe covers. Het verkoopt kennelijk goed. Maar: dat biedt wel minder ruimte voor Nederlandstalige schrijvers.’
Een versneller dus.
Van Zoonen: ‘Razendsnel zelfs. Als ik bedenk hoe snel het is gegaan sinds ik een jaar geleden als toen nog interim-voorzitter begon. Echt ongelooflijk. En de ontwikkeling gaat met grote stappen. Van Marcel van Driel, voorzitter van de sectie jeugdboekenschrijvers, begreep ik dat de nieuwste generatie beeldgenerator binnen ChatGPT weer tien keer meer kan.’
Hoe gaat de Auteursbond om met de onstuimige ontwikkeling van AI?
Van Zoonen: ‘In ieder geval niet afwachten tot alles is uitgekristalliseerd. Dat kunnen we ons niet veroorloven. We hebben daarom een strategisch plan gemaakt dat we werkendeweg steeds zullen bijstellen. Die strategie richt zich op drie onderdelen: auteursrechten beschermen, bestaanszekerheid behouden en de kwaliteit en ambachtelijkheid in de sector borgen. Voor elk daarvan hebben we een actieplan.’
‘AUTEURSRECHT IS NATIONAAL RECHT.
WIE DAT IN NEDERLAND SCHENDT,
KUN
JE
DAAROM HIER AANKLAGEN’
TECHBEDRIJVEN
Hoe proberen jullie het auteursrecht te beschermen?
Van Zoonen: ‘We hebben onze auteurs gevraagd of ze willen controleren of hun werk in de Library Genesisdatabase zit, die Meta heeft gebruikt om hun AI-bot te trainen, en of ze dat aan ons en hun uitgever willen laten weten. Die actie resoneert enorm. In twee weken tijd hadden we reactie van meer dan 500 mensen. Een kwart van onze leden!’
Wat doen jullie met die meldingen?
Van Zoonen: ‘Daar beraden we ons nog op. Misschien gaan we zelf naar de rechter, misschien sluiten we aan bij andere initiatieven tegen Meta. We kunnen daarbij leren van andere rechtszaken. In Frankrijk trekken auteurs op met uitgevers, in Amerika doen auteurs het alleen. In Engeland moeten ze het opnemen tegen big tech én de eigen overheid die het auteursrecht wil opschorten om een AI-industrie van de grond te krijgen. In België trekken ze juist op met de overheid, die redeneert: Meta jat ook ons belastinggeld.’
Kan de Auteursbond wel actie ondernemen tegen Meta – als kleine Nederlandse vereniging tegenover een internationaal miljardenbedrijf?
Van Zoonen: ‘Veel mensen schieten in die reflex: er is niks tegen die techbedrijven te beginnen. Onterecht. De bedrijven worden zoals gezegd al overal aangepakt. In de slipstream daarvan kunnen wij mee. Ten tweede moeten we gewoon actie ondernemen. Als je niets doet, zeg je feitelijk tegen Meta: ga je gang. En juridische strijd voeren kán. Auteursrecht is nationaal recht. Wie dat in Nederland schendt, kun je daarom hier aanklagen. Dat is op wereldschaal misschien een kleine rechtszaak, maar draagt wel bij aan jurisprudentie tegen wat niet voor niets de grootste diefstal van de eeuw wordt genoemd.’
Hilbers: ‘Eigenlijk is het ook andersom. Schrijvers hebben een sterkere machtspositie dan Meta.’
Want?
Hilbers: ‘Om kwalitatief goede AI-modellen te hebben, moet je ze trainen met hoogwaardig bronmateriaal. Of-
wel: zonder goede boeken, heb je geen goede output. Dat besef dringt steeds meer door, nu de kwaliteit van de datasets al achteruit gaat omdat er te veel documenten worden geüpload die door AI zijn gegenereerd. Als AI alleen nog getraind wordt met door AI gegeneerd materiaal, dreigt zelfs model collapse Dan werkt het niet meer. Techbedrijven opereren op dit moment nogal grof om goede bronnen te verkrijgen. Maar: hoe grover ze zijn, hoe sterker de tegenbeweging. In die zin ben ik optimistisch over de AIontwikkelingen.’
ALTERNATIEVE MODELLEN
Daaruit volgt het derde punt: de teruggang in kwaliteit en ambachtelijkheid.
Dan zijn we bij het tweede punt: de bestaanszekerheid. Dat speelt in de boekenwereld vooral bij vertalers?
Van Zoonen: ‘O nee, bij iedereen. In december hadden we een heidag met alle secties om te praten over de impact van AI. Iedereen ervaart de gevolgen. Alleen de ernst verschilt per beroepsgroep. Ondertitelaars doen nog wel bioscoopfilms, de rest is vrijwel allemaal geautomatiseerd.’
Hilbers: ‘Zij worden, net als boekvertalers, vooral gevraagd voor post-editing, omdat de output op dit moment niet goed genoeg is. De aanname is dat dat minder tijd kost, dus de tarieven worden gehalveerd. Dat is gewoon niet waar, het kost net zoveel tijd.’
Hilbers: ‘Het verdwijnen van een beroepsgroep leidt automatisch tot verlies aan kwaliteit. Als machines ondertitels leveren, wordt puur naar de geschreven tekst gekeken. Ondertitelaars houden rekening met de beschikbare ruimte, de culturele connotaties en wat er op dat moment in beeld te zien is. Als dat niet meer gebeurt, is dat een enorme verschraling. Voor mensen met een auditieve of visuele beperking is het in feite ook een vorm van discriminatie. Maar het besef daarvan is niet aanwezig. Het is daarom onze taak het publiek dat te vertellen.’
Hoe?
Van Zoonen: ‘Laat ik eerst zeggen dat we pas begin dit jaar echt gestart zijn. De actieplannen zijn nog volop in ontwikkeling. We praten daarvoor met onze achterban – waar overigens uiteenlopende meningen opgeld doen: van “ik wil niets met AI te maken hebben” tot “AI kan een goede tool zijn”. En we overleggen met alle mogelijke organisaties: van Lira en NVJ tot de Creatieve Coalitie, of internationaal de European Writers’ Council. Overal proberen we ideeën op te halen en samen te werken. Maar we moeten ook prioriteiten stellen. We moeten
het doen met beperkte middelen en mensen. Bescherming van auteursrecht staat op dit moment bovenaan, maar ook op de andere punten hebben we al acties ondernomen. We hebben bijvoorbeeld stickers met de tekst “geschreven door een mens” en “vertaald door een mens”. Daar willen we iets ludieks mee doen. We controleren of onze modelcontracten AI-proof zijn. We hebben een praktische handleiding online gezet voor verantwoord gebruik van AI. We hebben een van onze leden verzocht om een alternatief narratief te ontwikkelen: Anja Sicking, die al jaren over dit onderwerp publiceert. Enzovoort.’
Alternatief narratief?
Van Zoonen: ‘Generatieve AI gaat natuurlijk niet weg. Daarom moeten we ervoor zorgen dat er alternatieve modellen worden ontwikkeld, die transparant zijn over hun bronnen, auteurs de vrijheid bieden om zelf te bepalen of ze hun werk willen afstaan en daar netjes voor betalen – zowel eenmalig voor het beschikbaar stellen van werk voor trainingsdoeleinden als daarna structureel voor het geld dat er met AI-bots wordt verdiend, waarbij je aan een collectieve thuiskopie-achtige vergoeding kunt denken.
Modellen ook die niet zoals de Chinese of Amerikaanse worden beïnvloed door ongewenste politieke keuzes. In Amerika worden hele lijsten aangelegd van woorden die niet meer mogen: klimaat, transgender, enzovoort. Zo’n alternatief model kan op Europees of nationaal niveau worden gebouwd. Zoals GPT-NL dat wordt ontwikkeld door partijen als TNO en SURF die wel publieke waarden hoog in het vaandel hebben.’
UITGEVERS
Lobbyt de Auteursbond hier ook voor?
‘UITGEVERS
BEGINNEN ZELF OOK IN TE ZIEN DAT HET KWALITEITSVERLIES VAN GEAUTOMATISEERDE VERTALINGEN TE HOOG IS’
Kijk naar de Britse plannen om auteursrecht op te schorten. Daarmee wordt in een klap de wereldleider op het gebied van culturele producten kapotgemaakt. Hoezo “licht risico”?’
Zijn uitgevers een bondgenoot in deze strijd? Of alleen als het gaat om bescherming van het auteursrecht?
Van Zoonen: ‘Het is onze taak om coalities te sluiten waar dat mogelijk is. In de bescherming van auteursrecht doet de Groep Algemene Uitgevers (GAU) veel. Maar uitgeverijen hebben ook hun eigen belangen. Zo experimenteren educatieve uitgeverijen veel met AI, omdat je bijvoorbeeld heel goed vanuit één tekst toetsvragen kunt genereren op verschillende niveaus. Algemene uitgeverijen experimenteren met computervertalingen. Heel begrijpelijk vanuit hun perspectief. In dat geval trekken we op met een aantal bedrijven of delen van bedrijven zelfs.’
Toen VBK aankondigde titels met AIvertalingen op de Engelstalige markt te brengen, zei de Auteursbond wel meteen heel defensief: niet doen.
Van Zoonen: ‘Dat gaat via de organisaties waar wij bij zijn aangesloten, zoals Platform Makers. Maar het is lastig, omdat de politiek op dit moment geen agenda heeft op het gebied van cultuur en innovatie – anders dan: zo fors bezuinigen dat het idee van Nederland kennisland de prullenbak in kan.’
Hilbers: ‘Dat is in Brussel anders. Maar ook daar is het erg zoeken. In de normale wereld zou er bijvoorbeeld allang een fonds zijn om mensen te compenseren voor inkomstenverlies of in staat te stellen zich om te scholen – in ons geval bijvoorbeeld richting het onderwijs, waar sommige leden al naartoe gaan –, maar zo ver zijn beleidsmakers gewoon nog niet.’
Van Zoonen: ‘Toch is ook daar nog veel lobbywerk te doen. In de Europese AI Act wordt het risico op gebruik van AI in de culturele industrie “licht” genoemd. Licht!
Hilbers: ‘Een deel van de verklaring is de toon. ThiemeMeulenhoff staat er heel open in, maar VBK deed alsof het de auteurs een verleidelijk aanbod deed – en dat is gewoon niet waar. De boeken zouden in kwalitatief slechte vertalingen verschijnen, die daarom ook bijdragen aan een verslechterde positie van de beroepsgroep als geheel. Daarom zeggen wij nog steeds: niet doen.’
Van Zoonen: ‘Dat we het begrijpelijk vinden dat uitgevers experimenteren, wil niet zeggen dat we dat steunen. Zoals het ook begrijpelijk is dat een kind wil weten hoe een hete kachel voelt. Dan zeg je evengoed: doe maar niet. Gelukkig horen we van leden dat de industrie – uitgevers, filmmaatschappijen – zelf ook begint in te zien dat het kwaliteitsverlies van geautomatiseerde vertalingen te hoog is.’
ONDERHANDELINGSMACHT
Een andere ontwikkeling is de groei van streaming. In de muziek leidt dat tot inkomensverlies. Wat betekent
dat voor schrijvers?
Hilbers: ‘Dat weten we nog niet. Streaming is nu een zwarte doos. We zijn daarom een onderzoek begonnen dat zich richt op de transparantieverplichting die sinds 2021 in het modelcontract staat. Uitgevers zijn verplicht in royalty-statements helderheid te verschaffen over alle aantallen die in de markt zijn weggezet – zoals ze trouwens ook verplicht zijn toestemming voor digitale exploitatie te vragen, wat lang niet altijd gebeurt. Als er niet genoeg helderheid is, kunnen we uitgevers op deze verplichting wijzen. Als er wel helderheid is, kunnen we op basis daarvan afspraken maken over een eerlijke honorering.’
Wat betekent de internationalisering van het boekenvak, met wereldwijd opererende uitgeefconcerns en retailers, voor de positie van de auteur?
Van Zoonen: ‘Dat moet je van geval tot geval bekijken. Ik kan niet in de cijfers van VBK kijken, maar stel dat de keuze was: óf omvallen óf overgenomen worden door Simon & Schuster. Dan is het alleen maar goed dat ze het laatste hebben gekozen. Het is ook geen eenrichtingsverkeer: de Amerikanen komen naar Nederland. Het biedt óók Nederlandse auteurs kans beter te verkopen op andere markten. Aan de andere kant vertegenwoordigen wij ook non-fictieauteurs en journalisten, die voor een Vlaams bedrijf als DPG werken dat een in onze ogen discutabele strategie volgt. Als ze daarmee doorgaan, zou het voor de pluriformiteit van de media beter zijn als de Nederlandse pers niet in buitenlandse handen was.’
Maar als je het hebt over onderhandelingsmacht tegenover enorme molochen die bijvoorbeeld in heel Europa audioboekrechten opkopen?
Hilbers: ‘Dat hangt van het contract af dat een auteur tekent. Ook dan blijft het mogelijk het modelcontract als basis te gebruiken en daar zo nodig met onze jurist over te overleggen. Ook de collectieve contracten van Lira blijven geldig in Nederland.’
Van Zoonen: ‘Je vraag suggereert dat auteurs nu wel onderhandelingsmacht hebben tegenover Nederlandse partijen. Dat is lang niet altijd het geval. Daarom bespeur ik bij auteurs een toenemende interesse in collaboratieve projecten, uitgeefcoöperaties en andere alternatieve exploitatievormen zoals die in de jaren zeventig bestonden.’
VEILIGHEID
Een laatste bedreiging is de schrijversveiligheid. Hoe uitzonderlijk is anno 2025 de rechtszaak van Pim Lammers en zijn uitgeverij tegen Civitas Christiana?
Hilbers: ‘Uit onderzoek van het meldpunt SchrijversVeilig blijkt dat een op de zeven schrijvers te maken heeft met een vorm van agressie, meestal online. We leven nu
eenmaal in een tijd waarin de massa denkt online alles te kunnen zeggen. Maar of er meer echt ernstige zaken zijn? Sommige auteurs zijn ook opiniemakers die stevige meningen ventileren en daarom tegenwind krijgen, die af en toe iets te ver gaat. Dat is niet zo mensonterend als Pim Lammers is overkomen, waarbij een conservatiefchristelijke groepering desinformatie de wereld in helpt die sommige influencers verspreiden onder soms grote groepen volgers – die de schrijver vervolgens serieus bedreigen. We krijgen geen meldingen dat dát vaker gebeurt.’
Doet de Auteursbond genoeg tegen al die agressie? Van Zoonen: ‘We doen wat we kunnen. Ons uitspreken, auteurs wijzen op SchrijversVeilig dat ook trainingen geeft, zelf een veilige haven en luisterend oor bieden. Vooral binnen de secties, waarin vakgenoten samenkomen, helpen de leden elkaar veel. Maar daarmee heb je nog geen handelingsrepertoire om zulke agressie te voorkomen. We leven nu eenmaal in een rottijd, en daar kunnen wij helaas niets aan veranderen, al doen we ons best.’
Kijk voor meer informatie over de Auteursbond op auteursbond.nl en voor SchrijversVeilig op schrijversveilig.nl.
De collectie Op deze pagina’s presenteert het Literatuurmuseum in Den Haag bijzondere voorwerpen uit de collectie.
Typoscript Die Kapuzinergruft –Joseph Roth
Honderd jaar geleden werd in Utrecht het cultureel tijdschrift én de uitgeverij De Gemeenschap opgericht. In de jaren twintig en dertig groeide het uit tot een invloedrijk platform voor vooruitstrevende katholieke jongeren, met aandacht voor literatuur, muziek, kunst en maatschappelijke veranderingen.
Tekst Amber Brabander
In 1939 verschijnt Die Kapuzinergruft van Joseph Roth bij De Gemeenschap. De uitgeverij had hoge verwachtingen: Roth was de gevierde auteur van Radetzkymars en Hiob en een nieuwe roman van zijn hand werd als een literaire gebeurtenis beschouwd. Maar de samenwerking verliep moeizaam. Roth kampte met schulden, hield zich zelden aan afspraken en vroeg voortdurend om voorschotten. Toch voelde hij zich verwant met De Gemeenschap en raakte hij bevriend met redacteur Anton van Duinkerken, die hem geregeld ontving in Amsterdamse cafés.
Van Duinkerken beschreef Roth in De Tijd als een man met een eenvoudig uiterlijk – ‘een schrijnwerker of klein timmermansbaasje’ – maar met een rijke literaire staat van dienst. De brieven tussen Roth en de uitgever staan vol dringende geldverzoeken: ‘Ich bitte Sie also, pünktlich am 16. um Geld. Sie zerstören mir meine Arbeit [...]’.
Die Kapuzinergruft werd goed ontvangen, al vond men het niet zo ‘volkomen af’ als Radetzkymars.
Toen Roth op 27 mei 1939 overleed, sloegen recensies snel om in in memoriams. Eind dat jaar verscheen alsnog Die Geschichte der 1002. Nacht, maar de Tweede Wereldoorlog legde de verkoop stil. Na de oorlog zouden de titels bij Roths vroegere uitgeverij Allert de Lange herdrukt worden.
De tentoonstelling 100 jaar
De Gemeenschap belicht de geschiedenis van tijdschrift en uitgeverij, aan de hand van sleutelpersonen, bijzondere uitgaven en hun vormgeving. Te zien tot en met augustus 2025 in het museum, of lees meer op Literatuurmuseum.nl.
Altijd op de hoogte van het laatste bibliotheeknieuws?
Neem nu een abonnement op Bibliotheekblad!
- Een abonnement op Bibliotheekblad kost € 239,95 per jaar.
- Elk vervolgabonnement op hetzelfde adres kost € 249,95.
- Een abonnement op Bibliotheekblad in België kost € 268,95 per jaar.
Bibliotheekblad verschijnt hybride: 5x digitaal en 4x print. Abonnees hebben ook toegang tot het archief waarin alle jaargangen vanaf 2020 te raadplegen zijn.
Een abonnement sluit u heel makkelijk af op bibliotheekblad.nl/abonneren
Of bel met Abonnementenland op 0251-257 924. Vanuit België: +32 (0)28 08 55 23
Download de nieuwe Hebban App!
Met de gratis Hebban Boekenapp heb je toegang tot alle boekinformatie en honderdduizenden recensies en waarderingen van lezers. Ontdek je volgende favoriete boek, beheer de boeken die je hebt gelezen en nog wilt lezen, doe mee aan de Hebban Reading Challenge of organiseer je eigen leeschallenge. Kijk op www.hebban.nl/app of scan de QR-code.
Wim Huijser
Wim Huijser herleest boeken die ooit opvallend waren.
Bob den Uyl – Vogels kijken
De vogelwereld schijnt de mens gelukkig te maken. Vogels kijken wordt steeds populairder en de Nationale Tuinvogeltelling doet het aantal vogelaars sterk toenemen. Hoeveel vogelkijkers Nederland precies telt, is moeilijk te zeggen. Toch kunnen we voetstoots aannemen dat het er aanzienlijk meer zijn dan begin jaren zestig toen Bob den Uyl zijn verhaal ‘Vogels kijken’ als volgt begon: ‘Ik wist niets van vogels af, toch zag juist ik de zeldzaamste exemplaren. Een prettige eigenschap, die ik me eigenlijk maar half bewust was en waarover ik nooit met iemand sprak. Ik hoefde maar buiten de stad te gaan, naar bossen of weilanden, en daar vlogen ze me al tegemoet.’ De ik in het verhaal kan niet met zekerheid zeggen of de vogels ook zeldzaam zijn. Het enige is dat hij het voelt . Verder weet hij er weinig van. Zich realiserend dat zijn eigenschap volstrekt ongewoon is, rijst bij de vogelkijker al snel de vraag of hij zijn gave niet in geld kan omzetten. Het idee om tegen betaling excursies te ondernemen verwerpt hij echter als weinig winstgevend. Feit blijft dat hij zeldzame vogels ziet zonder daarvoor moeite te doen. Voorts voltrekt zich het leven van de hoofdpersoon over hoogte- en door dieptepunten, tot het moment dat hij geen enkele bijzondere vogel meer waarneemt.
‘Vogels kijken’ werd het titelverhaal van Den Uyls debuutbundel (1963) waarin daarnaast nog een vijftal reële en surreële verhalen werd opgenomen.
‘Na lezing krijgen we een heimwee te verwerken, zoals alleen een Slauerhoff wist op te roepen’, schreef De Telegraaf. Vogels kijken vind ik een hoogst origineel boek van iemand die zijn stijl al helemaal gevonden heeft’, bevestigde collega J. Bernlef. Hoewel de verkoop ronduit slecht was, werd het boek bekroond met de Prozaprijs van de stad Amsterdam. De traditie mag dan willen dat op korte verhalen al snel een roman volgt, bij Den Uyl bleek dat niet het geval. Eenmaal naam gemaakt, zou hij voor het verhaal blijven kiezen.
vergeeld en vergeten -
Vogels kijken werd herdrukt in de Salamander-reeks en vond met drie andere titels een onderkomen in de omnibus Quatro primi (1980). Ondertussen had de auteur zich ontwikkeld tot zeldzame vogel in de Nederlandse letteren.
Met name in de lockdowntijd nam de kunst van het vogelkijken een vlucht. Vogelgidsen bleken niet aan te slepen. De dubbele vuistdikke turf Handboek Europese vogels (2022) haalde kort na elkaar vier drukken. Met Onze gevederde vrienden in boeken (2020) schreef Jennifer Romeijn een boek over vogelboeken. Er bestaat een magazine Vogelskijken en met het tijdschrift in boekvorm De Scharrelaar kan het vogels kijken weer op een literaire wijze worden benaderd. Vogelaars kom je overal tegen, zo constateerde ook Dik van der Meulen in de Volkskrant ‘op rivierdijken, langs akkers en bosranden en zelfs in een woonwijk […], in camouflagegroen gehulde mensen die vanuit een woud van statieven met telescopen naar een struik of graspol in de verte turen’. Terug naar Den Uyls vogelkijker. Lange dagen brengt hij in zijn bibliotheek door, waar hij tot het inzicht komt dat, als de vogels niet naar hem komen, hij naar de vogels moet trekken. Hij laat boeken aanrukken, wordt lid van de Engelse Bird Watching Society en bestudeert hun periodieken. Maar nergens komt hij afbeeldingen tegen die hem aan de vroeger geziene vogels herinneren. Steeds kleiner wordt de hoop nog eens een onbekende vogel waar te nemen. Uiteindelijk moet hij vaststellen dat je niet naar een bepaald punt in je leven terug kunt gaan en het nog eens beter overdoen. ‘Ik zet de kijker voor mijn ogen en tuur het landschap af. Weer niets.’
Vogels kijken is in, en wel meer dan ooit, maar het resultaat is nooit vanzelfsprekend.
Foto: Marianne Huijser.
Bob den Uyl – Vogels kijken. Nijgh & Van Ditmar, 1963.
Na 250 jaar nog steeds actueel en messcherp
De magie van Jane Austen
Zeg nooit dat het in Jane Austens romans alleen maar draait om zoete romantiek. Iedere Austen-liefhebber zal het vingertje heffen, wellicht met Austeniaanse elegantie: I am most seriously displeased. De schrijfster, 250 jaar geleden geboren, fileerde fijntjes mens en maatschappij en was een meester in de ironie, getuige een uitspraak als: ‘I do not want people to be very agreeable, as it saves me the trouble of liking them a great deal.’ Austen-kenners José Roeken en Karin Quint over haar leven en werk.
Zes romans schreef de Britse Jane Austen (1775-1817) in haar korte leven. Stuk voor stuk meesterwerken. Achtereenvolgens liet ze Sense and Sensibility, Pride and Prejudice, Mansfield Park, Emma, Northanger Abbey en Persuasion uit haar pen vloeien. Boeken die tot op de dag van vandaag wereldwijd gedrukt, gelezen, besproken en geanalyseerd worden. Ze zijn uitbundig verfilmd, bewerkt tot toneelstukken en onderwerp geweest van proefschriften.
Schrijftafeltje
De schrijfster zelf spreekt al net zo tot de verbeelding. Haar laatste woonstede – een roodstenen cottage in het plaatsje Chawton – is zowel museum als bedevaartsoord. Afgeschermd door een doorzichtig wandje staat daar haar twaalfkantig schrijftafeltje. Voor fans niets minder dan een heiligdom. Een
suppoost houdt met argusogen iedereen in de gaten die er maar naar wijst. Maar een bevlogen Austen-liefhebber – een ‘Janeite’ – vertrouwde me toe dat het haar was gelukt het tafelblad met een vingertop aan te raken, nadat ze als een haaitje om deze ‘prooi’ was blijven cirkelen tot de suppoost één seconde niet keek. Voor heel even viel ze via die aanraking samen met de schrijvende Jane, ruim twee
eeuwen geleden.
Jane Austen werd geboren in Steventon, een landelijk gelegen dorpje in het zuiden van Engeland. Haar vader, een predikant, vulde zijn inkomen aan als onderwijzer.
Ze had zes broers en één zus, Cassandra, die haar hele leven ook haar beste vriendin zou zijn. Allebei nooit getrouwd, bleven ze bij hun ouders wonen. Tot Jane’s leedwezen – ze was verknocht aan Steventon – verhuisden ze een paar keer. Eerst naar het mondaine Bath, nadat haar vader met pensioen was gegaan. Als later haar vader overlijdt en zijn inkomen wegvalt, breekt voor moeder en dochters een tijd aan van verhuizingen, krap bemeten onderkomens en constante geldzorgen. In die tijd dooft het vuur van Austens werklust. Ten slotte regelt een broer de cottage in Chawton en keert de rust terug. Er wordt wel gespeculeerd over
We weten niet hoe Jane Austen eruitzag. Haar zus Cassandra maakte deze portrettekening die niemand in de familie erg vond lijken. Collectie National Portrait Gallery.
het aantal boeken dat ze in betere omstandigheden nog meer had kunnen schrijven.
Obsessie met geld
Waarom spreken Austens werk en haar persoon zo aan? Wat is haar magie? Schrijfster Kristien Hemmerechts, groot Austen-liefhebber, zei ooit: ‘Haar boeken zijn ontzettend goed geschreven, met veel ironie en invloeden van Shakespeare. Ze observeert de Engelse maatschappij heel goed, ziet het klassenbewustzijn, ziet die obsessie met geld. Van elk nieuw personage in haar boeken wordt meteen gezegd hoeveel hij
Tekst Judith Zeeman
In wat nu het Jane Austen’s House Museum is, woonde de schrijfster de laatste acht jaar van haar leven. Foto: Saskia Bosch.
Het twaalfkantig schrijftafeltje van Jane Austen. Foto: Betsy Devine.
José Roeken: ‘Austen schreef haar boeken om voor te dragen, dat deed ze zelf ook.’ Foto: Austen Tales.
bezit en verdient.’
José Roeken maakt het nog concreter: ‘Lees Pride and Prejudice en zet dan bij elke zin waarin het over geld gaat de M van money. Je blijft bezig. “Mr. Bingley inherited property to the amount of nearly a hundred thousand pounds from his father.” Of over Mr. Darcy: “Having ten thousand a year.” Austen beschreef daarmee het standsverschil van haar tijd, maar ook wat zijzelf aan den lijve meemaakte. Ze behoorde tot de upper middle class, was belezen en intelligent. Maar dat hield ook in dat ze niet hoorde te werken. En aangezien haar ouders geen geld of land bezaten, zou ze na hun dood berooid achterblijven. Trouwen met een goede partij was het enige wat er voor haar en veel andere vrouwen op zat. Dan speelt geld een grote rol. Zo romantisch was dat niet. Haar boeken zijn gevuld met alle haken en ogen rond dit gebruik en tussen de regels door lees je hoe belachelijk ze het vond. Ik denk wel dat haar boeken een stil protest waren.’ Op haar 27ste krijgt Jane Austen van een zeer bemiddelde man een huwelijksaanzoek dat ze accepteert – het gezin viert al feest – maar de volgende dag afwijst. Het moet een doorwaakte nacht zijn geweest, waarin ze de geboden financiële
zekerheid, ook voor haar moeder en zus, afwoog tegen haar vrijheid om te kunnen schrijven. Roeken: ‘Ze wist dat ze het schrijverschap wel kon vergeten als ze trouwde. Een echtgenoot kon daar een stokje voor steken en anders kwamen er wel kinderen om voor te zorgen. Veel kinderen.’ Het is veelzeggend dat ze in een van haar brieven over een zwanger nichtje schrijft: “She is with child again, poor cow.” Roeken: ‘Ze maakte zich met haar keuze wel totaal afhankelijk van de goedheid van haar broers. Die autonomie die zij niet had, vind ik nog steeds aangrijpend.’
‘By a lady’ Austens beslissing was des te bewonderenswaardiger omdat schrijvende vrouwen onbehoorlijk werden geacht. Mannen schre-
Tot aan haar dood was de auteursnaam in Austens boeken uitsluitend “By a lady”.
ven, vrouwen lazen. Vooral over ‘vrouwelijke vaardigheden’, zoals borduren en piano spelen. Roeken: ‘Austens broer Henry bemiddelde voor haar bij een uitgever. En tot aan haar dood stond voorin haar boeken uitsluitend “By a lady”
Na haar dood zijn de laatste twee boeken, Northanger Abbey en Persuasion, verschenen in een bundel met een notitie van Henry die haar identiteit onthulde.’ Tijdens haar leven was Jane Austen, de schrijfster, onbekend.
Wat maakt haar boeken zo bijzonder? Roeken: ‘Ze was met haar sociaal realisme haar tijd vooruit. Terwijl haar tijdgenoten zich toelegden op Gothic novels of bombastische verhalen over zeeën, geschaakte vrouwen, of weeskinderen in penibele omstandigheden, beschreef zij wat ze om zich heen zag gebeuren. Een picknick in een
park, mensen die boos of verdrietig zijn, of rouwen. Of over een dansfeest waar de een tegen de ander zegt: hij heeft al drie keer met haar gedanst, ze zullen wel gaan trouwen. Ook dialogen tussen mannen en vrouwen waren nieuw. Ze beschreef de interacties, zoals we die nu nog steeds kennen.
In haar tijd waren er net als nu oorlogen en pandemieën en mensen als Trump. Ze schrijft voortdurend over geld en macht, rivaliteit, de positie van de vrouw. In Mansfield Park stipt ze zelfs de slavenhandel aan, waar Engeland heel rijk van is geworden. Maar ze stelt die onderwerpen aan de orde via haar personages, in het klein, in de omgang met elkaar. Dat doet ze geweldig mooi en elegant, maar ook zeer grappig en satirisch. Het maakt haar werk nog steeds actueel. Veel van haar tijdgenoten worden niet meer gelezen. Zij wel.’
Allesbehalve zoetsappig
Hoe herkenbaar zijn haar taal en schrijfstijl? ‘Let op de lange zinnen’, zegt Roeken. ‘Ze hebben een gemiddelde lengte van 28 woorden, is weleens uitgezocht. Heel mooi vind ik hoe zij de indirecte rede hanteert. Er is altijd ergens een derde persoon. En ze heeft een geweldig oog voor wat mensen drijft. Als zij een personage beschrijft, denk je meteen: ja, zo iemand ken ik ook. Ik heb een keer al mijn collega’s één op één aan een Jane Austenpersonage kunnen koppelen en ze herkenden zich er allemaal in. Het zijn archetypen, zoals de knappe Mr. Darcy. Met hem heeft ze een personage geschapen dat tweehonderd jaar later nog steeds tot de verbeelding spreekt. Ik raad altijd aan om Austens boeken in het Engels te lezen als dat kan. Want in de vertaling gaat veel verloren. Begin dan met Pride and Prejudice: prachtige dialogen, mooie briefteksten en heel komisch, want Jane nam geen blad voor de mond. Ze was allesbehalve
Karin Quint: ‘Jane Austen was in haar eigen tijd echt een pionier.’
Foto: Sander de Goede.
zoetsappig. Niet voor niets heeft ze haar zus gevraagd om na haar dood allerlei brieven te verbranden. Daarin kon ze behoorlijk de draak met mensen steken. En lees haar boeken meer dan eens, want je ontdekt steeds iets nieuws. Ik stond ooit in King’s College in Londen voor een kast met wel driehonderd proefschriften over
Uit Emma:
‘Mr. Knightley seemed to be trying not to smile; and succeeded without difficulty, upon Mrs. Elton’s beginning to talk to him.’
Jane Austen. Elk met een andere invalshoek.’
Austen als pionier Karin Quint noemt Jane Austen niets minder dan een pionier. ‘Ze krijgt inmiddels steeds meer erkenning als grondlegger van de moderne Engelse roman. Een vorm waar in haar tijd op neergekeken werd, waarvoor zelfs werd gewaarschuwd. Als meisjes zich in romans zouden verliezen, bestond het gevaar dat al het bloed naar hun hersenen stroomde in plaats van naar hun voortplantingsorganen, was de gedachte. Austen schreef over gewone mensen en gewone problemen in gewone dialogen. Het maakt dat haar boeken nog steeds modern en van betekenis zijn. Ik gaf laatst een lezing over Pride and Prejudice aan een Young Adult Leesclub. De ene helft was helemaal weg van haar werk, het andere deel kwam er niet doorheen. En inderdaad, als je haar stijl vergelijkt met de boeken van nu, heb je wat meer geduld nodig. De zinnen zijn lang en ze gebruikt natuurlijk taal uit haar tijd. Je moet je telefoon in de diepvries leggen en je hoofd erbij houden. Maar sommige jonge lezers vinden dat juist heel leuk en uitdagend. Bo-
vendien word je beloond met zúlke prachtige zinnen. En dan die droge Engelse humor.’
Lezende mannen
Op de vraag wat mannen eigenlijk van Austens werk vinden, zegt Karin Quint: ‘In haar tijd werd zij juist vaak door mannen gelezen. Tussen mannen en vrouwen bleef veel onbesproken. Dus het was voor mannen een mooi inkijkje; wat speelt zich in het hoofd van vrouwen af, wat is hun blik op de maatschappij?
Tijdgenoot en schrijver Sir Walter Scott was een enorme fan van haar. En veel later ook Winston Churchill. Hij las in de Tweede Wereldoorlog haar boeken graag om tot rust te komen, als troostrijke literatuur over een idyllisch Engeland: “What calm lives they had, those people.” Om diezelfde reden kregen tijdens de Eerste Wereldoorlog gehospitaliseerde soldaten met shellshock haar boeken uitgereikt. De impliciete boodschap was: dit is het prachtige Engeland waarvoor je vecht. Dat haar boeken tegenwoordig vooral worden gezien als literatuur voor vrouwen komt misschien door de verfilmingen in de jaren
Mr. Bennet in Pride and Prejudice:
‘An unhappy alternative is before you, FromElizabeth. this day you must be a stranger to one of your par- ents. Your mother will never see you again if you do not marry Mr. Col- lins, and I will never see you again if you do.’
negentig, zoals Pride and Prejudice met Colin Firth als Mr. Darcy. Het betekende Austens wereldwijde doorbraak, maar de nadruk kwam erg te liggen op romantiek en niet zozeer op haar maatschappijkritiek. Dat verklaart waarom nieuwe uitgaven van haar werk tegenwoordig worden gepresenteerd met bloemetjes, hartjes en roze kleuren; alles übervrouwelijk. In mijn lezingen bied ik tegenwicht door te vertellen hoezeer zij een schrijfster van allure is. En dat je eens in de zoveel jaar haar boeken opnieuw moet lezen. Ze groeien met je mee. Toen ik haar werk als tiener las, liet ik me meevoeren door het liefdesverhaal. Nu ben ik op een leeftijd dat ik wel snap dat die licht-hysterische Mrs. Bennet haar vijf dochters allemaal goed onderdak wil krijgen.’
‘She was the sun’ Jane Austen overleed toen ze 41 was aan een onbekende ziekte, waarvan we nu denken dat het de
Ziekte van Addison kan zijn geweest. Een dag later schreef haar diepbedroefde zus Cassandra: ‘She was the sun of my life, the gilder of every pleasure, the soother of every sorrow. It is as if I have lost a part of myself.’ Austen ligt begraven in Winchester Cathedral onder een zerk die nergens rept van haar schrijverschap. Een halve eeuw later kreeg ze voorzichtig wat bekendheid, nadat haar neef James Edward Austen-Leigh A Memoir of Jane Austen publiceerde. Nog weer een eeuw later drong het algemeen door dat Austen tot ‘groot Engels schrijver’ bestempeld moest worden.
Quint: ‘We weten niet waar haar drang vandaan kwam om dwars tegen alle conventies in te willen schrijven. Jane zat enkele jaren op een school waar ze leerde handwerken en vrouw en echtgenote zijn. Maar ze was altijd aan het lezen. Haar hele familie las veel en onderling discussieerden ze over boeken. Aan de verhalen die zij in haar jeugd schreef, zie je al dat ze een enorme fantasie had met veel humor. Misschien heeft ze wel gedacht: ik ga boeken schrijven die ik zelf graag zou willen lezen. Of zoals ik vind dat boeken geschreven zouden moeten zijn.’
José Roeken verzorgt presentaties en lezingen (zoals over tv- en filmbewerkingen), voordrachten, literaire afternoon teas en cursussen over Jane Austen. Daarnaast begeleidt ze Jane Austen-reizen naar Engeland. Lees er op haar website Austentales.nl. alles over.
Karin Quint schreef de reisgids Het Engeland van Jane Austen (2014) die in Engeland uitkwam onder de titel Jane Austen’s England: A Travel Guide. In 2024 verscheen een herziene en uitgebreide Nederlandse editie. Op haar website JaneAusten.nl staan nieuwtjes en besprekingen van films en boeken.
De zerk van Jane Austen vermeldt niets over haar schrijverschap. Foto: Saskia Bosch.
Websites over Jane Austen
Er zijn op internet talrijke websites te vinden over leven en werk van Austen. Een kleine selectie:
janeausten.co.uk
Website van het Jane Austen Centre in Bath, die ook in het Nederlands beschikbaar is.
janeausten.org
Zeer uitvoerige Engelstalige website over alles wat maar met de schrijfster te maken heeft.
janeaustensociety.nl en janeaustensocietyofflanders.be Websites van de Nederlandse en Vlaamse Jane Austen Society.
Austen Weetjes
Catherine Morland in Northanger Abbey:
‘I cannot speak well enough to be unintelligible.’
Austens 250ste geboortejaar wordt in veel landen gevierd. Ook in Nederland en Vlaanderen zijn er diverse activiteiten. Kijk voor een overzicht op janeausten.nl/ agenda.2025.
Recent verscheen bij uitgeverij Pelckmans een ‘grafische biografie’ getiteld Jane Austen: Verteld & Verbeeld door Isabel Greenberg en Janine Barchas.
Dit jaar starten de opnamen voor een nieuwe Netflix-televisieserie naar Pride and Prejudice Hoofdrollen daarin zijn er voor Emma Corrin als Elizabeth Bennet en Jack Lowden als Mr. Darcy. Olivia Colman zal te zien zijn in de rol van Mrs. Bennet, de moeder van Elizabeth. Naar verwachting is de serie in de loop van 2026 te zien.
De British Library brengt in september een facsimile-uitgave in drie delen uit van de originele eerste editie van Pride and Prejudice uit 1813.
Jennifer Ehle en Colin Firth als Elizabeth Bennet en Fitzwilliam Darcy in de BBCserie Pride and Prejudice uit 1995.
Uitgevers hebben succes met thematische reeksen
Populair bij lezers, aantrekkelijk voor schrijvers
Nadat uitgeverij Van Oorschot in april 2020 de reeks Terloops lanceerde, volgden verschillende andere uitgeverijen met vergelijkbare thematische reeksen bestaande uit mooi uitgevoerde en schappelijk geprijsde ‘meeneemboeken’. Das Mag kwam in september 2022 met de inmiddels voltooide Maanden-reeks, Ambo|Anthos in april 2023 met de reeks Spoorslag over treinreizen, Oevers in het voorjaar van 2024 met de Kleurenreeks en Velvet Publishers in mei 2024 met de Pulpaturereeks, waarin les-bi-queer pulpliteratuur van Nederlandse auteurs wordt uitgebracht. Medewerkers van drie van deze uitgeverijen geven uitleg over de achtergronden van hun reeks.
Van Oorschot – Terloops ‘Bijna een merknaam op zichzelf’
Sinds de lancering van de reeks Terloops in april 2020 zijn er tot dit voorjaar 24 deeltjes verschenen en voorlopig is het einde nog niet in zicht, zegt Femke Essink, als redacteur binnen Van Oorschot verantwoordelijk voor de reeks. De boekjes hebben een formaat van 15 bij 11 centimeter en liggen in de winkel voor een prijs van 13,50 euro. Essink is in december 2024 begonnen bij Van Oorschot. Ze vertelt dat de reeks door haar voorganger Frederike Doppenberg in 2019 is bedacht na de constatering dat
wandelen steeds populairder werd. Essink: ‘Het idee was dat vorm en inhoud mooi samen zouden vallen door ze uit te brengen als zakformaatboekjes die je makkelijk mee kunt nemen en in een uurtje kunt lezen tijdens een wandeling. Je zou de route na kunnen wandelen en terwijl je dat aan het doen bent tijdens pauzes het boekje lezen, al hoeft dat natuurlijk niet.’
De eerste twee deeltjes – Je keek te ver van Marjoleine de Vos en Bergje van Bregje Hofstede – verschenen in april 2020, toen de
of een maximaal aantal delen.’ De serie blijft niet alleen onverminderd populair bij lezers maar ook bij schrijvers. Die werken graag mee, zowel auteurs uit het eigen fonds als daarbuiten. Essink: ‘Ik krijg regelmatig voorstellen van schrijvers met ideeën voor een boekje. Toen ik afgelopen december begon bij Van Oorschot had ik direct zes voorstellen in mijn inbox. We geven er vier per jaar uit, twee in het voorjaar en twee in de zomer – tijdens het wandelseizoen – en blijven dat aantal aanhouden om de markt niet te overvoeren. Voor de komende tijd heb ik dus nog een goed gevulde wachtlijst.’
wereld in de greep was van een tot dan onbekend fenomeen: corona.
De populariteit van wandelen explodeerde en daarmee kreeg de reeks een vliegende start. Essink: ‘De verkoop van de eerste deeltjes werd een overrompelend succes, van het boekje van Marjoleine de Vos bijvoorbeeld zijn inmiddels meer dan 30.000 exemplaren verkocht. We hadden bij de start wel goede verwachtingen van de reeks, maar een dergelijk succes heeft ook ons verrast. Je keek te ver is tot op heden nog steeds de bestverkochte titel, maar eigenlijk doen alle delen het behoorlijk goed en krijgen ze vaak meerdere drukken. En zolang de reeks goed loopt blijven we hem voortzetten, we denken niet aan een bepaalde looptijd
Die populariteit bij schrijvers heeft volgens Essink niet alleen te maken met het feit dat de reeks inmiddels enig prestige heeft verworven. Ook speelt een rol dat het gaat om liefdevol vormgegeven boekjes met een mooie tekening van Joris De Raedt op het omslag. ‘Auteurs zijn er persoonlijk ook erg bij betrokken, ze tekenen zelf een kaartje van de wandeling en kiezen het dier op het omslag. Bovendien denk ik dat het gegeven “wandelen” tot de verbeelding spreekt, het is contemplatief, nodigt uit tot nadenken en mijmeren en ik kan me goed voorstellen dat dat schrijvers aanspreekt. Het is een prettig concrete aanleiding en het leuke is dat elke schrijver er een heel eigen draai aan geeft. Veel auteurs blijken een lievelingswandeling te hebben die zich ertoe leent om als uitgangspunt te dienen. De auteurs hebben daarbij de vrijheid het op een eigen manier in te vullen. Het kan een essay zijn, maar ook een persoonlijk verhaal of de vorm krijgen van een soort literaire wandelgids. Dat vind ik het leuke van de reeks: je leert de persoon van de schrijver goed kennen door de manier waarop hij of zij wandelt. Het zijn eigenlijk heel intieme boekjes, vind ik, met een
voor elke schrijver kenmerkende invulling. Daan Borrel heeft in haar in juni verschenen deeltje De duivelsberg bijvoorbeeld wandelen als uitgangspunt gebruikt voor een soort feministisch pamflet, in lijn met haar andere werk. Frank Westerman neemt in Terug naar de Nul zijn nieuwe geliefde mee naar zijn geboortestreek en denkt ondertussen na over wat rewilding eigenlijk betekent.’
Essink is tevreden over de manier waarop de reeks is opgepikt door boekhandels, die de serie vaak als cadeau- en meeneemboekjes bij de kassa presenteren in de door Van Oorschot meegeleverde display. Essink: ‘Soms staan de boekjes ook bij de reisboeken. Ik denk dat de reeks een divers publiek aanspreekt: er zullen mensen zijn die een deel kopen vanwege de auteur en mensen die het gaat om de beschreven wandeling. En er zullen verzamelaars zijn die de hele serie compleet willen hebben. Door het in een display te presenteren als een reeks ontstaat er waarschijnlijk ook belangstelling voor de andere delen, dat kan de verzameldrift aanwakkeren.’
Over oplage- en verkoopcijfers doet Essink liever geen specifieke uitspraken, maar duidelijk is in ieder geval dat ze er zeker niet ontevreden over is. ‘Onze vertegenwoordiger heeft er geen enkele moeite mee om de boekjes bij de boekhandel onder de aandacht te krijgen en van veel deeltjes hebben we meer dan 5000 exemplaren verkocht.’ De aanvankelijk nog vrij overdadige aandacht in de pers mag dan inmiddels wat verflauwd zijn en corona verworden tot niet meer dan een boze geest uit het verleden, toch weten de kopers de reeks volgens Essink nog steeds goed te vinden. ‘Terloops is inmiddels bijna een merknaam op zichzelf geworden.’
Tekst Bart Janssen
Ambo|Anthos
In april 2023 startte Ambo|Anthos met de reeks Spoorslag waarvoor treinreizen het uitgangspunt vormen. De eerste twee delen waren Zephyr van Auke Hulst en Bij twijfel altijd noord van Sien Volders. Inmiddels zijn er acht delen verschenen. De boekjes hebben een formaat van ongeveer 18 bij 12 centimeter en liggen in de winkel voor 13,99 euro. Het aantal pagina’s loopt uiteen van 64 tot 96. Volgens verantwoordelijk redacteur Linda Visser ontstond het idee voor de reeks naar aanleiding van de constatering dat treinreizen in de lift zit omdat veel mensen bewuster willen reizen. Bovendien heeft het iets romantisch en literairs. ‘Wij dachten dat er vast veel auteurs zouden zijn die ermee uit de voeten zouden kunnen. Treinreizen als kapstok voor verhalen, (autobiografische) fictie zowel als non-fictie.’ Auteurs worden soms door de uitgeverij benaderd, in andere
gevallen melden ze zich zelf. Visser: ‘Aanvankelijk ging het initiatief vooral van ons uit, maar gaandeweg kwamen auteurs ook zelf met een idee. Een voorbeeld is Hans Maarten van den Brink, die ons benaderde omdat hij een mooi verhaal had over een treinreis naar Berlijn. Over het algemeen werken auteurs graag mee. Soms hebben ze al een verhaal (of een verhaalidee) liggen dat bijvoorbeeld te klein is voor een hele roman, maar het wel verdient om een boekje te worden. Daarvoor is deze reeks een mooie gelegenheid. Het verbaast me wel hoeveel auteurs met een treinverhaal leven dat ze in de reeks kwijt kunnen. Sholeh Rezazadeh heeft in haar De wind vindt altijd zijn weg, over een treinreis door Iran, het verhaal verteld over de kiem van haar auteurschap. Soms kan zo’n boekje als het ware de opmaat zijn tot een omvangrijkere roman.’
Voor de reeks wordt in principe
uitgegaan van een omvang van ongeveer 15.000 woorden per deeltje maar dat kan variëren. Bij de invulling worden de auteurs zoveel mogelijk vrijgelaten, ook wat het genre betreft. Voordat het daadwerkelijk tot een uitgave komt is er wel overleg met de auteur over bijvoorbeeld de bestemming van de reis en wat in grote lijnen de insteek wordt. Visser: ‘Want we hebben van de boekhandel gehoord dat het fijn is als de boekjes duidelijk een bestemming hebben – aangezien ze in de winkel vaak bij de reisverhalen liggen – en we willen voorkomen dat een bepaalde bestemming meerdere keren als uitgangspunt voor een verhaal gebruikt wordt.’
Bijdragen aan de reeks zijn er van zowel auteurs uit als buiten het eigen fonds. Dat laatste niet met de bedoeling om auteurs aan Ambo|Anthos te binden, zegt Visser. ‘Maar we willen natuurlijk wel dat alle auteurs die meewerken een fijne ervaring hebben bij ons.’ Ook Ambo|Anthos heeft gekozen voor een frequentie van vier titels per jaar (twee in het voorjaar en twee in het najaar), maar dat ritme geldt niet als een dwingend uitgangspunt. Visser: ‘Soms slaan we ook weleens een aanbieding over. We willen in de reeks wel delen blijven bieden waarvan wij vinden dat ze iets toevoegen. Op een gegeven moment zal dat misschien wat lastiger gaan worden omdat we merken dat schrijvers vaker over dezelfde bestemmingen willen schrijven. Ook speelt mee dat de reeks wat minder aanbiedinggevoelig is en we ervan uitgaan dat de delen een langere doorloop hebben dan veel gebruikelijke uitgaven. Dat is het voordeel van een reeks.’
Net als Essink doet ook Visser geen concrete uitspraken over oplage- en verkoopcijfers. ‘Het verschilt ook per titel. Als een deeltje veel positieve publiciteit krijgt, zoals Kindertrein uit Boedapest van Emy Koopman, heeft dat natuurlijk
invloed op de verkoop, daarvan is onlangs een herdruk uitgekomen.
De verkoop zou misschien in sommige gevallen wat beter kunnen en de reeks zou wat mij betreft door de boekhandel nog meer opgepikt kunnen worden door de deeltjes mooi neer te leggen bij de kassa, want het zijn hartstikke leuke meeneemboekjes. Maar we hebben natuurlijk nooit de verwachting gehad met deze reeks het grote geld te verdienen, het zijn vooral
leuke uitgaven voor de liefhebber. We zien wel dat alle titels gestaag blijven doorlopen.’ Ook hier is de groep (potentiële) kopers volgens Visser gemêleerd: mensen die hun keuze maken vanwege een bepaalde auteur, verzamelaars die de hele reeks willen hebben en kopers die hun keuze laten bepalen door de bestemming. ‘Daarnaast zullen de delen nog gekocht worden als cadeauboekjes, of als een soort impulsaankoop: niet te omvangrijk,
Uitgeverij Oevers – Kleurenreeks
niet zo duur en mooi uitgevoerd.’
De boekhandel is verreweg het belangrijkste verkoopkanaal, maar van alle titels zijn ook audioversies gemaakt en die lopen volgens Visser niet slecht. ‘Het leek ons een vorm die ideaal past bij treinreizen, want wat is er nou lekkerder dan naar een verhaal te luisteren terwijl je in een trein rustig door het landschap wordt gewiegd.’
‘Er zijn zoveel tinten en schakeringen dat de mogelijkheden legio zijn’
Ook Uitgeverij Oevers lanceerde een thematische reeks met mooi vormgegeven boekjes, in de aanbiedingsbrochures aangeduid als Kleurboeken. De eerste delen – Lazuur van Erwin Mortier en Beton van Fleur Pierets – verschenen in het voorjaar van 2024. Deze zomer verschijnt met Geel van Basje Boer het zevende deel, waarna er tot eind 2026 nog zes titels aangekondigd zijn. De uitgaven hebben een formaat van ongeveer 19 bij 13 centimeter,het aantal pagina’s loopt uiteen van 100 tot 124 en de prijs per deel is 17,50 euro. ‘Toen ik in mijn atelier bezig was ontstond het idee om ter gelegenheid van het zevenjarig bestaan van Oevers iets bijzonders te doen’, zegt uitgever Martijn Couwenhoven. ‘Ik dacht aan het uit-
brengen van een reeks met Nederlandse auteurs, wat voor Oevers een afwijkende insteek is omdat we vooral vertalingen publiceren. Gegeven mijn achtergrond als kunstenaar leek het thema “kleuren” me passend voor een dergelijke reeks. Dat kan breed ingevuld worden, maar ik wist niet of het door auteurs zou worden gezien als een goed uitgangspunt voor een boek.
Toen ik ging rondvragen bij auteurs die ik ken of van wie ik dacht dat ze een affiniteit met kunst – en in bredere zin het thema “kleur” –zouden kunnen hebben, waren die er vaak positief over. De eerste die ik benaderde was Erwin Mortier en hij reageerde direct enthousiast met een idee voor een kleur, namelijk lazuur, als aanleiding voor een persoonlijk verhaal over zijn moeder, wier ogen die kleur hadden.
En zo ging het eigenlijk met bijna elke auteur die ik heb benaderd: ze werkten graag mee en wisten vrijwel direct een kleur.’
Volgens Couwenhoven zijn auteurs helemaal vrij bij het invullen van het thema, ze kiezen zelf een kleur en kunnen naar aanleiding daarvan een persoonlijk verhaal schrijven of een meer essayistische tekst over kunst. Pure fictie heeft minder zijn voorkeur, maar uit het feit dat Tom Hofland met Mos een echt fictieverhaal heeft bijgedragen, blijkt dat dit uitgangspunt niet strikt wordt gehanteerd.
Je zou zeggen dat bij een thema als ‘kleuren’ de looptijd van de
reeks beperkt zal zijn, maar Couwenhoven denkt er nog ettelijke jaren mee vooruit te kunnen. ‘Er zijn zoveel tinten en schakeringen binnen het kleurenspectrum dat de mogelijkheden legio zijn. Henk van Straten heeft bijvoorbeeld voor git gekozen en Michael Tedja voor nachtschade, beide varianten van zwart.’ Om die reden denkt Couwenhoven ook niet aan een bepaalde looptijd of een specifiek aantal delen voor de reeks. Per aanbieding verschijnen een à twee titels, zo’n vijf, zes per jaar, in een oplage van 1000 tot 1500 exemplaren, afhankelijk van auteur en titel. Couwenhoven zegt over de verkoop van de tot dusver verschenen titels tevreden te zijn.
‘Met Grijs van Frank Heinen hadden we het geluk dat hij kort voor het verschijnen veel in de publiciteit was vanwege het winnen van De Slimste Mens. Ik verwacht dat naarmate de reeks uitbreidt mensen ook vaker teruggrijpen naar eerder verschenen delen. Het zijn vanwege hun omvang toegankelijke boekjes en ze bieden een mooie kennismaking met schrijvers van
wie je nog niet eerder iets hebt gelezen. Het is een reeks die we steeds leverbaar willen houden en waarvan ik verwacht dat hij rustig zal blijven doorlopen, we gaan niet uit van een snelle omlooptijd.’
Couwenhoven mikt met de reeks met name op literaire lezers.
‘Kopers van de delen doen dat enerzijds omdat ze fan zijn van een bepaalde auteur, maar ik zie aan de bestellingen op onze website dat er ook mensen zijn die zo kennismaken met de reeks en vervolgens meer deeltjes aanschaffen.’
Veruit het belangrijkste verkoopkanaal is de boekhandel, maar de verkoop loopt ook redelijk goed online en, zo zegt Couwenhoven, in Vlaanderen ligt de reeks eveneens in de bookshops van verschillende kunstmusea, al is het nog te vroeg om te zeggen hoe het daar aanslaat.
leesclubdossier
Julien Ignacio
De insteek is nooit geweest om auteurs structureel aan zijn uitgeverij te binden, zegt Couwenhoven, al was het maar omdat Oevers vrijwel uitsluitend vertalingen uitgeeft. ‘Het leuke vind ik dat schrijvers soms een andere kant van hun schrijverschap laten zien, het levert ook voor de lezer vaak verrassende boekjes op. Frank Heinen bijvoorbeeld staat erom bekend dat hij veel over sport schrijft en ik had dan ook verwacht dat hij een verhaal over bijvoorbeeld wielrennen zou schrijven, maar hij koos voor de kleur grijs, wat een heel mooi persoonlijk verhaal opleverde waarin hij aan de hand van verschillende tinten grijs schrijft over enkele van de grote gebeurtenissen in zijn leven. Ik denk dat het voor auteurs aantrekkelijk kan zijn even een zijpad in te slaan en iets te doen dat wat verder van hun reguliere werk af staat.’
Tekst Marlene Lunter en Frank Hockx Foto:
leesclubdossier
Gesprek met Julien Ignagio
‘Ik heb mijn stem gevonden’
Julien Ignacio (1969) studeerde af als literatuurwetenschapper op Marcel Proust. Hij schreef theaterteksten, verhalen en de roman Kus (2018) die genomineerd werd voor de Bronzen Uil. De eenakter Hotel Atlantis werd in 2008 bekroond met de El Hizjra-Literatuurprijs. Zijn bundel Goudjakhals (2023), een kralenketting van migrantenverhalen, ontving inmiddels twee literaire prijzen.
In grand café Het Gegeven Paard in Utrecht ontmoet ik Julien Ignacio. Hij heeft een verfomfaaid exemplaar van Goudjakhals bij zich alsof hij wil uitdragen: je hoeft niet zuinig te zijn op boeken, je moet ze stuk lezen. Terwijl twee uur lang klassen vol rumoerige schoolkinderen voorbijtrekken, dompelt Ignacio me onder in een warm bad vol liefde voor de literatuur en andere kunstvormen. Hij zoekt, hij praat, hij luistert, hij lacht en dit allemaal in een hoog tempo. Ignacio’s liefde voor de literatuur is niet vanzelfsprekend. Hij kreeg die niet van huis uit mee. Ook op het gymnasium was er geen leraar die hem enthousiast voor het lezen wist te maken. ‘Net als iedereen las ik de usual suspects, de dunne boekjes: Het bittere kruid, Oeroeg Ik had er geen plezier in.’ Tot hij bij toeval als student Europese Studies een boek met het werk van Homerus aantrof. ‘Ik opende dat boek en ik was verkocht.’ Vanaf
dat moment las hij graag en veel.
‘Waar ik ook ging, ik had altijd een boek bij me. Het waren mijn beste vrienden.’ Hij volgde een tweede studie, literatuurwetenschappen, en studeerde af op Marcel Proust. Summa cum laude. ‘Dat kwam door de migrantenmentaliteit van mijn vader. Op zijn 23ste kwam hij naar Nederland en hij had het gevoel dat hij als zwarte Curaçaoënaar vier keer zo hard zijn best moest doen om hetzelfde te bereiken als de Nederlanders. Die mentaliteit heb ik onbewust overgenomen.’
Na zijn studie wilde Ignacio niets liever dan zelf schrijven, maar al die stemmen uit de wereldliteratuur zaten hem in de weg. ‘Je steekt er veel van op, maar dat maakt je niet direct een goede schrijver. Als je veel naar tenniswedstrijden kijkt, ga je ook niet beter tennissen. Bovendien zit niemand te wachten op een tweede Shakespeare. Het was zoeken naar mijn eigen stem. Het heeft lang geduurd voor ik alle
invloeden gedigest had.’ Het lukte uiteindelijk om verhalen te publiceren in literaire tijdschriften. Ignacio schreef ook theaterteksten die met een eigen gezelschap werden opgevoerd. In 2018 debuteerde hij met Kus, een roman over wat je als vader doorgeeft aan je zoon. In 2023 verscheen Goudjakhals. Ignacio won er in februari de tweejaarlijkse J.M.A. Biesheuvelprijs voor de beste verhalenbundel mee en in 2024 al de Amarte Literatuurprijs, een nieuwe prijs voor literatuur die de bakens verzet.
Woede
Goudjakhals is een bundel vol migrantenverhalen. Het schetst hoe het is om een migrant te zijn en hoe de achterblijvers het beleven, maar ook confronteert het de lezer ermee hoe stuitend onwelkom de migrant vaak in Europa wordt ontvangen. Waar haalt Ignacio zijn inspiratie vandaan? ‘Het begint met mijn eigen achtergrond. Ik geloof in write what you know. Ook al ben ik hier geboren, ik ken toch het gevoel van ontworteling, van een dubbele achtergrond. Het zit in mijn genen. Ik woon hier graag, ik voel me voor een stuk Nederlands, maar voor een deel ook niet. Ik heb vaak het idee dat mensen opgelucht ademhalen als ik mijn mond opendoe, dat ze dan denken, hij
is gewoon één van ons. Dat heb ik geprobeerd te zijn, maar ik ben het niet. Dat heb ik lang weggestopt. Met het schrijven onderzoek ik dat.’
Het verhaal ‘Nader tot jou’ is zo’n verhaal. In een brief spreekt een zwarte Caraïbische schrijver Gerard Reve aan op zijn racistische uitspraken. ‘Ik heb het geschreven naar aanleiding van de moord op George Floyd. Ik was zo kwaad, verdrietig ook. Die moord heeft me wakker geschud. Ik kon niet langer wegkijken. Dat zie je ook terug in
de rest van het boek. Ik geloof in woede en frustratie als creatieve energie. Ik hoop dat je als lezer meer inzicht krijgt in de keuzes van migranten. Maar ik maak me geen illusies dat literatuur de wereld kan veranderen.’
Sappig Jordaans
Op de achterplat van Goudjakhals staat ‘roman’, wat enige verbazing wekt omdat het duidelijk om zes verschillende verhalen gaat.
Ignacio: ‘Op de Universiteit van Amsterdam kun je tijdens je stu-
die Nederlands een specialisatie volgen om redacteur te worden. Mijn eigen redacteur geeft er les. Twintig studenten hebben het manuscript gelezen. De ene helft vond het een collageroman, de andere een verhalenbundel. We hebben er lang over gediscussieerd en het werd ‘roman’ om de eenheid te benadrukken. Maar je kunt het net zo goed een verhalenbundel noemen met één overkoepelend thema: de migrant als levenskunstenaar.’ De bundel is een feest van literaire genres (zie de Analyse). Zo begint ‘Het silvere koord’ met een stuk over de opgraving van een portret van de 17e-eeuwse prostituee Sjaan Cos en feiten over het bezoek van Peter de Grote in 1697 aan Amsterdam. Het is als essay vormgegeven en dat wekt het idee dat alles wat er staat op waarheid berust. Ignacio lacht smakelijk. ‘Ik heb veel research gedaan om die indruk te wekken. Maar vergis je niet, je bent wel fictie aan het lezen. Het is een geval van what if…. Peter de Grote was in die tijd op De Dam waar executies werden voltrokken. Dat was toen een soort entertainment. Er ging een executie niet door en om hem te plezieren werd er een ander slachtoffer gezocht. Het zou goed kunnen dat er toen een hoertje uit haar bordeel is getrokken. Zo begon het in mijn schrijversgeest te gisten. Om de authenticiteit te bekrachtigen wil ik zo dicht mogelijk op de werkelijkheid zitten. Als jij gelooft dat dat portret is gevonden, dat Sjaan bestaat, dat zij zo aan haar einde is gekomen, dan heb ik mijn werk goed gedaan.’
Het verhaal vervolgt met een monoloog van Sjaan vanuit het hiernamaals in plat Jordaans. ‘Ik daag mezelf graag uit, zo’n perspectief vanuit de dood had ik nog nooit gebruikt.’ Hij leest een stukje in sappig Jordaans voor, waardoor
Tekst Marlene Lunter
Julien Ignacio in zijn werkkamer. Foto: Joy Hansson.
leesclubdossier
Julien Ignacio
Sjaan, die dus nooit heeft bestaan, nog meer gaat leven. Ik wil méér horen en dat kan. Er is een luisterboek uitgegeven dat Ignacio zelf voorleest.
De titel komt uit de bijbel. ‘Zolang het “zilveren koord” tussen leven en dood niet verbroken is, blijf je nog een poosje op aarde. Pure poëzie. Mijn zus en mijn moeder zijn “in de kerk”, we voeren vaak gesprekken over geloven en spiritualiteit. Ik zie mezelf als een spiritueel wezen, maar ik voel me niet gebonden aan een bepaalde kerk of een heilig boek. Ik geloof wel in een bepaalde essentie die samengebald in je ziel zit en los van het lichaam staat. Omdat het koord nog niet verbroken is, kan Sjaan vanuit de dood vertellen. Niemand hoort haar, dat is schrijnend, maar het tilt haar ook over de grens heen, alsof ze zal blijven bestaan.’
Underground hero
In een ander verhaal, ‘De host’, is de hoofdrol weggelegd voor Tarek, een straatkunstenaar, afkomstig uit Beiroet. Op de cover van Goudjakhals staat een prachtig stuk graffiti. ‘Om Tarek goed neer te zetten heb ik veel research naar graffiti gedaan. Ik vind het de ultieme kunstvorm. Ga maar na: voor je wat moois kunt maken, moet je er veel tijd in steken. En als je dan iets neerzet, weet je dat het zo weer kan verdwijnen: of het wordt weggehaald of een ander spuit eroverheen. Als je pech hebt, krijg je ook nog een boete. Je moet dus wel een sterke innerlijke drang hebben om het te doen. Ik wist al vanaf het begin dat Tarek een straatkunstenaar zou zijn, een soort underground hero Als straatkunstenaar laat je zien: ik ben hier, ik was hier. En dat is precies wat Tarek niet
meer mag: hier zijn, in Nederland. Het was een spontaan idee om een stukje straatkunst op de voorkant te zetten. De uitgeverij [Van Oorschot, red.] zei “ja”. Geweldig, want hun boeken zien er doorgaans anders uit. Twee straatkunstenaars, Merlijn en Jonathan, hebben het ontworpen en uitgevoerd op de NDSM-werf in Amsterdam. Het is alweer weg, zoals echte graffiti betaamt.’
In het voorafgaande verhaal, ‘Chatilat Road’, komt Tareks broer aan het woord. ‘Die twee broers vormen het hart van het boek.’ Net als zij is de dichter Mahmoud Darwish (1941-2008) een Palestijn die (in 1948) met zijn familie naar Libanon vluchtte. Van hem is het motto (zie de Analyse).
‘Ik was een maand in Libanon, daar heb ik Darwish ontdekt, een fantastische dichter. Zijn poëzie heeft me enorm aangegrepen. Dat citaat omschrijft wat het is om een migrant te zijn. Een motto vind ik belangrijk, het geeft de eenheid van de bundel aan. Het verwijst naar het thema en naar de grondtoon van het boek. Net als een muziekcompositie is een verhaal in een bepaalde toonsoort geschreven. Je kunt moduleren, maar je behoudt die basisgrondtoon.’
broertjes en zusjes mee opgevoed. Elke keer als mijn vader mijn oma belde, vroeg ze: wanneer kom je terug? Dat was moeilijk voor hem. Hij had een gezin hier. In ‘Radio gaga’ wacht het personage Mercedes op de terugkeer van Urleson, haar jongste kind. Zij is bang en bezorgd, ook een onderdeel van migratie.’ Ignacio laat het verhaal spelen in 1983, ten tijde van de moord op Kerwin Duinmeijer. ‘Op de Antillen had die moord een gigantische impact. Stel je voor, je kind vertrekt naar Nederland en dan hoor je dat daar iemand vermoord is vanwege zijn huidskleur. Heel heftig. Dat gegeven heb ik er subtiel in verwerkt, het mag niet too much in your face zijn.’
‘Niemand zit te wachten op een tweede Shakespeare’
De literaire prijzen zag Ignacio niet aankomen. Wel had hij het gevoel toen hij het definitieve manuscript samen met zijn geliefde las dat hij boven zichzelf was uitgestegen. ‘Bij sommige stukken, dacht ik: heb ik dit echt zelf geschreven?’
Analyse Julien Ignacio Goudjakhals
Uitgeverij Van Oorschot, 286 pagina’s, € 15,-
In ‘Chatilat Road’ (3) spant een Palestijns-Libanese taxichauffeur zich in Beiroet in om zijn jongere broer in Nederland te laten studeren.
Die broer studeert in ‘De host’ (4) succesvol af aan de kunstacademie in Amsterdam en krijgt daarna problemen met zijn verblijfsvergunning.
In ‘Nader tot jou’ (5) spreekt een Caraïbische man in een brief Gerard Reve aan op zijn racistische uitspraken, bespreekt hun beider overeenkomsten en doet zelfonderzoek.
‘Radio gaga’ (6) gaat over de weduwe Mercedes die hoopt dat haar jongste zoon, die al zeven jaar in Nederland verblijft, terug zal keren naar Aruba.
Personages
Jiwan (verhaal 1) is een intelligente strijder voor de rechten van Koerden en moet Syrië ontvluchten. Robin, een soort geest van een afgedankte satelliet die data verzamelde over migratiestromen, schiet hem te hulp.
Racistische moord
Ignacio vertelt dat het laatste verhaal, ‘Radio gaga’, een ode aan zijn oma is. ‘Als dertiger heb ik een half jaar bij haar op Aruba gewoond. Mijn oma wachtte op de terugkeer van mijn vader, de oudste van haar zestien kinderen. Hij heeft zijn
‘Ik heb verschillende wereldreizen gemaakt en mensen ontmoet uit talloze landen en culturen. Ik heb vrijwilligerswerk op een azc gedaan en geef al jaren taallessen aan expats, vluchtelingen en migranten. Ik koester een grote liefde voor zowel mijn familie-eilanden Aruba en Curaçao als voor mijn woonplaats Amsterdam. Ik heb lang geworsteld met mijn hybride identiteit. Wie ben ik? Waar hoor ik bij? Dat allemaal is samengekomen in deze verhalen. Er gingen jaren van schrijven en zoeken en schrappen en herschrijven aan vooraf. Maar ik heb mijn stem gevonden.’
Sjaan Cos (2) is een levenslustige en bijgelovige nakomeling van een Curaçaose slavin en een Nederlandse zeeman. Zij belandt in Amsterdam in de prostitutie en doorziet de machthebbers en de schijnheiligheid van het volk.
SPOILER ALERT!
Onderstaande bijdrage is bedoeld ter voorbereiding van een leesclubbijeenkomst rond Goudjakhals. In de tekst wordt de inhoud van de bundel bekend verondersteld. De bespreking bevat spoilers voor wie het boek nog wil gaan lezen.
Het boek
In ‘GPS’ (verhaal 1) zit de Iraanse vluchteling Jiwan in een mensonterend kamp op een Grieks eiland. Een AI-personage zoekt contact met hem.
‘Het silvere koord’ (2) is het levensverhaal van Sjaan Cos die als prostituee in het 17e-eeuwse Amsterdam werkt.
Goudjakshals bestaat uit vier korte verhalen (10, 27, 31, 54 pagina’s) en twee novellen van rond de 70 pagina’s. Ontheemde personages en/ of mensen die zij achterlaten spelen een grote rol, evenals de ‘ontvangst’ van de ontheemden op hun nieuwe plek.
De Palestijns-Libanese taxichauffeur Samir (3) wil alle middelen inzetten om een betere toekomst voor zijn jongere broer Tarek te bewerkstelligen. Zijn klant is een Libanees die twintig jaar geleden naar Nederland is geëmigreerd. Diens achternaam Mansur komt ook voor in (6) als die van een familie van rijke Libanese vluchtelingen op Aruba.
Tarek (4) is intelligent en creatief. Door jeugdtrauma’s heeft hij meerdere persoonlijkheden ontwikkeld, die het overnemen als hij in Nederland verblijfsproblemen krijgt.
Tekst Marlene Lunter en Frank Hockx
leesclubdossier
Julien Ignacio
De man van Caraïbische afkomst (5) onderzoekt het minderwaardigheidscomplex dat hij heeft ontwikkeld vanwege zijn zwarte huidskleur in een witte omgeving.
Mercedes Heyligers (6) is christelijk en bijgelovig. Ze werkt hard en heeft moeite de eindjes aan elkaar te knopen. Ze mist haar zoon Urleson. Hij was als kind stil, verlegen en teruggetrokken. Mercedes heeft hem altijd als uitverkoren gezien. Ze probeert Betico Croes, de leider van de politieke partij MEP die Aruba tot zelfstandig land wil omvormen, over te halen Urleson terug te lokken.
Thema
De personages zijn als levenskunstenaars op zoek naar een beter leven, overschrijden daarvoor grenzen en weten zich ondanks alle moeilijkheden staande te houden.
Zo weet Jiwan (1) ondanks alle vernederingen en mishandelingen die hem ten deel vallen zijn verhaal de wereld in te sturen. Sjaan (2) geniet van haar leven ondanks dat ze overgeleverd is aan de willekeur van de machthebbers. Samir (3) ziet geen toekomst voor zijn broer in het kapotgeschoten Beiroet en bedenkt een crimineel plan om hem naar Nederland te krijgen. Tarek (4) gebruik zijn alter ego’s om te overleven. De Caraïbische man (5) zet zich af tegen racisme en probeert zich eraan te ontworstelen. Mercedes (6) heeft al een kind verloren en haar man en bedenkt een plan om haar zoon terug te halen terwijl ook een nieuwe liefde gloort.
Motieven
Migratie is terug te vinden in alle verhalen. Jiwan, Samir en Mercedes zijn vluchtelingen, de moeder
van Sjaan is als slavin naar Nederland gebracht, Tarek en Urleson zijn studiemigranten, de vader van de brievenschrijver migreert naar Nederland. Ook spelen de achterblijvers en nakomelingen van de migranten een rol. De vluchtelingen krijgen vaak te maken met bureaucratie, machteloosheid en discriminatie.
In bijna alle verhalen is sprake van liefde Het gaat om liefdesrelaties, maar ook om liefde tussen familieleden en zelfs om een soort liefde tussen een mens en een product van kunstmatige intelligentie. Hetzelfde geldt voor de motieven dood en (zelf)moord. De briefschrijver (5) doet een zelfmoordpoging en in het vluchtelingenkamp (1) en in het azc (4) beroven mensen zichzelf van het leven. Sjaan (2) wordt opgehangen. De vader van Samir en Tarek is vermoord (3 en 4). Mercedes (6) verliest gezinsleden aan de dood.
Titels en Motto
De goudjakhals, die steeds nieuwe territoria zoekt, staat symbool voor de mens die migreert. Hij komt letterlijk in ‘Chatilat Road‘ en ‘De host’ voor. De ondertitel van de bundel, Songs of Freedom, geeft aan hoe de mens steeds op zoek is naar vrijheid en daarbij gebruikmaakt van zijn creativiteit. Het motto bestaat uit twee regels van de Palestijnse dichter Mahmoud Darwish die uitdrukken hoe ver van huis de mens een nieuw thuis bouwt.
De titel van het verhaal ‘GPS’ (Global Positioning System) verwijst naar het systeem waarmee satellieten de positie van iets of iemand op aarde bepalen. Op deze manier kan Robin Jiwan vinden en volgen. ‘Het silvere koord’ is het
koord dat lichaam en ziel verbindt. Pas als dat verbroken is, verlaat iemand echt het leven. ‘Chatilat Road’ is de bestemming van de taxirit. Tarek in ‘De host’ is de gastheer van zijn alter ego’s. ‘Nader tot jou’ is een woordspeling op een romantitel van Gerard Reve. Waar Reve de gekleurde mens van zich afduwde, zoekt de briefschrijver overeenkomsten tussen zichzelf en Reve. ‘Radio gaga’ is een lied van de popgroep Queen. Het verwijst naar de stemmen die Mercedes op haar radio hoort. De radio, die als een leidmotief steeds terugkeert, is haar verbinding met de wereld en met Urleson.
Structuur en Tekstsoorten
Vier verhalen zijn opgedeeld in fragmenten of hoofdstukken, sommige daarvan zijn genummerd, andere hebben een titel. ‘Chatilat Road’ en ‘Nader tot u’ bestaan uit een doorlopende tekst. De bundel kent een grote variatie aan tekstsoorten. Het hele boek is fictie, maar Ignacio gebruikt teksten die de schijn wekken dat het nonfictie betreft. Dat hij elementen en personen uit de werkelijkheid verwerkt draagt daar aan bij: het mensonwaardige vluchtelingenkamp op een Grieks eiland, de aanleg van de Noord-Zuidlijn in Amsterdam, het bezoek van Peter de Grote in 1697 aan die stad, de Palestijnse kwestie en de politieke overwinning van Betico Croes op Aruba in 1983.
‘Het silvere koord’ begint met een essay dat in een geschiedkundig boek niet zou misstaan. In ‘GPS’ is een gesprek tussen Jiwan en de vreemdelingendienst als vraag en antwoord uitgeschreven. Jiwan houdt een dagboek bij, net als Tarek in ‘De host’. In dat verhaal staan
ook een weergave van een podcast, een interviewfragment uit een tijdschrift, een brief en de persoonlijke notities van een psycholoog.
‘Nader tot jou’ bestaat helemaal uit een brief. Allemaal teksten met een zweem van non-fictie.
Duidelijk fictie zijn de Messengergesprekken in ‘GPS’. ‘Chatilat Road’ en het grootste deel van ‘Het silvere koord’ zijn monologen. In ‘De host’ zijn gesprekken opgenomen.
‘Radio gaga’ tenslotte is een meer traditioneel verhaal.
Vertellers en Perspectieven
De ik-verteller komt het vaakst voor: Robin en Jiwan (1), Sjaan (2), Samir (3) en de briefschrijver (5). Tarek (4) spreekt in de wij-vorm omdat hij meerdere alter ego’s heeft, die, als ze het woord nemen dat ook in de ik-vorm doen. De andere personages uit dat verhaal doen dat ook in de ik-vorm.
In ‘Het silvere koord’ is de schrijver van het essay waarmee het verhaal begint de verteller. Hij blijft buiten de tekst.
‘Radio gaga’ heeft een personale verteller. Het perspectief ligt voornamelijk bij Mercedes. Die verteller zoomt ook uit om over Mercedes te vertellen. Daarnaast kruipt hij heel even in het hoofd van haar echtgenoot Lionel en wat langer in dat van dochter Izaline. In het tweede hoofdstuk zoomt hij verder uit en laat drie supermarktmedewerksters als een koor in een Griekse tragedie de omstandigheden van Mercedes bespreken.
Ruimte en Tijd
Jiwan (1) is gevlucht vanuit Syrië en woont in een barak in een vluchtelingenkamp op een Grieks eiland dat steeds meer in een gevangenis verandert. Ruim een week zit hij in
volledige isolatie opgesloten in een container waar hij bijna zijn verstand verliest. Hij verblijft ruim drie jaar in het kamp. Robin dwaalt in de virtuele werkelijkheid rond en volgt Jiwan sinds ze hem spotte op zee. Sjaan (2) woont en werkt eind zeventiende eeuw in Amsterdam. Het verhaal speelt zich op straat af, in de armoedige kamer waar ze woonde, in kroegen en in een bordeel. Aan de galg op het Damplein komt ze aan haar einde en vanaf het galgenveld aan de overkant van het IJ vertelt ze haar levensverhaal.
‘Chatilat Road’ (3) speelt zich helemaal af in de taxi van Samir die in 1995 een rit door Beiroet maakt. Hij vertelt zijn klant hoe zijn grootouders en ouders in 1948 Palestina ontvluchtten en hoe de familie sindsdien in een vluchtelingenkamp in Beiroet woont. Zijn vader is in 1982 vermoord, zijn moeder verdween in 1984.
De datering van de tekstfragmenten in ‘De host’ (4) begint op 23 december 2011 en eindigt op 10 mei 2012. Verteld wordt hoe in 1996 Tarek en Christel elkaar ontmoeten in Club RoXY in Amsterdam waar Tarek de kunstacademie volgt. Hun relatie eindigt kort voor 14 juni 2000. Op 23 september 2011 wordt Tarek aangevallen in het jaguarverblijf in Artis. In de tussentijd leefde hij op straat en in diverse azc’s. Psychologe Margriet behandelt hem van 3 november 2011 tot 10 mei 2012. Tarek eindigt in een psychiatrische inrichting in Amstelveen.
De brief in (5) is gedateerd op 6 september 2020 en geschreven in Amsterdam. De ik beschrijft zijn jeugd in Veenendaal, waar Reve evenwicht vond en de ik zich dood verveelde, een plek die hij als student voor Amsterdam verruilde. Hij tekent een bezoek aan zijn oma
op Aruba op en zet haar armoedige huisje af tegen de overdadige villa van zijn minnaar daar. Beide locaties leren hem meer over zichzelf.
Mercedes (6) woont in een armoedig optrekje in de Zeewijk van San Nicolas op Aruba. Ze drijft een rumshop aan huis waar ze Betico Croes ontvangt en waar haar hoop op terugkeer van Urleson vervliegt. Ze bezoekt het kerkhof op weg naar haar werk, praat daar tegen haar overleden man en geniet op een bijna erotische manier van de schoonheid van die plek. De Libanese Mansurs bij wie ze werkt, wonen in een protserige villa. Zij symboliseren alles wat Mercedes niet is, het zijn welvarende vluchtelingen. De eerste vijf hoofdstukken beschrijven één dag van Mercedes. Het laatste hoofdstuk speelt zich enkele weken later af op 21 augustus 1983.
Stijl
Ignacio beheerst een rijkdom aan taalregisters. Robin (1) maakt gebruik van ICT-jargon. Sjaan (2) spreekt plat Jordaans. De taxichauffeur (3) is grof en vloekt in het Arabisch. Tareks taal (4) is poëtisch, twee van zijn alter ego’s, PsychoAleppo en Gloria, spreken in staccato zinnen. Psycholoog Margriet gebruikt medisch jargon. Het taalgebruik van de briefschrijver (5) is woedend van toon. ‘Radio gaga’ heeft lange verhalende zinnen.
Treffende vergelijkingen vind je in zinnen als: ‘De witte mure kome op je af als jachthonde op een hert’ (p. 54) en: ‘Als een slome kat sloop het hete zonlicht…’ p. 233). Beeldend zijn de personificaties: ‘Beneden rolden de golven hun tongen uit’ (p. 250) en: ‘aarzeling (sloop) in haar tred’ (p. 253).
leesclubdossier
Julien Ignacio
Rondom het boek
Op de speciale leesclubpagina op onze website(www.boekenpost.nl/leesclubs) zijn extra discussietips en verwijzingen naar bronnen op internet te vinden. Deze informatie is te downloaden als PDF-bestand en makkelijk uit te printen.
Rond Goudjakhals biedt de website onder andere links naar een videoregistratie van een lezing van Ignacio en naar diverse radio-interviews.
Ook is er een verwijzing naar een opname van het door de schrijver voorgelezen verhaal ‘De host’ en naar diverse vrij toegankelijke recensies. Daarnaast onder andere links naar achtergrondinformatie en een poëziesuggestie.
Discussietips
1. Goudjakhals werd bekroond met de J.M.A. Biesheuvelprijs voor de beste verhalenbundel. Op de achterflap wordt het boek echter een roman genoemd. Welke genreaanduiding vind jij het meest van toepassing en waarom?
2. Hoe pas je de ondertitel ‘Songs of freedom’ toe op de bundel? Welke rol speelt muziek in het geheel? In hoeverre heeft de playlist bij het boek op Spotify toegevoegde waarde voor je?
3. In Goudjakhals zijn heel verschillende ‘vertelstemmen’ te horen. Welke heeft het meest indruk op je gemaakt? Waarom?
4. Welk beeld heb je gekregen van de ‘digitale’ ik-verteller in ‘GPS’? Welke ontwikkeling maakt deze door? Wat zet deze ontwikkeling in gang?
5. Hoe heb je de in ‘GPS’ beschreven situatie in het vluchtelingenkamp ervaren?
6. ‘Het silvere koord’, is geschreven in een plat, zeventiende-eeuws Amsterdams. Hoe heb je dit ervaren?
7. Waarom wordt Sjaan in ‘Het silvere koord’ uitgekozen als slachtoffer voor de terechtstelling tijdens het bezoek van Peter de Grote?
8. In ‘De host’ beschrijft Ignacio iemand die lijdt aan een dissociatieve identiteitsstoornis. Hoe heb je de weergave daarvan ervaren?
9. Onder invloed van welke ‘alter’ is Tarek het verblijf van de jaguars binnengegaan om graffiti aan te brengen? Waar valt dat uit op te maken?
10 ‘Nader tot jou’ heeft de vorm van een brief aan Gerard Reve. Hoe past dit in het geheel van de bundel voor jou?
11. Hoe interpreteer je de openingsalinea van ‘Radio gaga’?
12. Het laatste verhaal krijgt een abrupt slot. In zijn nawoord zegt Ignacio er iets over. Hoe lees je de laatste pagina’s van het verhaal dan? Wat is de betekenis van de laatste pagina?
13. In het interview zegt Ignacio: ‘Ik hoop dat je als lezer meer inzicht krijgt in de keuzes van migranten.’ In hoeverre heeft de auteur dat doel bereikt bij jou?
Meer discussietips op www.boekenpost.nl/leesclubs
Dinsdag 25 maart
Regelmatig bezoeken we ons nieuwe pand in Amerongen en om de Amerongers voor te bereiden op de komst van Hinderickx & Winderickx, en ook om de toevallige voorbijganger nieuwsgierig te maken, leg ik af en toe een paar boeken in de etalage. Dat het werkt blijkt uit de volgende mail, die ik vanochtend ontving: ‘Al enige weken houd ik geïntrigeerd de etalage van een pand in het oude dorp van Amerongen in de gaten nadat daar een goede selectie boeken (representatief voor wat ik van Hinderickx en Winderickx gewend ben) en een affiche, waarop de naam van uw nering prijkt, verschenen. Vanochtend zag ik dat er een exemplaar van uw fameuze winkeldagboek toegevoegd was, wat mij sterkte in mijn hoop dat Hinderickx en Winderickx wellicht neer gaat strijken in ons dorp tussen heuvel en rivier. Kunt u mij aangeven of ik hier abuis ben of toch verwachtingsvol mag uitkijken naar wat gaat komen? Met vriendelijke groet, Gerben H.’
Zaterdag 5 april
Twee jonge mensen lopen voorbij, een van hen zegt: ‘This is the better version of Amsterdam.’ Ik weet natuurlijk niet waar ze het precies over hebben, maar het ligt voor de hand dat ze het over de stad Utrecht hebben.
Een andere uitspraak die ik buiten afluisterde is die van twee jonge meiden die voorbij de winkel lopen terwijl ik de bakken buiten zet: ‘Dit zou mijn vader leuk vinden’, waarop de ander reageert met: ‘Ja, de mijne ook!’
Maandag 7 april
Gisteren zaten we even voor onze nieuwe winkel in Amerongen in de zon toen er een ouder echtpaar langs liep en in de etalage keek. De vrouw had belangstelling voor een boek dat in de etalage lag, een
plaatjesboek over Marcel Proust. En zo kon het gebeuren dat ik op zondag 6 april 2025 het eerste boek verkocht in de nieuwe winkel van Hinderickx & Winderickx te Amerongen.
Donderdag 10 april
Gisteren waren hier in de winkel enkele leden van genootschap ‘De Eendracht’. Op Wikipedia heeft de club – officieel ‘Boekverkooperscollegie Eendragt’ geheten – een lemma. Daar is te lezen dat het collegie in 1853 is opgericht, ‘op initiatief van enkele Utrechtse boekverkopers/uitgevers’. Van de 45 leden die de club telt waren er gisteren 12 aanwezig. Ze hebben ergens opgevangen dat ik ermee ga stoppen en wilden graag op de vangrail, ik bedoel valreep, nog even horen wie en wat die Hinderickx & Winderickx nu eigenlijk waren. Ik had er weleens van gehoord, van deze club, en verwachtte een groep heren netjes in het pak, maar het viel gelukkig mee, het bleken normale mensen te zijn. Sinds kort worden zelfs vrouwen toegelaten. De twee vrouwelijke leden waren allebei verhinderd. Slechts aan één van de mannen heb ik één boek weten te verkopen. Kennelijk hebben ze alles al.
Vrijdag 11 april
In 2005 heb ik een catalogus gemaakt met daarin vrijwel het gehele oeuvre van Simon Vestdijk in eerste druk. Onder andere stond daarin Meneer Visser’s hellevaart Mijn beschrijving luidt: ‘De zwartlinnen band met rode opdruk en een, hoewel hier en daar miniem beschadigd, zo goed als nieuw omslag. Het boek heeft het grootste deel van de twintigste eeuw doorgebracht naast J.K. van Eerbeeks Beumer & Co, van welke titel op de achterzijde een vage afdruk te zien is. Een prachtig exemplaar!’ Prijs: € 435. Vorige week was er een goede klant in de winkel die vertelde dat hij jaren op zoek is geweest
Belevenissen in het Utrechtse antiquariaat Hinderickx & Winderickx
naar een mooi exemplaar van Meneer Visser en dat indertijd het exemplaar uit onze catalogus aan zijn neus is voorbijgegaan. Onlangs heeft hij ons exemplaar uit 2005, met die afdruk van Beumer & Co, weten te bemachtigen op de veiling van Bubb Kuyper. Hij was daar zeer tevreden mee, ongetwijfeld ook omdat het hem heel wat minder heeft gekost dan die € 435. Ik zie op de website van Bubb Kuyper dat het lot met Meneer Visser en acht andere eerste drukken € 70 heeft opgebracht. De afgelopen jaren is Vestdijk – en niet alleen Vestdijk – behoorlijk in waarde gezakt!
Dinsdag 6 mei
Gisteren vierden we 80 jaar vrijheid. Ook gisteren de verjaardagen van Kamagurka (66) en Karl Marx (207). Mooi, die drie samen!
Tekst René Hesselink
Franz Kafka ‘Iemand moest Josef K. belasterd hebben…’
Wie Praag bezoekt kan er nauwelijks omheen: Kafka! Als het gaat om ‘literair pelgrimeren’ biedt de combinatie Praag en Franz Kafka een rijke context. Op talloos veel plaatsen in de stad zijn er verwijzingen naar leven en werken van deze invloedrijke schrijver uit het begin van de twintigste eeuw. Kafka werd in 1883 in het historisch centrum van de stad geboren en vond er in 1924 zijn laatste rustplaats. Praag en de schrijver horen bij elkaar en hoewel de stad in letterlijke zin nauwelijks in zijn werken genoemd wordt, vormt het wel het decor voor zijn literaire productie.
Alles wat in het leven van Kafka van belang was speelde zich af in de Tsjechische hoofdstad. Hij groeide er op, studeerde er en maakte er carrière als jurist. Maar Praag is vooral de omgeving waar zijn ernstig gekwelde leven zich voltrok. Hij worstelde met talloos veel aandoeningen, ging gebukt onder eenzaamheid en mislukte relaties en had een diepgaande twijfel over de kwaliteit van zijn literaire werk.
Hoewel Kafka tijdens zijn leven in de Duitstalige literaire wereld enige bekendheid genoot, kwam de internationale waardering pas na zijn dood. Intussen is zijn werk in meer dan dertig talen beschikbaar. Ook de stad Praag zelf was tamelijk traag met het erkennen van het belang van deze schrijver. In 2000 werd Praag Culturele hoofdstad van Europa en nam het Tsjechische Franz Kafka Genootschap het initiatief tot de oprichting van een Kafka-monument. Er werd een wedstrijd uitgeschreven waarbij zeven vooraanstaande Tsjechische beeldhouwers werden uitgenodigd een ontwerp in te dienen. Drie jaar later, in 2003, kon bij
gelegenheid van de 120ste geboortedag van de schrijver het standbeeld door burgemeester Jan Kasl worden onthuld.
Het bleek geen standaard schrijversbeeld. We zien Kafka afgebeeld op de schouders van een lopende man zonder hoofd en zonder handen. Het is een bijna vier meter hoog beeld van Jaroslav Róna die zich liet inspireren door een fragment uit Kafka’s verhaal ‘De beschrijving van een strijd’: ‘Daar sprong ik – met een zwaai alsof het niet de eerste keer was – mijn kennis al op zijn schouders en ik bracht hem door hem met mijn vuisten in zijn rug te stoten in een lichte draf.’ De kunstenaar heeft met zijn ontwerp Kafka’s absurditeit treffend weergegeven.
De plaats van het standbeeld is zorgvuldig gekozen. Het bevindt zich in de wijk waar Kafka opgroeide, op een pleintje tussen de kerk van de Heilige Geest en de Spaanse Synagoge. Het geniet op alle uren van de dag grote belangstelling; de ene groep toeristen na de andere neemt plaats voor het beeld waarbij stadsgidsen omslachtige toelichtingen
verschaffen over schrijver en werk. En steeds weer zijn er die zich naast het standbeeld opstellen waarbij men de absurde handeling verricht om de hand op een van de inmiddels fel blinkende schoenen van Kafka te leggen om vervolgens op die manier gefotografeerd te worden. Kafka zou er ongetwijfeld nog neerslachtiger van geworden zijn dan hij al was. Het was lang geleden dat ik kennismaakte met Kafka’s werk maar ter voorbereiding van mijn bezoek aan Praag herlas ik een van zijn bekendste werken, Het proces, met die wereldberoemde openingszin: ‘Iemand moest Josef K. belasterd hebben, want zonder dat hij iets kwaads had gedaan, werd hij op een morgen gearresteerd.’ Direct was ik terug in de benauwende en onheilspellende sfeer van die vertelling en las het in één ruk opnieuw uit. Ik begreep weer precies wat we bedoelen met de staande uitdrukkingen ‘kafkaësk’ of ‘kafkaiaans’. Binnenkort maar weer eens uurtje of wat reserveren voor het lezen van dat andere meesterwerk van zijn hand: De gedaanteverwisseling.
Tekst en beeld Peter IJsenbrant
De kraanvogels vliegen naar het zuiden
Liza Ridzén Meulenhoff
304 pagina’s / € 22,99
Vertaling: Geri de Boer
Bo is 89 en woont sinds de verhuizing van zijn vrouw naar een tehuis alleen in zijn afgelegen woning in Noord-Zweden met als enig gezelschap zijn jachthond Sixten. Omdat hij lichamelijk en geestelijk erg achteruitgaat komt de thuiszorg vier keer per dag langs. Je volgt de gedachten en herinneringen van Bo, die niet altijd even samenhangend zijn, maar die structuur en verheldering krijgen door de notities die de medewerkers van de thuiszorg achterlaten voor zijn zoon Hans. Bo denkt veel na over zijn relatie met zijn vader en met Hans. Het is knap hoe de schrijfster je meeneemt in de steeds verwarder wordende gedachtewereld van Bo. Een prachtig, soms grappig, soms diep ontroerend boek over ouder worden, de regie over je leven verliezen, de band tussen mens en dier. Zeer herkenbaar voor velen, een aanrader! Ik sloeg het dicht met een brok in mijn keel.
Monique Eskens van Boekhandel De Drvkkery, Middelburg
In de stroom van nieuwe boeken is het heerlijk om ook een klassieker onder de aandacht te brengen. Eén waarvan je hoopt dat die altijd in druk zal blijven, bijvoorbeeld
De wand uit 1963. Een tijdloos en daardoor altijd actueel boek over een vrouw die plotseling afgesneden wordt van de wereld door een onneembare glazen wand en samen met haar dieren moet zien te overleven. Genoodzaakt zelfvoorzienend, zorgend, verantwoordelijkheid nemend, leeft ze met de natuur en de seizoenen. In dit isolement reflecteert ze op de vrouw die ze was, die nooit de kans had haar eigen leven bewust vorm te geven. Het boek heeft regisseur Eline Arbo geïnspireerd tot een prachtige toneelbewerking. Vanaf augustus wordt het weer uitgevoerd door Chris Nietvelt. Heel bijzonder en ijzersterk, gaat dat zien! Maar (her) lees eerst het boek en geniet.
Janny Beima van Broese Boekverkopers, Utrecht
Hé goedemorgen, hoe gaat het?
Martina Hefter Lebowski
224 pagina’s / € 23,99
Vertaling: Lotte Lentes
Theatermaker Juno zorgt al jaren voor haar ernstig zieke man Jupiter. Ze houdt veel van hem, maar het is ook zwaar en ingewikkeld. Tussen de regels door lees je hoe wanhopig en somber Juno is. Ter afleiding chat ze ’s nachts met lovescammers, oplichters die haar op Instagram berichten sturen. Ze valt niet voor hun praatjes maar zet de gesprekken naar haar hand. Ze verzint in de korte gesprekjes steeds een ander leven voor zichzelf en ontsnapt zo aan haar dagelijkse realiteit. Dan is daar opeens Benu uit Nigeria. Onbedoeld ontstaat er echt contact. Een prachtig boek over eenzaamheid, diversiteit, melancholie, vrouw zijn, liefde en vriendschap. Het is origineel, soms absurd, ontroerend en droevig, maar bovenal gewoon een heerlijk boek dat ik niet weg wilde leggen. Qua thematiek en hoofdpersonage te vergelijken met Miranda July’s All fours, al is dit boek wel wat toegankelijker.
van Boekhandel Het Colofon, Arnhem
Narcis
Judith Fanto Ambo|Anthos 352 pagina’s / € 24,99
Judith Fanto’s debuut Viktor verraste me en ik had zin in deze opvolger. Hoe vrienden en/of familie zich tot elkaar verhouden in heftige tijden die een keuze vragen, is opnieuw het leidende thema. Na de dood van zijn moeder wordt Herman vanuit Haarlem naar Wenen gehaald door een zus van zijn Oostenrijkse vader. Tien weken in het jaar geven licht aan zijn bestaan omdat op de zomerschool een vriendengroep ontstaat. Hij gedijt in deze groep, maar kan de rol als observator niet goed doorbreken. Als de jaren dertig in Oostenrijk aanbreken, wordt elk van de groepsleden gedwongen keuzes te maken. De levens van de vrienden en de rol van Herman hierin worden meeslepend beschreven. Fanto grossiert in kleuren, geuren, mooie zinnen, prachtige woordkeuzes en associaties. Ze heeft me met dit boek in haar greep tot het einde.
Willy Wouters van Boekhandel De Boekenmolen, Meliskerke
Cahier Jeroen Brouwers
Jeroen Brouwers
Atlas Contact 128 pagina’s / € 25,-
Op de dag dat Brouwers 85 zou zijn geworden, verscheen het eerste Cahier Jeroen Brouwers, een must voor liefhebbers. Het biedt behalve een schat aan vondsten uit zijn archief, analyses, anekdotes en interpretaties, ook een aantal opmerkelijke documenten in facsimile en aanvullingen op zijn werk. Samensteller is Lodewijk Verduin die reeds in zijn studententijd in de ban van Brouwers raakte. ‘Vanwege het feit dat elke zin iets ontregelends biedt, nooit steriel is en getuigt van emotioneel vuur’, zoals hij het treffend uitdrukte tijdens de presentatie. Het is een vergelijkbaar vuur dat de bijdragen van redacteuren en gastauteurs kenmerkt, met voor mij als een van de curieuze hoogtepunten de literatuurgeschiedenis van de Nederlandse letteren vanaf 1830 die Brouwers van plan was te schrijven en die hij zelf van tekeningen voorzag. Met wel als kanttekening dat hij beter schreef dan tekende... Deze eerste uitgave smaakt naar meer.
Erwin de Vries van Boekhandel Godert Walter, Groningen
Watermeloenman Henk van Straten Nijgh & Van Ditmar 272 pagina’s / € 22,99
Heel vaak krijg je in de winkel de vraag: ‘Ik zoek een leuk boek.’ Vreemd dat je daar dan als boekverkoper over moet nadenken. Zijn er zoveel boeken waarom je echt moet lachen, soms hardop? Volgens mij niet. De ideale tip is Watermeloenman Een ietwat suffe boswachter vindt midden in zijn bos een watermeloen die zakjes drugs blijkt te bevatten. Na lang nadenken besluit hij deze te houden, wat leidt tot hilarische ontwikkelingen. Achtervolgd door enkele foute types wil hij zijn buit te gelde maken om een nobel doel te verwezenlijken. Zijn strijd tegen deze komisch uitvergrote louche types brengt hem spannende avonturen, waarbij klimaatverandering op de achtergrond een belangrijke rol speelt. Ook zijn er agressieve wolven, oprukkend onkruid en groene halsbandparkieten. En dan is er nog dat mooie liefdesverhaal… wat wil je nog meer als lezer die zich eens lekker wil ontspannen!
Anthoni Fierloos van boekhandels De Koperen Tuin en Het Paard van Troje, Goes
Roelke Aalderink
Tussen de mazen
Mariska Kleinhoonte van Os Van Oorschot 128 pagina’s / € 21,50
Tussen de mazen telt dertien uitsneden uit evenzoveel levens. Een stoet van personages die niet mee kunnen in de maatschappij trekt voorbij. De bundel begint en eindigt met twee sterke vertelstemmen: een autistisch meisje van 18 dat een ongeluk krijgt en een vrouw van 97 die weigert haar teckel met een hernia te laten inslapen. De eerste vertelt in dagboekvorm, het andere verhaal is een monoloog. Sommige langere verhalen schreeuwen om meer tekst zoals dat over ‘Oom Karel’ die maar niet loskomt van een ‘misstap’ lang geleden. Musa uit ‘De onuitzetbare’ komt niet tot leven. Het lange ‘Ibis’ overtuigt wel. De lezer verkeert in het hoofd van de psychotische Antonius en ontdekt toch hoe het zit. Een aantal heel korte verhalen beklijft, zoals het zodanig bij elkaar gefantaseerde leven van de Chinese gids Mr. Sheng dat je erin gaat geloven, en ‘Man achter vensters’ waarin een inspecteur te maken krijgt met een eenzaam gestorven ziel. Een knap staaltje van de auteur.
Colum McCann
De Harmonie
300 pagina’s / € 26,Vertaling: Karina van Santen en Martine Vosmaer
De wat aan lager wal geraakte Ierse auteur Anthony Fennell krijgt de opdracht een artikel te schrijven over een schip dat op de oceaanbodem liggende datakabels repareert en gaat aan boord in Kaapstad. De raadselachtige Conway is zijn contactpersoon. Fennell raakt gefascineerd door deze man en de verbetenheid waarmee hij zijn werk doet, en door diens partner Zanele die naar Engeland vertrekt. Wanneer na weken het schip weer in een haven ligt, verdwijnt Conway plotseling. In de jaren nadien probeert Fennell helder te krijgen wat er precies is gebeurd, wat hem helpt om met zichzelf in het reine te komen. Twist is een bij vlagen gecompliceerde maar fascinerende roman, waarin het zoals steeds bij McCann draait om verbindingen tussen mensen, de breuken die ontstaan en de noodzaak om die te helen, al zal dat niet altijd lukken. De Ierse Amerikaan McCann is bekend van de geweldige romans Laat de wereld draaien en Apeirogon.
Frank Hockx
De bodem van het bestaan
J.J. Voskuil
Van Oorschot 656 pagina’s / € 34,95
Wie dacht na Het Bureau alles te weten over Voskuils kantoorleven, wacht in dit vijfde dagboekdeel een verrassing. Want hoe voor de hand liggend zou het zijn geweest als Voskuil ook zijn medewerker Mirjam Lucassen, van wie hij eind 1976 in de ban raakte, tot fictie had verheven. Dat hij dat juist níet deed, is veelzeggend. Alleen aan het dagboek vertrouwt hij toe wat zijn gevoelens waren. Spannend en lastig wordt het wanneer Mirjam wordt gearresteerd in verband met een terroristische actie. Ook de huiselijke emoties bereiken een nieuw hoogtepunt. Als lezer kun je je soms bijna niet aan de gêne onttrekken. De zinloosheid van het bestaan kruipt door alle notities. Voor het eerst legt de dagboekschrijver langere tijd de pen neer. Dan beginnen de jaren tachtig. Amsterdam is een onrustige stad. We weten wat in april te gebeuren staat. Helaas gaan Han en Lousje vlak voor het Kroningsoproer op voettocht naar Engeland. Eenmaal terug werpt Het Bureau zijn schaduw weer vooruit.
Wim Huijser
De weemoed van de reiziger Jan Brokken Atlas Contact 384 pagina’s / € 24,99
14 plekken, 14 verhalen – de ondertitel van het nieuwste boek van meesterverteller Brokken laat ruimte voor de toevoeging: ‘14 kunstenaars’. Twee van zijn grote passies komen samen: reizen en de schone kunsten. Voor Brokken zijn beide essentieel en cruciaal voor ons mens-zijn. Aan de hand van reismemoires deelt Brokken zijn kennis over kunstgeschiedenis. Verhalen over onder anderen musici Béla en Ditta Bartók, componist Monteverdi, cellist Anner Bijlsma, dichters Leo Vroman en Antonio Machado, architecten Truus Schröder-Schrader en Gerrit Rietveld, schrijvers Franz Kafka en Ismail Kadare en kunstschilder Henri Matisse vormen een kleurig, kunstzinnig patchwork over de waarde van reizen én het belang van kunst. Fysiek reizen, reizen in de verbeelding, vrijwillig of noodgedwongen, alle vragen van de reiziger levenslust en een open houding. In het beste geval leidt dat tot onverwachte ontmoetingen en verhalen die ons kijken, denken en voelen veranderen, en onze ziel verrijken.
Wytske Roodbergen
RomanReuzen
Frénk van der Linden; Fjodor Buis Luitingh-Sijthoff 216 pagina’s / € 24,99
RomanReuzen is een project van Van der Linden en fotograaf Buis. Het is boek, podcastreeks, reizende foto-expositie, postzegelserie en voor hen misschien het belangrijkste: een impuls voor leesbevordering. Een jaar lang geeft Van der Linden scholieren de kans hun favoriete auteur in de plaatselijke bibliotheek te interviewen. Maar ook als het alleen een interviewreeks zou zijn, bewijst RomanReuzen zijn meerwaarde. Door schrijvers aan het woord te laten over hun favoriete roman van een ander én van eigen hand, gaan de gesprekken daadwerkelijk over hun werk. Geen human interest, maar literaire interviews. In boekvorm zijn de auteursportretten met drie pagina’s misschien wat te beknopt, maar het werkt goed als opstapje naar de podcasts van circa veertig minuten per aflevering. Jammer alleen dat het boek ontzettend slordig is uitgegeven. ‘De man die sneller schrijft dan goed kan lezen’, staat er bijvoorbeeld over Vestdijk – in plaats van ‘God’ dus. Het is bepaald niet de enige misser.
In de wereld van de jeugdliteratuur is Truusje Vrooland-Löb (1949) bekend als bibliothecaris, recensent en jurylid. Ze schreef voor tijdschriften als En nu over jeugdliteratuur, Leesgoed en Bzzlletin en publiceerde onder andere de ‘kinderbiografie’ van Dick Bruna. Ook langjarige lezers van Boekenpost zijn haar naam regelmatig tegengekomen. Haar speciale aandacht heeft altijd gelegen bij de illustraties in kinderboeken, ze beoordeelde die ook als lid van de Penseeljury. Als dochter van kunstenaar Kurt Löb, een bekend boekillustrator, was die interesse niet vreemd. Nadat ze ‘als kwieke, levenslustige zeventigjarige’ onverwacht ‘uit de mond van twee witte jassen een gruwelijke neurologische diagnose’ kreeg, zette ze zich aan deze terugblik op haar leven, daarbij focussend op de kleine dingen die ertoe doen, de tierelantijnen, ‘die mij op de been hielden’. Het resultaat is dit royaal geïllustreerde charmante boekje op vierkant formaat waarin we onder andere lezen hoe een prentenboek bij haar een passie voor tractoren opriep.
kroond. Zo kreeg ze voor haar roman The Narrow Land (Het smalle land) de Walter Scott Prize for Historical Fiction en de Dalkey Literary Award 2020. Haar werk is in verscheidene talen vertaald. Onze levens in Londen is de vierde roman in Nederlandse vertaling.
Discussietips
1. Milly vertelt haar verhaal vanaf 1979. Pips verhaallijn is een terugblik vanuit 2017. Hoe ervaar je deze wijze van vertellen? Wat is het effect hiervan?
Zwarte september
Sandro Veronesi Prometheus
270 pagina’s / € 24,99
Vertaling: Welmoet Hillen
het eerder uitgebrachte In de ban van mijn vader een groot succes was geworden. Voor Kalme chaos uit 2005, over een man die onverwacht zijn vrouw verliest en wiens bezorgdheid voor zijn dochtertje zo sterk wordt dat hij hele dagen voor haar school de wacht houdt, kreeg Veronesi de Premio Strega, de belangrijkste literaire prijs van Italië. Die ontving hij in 2020 opnieuw voor de roman De kolibrie.
Discussietips
Antiquariaat Klikspaan
Hooglandse Kerkgracht 49 2312 HS Leiden
Een ruim assortiment wetenschappelijke boeken.
Elke vrijdag op de boekenmarkt op het Spui in Amsterdam en zaterdag op de Leidse markt voor de winkel.
Tel. 071- 5234733 / 06-18072368
E-mail: maanen@antiqklikspaan.demon.nl
Web: http://www.antiqbook.nl/klikspaan Open do/vrij 13.00 - 17.00, zaterdag van 10.00 - 1 6 3 0 uur.
In 1979 ontvlucht de achttienjarige Milly Ierland en gaat werken in een pub in Londen. Daar ontmoet ze de talentvolle boksermet-alcoholprobleem Pip, ook een Ier. Gedurende veertig jaar kruisen hun levens elkaar regelmatig in een stad waarin zich veranderingen voltrekken. Als lezer volg je het leven van Milly gedurende deze periode, afgewisseld met hoofdstukken waarin Pip in 2017 terugkijkt op zijn leven.
2. Zowel Milly als Pip hebben herinneringen aan Ierland. Hoe kijken zij naarmate ze ouder worden naar hun vaderland, welke herinneringen komen boven?
3. Milly heeft haar kind moeten afstaan. Welke invloed heeft deze gebeurtenis op de rest van haar leven?
4. Wat trekt Milly en Pip zo in elkaar aan? En waarom komt het toch niet tot een vaste relatie?
Als jongen van twaalf bracht Gigio Bellandi de zomer van 1972 door aan de kust van Toscane. Een halve eeuw later kijkt hij terug op die periode waarin zijn leven drastisch zou veranderen. Levendig en gedetailleerd beschrijft Veronesi hoe Gigio zowel een eerste liefde beleeft en zijn leven verrijkt met boeken en muziek als te maken krijgt met bedrog en verraad. Ook in de buitenwereld is er sprake van een ‘zwarte september’.
1. Veronesi plaatst altijd hetzelfde motto van Samuel Beckett in zijn boeken. Hoe breng je dat in dit geval in verband met het boek?
2. Ik-verteller Gigio geeft uitgebreide typeringen van personages, bijvoorbeeld in het eerste hoofdstuk van zijn ouders. In hoeverre veranderde je beeld van de ouders in de loop van het verhaal?
3. De terugkijkende volwassen Gigio richt zich regelmatig tot de lezers om overwegingen te delen. Hoe heb je dat ervaren?
Vendu Rotterdam veilt niet alleen uw kunst en antiek, maar ook elke 2 maanden een groot aantal boeken. Neem contact op voor een vrijblijvende taxatie.
Christine Dwyer Hickey werd op 1 januari 1960 geboren in Dublin. Ze schrijft romans en korte verhalen. Haar doorbraak was de semi-autobiografische roman Tatty uit 2004. Haar werk werd veelvuldig genomineerd voor literaire prijzen en ook enkele malen be-
5. Welke rol vervult broer Don in het leven van Pip? Wat is hun verhouding?
Sandro Veronesi (Prato, 1959) studeerde in 1985 af als architect. Een jaar eerder verscheen al zijn schrijversdebuut, de dichtbundel Il resto del cielo. In 1988 kwam zijn eerste roman uit. Die verscheen bij ons in vertaling in 2002 (Waar gaat die vrolijke trein naartoe) nadat
4. Op welke manieren is zijn zusje Gilda belangrijk voor Gigio?
5. Welke rol spelen geheimen en zaken die daarmee te maken hebben in het boek?
Tekst Inge Drewes
Tekst Frank Hockx
Literair wandelen in Nederland en Vlaanderen
In de voetsporen van schrijvers
Met een passie voor lezen en wandelen vormen literaire wandelingen voor Mark van den Einde (1975) de ideale combinatie. Met zijn website hoopt hij anderen te enthousiasmeren om ook de literaire wandelschoenen aan te trekken. Zoekend op provincie, stad of de naam van een specifieke schrijver, zijn er inmiddels zo’n 150 literaire wandelingen in Nederland en Vlaanderen op de site te vinden. Primair zijn dat wandelingen die je op eigen gelegenheid kunt lopen aan de hand van een boek, brochure of app, waarbij gezocht kan worden op bepaalde kenmerken, bijvoorbeeld audiotour of poëzieroute. Maar er is ook een overzicht van wandelingen die samen met een gids te maken zijn. Wat oudere wandelingen wordt nieuw leven ingeblazen en nieuwe worden aan het bestaande aanbod toegevoegd. Daarbij beoordeelt Van den Einde de wandelingen zoveel mogelijk zelf, zodat bezoekers een goede keuze kunnen maken uit het aanbod. ‘Je bekijkt de omgeving met andere ogen en leert vaak ook nog het nodige over de drijfveren van schrijvers’, zo vertelt hij in een introductie. ‘Hoewel veel auteurs van literaire wandelgidsen beweren dat je de wandeling ook vanuit je luie stoel kunt doen, ga ik toch het liefst naar buiten.’
Zoektocht
Opgeleid als econoom, is Van den Einde werkzaam bij de gemeente Den Haag, afdeling cultuur. Lezen
Wandelen is hot. De vlucht die het in coronatijd nam mag dan zijn afgevlakt, een feit is dat veel mensen het wandelen als ideale vrijetijdsbesteding hebben ontdekt. Ook ‘wandelingen met inhoud’ zijn populair, waaronder literaire wandelingen. Samen met Mark van den Einde, eigenaar en beheerder van de website indevoetsporenvanschrijvers.nl, wandelde Wim Huijser door het Dordrecht van dichter en vertaler C. Buddingh’ (1918-1985).
heeft hij altijd fijn gevonden, in de meest brede zin van het woord. Datzelfde geldt voor wandelen. Lange tijd waren het twee afzonderlijke hobby’s, waarbij hij dan weer meer tijd stak in het een en dan weer in het andere. Combineren leek lange tijd lastig. Tot hij op een gegeven moment een literaire wandeling van het Literatuurmuseum in Den Haag liep en merkte dat ‘de combinatie toch niet zo moeilijk was als gedacht. Het was het begin van een zoektocht naar de wereld van de literaire wandeling’. Toen hij er meer wilde gaan lopen, bleek het best lastig om die te vinden. Een van de eerste literaire wandelgidsen over één schrijver die hij tegenkwam was de door mij geschreven gids ‘Een stad is een boek’ - Het Dordrecht van C. Buddingh’ (1997), die in 2008 bij een andere uitgever verscheen als ‘Dordt, wat zal ik ervan zeggen’- Literair wandelen door het Dordrecht van Kees Buddingh’. Logisch om met elkaar in deze stad op pad te gaan.
De eerste van de vier Buddingh’-
wandelingen begint bij ‘Station
Dordrecht.’, waarvan de punt in de naam al even curieus is als de apostrof achter de naam van de dichter. Dat de tijd ondertussen niet heeft stilgestaan blijkt onder andere uit de aanwezigheid van Café Buddingh recht tegenover het NS-station, op de begane grond van wat eind jaren vijftig als ‘Tomadohuis’ werd gebouwd. Naam en interieur zijn vanzelfsprekend een eerbetoon aan de Dordtse ereburger, maar wel zonder dat kenmerkende zwevende leesteken – de wetten van vindbaarheid op internet zijn onverbiddelijk.
Streven naar volledigheid
Mark van den Einde begon zijn website in 2021 als platform voor anderen met dezelfde interesse.
‘Ik dacht: ik kijk wel hoe ver ik kom.
Ik had ook nooit iets gedaan met websites, maar vond het meteen leuk om te zien hoe het werkte. Sindsdien is de website verder opgebouwd. Als je eenmaal bent begonnen, streef je natuurlijk al snel naar volledigheid. Ik ben veel in de
Koninklijke Bibliotheek geweest om te zoeken naar wat ze daar aan literaire wandelingen hadden. En via internet natuurlijk. Het was daarbij mijn idee om al die wandelingen ook zelf te gaan lopen. Ik moet wel bekennen dat het er inmiddels al zoveel zijn dat dat laatste nog niet helemaal is gelukt.’ Zijn voorkeur hebben wandelingen die zich richten op één schrijver, omdat hij dan meer het gevoel heeft een bepaald leven en oeuvre te leren kennen. Wandelingen waarin meerdere schrijvers aan bod komen missen vaak een rode draad. ‘Soms heb je echt het gevoel met een schrijver mee te lopen waardoor je dichter bij zijn werk komt’, vertelt hij als we met een boog om de binnenstad lopen. ‘Ik vind dat zelf een heel prettige manier om te ontspannen.’ De kwaliteit van de literaire wandelingen verschilt nog wel eens, zo is hem opgevallen. ‘Een goede literaire wandeling voegt wat mij betreft wat toe aan de leeservaring van een specifiek boek, of het plaatst het werk van een schrijver in bredere context. Daarnaast moet de wandeling natuurlijk ook gewoon een genoegen zijn om te lopen. Het viel me al snel op dat er best veel literaire wandelingen zijn, ze vaak beschreven staan in wat oudere boeken die niet altijd makkelijk te verkrijgen zijn én dat een goed overzicht van bestaande literaire wandelingen in Nederland en Vlaanderen ontbreekt.’
Schurende plekken
Wat in literaire wandelingen eigenlijk altijd aan de orde komt zijn locaties die een plek hebben gekregen in het werk van de schrijver. Meestal worden daar ook citaten bij geplaatst. Iets anders zijn de plekken die een rol hebben gespeeld in het leven van de auteur zelf. Daartoe behoren soms ook kleuterscho-
Tekst en beeld Wim Huijser
Literaire wandelaars onder elkaar: Mark van den Einde en Wim Huijser.
Mark van den Einde in Café Buddingh voor een portret van de schrijver met kat.
muurgedicht. Met een andere themawandeling werkt dat waarschijnlijk op eenzelfde manier.’
len die er lang niet meer staan, maar waar we door middel van een oude foto aan herinnerd worden. Of een locatie waar ooit een huis heeft gestaan waarin de schrijver in zijn jonge jaren heeft gewoond, maar waarvan geen steen meer is terug te vinden. Dat laatste is bijvoorbeeld het geval in de voormalige Dordtse Havenstraat waar Buddingh’ eind jaren twintig een aantal jaren met zijn ouders woonde. We kijken naar een braakliggend terrein waarachter de spoorlijn Breda-Rotterdam ligt. De herinnering aan de trein richting Parijs – de Etoile du Nord – die tweemaal daags voorbij kwam, zou Buddingh’ later in sonnetvorm vastleggen.
Van den Einde begrijpt dat sommige mensen zich afvragen wat er nu interessant kan zijn aan dit soort schurende plekken. ‘Maar in het geheel van de wandeling vind ik het toch leuk. Met name bij schrijvers die zich echt met hun leefomgeving verbonden voelden. Dan is het boeiend om door de wijk te lopen waar ze zijn opgegroeid, naar school gingen en hebben gespeeld. Als de samensteller van zo’n wandeling er dan ook nog mooie fragmenten
‘Met een literaire bril op vallen je altijd andere dingen op dan wanneer je zomaar door een stad loopt’
bij heeft gevonden, word ik vanzelf meegenomen in het verhaal. Vaak duik ik daarna nog wat verder in een bepaald oeuvre. Zo herontdek ik soms schrijvers over wie je nauwelijks nog iets hoort. In Gent liep ik met een app over Karel Van de Woestijne, die veel over zijn omgeving heeft geschreven maar die ik alleen van naam kende. Vervolgens ben ik toch in zijn werk gedoken. Er is eigenlijk altijd wel iets boeiends te vinden. Ook omdat literaire wandelingen niet per se alleen door het centrum van een stad lopen, maar ook door onbekende buitenwijken, zoals hier. Zo ontdek ik ook steeds weer interessante plekken in Den Haag, waar ik zelf tegenaan woon. Met een literaire bril op vallen je altijd andere dingen op dan wanneer je zomaar door een stad loopt. Soms blijkt ook dat je altijd voorbijgelopen bent aan een bepaald
toneelspelen van Shakespeare zat te vertalen. We kijken over de kade langs de Voorstraathaven, een rustieke, bijna tijdloze plek waarvan je je goed kunt voorstellen dat Buddingh’ er ooit voorbij liep. Aan de overkant van het al even schilderachtige Maartensgat nemen we plaats op een bankje in de zon.
Tijden van weleer
mooie stad, aangekleed met interessante feiten.’ Andere literaire wandelingen die hij met veel plezier gelopen heeft hebben betrekking op bijvoorbeeld Maarten ’t Hart (Maassluis), Marga Minco (Breda) en Georges Simenon (Delfzijl).
Een soort trance Wandelen en lezen, gaat dat wel goed samen? Er zijn nogal wat wandelaars die er niet van houden om telkens weer stil te moeten staan waardoor ze uit hun wandelmodus raken. ‘Ook dat begrijp ik’, beaamt Van den Einde, ‘maar mij brengt het juist in een soort trance. Ik vind het dan ook geen probleem om ergens op een bankje te gaan zitten en wat te lezen. Het is een heel rustige manier van wandelen. Ik doe er meestal ook langer over dan in de gids staat aangegeven. Die tijd neem ik er graag voor. Je moet je er voor willen openstellen en dat werkt natuurlijk makkelijker met een schrijver met wie je al iets hebt. Er zijn ook literaire wandelingen onder leiding van een deskundige gids en dat geeft als extra dat je vragen kunt stellen. Maar het nadeel is dat ik dan minder makkelijk die trance ervaar.’
We passeren het brugwachtershuisje voor de Grote Kerk dat Buddingh’ in de jaren vijftig als werkhuisje gebruikte en waarin hij, vaak in de bittere kou, met handschoenen aan en een deken omgeslagen de
In de tijd dat ik mijn Buddingh’gids schreef waren er nog niet veel vergelijkbare wandelgidsen. Amsterdam kende wel een gids van Theo Thijssen en in Den Haag werd er natuurlijk gewandeld in het voetspoor van Louis Couperus, die zijn omgeving optimaal gebruikte als decor voor zijn Haagse romans. Wanneer een auteur van goeden huize kwam betekent dat meestal dat deze herenhuizen er nog staan, wat met de meeste volksbuurten zeker niet het geval is. Dat steden veranderen staat de literaire wandeling volgens Van den Einde echter niet in de weg. ‘Uiteraard is het fijn als het decor waar de wandeling doorheen gaat nog in grote lijnen overeenstemt met de tijd dat de schrijver hier zijn voetstappen achterliet, maar noodzakelijk is dit niet. Ook met passende literaire fragmenten of foto’s uit het verleden kan een wandeling de sfeer uit tijden van weleer doen herleven. Deze Buddingh’-wandeling voldoet wat mij betreft volledig aan hetgeen ik prettig vind: een wandeling langs mindere bekende plekken van een
Eind jaren negentig nam het aantal uitgaven flink toe, vaak dankzij de inspanningen van bibliotheken en schrijversgenootschappen, maar vooral ook dankzij de illustere reeks van uitgeverij Bas Lubberhuizen. Met de smalle, mooi vormgegeven gidsen kon gewandeld worden door het Amsterdam van onder anderen Reve, Multatuli, Bordewijk, Voskuil en Van der Heijden, evenals het Zeeland van Hans Warren en het Antwerpen van Willem Elsschot. ‘Heel fijne gidsen’, zegt Van den Einde, ‘en goed geschreven’. Inmiddels zijn naast de gedrukte gidsen ook apps en podcasts ingeburgerd geraakt. Van Mark van den Einde mogen er nog wel wat meer podcasts bij komen. Hij heeft de indruk dat men in Vlaanderen wat dat betreft actiever is dan in Nederland. Podcasts hebben het grote voordeel dat de gesproken tekst heel makkelijk in het eigen wandeltempo kan worden opgenomen.
Buitenruimte
Ondertussen hebben we het Buddingh’plein bereikt, ooit een goed bedoeld stadsplantsoentje, maar helaas verworden tot een onooglijke parkeerplaats. ‘Ik vind het goed dat je in de buitenruimte op een
‘Ook met passende literaire fragmenten of foto’s uit het verleden kan een wandeling de sfeer uit tijden van weleer doen herleven’
Covers van literaire wandelingen in boekvorm.
uitnodigende manier met kunst en literatuur geconfronteerd wordt’, zegt Van den Einde om de pijn te verzachten. ‘Literatuur is een belangrijke waarde in onze maatschappij. Maar het is vaak moeilijk om jongeren voor het leven en werk van overleden schrijvers te interesseren.’ We stellen vast dat zelfs Mulisch, toch een van onze grote auteurs, inmiddels ver is weggezakt. ‘Het zou natuurlijk mooi zijn als de jongere generatie bijna vergeten schrijvers die de moeite waard zijn weer weet te ontdekken. Tegelijk zouden literaire wandelingen zich meer kunnen richten op hedendaagse schrijvers. Je ziet tegenwoordig ook veel routes met muurgedichten en straatpoëzie, een relatief jong fenomeen dat nog sterk groeiend is. Mooie voorbeelden daarvan vind je in Leiden, Leeuwarden, Wijnandsrade (Limburg) en Den Haag. Meestal betreft het ook werk van uiteenlopende dichters. Als daar routes van bestaan, neem ik die ook mee.’
Mark van den Einde realiseert zich dat nog niet alle literatuurliefhebbers zijn website kennen, maar als je googelt op ‘literaire wandeling’ komt deze al gauw bovenaan te staan. Tips over nog ontbrekende literaire wandelingen en gidsen (in welke vorm dan ook) krijgt hij graag aangereikt. Ook van schrijversgenootschappen zou hij graag wat meer horen. Dat kan ertoe bijdragen dat nog meer mensen in de voetsporen van schrijvers kunnen treden.
Kijk voor meer informatie op indevoetsporenvanschrijvers.nl.
Uitkijken over het schilderachtige Maartensgat.
‘Ik hou van het lezen van poëzie, vooral omdat je nooit antwoord krijgt. Als lezer word je serieus genomen, je wordt uitgedaagd je eigen werkelijkheid te creëren. Regelmatig lees ik gedichten van Wisława Szymborska; ze prikkelen en inspireren en maken dat ik zin krijg om te leven, ondanks mezelf. Szymborska (1923-2012) was een Poolse dichteres, bij leven was ze al een van de bekendste dichters ter wereld. Ze publiceerde negen dichtbundels, die prachtig in het Nederlands werden vertaald door Gerard Rasch. Haar verzameld werk verscheen in het Nederlands onder de titel Einde en begin die bundel was mijn kennismaking met Szymborska. Op mijn twintigste verjaardag kreeg ik hem cadeau van een vriendin; het bleek een geweldig geschenk waar ik al jaren steeds weer blij van word. Inmiddels heb ik de bundel zelf ook al meermaals cadeau gedaan. Er staan zo’n 400 gedichten in, vrijwel alle gedichten die Szymborska sinds 1957 publiceerde.
Szymborska’s gedichten tillen je uit boven het alledaagse terwijl ze tegelijkertijd juist over dat alledaagse gaan. Ze hebben iets filosofisch, iets ongrijpbaars. Zonder stichtelijk te zijn of stelling te nemen, is Szymborska’s boodschap: “Laten we er maar het beste van proberen te maken, steeds opnieuw.” Vanuit de origineelste perspectieven – denk: een zandkorrel, een wolk, een waterplas – benoemt ze heel helder, transparant en met humor dingen waarvan je weet dat ze waar zijn, al had je er zelf nog nooit aan gedacht. Je begrijpt wat ze zegt en toch is het mysterieus. Haar kijk op de werkelijkheid heeft iets kinderlijks, iets naïefs. Die mix van filosofie, wijsheid en humor levert een mooie combi op van zwaarte en lichtheid. Je hoeft niet te kiezen want alles is waar. Dat kunnen benoemen in simpele taal is echt ontzettend knap. Szymborska is voor mij als schrijver
Maartje Wortel leest Wisława Szymborska
Tekst Wytske Roodbergen
enorm inspirerend. Al is het maar één prikkelende zin, één dingetje dat je meeneemt. Haar werk is chaotisch, haar gedichten gaan over alles, er is geen thematiek. Of het moest iets zijn van verwondering en het waarderen van het leven, het moment, het kleine. Ze raakt aan de waarheid achter de taal, aan datgene waarvan je niet wist dat het bestond en waarvan je aanvoelt dat het waar is. Ze durft vragen te stellen waarop geen antwoord mogelijk is, daar hou ik van. Datzelfde doen Tsjechov, een van mijn lievelings-
schrijvers, en Clarice Lispector, een soort Braziliaanse Kafka die in Brazilië een heldenstatus heeft. Ook in Nederland geniet ze al vrij lang veel bekendheid. Dankzij de vertalingen van Benjamin Moser is er weer extra aandacht voor haar. Szymborska’s gedichten zijn verrassend en laten me steeds weer een nieuw stukje van mezelf zien. Een nieuwe kijk, een nieuwe gedachte, een nieuw gevoel. Iets wat al in jou leeft, wordt met haar woorden tot leven gewekt. Dat raakt aan het gevoel van verliefd zijn. Ook een
nieuwe liefde laat je op een nieuwe manier het leven ervaren, en vooral ook jezelf. P.F. Thomése zei het heel mooi in NRC: “Door de bezieling van de gedichten geven ze je in woorden terug wat je ongemerkt aan werelden verloren bent. Dat is dus meer dan je voordien ooit hebt gehad.”
Szymborska creëert met haar unieke stem een sfeer waarvan ik heel gelukkig word. Al toen ik jonger was en dacht dat iedereen alles begreep behalve ik, waren haar gedichten troostrijk. Ze maakten dat ik het “nee” durfde omarmen. Immers, niet weten is mooier dan weten. Mensen die geen twijfel hebben, hebben geen humor. Ook in mijn schrijven zoek ik op wat weerstand oproept. Mijn lievelingsgedicht is “Feest”, uit de bundel Het moment uit 2002. Een bundeltje met 23 gedichten, dat ik ook heb staan. Een paar jaar vóór het verschijnen van Het moment
Nu. Hier. Ongeacht wat er rondom ons allemaal voor onbekends is, ongeacht of er elders in het universum betere of slechtere Mozarts rondlopen, Edisons of Plato’s. Laten we dankbaar zijn en het nu, het kleine waarderen. Laten we dansen op de maat van de lokale band en tevreden zijn in een “boerengat, lichtjaren weg van de sterren die welterusten zeggen en nietsbetekenend knipogen”. Hoe wijs en fantastisch is dat?’
Maartje Wortel
Maartje Wortel (Eemnes, 26 oktober 1982) volgde de opleiding Beeld & Taal aan de Rietveld Academie in Amsterdam, publiceerde verhalen in diverse literaire tijdschriften (onder andere De Brakke Hond en De Gids) en schreef columns voor NRC Handelsblad Haar debuut, de verhalenbundel Dit is jouw huis (2010), werd bekroond met de Anton Wachterprijs.
kreeg Szymborska al de Nobelprijs voor Literatuur, in 1996. Haar laatste bundel dáárvoor was Uitzicht met zandkorrel. Daarin staat het gedicht “Het maken van een cv”, dat ik ook erg mooi vind. Want wat zegt een cv nou eigenlijk over de mens die je bent? Wat zeggen de feiten over diploma’s, wonen en werk, is dat wie je bent? Waar blijven de echt waardevolle ervaringen, de ontmoetingen en gesprekken, de gevoelens, in die context? Maken díe jou niet in grote mate tot wie je bent? Het gedicht “Feest” gebruikte ik in mijn roman Dennie is een star en als er zich ergens een gelegenheid voordoet, lees ik het graag voor. Ik vind het prachtig. Recent nog, toen een vriendin vijftig werd, verwerkte ik het in mijn speech. Met name de laatste regels bevatten een kern van een levensvisie. Voor mij is dit de wijze les: leef dit leven alsof het Het feest der feesten is. Dít leven.
Haar romans Half mens (2011) en IJstijd (2014) werden genomineerd voor diverse literaire prijzen; Half mens werd ook bekroond met de BNG Literatuurprijs. Na de romans Er moet iets gebeuren (2015), Goudvissen en beton (2016) en Dennie is een star (2019) verscheen in 2024 Camping, een indringende, originele en verontrustende roman met een luguber einde. Verhalen van Maartje Wortel werden onder andere vertaald in het Duits, Frans, Engels en Italiaans.
Wij kunnen voor u veilen, van 1 item tot een gehele inboedel of verzameling.
Van kunst tot antiek, van juwelen tot zilver en van design tot aziatica.
Hiervoor berekenen wij géén inbrengcommissie.
Wij kunnen u van dienst zijn voor het taxeren van een erfenis verdeling.
Uniek door simultaan met de zaal, live te veilen op de 8 grootste internet platforms.
Door onze persoonlijke en discrete benadering, hét veilinghuis voor al uw kostbaarheden.
U
UW ITEM HIERONDER?
Winkeldochters
Vincent Elzinga van Kennemer Boekhandel in Haarlem zit als boekverkoper ieder jaar met een probleem dat enthousiaste boekenkopers ook kennen: ruimtegebrek!
Mijn jaarlijkse dilemma is weer aanstaande: wat te doen met de meter boeken per persoon van grote namen als Gerard Reve, W.F. Hermans, Arnon Grunberg die staan stof te happen? Afstoffen en laten staan, of de opruiming in?
Over het algemeen houdt Kennemer Boekhandel twee à drie keer per jaar één of twee dagen een Grote Opruiming. Een kraam voor de deur, boeken er frontaal gepresenteerd. Zo’n kraam is altijd gezellig, het zorgt voor reuring en veel
gehecht aan sommige winkeldochters. Je wilt je klassiekers goed op voorraad hebben; sommige auteurs hóren gewoon in een boekhandel aanwezig te zijn en op het moment dat hun boeken niet meer in de winkel staan, worden ze zeker niet meer gelezen. En dus overleven titels van geliefde auteurs als Herta Müller, Boeli van Leeuwen, Harry Mulisch, Gerard Reve, Hella Haasse, Ingrid Jonker, W.F. Hermans, John Fante jaar na jaar de opruimingsslag en staat een fiks aantal exemplaren al negen jaar of langer op de planken.
Zo kan ik het bij Herta Müller niet over mijn hart verkrijgen om De vos was de jager (2009) en Vandaag was ik mezelf liever niet tegengekomen (2009) op te ruimen. Iemand
zal er ooit toch blij mee zijn? Ik ben niet de enige, zie ik online. Ook Scheltema, Van der Velde en Het Colofon hebben Müller nog staan.
En deeltjes uit Hella Haasses gebonden verzameld werk horen toch een beetje bij Kennemer Boekhandel zolang de titels er winkelfris uit blijven zien.
Maar gebonden deeltjes van W.F. Hermans van vóór zijn Volledige Werken? Daar is nauwelijks belangstelling voor en scholieren bestellen liever een paperbackje: die zijn dunner en dat is wat voor hen telt. Tegelijkertijd werken we ook aan een lijst van meer hedendaagse klassiekers die bij onze ijzeren voorraad horen. Denk aan Jaguarman van Raoul de Jong, Confrontaties van Simone Atangana
Bekono, Sneeuw, hond, voet van Claudio Morandino, de boeken van Hanna Bervoets en Anjet Daanje, De tienduizend dingen van Maria Dermoût, De grote zaal van Jacoba van Velde, Winarta van Basuki Gunawan, Wij, slaven van Suriname van Anton de Kom. Die laatste vier zijn alle weer met succes opnieuw uitgebracht afgelopen jaren. Dit tikkende merk ik dat dat de doorslag geeft: sorry Reve, Hermans en anderen. Jullie gedateerde uitgaven gaan plaats maken voor nieuwe boeken van een andere generatie. Intussen kijk ik uit naar heruitgaven van jullie werk. In een nieuw jasje met een moderne, frisse vormgeving en een goede ambassadeur gaan we op zoek naar een nieuw lezerspubliek!
aanloop en ik vind het ook altijd geweldig om te zien hoe blij klanten naar huis gaan met hun aankopen: € 5 per stuk, 3 voor € 12,50. Zij blij en wij blij want: weer ruimte in de kast, de voorraad komt beter tot z’n recht en de ramsjboeken krijgen een thuis waar ze gelezen en gekoesterd worden. En omdat de uitverkoop kort is, is het overzichtelijk en een feestje. Sinds ik de boekhandel zes jaar geleden overnam, hebben we enorm opgeruimd. Desondanks kwamen we ook vorig jaar nog exemplaren met herbevoorradingskaarten uit 1998 tegen, want óók ik ben zeer
Advertentie
Maarten van Rossem: ‘Het liefst had ik mijn eigen boekwinkel gehad’
Gek op lezen, niet op boeken
Sinds 1 april heeft historicus Maarten van Rossem in elke uitzending van de podcast Gek op Boeken het laatste woord. Vaste luisteraars van de podcast hebben al kunnen genieten van zijn ongezouten mening over diverse onderwerpen. Zo is volgens Van Rossem het Boekenbal een pretentieus feestje voor de grachtengordel, ontlezing flauwekul, wordt er online meedogenloos met je afgerekend, wil hij absoluut geen uitgever worden en interesseert de buitenkant van een boek hem ‘geen reet’.
Tekst Seb van der Kaaden Strip Pieter Hogenbirk
Maar de hamvraag is natuurlijk of Maarten van Rossem gek is op boeken, en nee, dat is hij niet. ‘Ik ben dol op lezen, maar ik heb niets met het fysieke boek. Ik ga niet met witte handschoentjes een boek zitten lezen. Het gaat om de tekst. Ik zal nooit een enorm dure editie kopen van bijvoorbeeld Shakespeare als er ook een spotgoedkope editie is. Veel boeken zijn ook godvergeten zwaar, als bejaarde vertil je je eraan. Nee, ik heb zo’n 600 titels op mijn Kindle-app staan (een gratis e-
reader applicatie van Amazon voor smartphone, tablet of computer) en die lees ik van een heel groot scherm. Eén van de mooie dingen is dat je daar systematisch kunt onderstrepen, in vier kleuren bovendien, heel belangrijk “geel”, minder belangrijk “rood”, et cetera. En het neemt geen ruimte in beslag.’
Sentiment
Als van Rossem zijn boekenkast compleet zou kunnen digitaliseren, dan zou hij dat zeker doen, zijn
Kaaden (links) en Jan Willem Winter.
kinderboeken echter uitgezonderd. ‘Mijn jeugdboeken zijn mij dierbaar. Het boek De wind in de wilgen van Kenneth Grahame is mij zo lief, dat ik daar zelfs meerdere edities van heb, omdat die edities ook mooi geïllustreerd zijn.’ De klassieke illustraties zijn van Winnie-the-Pooh illustrator E.H. Shepard. Van Rossem weet te vertellen dat zo’n ‘charmante’ tekening van Shepard op de veiling zo’n 100.000 pond doet. In 2014 werd er zelfs een tekening van Winnie the Pooh verkocht voor 314.500 pond (zo’n 400.000 euro), een wereldrecord op het gebied van dit soort illustraties.
Uitgevers
Als ‘kleine’ uitgever ben ik natuurlijk benieuwd naar de mening van Van Rossem over kleine uitgevers. ‘De kleine uitgevers zijn nuttig om openingen te creëren die er anders niet zijn. Harry Potter is aan meer dan 20 uitgevers aangeboden en tenslotte heeft een geestgestoorde man besloten het uit te geven, die daar nu al jaren veel geld aan verdient. Een ander voorbeeld is The Lord of the Rings. Voor ieders gevoel was dit een verhaal uit drie delen, maar het bestond helemaal niet uit drie delen. De uitgever, Houghton Mifflin, durfde het simpelweg niet aan om het verhaal in een 1000 pagina’s dik boek te publiceren en hakte het daarom op in drie delen. Ook de film is in drie delen, maar dat is een volkomen willekeurige driedeling. Een uitgever zou ik dan ook niet willen zijn. Al dat tobben over geld. Wel zou ik een boekhandel willen hebben, maar dat is zonder een eigen pand in deze tijd niet meer rendabel te krijgen.’
Wensen
Van Rossem is vooral bekend geworden als de eenmansjury van het
populaire quizprogramma De slimste mens. En De podcast Maarten van Rossem, die hij samen maakt met Tom Jessen, is een van de best beluisterde podcasts in Nederland. Een aanrader, net als het tv-programma Wortelboer en Van Rossem dat hij maakt samen met Emma Wortelboer, waarin zij de verschillen en overeenkomsten onderzoeken tussen hun beider jeugd. Je zou haast vergeten dat Van Rossem ook al ruim 30 boeken op zijn naam heeft staan en dat hij sinds 2008 zijn eigen (opinie)
blad heeft, Maarten! Van Rossem: ‘Een van mijn grote idealen was een eigen tijdschrift. Dat is gelukt dankzij Frans Smits, toenmalig hoofdredacteur van Historisch Nieuwsblad. Hij heeft ook mijn theatervoorstelling bedacht. Maar het liefst was ik professioneel lezer geworden en had ik dus mijn eigen boekwinkel gehad. Verder zou ik ooit nog eens een leuk boekje willen schrijven over de eigenaardigheden van de Amerikaanse cultuur aan de hand van postzegels.’
Lezersaanbieding
Gek op Boeken is een onafhankelijke podcast, gemaakt door Seb van der Kaaden (uitgever van Personalia in Leens) en Jan Willem Winter (cameraman en boekengek), die te vinden is bij Spotify en Apple podcasts. Elke aflevering wordt afgetrapt met actueel boekennieuws door Maarten Dessing, de doorgewinterde boekenvakjournalist, die bekend is van onder andere Boekblad, Bibliotheekblad en Schrijven Magazine. Maar de hoofdrol in de podcast blijft weggelegd voor het boek zelf. Hoe ruikt het? Hoe smaakt het? Hoe komt het tot stand? Wat maakt een boek tot top of flop? Seb en Jan Willem nemen de luisteraar mee naar de wonderlijke wereld voor en achter het boek met als klapstuk Maarten van Rossem, die op de hem bekende wijze verschillende onderwerpen van commentaar voorziet.
Win vrijkaarten voor Hot Milk
Vanaf 17 juli draait in de Nederlandse bioscopen de film Hot Milk, het regiedebuut van Rebecca Lenkiewicz. De film is gebaseerd op de gelijknamige roman van Deborah Levy die in vertaling uitkwam bij uitgeverij De Geus onder de titel Warme melk. Levy verdiende met deze roman een plaats op de shortlist van de Booker Prize. Bekend werd ze eerder al met Swimming Home (Terug naar huis). In Hot Milk staat de relatie tussen de jonge Sofia (gespeeld door Emma Mackey) en haar dominante, chronisch zieke moeder Rose (Fiona Shaw) centraal tijdens een reis naar de Spaanse kust, waar haar moeder veel heil
verwacht van een ‘wonderdokter’. Daar raakt Sofia in de ban van de vrijgevochten Ingrid (Vicky Krieps). In een broeierige sfeer verandert de relatie tussen Rose en haar steeds zelfstandigere dochter.
We verloten 3 sets bestaande uit 2 vrijkaarten en 1 exemplaar van de roman onder de lezers van Boekenpost. Kans maken hierop? Stuur voor 15 juli een mailbericht met uw naam en adresgegegevens naar info@boekenpost.nl met als onderwerp: ‘Hot Milk’. De winnaars krijgen uiteraard bericht.
Maarten van Rossem, geflankeerd door Seb van der
AGENDA BOEKENMARKTEN
VASTE BOEKENMARKTEN
Ma-Za Amsterdam Oudemanhuispoort Boeken
06-52125515
Do, Zo Den Haag Lange Voorhout Boeken markten@denhaag.nl
Uw beurs of boekenmarkt opnemen in deze agenda? Stuur uw persbericht naar de redactie: info@boekenpost.nl. Sluitingsdatum volgende nummer: 16 juli.
Dordtse Boekenmarkt
breidt aandacht voor
vinyl uit
Op zondag 6 juli vindt de 28ste editie plaats van de Dordtse Boekenmarkt. In het historisch centrum van Dordrecht staan honderden kramen opgesteld met tweedehandsboeken. Op de site van het evenement is een uitgebreide lijst te vinden van standhouders en kan ook op specialiteit/vakgebied woren gezocht. Voortkomend uit het bezoekersonderzoek van vorig jaar is ‘young adult’ dit jaar nadrukkelijk benoemd als specialiteit waarmee standhouders zich kunnen presenteren. Na het succes van de twee voorgaande jaren wordt de aandacht voor ‘vinyl’ uitgebreid: in plaats van 30 zullen er 40 kramen zijn met LP’s (uitdrukkelijk niet voor cd’s en dvd).
De Dordtse Boeken markt is het grootste eendaagse evene ment in de stad. Jaar lijks komen er zo’n 75.000 mensen op af. De markt is geopend van 10 tot 17 uur en bestrijkt de historische binnenstad met als centrum van het parcours het Statenplein. Kom vooral met openbaar vervoer, adviseert de organisatie, want de parkeergelegenheid in de binnenstad is heel beperkt.
Meer informatie is te vinden op www.dordtseboekenmarkt.nl
Horizontaal
1. jonge klare; 7. oud en versleten; 12. bezit van een boer; 13. rivier in Gelderland; 14 mannetjesschaap; 15. rivier in Italië; 17. zuivelproduct; 19. zwarte lekkernij; 21. lidwoord; 22. Ierse vrijheidsbeweging; 24. medisch specialist; 27. deel van een huis; 28. afstammeling; 30. keukenmeester; 31. Internationaal Olympisch Comité (afk.); 32. inwendig orgaan; 33. heidemeertje; 35. grote zware hamer; 37. drankenbuffet; 38. ex-president van Amerika; 41. grappenmaker; 42. uurwerk; 44. hoofd van een moskee: 46. beker op voetstuk; 47. werelddeel; 48. waardebepaling; 49. plaats in Noord-Holland; 50. videofilmpje; 52. dikke wortel; 54. frisdrank; 56. nachtroofvogel; 58. strijkmes voor zalf; 61. eikenschors; 62. plaats in Friesland; 64. bloeiwijze; 65. spoorstaaf; 67. natuurgebied; 68. plaats aan het IJsselmeer; 70. groot ongeluk; 72. plaats in Limburg; 73. lang en mager persoon; 76. in de grond levend zoogdier; 77. grand prix (afk.); 78. Indonesisch eiland; 79. slaginstrument; 81. familielid; 82. doorgang in een gebergte; 83. vrije keus (claim); 84. deel van etmaal; 86. niet dronken; 87. buurland van Polen.
Verticaal
Onder de inzenders met de juiste oplossing verloten we drie exemplaren van Goudjakhals, het boek van Julien
Ignacio dat centraal staat in het Leesclubdossier in dit nummer.
Kans maken op dit boek? Mail de oplossing van de puzzel en uw adresgegevens vóór 1 augustus naar info@boekenpost. nl onder vermelding van ‘puzzel’. Winnaars krijgen bericht. De oplossing van de puzzel in Boekenpost 197 was ‘Gedichtencyclus’. De winnaars van een exemplaar van de roman De buitgengewoon geslaagde opvoeding van Frida Wolf van Maria Kager krijgen hun prijs toegestuurd.
1. grootste planeet; 2. naamloze vennootschap (afk.); 3. rivier in Utrecht; 4. overzetboot; 5. aanzienlijk vermogen; 6. Europese hoofdstad; 7. zonder ophouden; 8. etensbak voor varkens; 9. vierhandig dier; 10. maanstand (afk.); 11. kleine racewagen; 16. Zweedse munt; 18. glansverf; 20. regionaal opleidingscentrum (afk.); 21. mannetjes bij; 23. Spaanse landvoogd; 25. christelijke omroep (afk.); 26. hijswerktuig; 27. tuingereedschap; 29. aanhoudend gelach; 32. stotteraar; 34. Nederlandse aardolie maatschappij (afk.); 36. zangvogeltje; 37. gong; 39. Franse wijnstreek; 40. land of staat; 42. afkomstig uit Wenen; 43. verdieping; 45. omhulsel voor papieren; 46. flauw keelgeluid; 51. Nederlandse rivier; 53. familielid; 54. koude neerslag; 55. metalen wasbak; 56. verbond (pact); 57. plezier; 59. openbaar vervoermiddel; 60. streek in Noord-Europa; 62. de oudste (nestor); 63. vulkaanopening; 66. afzonderlijke berg uit de Alpen; 67. dierenverblijf; 69. voertuig; 71. anekdote (bak); 73. deel van een boom; 74. vlees aan stokje geregen; 75. kledingstuk; 78. uitroep van afkeer; 80. pulverig (los); 82. personal computer (afk.); 85. dwarsmast.