VMT trends (2014)

Inhoud

4

Triskelion

“de voedingsmiddelenketen moet nog transparanter worden, om fraude en voedselveiligheids- en kwaliteitsproblemen te voorkomen.”

10

“Verdere automatisering is een trend

In de beheersing van kwaliteit en voedselveiligheid is. dat kan met één flexibele online applicatie in de cloud.”

6

“de voedingsmiddelenketen steekt momenteel veel energie in grondstofverificatie. RiskPlaza sluit hier bij aan.”

12

“de aandacht voor het beveiligen van productielocaties tegen terroristische aanvallen en opzettelijke besmettingen groeit.”

8

“Maatschappelijk verantwoord ondernemen is belangrijk voor producenten en daarom moeten wij dat als toeleveranciers ook waarmaken.”

14

“Goed allergenenmanagement en certificering passen in de trend van transparantie, die in de toekomst nog belangrijker wordt.”

nicolette Pouw en Robert van den Berg, Tno

Kees houtman en Arjen de Keizer, dnV

Sjoerd Kanters en Jeroen Sleenhoff, KTBA

René van Leeuwen, Endress+hauser

Max van Leeuwen, Carenet

Thédor van der Vleuten, dutch Spices

16 Bert Frowijn, Tebodin

“In het risicomanagement bij investeringsprojecten zet de voedingsmiddelenindustrie stappen richting het niveau van andere industrietakken.”

18 Annemieke van Ginkel en Judith Rosenboom, nutri-akt

“de arbeidsmarkt voor foodprofessionals flexibiliseert.”

Transparantie: dé trend voor 2014

Welke ontwikkelingen er gaande zijn in de foodproductie, leest u in deze speciale bijlage van VMT. Een mooi moment om bij stil te staan nu het jaar op zijn einde loopt en 2014 zich aandient. Geen boekengeleerdheid. nee, wij interviewden mensen die dagelijks zijn betrokken bij het proces van veilige, kwalitatief hoogwaardige voedingsmiddelen produceren. Zij vertelden over de trends die zij signaleren. Ieder vanuit hun eigen vak- en aandachtsgebied. Zo zet de automatiseringstrends binnen kwaliteitsmanagement door als resultante van efficiënter willen werken. Flexibilisering is aan de orde in de arbeidsmarkt, terwijl daar de krapte voortduurt. de gezondheidstrend is blijvend, waarbij gezondheid en genieten ineen schuiven. naast duurzaamheid is food defense een nieuwe trend als het gaat om de productielocatie en het borgen van de bedrijfscontinuïteit.

20 Cees van Elst, QAssurance

“Voedselproducenten kunnen een efficiencyslag maken. ook moeten zij inspelen op de groeiende informatiebehoefte van de retail.”

22 Wil duivenvoorden en Patrick Ramakers, Royal haskoningdhV

“de voedingsmiddelenindustrie moet op een andere manier naar de keten kijken. Er valt nog winst te behalen door bijvoorbeeld het aantal schakels in de keten te reduceren.”

opvallend was dat bij het belichten van de trends in vrijwel alle interviews één begrip steeds terug kwam: transparantie. diverse trends zijn hierop terug te voeren, vaak als positief effect, zo was de mening. de aandacht voor grondstofverificatie en allergenenmanagement zijn daar voorbeelden van, leest u in deze bijlage. Benadrukt werd dat transparantie in de voedingsmiddelenindustrie en de hele agrifoodketen een must is, waarin zeker nog (flinke) verbeterslagen zijn te maken. Een mooi vertrekpunt voor 2014!

Carina Grijspaardt-Vink c.grijspaardt@mybusinessmedia.nl

Colofon

Trends 2014 Bij VMT nr. 26, 2013

uitgever: MYbusinessmedia, Suzanne Wanders

Redactie: Carina Grijspaardt, Anja Janssen, Maurice de Jong, Marjolein Spek

Media-adviseurs: Monique van neutegem, Lian Gebhardt

Fotografie: Guy Ackermans, Peter van Es (pag.13) en Willem hoogendoorn (pag. 19).

ONMIDDELLIJKE ASSISTENTIE BIJ INCIDENTEN EN URGENTE SITUATIES

TNO Triskelion BV is een onafhankelijke CRO, actief op het gebied van toxicologisch onderzoek, analytische chemie en risicobeoordeling. TNO Triskelion verleent haar diensten aan bedrijven in de voedings-, chemie- en farmamarkt.

TNO Triskelion BV ondersteunt de voedings-, voeder- en verpakkingsindustrie met onderzoek en consultancy en helpt om hoogwaardige en veilige voeding te produceren voor mens en dier. Van strategie tot implementatie, van preventie tot calamiteiten zijn wij een integrale partner van onze klanten.TNO Triskelion biedt met zijn Emergency Response Service een unieke dienst die acute situaties oplost en potentiële incidenten voorkomt.

Onze Emergency Response Service:

--- Is 24/7 bereikbaar

--- Is onafhankelijk en betrouwbaar

--- Is bereikbaar voor ieder incident

--- Is uw partner in crisis situaties

--- Heeft 24/7 toegang tot uitgebreid netwerk van wetenschappelijke experts

--- Biedt prioriteit op de test capaciteit

--- Biedt uitkomst in het opmaken van (juridische) expert statements

Meer gedetailleerde informatie kunt u vinden op de ERS website: www.emergencyresponseservice.nl triskelion.nl/food-feed

Utrechtseweg 48 | P.O. Box 844

3700 AV Zeist | The Netherlands P +31 88 866 16 20

food@tnotriskelion.nl

nAAR MEER TRAnSPARAnTIE En GEZondE InGREdIënTEn

De voedingsmiddelenketen moet nog transparanter worden, om fraude en voedselveiligheids- en kwaliteitsproblemen te voorkomen. TNO Triskelion biedt met zijn Emergency Response Service een unieke dienst die acute problemen oplost en potentiële incidenten voorkomt. De blijvende vraag naar functionele ingrediënten is een andere ontwikkeling waar TNO Triskelion op inspeelt.

De kwaliteitszorg staat in de voedingsmiddelensector op een hoog niveau. Maar gezien de recente fraudegevallen en voedselveiligheidsincidenten kan de transparantie in de keten nog beter, aldus nicolette Pouw, business development manager bij Tno Triskelion.

“Wij komen in beeld als er een issue is of als een bedrijf een expert opinion nodig heeft”, vertelt Pouw. “dan schakelen bedrijven onze Emergency Response Service (ERS) in. niet alleen op nationaal, maar ook op internationaal niveau, want we hebben een grote actieradius.” de ERS krijgt jaarlijks zo’n 300350 cases, zoals contaminatie met productvreemde deeltjes, geurafwijkingen en microbiële besmettingen. Eerst zorgen de experts van het team voor een snelle diagnose van het probleem, waarbij het relevant is of het een kwaliteits- of voedselveiligheidsissue is. hierna wordt in samenwerking met het bedrijf aan een oplossing gewerkt.

“Onze experts hebben vele jaren ervaring; vorig jaar hebben we het 25-jarig bestaan gevierd van de ERS”, aldus R&d-manager Food Robert van den Berg. “onze collega’s hebben een brede expertise. daarmee kunnen ze in de nazorg processen verbeteren, zodat een bepaald probleem wordt voorkomen of beter beheersbaar wordt. ook die nazorg vinden bedrijven van grote waarde.” Kenmerkend voor de dienst zijn de multidisciplinaire aanpak en de continue beschikbaarheid, 24 uur per dag, zeven dagen per week. Van den Berg: “dit soort issues

gebeurt natuurlijk altijd op vrijdagmiddag om vijf uur en de kracht van ons team is dat er dan maandagochtend een oplossing ligt. Voor een nieuwe contaminant kunnen we snel een gevalideerde analytische methode opzetten. Bij het melamineschandaal indertijd, wilden producenten weten of dit ook in hun grondstof zat. Wij hebben toen in één weekend een gevalideerde methode opgezet.”

Met zijn analytische knowhow kan Tno Triskelion ook heel gedetailleerd de samenstelling van een productvreemd deeltje onderzoeken. “Bijvoorbeeld de verhouding van verschillende elementen in een metaaldeeltje; zo kun je de herkomst en de bron herleiden”, zegt Van den Berg. hoe schadelijk een bepaalde contaminant is voor de gezondheid, is een ander belangrijk punt binnen de ERS. dat beoordelen de toxicologen in het team.

De aandacht voor gezonde voeding blijft eveneens een trend, merken Van den Berg en Pouw aan het aantal vragen over functionele ingrediënten. dit ondanks het strenge EFSA-beleid voor gezondheidsclaims. Pouw: “het gaat om een breed scala aan gezond-

heidseffecten, van darmgezondheid en harten vaatziekten tot het beenderengestel en de hersenen.” Van den Berg: “Bedrijven willen weten wat het effect van een ingrediënt is. om de functionaliteit te bepalen, screenen wij met modellen de biobeschikbaarheid en werking van deze ingrediënten. hierdoor kun je een klinische studie beter onderbouwen. hiernaast zetten wij onze analytische expertise in, niet alleen voor het analyseren van ingrediënten, hun metabolieten en biomarkers, maar ook voor het ontrafelen van complexe mengsels, zoals eiwithydrolysaten, om de bioactieve componenten in kaart te brengen. Tno Triskelion werkt hierbij nauw samen met Tno.”

Robert van den Berg (links) en Nicolette Pouw

Nicolette Pouw en Robert van den Berg, TNO Triskelion

‘Voor een nieuwe contaminant kunnen we snel een gevalideerde analytische methode opzetten’

Sjoerd Kanters en Jeroen Sleenhoff, KTBA: steeds meer leveranciers over op RiskPlaza

GRondSToFVERIFICATIE oP één

De voedingsmiddelenketen steekt momenteel veel energie in grondstofverificatie. Het ketengarantiesysteem RiskPlaza is daarbij zeer waardevol. KTBA adviseert grondstofleveranciers bij de implementatie van RiskPlaza, een specialisme waarin het adviesbureau veel ervaring heeft opgebouwd.

De serieuze aandacht voor grondstofverificatie in de foodsector is een positief effect van de recente voedselschandalen, vinden consultant en kenniscoördinator Sjoerd Kanters en algemeen directeur Jeroen Sleenhoff van KTBA. “de publieke opinie vraagt erom”, vertelt Sleenhoff. “En ook de nVWA legt daar nu de focus”, vult Kanters aan. “RiskPlaza sluit perfect aan bij de behoefte aan professionele grondstofverificatie.”

RiskPlaza is een initiatief van de bakkerijketen en ging in 2008 van start. Inmiddels zijn tal van andere sectoren aangesloten. Grondstofleveranciers die willen voldoen aan RiskPlaza kunnen zich laten certificeren. Inkopen bij een gecertificeerde leverancier betekent voor een voedingsmiddelenproducent dat hij niet meer zelf de grondstofverificatie hoeft te doen. dat deel is dan al afgedekt door RiskPlaza en de nVWA erkent die aanpak.

Voedingsmiddelenproducenten die alleen direct aan de retail leveren, kunnen zich ook aansluiten bij RiskPlaza en gebruikmaken van de database met ingrediënten, gevaren en beheersmaatregelen plus de systematiek voor gevaren- en risicoanalyse. Ze kunnen hiervoor echter niet worden gecertificeerd.

Om grondstofleveranciers te helpen bij de implementatie van RiskPlaza heeft KTBA een systeem ontwikkeld met twee basiselementen. het eerste is geënt op de RiskPlaza-database. daarmee is per ingrediënt en gevaar te beoordelen hoe groot de kans op dat gevaar is. Zo wordt het reële risico bepaald en kunnen borgingsmaatregelen worden genomen. het tweede element is een groot werkbestand waarin alle gegevens per grondstofleverancier worden ingevuld,

Sjoerd Kanters (links) en Jeroen Sleenhoff

de inventaris. Elke grondstof moet worden uitgesplitst naar de enkelvoudige ingrediënten. “hoe nauwkeuriger je dit werkbestand invult, des te makkelijker en beter wordt de gevaren- en risicoanalyse”, vertelt Kanters. “het is best een ingewikkeld proces”, zegt Sleenhoff. “ook voor de grote leveranciers; die hebben hulp en ervaring nodig om zo’n systeem op te zetten. Wij ondersteunen en adviseren hierin en hebben ons daarin gespecialiseerd. Van alle grondstofleveranciers die gecertificeerd zijn voor RiskPlaza hebben wij een heel groot gedeelte begeleid op weg naar de audit en certificatie.” KTBA kon als adviesbureau met sterke connecties in de bakkerijsector al vanaf het begin met RiskPlaza werken.

RiskPlaza zal snel groeien door de vraag vanuit de markt, verwachten Kanters en Sleenhoff. Kanters: “Momenteel is een vijftigtal grondstofleveranciers gecertificeerd, maar achter de schermen zijn er al veel meer mee bezig. over een jaar kan het aantal meer dan verdubbeld zijn. daarnaast is er

belangstelling vanuit het buitenland.” “RiskPlaza heeft voor de producent meer voordelen dan puur grondstofverificatie”, aldus Kanters. “Inkoop zoekt vaak naar de goedkoopste grondstoffen, terwijl de afdeling kwaliteit alles geborgd wil hebben. dat botst nog wel eens. Bij gebruik van RiskPlaza en onze systematiek kan op basis van de reële risico’s een gefundeerd analyseplan worden opgezet, met alleen de noodzakelijke labanalyses. En het is meteen een verkapte leveranciersbeoordeling waarmee je inkoop kunt sturen.”

Sleenhoff: “de grondstofleverancier heeft als bijkomend voordeel dat hij in één klap af is van de vele vragenlijsten van zijn afnemers. Als RiskPlaza-gecertificeerd bedrijf straal je risicobeperking, vertrouwen en professionaliteit uit.”

‘RiskPlaza sluit perfect aan bij de behoefte aan professionele grondstofverificatie’

Het kan altijd beter!

Automatisering in de voedingsmiddelenindustrie is een uitdaging op zich. Apparatuur in de installatie moet voldoen aan de hoge eisen die gesteld worden, denk aan robuustheid, gebruiksgemak en nauwkeurigheid. Endress+Hauser biedt u allerhande oplossingen; de juiste procesaansluitingen, materialen, vormgeving en oppervlakken. Maar ook de flexibiliteit en kennis voor steeds de beste automatisering. Van ontwerp tot onderhoud.

Met tientallen jaren van praktische know-how helpen we onze klanten hun productierendement te verhogen en stilstand te minimaliseren. Maak vandaag nog een afspraak met ons zodat wij u kunnen helpen uw concurrentiepositie te verbeteren. www.nl.endress.com/food

Endress+Hauser BV

Postbus 5102 1410 AC Naarden

Tel. (035) 695 86 11

info@nl.endress.com

www.nl.endress.com

METEn MAAKT BEWuST

Voedselveiligheid, duurzaamheid en automatisering zijn belangrijke trends in de voedingsmiddelenindustrie, ziet René van Leeuwen van Endress+Hauser. Betrouwbare meetinstrumenten zijn hierbij onmisbaar en de validatie wordt alsmaar geavanceerder. De schaarste onder technici dreigt wel een probleem te worden.

Wat heeft voedselveiligheid met processensoren te maken? heel veel, zo maakt manager sales René van Leeuwen van Endress+hauser duidelijk. het Zwitserse familiebedrijf levert oplossingen op het gebied van procesautomatisering. “Met onze sensoren worden meetgegevens verzameld die onder andere worden gebruikt in voedselveiligheidssystemen”, vertelt Van Leeuwen. “deze data moeten integer worden opgeslagen en het is belangrijk dat ze correct zijn. Een liegende sensor is bijna nog erger dan een kapotte sensor. Wij onderhouden en kalibreren sensoren met gecertificeerde en gevalideerde meetinstallaties. ook kunnen we systemen opzetten voor het inline monitoren van meetwaarden, waarmee je nog tijdens het productieproces kunt corrigeren bij afwijkende waarden.”

het controleren en kalibreren van de meetinstrumenten kan periodiek plaatsvinden. Afhankelijk van hoe belangrijk de meting is, moet dit frequent – misschien wel bij elke batch – gebeuren, of mag het juist veel minder frequent. “Soms is één keer in de vijf jaar voldoende.” het is efficiënt om dit per sensor te bepalen.

“daarnaast hebben we technologie ontwikkeld om te bepalen of een sensor juiste waardes aangeeft. de validatie zit dan in de sensor ingebouwd. onze heartbeat Technology bijvoorbeeld, beoordeelt alles wat rondom het hart van de sensor cruciaal is voor de juiste werking.”

“Maatschappelijk verantwoord ondernemen is belangrijk voor producenten en daarom moeten wij dat als toeleveranciers ook waarmaken”, ervaart Van Leeuwen. Endress+hauser heeft zelf duurzaamheid

hoog op de agenda staan. “Vier jaar geleden zei onze algemeen directeur al: jullie moeten gaan zoeken naar het rendement in de voedselketen. Er gaat heel veel verloren tijdens het productieproces. Als we dat kunnen beperken, kunnen we het rendement en daarmee de winst verhogen, en grondstoffen besparen.”

ringsmogelijkheden zitten. “In de logistieke keten worden regelmatig grondstoffen overgedoseerd. Met massaflowmeters kunnen we dat beperken. Zo hebben we besparingen van 50 ton per week gerealiseerd bij de inname van plantaardige olie.”

die intentie krijgt vorm in adviezen en andere activiteiten. “In 2014 gaan we samen met andere bedrijven een seminar organiseren over hergebruik van proceswater”, geeft Van Leeuwen als voorbeeld.

de meetinstrumenten zijn een belangrijk hulpmiddel bij dit bewustwordingsproces. Ze helpen om inzichtelijk te maken waar bespa-

De schaarste in technisch personeel is groot. “Er is een structureel tekort aan technisch geschoold personeel. Tegelijkertijd wordt de technologie in hoog tempo complexer. En de behoefte om te automatiseren neemt enorm toe, mede vanwege die tekorten.” Gezien de schaarste is Van Leeuwen blij dat de industrie zich in 2014 gezamenlijk zal presenteren tijdens de vakbeurs World of Technology and Science. “dat is prettig. daar richten we ons ook op studenten. We hopen natuurlijk dat meer mensen kiezen voor techniek.” In Zwitserland heeft de onderneming al uitgebreide opleidingsmogelijkheden voor technici en engineers op alle niveaus.

René van Leeuwen

René van Leeuwen, Endress+Hauser: rendement verhogen, grondstoffen besparen

‘De behoefte om te automatiseren neemt enorm toe’

CareNet: Geautomatiseerde QA-oplossing

CareNet Foodsolutions

Vanuit de markt groeit de vraag naar slimmere en efficiëntere oplossingen voor de kwaliteitsafdeling bij levensmiddelenbedrijven. Daarom ontwikkelde CareNet Foodsolutions een automatiseringstool om processen van de kwaliteitsafdeling omtrent de beheersing van kwaliteit en voedselveiligheid waaronder HACCP, BRC, IFS en FSSC222000 te vergemakkelijken. Ons doel is om met één multifunctionele tool de gehele kwaliteitsafdeling te kunnen ondersteunen, centraliseren en aansturen. Al het papier de fabriek uit. Door snellere en gemakkelijkere uitwisseling van gegevens willen we de samenwerking tussen bedrijven in de gehele keten ‘from farm till fork’ verbeteren en efficiënter maken.

CareNet Foodsolutions is een onderdeel van de Care for Food Group die bestaat uit een team van ruim 60 kwaliteitsmanagers en levensmiddelentechnologen. CareNet is ontwikkeld door kwaliteitsmanagers met meer dan 20 jaar ervaring in de levensmiddelenindustrie en zorgsectoren en is geschikt voor ieder food bedrijf, van ZZP­er en MKB­bedrijf tot multinational.

Wat is CareNet?

CareNet is een alles­in­één applicatie die bestaat uit meerdere modules. Welke modules u wilt gebruiken, bepaalt u helemaal zelf. Voorbeelden van de modules zijn digitale inspecties, trainingen, handboek, specificaties en registraties. Wij bieden geautomatiseerde QA­oplossingen voor het optimaliseren van het procesbeheerssysteem. CareNet is een webbased applicatie die te benaderen is via internet, dat is dan ook de enige drempel. U heeft dus geen last van software installaties, verschillende versies en updates.

Realtime informatie

Omdat CareNet een webbased applicatie is, kunt u direct zien wat er gebeurt in uw bedrijf. Iedere aanpassing die u doet binnen de applicatie is direct online terug te zien. Ook kunt u zelf bepalen welke medewerkers toegang hebben tot het systeem, wie welke documentatie mag

zien en wie wat mag aanpassen. Een webbased applicatie betekent dat u snel en efficiënt kunt werken, maar ook tijd kunt besparen. Het is ook mogelijk om data te ‘pushen’ naar andere databases, zoals uw ERP pakket, personeelssysteem of Outlook.

Cloud applicatie

Cloud applicaties worden ook wel Software as a Service (afgekort als SaaS) genoemd. Dit is software die als een online dienst wordt aangeboden. U gebruikt CareNet op basis van een jaarlijkse licentie. Wij zorgen voor installatie, onderhoud, verbetering en beheer van de CareNet applicatie online. Als gebruiker benadert u de software via het internet via uw persoonlijke CareNet bedrijfswebsite.

Vereisten en veiligheid

Omdat de applicatie webbased is, stellen we geen eisen aan uw eigen ICT omgeving behalve een up­to­date browser en de standaard zaken zoals PDF, Word en Excel. Waarom een up­to­date browser? Simpel, voor uw en onze veiligheid. De CareNet applicatie is beveiligd met een erkend certificaat. Dit betekent dat alle data die wordt verstuurd via CareNet versleuteld (encrypted) is en uw data veilig staat opgeslagen op onze servers. Uiteraard is uw data beveiligd met de laatste technologie.

Continu verbeteren

Het kwaliteitslandschap verandert continu. Nieuwe normen, wetten en eisen vanuit de overheid, standaarden, certificerende instellingen en afnemers zijn aan de orde van de dag in ons vakgebied. Wij zullen de CareNet applicatie continu blijven verbeteren om voortdurend te kunnen voldoen aan geldende wet­ en regelgeving en kwaliteitsnormen zoals HACCP, BRC, IFS en FSSC22000. Updates voeren wij door op de achtergrond, u merkt hier niets van. Uiteraard brengen wij u op de hoogte van alle wijzigingen. U kunt dus zorgeloos gebruik maken van onze expertise, in welke branche u ook werkt.

Voordelen van CareNet

Volledig digitaal Kwaliteitsbeheer waaronder HACCP, BRC, IFS en FSSC 22000;

Gemaakt voor en door kwaliteitsmanagers;

Een centraal dashboard met daarin de prestaties en actiepunten;

Online (trend)analyses;

Binnen één dag online en operationeel;

Gebruiksvriendelijk met een overzichtelijke opbouw;

Kostenbesparing door sneller en gemakkelijker werken;

- Efficiëntere samenwerking binnen de keten, ‘from farm till fork’;

Overal beschikbaar, waar dan ook ter wereld;

Keuze uit verschillende modules;

Aanschaf en installatie van software niet nodig;

Realtime documentatiebeheer via de cloud;

Strenge beveiliging van documentatie;

Bruikbaar voor ieder bedrijf, van ZZP­er tot multinational;

Bent u nieuwsgierig geworden of heeft u vragen?

Neem dan gerust contact met ons op. Wij komen graag bij u langs voor een vrijblijvende demonstratie.

Wilt u meer informatie?

Kijk dan op www.carenetfoodsolutions.nl

(073) 553 06 75 | info@carenetfoodsolutions.nl

Max van Leeuwen, CareNet: kwaliteitsmanagement in de cloud

nAAR één onLInE En REALTIME KWALITEITSSYSTEEM

In de beheersing van kwaliteit en voedselveiligheid is verdere automatisering een trend. Als het even kan met één flexibele applicatie hiervoor. CareNet biedt zo’n totaalpakket in de cloud via internet.

Is het goed beveiligd? die vraag krijgt manager Max van Leeuwen van Carenet standaard bij potentiële klanten van het online kwaliteitssysteem Carenet. Een bedrijf vertrouwt immers zijn kwaliteitsdata toe aan een externe server. de manager van Carenet kan die zorgen direct helemaal wegnemen. “de cloudomgeving is beveiligd door een SSL-certificaat; wij gebruiken hetzelfde certificaat als de banken. Elk stukje data dat over de lijn gaat, wordt versleuteld. ook hebben we een gigantische firewall. Bovendien staan de servers zelf in bunkers.” Van Leeuwen voorziet een snelle verdere automatisering van kwaliteitszorg. En cloudoplossingen lijken het volgens hem te gaan winnen van software op locatie, omdat ze veel voordelen bieden. Maar hoe werkt zo’n systeem in de cloud dan? Van Leeuwen: “Bij een cloudoplossing als Carenet huur je een licentie. Je krijgt toegang tot de applicatie op de externe server; dat is je eigen unieke website met jouw database. daarin kun je jouw data kwijt en die blijven altijd jouw eigendom. Je bent niet afhankelijk van je eigen ICT-omgeving en hebt geen software nodig, alleen een gratis webbrowser.”

Voedselproducenten gaan toe naar Total Quality Managementsystemen (TQM)

waaronder kwaliteit, voedselveiligheid en verantwoord ondernemen, een belangrijke trend volgens Van Leeuwen. “TQM is met Carenet vanuit één dashboard in één applicatie eenvoudig te beheersen. dit werkt kostenbesparend en helpt om binnen het gehele bedrijf draagvlak hiervoor te creëren.”

Carenet is een totaalpakket voor procesbe-

heersing in de foodsector. “We hebben verschillende modules – handboek, inspecties, specificaties en e-learning. Je kunt zelf kiezen welke modules je gebruikt en het systeem inrichten zoals jij het hebben wil. het is heel flexibel. Per medewerker kun je de rechten instellen.” En Carenet kan via ingebouwde connectors gegevens uitwisselen met andere systemen, bijvoorbeeld de personeelsadministratie.

nieuwe modules zijn in de maak, zoals voor registratie. “ook werken we aan versie 2 van specificaties. Want een belangrijke trend op de lange termijn is transparantie in de keten. Toeleveranciers kunnen nu al inloggen op je systeem op Carenet en hun specificaties invoeren. dat scheelt veel tijd. Maar in versie

2.0 kun je Carenet-databases van verschillende bedrijven in de keten op elkaar aansluiten en data uitwisselen. Zo zijn we bezig met een ketentraject in de pluimveesector.”

“Bij veel bedrijven zie ik dat ze hun data sneller inzichtelijk willen krijgen. Ze willen niet eerst een inspectie op papier rapporteren, dan intikken in Word en met Excel grafiekjes maken. nee, ze willen met één druk op de knop resultaat zien. het internet is een goede technologie die dat makkelijk maakt. Je kunt je data direct omzetten naar informatie, realtime. Als ik nu een document met huisregels online zet via Carenet, dan is het dus meteen via het web toegankelijk. Centralisering en versiebeheer is hiermee eenvoudig geworden. En als ik met mijn iPad in Bolivia inspecties loop bij een grondstofleverancier, dan hoef ik het rapport alleen maar op te slaan en het staat bij mijn fabriek in nederland meteen ook online.”

Max van Leeuwen

‘Bij een cloudoplossing als CareNet huur je een licentie’

opbouw; werken;

Als het goed is, is het goed.

Maar verbetering zit in een klein hoekje.

Certificeren? Dan moet u voldoen aan de norm. DNV Business Assurance toetst u snel en goed. Maar iedereen houdt van opstekers, niet van standjes. Daarom kijken we bij certificering ook naar wat goed gaat en zelfs nog beter kan. Op die gebieden die voor uw bedrijf of organisatie belangrijk zijn. Aandachtspunten waarop u zélf beoordeeld wilt worden. Certificering die net even verder voert. Want verbetering zit in een klein hoekje. U kunt ons bereiken via 010 2922 700.

DNV certificering en training. www.dnvba.nl

Kees Houtman en Arjen de Keizer, DNV: beveiliging tegen terroristische aanvallen en andere calamiteiten

EISEn VooR BoRGInG VEILIGhEId En ConTInuïTEIT

De aandacht voor het beveiligen van productielocaties tegen terroristische aanvallen en opzettelijke besmettingen groeit in de foodsector. Eisen hiervoor zijn opgenomen in voedselveiligheidsstandaarden. Ook het borgen van de bedrijfscontinuïteit bij calamiteiten staat in de belangstelling.

de angst voor terroristische aanvallen op voedselproducenten kwam op na de aanslagen van 9/11 in de VS. de Amerikaanse

Food and drug Administration (FdA) stelde eisen op om de risico’s in te perken, food defense geheten. Inmiddels is de aandacht hiervoor naar nederland en de rest van Europa overgewaaid, zo signaleren Kees houtman en Arjen de Keizer van dnV Business Assurance.

“het gaat erom als bedrijf maatregelen te treffen om dit soort aanvallen te voorkomen of in een heel vroeg stadium te pareren”, legt business leader food and feed houtman uit.

“denk aan het bedrijf an sich: is dat goed afgesloten, kunnen er geen mensen van buiten ongezien naar binnen lopen? Zijn de werknemers goed in staat kritische situaties waar te nemen en erop te reageren? En wat betreft de aanvoer van grondstoffen en hulpstoffen: zijn bijvoorbeeld de vrachtwagens geseald? denk verder aan technische firma’s en schoonmaakbedrijven die binnen een bedrijf actief zijn: vormen die een risico en zo ja, wat voor maatregelen tref je dan? Allemaal essentiële punten.”

Food defense is redelijk nieuw, meldt houtman. “Anders dan bij voedselveiligheid gaat het dus om het beveiligen tegen opzettelijke besmettingen. In de nieuwe versies (2012) van IFS, BRC, FSSC en ISo 22000 zijn hier inmiddels uitgebreide eisen voor opgenomen. Zoals: maak een gevarenanalyse voor je bedrijf, kijk waar de risicovolle plekken zijn en wat risicovolle activiteiten zijn. Vervolgens moet je maatregelen treffen. Een andere eis

is het opleiden van mensen in het waarnemen van en reageren op kritische of gevaarlijke situaties.”

houtman ziet ook dat grote merkfabrikanten aanvullende eisen stellen voor food defense aan producenten die in opdracht van hen produceren en afvullen. Zo moeten strengere toegangsregels worden opgesteld, zoals werken met toegang via vingerafdrukken of speciale sleutels en het maandelijks wijzigen van toegangscodes. “Eind oktober hebben we een workshop gehouden over dit onderwerp en daar was massale belangstelling voor”, vertelt de Keizer, supervisor marketing & communication. “Bedrijven vragen zich af wat ze moeten met food defense. hoe ze dit het beste handen en voeten kunnen geven en hoe ver ze daarin moeten gaan”, vult houtman aan. “het screenen van de eigen medewerkers bijvoorbeeld: wat is

mogelijk in relatie tot de privacy van mensen? het is nog een onontwikkeld terrein.”

Ook voor het borgen van de bedrijfscontinuïteit worden nu de eerste stappen gezet. hiervoor bestaat de ISo-norm 22301. “Een van de grootste retailers van nederland en twee van zijn ‘key suppliers’ hebben dit opgepakt”, weet houtman. “de toeleveranciers hebben binnen hun organisatie certificatie gerealiseerd. Ze zijn nu in staat om bij een calamiteit heel snel te schakelen om die retailer toch te kunnen beleveren.” Mogelijke calamiteiten zijn brand, het uitvallen van grondstofleveringen en grote storingen, maar ook de al genoemde terroristische aanvallen. om hierop te anticiperen, moet een bedrijf noodscenario’s opstellen. dnV is geaccrediteerd voor het auditeren van de norm en heeft daarin bij de genoemde bedrijven ervaring opgedaan. houtman: “Maar we staan nog aan de vooravond van deze ontwikkeling. We zien dat de foodsector voorop loopt.”

Kees Houtman (links) en Arjen de Keizer

‘Food defense is nog een onontwikkeld terrein’

Partners for great taste

✓ Dutch Spices vermarkt smaakvolle kruiden, specerijen, droge blends en totaaloplossingen in diverse toepassingsgebieden zoals vlees, vleesvervangers, aardappelen, zuivel en de bakkerij.

✓ Begin 2014 innoveert Dutch Spices met heerlijke marinades en (kook-)sauzen.

Dutch Spices streeft ernaar om voeding voor iedereen te maken, ook voor mensen met een voedselallergie. Daarom worden de 24 allergenen van de LeDa-lijst niet verwerkt in het assortiment, niet via de receptuur en niet via kruisbesmetting, conform de VITAL 2.0 norm.

Thédor van der Vleuten, Dutch Spices: transparantie alsmaar belangrijker

GEZondhEId En GEnIETEn GAAn hAnd In hAnd

Allergeenvrij produceren zonder concessies te doen aan de smaak, daarnaar streeft Dutch Spices. En met weer een gloednieuwe fabriek wordt de allergeenvrije productrange verder uitgebreid. Transparantie en het combineren van gezondheid en genieten, ziet commercieel manager Thédor van der Vleuten als de belangrijkste trends.

Een product dat vrij is van 24 allergenen maar dezelfde organoleptische eigenschappen heeft als het vergelijkbare standaardproduct? dat kan, maar het is wel topsport, stelt Thédor van der Vleuten van dutch Spices in nijkerk. “We gaan niet door op bestaande recepturen, maar we ontleden die helemaal om vervolgens alle bouwsteentjes –de afzonderlijke ingrediënten – te verzamelen en de recepturen opnieuw op te bouwen. Zo komen we in overleg met onze leveranciers en dankzij heel veel creativiteit in onze ontwikkelkeuken tot de best mogelijke oplossing.”

op die manier is de producent klaar voor een van de belangrijkste trends van 2014. Van der Vleuten: “Alles wijst erop dat gezondheid en genieten samen op nummer één zullen staan. de afgelopen jaren is de prijs leidend geweest, plus het reduceren van een aantal componenten als zout, suiker, transvetten en E-nummers. daardoor kwam het genieten vaak op de tweede plaats. Komend jaar zullen gezondheid en genieten ineenschuiven.”

Als het aan Dutch Spices ligt, valt er voor consumenten met voedselallergie en -intolerantie steeds meer te genieten dankzij een uitbreiding van het productenpakket. “We zullen in het eerste kwartaal van 2014 een fabriek opleveren waarin we sauzen, marinades, dressings en viskeuze pasta’s produceren onder dezelfde strikte eisen als in onze ‘droge’ fabriek voor kruiden en specerijen.” “daar zullen diverse basissauzen worden gemaakt die we verder specificeren naar

smaakrichtingen en kleurstelling. de witte basissaus bijvoorbeeld heeft hetzelfde unieke mondgevoel en dezelfde stabiliteit en kleur als mayonaise, maar zonder 24 allergenen volgens VITAL 2.0”, vertelt Van der Vleuten (zie kader).

ook voor nieuwe ‘droge’ producten draait de ontwikkelafdeling op volle toeren. “We hebben twee jaar gewerkt aan een range paneermelen die vrij zijn van 24 allergenen, maar die qua bakeigenschappen met de beste meekunnen. Ze leveren een krokant laagje met een fantastische bite.”

Dutch Spices hecht grote waarde aan het VITAL-systeem van drempelwaardes voor allergenen, zodat duidelijk is wat allergeenvrij

24 allergenen

Alle producten van Dutch Spices zijn vrij van 24 allergenen volgens VITAL 2.0, een wetenschappelijk drempelwaardesysteem. Deze allergenen zijn: glutenbevattende granen, schaaldieren, ei, vis, aardnoten (pinda’s), soja, melk, noten, selderij, mosterd, sesamzaad, sulfiet, lupine, weekdieren, lactose, cacao, glutamaat, koriander, mais, peulvruchten, rundvlees, varkensvlees, kippenvlees en wortel.

werkelijk betekent. “Iedereen bezigt de term allergeenvrij, maar als er geen normen voor zijn, heeft dat begrip geen betekenis”, aldus Van der Vleuten. “dutch Spices werkt volgens het VITAL 2.0 systeem en dat geeft klanten veel vertrouwen.”

Vanaf 2014 kunnen bedrijven in de voedingsmiddelenketen getoetst worden op hun allergenenmanagementsysteem volgens VITAL 2.0. het certificatieschema hiervoor heet Simply oK (zie ook VMT 26, 2013, pag. 28 ). Goed allergenenmanagement en certificering passen in de trend van transparantie, die Van der Vleuten in de toekomst nog belangrijker ziet worden. “Social sustainability bijvoorbeeld, wordt een heel belangrijke drijfveer voor bedrijven en retail volgend jaar. Waar komen producten precies vandaan? hoe zit het met arbeidsomstandigheden, waar komen grondstoffen vandaan, enzovoorts.”

Thédor van der Vleuten

‘Allergeenvrij produceren met behoud van organoleptische eigenschappen is topsport’

Engineering en projectmanagement in food & farma

Tebodin is al tientallen jaren actief in de voedingsmiddelen- en farmaceutische industrie. De ingenieurs en adviseurs van Tebodin kunnen u ondersteunen in alle marktontwikkelingen zoals consolidatie, centralisatie, productie-flexibiliteit en efficiëntieverbetering. Voorbeelden zijn engineering, projectuitvoering, ondersteuning bij het verkrijgen van ver-gunningen, energievraagstukken, logistiek en procesoptimalisering. Tebodin kan u volledig ontzorgen door ook secundaire zaken voor u te regelen. ‘Lean engineering’ met een hoge toegevoegde waarde, snelheid van ontwerp en uitvoering

van projecten en transparantie zijn voor ons vanzelfsprekend. Met 4.900 professionals wereldwijd, waarvan 1.000 in Nederland, heeft Tebodin de professionaliteit in huis om ieder vraagstuk in deze markten met succes aan te pakken.

www.tebodin.nl/food

Bert Frowijn, Tebodin: meer aandacht voor duurzaamheid, risicomanagement en veiligheid

‘uITGEdAAGd oM duuRZAAM TE onTWERPEn’

Duurzaamheid is vaak een basisuitgangspunt voor nieuwbouw- en uitbreidingsprojecten in de foodsector, zo is de ervaring van advies- en ingenieursbureau Tebodin. Ook groeit de aandacht voor risicomanagement en veiligheid, maar hierin valt voor de sector nog veel winst te behalen.

In het risicomanagement bij investeringsprojecten zet de voedingsmiddelenindustrie stappen richting het niveau van andere industrietakken als de (petro)chemie en de farma. Toch valt hier nog veel winst te behalen. dat signaleert Bert Frowijn, vestigingsdirecteur van Tebodin in deventer. Tebodin is betrokken bij tal van nieuwbouw- en uitbreidingsprojecten in de foodsector en andere sectoren.

Frowijn: “Voedingsmiddelenproducenten zijn heel goed in de praktische, probleemgerichte aanpak, maar minder goed in het gestructureerd aanpakken van (grotere) projecten. het ‘voordenken’ gebeurt minder uitgebreid: wat willen we precies bereiken, hoe moet het er uitzien en wat gaat het kosten? Vervolgens de ontwerpeisen nauwkeurig vastleggen en die vooraf goed met de leveranciers bespreken zodat iedereen weet wat er verwacht wordt. deze afspraken dienen dan na afloop te worden gevalideerd. deze aanpak kan de projectkosten initieel verhogen, maar de meerwaarde bij de opstart en tijdens de productie is veel groter. het bedrijf moet hier dan ook in durven investeren.”

In het streven naar duurzaamheid ziet Frowijn de voedingsmiddelenindustrie juist voorop lopen. “dat komt mede doordat voedingsmiddelenproducenten dicht bij de consument zitten en meer ‘marktpush’ krijgen dan business-to-business bedrijven in de chemie, olie en gas. Als engineeringsspecialist worden wij door de foodsector uitgedaagd om duurzaamheid in onze projecten te integreren, zoals energiebesparing, ener-

gieneutraal werken en het sluiten van waterkringlopen. Ik vind dat een positieve drive. Wij moeten niet ontwerpen en dan duurzaamheid er wel of niet bij doen; een project bij Tebodin heeft duurzaamheid in de basis.” Volgens Frowijn is het cruciaal om duurzaamheidseisen al vanaf het allereerste begin van een project mee te nemen, om er de vruchten van te kunnen plukken. “Als je halverwege denkt ‘laten we die waterkringloop eens sluiten’, dan kost dat veel meer tijd en inspanning en bereik je niet meer hetzelfde niveau.” ook het duidelijk communiceren van de behaalde resultaten vindt Frowijn belangrijk. “dit wordt in de waan van de dag vaak vergeten en dat is gewoon zonde.”

“Het besef groeit dat medewerkers veilig moeten kunnen werken”, constateert Frowijn. “diverse foodbedrijven zijn hier nu heel bewust mee bezig en zetten stevige stappen naar een hoger niveau. de hele markt is aan

het opschuiven naar meer veiligheidsbewustzijn, ook toeleveranciers en contractors. Voor Tebodin zelf heeft veiligheid topprioriteit en we besteden hier in al onze projecten veel aandacht aan.”

het inrichten van een veilige werkplek, hoeft volgens Frowijn geen geld te kosten. Integendeel, een bedrijf krijgt er meer voor terug. dat gaat verder dan het voorkomen van ongelukken en verzuim. Frowijn: “Een veilige werkplek is efficiënt en goed onderhouden. Mensen vinden het fijn om daar te werken en voelen zich gewaardeerd door de aandacht voor hun veilige werkomgeving.”

En die aandacht is van groot belang, mede gezien de tekorten die Frowijn ziet in het aanbod van ervaren technisch personeel.

Bert Frowijn

‘Een veilige werkplek is efficiënt en goed onderhouden’

van Ginkel en Judith Rosenboom, Nutri-akt: social media belangrijk hulpmiddel

LInK nAAR TALEnT

In werving en selectie zijn social media belangrijk geworden, zeker met de flexibilisering en internationalisering van de arbeidsmarkt en de beperkte beschikbaarheid van bepaalde specialisten. Nutri-akt zet die media in om talenten te vinden. En het herkennen en selecteren van talenten blijft onveranderd het specialisme van het bureau.

Dankzij netwerken op sociale media zijn hoger opgeleiden makkelijker te bereiken voor vacatures en tijdelijke opdrachten, zowel nationaal als internationaal. Annemieke van Ginkel en Judith Rosenboom van nutri-akt maken hier dankbaar gebruik van. “dit is een enorme kans. Er gaat een wereld van kandidaten open via Facebook, LinkedIn en Twitter”, zegt directeur en eigenaar Van Ginkel.

nutri-akt richt zich op werving en selectie van hoger opgeleiden in de food, technologie, voeding en gezondheid. Bedrijven en organisaties hebben met nieuwe media zelf ook makkelijker toegang tot kandidaten.

“Maar het vinden van kandidaten is één. onze kracht ligt in het beoordelen van de opleiding, kennis en ervaring en het vertalen daarvan naar de specifieke opdrachtgever en vacature”, zegt Van Ginkel. “ook zachte criteria als de persoonlijkheid beoordelen wij in interviews”, vult senior consultant Rosenboom aan. “Social media zijn de link naar talent, maar uiteindelijk is het aan ons om dat talent te herkennen.”

De arbeidsmarkt voor foodprofessionals flexibiliseert. “We zien een toename van het aantal tijdelijke opdrachten en projecten waarvoor mensen worden gezocht. Bedrijven investeren in innovatie en daarvoor is kennis nodig. ook gaan bedrijven en organisaties er eerder toe over om langdurig zieke of zwangere medewerkers tijdelijk te vervangen, vooral op cruciale functies”, vertelt Rosenboom.

Tegelijkertijd neemt de mobiliteit op de arbeidsmarkt toe het laatste half jaar. “We kunnen sneller kandidaten vinden die hun baan willen opzeggen voor een nieuwe uit-

daging en daarvoor een stuk willen reizen”, aldus Van Ginkel.

Rosenboom: “Verder is er een krapte op het gebied van kwaliteitsmanagers en procestechnologen. op die terreinen worden nu andere competenties gevraagd dan pakweg tien jaar geleden. Mensen moeten communicatief vaardig zijn en zowel intern als extern kunnen netwerken.”

“Vanuit de krapte aan levensmiddelentechnologen met een masterstudie is het project Kennis Werkt! ontstaan”, zegt Van Ginkel. “dit is een samenwerking tussen Food Valley, Wageningen universiteit en nutri-akt, waarin we buitenlandse studenten een beurs

voor een master bij de universiteit aanbieden, in combinatie met een traineeship van een jaar bij een opdrachtgever.

Met de instroom van studenten in zijn algemeenheid zit het voorlopig goed. op alle hogere opleidingen voor voeding, diëtetiek en levensmiddelentechnologie nemen de studentenaantallen toe. Maar bij voeding en diëtetiek worden nu vanwege de grote aantallen studenten nieuwe uitstroomprofielen ontwikkeld richting levensmiddelentechnologie. Anderzijds richt levensmiddelentechnologie zich meer op gezondheid. Van Ginkel: “Wat ons betreft werken de opleidingen daarin onvoldoende effectief samen; dat zou sterk kunnen verbeteren.”

nutri-akt speelt een actieve rol in dat proces. Rosenboom: “Bij diverse opleidingen zitten we in adviesraden. We willen ertoe bijdragen dat er nu en in de toekomst gekwalificeerde mensen op de markt komen die we nodig hebben.”

Judith Rosenboom (links) en Annemieke van Ginkel

Annemieke

‘Er gaat een wereld van kandidaten open via Facebook, LinkedIn en Twitter’

Cees van Elst, QAssurance: naar meer realtime data

EFFICIënTIESLAG In KWALITEITSMAnAGEMEnT

De afgelopen jaren zijn er zo veel normen bijgekomen voor voedselveiligheid dat kwaliteitssystemen niet meer altijd efficiënt zijn ingericht. Cees van Elst van QAssurance is ervan overtuigd dat het efficiënter kan en heeft hiervoor het managementsysteem iMIS Food ontwikkeld. Daarmee kan een producent ook voldoen aan de groeiende behoefte van de retail aan realtime data.

“Bij veel bedrijven zijn de kwaliteitssystemen de afgelopen tien jaar alsmaar gegroeid. Eerst moest je voldoen aan de hACCP-normen, later kwamen BRC en IFS erbij. daardoor zijn de systemen vervuild geraakt en steeds minder efficiënt ingericht.” dat zegt QAssurance-directeur Cees van Elst. “op de productievloer worden dagelijks veel handelingen verricht om te voldoen aan de normen; handelingen die vaak onnodig zijn als je je kwaliteitssysteem anders inricht.” hij geeft als voorbeeld het invullen van controlelijsten bij het afkoelen van appelcompôte. “het komt voor dat die afkoeltrajecten elke keer worden opgeschreven, terwijl het product al vijf jaar lang altijd binnen vier uur onder de 7 graden Celsius is en er nog nooit sporenvormers in zijn gevonden. dan kun je ook volstaan met het jaarlijks verifiëren en valideren van dat proces.”

Voedselproducenten kunnen volgens Van Elst dus een efficiencyslag maken. QAssurance biedt hiervoor iMIS Food, een integraal managementsysteem voor voedselveiligheid. “Wij leveren zowel de inhoud als de software – het is een kennissysteem”, ligt hij toe. “het kwaliteitshandboek is al voor 80 procent voorgedefinieerd, waardoor een producent zeker weet dat hij de juiste procedures volgt voor de verschillende normen. daarnaast hebben we voorgedefinieerde controlerondes, waarmee een producent al voor 80 procent voldoet aan de verschillende normen.” Andere onderdelen van iMIS Food zijn specificatiemanagement, wetgeving en een tra-

ceersysteem gekoppeld aan ingangscontroles. de software draait op een server bij de producent zelf.

hoe helpt zo’n kennissysteem om efficiënter te werken? Van Elst: “ons handboeksysteem levert de grootste efficiencyslag. Zodra bijvoorbeeld de BRC6-norm wordt vervangen door de BRC7-norm, passen wij generiek de schil aan, waardoor een producent automatisch de nieuwste procedures en instructies in huis heeft. ook passen we dan extra controlerondes en rapportages in, zodat een bedrijf realtime aan de norm voldoet.”

Producenten moeten inspelen op de groeiende informatiebehoefte van de retail. Van Elst: “Supermarktketens nemen geen genoegen meer met een certificaat, maar willen zelf de data inzien die aantonen dat het goed zit met een product. Ze zullen op termijn realtime informatie op product- en procesniveau eisen.” hij bedoelt bijvoorbeeld gegevens over de productie en de processtappen, de operators aan de lijn en eventuele glasincidenten. “Engelse retailers vragen al maandrapporten met procesdata”, weet Van Elst.

de gemiddelde voedselproducent is hier volgens Van Elst echter nog niet op ingericht, doordat die informatie vaak op verschillende plekken in het bedrijf op papier wordt vastgelegd. ook daar ligt de meerwaarde van een digitaal kwaliteitsmanagementsysteem. “Gemiddeld moet een bedrijf zo’n 25 controles verrichten voor de verschillende normen, van een glasronde en een bouwtechnische ronde, tot een schoonmaakronde en een metaalronde. Met iMIS Food wordt dit digitaal gefaciliteerd en verwerkt, zodat je realtime kunt aantonen dat je die controles hebt verricht en zodat je informatieve rapportages krijgt.”

Cees van Elst

‘Supermarktketens zullen op termijn realtime informatie op product- en procesniveau eisen’

MuLTInATIonAL ZET EXPERTISE WERELdWIJd In

Het bewustzijn dat het verduurzamen en efficiënter maken van de keten alleen in gezamenlijkheid kan, groeit. Royal HaskoningDHV brengt in kaart waar in de keten de meeste winst valt te behalen.

het ketendenken dringt overal in de voedingsindustrie steeds meer door. Toch is nog lang niet iedereen zich ervan bewust welke winst er valt te behalen door anders naar die keten te kijken. Wil duivenvoorden, directeur Business development bij Royal haskoningdhV, en directeur Light Industry en Food & Beverages Patrick Ramakers signaleren dat ketenbewustzijn een steeds belangrijker aandachtspunt wordt als het gaat om risico’s in kaart te brengen. door de keten anders in te richten en vaak het aantal schakels te reduceren, kan deze worden verbeterd, aldus beide heren.

Voor veel voedingsbedrijven kost het ieder jaar meer moeite om bijvoorbeeld een energievermindering van 3% te behalen. “dit komt omdat alles al optimaal is”, weet duivenvoorden. het wordt dan wel erg veel kunst- en vliegwerk om de doelstelling te halen, die vaak wordt opgelegd door MJA’s of de retail. “het kost niet alleen ieder jaar weer veel moeite, maar ook steeds meer geld om een dergelijke energiereductie te bereiken.”

Een oplossing is om elders in de keten te kijken of daar bespaard kan worden op energieverbruik. duivenvoorden: “Royal haskoningdhV is betrokken bij het opstellen van MVo- en milieujaarverslagen bij bedrijven. We voeren een ketenanalyse uit en kijken dan hoe ze met hulp van stakeholders op een andere manier hun doelen kunnen bereiken.” dit kan door schakels te schrappen of de voorwaarden in de keten te verleggen. “Als in de keten een bepaalde schakel veel Co2 produceert, bijvoorbeeld door veel

transport-bewegingen, moet je allereerst kijken of je die kunt uitsluiten. Vanuit onze MVo-expertise is een goed stakeholdersmanagement de sleutel.”

Royal HaskoningDHV houdt zich niet alleen bezig met duurzaamheid, maar heeft ook veel expertise in het wereldwijd bouwen van fabrieken voor de voedingsmiddelenindustrie. het bedrijf werkt daarbij nauw samen met medewerkers van hun lokale vestigingen, die de omstandigheden ter plekke goed kennen. de nederlandse situatie valt vaak niet een-op-een te kopiëren. Ramakers: “het neerzetten van automatische warehouses in nigeria is complex, storingsgevoeliger en duur in onderhoud. Je kunt dus beter een eenvoudiger gebouw neerzetten en voor de handling gewoon meer mensen aannemen. Arbeid is hier relatief goedkoop.”

In Thailand was tijdens een project van Royal HaskoningDHV meer koelvermogen nodig. “dan kun je – zoals in nederland

gebruikelijk is – een compacte koelunit neerzetten met ingewikkelde elektronica, maar dat werkt hier niet.” de Thaise medewerkers van de multinational gaven de voorkeur aan een andere oplossing. “Zij stelden een indirect aangedreven compressor voor, die is aangesloten op een ijswaterbak met ijsbuffer. Zo loop je weinig risico bij stroomuitval; en dat gebeurt hier nog wel eens.” duivenvoorden: “door de ijsbuffer kan de koeling nog even doorgaan.”

het vertalen van de in nederland gebruikelijke voorwaarden en condities naar lokale omstandigheden geeft de industriële klanten van RhdhV, veelal multinationals, een vertrouwd gevoel. “Bezien vanuit zowel technische als culturele en klimatologische verschillen, zijn wij als geen ander in staat om deze vertaalslag te maken”, verzekert duivenvoorden.

Patrick Ramakers

Wil Duivenvoorden en Patrick Ramakers, Royal HaskoningDHV: kijk anders naar risico’s in de keten

“De voedingsmiddelenindustrie moet op een andere manier naar de keten kijken”

Wil Duivenvoorden

Integraal ontwerpen binnen voeding

Organisaties werken continu aan verbetering van kwaliteit van hun producten en diensten om zo hun toekomst veilig te stellen. Kiezen voor innovatie en ontwikkeling is een uitdagend proces. Het nodigt uit om nieuwe, onbekende wegen in te slaan bij het verkennen van mogelijke oplossingen en kansen. Maar kiezen is ook lastig. Hoe bepaal je welke (duurzame) opties, alternatieven en uitdagingen levensvatbaar zijn en welke niet? Want elke keuze binnen een ontwerpproces heeft immers financiële impact en beïnvloedt de winstprognose van een organisatie.

Royal HaskoningDHV is wereldwijd uw deskundige partner bij innovatietrajecten. Wij begrijpen onze klanten en hun wensen en helpen bij het integraal ontwerpen van nieuwe processen. Van marktontwikkeling tot duurzaam eindproduct. Van pilot tot effectieve productiesystemen. Met onze innovatieve benadering, ketenbewustzijn en focus op het leveren van werkbare oplossingen helpen wij klanten over de hele wereld bij het bereiken van hun ambities.

In dit interactieve proces spelen eenduidige communicatie met onze (interne) klant, kennis van de (internationale) markt en beschikbare faciliteiten een leidende rol. Door nauw samen te werken bereiken we méér en vinden we samen oplossingen voor complexe vraagstukken.

De consultants van Royal HaskoningDHV helpen u graag bij het vinden én realiseren van uw ultieme oplossing.

€100,voorkortingabonnees. Schrijf u nu in!

VMT Introductiecursus

Voedingsmiddelenindustrie

Werkt u sinds kort in de foodsector? Of heeft u binnen uw werk veel met de voedingsmiddelenindustrie te maken? Leer in één dag alles wat u moet weten over de Nederlandse foodindustrie, zodat u voor relaties een volwaardige gesprekspartner bent in uw B2B-contacten.

Donderdag 4 februari 2014 | 9.00 – 17.30 uur | Mariënhof, Amersfoort

9.00 uur Ontvangst

9.30 uur Opening door de cursusleider

Cursusleider: Edwin Lambregts, Managing Consultant, Berenschot

10.00 uur De foodsector

De cijfers en feiten over de foodsector worden besproken samen met: de toonaangevende bedrijven, schakels in de foodketens en de rol en het beleid van de overheid in de sector.

10.45 uur Pauze

11.05 uur De foodsector (vervolg)

11.35 uur Module Kwaliteitsmanagement

Docent: Ir. Irma Schönherr, adviseur/eigenaar Schönherr Kwaliteitsadvies

Na de cursus:

• Heeft u een compleet overzicht van de Nederlandse voedingsmiddelenindustrie en de aanpalende terreinen waarbinnen deze sector opereert.

• Kent u de belangrijke stakeholders, hun rollen en maakt u kennis met de belangrijkste wet- en regelgeving.

• Bent u bekend met de economische issues en thema’s uit de sector.

• Hebt u kennis gemaakt met de technologische onderwerpen en de impact van innovatie.

• Bent u op de hoogte van het grote belang en de ontwikkelingen rond voedselveiligheid en kwaliteit.

• Is duurzaamheid en maatschappelijk verantwoord ondernemen bij u een bekend onderwerp.

12.35 uur Lunch

13.30 uur Module Levensmiddelenwetgeving

14.30 uur Module Technologie en Innovaties

Albert Zwijgers, Lector Technologie en Ingrediënten, HAS Hogeschool, en Innovatiemakelaar, Food & Nutrition Delta

15.30 uur Pauze

15.50 uur Module Maatschappelijk verantwoord ondernemen en duurzame ontwikkeling

Docent: Chris Dutilh, Eigenaar, Adviesbureau Dutilh BOSA

16.50 uur Afsluiting en borrel

Inschrijven?

Dit kan eenvoudig op 3 manieren:

Website: www.vmt.nl/introductie

E-mail: congressen@mybusinessmedia.nl

Telefoon: (010) 289 40 08

Prijzen*

€ 795,- VMT abonnees

€ 895,- Niet-abonnees

Tevens ontvangt elke deelnemer gratis het jaarboek met alle adressen van de voedingsmiddelensector t.w.v. € 114,95

Kijk voor het hele programma en inschrijven op www.vmt.nl/introductie

* genoemde prijzen zijn excl. btw en €3,95 administr atiekosten