2 minute read

MuLTInATIonAL ZET EXPERTISE WERELdWIJd In

Het bewustzijn dat het verduurzamen en efficiënter maken van de keten alleen in gezamenlijkheid kan, groeit. Royal HaskoningDHV brengt in kaart waar in de keten de meeste winst valt te behalen.

het ketendenken dringt overal in de voedingsindustrie steeds meer door. Toch is nog lang niet iedereen zich ervan bewust welke winst er valt te behalen door anders naar die keten te kijken. Wil duivenvoorden, directeur Business development bij Royal haskoningdhV, en directeur Light Industry en Food & Beverages Patrick Ramakers signaleren dat ketenbewustzijn een steeds belangrijker aandachtspunt wordt als het gaat om risico’s in kaart te brengen. door de keten anders in te richten en vaak het aantal schakels te reduceren, kan deze worden verbeterd, aldus beide heren.

Voor veel voedingsbedrijven kost het ieder jaar meer moeite om bijvoorbeeld een energievermindering van 3% te behalen. “dit komt omdat alles al optimaal is”, weet duivenvoorden. het wordt dan wel erg veel kunst- en vliegwerk om de doelstelling te halen, die vaak wordt opgelegd door MJA’s of de retail. “het kost niet alleen ieder jaar weer veel moeite, maar ook steeds meer geld om een dergelijke energiereductie te bereiken.”

Een oplossing is om elders in de keten te kijken of daar bespaard kan worden op energieverbruik. duivenvoorden: “Royal haskoningdhV is betrokken bij het opstellen van MVo- en milieujaarverslagen bij bedrijven. We voeren een ketenanalyse uit en kijken dan hoe ze met hulp van stakeholders op een andere manier hun doelen kunnen bereiken.” dit kan door schakels te schrappen of de voorwaarden in de keten te verleggen. “Als in de keten een bepaalde schakel veel Co2 produceert, bijvoorbeeld door veel transport-bewegingen, moet je allereerst kijken of je die kunt uitsluiten. Vanuit onze MVo-expertise is een goed stakeholdersmanagement de sleutel.”

Royal HaskoningDHV houdt zich niet alleen bezig met duurzaamheid, maar heeft ook veel expertise in het wereldwijd bouwen van fabrieken voor de voedingsmiddelenindustrie. het bedrijf werkt daarbij nauw samen met medewerkers van hun lokale vestigingen, die de omstandigheden ter plekke goed kennen. de nederlandse situatie valt vaak niet een-op-een te kopiëren. Ramakers: “het neerzetten van automatische warehouses in nigeria is complex, storingsgevoeliger en duur in onderhoud. Je kunt dus beter een eenvoudiger gebouw neerzetten en voor de handling gewoon meer mensen aannemen. Arbeid is hier relatief goedkoop.”

In Thailand was tijdens een project van Royal HaskoningDHV meer koelvermogen nodig. “dan kun je – zoals in nederland gebruikelijk is – een compacte koelunit neerzetten met ingewikkelde elektronica, maar dat werkt hier niet.” de Thaise medewerkers van de multinational gaven de voorkeur aan een andere oplossing. “Zij stelden een indirect aangedreven compressor voor, die is aangesloten op een ijswaterbak met ijsbuffer. Zo loop je weinig risico bij stroomuitval; en dat gebeurt hier nog wel eens.” duivenvoorden: “door de ijsbuffer kan de koeling nog even doorgaan.” het vertalen van de in nederland gebruikelijke voorwaarden en condities naar lokale omstandigheden geeft de industriële klanten van RhdhV, veelal multinationals, een vertrouwd gevoel. “Bezien vanuit zowel technische als culturele en klimatologische verschillen, zijn wij als geen ander in staat om deze vertaalslag te maken”, verzekert duivenvoorden.

This article is from: