Structuur
Gedrag
Processen
Cultuur
Figuur 1: Organisatorische driehoek.
tie tot structuur. Hoe de procedures zijn opgeschreven (kort en bondig of juist uitgebreid, voorschrijvend of een beschrijving van doelen) wordt beïnvloed door de heersende organisatiecultuur. De structuur moet aansluiten bij de gewenste cultuur van een organisatie. Een voorbeeld hiervan bij NS Reizigers is de leidraad veiligheidsincidenten. Deze leidraad is opgezet omdat binnen NSR een zogenaamde ‘just culture’ wordt nagestreefd, een cultuur waarin je open kunt spreken over wat goed en fout gaat en waarbinnen rechtvaardig wordt omgegaan met mensen die betrokken zijn bij incidenten (Mikkers & Guldenmund, 2016). Het streven naar just culture is als leidraad verankerd in het VMS van NSR (NS Reizigers, 2016). De cultuur beïnvloedt hier het VMS en de verwachting is dat het beschreven proces een bijdrage levert aan de just culture. Dit betekent dus dat het zinvol is om breder naar een VMS te kijken om iets te kunnen zeggen over de effectiviteit van een VMS, zeker als je wilt beoordelen hoe volwassen een VMS is.
Volwassenheidsmodellen Maier, Moultrie en Clarkson (2012) geven verschillende definities van volwassenheid. Onder andere refereren zij aan de Oxford English Dictionary die “to bring to maturity or full growth; to ripen” als omschrijving bij ‘maturity’ geeft. Deze beschrijving geeft in ieder geval aan dat het komen tot volwassenheid een proces is. Maier et al. stellen verder dat het beschrijven van volwassenheid het best kan gebeuren in relatie tot de context waarin die volwassenheid nodig is. Zo geven zij definities van procesvolwassenheid, volwassenheid van procescompetentie, organisatievolwassenheid, projectvolwassenheid en volwassenheid van organisatorische competentie. In dit artikel wordt volwassenheid ook gezien als een proces van rijping, met als context een VMS. Rijpheid hier heeft betrekking op de mate waarin het systeem vanzelfsprekend gebruikt wordt door medewerkers in een organisatie, in hoeverre het systeem leeft en nageleefd wordt. Uit de literatuurstudie zijn geen volwassenheidsmodellen naar voren gekomen die zijn ontwikkeld voor een VMS. Voor onderwerpen als veiligheidscultuur, projectmanagement en softwareontwikkeling zijn wel enkele modellen ontwikkeld. Voorbeelden zijn Safety Culture Maturity Mo-
del van Fleming (2001), een model voor de ontwikkeling van volwassenheid van de veiligheidscultuur (Parker, Lawrie, & Hudson, 2006), Safety Maturity Model (Kyriakidis, Hirsch, & Majumbar, 2012), Capability Maturity Model (Paulk, Curtis, Chrissis, & Weber, 1993), het Projectmanagement Maturity Model (Kerzner, 2001) en het Railway Management Maturity Model (Office of Rail Regulation, 2011). De vergelijking tussen deze modellen geeft de volgende aandachtspunten voor de ontwikkeling van een volwassenheidsmodel voor een VMS: - Veel volwassenheidsmodellen visualiseren een soort ladder, met name de veiligheidscultuurmodellen. Het doel is om op de hoogste trede van volwassenheid te komen. Dit kan als nadeel hebben dat het middel (het plaatsen van een VMS op een trede van de ladder) het doel, vergroting van de volwassenheid van een VMS, vervangt. Zeker als het na verloop van tijd opnieuw ingevuld wordt en met de hoop om op een hogere trede uit te komen. Het Railway Management Maturity Model is echter niet als een ladder gevisualiseerd, maar als een cirkel waarbij met name de samenhang van de elementen van het model wordt weergegeven. - Alle modellen hanteren verscheidene elementen waarop gescoord moet worden. Het aantal elementen varieert: tussen de 9 en 18. Het RM3 gebruikt zelfs 26 elementen. - De meeste modellen richten zich op het onderbouwen van een score, onder andere door het vragen naar voorbeelden, zoals bij audits gebruikelijk is. Het model van Fleming is daar minder op gericht, maar heeft meer als doel het faciliteren van een goede dialoog. - Sommige modellen, met name de modellen voor veiligheidscultuur, berekenen een eindscore: een gemiddelde van de scores op de elementen. Andere modellen berekenen geen eindscore. - Alle modellen hebben ter ondersteuning van het scoren een beschrijving van de volwassenheidsniveaus per element. - Slechts een van de onderzochte modellen geeft een definitie van volwassenheid in relatie tot de context van het model (CMM van Paulk et al. (1993)). Op basis van deze inzichten is een ‘volwassenheid assessment model veiligheidsmanagementsysteem’ (VAM VMS) voor NS Reizigers ontwikkeld.
Assessment Model Europese wetgeving schrijft voor dat spoorwegondernemingen een veiligheidsmanagementsysteem (VMS) moeten hebben. Dit VMS is ‘de organisatie en de regelingen die door de spoorwegonderneming tot stand zijn gebracht om hun activiteiten veilig te laten verlopen’ (Europese Unie, 2004). De spoorwegonderneming NS Reizigers (NSR) beschikt derhalve over een VMS. Het systeem is door de Inspectie Leefomgeving en Transport gecertificeerd. Ervaringen uit de praktijk binnen NSR leren dat, hoewel het VMS voldoet aan alle wettelijke eisen, de opzet maar zeker ook de naleving en werking van dat VMS nog te wensen overlaat. Het VMS als raamwerk van diverse procedures en werkinstructies maakt een gedegen indruk. In de praktijk blijkt de werking van het systeem anders dan het op papier doet vermoeden. Anders gezegd: het VMS oogt volwassen maar laat een minder volwassen uitwerking zien. Om hier vat op te krijgen is binnen NSR een Volwassenheid Assessment Model Veiligheidsmanagementsysteem
NVVK-congres 2017 –
info special
57