
38 minute read
Stand van zaken hypotheekmarkt: Rabobank
WILLEM OUDIJK (RABOBANK HYPOTHEKEN): ‘WE WILLEN IN VIER JAAR TIJD ONS MARKTAANDEEL VIA HET INTERMEDIAIR VERDUBBELEN’
Marktleider Rabobank heeft in hypotheken het intermediair weer omarmd. Salesmanager intermediair Willem Oudijk en Steven Oosterhoff (salesmanager wonen) van de Rabobank leggen uit dat inmiddels een kwart van de hypotheekomzet van de bank via het intermediair loopt. En de productie is in coronatijd zelfs verdubbeld. Kortom: het gaat goed, maar die lange doorlooptijden doen nog altijd pijn.
Door: Theo van Vugt Fotografie: Herbert Wiggerman
Jullie namen afscheid van het intermediair, daarna keerden jullie terug en is het intermediair weer heel belangrijk voor de Rabobank hypotheken. Hoe staat het er nu voor? Willem Oudijk (WO): “Ja, het was een soort stoplichtrelatie met het intermediair. In 2016 zijn we teruggegaan naar de intermediaire distributie voor hypotheken. Nu is die discussie er helemaal niet meer. We hadden toen nog geen 2 procent marktaandeel via het intermediair. Nu is dat 4,5 procent. En loopt een kwart van de totale productie van Rabobank via het intermediair. In totaal gaat er in Nederland 70 tot 80 miljard euro per jaar via het intermediair. Dus daar willen we wel een deel van”.
Steven Oosterhoff (SO): “Een stevig doel van de bank is groei in hypotheken. Niet alleen nu, maar ook in de komende jaren. Over de hele breedte, maar in de intermediaire markt zijn de kansen het grootst.”
WO: “In het directe kanaal hebben we een marktaandeel van 50 procent. Van alle klanten die direct naar een bank of verzekeraar gaan kiest de helft voor Rabobank. In die hele grote intermediaire markt hebben we maar 4,5 procent. Het leuke daarvan is dat het prima naast elkaar kan bestaan omdat we via het intermediair nieuwe klanten binnenkrijgen. Starters en doorstromers die geen binding hebben met Rabobank. Daarmee verrijken we enorm onze portefeuille.”
Rabobank heeft in de hypotheekmarkt drie labels: Rabobank, Obvion en Vista. WO: “Rabobank wil naast de standaardaanvragen ook graag de wat ingewikkelder zaken hebben. En waar we kunnen, zullen we overal automatiseren, maar we willen ons toch vooral onderscheiden door
het maatwerk dat we leveren. Het intermediair weet ons inmiddels wel te vinden als het om complexe zaken gaat.”
Wat is je groeiambitie dan met die 4,5 procent via het intermediaire kanaal? WO: “Ik wil verdubbelen binnen vier jaar. Hoe gaan we dat doen? Want iedereen die je spreekt zal zeggen dat ze willen groeien. We willen dat maatwerk nog verder verbeteren. We kunnen nog veel beter onze processen inrichten, zodat onze doorlooptijden beter worden en het intermediair eerder weet wat we voor ze kunnen doen. We zijn hard aan het automatiseren.”
Er werd nogal geklaagd over jullie doorlooptijden. WO: “Ja, dat zit nu niet goed bij ons. Gemiddeld zitten we op zo’n vijf dagen en dat moet echt sneller voor een doorsneehypotheek. Als het complexer wordt, wordt dat ook langer. Onze standaardaanvragen hebben we nog onvoldoende geautomatiseerd. We krijgen ook veel aanvragen die andere hypotheekverstrekkers liever niet in behandeling nemen. We moeten alleen nog veel voorspelbaarder worden. We nemen ook steeds meer mensen aan. Zo’n doorsneehypotheek kan echt wel terug naar drie dagen.”
SO: “Het ouderwetse bankkanaal heeft ook langere doorlooptijden, maar de klant daar is bewust naar de Rabobank gekomen en heeft andere verwachtingen. De klant is daar iets minder vatbaar voor die snelheid. Bij het intermediair ligt dat anders, daar wil men snel duidelijkheid.”
Stel ik ben een klant en stap naar een adviseur. Die heeft op de plank hypotheken van tal van aanbieders liggen. Waarom zou hij dan die van Rabobank naar voren schuiven? Zeker als het proces niet vlot loopt… WO: “Dat hebben we ze net gevraagd in een uitgebreid kwantitatief en kwalitatief onderzoek. Daar zie je sterk terugkomen dat ze een sparringpartner zoeken, met oog voor maatwerk. We willen die adviseur helpen om zijn klant te helpen. We staan naast hem. Met kennis van zaken. Wij stralen vertrouwen uit met ons merk. Mensen geven ook aan dat ze graag zaken met ons doen. Het intermediair weet dat we er over tien jaar ook nog zijn. En dat ze niet opgezadeld worden met een geldverstrekker die vertrokken is.”
SO: “We zijn een gevestigde partij. Klanten weten dat hun hypotheek in goede handen is. Maar vergeet ook niet de algemene productvoorwaarden die van belang zijn voor klant en intermediair. Wij richten ons niet alleen maar op de standaardaanvragen. Als het een beetje afwijkt, is het antwoord bij veel partijen: ‘Nee’. Wij willen meedenken en zoeken naar oplossingen.”
thema: HYPOTHEKEN
WO: “We hebben 13 desks met 220 mensen die het intermediair helpen bij hun vragen. Dat vinden ze prettig.”
Rabo heeft nu een relatie met 2.300 intermediairs. Dat kan groeien, zeggen de heren. Maar ze moeten wel bij Rabobank passen. “We willen ook niet alles aansluiten”, zegt WO. “Ze moeten uitstralen wat wij willen zijn: ze moeten betrouwbaar zijn, goede producten verkopen en klantgericht zijn. De kern van ons bedrijf is Financieel Gezond Leven en dat willen we ook via het intermediair verder verspreiden.”
Corona heeft niet gezorgd voor een slowdown in hypotheekverstrekking. Wat was het effect op jullie? WO: “Voor de intermediaire markt was het enorm hectisch. We zijn in coronatijd ook echt gigantisch gegroeid. Het totaalaantal aanvragen per dag verdubbelde vergeleken met vóór corona. Daardoor duurde het soms wat langer. We gaan dit jaar waarschijnlijk uitkomen op meer dan 20.000 geaccepteerde offertes via het intermediair. Dat zijn miljarden euro’s. Dat betekent nogal wat, want je verdubbelt niet zomaar het aantal fte’s.”
SO: “Het is ook zo dat als een klant een huis gezien heeft dat past, hij vijf minuten later wil weten of hij het kan betalen. Dat maakt het nog hectischer.”
Wat is nu jullie focuspunt voor de tweede helft van het jaar? WO: “Er zijn een paar zaken waar we ons op richten. Gezond Financieel Leven willen we nog nadrukkelijker neerzetten bij klant en intermediair. En duurzaamheid is daar ook echt een onderdeel van. Wellicht leen je dan wat meer, maar krijg je wel lagere lasten omdat je je woning verduurzaamt. En we hebben een focus op nieuwbouw. Zowel via het directe kanaal, als via het intermediair.”
SO: “Dat is mijn werkterrein. Nieuwbouw was al onderdeel van het pakket, maar we hebben er nu een speciaal team omheen geformeerd. We zoeken verdeeld over het land de samenwerking met makelaars, projectontwikkelaars en bouwers. En ook met intermediairs om te zorgen dat we heel snel duidelijkheid kunnen geven of die klant die nieuwbouwwoning kan financieren. Dat doen we met zo veel focus zodat we daar ook productie gaan draaien. We hebben een aantal kansrijke regio’s geselecteerd. Het doel van de overheid is dat er 100.000 nieuwbouwwoningen per jaar bijkomen. Dat zal niet helemaal lukken, maar als we 20 procent van 60.000 halen, ben ik ook blij.”
We praten al heel lang over het bundelen van brondata. Maar je ziet het nog erg weinig. WO: “Ik was ervan overtuigd dat het delen van geverifieerde brondata van de klant voor iedereen heel goed is. Voor de klant, want die krijgt sneller antwoord. Voor de intermediair want die kan foutlozer en sneller werken. En voor de verstrekker want die heeft sneller de data op orde. En toch is het opzienbarend hoe weinig het omarmd wordt. Het is nieuw. Maar ik begrijp het niet.”
Dat soort innovaties brengt wel robotadvies dichter bij en dat vindt het intermediair niet zo leuk… WO: “Wij geloven niet in execution only, maar wel in het gebruik van automatisering bij het geven van een goed advies. Ik merk dat het intermediair dat nogal bedreigend vindt. Maar dat is onterecht. Wij geloven in advies. Maar de adviseurs kunnen wel ondersteund worden door automatisering. Je moet daar gebruik van maken.”
MICHEL VAN DER SLUIS (FORTRUM): ‘WAAR HET ECHT OM GAAT, IS OF ER DIVERSIFICATIE IS IN DE FUNDING’
Het aantal nieuwe labels dat hypotheken verstrekt is de afgelopen jaren geëxplodeerd. Merken speciaal opgericht om kapitaal van institutionele beleggers naar de Nederlandse woningmarkt te brengen. Wat moet je daar als hypotheekadviseur van weten? Op AMhypotheken spreekt Michel van der Sluis, directeur van Fortrum over de wereld van funding en securitisaties. In aanloop naar het event op 28 september stelden we hem alvast wat vragen.
Door: Bart van de Laak
Hoe komt het dat Nederlandse hypotheken zo populair zijn voor buitenlandse investeerders? “Dat heeft te maken met een veelheid aan factoren. Als je een paar jaar geleden keek, dan waren grote investeerders wel geïnteresseerd, maar kwamen ze niet. De marges waren net te klein, de wetgeving was te afwijkend, de LTV was te hoog. Wat je nu ziet, is dat de markt veel beter geharmoniseerd is. Met een Europees paspoort is het heel makkelijk handelen. En het aantrekken van de buy-to-letmarkt is belangrijk geweest. Wat je bij veel investeerders zag, is dat ze begonnen met buy-to-let en daarna doorgingen in andere categorieën. Er is in Nederland een lage default risk; amper wanbetaling. En de collateral risk is laag, door een heel grote vraag naar huizen in combinatie met een veel te laag aanbod. Tel je het bij elkaar op, dan heb je een lage collateral risk, een historisch lage default risk, een redelijk goede marge, politieke stabiliteit; dan is Nederland gewoon een heel interessante markt.”
Er zijn inmiddels talloze regiepartijen die geld van investeerders uitlenen. Maakt het voor een eindklant uit wie de funder is achter zijn hypotheek? “Eigenlijk niet. Al zijn er wel wat verschillen. Je moet in het framework van zo’n fundinglijn passen. Dat is vaak wat meer zwartwit dan wanneer je naar een grootbank zou gaan. Dus je moet daar tussen passen. Het tweede punt is dat het belangrijk is dat er goede afspraken zijn gemaakt over de renteprolongaties. De ene partij maakt daar striktere afspraken over met hun investeerders dan de ander. En het risico bestaat dat als een aanbieder onvoldoende fundingslijnen heeft en de investeerders appetite verliezen, dat het heel moeilijk kan worden om een hypotheekverhoging uit te voeren. Maar in principe geldt dat ook voor banken. Een bank kan ook de tarieven verhogen als er tijdelijk wat minder appetite is.”

Zijn regiepartijen niet verplicht om zelf controle te houden over het rentebeleid? “Ja, maar je moet wel een fundinglijn hebben om zelf je beleid te kunnen bepalen. Als de investeerder geen appetite heeft en die klant wil een verhoging hebben.
Hoe gaan ze dat dan doen? Of als je een 100 procent LTV-tarief wilt hebben, maar je funder gaat maar tot 80 procent. Dan zullen ze ‘m uiteindelijk misschien wel aanbieden, maar tegen een serieus hogere rente. Het hangt allemaal af van de fundinglijnen die erachter zitten en of je daar voldoende diversificatie in hebt. Regiepartijen krijgen vaak het vreemde verwijt dat ze met buitenlandse partijen werken. Terwijl waar het echt om gaat is of de juiste afspraken zijn gemaakt en of er voldoende diversificatie is in de funding. Als consument weet je dat vaak niet. Bij een grootbank zul je dat risico wat minder snel lopen. Maar ik denk wel dat het goed is dat hypotheekadviseurs beseffen dat er een verschil is.”
Wat nu als het moment komt dat de rente stijgt. Dan zijn er voor al die investeerders misschien wel lucratievere beleggingen te vinden dan de Nederlandse woningmarkt. Wat gebeurt er dan? “Dan stappen er weer andere partijen in de markt. Op het moment dat er marges zijn te verdienen, dan vindt het zijn eigen weg wel. Maar wat je zult zien is dat het een oversluitmarkt wordt. Als veel investeerders er tegelijkertijd uit willen, dan gaan de tarieven op de verlengingsvoorstellen omhoog. Huizenbezitters krijgen een renteaanbod dat ze niet bevalt en dan stappen ze over. Dus door die terugtrekkende beweging, krijg je toch een oversluitmarkt. Uiteindelijk vindt de geldmarkt z’n weg altijd wel. Omdat de risico’s op Nederlandse hypotheken klein zijn en de laatste jaren ook nog kleiner zijn geworden, blijft het altijd een aantrekkelijk product om in te investeren. Het enige verschil is: gaat een bank, een verzekeraar, pensioenfonds of andere institutionele belegger het geld erin stoppen? Maar er is altijd een partij die dit wil funden.”
Hypotheekportefeuilles worden regelmatig herverpakt en verhandeld. Die hypotheeksecuritisaties hebben sinds de financiële crisis geen beste naam. Is dat terecht? “Nee, zeker niet. Niet als je kijkt naar Nederlandse hypotheken. Die crisis werd grotendeels veroorzaakt door Amerikaanse rommelhypotheken en de securitisaties die daarmee plaatsvonden. Men had letterlijk geen idee meer wat er in het pakketje zat. Als je kijkt naar Nederlandse hypotheken die gesecuritiseerd werden, dan zijn die eigenlijk heel waardevast gebleven in die periode. Wat ik wel vind is dat de controle op securitisaties ook in Nederland beter had gekund. Het begint met due dilligence. Je hebt partijen die dat tegen heel lage tarieven aanbieden, die geen ervaring hebben met hypotheken. Maar als je niet snapt waar de risico’s liggen, dan mis je ze. Inmiddels zie je
thema: HYPOTHEKEN
dat investeerders en rating agencies steeds nadrukkelijker vragen om een specialistische due dilligence-partij die naar het portfolio kijkt. Bij voorkeur uit de lokale markt. Gewoon omdat de investeerders en rating agencies een beter beeld willen van wat er precies in dat pakketje zit. Welke risico’s zijn er en kun je die mitigeren.”
Kun je als hypotheekadviseur bijhouden wat er gebeurt met een hypotheek als de transactie gesloten is? “Nee, omdat bij een securitisatie alleen het economisch eigendom wordt overgedragen. De lender of record, de aanbieder, blijft verantwoordelijk voor de post. Alleen de rente-inkomsten en aflossingen gaan over naar een ander. Een adviseur kan niet controleren wie daar weer achter zit.”
Maar stel dat ik wil voorkomen dat mijn hypotheek in handen komt van bijvoorbeeld een investeringsfonds van het Saudisch koningshuis. Is het dan niet vreemd dat een consument of adviseur daar nooit achter kan komen? “Dan zou je de hele keten moeten checken. Achter grote internationale investeerders zitten ook weer talloze funders, die ook weer voor hun investeerders geld beleggen in de Nederlandse hypotheekmarkt. Waar stop je dan met het controleren van de keten? Je gaat een spoor krijgen van portfolio’s die over en weer gaan; dat is niet bij te houden. Het kan zijn dat jouw geldverstrekker al bij afsluiten een fundinglijn heeft van een investeerder. Ik kan me voorstellen dat je als consument zegt: ‘dat wil ik weten’. Maar het kan ook dat jouw hypotheek bij verstrekking nog op de balans staat van de bank en dat hij later verkocht wordt. Dat is het recht van de bank en dat hou je niet tegen. Als je dat wel wil, dan stoppen de fundinglijnen. En als de fundinglijnen stoppen, is de logische consequentie dat er minder hypotheken aangeboden worden en de rentetarieven omhoogschieten. Nee, ik vind het model logisch zoals het is.”
Zou het een gat in de markt zijn als een hypotheekverstrekker zegt: ‘bij ons weet je altijd waar het geld vandaan komt en waar het naartoe gaat’? “Er is maar één manier om dat te doen; dat is door alleen eigen funding te gebruiken. En zelfs dan is het lastig. Stel dat je dat als bank doet, dan komt je kapitaal uit zakelijk, retail, enzovoort. Maar van de zakelijke inkomsten van de bank weet jij als consument ook niet exact wat de herkomst is.”
Als jij bijvoorbeeld Triodos bent, dan zou je dat toch waar moeten kunnen maken? “De sector is er wel naar op zoek. Voorheen stonden er op de vragenlijst van een potentiële investeerder in de Nederlandse hypotheekmarkt, misschien onderaan twee of drie vragen over ESG. Nu staan die vragen bovenaan. Niet twee of drie vragen, maar de eerste twee A4’tjes gaan over ESG. De riskafdelingen staan niet toe dat er geld wordt geïnvesteerd in partijen die niet ESG-proof zijn. Waar men vanuit securitisaties naar kijkt: wat is de norm? Wat is goed? Wij leveren met Fortrum input aan de commissie die op Europees niveau daar een framework voor aan het vaststellen is. Jij stelt de vraag: welke partij zit erachter? Maar de relevante vraag is: doet die partij geen dingen die ik niet wil? Dat doe je met een ESG-framework. Dat heeft nu de aandacht. Woningverduurzaming is één, maar als dat geld uit een hoek komt die we niet willen dan schiet je eigenlijk niets op. Het verduurzamen van de funderslijn is the next step. Daarmee voorkom je dat je de hele keten inzichtelijk moet maken.”
GENERATIE Z EN MILLENNIALS; INTERMEDIAIRS ALLEEN GOED VOOR HYPOTHEKEN OF OOK VOOR SCHADEVERZEKERINGEN?
Jongeren komen vaak niet vanzelf naar een intermediair toe als het om verzekeringen en hypotheken gaat. In dit artikel schetst Patrick van den Bos namens Ipsos een beeld van de Generatie Z (tot 25 jaar) en de millennials (25-39 jaar) en hun gedrag op het gebied van hypotheken en (schade)verzekeringen. Blijven intermediairs, banken en verzekeraars in hun huidige vorm relevant of zijn er nieuwe marktbenaderingen nodig om de jongere generaties aan te spreken?
Door: Patrick van den Bos
Voor jongeren is het bijna ondoenlijk om een huis te kopen. Ze hebben vaak te maken met steeds verder stijgende huizenprijzen en strenge hypotheekregels waardoor eigen geld nodig is. En dan is er nog de studieschuld. Het is bovendien ook nog eens de groep die voor hypotheken en verzekeringen het intermediair lang niet altijd weet te vinden. Toch zijn dit de klantengroepen die in de toekomst nodig zijn om in business te blijven.
Binnen de volwassen Nederlandse populatie is op dit moment bijna een kwart (23 procent) millennial (gedefinieerd als 25 tot en met 39 jaar). De volgende generatie, Generation Z (tot en met 24 jaar), beslaat op dit moment 11 procent. Kenmerkend is dat algemeen verondersteld wordt dat het voor deze generaties niet meer vanzelfsprekend is dat zij het financieel beter gaan
thema: XXXXX XXXXX XXXXX thema: HYPOTHEKEN
krijgen dan hun ouders. Opgegroeid met de nieuwe digitale technologieën, met duidelijk meer aandacht voor thema’s als gezondheid, milieu, duurzaamheid en sociale ongelijkheid. Opvallend is ook dat belangrijke life-events zich meer en meer op latere leeftijd voordoen, zoals het huis uit gaan, trouwen en kinderen krijgen.
Kleinere kans op eigen woning
Juli 2021 liet een nieuwe recordstijging van de huizenprijzen zien; plus 16,3 procent ten opzichte van juli 2020. Daarmee is het de grootste stijging sinds oktober 2000, aldus het CBS en het Kadaster. Met een modaal inkomen is het steeds lastiger om een koopwoning te bemachtigen. Als alleenstaande met een modaal inkomen is dat inmiddels bijna onmogelijk. Slechts 3,3 procent van het totale huizenaanbod is voor hen bereikbaar. Zo zien we ook dat van de Generatie Z (tot 25 jaar) het bezit van een koopwoning enorm is gedaald: van 24 procent in 2002 naar 6 procent in 2020 (zie de grafiek hieronder).
80%
70%
60%
50%
40%
30%
20%
10%
0% % in bezit van koopwoning
62% 65% 66% 69% 70% 69% 69% 70% 70% 72%
58% 60% 64% 62% 63% 62% 59% 56% 58% 62% 60% 59% 58% 66%
51% 52%
46% 47%
37% 24% 39%
17%
12% 16% 15% 15%
11% 10% 9% 6%
2002 2004 2006 2008 2010 2012 2014 2016 2018 2020
tot 25 jaar 25-39 jaar 40-59 jaar 65+ jaar
Verzekeren niet vanzelfsprekend
Bezit van materiële zaken is minder van belang voor deze generaties, wat ook zeker gevoed wordt door alle concepten waar ze op dit moment gebruik van maken: Swap-fietsen, Go-scooters, deelauto’s. Dus: omdat ze minder hechten aan eigen spullen hoeven die ook niet verzekerd te worden. Daarnaast is het automatisme om alles te verzekeren ook veel minder aanwezig; data vanuit de Totaal Onderzoeken Financiële diensten (TOF) laten bijvoorbeeld in de penetratie van woonverzekeringen zien dat jongeren in huurwoningen er steeds vaker voor kiezen om hun inboedel niet te verzekeren (maar liefst 29 procent).
En als we even specifiek inzoomen op de Generatie Z, zien we in de TOF-data dat de penetratie van AVP-, rechtsbijstand, uitvaart- en doorlopende reisverzekeringen duidelijk achterblijft bij de rest van de leeftijdsgroepen. Wel zien we voor deze groep juist weer een oververtegenwoordiging van bepaalde extra dekkingen in elektronica bij inboedel, de
OVER MILLENNIALS EN GENERATIE Z
Vanuit onder andere de TOF-onderzoeken stelt Ipsos geregeld een aantal specifieke rapportages op, zoals het recent verschenen rapport Alles over Millennials en Generatie Z. Daarin wordt vanuit verschillende bronnen ingezoomd op deze specifieke leeftijdsdoelgroepen en wordt veel beschikbare data en inzichten bijeengebracht.
wintersportdekking bij reisverzekering en de pechhulp bij autoverzekering. Oftewel, zeer bewuste keuzes wat wel en wat niet te verzekeren, met daarbij de nadruk op wat niet.
Geen pakketklanten
De Generatie Z heeft overduidelijk minder verzekeringen dan de gemiddelde Nederlander (2,5 gemiddeld, ten opzichte van 5,0 gemiddeld), maar heeft deze 2,5 verzekeringen gemiddeld bij 1,5 verzekeraars ondergebracht. Veel meer spreiding dan bijvoorbeeld de groep veertigplussers. Zij hebben gemiddeld meer dan vijf verzekeringen die bij twee verzekeraars zijn ondergebracht. Oftewel, deze jongeren zijn geen pakketpolisklanten.
Wat wel zeer opvallend is, is dat deze leeftijdsgroep de verzekeringen bovengemiddeld vaak via het bankkanaal afsluit. Dat is vooral vanuit een stuk gemak; ze hebben al een relatie met de bank via de bankrekening/app. Verzekeringen sluiten ze dan ook veelal via het bankkanaal, maar dan wel rechtstreeks (website/app). Daarbij is het opvallend genoeg vooral ING die bij de Generatie Z een hoog aandeel scoort, beter dan Rabobank (Interpolis) en ABN Amro (Verzekeringen).
Geen fancy apps nodig
Wellicht anders dan verwacht (zie de grafiek hieronder), wordt bij het afsluiten van schadeverzekeringen door de Generatie Z maar ook door de millennials meer gebruikgemaakt van de laptop dan van de smartphone. Dat betekent dat de onlineklantreis zich ook voor deze doelgroepen vooral moet richten op de ‘normale’ website, ondersteund met een mobielvriendelijke versie.
Het intermediaire kanaal speelt nauwelijks een rol bij de jongere doelgroepen bij het oriënteren en het afsluiten van schadeverzekeringen. Voor de paar verzekeringen die ze sluiten (gemiddeld dus 2,5 voor de Generatie Z), doet maar 8 procent dat via assurantietussenpersonen. Ter vergelijking, bij de groep veertigplussers is dat 21 procent. De Generatie Z sluit de schadeverzekeringen vooral rechtstreeks bij de verzekeraar (46 procent) of via de bank (31 procent). Vergelijkingssites worden niet veel gebruikt door deze leeftijdsgroep, ook niet ter oriëntatie.
Device oriëntatie schadeverzekeringen Device afsluiten schadeverzekering
52% Laptop Laptop 43% 35% 30% 25% 26% 12% Smartphone Smartphone 3%
14% 16% 21% Desktop Desktop computer 25%
Tablet 5% 6% 11% 11% Tablet 1% 7% 47% 38% 30% 23%
14% 18%
14% 12% 19% 21%
4% 3% 7% 7%
Tot 25 jaar Tot 25 jaar25-39 jaar 25-39 jaar 40-64 jaar 40-64 jaar65+ jaar 65+ jaar
Intermediair kanaal bij hypotheken
Bij het afsluiten van een hypotheek is het intermediaire kanaal wel in beeld bij de jongeren onder de 25 jaar; 27 procent werd bij tussenpersonen ondergebracht. Al zagen we eerder dat er relatief weinig jongeren/Generatie Z’ers een hypotheek meer kunnen sluiten. En een groot verschil met de schadeverzekeringsmarkt is ook het verschil in het soort intermediairs; in de hypotheekmarkt zijn dat vooral de grote ketens, met een hoge mate van aanwezigheid in de markt zoals de Hypotheker, HypotheekVisie, Hypotheekshop.
Professionalisering klantbediening
Voor intermediairs is het dus zaak om te zorgen dat ze in beeld komen bij de jongste klantgroepen in Nederland. Het huidige klantenbestand wordt steeds ouder en verversing aan de onderkant van de leeftijdsladder is nodig voor de continuïteit. Kansen die zich voordoen als ze zich melden voor een hypotheek zouden dus benut moeten worden om tot een verbreding van de dienstverlening te komen. Daarbij is het digitale aspect van belang; zorg dat klanten direct online met intermediairs kunnen schakelen en zelf verzekeringen kunnen aanvragen en wijzigen.
Bovendien ligt er ook nog een missie voor het intermediair om de penetratie van schadeverzekeringen omhoog te krijgen. Dus als ze nu geen inboedel hebben, is dat dan een bewuste afweging of moeten adviseurs ze wijzen op de risico’s? Ook dit kan wellicht een groeistrategie zijn. Dus meer jongeren bereiken (via de digitale journeys) en proberen ze zich breder te laten verzekeren.
Een interessant vraagstuk, waarbij we ook de consolidatie in het intermediaire landschap en de daarmee samenhangende toegenomen schaalgrootte in ogenschouw moeten nemen. Dat draagt zeker bij aan de kansrijkheid en de realiseerbaarheid. Daardoor zullen partijen zoals Veldsink, Zicht, Heilbron en Fidus eerder in staat zijn om proposities voor jongeren te ontwikkelen, om technologische doorbraken te realiseren én duidelijk aanwezig te zijn in de communicatie (online en offline) om de doelgroep echt te bereiken.


ARJAN BOS


HONGER NAAR ONDERNEMERSCHAP: TVM DEKTE DE LADING NIET MEER

Een ceo die na twintig jaar z’n bestuursvoorzitterschap neerlegt is meestal rijp voor z’n pensioen. Niet vertrekkend TVM-directeur Arjan Bos. Ondanks z’n lange staat van dienst is hij nog maar net de vijftig gepasseerd. Een kleine nicheverzekeraar groeide onder zijn leiding uit tot de onbetwiste marktleider in logistiek en transport. Bos kijkt terug op zijn TVM-jaren en legt uit waarom hij de verzekeringsindustrie verlaat voor een directeurschap bij een internationaal logistiek bedrijf.
Door: Bart van de Laak Fotografie: Ronald Hissink
Nu goed, de verzekeringsbranche verlaten is inmiddels al weer te zwaar gesteld. Een paar weken voor het interview meldt advieskantoor VLC & Partners dat Bos toetreedt tot hun RvC. Commissariaten zijn Bos vaker aangeboden, maar hij heeft ze altijd afgehouden. Druk genoeg met TVM en zijn voorzitterschap van het TT Circuit Assen. Maar nu het tijdperk TVM ten einde is gekomen, ontstond er ruimte. “Ik had alleen niet gedacht dat het zo snel zou gaan”, zegt Bos.
VLC kocht onlangs het Bredase Westenburg Assurantiën, een kantoor met een grote transportportefeuille. VLC is een dochteronderneming van De Goudse en Geert Bouwmeester is een goede bekende van Bos. De puzzelstukjes vielen snel op hun plaats.
Eigenlijk net zoals dat ging met zijn nieuwe functie als directievoorzitter bij LV (Lensveld) Logistics, vertelt hij. De vorige directeur van het Vlaardingse familiebedrijf in transport zag veertien jaar lang toe op Bos als RvC-voorzitter bij TVM. En diens schoonvader Jan Lensveld was de RvC-voorzitter van de transportverzekeraar toen Bos’ vader Ad nog bij TVM aan het roer stond.
VAN BOS OP BOS
Van de 59 jaar die zijn verstreken sinds de oprichting van TVM, stond het ruim 45 jaar lang onder leiding van een Bos. Hoewel het geen familiebedrijf is, kun je het Bos amper kwalijk nemen dat hij wel graag spreekt over het bedrijf als zijn familie. Maar de verzekeraar die zijn vader begin deze eeuw aan hem doorgaf, heeft een compleet ander aanzien dan het TVM van 2021.
“Twintig jaar geleden werden we nog gedoogd door de andere verzekeraars. Aegon, Delta Lloyd, Achmea, Allianz, Zurich, Nationale-Nederlanden; iedereen deed wel iets in transport”, vertelt Bos. TVM was de kleine nichespeler daaronder. Maar naarmate de nieuwe eeuw vorderde, won de Hoogeveense verzekeraar langzaamaan marktaandeel. De echte omslag vond volgens Bos plaats rond de jaren van de financiële crisis. “Maatschappijen zijn keuzes gaan maken; waar zijn we goed in? Je wil top drie zijn in een segment. Als een verzekeraar dat niet was in logistiek en transport, dan stopten ze er mee of verlegden hun koers.”
De gedoogsituatie veranderde in een marktleiderschap. Bos bracht focus aan. “Iedereen die hier werkt denkt in logistiek en transport”, zegt hij trots. “Als er nu iets wijzigt in de logistieke regelgeving wachten andere verzekeraars eerst af om te zien wat TVM doet.” Bos doet het bescheiden overkomen alsof TVM simpelweg geprofiteerd heeft van een natuurlijke ontwikkeling bij andere verzekeraars. Maar niets is minder waar. De groei en het marktleiderschap zijn het gevolg van bewuste strategische keuzes. Focus en een sterk merk. TVM werd geladen met een gevoel via de internationale wielerequipe en later de schaatsploeg. Klanten werden deelgenoot van de sportsuccessen en met de brede bekendheid kon de verzekeraar zich groter voordoen dan het in werkelijkheid was.
GLIMMENDE TORENS
En waar andere verzekeraars zich graag terugtrekken in hun glimmende torens en zich vervolgens afvragen hoe ze relevant kunnen blijven in het leven van hun klant, heeft TVM zich onder Bos altijd naar buiten gekeerd. “We zijn een vraagbaak geworden”, zegt Bos. Noblesse oblige: “Als je een partij van belang bent in een bepaald segment, dan gaan mensen je ook zo zien.”
Het is een rol die de verzekeraar goed ligt. Door overal aan deel te nemen, blijft de expertise zich verder versterken. “We willen alle ontwikkelingen van dichtbij meemaken. Platooning, onbemande vrachtwagens, duurzaamheid, veiligheid; we worden voor allerlei projecten benaderd om mee te denken of te participeren. Als het om deze sector gaat, zeggen we eigenlijk nooit nee”, zegt Bos.
DE LOBBY
Dat TVM overal waar het over transport gaat aan tafel zit, leidde er zelfs toe dat Transport en Logistiek Nederland (TLN) zich op enig moment afvroeg wie nu precies de brancheorganisatie was. “TLN is de lobby naar Den Haag en Brussel. Maar wij hebben de contacten inmiddels ook wel.”
Niet helemaal verwonderlijk, want transport gaat volgens Bos ook altijd over politiek. Toen Engeland en Frankrijk kampten met een vluchtelingenprobleem, ging TVM naar Calais toe voor juridische adviezen. En in de eerste periode van de coronacrisis stond de verzekeraar op de barricades voor de chauffeurs die soms zelfs niet meer voor een toiletbezoek toegelaten werden.
HET PLATFORM
Het marktleiderschap, de voortrekkersrol: TVM bracht de transportondernemers in de coöperatie ook dichter bij elkaar. Er was steeds meer mogelijk. Op voorspraak van de ledenvergadering breidde
ARJAN BOS: ‘TWINTIG JAAR GELEDEN WERDEN WE NOG GEDOOGD DOOR DE ANDERE VERZEKERAARS; AEGON, ACHMEA, NN, IEDEREEN DEED WEL IETS IN TRANSPORT’
TVM uit naar België en Duitsland. De ‘natte tak’ werd toegevoegd toen steeds meer leden bleken te investeren in terminals om de binnenvaart te benutten. “En dan zegt je achterban ineens: ‘ziekteverzuim, waarom doen we dat niet zelf?’ De interactie met klanten brengt je bedrijf ook verder”, vervolgt Bos.
TVM is een belangrijk platform geworden voor de transportbranche. Het vertrouwen en de saamhorigheid zijn ook de eerste zaken die Bos noemt als hem wordt gevraagd waar hij trots op is. De coronacrisis vindt hij een goed voorbeeld. “Op sommige plekken was het veel te druk en waren er te weinig auto’s. En sommige vervoerders hadden het heel slecht en die hielden auto’s en chauffeurs over. Wij hebben gemerkt dat we die partijen heel makkelijk bij elkaar kunnen brengen.”
TRANSPORTMAN OF VERZEKERINGSMAN?
De successen ten spijt, Bos vertrekt. En niet naar een andere verzekeraar, maar naar een transportbedrijf. Is hij dan toch meer een transportman dan een verzekeringsman? “Ik ben meer een ondernemer”, antwoordt Bos. “Ik hou van het ondernemerschap. Dat is een belangrijke reden geweest voor deze stap.”
Hij werd wel benaderd vanuit de verzekeringshoek. Met regelmaat zelfs in de afgelopen twintig jaar. Maar de keuze voor een andere bedrijfstak was volgens Bos heel bewust. “Er is in de financiële sector enorm veel aandacht voor risk en compliance. Dat komt natuurlijk ergens vandaan, dat realiseer ik me goed. Maar heel veel regelgeving heeft ons er wel toe gebracht dat we qua ondernemendheid veel minder snel kunnen handelen. Die regeldruk was vroeger minder.” Bos zag hoe het directeurschap door de jaren heen steeds complexer werd. “Je hebt aan zo veel mensen verantwoording af te leggen. De ledenraad, de or, de RvC, je tweede- en derdelijnmanagers. In gedachten ben je heel veel bezig met de vraag hoe je besluiten over de bühne brengt. Natuurlijk moeten die goed onderbouwd zijn en ten aanzien van je strategie afgewogen, maar ik merkte dat het steeds meer beslag legt op je tijd.”
Hij doet zijn best om het niet te negatief te laten klinken. Bos erkent dat risk en compliance het bedrijf ook beter hebben gemaakt. Het is strakker ingericht. En de mensen aan wie hij verantwoording moet afleggen, doen dat uiteraard gerechtvaardigd vanuit hun rol. Maar de gedachte aan een directeurschap bij een bedrijf waar minder regels zijn, geeft Bos naar eigen zeggen een gevoel van vrijheid. “Het moet ook leuk zijn.”

DE SPORT
Een gesprek met Bos over twintig jaar TVM, gaat natuurlijk ook over sport. Met ‘het moet ook leuk zijn’ als uitgangspunt, was het niet vreemd geweest als Bos z’n carrière in die richting vervolgd had. “Ik heb daar wel over nagedacht. Bij sport ligt mijn hart. Maar het voelde uiteindelijk toch wat meer aan als hobbyisme en liefhebberij dan ik er zakelijk in zou willen participeren.”
De naamsbekendheid van TVM groeide vooral hard door de sportsponsoring. In eerste instantie met het wielerteam. Strategisch gekozen op het moment dat de verzekeraar steeds groter werd in wielerland België. En de schaatsploeg werd opgericht om het marktaandeel in Nederland te pushen.
HANDELEN IN VERTROUWEN
De sportploegen hebben TVM volgens Bos veel gebracht. In Thialf of aan de Champs-Élysées werden geen zakengedaan, maar wel onverwoestbare klantrelaties opgebouwd. Merkbeleving vindt Bos misschien nog wel belangrijker. “Ik heb altijd gezegd: wij handelen in vertrouwen. Als het vreselijk misgaat, kun je er op vertrouwen dat wij het oplossen. Maar dat is geen tastbaar product”, zegt Bos. “We zijn erin geslaagd om klanten het gevoel te geven dat als Jeroen Blijlevens een rit won in de Tour de France, of Sven Kramer een Olympische medaille, dat we dat met z’n allen voor elkaar gebokst hebben.”
LEIDING OV
Inmiddels heeft TVM een nieuwe directeur. Michel Verwoest heeft de leiding overgenomen. De twee zijn al enkele maanden samen op pad voor een goede overdracht. Wat Bos hem meegegeven heeft? “Dat de dynamiek hier verbonden is met de cultuur van het bedrijf. Collegialiteit, het familiaire, dat staat wel heel hoog in het vaandel. TVM is geen corporate bedrijf. Wij zijn geen ASR of Nationale-Nederlanden. Mensen zijn loyaal, geen jobhoppers; no nonsense en mouwen opstropen. Dat past bij de doelgroep logistiek en transport, maar past ook bij onze positie hier in het Noorden. Maak daar gebruik van en koester die waarden. Michel inmiddels kennende, gaat hij dat uitstekend doen.”
EEN WANDELING MET ANNEMARIE MIJER (ATHORA)
In coronatijd startte Annemarie Mijer in haar nieuwe baan als chief risk officer bij Athora Netherlands. “Dat was wel vreemd, en nog steeds heb ik niet alle collega’s live ontmoet.” Ze spreekt over risico’s en haar drijfveren. “Vroeger was het merk Zwitserleven geladen als de verzekeraar die voor jou een toekomst aan een wit zandstrand met palmbomen kan realiseren. Inmiddels is het voor mensen van belang om zelf keuzes te maken.”
Door: Monique de Vos Fotografie: Wilco van Dijen
Over het effect van corona op de organisatie zegt Mijer: “Ik verwacht dat een aantal zaken en gewoontes van voor corona niet meer terugkomen. Wij zijn de organisatie ook al aan het inrichten op hybride werken. Dat betekent dat je werkzaamheden bepalen waar je werkt. Wil je collega’s ontmoeten of brainstormen, dan kun je naar kantoor. Wil je afgezonderd werken, dan kan dat thuis of op speciale focuswerkplekken op kantoor.”
En hoe was dat thuis?
“Dat was eigenlijk heel gezellig, mijn zoon van negentien ging studeren aan de VU maar was thuis, mijn dochter van zeventien ook en mijn man, die ik destijds bij ING heb leren kennen, nam in deze periode het besluit om zijn loopbaan anders in te vullen en als leraar wiskunde aan de slag te gaan. Een belangrijk scharnierjaar voor ons. En we zaten heel gezellig met zijn vieren thuis, met elkaar lunchen, koken...”
Mijer besloot na de overname van Delta Lloyd door NN Group om niet mee te gaan en gebruikte die periode om na te denken over haar vervolgstap. “Ik heb ook wel andere sectoren verkend, maar uiteindelijk bleef de financiële dienstverlening trekken. Ik heb daar mijn ervaring opgedaan, ik vond het toch zonde om dan in een andere sector aan de slag te gaan. De complexe financiële wereld is een heel boeiende.” spinning, yoga. Ik moest ook wat kilootjes kwijt en dat is gelukt.”
Je CV ademt risk, was dat een bewuste keuze?
“Ik hield op de middelbare school al van complexe dingen. Ik ben samen met mijn vader gaan zitten om alle mogelijke studies langs te gaan. Mijn vader was apotheker, had farmacie gestudeerd, mijn moeder was thuis en ving mijn broer en mij op met thee en koekjes. In ieder geval zou ik geen pillen gaan draaien, had ik al bedacht; ik zou niet in mijn vaders voetsporen treden. Dus wij namen samen de lijst door. Als eerste studie op de lijst stond actuariële wetenschappen; dat leek me wel wat. De studie was vooral gericht op een wiskundige vertaling van financieel-economische risico’s en ik miste de vertaling naar de praktische toepassingen. Na die studie deed ik mee aan een wedstrijd die ING had uitgeschreven; het leek mij goed om voor mijzelf eens te bewijzen dat wat ik had geleerd ook praktisch toepasbaar kon maken. Ik had niet bedacht dat ik de eerste prijs zou winnen, naar Atlanta zou vliegen en een traineeship bij ING zou krijgen.”
Na ING/NN, ging je werken bij Delta Lloyd en na een periode bij ABN Amro Bank nu dan Athora. Is het heel anders?
“Uiteindelijk opereren deze bedrijven in dezelfde complexe financiële wereld, maar iedere organisatie en iedere RvB heeft een eigen cultuur en dynamiek. Ik vind het belangrijk om als collega’s met elkaar een team te smeden, onderling te verbinden. Dat moet nu ook weer gaan ontstaan bij Athora. We hebben binnen
De Wandeling is een rubriek waarin Monique de Vos in de buitenlucht een verfrissende ontmoeting heeft met smaakmakers uit de financiële dienstverlening, om zo meer te weten te komen over ‘de vent achter de tent’. Monique de Vos is partner van Chasse Executive Search in Den Haag.

de RvB in korte tijd wisselingen gehad, nu kunnen we weer meer vooruitkijken en als team aan de slag. Ook in de Risk-afdeling heb ik veranderingen doorgevoerd en zijn we met vijf nieuwe directieleden aan de slag gegaan.”
Athora is als merk (nog) niet zo breed bekend in Nederland, is dat bewust?
“Eigenlijk wel, Athora Netherlands is het merk dat we hanteren als werkgever, onze merken zijn Zwitserleven, Reaal en Actiam. Deze merken zijn bekend bij onze klanten en hebben een heel positieve lading dus het zou zonde zijn daar geen gebruik van te maken. We zijn veruit het grootste deel van de Athora Group, een Europese levens- en herverzekeraar. Als Athora Netherlands, focussen wij op pensioenen en individueel leven. We bepalen ons eigen beleid en spitsen onze dienstverlening toe op de Nederlandse klanten en maatschappij. En na lange tijd online met mijn collega’s te hebben gewerkt, heb ik er heel veel zin om ook live met het nieuwe team van start te gaan.”
Positief denken vanuit risk, een nieuwe omgeving met een nieuwe aandeelhouder, dat is hard werken. Is er tijd genoeg om te genieten van andere zaken?
“Zeker, en naarmate je ouder wordt, ga je meer relativeren en gaan thema’s als kwaliteit van leven, en belangrijk versus onbelangrijk een grotere rol spelen. Maak je druk om zaken die je kunt beïnvloeden en relativeer voor zover mogelijk. Wat is het ergste dat je kan overkomen? Je ziet toch veel voorbeelden om je heen waar de afweging anders wordt gemaakt. En zolang je gezond bent...”
Nog even over de rode draad in je loopbaan: risk.
“Veel mensen denken dat je als riskmanager risico-avers bent en heel voorzichtig keuzes maakt. Maar… als riskmanager neem je juist wel risico’s, maar heel doordacht en bewust. Je weegt voor- en nadelen af van bepaalde keuzes en neemt dan een afgewogen beslissing, voor een juist rendement.”
Kun je nog mee in de inhoud, nu je al jaren bestuurder bent?
“Tot op zekere hoogte wel, en ik weet natuurlijk de juiste vragen te stellen en de antwoorden op waarde te schatten. Ik vind het heel belangrijk om collega’s binnen Risk met de juiste kennis, kunde en ervaring een podium te geven om de beste oplossingen uit te kunnen denken voor onze klanten. Bovendien is het nemen van risico’s de grote drijvende kracht voor goed bestuur.”
Kijkt je ook naar andere sectoren en wat Athora en de verzekeringsbranche in het algemeen daarvan kunnen leren?
“Natuurlijk doen we dat, maar de klantbeleving die bijvoorbeeld Coolblue of Bol.com weten te veroorzaken, is lastig te evenaren als verzekeraar. Klanttevredenheid is wel essentieel; men moet vertrouwen hebben in de verzekeraar ten aanzien van het borgen van hun financiële toekomst doordat iemand bewust keuzes maakt én helder weet welke financiële risico’s hij of zij kan dragen. Ik ben ervan overtuigd dat verzekeraars over vijftig jaar

nog steeds relevant zijn in deze vorm. Wel moet de sector blijven inspelen op veranderende verwachtingen.”
En dan: “Vroeger was het merk Zwitserleven geladen als de verzekeraar die voor jou een toekomst aan een wit zandstrand met palmbomen kan realiseren. Inmiddels is het voor mensen van belang om zelf keuzes te maken, duidelijkheid te krijgen over hun financiële situatie. En ligt dus het accent niet meer op die verre toekomst onder een palmboom, maar op bewuste en duurzame financiële keuzes in iedere periode van een leven.”
Tot slot: Mijer houdt van koken, evenals haar man. “Dat was extra leuk in coronatijd”.
Een goede pasta carbonara komt regelmatig op tafel, zeg je. Maar wie zou je dan uitnodigen aan tafel?
Daar hoeft ze geen seconde over na te denken: “Ik nodig mijn managementteam uit. Vijf uitzonderlijke collega’s die over de afgelopen twaalf maanden zijn gestart in een nieuw team. We hebben nog niet de tijd en gelegenheid gehad om eens met elkaar te eten, een glas wijn te drinken en elkaar goed te leren kennen, driedimensionaal. En juist dan weet je wat je aan elkaar hebt. Dus zodra dat kan...”
ONZE GEZAMENLIJKE KLANT VAN GEMAK VOORZIEN
Woningzoekers hebben het niet makkelijk. En dat blijft voorlopig nog wel even zo. De Nederlandsche Bank voorspelt dat de huizenprijzen ook in de komende twee jaar blijven stijgen. Juist in deze moeilijke tijd is het belangrijk om te kijken hoe we als adviseur en hypotheekaanbieder nog meer van waarde kunnen zijn voor klanten. Een artikel van Linda Nieuwenhuizen, senior manager New Business & Diensten.
A ls een klant van plan is om een huis te kopen, speelt er - naast het regelen van de financiering - nog veel meer. Al bij de eerste oriëntatie op een woning zijn er allerlei vragen: welk huis past bij mij? Wat kan ik lenen? En welke maandlasten kan ik aan? Ook na het passeren van de hypotheek moet er van alles worden geregeld. De verzekeringen bijvoorbeeld, maar ook het verkoopklaar maken van de oude woning. Bij Centraal Beheer zetten we daarom niet onze producten, maar de klantreis centraal. Die reis begint bij de eerste kriebels over dat droomhuis op de hoek en eindigt pas als de laatste plint is gelegd. We maken daarbij de stap van verzekeraar naar brede dienstverlener. We bieden gemak bij het aankopen van een nieuw huis, het verduurzamen van de woning of tijdens het klussen. Door de klantinzichten die we ophalen, kunnen we de uitdagingen van woningzoekers steeds beter herkennen. Op deze manier komen we regelmatig tot nieuwe gemaksoplossingen.
Hulp bij het bieden
Eén van de grootste uitdagingen van woningzoekers op dit moment is bijvoorbeeld het bepalen van een bod. Je hoort steeds meer verhalen over mensen die keer op keer achter het net vissen. Niet zo gek als je bedenkt dat huizen tegenwoordig overboden worden met tien, twintig of zelfs dertig procent. Om woningzoekers te helpen bij het bepalen van een concurrerend bod, hebben we Woningrapport ontwikkeld. Hiermee ontvangen ze alle feiten over de werkelijke marktwaarde in één duidelijk rapport. Zo kunnen ze beter inschatten hoeveel ze willen betalen. Woningrapport voorziet in een behoefte van mensen die graag zelfstandig aan de slag gaan met bieden. Maar we weten ook dat het overgrote deel van de mensen het liefst aan tafel zit bij iemand die de markt door en door kent en die ze kunnen vertrouwen. De behoefte aan persoonlijk advies is juist nu misschien wel groter dan ooit. Door de wensen van onze gezamenlijke klant altijd als basis te nemen en elkaar hierbij waar mogelijk

Linda Nieuwenhuizen. te versterken, kunnen we nog meer van waarde zijn. Daar waar de klant een persoonlijk gesprek en gedegen advies nodig heeft, verwijzen we naar de hypotheekadviseur. En wanneer de klant graag zelf aan de slag gaat, bieden we de tools om het hen zo makkelijk mogelijk te maken.
Wegwijs in verduurzaming
Ook wat betreft verduurzaming zijn er volop mogelijkheden om elkaar te versterken. Uit ons onderzoek blijkt dat 98% van de potentiële huizenkopers serieus overweegt om te verduurzamen. Tegelijkertijd zien we dat veel consumenten door de hoeveelheid informatie niet weten waar ze moeten beginnen. Adviseurs vormen hierbij een belangrijke schakel. Ze kennen de situatie van de klant en zijn op de hoogte van lokale subsidieregelingen. Door klanten inzicht te geven in de financierings- en terugverdienmogelijkheden en door de weg te wijzen naar betrouwbare installatiebedrijven, bied je gemak op alle fronten. Centraal Beheer schiet daarbij graag te hulp. Met Duurzaam Woongemak helpen we klanten bijvoorbeeld met het plaatsen van zonnepanelen en het isoleren van de woning.
We gaan graag met u in gesprek om te kijken hoe we elkaar kunnen helpen om onze gezamenlijke klant nog meer gemak te bieden. Dat doen we graag op 28 september tijdens AMhypotheken 2021 - Financing the Future. Zien we u daar?