15 minute read

Frederiek Busweiler NHG

‘JE WONING NEEMT IN WAARDE TOE ALS JE VERDUURZAAMT; DAT VERHAAL WORDT VAAK OVERGESLAGEN’

ook niet goed doen.” Brounen ziet de oplossing hiervoor dan ook vanuit deze groep komen.

“Hypotheekverstrekkers en bankiers hebben zorgplicht. Ze horen je de beste optie aan te bieden en duurzaamheid hoort daar ook bij.” Koopt een klant iets wat op het eerste oog goedkoop lijkt, maar op termijn veel gaat kosten dan moet dit worden vermeld, vindt de econoom. “Eigenlijk moeten we dus doen wat we hebben afgesproken. Daar zou de overheid wel strenger in kunnen zijn. Er moeten prikkels komen waardoor iedereen – consumenten maar ook adviseurs – meer worden gestimuleerd te streven naar verduurzaming. Dat is nu nog niet zo.”

Financiële prikkel

Het bieden van een financiële prikkel, daar zit een grotere kans om mensen daadwerkelijk tot actie aan te zetten volgens Hagedoorn. “Verduurzaming kun je op het klimaat betrekken, dat spreekt een deel van de mensen aan, maar lang niet iedereen. Op een praktischer niveau heeft het ook financiële gevolgen en ik denk dat de meeste mensen daarop reageren. Rentekorting of lagere maandlasten zijn bijvoorbeeld concrete voordelen van verduurzaming.” De financieel adviseur kan hierbij een belangrijke rol spelen door dit standaard mee te nemen in het advies en het een even belangrijke plek te geven als overlijden en arbeidsongeschiktheid, aldus Hagedoorn.

Brounen: “Ik denk ook zeker dat financiële prikkels heel effectief zijn. Wat ik merk, is dat mensen die gaan verduurzamen vaak denken aan hoeveel ze besparen op hun energierekening. Dat is natuurlijk van belang, maar dat is niet het hele verhaal. Een andere financiële prikkel is hoeveel je woning in waarde toeneemt als je verduurzaamt. Dat verhaal wordt vaak overgeslagen, omdat taxateurs daar bijvoorbeeld helemaal niet over praten.”

Het is nu al redelijk ingeburgerd in de markt dat er rentekorting wordt gegeven voor energiezuinige woningen, volgens Brounen. “Er zijn ook geldverstrekkers die wat verder gaan door een B-label rentekorting te geven. Of geldverstrekkers die erover nadenken om mensen die verduurzaming toepassen, door bijvoorbeeld van F-label naar B-label te gaan, ook rentekorting te geven. Dan bereik je een grotere groep en beloon je mensen die verduurzaming toepassen in plaats dat je alleen kijkt naar de energiezuinige woningen.”

Volgens Hagedoorn gaat bijvoorbeeld Triodos daar wat verder in dan de rest van de markt. De bank geeft niet alleen rentekorting op basis van de energiezuinigheid van de woning, maar financiert alleen volledig bij minimaal B-label. Wie dat niet heeft, kan wel volledige financiering krijgen, maar moet de woning eerst naar B-label brengen. “Zij zitten in de goede richting. Als je het meeneemt in de leennormen, dan maak je het heel tastbaar voor mensen. Ik vind dat een goede maatregel.”

Dirk Brounen

‘Zoek de samenwerking op’

Hagedoorn pleit er ook voor om verduurzaming gezamenlijk op te pakken. “Het gebeurt nu mondjesmaat dat het intermediair of de geldverstrekker zelf de klant benadert, dat zal richting de toekomst veel vaker gaan gebeuren.” Verduurzaming wordt volgens hem ook voor geldverstrekkers en consumenten steeds belangrijker. “Het louter toesturen van een mailtje naar mensen is niet voldoende om ze in beweging te krijgen. Je zult het veel actiever moeten oppakken. Wellicht dat je dit in de samenwerking tussen intermediair en geldverstrekker kunt opzetten.”

Ook de overheid zou nog kunnen kijken naar de rol van de financieel adviseur, zegt Hagedoorn. “Als consumenten een soort vergoeding zouden krijgen voor financieel advies, dan vormt dat ook niet meer de drempel. We weten uit ervaring dat als ze eenmaal aan tafel zitten, de kans veel groter is dat ze daadwerkelijk stappen gaan zetten. En wellicht dat geldverstrekkers nog meer kunnen kijken naar hoe ze het in hun verstrekkingsbeleid kunnen meenemen. Dat je mensen er veel meer mee confronteert.”

NHG VERKENT: HOE KUNNEN WE VERDUURZAMING VOOR VVE’S MET GARANTIES VERDER AANJAGEN

Woningkopers lossen sinds 2013 verplicht af voor een NHG-hypotheek. De prijzen gaan door het dak en de economie groeit. Afgelopen kwartaal waren er slechts acht verliesdeclaraties in heel Nederland. Hoe blijf je als garantieverstrekker voor hypotheken dan relevant? Op 28 september bespreekt manager beleid- en productontwikkeling Frederiek Busweiler op AMhypotheken de veranderende rol van NHG. Zes vragen.

Door: Bart van de Laak

Steeds minder verliesdeclaraties, steeds minder nieuw afgegeven garanties. Hoe relevant is NHG nog anno 2021? “Vooropgesteld: wij zijn niet langer alleen een garantieverstrekker. We benutten onze positie tussen markt en overheid in om samen actuele problemen op de woningmarkt op te lossen. Allereerst is dat natuurlijk het kunnen vinden van een woning. Voor starters is dat de grootste uitdaging. De disbalans tussen vraag en aanbod die je nu ziet op de markt zorgt ervoor dat kwetsbare groepen als eerste buiten de boot vallen. Dat doet ons als NHG pijn. Een rechtvaardige en eerlijke woningmarkt is waar wij voor staan. Daarnaast zien we een enorme uitdaging in de verduurzaming van de woningvoorraad. Dat geldt ook voor de woningen waar NHG borg voor staat. We vinden dit belangrijk vanuit maatschappelijk perspectief, maar voor bewoners ook in wooncomfort en waardeontwikkeling. En tot slot hebben we te maken met een pandemie. Economisch gaat het nu goed en is er geen reden tot zorg. Maar we hebben ons er wel zorgen over gemaakt. Bijvoorbeeld voor de situatie die kan ontstaan als de steunmaatregelen op 1 oktober ophouden en er een renteverhoging plaatsvindt. In die combinatie zouden de betalingsproblemen kunnen toenemen. En dat is waar wij klaar voor moeten staan.”

Je zegt dat jullie er zijn voor starters, terwijl daar de instroom steeds kleiner wordt. Toch hebben jullie ervoor gekozen om de stijging van de NHG-kostengrens af te remmen. Waarom was dat? “Wij willen met de kostengrens een anticyclische werking hebben op de woningmarkt. We willen de stijging van de huizenprijzen niet nog verder aanjagen. Maar toegang tot financiering is ook belangrijk, dus daar moeten we telkens afwegingen in maken. Hier hebben we gekozen voor een systematiek die de ontwikkelingen vertraagd volgt. Zodat we stijgingen en dalingen van de huizenprijzen niet met ons beleid verder beïnvloeden.”

Kun je eens uitleggen waarom de oude methodiek voor het berekenen van de kostengrens olie op het vuur gooit? “Wat je doet met NHG is het vergroten van de mogelijkheden van de consument. In zekere zin stimuleer je daarmee de vraag. In een markt waarin er al heel veel vraag is, willen we daar zorgvuldig mee omgaan”.

Schiet je daarmee niet je doel voorbij? Starters zullen toch wel kopen. Alleen doen ze dat nu veel vaker zonder NHG-vangnet. “Dat is ook lastig en dat doet ons ook pijn. Het is een dilemma. Wij denken dat het verhogen van de kostengrens niet de manier is om die doelgroep te helpen. We zijn nu aan het inzoomen om te zien hoe kwetsbare groepen zijn geraakt door corona en of we daar een uitzondering voor kunnen maken in hun toegang tot een hypotheek. Denk aan mensen met een flexibel inkomen, uitzendkrachten of zzp’ers. Op die manier kijken we voor kleinere doelgroepen wat we kunnen betekenen. Maar op de markt als geheel zouden we een prijsopdrijvend effect kunnen veroorza ken en dat willen we niet. En uiteindelijk stijgt de kostengrens wel, maar vertraagd.”

NHG heeft de afgelopen jaren van woningverduurzaming een speerpunt gemaakt. Heeft dat al gebracht wat jullie ervan verwacht hadden? “We zijn er nog lang niet. We hebben nog een grote opgave in het verminderen van slechte labels in onze portefeuille. Als NHG zijn we op zoek naar waar we waarde kunnen toevoegen. Een financiering is een gestandaardiseerd en individueel product. Je sluit die misschien af met je partner, maar dat is het wel. Tegelijkertijd is er gezamenlijk veel meer mogelijk. Op het gebied van toegang, maar ook van verduurzaming. Denk aan VvE’s, waar veel woningen in onze portefeuille onderdeel van zijn. Als individuele consument kan verduurzamen lastig zijn, maar als VvE is het net nog een tandje ingewikkelder. Daar zit een gat waar wij als NHG op kunnen inspelen. Dat zijn we aan het verkennen; hoe kunnen we met een garantie financieringen voor verduurzamingsmaatregelen aan VvE’s verder aanjagen.”

Dat lijkt me ingewikkeld. Dan heb je ineens met veel partijen te maken. “Het is ook ingewikkeld. Geen van deze problemen is makkelijk. Je hebt een collectief, maar binnen het collectief zitten verschillende individuen en die wil je allemaal beschermen tegen te veel financiering. Maar hoe beoordeel je dat dan? Maar dit is wel de beweging die we moeten maken. We moeten samenwerken, de krachten bundelen. Kleine stapjes nemen, data verzamelen en die data delen met marktpartijen en beleidsmakers. Daar kunnen wij als NHG waarde toevoegen.”

DE GROTE IDEALEN EN AMBITIES VAN VIISI

‘NAAR DE MARKTLEIDER WORDT GELUISTERD’

Tom van der Lubbe weet het zeker. In 2030 is Viisi Hypotheken marktleider in hypotheekadvies. En de grootste bedreiging voor dat doel komt niet van externe factoren, maar is volgens de medeoprichter een interne: te snel willen groeien. Aan zelfvertrouwen ontbreekt het niet. “Zo lang wij de beste werkgever zijn voor onze medewerkers en we de hoogste tevredenheidscijfers krijgen van onze klanten, komt de groei vanzelf.”

Eigenlijk wil Van der Lubbe liever niet praten over specifieke jaartallen of targets. Marktleiderschap is voor Viisi namelijk geen doel, maar een middel. Het doel is duurzame verandering brengen in de financiële sector. Als je dat wil bewerkstelligen, moet je wel zorgen dat er naar je geluisterd wordt. “Op dit moment vindt behalve een verdwaalde journalist niemand het interessant wat wij vinden”, zegt Van der Lubbe.

En als de marktleider spreekt, dan luistert men wel, verwacht de mede-oprichter van het bedrijf. Hij schat in dat 20 procent marktaandeel genoeg is om aan kop te komen. “Maar het mag ook 50 worden.” Grote ambities, maar Viisi heeft ook grote ideeën om over het voetlicht te brengen.

Kortzichtigheid van de branche

Van der Lubbe kan zich er ontzettend aan storen hoe weinig de financiële dienstverlening in het algemeen belang denkt. Waarom verzetten hypotheekadviseurs zich zo tegen de registratie van studieschulden? Waarom schrijven de contentmarketeers van de grote advieskantoren nog steeds verhalen over het gunstig benutten van de jubelton? Waarom verzet de sector zich niet veel sterker tegen de hypotheekrenteaftrek? Het is volgens Van der Lubbe allemaal wel erg kortzichtig.

Viisi-medewerkers bloggen er dus lustig op los om hun mening en purpose onder de aandacht te brengen. Adviesinhoudelijk bij de vakpers, maar bij andere media bijvoorbeeld ook wat betreft hun eigen HR-beleid. Een gezond bedrijf begint volgens Van der Lubbe met tevreden personeel: People first. Viisi won zo drie jaar achter elkaar de prijs voor beste werkgever van Nederland, in de categorie tot vijftig medewerkers.

Geen franchisenemers

Het bedrijf is ook anders ingericht dan andere adviesketens. Er zijn geen franchisenemers bij Viisi. Alle medewerkers zijn in dienst. Een bewuste keuze, vertelt Van der Lubbe. “Het kan gebeuren dat je vanuit het overkoepelend belang een beslissing moet nemen die ongunstig uitpakt voor enkele franchisenemers. Vaste tarieven bijvoorbeeld of juist meer differentiëren. Dan zou je dat eerst uitgebreid moeten bespreken en dan ben je minder wendbaar. Dat wilden we niet.”

Dat zou je ook als gemiste kans kunnen zien. Er zijn ongetwijfeld bestaande kantoren die de missie van Viisi onderschrijven en zich graag aansluiten. Maar Van der Lubbe zit er niet op te wachten. “We hebben een heel andere cultuur. Al onze dertig adviseurs hebben we zelf intern opgeleid. Iedereen is universitair geschoold met maximaal twee jaar werkervaring. Niemand heeft eerder bij een bank of keten gewerkt. Vanuit de logica dat wíj degenen zijn met onderscheidend vermogen, hebben we geen mensen nodig die ons komen vertellen hoe we het beter kunnen doen.”

Het is volgens Van der Lubbe zeker niet zo dat ervaring een vies woord is bij Viisi. De zelf opgeleide adviseurs worden ondersteund door een eigen kredietafdeling waar de mensen met heel veel ervaring zitten. Daar wordt elke aanvraag die de deur uitgaat uitvoerig gecontroleerd. “Vanuit kwaliteitsoverwegingen”, zegt Van der Lubbe. “Het dossier dat Viisi bij de geldverstrekker aflevert, daar mag geen fout in zitten.”

Het team van Viisi.

thema: XXXXX XXXXX XXXXX thema: HYPOTHEKEN

Landelijke dekking geen doel

Moeite met het vinden van nieuwe mensen heeft Viisi niet. Het gros van de aanwas wordt aangedragen door bestaande medewerkers. Dat werkt het beste volgens Van der Lubbe. Maar het zorgt er ook voor dat de groei van Viisi meer kenmerken heeft van een olievlek dan van gestructureerde uitbreiding naar een landelijke dekking. Van der Lubbe hoeft ook niet per se op stel en sprong een dependance in Groningen of Maastricht te hebben. De meeste omzet komt immers uit de Randstad. Jonge, pas afgestudeerde professionals, dat is de doelgroep van Viisi.

Viisi preekt niet voor eigen parochie

Het is ook een groep die het steeds lastiger heeft op de koopmarkt. Starters leggen het af tegen beleggers. En zij die wel kunnen kopen, steken zich diep in de schulden voor hun een eerste woning. Van der Lubbe maakt zich daar grote zorgen over. Hij noemt de huidige woningmarkt het gevolg van compleet marktfalen. De overheid had al lang moeten ingrijpen, maar heeft eigenlijk het tegendeel gedaan, betoogt een geagiteerde Van der Lubbe. Al preekt hij niet voor eigen parochie als hij dat zegt.

op over iets waar we zelf het minste last van hebben.” Ruim de helft van de jonge kopers bij Viisi gebruikt volgens Van der Lubbe de jubelton om een huis aan te schaffen. Toch zou hij er liever vandaag dan morgen vanaf zijn. “Het is niet liberaal. De regeling was ooit bedoeld als een tijdelijke conjuncturele maatregel, maar is niet meer afgeschaft. Hartstikke fijn dat jij door je ouders geholpen kan worden, maar vreemd dat je daar fiscaal ook nog een voordeel aan moet hangen.”

Boze studenten bellen

Het is niet het enige onderwerp waar Viisi met hun mening tegen het kortetermijnbelang van hun klanten ingaat. De studiefinanciering is er nog zo een. Van der Lubbe is groot pleitbezorger van een verplichte BKR-registratie van de schuld. Een angstbeeld voor veel studenten die fors bij DUO in het krijt staan. Het zou Van der Lubbe niet verbazen als dat standpunt Viisi enkele klanten gekost heeft.

“Dat zou kunnen. Anderzijds kunnen onze adviseurs heel goed uitleggen dat het risico veel te groot is. Dat er een situatie kan ontstaan die niet meer te lijmen is. Wij staan voor zuiver goed advies. Dan is het relevant dat alle schulden die er zijn, goed geregistreerd worden.”

Vanwege zijn uitgesproken mening over het onderwerp wordt Van der Lubbe nog wel eens gebeld door een boze studentenvakbond. Hij legt ze telkens uit dat Viisi nog radicaler is dan zij. “Dan zeg ik: ‘Scheid de thema’s en focus je liever op de hervorming van het hele systeem van studiefinanciering. Wil je zoveel mogelijk gelijke kansen? Wil je juist ook kinderen uit lagere sociale milieus of met een migratieachtergrond steunen? Dan moet je terug naar het systeem waar ik onder gestudeerd heb. Dan moet je zorgen dat studeren volledig gratis is én je steun krijgt’.”

Steun vanuit het bedrijfsleven

Viisi heeft zich gericht op het hervormen van de financiële dienstverlening. Van der Lubbe zou graag zien dat het algemeen belang überhaupt wat meer aandacht kreeg in het bedrijfsleven. Dat VNO-NCW zich eerder uitgesproken had tegen Booking.com toen het eerst miljoenen coronasteun incasseerde en vervolgens toch het personeelsbestand decimeerde. Dat bedrijven muisstil blijven als het gaat om de milieugevolgen van de uitbreiding van Schiphol.

Of dat banken zich eens zouden uitspreken tegen de belastingvlucht van grote multinationals. “Als bedrijfsleven dragen we mede de verantwoordelijkheid voor een stabiele economie met stabiele belastinginkomsten. Dat is het algemeen belang. Als we allemaal net zoveel belasting betalen als Apple of Unilever, dan zouden we helemaal geen belastinginkomsten meer hebben. Het aandeelhouderskapitalisme met de focus op het eigen kortetermijnbelang is volledig doorgeschoten.”

DUURZAME VERANDERING

Wat betekent duurzame verandering voor Viisi binnen de adviesbranche? Wat Van der Lubbe betreft gaat dat ook over openheid. “Wij willen dat er transparantie komt over de geldstromen. We willen dat een klant precies weet waar het geld vandaan komt, en waar het naartoe gaat. Al je in de supermarkt een pak hagelslag koopt, dan kijk je op de achterkant waar de chocolade vandaan komt. Maar als je een hypotheek afsluit dan ontbreekt die informatie. Wat Tony Chocolonely heeft bereikt in de chocolademarkt, dat willen wij ook in hypotheken.”

BINNEN 5 TOT 10 JAAR OP 20 PROCENT MARKTAANDEEL

Het is volgens Van der Lubbe’s rotsvaste overtuiging geen kwestie van óf, maar wanneer het marktaandeel van 20 procent bereikt wordt. Dat is vooral een operationele uitdaging. “We komen als oprichters uit een bedrijf met duizenden adviseurs. We weten wel hoe we een onderneming moeten opschalen. Rustig, stap voor stap en telkens zeggen: kwaliteit is het uitgangspunt en we hebben geen haast. Als er iets fout gaat en we komen erachter, neem rust, corrigeer en ga weer verder. Uiteindelijk gaat de groei steeds sneller.” De concurrentie vindt Van der Lubbe geen factor van belang. Dat Veldsink bijvoorbeeld de Van Bruggen Groep overneemt, daar ligt hij niet wakker van. “Nee, dat interesseert me helemaal niks. Laat ze het allemaal maar doen. Niets is moeilijker dan een bedrijf integreren omdat het een enorm cultuurthema is.” Hij wil Viisi ook eigenlijk helemaal niet met de klassieke franchiseketens vergelijken. “Die hebben kantoren in winkelstraten, bedienen een ander klantensegment, ze hebben geen doelgroepfocus. Behalve het feit dat we allebei hypotheekadvies aanbieden, doen we eigenlijk alles anders.” Hoe snel de groei precies zal gaan kan Van der Lubbe niet voorspellen. Maar die 20 procent moet wel binnen 5 tot 10 jaar behaald zijn. Tussen 2020 en 2022 moet de omzet in ieder geval verdubbeld zijn. “Wat dat betreft zitten we precies op plan.”

Bal ligt in Den Haag

Viisi heeft veel idealen om te bereiken. Maar is het wel de taak van één bedrijf om zich als stem van de markt te profileren? Is een branchevereniging voor hypotheekadviseurs als de OvFD daar niet de geijkte instantie voor? “Die clubs kun je allemaal vergeten”, zegt Van der Lubbe. “Ik denk dat alleen de NVB met de grote banken de geijkte instantie is. Het probleem blijft dat het kortetermijnbelang het wint van het langetermijnbelang. De AFM en ook DNB hebben zich vaak genoeg uitgesproken, maar de grote banken moeten het zelf inzien óf de politiek moet ingrijpen. De vraag is wat waarschijnlijker is.”

Volgens Van der Lubbe krijgt Viisi op social media veel bijval voor de blogs die ze publiceren. Juist ook vanuit de financiële dienstverlening. “Iedereen begrijpt de problematiek. Of het om belasting of klimaat gaat, ze hebben allemaal zelf kinderen of kleinkinderen en maken zich zorgen. Maar dat soort berichten schrijven ze alleen vertrouwelijk. Ze kunnen dat niet in de commentaren op LinkedIn zetten. Dit soort problemen kan alleen de overheid oplossen. Maar die laat het op dit moment helaas afweten.”

This article is from: