Samen Beter magazine | april 2025

Page 1


Samen Beter

Nieuwsmagazine AZ Sint-Blasius

Nr 17 april 2025

Op de hoogte blijven van onze activiteiten en nieuwsberichten? Schrijf je in: www.azsintblasius.be/onzenieuwsbrief.

INHOUD

2-5 AZ Sint-Blasius: innovatieve zorgorganisatie

6 Apotheekassistenten ondersteunen dienst spoedgevallen

7-8 Logiz: logistiek assistenten als zorgondersteuner

9 Patiëntenvervoer na een operatie

10-11 Psychiatrische expertise rechtstreeks aan bed bij de patiënt

12-13 Blij met de initiatieven: de impact op een zorgafdeling

14 Veilig thuis herstellen dankzij telemonitoring

15 Nieuwe artsen in AZ Sint-Blasius

16 Werken bij ons

COLOFON

V.U. - Karen Pieters

REDACTIE - Ingrid Baert, Dominique Potteau, i.s.m. Zorgcommunicatie.be

CONTACT - AZ Sint-Blasius - 052 25 20 11 Kroonveldlaan 50, 9200 Dendermonde Koevliet 6, 9240 Zele info@azsintblasius.be - www.azsintblasius.be

VORMGEVING - Ingrid Baert

FOTOGRAFIE - Liesbeth Philips

OP DE COVER De innovatieve zorgorganisatie werpt vruchten af en dat is voelbaar op de verblijfsafdelingen. Adjunct-hoofdverpleegkundige Veerle Van Eynde (Geriatrie 1) is blij dat de werklast daalt en dat de tijd voor de patiëntenzorg én de werkvoldoening toenemen. Lees het artikel op pagina 12.

Samen anders, samen beter

Al vele jaren is verpleegkunde een knelpuntberoep. Dat laat zich ook in AZ Sint-Blasius voelen.

Vacatures geraken niet zo vlot meer ingevuld, waardoor de werkdruk op de afdelingen toeneemt.

Hoe kan je die werkdruk verlagen en tegelijk de kwaliteit van de zorg versterken?

Dat was de centrale vraag bij de start van het project ‘innovatieve zorgorganisatie’. Het leidde tot een resem initiatieven van het verpleegkundig en paramedisch departement, waarvan er vandaag al enkele op kruissnelheid zijn.

Dat deze innovatieve zorgorganisatie effectief vruchten afwerpt, mag blijken uit de vele verhalen in dit magazine. Niet alleen de verpleegkundigen, maar zowat alle functies winnen erbij.

En dankzij de blijvende focus op kwaliteit en patiëntveiligheid, vaart ook elke patiënt er wel bij.

Een innovatieve zorgorganisatie

Het project ‘innovatieve zorgorganisatie’ is de voorbije jaren uitgegroeid tot een veelheid van kleine en grotere projecten. Het geheel wordt gecoördineerd en in goede banen geleid door verpleegkundig en paramedisch directeur Peter Van Puyvelde en verpleegkundig en paramedisch diensthoofden Tim Van Laethem en Katrien Goossens.

“De krapte op de arbeidsmarkt is al jaren voelbaar in de zorgsector,” zegt Peter Van Puyvelde. “Toch slaagden we er in AZ Sint-Blasius lange tijd in om voldoende nieuw talent aan te trekken. In 2022 kwam de ommekeer. Vacatures bleven langer open en er waren minder kandidaten voor elke functie. Dat dwong ons om na te denken over een heroriëntering.”

Focus op de kerntaken

Het ziekenhuis betrok de hoofdverpleegkundigen bij het denkproces.

“We organiseerden een workshop met de leidinggevenden. Samen dachten we na over de toekomst. Hoe ziet de ideale organisatie van het werk op een afdeling eruit? Hoe kunnen we de werkorganisatie bijsturen en tegelijk de kwaliteit en de patiëntveiligheid verhogen? Samen onderzochten we diverse sporen voor een innovatieve zorgorganisatie.”

“De

werkorganisatie bijsturen én

de kwaliteit van de zorg verhogen.
Dat is ons uitgangspunt.”

van links naar rechts: Tim Van Laethem, Katrien Goossens (verpleegkundig en paramedisch diensthoofden), Peter Van Puyvelde (verpleegkundig en paramedisch directeur)

Een denkoefening bestond erin om het takenpakket van verpleegkundigen uit te zuiveren. Traditioneel nemen verpleegkundigen naast hun kerntaken een aantal opdrachten op zich, die niet per se tot het verpleegkundig profiel behoren. Deze opdrachten kunnen even goed door andere medewerkers uitgevoerd worden.

Het ziekenhuis ging hierbij niet over één nacht ijs. “We onderzochten verschillende pistes en dachten er grondig over na,” zegt Peter Van Puyvelde. “We vinden het belangrijk dat zorgtaken uitgevoerd worden door een evenwichtig samengesteld team van verpleegkundigen en zorgkundigen, onder leiding van een hoofdverpleegkundige.

Voor logistieke ondersteuning en niet-zorgtaken ligt dat anders. Die hoeven volgens ons niet binnen het zorgteam geïntegreerd te worden. Zo kunnen de hoofdverpleegkundigen zich focussen op hun kernopdracht: kwaliteitsvolle zorgverlening.”

De inschakeling van zorgkundigen in de zorgteams was vrij nieuw voor AZ Sint-Blasius. “Doordat de zorgkundigen een deel van de dagelijkse zorgtaken op zich nemen, kunnen de verpleegkundigen zich op specifiek verpleegkundige taken richten,” zegt Tim Van Laethem. ”Om de expertise en de kennis op de afdelingen hoog te houden, werken we daarnaast met diverse expertrollen.”

Meer ondersteuning op de afdelingen

De workshop met de hoofdverpleegkundigen leverde heel wat waardevolle voorstellen op. “We hebben al die voorstellen getoetst op haalbaarheid. En we hebben prioriteiten bepaald. Je kunt immers niet alles tegelijk veranderen,” zegt Katrien Goossens. “Soms moet je ook keuzes maken. Ken je logistieke medewerkers toe per afdeling? Of maak je een centrale logistieke pool? Na afweging van alle voor- en nadelen kozen we voor de tweede piste, maar zorgden tegelijk, in overleg met de hoofdverpleegkundigen, voor meer ondersteuning op de afdelingen.”

Het overleg met de leidinggevenden bepaalt mee het succes van de innovatieve zorgorganisatie. “We werken zoveel mogelijk op maat,” benadrukt Peter Van Puyvelde. “Bijvoorbeeld voor het Logiz-project: de psychiatrische afdeling, de kinderafdeling en de revalidatie zijn anders georganiseerd dan de standaard verblijfsafdelingen. Daar hebben we rekening mee gehouden.

Ook met de facilitaire diensten werken we goed samen. Er is een grote bereidheid om bepaalde taken, zoals het vervoer van patiënten of ondersteunende taken, mee op te vangen. Verschillende diensten leveren grote inspanningen en leggen de nodige flexibiliteit aan de dag. Samen gaan we ervoor!”

Katrien Goossens kan het alleen maar bevestigen. “Ook met het medisch departement en de apotheek werkten we prima samen. Ik denk bijvoorbeeld aan het project rond de medicatie-anamnese op de dienst spoedgevallen. De thuismedicatie is niet altijd gekend tijdens het verblijf op spoed. Wanneer patiënten worden gehospitaliseerd zorgt dit voor veel extra werk voor de verpleegkundigen van de verblijfsafdeling. Doordat apotheekassistenten dit op spoed al in kaart brengen, verhoogt de patiëntveiligheid en vermindert de werklast op de afdelingen. Je voelt dat iedereen in het ziekenhuis het belang en de meerwaarde van de innovatieve zorgorganisatie beseft. Ook omdat we er meer dan eens in slagen om tegelijk de kwaliteit van de dienstverlening te versterken.”

Expertrollen garanderen kwaliteit

Die kwaliteit zit dikwijls in de expertise die via de expertrollen ziekenhuisbreed wordt ingezet. Een mooi voorbeeld hiervan is het Rapid Response Team. “Dat team bestaat uit verpleegkundigen van de dienst Intensieve Zorgen met jaren ervaring,” licht Katrien Goossens toe. “Als de parameters van een patiënt op een andere afdeling plots achteruitgaan, krijgt het Rapid Response Team automatisch een melding. Het team kan vanop een afstand een risico-inschatting maken en advies geven. Zo nodig gaat een expert van het Rapid Response Team meteen ter plaatse om ondersteuning te bieden op de afdeling.”

Datzelfde principe wordt toegepast in de psychiatrische liaison. “Verpleegkundigen van de PAAZ –de psychiatrische afdeling– brengen hun psychiatrische expertise binnen op de andere afdelingen. Zij ondersteunen de zorgteams bij de zorg voor psychisch kwetsbare patiënten.”

“We plannen ook een uitbreiding van de geriatrische liaison, met verpleegkundigen die expertise hebben in de zorg voor de oudere patiënt. We willen meer en meer expertrollen ontwikkelen, om de verblijfsafdelingen te versterken en de kwaliteit van de zorg te verzekeren,” zegt Katrien Goossens.

“De impact van de expertrollen is elke dag voelbaar op de afdelingen,” zegt Peter Van Puyvelde. “Ze adviseren en ondersteunen niet alleen, ze delen hun kennis en ervaring met de verpleegkundigen op de afdelingen, die op hun beurt expertise opdoen.”

Communicatie en overleg

Sommige projecten tonen hun meerwaarde meteen, andere projecten moeten zichzelf eerst bewijzen. “Het voorstel om het patiëntenvervoer meer in handen te geven van logistieke medewerkers, werd meteen op applaus onthaald,” zegt Tim Van Laethem.

“Een project als het Rapid Response Team heeft wat meer tijd nodig gehad om iedereen te overtuigen. Daarom besteden we veel aandacht aan goede communicatie en overleg. Soms moet je dingen ook gewoon een tijd de kans geven om hun nut te bewijzen. Enkele weken na de opstart van het Rapid Response Team was iedereen overtuigd.”

“We steken veel tijd en energie in het uittekenen van de procesflow en het onderbouwen van onze aanpak met cijfers en data. Ook dat helpt om iedereen te overtuigen,” zegt Peter Van Puyvelde.

“Een troef waren ook de extra kansen die de innovatieve zorgorganisatie biedt voor heel wat medewerkers. Verpleegkundigen krijgen de kans om door te groeien in expertrollen. Een aantal medewerkers van de schoonmaakdienst en de voedingsdienst zijn doorgegroeid naar een logistieke functie. Logistiek medewerkers kregen nieuwe verantwoordelijkheden, met meer patiëntencontact. Medewerkers inzetten op hun talenten zorgt bij iedereen voor meer motivatie, meer betrokkenheid en meer voldoening,” zegt Tim Van Laethem.

Van opname tot thuismonitoring

De diverse projecten van de innovatieve zorgorganisatie volgen het traject dat een patiënt aflegt: van de opname, over het verblijf, tot de nazorg en de thuisopvolging.

“Door dat traject te volgen, konden we de projecten met de grootste impact selecteren,” zegt Peter Van Puyvelde. “De medicatie-anamnese op de spoedgevallendienst is een voorbeeld van een project voor een gestroomlijnde opname. Ook de uitbreiding van de preoperatieve raadplegingen, waar we dit jaar sterk op inzetten, zal helpen om de werkdruk bij een opname te verlichten. Tegelijk zorgt de preoperatieve raadpleging voor een betere patiëntenervaring.”

“Aan het andere eind van het zorgpad hebben we bijvoorbeeld een project waarbij patiënten na een colorectale ingreep (darmchirurgie) of een urologische ingreep sneller naar huis kunnen, waar ze verder van op een afstand opgevolgd worden.

Die telemonitoring loopt perfect veilig. Ook dat biedt kansen om de druk op het verpleegkundig team op de afdeling te verminderen.”

“Projecten als het Rapid Response Team, de psychiatrische liaison en de overdracht van goed omlijnde taken naar zorgkundigen, apotheekassistenten en logistieke medewerkers, zijn dan weer voorbeelden van initiatieven die het verschil maken tijdens het verblijf van de patiënt,” zegt Peter Van Puyvelde.

Zorgteams van de toekomst

Een grote uitdaging die nog wacht, is de uitbouw van de nieuwe zorgteams met medewerkers van verschillende kwalificaties. “De eerste basisverpleegkundigen studeren af in juni 2026,” zegt Tim Van Laethem. “Tegen die tijd moeten we klaar zijn met het nieuwe concept van zorgorganisatie. De basisverpleegkundigen zullen werken onder de supervisie van bachelorverpleegkundigen, die een coördinerende rol zullen opnemen. Dat vergt nieuwe vaardigheden van deze bachelors. Zij zijn het niet gewoon om te coördineren, aan te sturen en te delegeren. Tegelijk biedt dat ook nieuwe kansen, die hun functie aantrekkelijker maken. Net zoals de expertrollen kansen bieden,” besluit Tim Van Laethem.

Bewezen nut van het inschakelen van experten

Na een voorbereidingstraject van 10 maanden ging het Rapid Response Team van start op 6 november 2023. Het jaarrapport 2024 toont hoe waardevol het initiatief voor AZ Sint-Blasius is. (gegevens uit de periode 6/11/2023 tot en met 31/12/2024)

5591 totaal aantal geregistreerde interventies (in het zorgdossier)

14 gemiddeld aantal interventies per dag

3574 pro-actieve interventies bij verhoogde EWS (Early Warning Score)

774 assistenties bij plaatsing van infuus

630 assistenties bij bloedafname

83 assistenties op dienst spoedgevallen bij vermoeden van een beroerte (CVA)

74 interventies op dienst spoedgevallen (andere dan vermoeden CVA)

55 opvolgingen van patiënten na hun verblijf op IZ

Bovendien werd het Rapid Response Team in 2024 door de medewerkers van AZ Sint-Blasius gekozen als meest inspirerende project in een wedstrijd met 18 inzendingen. Een mooie erkenning voor alle betrokkenen.

Over RRT verscheen een artikel in Samen Beter nr 15 (editie mei 2024). Je kan het lezen op onze website. >>>

De spoedgevallendienst krijgt steeds meer patiënten over de vloer. Om de druk wat weg te nemen én de patiëntveiligheid te verhogen, steken de apotheekassistenten een handje toe. Zij brengen samen met de patiënt zijn of haar medicatieschema in kaart. Dat is een belangrijk onderdeel van de anamnese (het intakegesprek). De artsen en verpleegkundigen hebben zo meer tijd voor de patiënten. APOTHEEKASSISTENTEN

“Wij vertrouwen op hun deskundigheid”

“Het aantal patiënten op de spoedgevallendienst neemt fors toe,” vertelt spoedarts dr. Lieven De Smedt. “Die druk zorgt ervoor dat we soms minder tijd kunnen maken voor een uitgebreide anamnese van de patiënt. Toch is een correct overzicht van de medicatie die een patiënt neemt uiterst belangrijk voor een correcte en veilige behandeling.”

Sinds november 2024 is er daarom elke weekdag van 13 tot 19 uur een apotheekassistent aanwezig op de spoedgevallendienst. Zij gaat met de patiënten in gesprek over hun medicatie. Het doel is om al op de dienst spoedgevallen een correct medicatieschema in het digitaal patiëntendossier te registreren. Ook voor de verpleegafdelingen (die met dat patiëntendossier werken) is dat een grote hulp.

Hogere kwaliteit

Evi Puttaert is één van de apotheekassistenten die bijspringen op de spoedgevallendienst. “De veiligheid van de patiënt is onze prioriteit,” zegt Evi. “Een correct beeld van de medicatie die hij of zij neemt, is super belangrijk. Maar het vergt soms wat tijd om precies te weten te komen welke medicatie een patiënt neemt.

Niet elke patiënt heeft namelijk een overzichtelijk medicatieschema bij. Zeker niet op de spoedgevallendienst. Gelukkig zijn er verschillende bronnen die ingezet kunnen worden. “Soms is de patiënt eerder al opgenomen in het ziekenhuis en vinden we informatie terug in het patiëntendossier,” zegt Evi. “Bijkomende informatie over zijn medicatie vinden we ook op de onlineplatformen Vitalink en Sumehr, waar huisartsen en apothekers gegevens bijhouden. Indien nodig nemen we telefonisch contact op met de huisarts of de huisapotheker om het medicatieschema helemaal rond te krijgen. We hebben ook een checklist met producten die patiënten vaak vergeten te vermelden: vitamines, neussprays en puffers bijvoorbeeld.”

“De apotheekassistenten nemen de nodige tijd om samen met de patiënt het medicatieschema in kaart te brengen,” zegt ziekenhuisapotheker Pauline De Smet. “Dat stelt de patiënten op hun gemak. Het geeft niet als ze niet meteen op de naam van een geneesmiddel kunnen komen. We zoeken het samen uit.

Studies tonen dat deze manier van werken de kwaliteit van de zorg ten goede komt. Er worden minder medicatiefouten gemaakt.”

Meer tijd voor patiënten

Op de spoedgevallendienst klinken niets dan positieve geluiden over de samenwerking met de apotheek. “Dit is een grote meerwaarde voor ons,” zegt dr. Lieven De Smedt. “Het is een ontlasting van onze taken én we kunnen erop vertrouwen dat het deskundig gebeurt. Zo hebben wij meer tijd voor de patiënten en de onderzoeken en kunnen we de wachttijden voor de patiënten onder controle houden. Ook voor de verpleegafdelingen waar de patiënten via de dienst spoedgevallen terechtkomen, is het een goede zaak.

Medicatie is de core business van de apotheek. Ze doen het werk secuur en systematisch, wat de patiëntveiligheid verhoogt. De ondersteuning die ze bieden is erg welkom en wordt door iedereen op de spoedgevallendienst op prijs gesteld.”

v.l.n.r. Lieve Aeyels, Katrien Blindeman, Evi Puttaert en Gwendoline De Kimpe

Dr. Lieven De Smedt, spoedarts

“Betrokken bij patiënt en organisatie”

Hoe houd je de zorgkwaliteit en de dienstverlening op peil als het steeds moeilijker wordt om voldoende verpleegkundigen aan te werven? Eén oplossing is om niet-verpleegkundige taken uit te besteden aan andere medewerkers, om zo meer tijd voor de patiëntenzorg vrij te maken bij verpleegkundigen. De logistieke assistenten van de mobiele ploeg spelen in dit project, dat de naam ‘Logiz’ kreeg, een centrale rol.

De reorganisatie werd grondig voorbereid. “We zaten met iedereen aan tafel,” zegt verpleegkundig projectmedewerker Fien Baert. “We luisterden naar de noden en verzuchtingen van de verpleegkundigen op de afdelingen en naar die van de logistiek assistenten. We brachten de huidige werking in kaart en gingen in overleg met andere partners zoals de apotheek, de voedingsdienst en de schoonmaak. We werkten verschillende scenario’s uit en kozen samen de beste oplossing.”

Om de reorganisatie mogelijk te maken, maakte het ziekenhuis budget vrij om extra logistiek assistenten in dienst te nemen. “Het team is bijna verdubbeld in omvang,” zegt verpleegkundig projectmedewerker Laura Heirbaut. “Ze kregen er extra taken bij, zoals meer reinigings- en transporttaken. Vroeger ging een voedingshostess van kamer naar kamer om de maaltijdkeuze van de patiënten op te nemen, het opdienen was meestal een taak voor de verpleegkundigen en het afruimen voor de logistiek assistent. Nu heeft deze logistiek assistent op weekdagen een rol in dit volledige maaltijdgebeuren, waardoor er voor de patiënten ook een duidelijker aanspreekpunt is. ’s Avonds zorgt het schoonmaakteam voor het afruimen van de maaltijden. Het takenpakket is vrij identiek op de verschillende afdelingen, al is er zeker ook ruimte voor dienstspecifieke accenten.”

verpleegkundig projectmedewerkers

Fien Baert (links) en Laura Heirbaut (rechts)

Vervolg

Een grote verbetering

Elise De Poorter, hoofdverpleegkundige van de mobiele ploeg, is trots op haar medewerkers. “Ze hebben hun beste beentje voorgezet en met een positieve mindset meegewerkt. Ze leerden met nieuwe software werken voor de maaltijdbevraging en namen nieuwe verantwoordelijkheden op.

Dankzij hun inzet is dit project een succes.”

“Niet alleen hun taken zijn uitgebreid, ook de uurroosters moesten aangepast worden. De inzet en flexibiliteit van het hele team is een grote meerwaarde. Hetzelfde geldt voor de voedingshostessen, die zich omgeschoold hebben tot logistiek assistenten,” zeggen Fien en Laura.

Duidelijk en duurzaam

“Een bijkomend voordeel is dat elke patiënt nu een duidelijke aanspreekpersoon heeft voor alles wat de maaltijden betreft,” zegt Laura.

“De nieuwe organisatie is ook duurzamer,” weet Fien. “Door de betere opvolging zorgen we samen met het facilitair departement voor minder verspilling bij de maaltijden.”

“De betrokkenheid en de multidisciplinaire samenwerking dragen bij tot de arbeidsvreugde van de medewerkers. Ons gemeenschappelijk doel blijft om een kwaliteitsvolle, positieve zorgbeleving bij onze patiënten te bekomen,” besluiten Fien en Laura.

Eén van de logistiek assistenten is Scarlett Coppieters (op bovenstaande foto). Zij is enthousiast over de nieuwe organisatie. “Het is een grote verbetering. Voor de patiënten, voor de verpleegkundigen, maar ook voor ons,” zegt Scarlett. “Vroeger hadden we weinig contact met de patiënten, vandaag veel meer. Dat is niet alleen prettig, ik voel me ook meer betrokken bij de organisatie. Natuurlijk was het in het begin even aanpassen voor iedereen. Maar vandaag twijfelt niemand nog aan dit project. Wat we als logistiek assistenten erg waarderen, is dat we van meet af aan betrokken waren. Er werd naar ons geluisterd, zodat er een breed draagvlak was. Ik hoor alleen maar positieve geluiden hierover.”

PATIËNTENVERVOER

NA EEN OPERATIE

EEN OPERATIE

Na een operatie ontwaakt een patiënt op de ontwaakafdeling. Hij wordt pas naar zijn kamer teruggebracht als hij volledig stabiel is. Dat patiëntenvervoer na een operatie gebeurde lange tijd door verpleegkundigen van de afdeling waar de patiënt verbleef. Vandaag neemt de dienst centraal patiëntenvervoer die taak voor een deel van de patiënten op zich. Zo hoeven verpleegkundigen hun zorg voor de patiënten op de afdeling niet te onderbreken, wat de patiëntveiligheid verhoogt.

De dienst centraal patiëntenvervoer brengt patiënten van hun kamer naar een raadpleging, een onderzoek of naar het operatiekwartier. Het vervoer na een chirurgische ingreep gebeurde evenwel lange tijd door verpleegkundigen.

“Na een operatie zijn er verschillende elementen (bloeddruk, pijn, slaperigheid …) die begeleiding naar de kamer noodzakelijk maken. Voor de veiligheid van de patiënt werd het vervoer aan verpleegkundigen toevertrouwd. Maar de begeleiding door een verpleegkundige is niet altijd noodzakelijk. Het wettelijk kader hierrond werd versoepeld. Daarom nemen logistiek medewerkers deze taak nu vaak over,” zegt verpleegkundig projectmedewerker Laura Heirbaut. Els Van Buynder

“De veiligheid van de patiënten blijft gegarandeerd”

Het is de anesthesist (de arts die de patiënt onder narcose brengt) die beslist of een patiënt door een logistiek assistent dan wel door een verpleegkundige naar zijn of haar kamer teruggebracht wordt.

“De anesthesist geeft die toelating via het patiëntendossier,” zegt Laura. “In december 2023 startten we met een pilootproject in de vasculaire interventie unit (vaatchirurgie).

Daarna werden de nieuwe afspraken stapsgewijs ingevoerd op het operatiekwartier en het chirurgisch dagcentrum. Uit de praktijk bleek dat begeleiding door een verpleegkundige maar in een beperkt aantal gevallen noodzakelijk was. Al blijft het altijd de anesthesist die beslist.”

Veiligheid eerst

“We volgen alles nauwlettend op, samen met de artsen, de verpleegkundigen en de logistiek medewerkers” zegt Laura. “De nieuwe afspraken blijken heel wat voordelen te hebben. De wachttijden op de ontwaakafdeling zijn gedaald. De logistiek medewerkers zijn gemotiveerd. En de verpleegkundigen op de afdelingen hoeven hun werk niet te onderbreken om een patiënt af te halen. Dat spaart hen niet alleen tijd, maar ook een fysiek belastende opdracht. De vrijgekomen tijd gaat helemaal naar de patiënten.”

Uiteraard blijft de veiligheid van de patiënten prioritair. Voor elke patiënt is er een telefonische overdracht tussen de ontwaakafdeling en de verpleegafdeling. De logistiek medewerker installeert de patiënt veilig op de kamer, met de belknop binnen handbereik. Binnen het kwartier na de aankomst van de patiënt komt een verpleegkundige langs om de patiënt te zien en de parameters (bloeddruk, hartslag, …) op te nemen.

“Verpleegkundigen konden niet altijd meteen hun afdeling verlaten om een patiënt af te halen,” zegt Els Van Buynder, adjunct-hoofdverpleegkundige van het operatiekwartier. “Patiënten bleven daardoor soms langer dan nodig op de ontwaakafdeling, met plaatsgebrek als gevolg. Logistiek medewerkers komen vrijwel meteen. Dat zorgt voor een betere flow op de ontwaakafdeling.”

Gedreven team

“Hoofdverpleegkundige Elise De Poorter leidt de dienst centraal patiëntenvervoer. “Het is een gedreven team,” zegt ze. “Via een app krijgen de medewerkers een seintje als een patiënt naar een afdeling gebracht mag worden. In het patiëntendossier houden we de wachttijden bij. We slagen er altijd in om de patiënt binnen de afgesproken tijd te vervoeren.”

Saskia De Clercq (niet op de foto) werkt bij de dienst centraal patiëntenvervoer. Ook zij is tevreden met de recente ontwikkelingen.

“Het is een actieve maar afwisselende job,” vertelt ze. “We komen zowat overal in het ziekenhuis. Ja, het is een fysiek zware job. Maar de verpleegkundigen stellen onze ondersteuning op prijs. Voor hen scheelt het een pak werk. En voor ons is het de kans om nog meer bij te dragen aan een goede patiëntenzorg.”

Elise De Poorter

Wat als een patiënt op de afdeling hartziekten ook een psychische kwetsbaarheid heeft?

Of wat als de pancreasontsteking van een patiënt op de afdeling interne geneeskunde gelinkt is aan alcoholmisbruik? Vroeger deed de behandelende arts in die gevallen een beroep op een psychiater van de afdeling psychiatrie (PAAZ). Sinds kort neemt de verpleegkundige van het team psychiatrische liaison die opdracht op zich. De liaisonverpleegkundigen bieden laagdrempelige hulp aan de patiënten. Tegelijk ondersteunen ze hun collega-verpleegkundigen op de verblijfsafdelingen met hun psychiatrische expertise.

“Met

de liaisonwerking verlagen

we de drempel om een beroep op ons te doen”

“Een psychiater kan zich niet altijd meteen vrijmaken om een patiënt op een andere afdeling te zien,” zegt hoofdverpleegkundige van de PAAZ Jacques Vancoppenolle. “Bovendien hebben sommige patiënten nood aan meer dan één gesprek en is het belangrijk dat iemand hen motiveert om hulp te zoeken voor hun psychiatrische problematiek. Dat werk kan net zo goed door een psychiatrisch verpleegkundige gebeuren.”

De psychiatrische liaison werkt op twee sporen. “Enerzijds zijn er de patiënten op een verblijfsafdeling. Bijvoorbeeld iemand die met alvleesklierontsteking (pancreatitis) op de afdeling interne geneeskunde verblijft. Als de arts of een verpleegkundige aanvoelt dat een psychiatrisch consult zinvol is, kan hij of zij een aanvraag indienen via het patiëntendossier. Dat kan bijvoorbeeld nuttig zijn als blijkt dat een alcoholverslaving de oorzaak is van de pancreatitis. Een liaisonverpleegkundige gaat dan ter plaatse. In overleg met de patiënt en het behandelend team worden de mogelijkheden bekeken. Is de patiënt lichamelijk voldoende hersteld voor een opname op de psychiatrische afdeling? Is de patiënt voldoende gemotiveerd hiervoor? Welke alternatieve ondersteuning is eventueel mogelijk?”

“Anderzijds is de liaisonfunctie actief op de spoedgevallendienst en de dienst intensieve zorgen. Op de spoed maakt de spoedarts de eerste inschatting. Is er psychiatrische hulp nodig –bijvoorbeeld na een poging tot zelfdoding of een intoxicatie– dan neemt de spoedarts contact op met de psychiater van wacht. Afhankelijk van de urgentie en de ernst beslist de psychiater om ofwel zelf meteen naar de spoed te gaan, ofwel een gespecialiseerde liaisonverpleegkundige langs te sturen.”

“Met de dienst intensieve zorgen zijn er gelijkaardige afspraken. In elke situatie wordt zowel met de psychiatrische als de somatische (lichamelijke) noden van de patiënt rekening gehouden.”

“Met de liaisonfunctie brengen we psychiatrische expertise rechtstreeks aan bed bij de patiënt,” zegt Jacques. “Tegelijk delen we onze expertise met verpleegkundigen op andere afdelingen. Na elk contact met een patiënt koppelen we systematisch terug naar de verpleegkundigen en

de artsen van de betrokken afdeling. Zo integreren we de psychiatrische deskundigheid in de bredere zorgwerking.”

Tijd nemen om te luisteren

De liaisonwerking werd grondig voorbereid door drie psychiatrisch verpleegkundigen. “We kunnen een meerwaarde zijn voor patiënten, artsen en verpleegkundigen op alle verblijfsafdelingen,” zegt Sofia Pots. “Met de liaisonwerking verlagen we de drempel om een beroep op ons te doen. Soms roept een arts de hulp van een psychiater in voor een intakegesprek dat net zo goed door een liaisonverpleegkundige psychiatrie kan gebeuren. Op die manier verlichten we ook het werk van de psychiaters.”

Sofia is zeer gemotiveerd voor de liaisonwerking. Ze werkte vroeger als zorgkundige in de ouderenzorg, maar schoolde zich bij tot verpleegkundige. “Tijdens mijn stage merkte ik dat verpleegkundigen niet altijd de nodige tijd hebben om te luisteren naar de mentale noden van patiënten. Dat is begrijpelijk, want op een doorsnee verblijfsafdeling staat de lichamelijke gezondheid voorop. Zo kwam ik als stagiair bij een man met pancreaskanker. Het was in volle coronaperiode, waardoor de man geen bezoek mocht krijgen. Als student kon ik wat meer tijd nemen om naar zijn verhaal en zijn zorgen te luisteren. De man knapte er zichtbaar van op. Ik voelde op dat moment hoe ik echt het verschil kon maken voor die patiënt.”

Lieve Vinck heeft soortgelijke ervaringen. “Met de psychiatrische liaison maken we de brug naar de andere afdelingen voor patiënten met een

psychiatrische problematiek,” zegt ze. “Er rust nog altijd een taboe op psychische problemen. Verpleegkundigen vinden het soms moeilijk om het gesprek met een patiënt aan te gaan over suïcidaliteit of verslaving.

Ze hebben er weinig tijd voor en zijn meer gericht op de somatische zorgen. Door zelf langs te gaan op de afdelingen, bereiken we meer mensen.”

Expertise delen

“We doen meer dan luisteren en patiënten motiveren,” merkt Wendy Van Hoorde op. “We hebben ervaring in hoe je omgaat met een patiënt met een psychiatrische problematiek. We zijn goed op de hoogte van het belang en de mogelijkheden van medicatie bij psychiatrische ziektebeelden. Als we een aanvraag krijgen, proberen we nog diezelfde dag langs te gaan. Zo nodig brengen we een patiënt meerdere bezoeken. Ook de vragen van familie proberen we te beantwoorden.”

“We krijgen meerdere oproepen per dag,” zegt Sofia. “Waar we ook komen, overal worden we met open armen ontvangen. In ongeveer de helft van de gevallen is er sprake van een verslavingsproblematiek. Als de patiënt ziekte-inzicht heeft en gemotiveerd is, is een opname op de PAAZ de beste optie, zodra hij of zij lichamelijk voldoende hersteld is. Is de patiënt minder gemotiveerd, dan geven we in elk geval de contactgegevens van een AA-vereniging of van ambulante hulpverlening mee.”

“Het is altijd fijn als we een patiënt kunnen motiveren om hulp te zoeken,” zegt Lieve. “Door op de andere afdelingen te komen, slagen we daar nog beter in. De verpleegkundigen vinden het fijn dat ze op ons een beroep kunnen doen. Die twee invalshoeken zijn belangrijk voor onze werking: de patiënt helpen en de verpleegkundigen ondersteunen.”

Vandaag werken alle PAAZ-verpleegkundigen met minstens een jaar ervaring mee in een beurtrol. “De liaisonfunctie vereist dat verpleegkundigen uit hun comfortzone stappen, alleen naar een andere afdeling gaan en daar een inschatting maken” zegt Jacques Vancoppenolle. “Het ziekenhuis investeerde in extra mankracht, zodat ook de werking op de PAAZ optimaal blijft verlopen. De liaisonfunctie is ondertussen enkele maanden actief en het enthousiasme bij alle betrokkenen blijft groot.”

v.l.n.r. Lieve Vinck, Sofia Pots en Wendy Van Hoorde

AFDELING GERIATRIE BLIJ MET DE INITIATIEVEN

Dat de innovatieve zorgorganisatie vruchten afwerpt, is voelbaar op de verblijfsafdelingen. Zo ook op de afdeling geriatrie. Adjunct-hoofdverpleegkundige Veerle Van Eynde is blij dat de werklast op de afdeling daalt. En even belangrijk: de samenwerking onder collega’s, de werkvoldoening en de tijd voor de patiëntenzorg nemen toe.

“Minder werkdruk en meer tijd voor de patiënten”

“Vooral ’s morgens kan het erg druk zijn op de afdeling,” zegt Veerle Van Eynde. “Elke ochtend nemen de verpleegkundigen de parameters bij de patiënten. We controleren de te geven medicatie en delen die uit aan de patiënten. Waar nodig prikken we bloed en laten we de bloedstalen analyseren, zodat we de resultaten hebben wanneer de arts om 9 uur haar ronde begint. Hygiënische zorgen moeten vroeg uitgevoerd worden bij patiënten die ontslagen worden uit het ziekenhuis of bij patiënten die nuchter moeten zijn voor een onderzoek. Tot voor kort moesten we tussendoor ook de ontbijten opdienen op de kamers. Dankzij de verschillende projecten innovatieve zorgorganisatie, zijn de werklast en de werkdruk een flink stuk afgenomen.”

“Zo gebeurt de maaltijdbedeling vandaag door logistieke medewerkers. Er is momenteel ook een prikploeg, die vier dagen op zeven alle bloedafnames voor zijn rekening neemt. Dat bespaart de verpleegkundigen op de afdeling veel tijd. Ook het Rapid Response Team is een stevige ondersteuning. Hebben we bijvoorbeeld een patiënt bij wie het prikken van een infuus moeilijk gaat, dan kunnen we een beroep doen op een specialist van dat team. Ook dat bespaart ons veel tijd.”

Meer tijd voor patiënten

“Het lijken allemaal kleine dingen, maar alles samen maken ze het verschil,” zegt Veerle Van Eynde. “Erg belangrijk is bovendien dat we kunnen rekenen op die dienstverlening en dat de kwaliteit ervan hoog ligt. De vrijgekomen tijd en aandacht kunnen de afdelingsverpleegkundigen aan goede zorg voor patiënten besteden.”

“Elk project dat bijdraagt aan een werklastvermindering, is welkom. Het is fijn om te zien hoe iedereen zijn best doet. De logistieke medewerkers brengen bijvoorbeeld ook de papieren aanvragen voor onderzoeken ter plaatse, ze verdelen de medicatiekarren op verschillende tijdstippen van de dag zodat we sneller de nodige medicatie krijgen, ze helpen de patiënten zonder slikproblemen met de maaltijden, ze ledigen volle linnenzakken en/of vuilzakken, …. En er is natuurlijk het centraal patiëntenvervoer, dat de patiënten nu ook naar en van het operatiekwartier brengt voor een ingreep.”

Ook de inzet van verpleegkundige expertise wordt erg positief ervaren. Een voorbeeld hiervan is de psychiatrische liaison die verpleegkundigen van de afdeling psychiatrie organiseren. “We hebben nog niet vaak een beroep op hen moeten doen,” zegt Veerle Van Eynde. “Maar het is goed om te weten dat ze er zijn. En als het nodig is, krijgen we via de psychiatrische liaison heel snel ondersteuning op maat.”

Goed gekaderd, goed voorbereid

De vele initiatieven om de werklast te verminderen, betekenen voor de verpleegkundigen op de afdelingen een andere manier van werken. “Natuurlijk waren er vooraf vragen en bedenkingen,” zegt Veerle. “Maar de veranderingen werden vooraf goed gekaderd en voorbereid. Iedereen beseft dat er geen toveroplossingen bestaan om de werkdruk te verminderen. De verpleegkundigen op de afdelingen hebben bepaalde handelingen moeten afstaan. Denk aan het bloedprikken. Maar er blijven voldoende verpleegtechnische handelingen over: infusen prikken, hemoculturen nemen, blaassondes steken, wondzorg, ... Bovendien is iedereen blij met de extra tijd die we aan de patiënten kunnen besteden.”

“Een ander voordeel van de innovatieve zorgorganisatie is dat we veel meer samenwerken met collega’s van andere diensten. Hoe beter we elkaar leren kennen, hoe vlotter die samenwerking verloopt. We leren elkaars expertise op prijs stellen en we durven een beroep op elkaar doen. Medewerkers vinden dat fijn. Minder druk, meer tijd voor de patiënten en meer voldoening van het werk. Zo kan ik het wel samenvatten,” besluit Veerle Van Eynde.

Veerle Van Eynde (derde van links), met enkele verpleegkundigen op Geriatrie 1

INNOVATIE & TECHNOLOGIE MAKEN HET VERSCHIL

VOOR PATIËNT EN ZORGVERLENERS

VOOR PATIËNT ÉN ZORGVERLENERS

Er beweegt heel wat op het vlak van innovatie en technologie in de gezondheidszorg. AZ Sint-Blasius zet er doelgericht op in. Voor de patiënten in de eerste plaats, maar evenzeer om de werklast bij de professionals in het ziekenhuis te verminderen. Samenwerking, overleg en gegevensdeling met gezondheidspartners van de eerste lijn opent nieuwe perspectieven. Ook technologie is er om de stijgende zorgnoden in de toekomst het hoofd te blijven bieden. Zo kunnen dankzij telemonitoring en andere technologieën steeds meer patiënten in hun thuisomgeving veilig worden opgevolgd.

“Telemonitoring zal in de toekomst steeds vaker ingezet worden”

Een voorbeeld is TOTeM. “In mei 2023 startte een pilootproject voor Transmurale Opvolging door TeleMonitoring,” vertelt verpleegkundig en paramedisch diensthoofd Dennis Boudt. “De doelgroep waren patiënten na dikkedarmchirurgie. Bij ontslag uit het ziekenhuis krijgen die patiënten parametertoestellen mee naar huis, waarmee ze dagelijks hun bloeddruk, hartslag, temperatuur en zuurstofsaturatie kunnen meten. Op een app vullen ze ook een vragenlijst in over de pijnervaring, misselijkheid, hoesten en andere relevante parameters. Op basis van deze gegevens, hebben artsen van AZ Sint-Blasius alarmscores bepaald. Die scores worden dag en nacht opgevolgd door zorgcentrale Z-Plus. Die kan indien nodig de arts in het ziekenhuis verwittigen. Alle input van de patiënt komt trouwens ook rechtstreeks in het patiëntendossier, zodat de artsen en verpleegkundigen er direct toegang toe hebben.”

TOTeM laat toe dat patiënten na een ingreep sneller naar huis kunnen én veilig opgevolgd worden. De patiënten zijn zeer te spreken over deze nieuwe mogelijkheden. Op termijn zal het voor de verpleegkundigen op de verblijfsafdelingen de werklast verminderen. Zeker nu TOTeM positief geëvalueerd wordt en de federale overheid de uitbreiding van dit soort initiatieven ondersteunt.

Ondertussen kunnen ook na een wegname van de blaas (cystectomie) of wegname van de nier (nefrectomie) patiënten thuis herstellen dankzij TOTeM. Telemonitoring wordt in de toekomst ongetwijfeld uitgebreid naar nog andere patiënten en medische disciplines.

Positief voor patiënten én zorgverleners is ook het project Dag-2 voor chemotherapie. “Vóór de chemo samengesteld wordt, wordt het bloed van de patiënt onderzocht,” legt Dennis Boudt uit. “De bloedafname en het onderzoek vonden vroeger plaats wanneer de patiënt naar het ziekenhuis kwam voor de chemotherapie. Daardoor moest de patiënt lang wachten. Sinds kort is dat veranderd. Nu komt een thuisverpleegkundige twee dagen vóór de therapie bij de patiënt langs om bloed af te nemen. Het resultaat: wanneer de patiënt naar het ziekenhuis komt, staat alles klaar en kan de chemotherapie meteen starten. Ook voor de verpleeg-

Dennis Boudt, verpleegkundig en paramedisch diensthoofd

kundigen in het ziekenhuis is dat een mooie efficiëntiewinst. Bovendien verhoogt deze nieuwe werking de capaciteit in het dagziekenhuis.”

Zo zijn er steeds meer initiatieven die voor de patiënt een meerwaarde zijn. OPAT is nog zo’n voorbeeld. In plaats van patiënten wekenlang op te nemen voor een antibioticakuur, kan dat in veel gevallen nu via een infuus thuis gebeuren. Ook hiervoor werkt AZ Sint-Blasius nauw samen met thuisverpleegkundigen.

Dit voorjaar start het project CTG-thuismonitoring voor vrouwen met een risicozwangerschap, die frequente CTG’s nodig hebben. Het gaat om de registratie van de hartslag van het kind en de weeënactiviteit. De resultaten van de metingen komen automatisch bij de gynaecoloog en de vroedvrouwen, die van op een afstand alles in het oog houden.

Zo’n controle -die tot nu steeds in het ziekenhuis gebeurde- duurt al snel één tot twee uur. Met telemonitoring kan het van thuis uit, met meer comfort voor de patiënt en minder druk op het verloskwartier.

Technologie en samenwerking met de eerste lijn bieden vandaag al tal van mogelijkheden.

AZ Sint-Blasius blijft inzetten op innovatie om de zorg van de toekomst veilig, kwaliteitsvol en toegankelijk te houden.

Lees meer op onze website:

TOTeM staat voor Transmurale Opvolging door TeleMonitoring.

OPAT staat voor Outpatient

Parenteral Antimicrobial

Therapy; in het Nederlands: ambulante parenterale antimicrobiële therapie.

CTG = cardiotocografie

Dr. Eli sabeth Brusselle Gastro-enterologie

Sinds februari 2025 maakt dr. Elisabeth Brusselle deel uit van het team gastro-enterologie (maag-, darm- en leverziekten).

Dr. Brusselle koos voor een specialisatie in gastro-enterologie, omdat het een veelzijdig vakgebied is, dat zowel technische onderzoeken als de zorg voor patiënten omvat.

Dr. Brusselle richt zich in AZ Sint-Blasius vooral op de zorg voor patiënten met leveraandoeningen.

Dr. Jenny Cheng Anesthesie & Pijnkliniek

Dr. Jenny Cheng werkt sinds februari 2025 als anesthesist en pijnarts in ons ziekenhuis. Ze combineert het werk in het operatiekwartier en in de pijnkliniek.

Dr. Cheng studeerde geneeskunde en anesthesie aan de Universiteit Antwerpen, waar ze afstudeerde in 2018. Ze bekwaamde zich verder via een fellowship pijngeneeskunde en later ook een fellowship in locoregionale anesthesie in AZ Turnhout.

Dr. Anouk Serrien - Neurologie

In januari 2025 vervoegde dr. Anouk Serrien het team neurologie (hersen- en zenuwaandoeningen).

Na haar studies geneeskunde en neurologie aan de KU Leuven en een bijkomende opleiding aan het Amphia ziekenhuis te Breda, werkte dr. Serrien de afgelopen twee jaar als neuroloog in het OLV ziekenhuis te Aalst.

Dr. Anouk Serrien legt zich in het bijzonder toe op hoofdpijn, multiple sclerose (MS) en ontstekingsziekten van het zenuwstelsel.

Dr. Sarah Stuer - Urgentiegeneeskunde

In februari 2025 verwelkomden we dr. Sarah Stuer als nieuwe arts op onze spoeddienst. Dr. Stuer studeerde geneeskunde en specialiseerde zich in urgentiegeneeskunde aan de Universiteit Antwerpen. Ze koos bewust voor dit specialisme omdat het haar toelaat verschillende aspecten van de geneeskunde te combineren, zoals inwendige ziekten, orthopedie en heelkunde. Tijdens haar opleiding deed dr. Stuer veel ervaring op in het traumacentrum van het Universitair Ziekenhuis Antwerpen (UZA). Ze heeft een bijzondere interesse in traumazorg en zal zich hierin verder bekwamen.

Zoals we zorg dragen voor onze patiënten, dragen we ook zorg voor onze medewerkers. We bieden onze werknemers ondersteuningsmogelijkheden bij ziekte en werkhervatting. Zo kon Evelyn Schram na een rugoperatie opnieuw aan de slag in een minder belastende functie.

“Het gevoel weer te kunnen bijdragen, is onbetaalbaar”

Evelyn Schram werkte vroeger in de mobiele ploeg. Ze genoot van de variatie en de dynamiek, maar door rugproblemen zette ze noodgedwongen een stap terug. “Na een rugoperatie had ik veel tijd nodig om te revalideren,” vertelt ze. “Ik wilde graag terug aan de slag, maar wist niet hoe dat praktisch haalbaar zou zijn.”

Tijdens haar herstel kreeg Evelyn een infofolder met de ondersteuningsmogelijkheden die AZ Sint-Blasius haar werknemers bij ziekte en werkhervatting biedt. “De brochure gaf me meer vertrouwen. Ik zag voor me hoe het traject eruit kon zien, welke stappen ik kon nemen en welke ondersteuning ik kon verwachten. Het voelde alsof er een plan was, en dat gaf rust.”

Toen ze zich klaar voelde om opnieuw te beginnen, ging Evelyn in gesprek met haar leidinggevende, de arbeidsarts en het re-integratieteam. Samen werkten ze een traject uit dat rekening hield met Evelyns mogelijkheden en haar ambitie om terug te keren. Zo kwam de prikploeg in beeld. Dit proefproject startte in augustus 2024 in AZ Sint-Blasius op de geriatrische zorgafdelingen. Het team van de prikploeg ontlast de verpleegkundigen op de dienst door bloed te prikken bij patiënten bij wie een bloedafname nodig is. Tegelijk biedt het initiatief kansen aan verpleegkundigen die (tijdelijk) nood hebben aan een minder belastende functie.

Een win-win voor iedereen

Het werk in de prikploeg is fysiek minder belastend, maar essentieel. “Het is perfect voor iemand als ik, die rustig dient op te bouwen,” zegt Evelyn. “Het geeft me de kans om terug als verpleegkundige aan de slag te gaan.”

Daarnaast is de prikploeg een grote meerwaarde voor de rest van het team. “Ik focus me op de bloedafnames, zodat mijn collega’s zich kunnen richten op andere verpleegkundige taken. Het geeft hen ademruimte, en dat voel je op de afdeling. Ik ben blij dat ik op deze manier weer een bijdrage kan leveren, want het voelt echt alsof we samen het werk lichter maken.”

Gesteund in elke stap

Wat Evelyn het meest waardeert, is hoe betrokken iedereen is bij haar traject. “De infobrochure was een eerste stap om me gerust te stellen. Maar de persoonlijke begeleiding maakte het echt bijzonder. Mijn leidinggevende en collega’s luisterden oprecht naar wat ik nodig had. Ik kreeg geen standaardplan voorgeschoteld, alles werd afgestemd op mijn mogelijkheden. Dat gaf me het vertrouwen dat ik opnieuw mijn plek kon vinden.”

“Ik kreeg zoveel steun,” zegt Evelyn. “Collega’s vroegen hoe het met me ging en waren blij dat ik terug was. Ze gaven me het gevoel dat ik er nog altijd bij hoorde, ook al is mijn job nu anders.”

De prikploeg bood Evelyn een veilige manier om opnieuw aan het te werk en een waardevolle bijdrage te leveren aan het team. Evelyn werkte tijdelijk 20% in de prikploeg in combinatie met haar revalidatie. “Ik kon mijn jobtime stapsgewijs terug opbouwen. Maar het belangrijkste is: ik stond er niet alleen voor. Het ziekenhuis steunt en begeleidde me professioneel. Het was een herstart voor mij, maar ook een manier om anderen te helpen. Dat geeft zoveel voldoening.”

Met haar ervaring wil Evelyn anderen in een gelijkaardige situatie inspireren. “Het is niet altijd makkelijk, maar met de juiste ondersteuning en een team dat met je meedenkt, is het mogelijk om terug te komen. En het gevoel weer te kunnen bijdragen, is onbetaalbaar.”

>>> Samen Beter: ook jij maakt het verschil Bij AZ Sint-Blasius maakt elke medewerker het verschil. Ook jij kan meebouwen aan een ziekenhuis waarin we warm zorg dragen voor onze patiënten én voor elkaar. Check onze vacatures op www.azsintblasius.be/werken-bij-ons.

Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.