Inkijkexemplaar Sportgezondheidszorg nr 1 - 2024

Page 1

SportGezondheidsZorg

informeert en verbindt de sportzorg

SPECIAL 2E ROTTERDAM MARATHON SPORTMEDISCH CONGRES

Programma 2e Rotterdam

Marathon Sportmedisch Congres

Aan het woord: Maarten Moen, prestatiemanager Medisch bij NOC*NSF

Sportpsychologie, inspanningsfysiologie en fysiotherapie: the full package

Hardlopen op leeftijd: Huib Dingen (89) denkt niet aan stoppen

En verder

Innovatie: de slimme sok Sportpsycholoog Afke van de Wouw Sporten en voeding: passen en meten

Jaargang 01 01 | april 2024

van Arko Sports Media
Uitgave

COLOFON

Beste lezer,

Mag ik je welkom heten bij ons nieuwe magazine Sportgezondheidszorg? En ik zeg expres ‘ons’, omdat we met dit blad sportzorgprofessionals willen binden door ze bij elkaar in de keuken te laten kijken. En ja, dat is een uitdaging omdat onze specialistische kennis zo uit elkaar lijkt te liggen. Onze basis is misschien wel enigszins dezelfde, maar daarna gaan we toch allemaal een eigen kant op.

Wat het naar mijn idee gemakkelijker maakt om voor zo’n brede doelgroep een boeiend blad te maken, is dat wat we met elkaar gemeen hebben. We zijn leergierig, breed georiënteerd en we vinden sport en bewegen prachtig. En over breed georiënteerd gesproken: Het allereerste nummer is hybride. We besteden namelijk ook aandacht aan het Rotterdam Marathon Sportmedisch Congres, waar allerlei onderwerpen de revue passeren. Een paar thema’s uit het programma lichten we uitgebreid toe en daarmee wordt ook meteen de signatuur van Sportgezondheidszorg duidelijk. Steven Hofdom legt uit, dat zijn Rotterdam Marathon Study Group niet alleen de evenementenzorg onderzoekt, maar ook uitvoert en hierin adviseert.

Nieuwe wetenschappelijke ontwikkelingen en innovaties verdienen een vaste plek in Sportgezondheidszorg. Bezoekers van het congres en lezers van ons magazine maken kennis met een knap stukje techniek: de slimme sok. De sok, een samenwerking van TU Delft en Erasmus MC, staat nog in de kinderschoenen, maar hoopt in de toekomst hardlopers met achillespeesklachten te helpen met de opbouw van hun trainingsbelasting. Misschien dat de informatie van de sok zelfs klachten helpt te voorkomen.

Sportgezondheidszorg is een uitgave van Arko Sports Media

Sportgezondheidszorg richt zich op sportzorgprofessionals en verschijnt vier keer per jaar.

Verschijningsmomenten 2024: Week 15, 28, 41 en 51

Hoofdredactie

Jeffrey Jansen

Eindredactie

Yara Hooglugt

E-mail: yara.hooglugt@sportsmedia.nl

Redactie

Nicole Eyssen

Tessa de Wekker

Fotografie

Georgina Kirrage, Jules Morgan, Shutterstock, Myriam Simons

Coverfoto Golazo

Vormgeving

Dasgoud Creatie & Design

Druk

PreVision Graphic Solutions, Eindhoven

Dat laatste staat bovenaan op het prioriteitenlijstje van NOC*NSF. Maarten Moen, chef-arts tijdens de Olympische Spelen van Parijs, legt uit hoe deze ietwat lange slogan in de praktijk 365 dagen per jaar wordt uitgevoerd: ‘Zoveel mogelijk fysiek en mentaal gezonde trainingsuren; hoe minder trainingsuitval, hoe lekkerder je kunt trainen, waardoor je beter kunt presteren en je zo gezond mogelijk blijft.’ En met zijn verhaal onthult hij ook meteen het jaarthema van ons blad: de Olympische en Paralympische Spelen van Parijs 2024.

Van sportpsycholoog Afke van de Wouw mogen we niet spreken over ‘fysiek en mentaal’. Zij beschrijft hoe het lijf en de gedachten onlosmakelijk met elkaar zijn verbonden. Hoe niet alleen spieren kunnen verzuren maar ook het brein. En wat je kunt doen om minder snel op te geven.

Opgeven doe je vanzelf als je te weinig voeding gebruikt tijdens en rondom een marathon. Sportdiëtiste Anja van Geel vertelt hoe lopers een hongerklop kunnen voorkomen. Hoe benauwdheid tijdens sporten kan worden voorkomen, ook bij EILO-patiënten, wordt uitgelegd door KNO-arts Ties van Deurzen en de hardlopende logopediste Yolanda Simons.

Hardlopen doet ook nog steeds de 89-jarige Huib Dingen. Hij is een wandelende, nee: rénnende reclamezuil voor sporten en bewegen.

O ja. Ons blad is ChatGPT-vrij.

Jeffrey Jansen

Hoofdredacteur (en NVFS sportfysiotherapeut®)

Projectleiding

Marleen Kessel

Lezersservice

Abonnementen/adreswijzigingen

Arko Sports Media

Wiersedreef 7 3430 ZX Nieuwegein

Tel. +31 (0)30 707 30 00

E-mail: info@sportsmedia.nl

Abonnementen

De kosten voor een introductieabonnement op Sportgezondheidszorg bedragen € 83,50 per jaar. sportsmedia.nl/sportgezondheidszorg

Reprorecht

Het verlenen van toestemming tot publicaties in dit tijdschrift houdt in dat de uitsluiting van ieder ander onherroepelijk door de auteur in gemachtigd de door derden verschuldigde vergoeding voor kopiëren, als bedoeld in artikel 17 lid 2 van de Auteurswet 1912 en in het Koninklijk Besluit van 20 juni 1974 (Stb. 35) ex art. 16b van de Auteurswet 1912, te innen en/of daartoe in en buiten rechte op te treden. Overname van artikelen na toestemming van de redactie met bronvermelding is mogelijk.

De redactie draagt geen verantwoordelijkheid voor de inhoud van de advertenties/advertorials in dit tijdschrift.

3 SportGezondheidsZorg –Nummer 1 –April 2024 Voorwoord

Het vakblad Sportgezondheidszorg bevat onder andere artikelen over nieuwe wetenschappelijke ontwikkelingen en innovaties, interviews, overzichtsartikelen en best practices. Het stimuleert interdisciplinaire samenwerking rondom de sporter, die een centrale rol inneemt.

Neem nu een abonnement en ontvang het eerste jaar 50% introductiekorting.

Interesse?

informeert en verbindt de sportzorg

Programma 2e Rotterdam Marathon Sportmedisch Congres Aan het woord: Maarten Moen, prestatiemanager Medisch bij NOC*NSF

Sportpsychologie, inspannings­ fysiologie en fysiotherapie: the full package

Hardlopen op leeftijd: Huib Dingen (89) denkt niet aan stoppen

verder

SPORTGEZONDHEIDSZORG Informeert en verbindt de sportzorg 2 Interview Sporten en voeding: passen en meten Het is 1989. Wielrenner Erik Breukink heeft tijdens de Ronde van Italië de eindtitel voor het grijpen. Totdat het tijdens de veertiende etappe in de voorlaatste klim plotseling licht in zijn hoofd wordt en zijn benen slapper en slapper aan beginnen te voelen. De mueslireep, die hij snel neemt, komt te laat. De hongerklop - een snel tekort aan glycogeen – zorgt voor minuten achterstand en een vrije val van de eerste naar de achtste plaats. Anno nu, aan de vooravond van de Rotterdam Marathon, willen we weten of we zoiets als een hongerklop kunnen voorkomen en of we misschien zelfs met voeding de prestatie kunnen verhogen. We vragen het aan Anja van Geel, sportdiëtiste en lid Team Voeding van TeamNL. “Een aantal dingen verandert nooit”, stelt Anja van Geel, die als sportdiëtiste werkzaam is op Sport Medisch Centrum Papendal. “Meer energieverbruik vergt meer energie-inname. Verstoring van de energiebalans verhoogt het risico dat je trainingsopbouw minder is, de kans op blessures groter wordt en er minder spieropbouw is. De laatste jaren praten we vooral over energiebeschikbaarheid”. Energietekort berekenen Dit onderwerp is de laatste tijd ook veel meer onder de aandacht gekomen, weet Van Geel. “Er wordt vaak gesproken over REDs een relatief energietekort in de sport. In 2023 werd door het Internationaal Olympisch Comité een consensus-statement uitgebracht, waarin men uitgaat van de energiebeschikbaarheid per dag, die berekend wordt door het verschil tussen de energieinname en het energieverbruik per dag te delen door de vetvrije massa van de atleet. Deskundigen twijfelen aan de tool om REDs aan te tonen. Energie-inname en energieverbruik zijn zaken die eigenlijk niet te berekenen zijn. Er zitten veel foutmarges in aan zowel de innameals de verbruikkant. Er zijn grote individuele verschillen. Je wilt eigenlijk iets berekenen wat niet te berekenen is. Daar wordt een scala aan gezondheidsrisico’s aan gehangen en het lijkt een beetje een hype te worden. De gezondheidsrisico’s die bij REDs genoemd worden zie je ook in koolhydraatarme situaties of bij overtraining. Wat wel duidelijk is, is dat de energiebeschikbaarheid een belangrijke rol speelt als het gaat over voeding in relatie tot prestatie. Als je chronisch te weinig energie inneemt in verhouding tot je inspanningsniveau, loop je risico’s op zowel het gebied van gezondheid als van prestatie.” Koolhydraten Ook het koolhydraatverhaal aan weinig verandering onderhevig. Van Geel: “Koolhydraten zijn nog steeds onze belangrijkste brandstof en dat zullen ze altijd blijven. Het is een snelle brandstof is die je op sommige momenten “Als je chronisch te weinig energie inneemt, loop je op meerdere vlakken risico’s” SportGezondheidsZorg Nummer –April 2024 SportGezondheidsZorg Nummer –April 2024 spierop energie
SportGezondheidsZorg
En
Innovatie: de slimme sok Sportpsycholoog Afke van de Wouw Sporten en voeding: passen en meten SPECIAL
Jaargang 01 01 | april 2024 Uitgave van Arko Sports Media
2E ROTTERDAM MARATHON SPORTMEDISCH CONGRES

In dit nummer

Nooit te oud voor de marathon

Sporten en voeding: passen en meten

Kan voeding de sportprestatie verbeteren?

28

En verder

Huib Dingen (89) verlangt nog steeds naar hardlopen.

42 The full package

Van sportpsycholoog Afke van de Wouw mag je de termen ‘fysiek’ en ‘mentaal’ niet gebruiken.

36

01 | april 2024

EILO-patiënten hebben baat bij samenwerking KNO-arts en logopedist

Hoe patiënten met de relatief onbekende aandoening EILO al hardlopend worden behandeld.

De beste zorg voor de beste sporters

De lat voor sporters ligt hoog, maar óók voor artsen en fysio’s bij NOC*NSF.

14

Programma Rotterdam Maraton Sportmedisch Congres 6 Zorg rond marathon is geoliede machine 10 De mythische marathon 35 Abstracts 48 Het volgende nummer 50 20 5 SportGezondheidsZorg –Nummer 1 –April 2024

Zorg rond marathon is geoliede machine

Hoe lang hij precies bij de medische begeleiding van de Rotterdam Marathon betrokken is, kan Steven Hofdom niet eens zeggen. “Maar het is beslist enkele tientallen jaren.”

Hofdom is crisiscoördinator en voorzitter van de Rotterdam Marathon Study Group, het professionele team dat verantwoordelijk is voor alle facetten van de medische begeleiding van de grootste en snelste marathon van Rotterdam. De voortdurende ontwikkeling van het team, ontstaan uit een groep vrijwillige zorgprofessionals, maakt Hofdom trots. “Wat we hier hebben opgebouwd levert een waardevolle bijdrage aan de professionalisering van de evenementenzorg.”

Sinds de start van de Rotterdam Marathon is er altijd een deskundig medisch team geweest dat voor de opvang van de lopers zorgt. “Het begon met een groep vrijwillige zorgprofessionals, maar in de afgelopen jaren is de opvang van de lopers steeds verder geprofessionaliseerd en bleek er behoefte aan behandelprotocollen”, vertelt Steven Hofdom. “De jaren van ervaring en de wetenschappelijke kennis rondom de acute zorg is gebundeld in twee behandelprotocollen met betrekking tot de medische en fysiotherapeutische acute zorg tijdens hardloopevenementen. Het doel hiervan is streven naar één lijn in de opvang en behandeling van de lopers, zodat alle lopers op de verschillende posten bij de verschillende evenementen dezelfde behandeling krijgen bij dezelfde problematiek.”

Veelomvattende competenties

Niet alleen de medische zorg bij het evenement kreeg aandacht van het team. Inmiddels is de medische commissie uitgegroeid tot een pionier in het voorbe-

reiden en uitvoeren van medische zorg bij verschillende hardloopevenementen, en daarmee trok de groep ook een meer adviserende rol naar zich toe. Om de kwaliteit en kennis te borgen en te vergroten groeide ook de behoefte om wetenschappelijk onderzoek te gaan doen en te faciliteren. In 2019 ontstond daarom de naam Rotterdam Marathon Study Group. Een nieuwe naam, die alle nieuwe competenties en activiteiten van de groep beter omvat.

Effectieve hulpverleningsketen

Erasmus MC en TU Delft zijn gerenommeerde partners van de Rotterdam Marathon Study Group. Crisiscoördinator Steven Hofdom leidt het team, dat bestaat uit negen personen, waaronder medisch specialisten, verpleegkundigen en fysiotherapeuten. De groep werkt samen met ketenpartners zoals GHOR (Geneeskundige Hulporganisaties in de Regio), Rode Kruis, ziekenhuizen en OVD-G’s (Officier Van Dienst Geneeskundig). Zo wordt door de RMSG zorggedragen voor een goede organisatie van de opvang en

10 SportGezondheidsZorg –Nummer 1 –April 2024 Interview
Door: Nicole Eyssen
SportGezondheidsZorg –Nummer 1 –April 2024 11

Kennis vergroten

“Met z’n allen steeds streven naar nóg betere zorg en begeleiding, dat geeft energie aan het hele team”

afvoer van uitvallers, met als doel een efficiënte en effectieve medische hulpverleningsketen. Hofdom is een teamplayer pur sang en geniet merkbaar van de samenwerking met de vele mensen en instanties. “Met z’n allen steeds streven naar nóg betere zorg en begeleiding, dat geeft energie aan het hele team.”

Het veelzijdige medische gezelschap verricht en bevordert onafhankelijk wetenschappelijk onderzoek, brengt adviezen uit over de inzet van acute (para)medischeen EHBO-zorg en neemt uitvoerende taken op zich rond de evenementen van Golazo, waar de Rotterdam Marathon toe behoort. Naast dat de groep streeft naar het standaardiseren van ketenzorg bij evenementen, is één van de voornaamste uitgangspunten om wetenschappelijke kennis rond hardlopen te vergroten bij sporters, organisatoren, (para)medici en andere belanghebbenden. Hofdom: “Het is dan ook geweldig dat nu voor de tweede keer het Rotterdam Marathon Medisch Congres wordt gehouden: de optimale plek om iedereen die belangstelling heeft voor dit onderwerp, onze kennis en informatie aan te bieden. Zo dragen we eraan bij dat de sporter optimaal van advies voorzien wordt voor, tijdens en na een sportevenement.”

12 SportGezondheidsZorg –Nummer 1 –April 2024 Interview

Verschillende beweegredenen

In de laatste decennia is er uiteraard het één en ander veranderd. Hofdom: “Atletiek in Nederland heeft een enorme ontwikkeling doorgemaakt. Niet alleen zijn de deelnemersaantallen hoger, ook de beweegredenen van de deelnemers zijn tegenwoordig veel diverser. Vroeger was het lopen van een marathon voor enkelingen hobby of beroep, tegenwoordig is het voor veel mensen een deel van hun levensstijl, voor anderen een uitdaging en voor weer anderen iets waarmee zij een goed doel willen ondersteunen. Met de toename van de diversiteit onder de deelnemers moet je daar in het begeleidingsteam wel in meegaan om nog steeds elke deelnemer optimaal te kunnen begeleiden.”

Protocollen en draaiboeken

Door de jaren heen zijn de ontwikkelingen en veranderingen in de evenementenzorg goed gedocumenteerd; dat heeft ervoor gezorgd dat er protocollen en draaiboeken werden ontwikkeld. Hofdom: “Zowel medisch als organisatorisch is het goed om die kennis om te zetten in een protocol, zodat snel de juiste maatregelen getroffen kunnen worden. Dat geldt voor allerlei situaties, bijvoorbeeld bij extreme weersomstandigheden is het snel herkennen van een hitteberoerte belangrijk. Maar ook van incidenten met te ongetrainde deelnemers – wat voor ons uiteraard een ‘worst case scenario’ is – kunnen de gevolgen worden beperkt door tijdig herkennen van symptomen.”

Bewustwording

Als crisiscoördinator heeft Hofdom ook veel oog voor het ondersteunen van organisatoren. “Er kan altijd iets gebeuren, daarbij is het belangrijk dat een organisator zich daar bewust van is. Dat helpt om op het moment dát er dan iets gebeurt niet te verstarren, maar snel te schakelen. Het is nuttig een aantal scenario’s van tevoren besproken te hebben: als dit gebeurt, hoe wordt dan gehandeld? Dat geeft rust, waardoor men beter omgaat met de omstandigheden wanneer een situatie zich daadwerkelijk voordoet.”

Wetenschappelijk onderzoek

Vanuit het team wordt al vele jaren meegewerkt aan tal van wetenschappelijke onderzoeken. Een zestal

De taken van de Rotterdam Marathon Study Group omvatten vier elementen:

1. Uitvoerend (organisatie van actuele medische zorg bij NN Marathon Rotterdam, NN CPC Loop Den Haag, DSW Bruggenloop Rotterdam)

2. Adviserend (sporters, medici, organisaties, bonden)

3. Wetenschappelijk onderzoek en onderwijs (stimuleren, faciliteren, uitvoeren, begeleiden en beoordelen van wetenschappelijk onderzoek rond loopevenement en kennisoverdracht aan evenement-zorgverleners)

4. Samenwerkend (diverse hulpdiensten, Veldnorm Evenementenzorg, Erasmus MC en TU Delft)

grote internationale studies is sinds 2008 gepubliceerd, onder andere over risicofactoren en prevalentie van blessures en vooral ook over blessurepreventie. Hofdom: “En preventie in bredere zin, bijvoorbeeld de eerder genoemde hitteberoerte. Het onderzoek daarnaar, evidence based uiteraard, loopt nog.” Een ander onderzoek waar het team aan deelneemt is een langlopend onderzoek naar artrose in de sport. Ook daar heeft Hofdom hoge verwachtingen van de potentiële bijdrage voor sportend Nederland.

Advies aan lopers

Tot slot de vraag wat Hofdom elke loper die deelneemt aan de Rotterdam Marathon zou adviseren. “Dat advies is tweeledig, allereerst: zorg voor een goede voorbereiding. Eigenlijk vanzelfsprekend, maar wel het allerbelangrijkst. Daarnaast is er je handelen op dé dag, en dan luidt mijn advies: luister naar je lichaam. Want de vorm van de dag kan toch van je verlangen dat je eventueel je ambities moet aanpassen. Hoe vervelend dat misschien ook is, maar het is wel nodig.” Crisismanagement op microniveau, zullen we het maar noemen.

13 SportGezondheidsZorg –Nummer 1 –April 2024

De beste zorg voor de beste sporters

De Olympische Spelen van Parijs worden zijn eerste Zomerspelen als chef-arts van NOC*NSF, maar zijn LinkedIn-profiel verraadt dat Maarten Moen al ruim elf jaar voor de sportkoepel werkt. Aangenomen door voormalig technisch directeur Maurits Hendriks heeft Moen, prestatiemanager Medisch bij NOC*NSF, sinds die tijd veel zien veranderen in de infrastructuur van de topsportzorg in Nederland.

Sportkoepel NOC*NSF, in 1993 ontstaan uit een fusie tussen het Nederlands Olympisch Comité en de Nederlandse Sport Federatie, heeft als langetermijnvisie ‘Nederland het sportiefste land ter wereld in 2032’. Een greep uit de streefdoelen voor 2032, genoemd op de website: 12 miljoen mensen doen minimaal 3 keer per week aan sporten en sportief bewegen, 14 miljoen mensen

genieten wekelijks van wedstrijden, competities en evenementen als deelnemer óf supporter, TeamNL behoort tot de tien meest succesvolle topsportteams ter wereld en 80 procent van de jeugd heeft een goede beweegvaardigheid. Ook wordt ingezet op aantoonbaar bekwame officials, trainers en coaches voor de sportende jeugd en een sociaal veilige, gezonde en inclusieve sportomgeving. Behalve voor de

14 SportGezondheidsZorg –Nummer 1 –April 2024 Interview
Door: Jeffrey Jansen

topsport wordt dus ook heel duidelijk beleid gemaakt voor de breedtesport. Uiteraard liggen daar belangrijke voorwaardelijke factoren voor de doorgroei van talentvolle sporters die, vanaf een bepaald niveau, alle mogelijke steun krijgen om zich verder te ontwikkelen. Het is dus niet vreemd dat voor talentvolle sportzorgprofessionals hetzelfde geldt. NOC*NSF stelt alles in werking om deze mensen stap voor stap te laten groeien in hun functie.

TeamNL centra

De topsport is bij NOC*NSF ondergebracht in verschillende centra, vroeger Centrum voor Topsport en Onderwijs (CTO) geheten maar tegenwoordig TeamNL centra. Binnen deze centra worden fulltime trainingsprogramma’s gevolgd door topsporters die er trainen, wonen en studeren. Het idee was oorspronkelijk om ook de sportmedische en paramedische zorg daar te organiseren. Sportartsen en sportfysiotherapeuten konden zodoende ervaring op doen. “Tot dan toe waren er overal in het land wel sportartsen en -fysiotherapeuten die twee of drie topsporters per jaar zagen”, vertelt Moen. “Heel mooi dat die zorg verleend werd, maar kun je hen dan echte experts in de zorg van de topsport noemen? Wij denken dat je daarvoor toch echt vlieguren en aantallen nodig hebt. De medische zorg moet bovendien ook aanwezig zijn bij de trainingen. Twaalf jaar geleden zat een arts nog in het ziekenhuis te wachten totdat er iemand kwam. Nu is hij of zij veel meer en directer betrokken bij de sporter.”

Jaren ervaring

Moen was door de jaren heen bij verschillende Paralympische en Olympische sporten als teamarts betrokken op verschillende plekken in het land. Momenteel is hij teamarts van de waterpolodames en -heren, de worstelaars en de ruiters. Als de rechterhand van Cees-Rein van den Hoogenband, die in 2012 chef-arts was tijdens de Olympische Zomerspelen in Londen, kon Moen al veel ervaring opdoen voor zijn latere functie als chef-arts. De term chef-arts is wat verwarrend. Sinds 2022 is Moen chef-arts van Olympisch TeamNL maar ook van NOC*NSF. Daarnaast is er per toernooi waarbij NOC*NSF als organisatie betrokken is, ook nog een hoofd-medisch. In het geval van

de Olympische Spelen lopen deze termen dus door elkaar heen. In het Engels is het duidelijker: hoofdmedisch van een toernooi heet dan ‘chief medical officer’ en het hoofd-medisch van NOC*NSF heet dan ‘medical director’. Moen is dus nu de chief medical officer voor de Olympische Spelen van Parijs en

“Het gaat om dealen met mensen die het misschien niet helemaal met je eens zijn of zelfs heftige emoties tonen”

tegelijkertijd de medical director van NOC*NSF. De rol van hoofd-medisch voor een toernooi heeft hij al heel vaak gehad. In die hoedanigheid was hij aanwezig op onder andere de Youth Olympic Festivals, Youth Olympic Games (de Olympische Spelen t/m 18 jaar), de European Games en de Paralympische Zomer- en Winterspelen van respectievelijk 2012 (Londen), 2014 (Sotsji) en 2016 (Rio) en hij was hoofd-medisch bij de Olympische Spelen van Beijing. Eigenlijk bij alle toernooien waar TeamNL bij betrokken was, is hij hoofdmedisch geweest. “En in Tokio was ik de rechterhand van Peter Verstappen, die toen chef-arts was voor het toernooi.”

Warme overgang

Moen vindt de overgang naar de functie van chef-arts Olympisch een heel mooie stap, maar dankzij het hele voortraject niet zo’n grote. “Een groot deel van de aanwezige sporters op die grote toernooien gaat ook naar de Olympische Spelen. Daarbij ben ik ook al jarenlang teamarts van verschillende teams dus ik ken de sporters goed, net als de setting waarin ze moeten presteren en NOC*NSF als organisatie. Je kan zeggen dat ik twaalf jaar ben getraind om die rol goed te vervullen. Ook bij Pieter van den Hoogenband en Carl Verheijen, die chef de mission waren van respectieve-

15 SportGezondheidsZorg –Nummer 1 –April 2024
“Voor acute zaken die je wilt afdekken moet je een goed lokaal medisch netwerk opbouwen”

lijk de Zomer- en de Winterspelen, hebben de grote jeugdtoernooien gediend om flink wat vlieguren te maken met betrekking tot hun rol.”

Specifieke vaardigheden

De medische staf van NOC*NSF, met Moen aan het hoofd, heeft als slogan: ‘Zoveel mogelijk gezonde trainingsuren. Hoe minder trainingsuitval, hoe lekkerder je kunt trainen, waardoor je beter kunt presteren en je zo gezond mogelijk blijft’. Daar moeten de sportartsen, sportfysio’s en sportmasseurs binnen TeamNL voor zorgen. Daar heb je bepaalde compe-

tenties voor nodig, die anders zijn dan de vaardigheden die je voor het werk in een ziekenhuis of praktijk nodig hebt. Mensen worden getraind in juist dié competenties, die je nodig hebt voor werken in de topsport. En als je dan ook nog hoofd-medisch bent van de Youth Olympic Games, de Paralympische Spelen of de Olympische Spelen, dan komen daar bovenop nog vereiste competenties als leiderschap en werken in teams. “Ik heb de luxe gehad om anderhalf jaar training te krijgen van een persoonlijke coach, een assessment-psycholoog. Het gaat om communicatie, om dealen met mensen die het misschien niet helemaal met je eens zijn of zelfs heftige emoties tonen, of die niet zeggen wat ze werkelijk vinden. Kortom: effectief communiceren, daar gaat het eigenlijk om.”

Breed medisch netwerk

Op de vraag of de Zomerspelen wezenlijk anders zijn dan de Winterspelen is Moen duidelijk. “In principe niet. Er zijn zaken die je altijd goed moet regelen. De samenstelling van een goed medisch team is er één van. Dan zoek je wel samenwerking met mensen, die op het gebied van bijvoorbeeld de win-

16 SportGezondheidsZorg –Nummer 1 –April 2024
Interview

tersporten veel ervaring hebben. Dat geldt hetzelfde voor zomersport of jeugdsport. Per evenement zoek je de juiste mensen, maar je verzamelt ook de spullen voor de specifieke omstandigheden. Zo waren het in Tokio Covid en de hitte waarmee rekening gehouden moest worden, en in Beijing waren het Covid en juist de kou, want daar was het min 20. Je hebt dus een soort mal van zaken die vaak terugkomen maar gespecificeerd moeten worden voor een toernooi. Maar er zijn ook altijd thema’s die er voor een specifiek evenement uit springen. Daarom beginnen we heel vroeg met voorbereiden, vaak meer dan twee jaar van tevoren. We willen heel graag een goed lokaal medisch netwerk hebben. Dat is niet alleen voor tijdens de Spelen van belang, maar ook de maanden voorafgaand aan de Spelen, bijvoorbeeld tijdens testevents. En hoe verder de Spelen worden gehouden hoe belangrijker het is de zaakjes op orde te hebben. Maar ook voor Parijs geldt: hoewel je van centrum Parijs in zes uurtjes in Amsterdam kunt zijn, is het belangrijk te weten bij welk ziekenhuis en bij welke arts je ter plekke voor welke blessure van een topsporter terecht kunt. Ook als bijvoorbeeld een judoploeg maanden van tevoren al een trai-

ningskamp in Parijs heeft. Voor acute zaken die je wilt afdekken moet je een ontzettend goed medisch netwerk opbouwen.”

Hitte als risicofactor

Specifieke aandachtspunten voor verschillende Spelen in het verleden waren bijvoorbeeld hitte en smog (Athene) en reizen door tijdzones. Voor Parijs is dat volgens Moen ook de hitte. “De bandbreedte van de temperatuur in Tokio was smal, maar erg hoog. Voor Parijs is die breder, maar ook daar houden we rekening met heel warme venues en oververhitte sporters. Ik werk daarbij heel nauw samen met Kamiel Maase, hoofd van de afdeling Sportscience. Hij had in Tokio de taak om te zorgen dat sporters zo koel mogelijk startten om zo goed mogelijk te kunnen presteren. Maar alsnog kwam het dan voor dat mensen oververhit raakten. Op zo’n moment is het belangrijk om hen zo goed mogelijk te koelen. Destijds hadden we Jelmer Alsma, internist acute geneeskunde, in Japan omdat de kans op hitteletsel zo groot was dat we per se iemand wilden meenemen met deze expertise. Jelmer gaat niet mee naar Parijs maar is wel nauw

17 SportGezondheidsZorg –Nummer 1 –April 2024
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.