DRIE CLUBS OVER SUCCESVOL WERVEN EN BEHOUDEN VAN JEUGDLEDEN
DE KRACHT EN KANSEN VAN
PICKLEBALL
KNLTB OVER DE STRATEGIE ACHTER DEZE NIEUWE SPORT
CLUBCULTUUR IN DEZE TIJD
OOK CENTRA FLOREREN DOOR VERBINDING EN SAAMHORIGHEID
NO.1 BALL ON TOUR*
NOW MORE SUSTAINABLE PACKAGING
SAME GREAT PERFORMANCE
RECYCLED PAPER LABEL RECYCLABLE PAPER LID MADE FROM 30% RECYCLED PLASTIC
BESTE TENNIS-, PADEL- EN PICKLEBALL-LIEFHEBBERS,
Bij de KNLTB willen we méér mensen méér laten spelen. Vooral om te verbinden, om mensen in beweging te brengen en om bij te dragen aan een fittere, gezondere samenleving. Tennis, padel en sinds kort ook pickleball hebben daarin een unieke kracht: ze brengen generaties samen, bieden plezier op elk niveau en zijn toegankelijk voor iedereen.
In deze editie van Centre Court Magazine staat de vraag centraal wat een club toekomstbestendig maakt. Naast een sterke organisatie en een goede accommodatie blijkt één factor doorslaggevend: de cultuur. Een cultuur waarin leden zich herkennen, betrokken raken en zich blijven inzetten. Robert Eenhoorn deelt zijn visie op dat thema, vanuit zijn rijke ervaring als honkbalspeler in Nederland en Amerika, als honkbalcoach en bestuurder van de honkbalbond en algemeen directeur bij voetbalclub AZ.
Ook belichten we drie genomineerde ‘Clubs van het Jaar 2024’ die uitblinken in jeugdbeleid en ledenbinding. Zij laten zien hoe aandacht voor jeugd, vernieu-
wing en samenwerking leidt tot bloeiende verenigingen. Dat past bij onze missie: sporten mogelijk maken voor iedereen, op de club én daarbuiten. Want ook sporters die (nog) geen lid zijn verdienen onze aandacht. Zoals bij het Padelcentrum Noord-Limburg, dat bewijst dat je met gastvrijheid, samenwerking en een duidelijke visie óók de ongebonden sporter kunt raken – en misschien wel verbinden aan een clubgevoel.
Tot slot verwelkomen we pickleball als nieuwste loot aan onze KNLTB-tak. Door de sport actief te omarmen, versterken we onze maatschappelijke rol én onze relevantie. Want of je nu kiest voor tennis, padel of pickleball: wij geloven in de kracht van samen sporten.
Laten we blijven investeren in die beweging. Voor de sport. Voor de mensen. Voor de toekomst.
Met sportieve groet, Roger Davids
Voorzitter KNLTB
PADELCENTRUM NOORDLIMBURG: “OOK WIJ HEBBEN ECHTE CLUBMENSEN NODIG”
Ook commerciële tennis- of padelcentra proberen dat klassieke clubgevoel te kweken, verbinding te creëren met en tussen klanten. Waarom is clubcultuur als bindende factor ook voor deze centra belangrijk? En hoe creëer je die? “Clubmensen zorgen voor verbinding, staan aan de basis van een groeiende community”, zegt Twan Lensen van Padelcentrum Noord-Limburg.
COLOFON
Centre Court is een uitgave van de Koninklijke Nederlandse Lawn Tennis Bond en Golazo Media en verschijnt dit jaar tweemaal in gedrukte vorm en als E-Zine.
HOOFDREDACTIE
Robert Barreveld
E-mail: robert.barreveld@golazo.com
Johan Braber
E-mail: j.braber@knltb.nl
EINDREDACTIE
Joost de Jong
MET REDACTIONELE
BIJDRAGEN VAN
Leo Aquina, Robert Barreveld, Roger Davids, Robert Hesen, Martin Hersman, Luc Keersmaekers en Monique Sporrel
FOTOGRAFIE
ANP, KNLTB, Orange Pictures, OTC De Warande, Padelcentrum Noord-Limburg, Winterswijkse Tennisclub, Danique Boelhouwer, Marleen Fouchier, Odin Fouchier en Alyssa van Heyst
Jaargang 36 – editie -1 – juni 2025
ROBERT EENHOORN: “JE MOET HET BETER WILLEN DOEN, DE LAT STEEDS IETS HOGER LEGGEN”
De oud-tophonkballer en voormalig directeur van AZ legde de basis voor zijn sportloopbaan in de Verenigde Staten, waar hij bij The New York Yankees werd gehard in de Amerikaanse topsportcultuur. Met Centre Court praat hij uitgebreid over de lessen die hij leerde, vernieuwing, verbinding en de uitdagingen voor tennis en padel. “Je moet altijd bereid zijn te veranderen.”
UITGEVER
Michel van Troost
E-mail: michel.vantroost@golazo.com
REDACTIEADRES
Golazo Media
Wiersedreef 7
3433 ZX Nieuwegein
Tel. 030 707 30 00
E-mail: info@sportsmedia.nl
VORMGEVING EN PREPRESS www.pageturner.design
ONTWERP www.pageturner.design
DRUKWERK PreVision, Eindhoven
ABONNEMENT
Centre Court wordt toegezonden aan bij de KNLTB aangesloten centra, verenigingen, functionarissen die binnen de KNLTB en verenigingen bestuurlijk actief zijn en aan tennis- en/of padelleraren met een geldige licentie.
DE POTENTIE VAN PICKLEBALL
De uit de Verenigde Staten ‘overgewaaide’ racketsport is na tennis, beachtennis en padel de vierde loot aan de tak van de KNLTB. En biedt volop kansen: laagdrempelig en door vrijwel iedereen te beoefenen. “Pickleball is superverslavend”, zegt nationaal kampioen en pionier Noah Washington.
EN VERDER…
6 Padel in beeld: Dutch Padel Week in Eindhoven
20 Jeugdbeleid: bij Club van het Jaar OTC De Warande is laagdrempeligheid de sleutel tot succes
32 Infographic: jeugdcijfers over 2024 bieden vertrouwen
34 Kort nieuws
36 Jeugdbeleid: lerares Nikki is de spin in het web van bloeiend jeugdbeleid TC Boemerang
40 Social Wall
ADRESWIJZIGINGEN/OPZEGGINGEN
Verhuisd of geen functie meer binnen de club? Geef dit door aan de ledenadministrateur van jouw club. Hij/zij wijzigt jouw gegevens.
Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar gemaakt in enige vorm of op enige
42
NIEUWE KNLTB-DIRECTEUR EDU JANSING: “WE HEBBEN GOUD IN HANDEN”
In een openhartig gesprek stelt onze nieuwe directeur zich voor. Hij vertelt over hoe hij als kind in India tennisles kreeg van een Wimbledon-deelnemer, de kansen voor tennis en padel en de rol van verenigingen in de maatschappij. “De grootste maatschappelijke waarde van een vereniging is de sport zelf.”
50 Kort nieuws
52 Jeugdbeleid: tennis en padel als ‘eerste sport’: zo wil Winterswijkse Tennisclub terug naar 120 jeugdleden
58 Par tner in beeld: SportStroom
60 Kort nieuws
COLUMNS
19 De blik van buiten: gastcolumn Martin Hersman
57 Monique Sporrel, Regio Jeugd Coach
wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, in fotokopie of anderszins gereproduceerd door middel van boekdruk, foto-offset, fotokopie, microfilm of welke andere methode dan ook, zonder schriftelijke toestemming van de uitgever.
We zijn toegewijd om alleen papier te gebruiken dat afkomstig is van verantwoord beheerde, gecertificeerde bosbouw en chloorvrije productie. Het papier dat in dit tijdschrift wordt gebruikt, is afkomstig uit duurzaam beheerde
bossen die voldoen aan strikte milieu-, ethische en sociaaleconomische normen. Dit magazine is verpakt en verzonden in een PCR-folie verpakking, gemaakt van ingezameld plastic van huishoudens en bedrijven. Door het gebruik van PCR leveren we een bijdrage aan de circulaire economie en verkleinen we de afvalberg. De PCR-grondstof voor de seal van dit magazine is afkomstig van Europees plastic afval.
PARTNERS
PADEL IN BEELD
Van 15 tot en met 23 maart organiseerde de KNLTB in Eindhoven de Dutch Padel Week, met als belangrijk onderdeel het EY NK Padel 2025. Over de hele week waren er 4500 bezoekers, die genoten van toppadel en entertainment en die zelf een balletje konden slaan. Bij de dames werd het EY NK Padel voor de derde keer gewonnen door Marcella Koek en Steffie Weterings, bij de heren pakten Youp de Kroon en Julian Prins hun eerste Nederlandse titel.
“JE MOET ALTIJD BEREID ZIJN OM TE VERANDEREN”
Voormalig tophonkballer en oud-directeur van AZ over topsportcultuur, vernieuwing, verbinding en kansen voor tennis en padel
DOOR: ROBERT BARREVELD FOTO’S: ORANGE PICTURES/ANP
Voormalig tophonkballer en oud-directeur van AZ Robert Eenhoorn heeft het allemaal meegemaakt. Als speler van de New York Yankees, bondscoach van het Nederlands honkbalteam, technisch directeur van de KNBSB en algemeen directeur van AZ deed hij overal de ervaring en de kennis op die hij nodig had om de manager, de koersbepaler te worden die hij nu is. Je moet stappen willen maken, vernieuwen, ontwikkelen en te allen tijde stilstand vermijden, is zijn overtuiging. En dat geldt voor elke organisatie, of het nu gaat om een voetbalclub op topniveau, een bond of een tennisclub. De uitdaging is vooral om mensen
Als grootste Nederlandse honkbaltalent vertrok Robert Eenhoorn eind jaren tachtig naar de Verenigde Staten, waar hij werd gedraft door de beroemde New York Yankees. De harde en veeleisende Amerikaanse topsportcultuur vormde de ideale leerschool voor zijn verdere loopbaan.
mee te krijgen in die visie, een omgeving te creëren waarin iedereen vooruit wil. “Je moet de lat altijd hoger willen leggen.”
Zet een voormalig topsporter op een speelveld en binnen de kortste keren wil hij toch even testen wat hij nog kan. Robert Eenhoorn is geen uitzondering. Als hij in mei het zonovergoten Nationaal Tennis Centrum in Amstelveen op stapt om in gesprek te gaan met Centre Court, is hij best bereid even een racket op te pakken. Dat begint wat onwennig, maar op een onbewaakt moment moet toch ook even voluit worden geserveerd. “Het is lang geleden”, constateert hij
“IN
“IK
BEN SPORTER GEWEEST, COACH,
TD EN ALGEMEEN
DIRECTEUR. VOOR
ALLES WAREN DE YANKEES DE BESTE LEERSCHOOL”
met enige gelatenheid, om vervolgens met een kleine grimas zijn schouder te masseren.
RAAKVLAKKEN
De jaren dat hij in Nederland met enige regelmaat op de tennisbaan stond, voeren gek genoeg terug tot de tijd dat hij honkballer was in de Verenigde Staten, herinnert Eenhoorn zich. “Als ik even in Nederland was, ging ik bijvoorbeeld veel om met Henk Fräser, toen speler bij Feyenoord. Hij was helemaal gek van tennis. Ook Feyenoorders Henrik Larsson en József Kiprich speelden graag, we huurden dan nog wel eens een baan. Het was gewoon leuk om te doen, hoewel er best veel raakvlakken met honkbal zijn.
Ik liet de anderen ook wel eens op mij serveren, terwijl ik dan zonder racket probeerde de ballen te vangen. In tennis is voetenwerk belangrijk, je moet steeds anticiperen om de volgende bal te kunnen slaan. In honkbal is dat niet anders. Ballen worden hard geslagen, je moet jezelf in het veld goed positioneren om een bal te pakken.”
SURVIVAL OF THE FITTEST
Dat anticiperen in het veld op de centrale positie van korte stop kon Eenhoorn als geen ander. Als grootste belofte van het Nederlandse honkbal vertrok hij eind jaren tachtig naar het beloofde land, de Verenigde Staten. Daar werd hij in 1990, als stu-
dent van Davidson College, in de jaarlijkse draft geselecteerd door de New York Yankees. Daar werd hij geconfronteerd met een topsportmentaliteit die hard en veeleisend was, maar die in het vervolg van zijn loopbaan onbetaalbaar bleek. En die volledig verschilt van de mentaliteit in Nederland. “Ik heb het vaker gezegd; in de Verenigde Staten moet je serieus presteren om je eigen ‘veiligheid’ in een organisatie te creëren. In Nederland werkt het eigenlijk andersom. De veiligheid krijg je als het ware cadeau en daarna gaan we nog eens kijken of je kunt presteren.”
Kijkt hij terug, wetende welke functies hij in de sport later nog zou bekleden, dan is zijn tijd in de Verenigde Staten en zeker de periode bij de Yankees, allesbepalend geweest. “Ik ben sporter
“JE MOET HET BETER WILLEN
DE
geweest, coach, technisch directeur en algemeen directeur en eigenlijk heb ik voor al die disciplines de beste leerschool gehad. Of je het nu hebt over de faciliteiten in New York, de discipline, de professionaliteit of over persoonlijke programma’s voor spelers die er toen al waren, het was allemaal topniveau. Voor de spelers was het pure survival of the fittest. Elk jaar kiest de club vijftig nieuwe spelers die prof worden in hun organisatie en dus moeten er ook vijftig uit. Die druk is er altijd.”
VERNIEUWING IS ‘KEY’
Eenhoorn stond later bijna tien jaar aan het roer van een Eredivisieclub en zag dus ook hoe de topcompetitie van de grootste sport in Nederland, waar miljoenen in omgaan, wordt geleid. “Heel eerlijk – en dat is puur mijn mening – vind ik dat niet meer van deze tijd. In de topcompetities van deze wereld, of het nu gaat om de Major League Baseball, de Engelse Premier League of La Liga in Spanje, zie je toch dat dat laatste stukje, de topcompetitie, door de league zelf wordt georganiseerd. In de Verenigde Staten is de mindset in dit opzicht ook volledig anders. In een recent artikel in Het Financieele Dagblad werd uitgelegd hoe de organisaties achter de leagues ernaar streven dat alle clubs, elke organisatie in de league aan waardevermeerdering doet. De competitie moet aantrekkelijk en zichtbaar blijven en daar kunnen ze allemaal een bijdrage aan leveren. Dat uitgangspunt bindt, dan willen anderen heel graag bij je horen. In de Verenigde Staten hebben ze heel goed begrepen dat als in een competitie altijd dezelfde wint en de rest kansloos is, mensen afhaken. En dat is voor niemand goed.”
Zijn voorbeeld komt dan uit de sport, maar wat Eenhoorn betreft zijn het uitgangspunten die in elke organisatie moeten gelden. “Vernieuwing is ‘key’. In organisaties betekent dat bijvoorbeeld dat mensen een stukje zeggenschap moeten opgeven of iets moeten gaan doen wat ze niet gewend zijn. Niet altijd makkelijk, maar wel noodzakelijk. Je ziet nog heel vaak dat mensen pas willen veranderen als er urgentie is, als zaken mis dreigen te lopen. Terwijl je altijd op zoek moet gaan naar ontwikkeling en verbetering en vervolgens bereid moet zijn om te veranderen.”
VERBINDING IS NOODZAKELIJK
In zijn kijk op het Nederlandse topvoetbal zit een opvatting verborgen die wat Eenhoorn betreft breder in de sport geldt. “Bonden hebben snel de neiging zaken naar zich toe trekken, veel zelf te willen doen. Je moet jezelf echter vooral afvragen: waar ben ik goed in? Zijn er organisaties die ergens beter in zijn, ga dat dan niet zelf doen, maar zoek de verbinding!”
Zonder de koers en de strategie van de KNLTB van de afgelopen jaren door en door te kennen, klinkt de transitie die de bond doormaakte en de herpositionering die heeft plaatsgevonden hem logisch in de oren. De KNLTB wil niet meer de organisatie zijn die alles bepaalt, maar veel meer een verbinder van partijen in het speelveld van tennis en padel.
“TENNIS-
EN PADELCLUBS KUNNEN BIJ UITSTEK EEN SFEER
NEERZETTEN EN
SOCIALE
BINDING STIMULEREN”
“BIJ DE YANKEES WAS VANAF HET EERSTE MOMENT DUIDELIJK DAT JE GROOT RESPECT MOEST HEBBEN
“In dat speelveld heb je elkaar natuurlijk keihard nodig, dus verbinding lijkt mij noodzakelijk. Als er geen mensen meer zijn die tennis leuk vinden, is dat een slechte ontwikkeling voor alle partijen. Tennis- en padelclubs kunnen bij uitstek een sfeer neerzetten, sociale binding stimuleren en mensen laagdrempelig kennis laten maken met de sport. Dat is belangrijk voor iedereen, want als mensen de sport niet ontdekken en enthousiast zijn, gaan ze ook geen baan boeken in een centrum. Ook hier geldt weer; je moet je blijven ontwikkelen. Het is de taak van de bond om daarbij zo goed mogelijk te ondersteunen en partijen uit te leggen waarom verandering in ieders belang is.”
Vrijwel iedereen die de infrastructuur van de Nederlandse sport kent, trekt dezelfde conclusie en dat geldt ook voor Robert Eenhoorn: “Die is uniek. Als je wil sporten, kun je dat bijna altijd redelijk in de buurt en betaalbaar doen. Bovendien zijn over het
algemeen de accommodaties in Nederland heel goed, dat is ook belangrijk voor talentontwikkeling.” In veel landen is de sport volledig anders georganiseerd, zo ook in de Verenigde Staten, weet Eenhoorn. “Je moet niet alles willen vergelijken, maar in Amerika werkt het echt heel anders. Er wordt veel gesport op scholen, daar kun je alle grote Amerikaanse sporten beoefenen. Ben je goed, dan ga je ook sporten op een universiteit en krijg je misschien zelfs een beurs. De toptalenten kunnen vervolgens de stap naar de profs maken. Red je dat niet en wil je later wel blijven sporten, dan moet je dat voornamelijk zelf uitzoeken, dan stap je niet zomaar even een vereniging binnen.”
CLUBCULTUUR, KERNWAARDEN
De sportinfrastructuur in Nederland mag dan uniek zijn, clubs worden geconfronteerd met grote uitdagingen, dat geldt ook voor tennis- en padelclubs. Leden binden en dus behouden is lang niet altijd makkelijk, zeker bij de jeugd. Je wil als club dat mensen vaak terugkomen, willen blijven spelen en op de club een sfeer proeven waar ze zich prettig bij voelen. Dat is overigens net zo goed het streven van veel onafhankelijke tennis- en padelcentra. Een goede clubcultuur is dan essentieel, maar is voor velen een wat ongrijpbaar fenomeen.
Eenhoorn: “Cultuur gaat eigenlijk over drie dingen: je binnenwereld, dus hoe je met elkaar omgaat, de buitenwereld en de factor tijd, dus heden, verleden en toekomst. Hoe zien die elementen er bij jou uit en wat is bij uitstek je kracht? Dat moet je kenbaar maken en vooral versterken. Cultuur in een organisatie heeft natuurlijk ook alles te maken met kernwaarden, normen en waarden waar vanuit je handelt. Ik zie overigens nog best vaak in organisaties dat het niet echt kernwaarden zijn, maar streefwaarden – waarden waarvan organisaties graag zouden willen dat het kernwaarden zijn.”
De New York Yankees hebben een heel sterke clubcultuur. Het iconische ‘merk’ van de Yankees staat voor die cultuur, die bovendien door de club zelf streng wordt bewaakt. “Toen ik daar binnenkwam, was vanaf het eerste moment duidelijk dat je groot respect diende te hebben voor de organisatie en waar die voor stond”, blikt Eenhoorn terug. “Dat ging in mijn tijd gepaard met een ijzeren discipline. De regels van de organisatie werden bij binnenkomst opgedreund en die kernwaarden respecteerde je.
“BONDEN HEBBEN SNEL DE NEIGING ZAKEN NAAR ZICH TOE TREKKEN, VEEL ZELF TE WILLEN DOEN”
“WE
WAREN BIJ AZ NIET DE RIJKSTE CLUB, MET DE GROOTSTE ACHTERBAN OF DE MEESTE SUCCESSEN. ALS WE NIETS
VERANDERDEN, ZATEN WIJ AAN ONS PLAFOND”
Deed je dat niet, dan kreeg je een boete. Ging het nog een keer mis, dan volgde nog een boete en bij de derde keer kon je je spullen pakken. Verder heeft de club natuurlijk een enorme traditie. De foto’s van historische teams, de leuzen op de muur, binnen één dag wist je: hier draait het om het winnen van de World Series en dit zijn de waarden die ze daaraan koppelen. Na verloop van tijd maakt dat trots. Ik hoor bij deze organisatie, ik draag het beroemde pinstripe-tenue en hij niet.”
IEDEREEN ONDERDEEL VAN HET GEHEEL
Een duidelijk, gezamenlijk doel waarin iedereen in de organisatie een aandeel heeft, het is een uitgangspunt dat Eenhoorn ook heel bewust hanteerde bij AZ. “Zoals gezegd; verandering, vernieuwing is essentieel. We waren bij AZ niet de rijkste club, met de grootste achterban of de meeste successen. Als we niets veranderden, zaten wij aan ons plafond. We hebben toen op alle afdelingen in de organisatie heel duidelijk gemaakt: presteren is het hoofddoel en we willen weten wat jij kunt bijdragen aan dat doel. Want het stopt niet bij een persoon of één afdeling, iedereen is onderdeel van het grotere geheel. Als je het als club goed organiseert, mensen er een goed gevoel bij hebben, erover praten, erbij willen horen, maakt dat trots, dat bindt. Dat geldt voor elke organisatie, voor de Yankees maar ook voor een tennisclub. Voor zo’n club verandert er natuurlijk veel nu. Mensen sporten anders, vrijwilligers zijn moeilijker te vinden. Uiteindelijk moet je jezelf echter afvragen; hoe kan ik ervoor zorgen dat als iemand zich hier meldt, alles geweldig geregeld is. Dat alles er goed uitziet, we afspraken nakomen, dingen op tijd gebeuren, dat er altijd een fijne sfeer hangt, dat mensen hier bij willen horen. Je moet
het beter willen doen, de lat steeds iets hoger leggen. En geloof mij, als mensen, en zeker jeugd zich echt onderdeel van iets voelt, lopen ze niet zomaar weg.”
FEITEN ALS BASIS
Interne verandering leidt tot discussie, weet Eenhoorn uit ervaring. “Logisch, iedereen reageert anders op verandering.” Die discussie moet ook gevoerd kunnen worden, al verbindt hij daar wel een belangrijke voorwaarde aan. “Ik wil praten over feiten, dus wil ik relevante data hebben.” Niet voor niks zocht Eenhoorn in zijn tijd bij AZ de samenwerking met Billy Beane, de man die met zijn eigen kijk op honkbalstatistieken voor een ware revolutie in de sport zorgde. “Ook het betrekken van data vind ik heel logisch. Als ik een nieuw huis op het oog heb, verzamel ik toch ook eerst voldoende informatie om een goede keuze te kunnen maken? Verschillende meningen zijn prima, als ze maar gebaseerd zijn op feiten. Overigens bieden data ook de mogelijkheid om de doestellingen die ik eerder noemde meetbaat te maken.
Zo kun je zien of een gekozen koers iets oplevert. Mijn advies zou wel altijd zijn: meet het proces en niet alleen de uitkomsten. Eindresultaten worden door meerdere factoren beïnvloed. Bovendien kunnen ze demotiverend werken.”
‘IK GA NOG WEL IETS DOEN’
Wie met Robert Eenhoorn praat over zijn tijd als honkballer, zijn periode bij AZ en over management en leiderschap, merkt al snel: deze man heeft nog geen punt achter zijn loopbaan gezet. Hij beaamt ook dat hij ‘echt nog wel iets gaat doen’. En ook dat dat helemaal niet zo lang hoeft te duren. Hij geniet echter ook van de relatieve rust na de drukke jaren bij AZ. De altijd terugkerende geruchten over een rol bij Feyenoord, hij leest het ook en denkt er het zijne van. “Iedereen weet waar ik vandaan kom, waar ik vroeger op de tribune zat, dus ik snap de geruchten. Als er iets voorbijkomt, kijk ik echter altijd eerst; past dit bij mij, kan ik daar echt een bijdrage leveren, iets bereiken? Ik ben te veel professional om daar anders naar te kijken.”
“VOOR SPELERS IS HET IN AMERIKA PURE SURVIVAL OF THE FITTEST. ELK
JAAR KIEST DE CLUB VIJFTIG NIEUWE SPELERS DIE PROF WORDEN EN DUS MOETEN ER OOK
VIJFTIG UIT”
Blessure opgelopen?
Sporten zonder klachten? Fysiotherapeut nodig?
Al jaren de vaste fysiopartner van de KNLTB
Binnen 24 uur een afspraak
Bij FysioHolland werken gespecialiseerde fysiotherapeuten. Samen met jou vinden we altijd een passende behandeling!
Naast algemene fysiotherapie kun je bij ons terecht voor onder andere sportrevalidatie, dry needling, echografie, hydrotherapie en manuele therapie.
Maak snel en gemakkelijk een afspraak bij één van onze vele locaties via onze site of bel 088 708 08 00.
MARTIN HERSMAN DE BLIK VAN BUITEN
Martin Hersman (51) is voormalig topschaatser. Hij won in 1996 brons op het WK Afstanden op de 1500 meter, zijn specialiteit. Een jaar later won hij brons op de 1000 meter op het WK Afstanden. In 1996 werd hij derde op het EK Allround. Hersman kwam in 1994 en 1998 uit op de Olympische Spelen. Na zijn schaatscarrière werkte hij in diverse functies in het bedrijfsleven. Momenteel is hij werkzaam als zelfstandig prestatiecoach.
VERANDERING SCHUURT, MAAR STILSTAND SLIJT
We schrijven 1988. In Den Haag wordt serieus een comité opgericht tegen het overkappen van de schaatsbaan. “Schaatsen hoort buiten”, klinkt het. Inmiddels zitten diezelfde tegenstanders met een cappuccino langs het ijs, in een overdekte hal. Want soms is traditie niet je anker, maar je ankerketting.
Die gedachte kwam terug toen ik onlangs op een tennispark stond. Lege banen overdag, volle agenda’s in de avond en een prachtig clubhuis dat meer opslag van competitiefoto’s dan ontmoetingsplek was. En dan daarbuiten: de padelbanen. Vol energie. Muziek, lachende mensen, spontane potjes. Meer groepen met vrienden dan ik in jaren op een tennisbaan had gezien. Padel leeft. Tennis kijkt soms nog wat de andere kant op.
Ik snap dat wel. Ook wij schaatsers moesten slikken. De introductie van de klapschaats (die ik zelf ook heb weggelachen), hartslagmeters, indoortraining – allemaal eerst weggewuifd. Maar zonder die innovaties hadden we allang niet meer meegedaan op wereldniveau en zouden veel ijsclubs zijn verdwenen. Verandering schuurt, maar stilstand slijt.
Veel tennisclubs worstelen nu met de opkomst van twee fenomenen: padel en de ‘flexibele sporter’. Die wil niet meer elke dinsdagavond om 19.30 opdraven, maar wél spontaan een potje spelen. Die wil geen bardienst of vaste teams. En dat botst met het wereldwijd unieke Nederlandse traditionele verenigingsmodel, waar ik zelf ook uit voortkom. Toch is dat niet erg. De vraag is alleen: ga je mee, of blijf je staan?
Ik denk daarnaast dat padel geen bedreiging is, maar een kans. Het haalt mensen binnen die tennis nooit overwogen. Het is snel, laagdrempelig en sociaal. Het is sport fast forward. In een wereld waarin iedereen altijd ‘aan’ staat, is het misschien wel precies wat we nodig hebben: even kort uit, vol gas, en weer door.
“ZEKER
OVERDAG LIGGEN ER KANSEN VOOR TENNIS. DE BANEN ZIJN LEEG, MAAR ER ZIJN MEER 50-PLUSSERS DAN OOIT”
En tennis zelf? Dat heeft goud in handen. Meer dan andere sporten is mijn overtuiging. Het is een van de weinige sporten die je tot op hoge leeftijd kunt blijven doen. Technisch, sociaal, uitdagend – en briljant om vitaal te blijven. Zeker overdag liggen daar kansen. De banen zijn leeg, maar er zijn meer 50-plussers dan ooit.
In mijn boek Always Ready schrijf ik dat topsport en werk draaien om presteren én gepland herstel. Niemand is altijd top. Dat geldt ook voor sportparticipatie. Steeds minder mensen committeren zich voor een seizoen aan een club. Maar als je ruimte maakt voor flexibiliteit, geef je mensen wél de kans om aan te haken. Niet ondanks, maar juist dankzij hun drukke leven of hun behoefte aan flexibel zijn.
Verandering voelt ongemakkelijk. Maar het is ook precies wat nodig is om relevant te blijven. Laat het tennisclubhuis niet een nieuw museum van de sport worden, maar de groeiplaats van vitaliteit in Nederland.
VERKIEZING KNLTB CLUB VAN HET
JAAR 2024
Als de genomineerde clubs voor de titel KNLTB Club van het Jaar 2024 iets gemeen hebben, dan toch wel dat ze allemaal een actief, goed doordacht jeugdbeleid voeren om zoveel mogelijk jeugd te werven én te behouden. In deze editie van Centre Court Magazine vertellen ze er zelf over. Onder hen natuurlijk de uiteindelijke winnaar, OTC De Warande.
“WE MAKEN HET BREDER DAN ALLEEN TENNIS”
Club van het Jaar OTC De Warande: laagdrempeligheid is sleutel tot succes
DOOR: ROBERT HESEN
Tennis- en padelvereniging OTC De Warande werd in 2024 gekroond tot Club van het Jaar. Een erkenning waar de vereniging uit Oosterhout meer dan trots op is. Alle reden om op zoek te gaan naar het succes van deze club, met speciale aandacht voor jeugdtennis en -padel. Een gesprek met voorzitter Jacco Buisman.
“Van verschrikkelijk trots tot een stukje ongeloof”, zegt Buisman als we hem vragen naar de reacties nadat zijn vereniging dit voorjaar tijdens het jaarcongres van de KNLTB in Rotterdam werd verkozen tot Club van het Jaar. “Sommige leden vroegen me zelfs: ‘Zijn er écht geen betere verenigingen in ons land?’ Mijn antwoord? Dat weten we nooit zeker, maar voorlopig zijn wij voor dit jaar benoemd. Iedereen ziet dit als een stukje erkenning, het geeft vooral een boost aan de vrijwilligers.”
LAAGDREMPELIGHEID
OTC De Warande telt ruim 1100 leden, waarvan meer dan 100 jeugdleden. De leden in de Noord-Brabantse plaats spelen op zeven tennisbanen en acht padelbanen. Laagdrempeligheid is volgens Buisman een van de belangrijkste uitgangspunten van het jeugdbeleid. Dat komt onder meer terug in het proefabonnement, vertelt hij. “Kinderen kunnen drie maanden lid worden voor een relatief klein bedrag. Daarin krijgen ze enkele lessen, mogen ze deelnemen aan interne
toernooien en hebben ze de mogelijkheid om mee te doen aan de wekelijkse activiteit Fun en Play. Onder begeleiding van trainers en ouders worden dan twee uur lang op een laagdrempelige manier leuke spelvormen gedaan en wedstrijdjes gespeeld. Na twee van de drie maanden nemen we proactief contact op met de ouders van de nieuwe jeugdleden. Dan gaan we het gesprek aan: hoe bevalt het? Wat kunnen we verbeteren? En natuurlijk: wil je lid blijven? De volgende stap is een volwaardig lidmaatschap.”
“IK DENK DAT HET
CRUCIAAL IS DAT KINDEREN EEN VAST GEZICHT EN AANSPREEKPUNT
HEBBEN”
VOORZITTER JACCO BUISMAN
“IEDEREEN ZIET DIT ALS EEN
STUKJE ERKENNING, HET GEEFT
VOORAL EEN BOOST
AAN
VOORZITTER JACCO BUISMAN
Buisman vindt het belangrijk dat potentiële leden kennismaken met het complex waarop de leden spelen. Daarom opent hij de deuren voor de scholen in de omgeving. Zij vullen regelmatig de gymlessen in op de vereniging. Ook organiseert de vereniging één keer per jaar een grote open dag, waarbij iedereen welkom is om tennis of padel te proberen.
FUN EN PLAY
Werving is één, behoud is twee. Dat beseft Buisman maar al te goed. Het belangrijkste speerpunt is om leden minimaal twee keer per week op de vereniging te krijgen. Het eerdergenoemde Fun en Play – de vereniging neemt de kosten van deze activiteit voor haar rekening – speelt daarbij een cruciale rol. “Een groot percentage van de jeugd komt hier iedere week naartoe. De kinderen vinden het gezellig om langs te komen en vriendjes en vriendinnetjes te zien. We
zien daardoor ook dat de stap naar het spelen van competitie op die manier verkleind wordt. Naast hun wekelijkse tennis- of padellessen is de overgrote meerderheid van de jeugd op die manier minimaal twee keer per week op de vereniging.”
Een ander punt is de selectietraining die de vereniging aanbiedt. Zo’n 35 kinderen maken daar inmiddels gebruik van. Buisman benadrukt dat OTC De Warande niet de ambitie heeft om jeugdleden van andere verenigingen aan te trekken. “Uitgangspunt is dat onze eigen jeugd niet direct vertrekt omdat het niveau hier niet toereikend zou zijn. Om die reden stelde het prestatieve team samen met de hoofdtrainer drie jaar geleden een vijfjarenplan op.
Het doel? Het niveau van de jeugd omhoog krikken en tegelijkertijd hier iedereen de kans voor geven. Inmiddels heeft een aantal jeugdteams de stap gezet naar een hoger niveau. Dat we die kinderen konden
ondersteunen om zich zodanig te ontwikkelen, stemt me meer dan tevreden.”
‘OUDERWETSE’ CLUBTRAINER
Uiteraard is de trainer een belangrijke steunpilaar binnen de vereniging. Dat is bij OTC De Warande niet anders. Hoewel meerdere trainers actief zijn op het park, is er duidelijk één hoofdtrainer. Dat is de 25-jarige Thomas Bakker. “Hij is superenthousiast, de kinderen lopen allemaal met hem weg. Hij is voor de ouders en jeugdleden hét aanspreekpunt. Je kunt het bijna vergelijken met een ouderwetse clubtrainer. Hij is ook alleen op onze vereniging actief. In het algemeen denk ik dat het cruciaal is dat kinderen een vast gezicht en aanspreekpunt hebben.”
Tegelijkertijd beseft de vereniging dat het organiseren van activiteiten naast de tennisbaan ook een positieve stimulans geeft. Althans, om kinderen écht een clubgevoel te geven en de onderlinge band te versterken. Daarom organiseert de jeugdcommissie ook andere activiteiten, zoals een bingotoernooi of een oliebollentoernooi. Ook wordt de Fun en Play op vrijdagmiddag af en toe uitgebreid met een leuke activiteit. “We willen het iets breder maken dan alleen tennis. Dat werkt positief voor het creëren van een clubgevoel. Ik besef dat we daarbij afhankelijk zijn van een actieve jeugdcommissie, die wij gelukkig hebben.”
Buisman benadrukt dat een positieve uitstraling vanuit het bestuur een belangrijke rol speelt bij het aantrekken en behouden van vrijwilligers, bijvoorbeeld voor de jeugdcommissie. “Bij de vereniging hebben we ruim honderd vrijwilligers. En ja, misschien missen we er nog twintig. Maar ik kijk naar het positieve. Als voorzitter en wij als bestuur kijken juist naar de zaken die succesvol zijn, waarbij we vrijwilligers altijd het gevoel geven dat we ze dankbaar zijn. Dat zorgt voor een positieve vibe die doorwerkt in alle geledingen van de club. Met de uitverkiezing tot Club van het Jaar als kers op de taart.”
“OOK WIJ HEBBEN ECHTE CLUBMENSEN NODIG”
Padelcentrum Noord-Limburg in Venray besteedt veel aandacht aan het kweken van een clubgevoel. En met succes
DOOR: LUC KEERSMAEKERS
Iedereen kent het klassieke beeld van de vereniging: een plek waar jong en oud uit een buurt, dorp of gemeente al jarenlang samenkomt en waar dezelfde, trouwe vrijwilligers je iedere keer weer welkom heten als je de kantine binnenstapt. Kortom: een tweede thuis. Maar in hoeverre is dat clubgevoel, die community die een vereniging kan vormen, ook aanwezig bij een commercieel tennis- of padelcentrum? Waarom is clubcultuur als bindende factor ook voor deze centra heel belangrijk? En hoe creëer je die dan?
Om op die vragen een antwoord te krijgen, heeft Centre Court een afspraak met Twan Lensen, mede-eigenaar van Padelcentrum Noord-Limburg. Zijn mail voorafgaand aan ons bezoek verraadde al dat het met de gastvrijheid in Venray in ieder geval goed zit. ‘Voorkeur voor een Limburgse vlaai? Laat maar weten welke smaak je wil hebben, dan zorg ik dat-ie klaarstaat!’
Het bleek een voorbode van de sfeer van het gesprek.
We treffen Twan in de hoek van de SportsBar, de kantine van het padelcentrum. In het midden staat een grote bar die van alle kanten bereikbaar is. Aan de ene zijde ervan staan normale tafeltjes en stoelen
zoals in elke kantine, aan de andere kant zien we ronde tafels met loungebanken eromheen. Hier heeft hij deze ochtend plaatsgenomen met zijn laptop. “Ga zitten!”, zegt Twan, terwijl hij een gesprek met een medewerker van het padelcentrum afrondt. “Ik maak ook nog snel even dit mailtje af.”
Mailen, een belletje, meewerken aan een interview, nog een belletje en in het voorbijgaan iemand aan de mouw trekken met een vraag; het is de dagelijkse gang van zaken voor Twan. Van contact over baanonderhoud en een nieuwe toernooivorm, tot de samenwerking met scholen en het uitbreiden van de businessclub: alles komt voorbij. Twan mag dan wel
mede-eigenaar zijn; hij opereert meer als een manusje-van-alles dan als de grote baas. “Dat is maar goed ook, want ik wil helemaal geen directeurtje spelen.” Een vrijwilliger die de woorden opvangt, barst in lachen uit. Twan: “Ja, hij daar, hij zou wel directeur willen zijn, haha! Maar ik voel mij soms meer een conciërge.”
CHAMPIONS LEAGUE-NIVEAU
Bij de opening van het centrum in 2023 was de opkomst nog bescheiden. “We zaten nét voor de echte hype van padel. Zes weken later zat alles bomvol.” En dat is anno 2025 nog steeds het geval, iedere dag
“LAAGDREMPELIGHEID EN TOEGANKELIJKHEID ZIJN ESSENTIEEL”
TWAN LENSEN (PADELCENTRUM NOORD-LIMBURG)
weer. Padelcentrum Noord-Limburg bruist en bloeit. Er komen niet alleen mensen uit Venray en omstreken, maar ook uit de regio’s Roermond, Eindhoven en Arnhem en uit Duitsland. Het geheim? “Toen Elroy en ik elkaar de hand schudden, hebben we besloten: alles wat we hier gaan doen, moet van Champions
/Weren /Kleren /Smeren
Bescherm je huid. Smeer jezelf elke 2 uur in.
League-niveau zijn. De padelbanen zijn van de allerbeste kwaliteit. Er hadden hier in Nederland tijdelijk topbanen gelegen die net weer terug getransporteerd waren naar Valencia. ‘Maakt niet uit’, zeiden we, ‘wat kosten ze?’ Wij moesten ze hebben. Op baan 1 hebben we een heel geavanceerd systeem dat een wedstrijdje op kan nemen en waarop je momenten terug kunt kijken. Als je een mooi punt maakt of je maat loopt met zijn neus tegen de wand aan, is het leuk om dat filmpje te hebben. Je kunt ’m dan ook hier op de schermen laten afspelen.” Twan wijst naar de grote tv-schermen in de SportsBar, die boven de bar hangen en goed zichtbaar zijn vanuit de loungebanken. “Ook voor die schermen geldt: Champions Leagueniveau. Dat zijn geen gemiddelde consumentenschermen, maar schermen van topkwaliteit. We hebben een keuken waarin niet alleen een frituurpan staat voor een broodje kroket. Al die investeringen, voor de allerbeste padelfaciliteiten en voor de ultieme beleving eromheen, gaan we er de eerste tien jaar nog niet uithalen. Wat we er wél uithalen, is dat mensen zeggen: bij Padelcentrum Noord-Limburg is alles zo top geregeld, daar wil ik naar terug of ook een keertje naartoe.”
CLUBMENSEN
Daar is geen woord aan gelogen. Inmiddels heeft het centrum zo’n 5.000 unieke bezoekers per maand. Daarmee wordt meteen de brug geslagen naar de hoofdvraag: hoe zorg je er als commercieel centrum nou voor dat die duizenden bezoekers zich verbonden (blijven) voelen? Het antwoord liet zich gaandeweg het gesprek al enigszins raden. De keren dat Twan zijn antwoorden kort onderbrak om ‘groetjes!’, ‘tot zaterdag!’ of ‘bedankt hè!’ te roepen naar een padeller, vrijwilliger of medewerker, waren al snel niet meer op één hand te tellen. Het ons kent ons-idee
“CLUBMENSEN
ZORGEN VOOR
VERBINDING, STAAN AAN DE BASIS VAN EEN GROEIENDE COMMUNITY”
TWAN LENSEN (PADELCENTRUM NOORD-LIMBURG)
is hier zeker ook aanwezig, of is in ieder geval waar hij naar streeft. “Ja, laagdrempeligheid en toegankelijkheid, dat is essentieel”, zegt Twan. “Ik denk dat heel veel mensen vergeten hoe belangrijk dat ook voor een commercieel centrum is. Ook wij hebben echte clubmensen nodig. Dat zijn de mensen die zorgen voor verbinding, die aan de basis staan van een groeiende community.”
Laagdrempeligheid en toegankelijkheid, verbinding, een community, ludieke toernooien: het zijn termen die je inderdaad al snel associeert met een ‘originele’ vereniging zoals wie die al decennia kennen. Op het eerste gezicht is het niet meteen van toepassing op een commercieel centrum, waar je betaalt voor je eigen uurtje sportplezier en niet vanwege de mensen die je er kent of de binding die je ermee hebt. Omdat Twan dat juist óók belangrijk vindt en het natuurlijk niet werkt als hij de enige is die het centrum op zo’n manier wil profileren, begrijpt hij ook hoe be-
“DE BELANGRIJKSTE VOORWAARDE ALS JE EEN CLUBGEVOEL WIL CREËREN, IS DAT JE NIEMAND BUITENSLUIT”
TWAN LENSEN (PADELCENTRUM NOORD-LIMBURG)
langrijk het is dat alle vrijwilligers en medewerkers hun steentje bijdragen aan dat clubgevoel. “Ik vind het belangrijk dat de barmedewerker vriendelijk is, vraagt of mensen ergens hulp bij nodig hebben en hen ook weer iets te drinken aanbiedt als ze klaar zijn met spelen. Je zoekt wel mensen bij elkaar die daar hetzelfde in staan. Dat is geen harde selectie of zo, hoor. Het is meer het gevoel dat je bij iemand hebt.”
Wie van al die betrokkenen bij het centrum een cruciale, zo niet dé grootste rol speelt in het clubgevoel van mensen, is de leraar. Hij of zij is uiteindelijk de persoon met de meeste invloed op hoe een speler het padellen bij Padelcentrum Noord-Limburg ervaart. “De leraar is de spil van de club”, beaamt Twan. “Wij hebben de enorme eer dat we een leraar hebben die waanzinnig met de bezoekers omgaat. Hij vindt het gezellig om na een training met de leden af te sluiten bij de bar en komt hier op een drukke avond ook graag naartoe om een biertje te drinken. Juist dat zorgt voor binding, dus dat is super.”
MAATSCHAPPELIJKE ROL
Enerzijds alles op Champions League-niveau willen hebben, anderzijds op een zo laagdrempelig mogelijke manier binding willen realiseren: het klinkt als hoog versus laag en daarmee als twee werelden die wellicht lastig te combineren zijn. “Dat is heel moeilijk. Maar het lukt wel. De belangrijkste voorwaarde als je met zowel topkwaliteit als laagdrempeligheid een clubgevoel wil creëren, is dat je niemand buitensluit.” Die voorwaarde is aan Padelcentrum
Noord-Limburg wel besteed. Het centrum biedt niet alleen de mogelijkheid een baan te boeken via het boekingsplatform Meet & Play, maar heeft ook abonnementen tegen daltarieven en neemt zeker in de regio haar maatschappelijke verantwoordelijkheid door ruimte te bieden aan onder meer bejaarden en scholen. “Hier in de buurt zit een privéschool zonder gymruimte. Dan zeg ik: joh, kom in de middag lekker hier gymmen, want die kinderen moeten ook sporten. Ze kunnen de banen en de materialen allemaal gebruiken, kost ze niets. Daar zijn ze heel dankbaar voor. Het enige dat ze moeten regelen, is het vervoer hierheen.”
Hij heeft zijn zinnen nog niet uitgesproken of we krijgen zijn verhaal meteen in de praktijk te zien. “Kijk”, zegt hij. “Daar komt net de privéschool aan met wat kids. Dit is mooi om te zien. De kinderen komen naar binnen gerend, doen netjes hun schoenen uit, een paar gaan meteen naar de tafeltennistafel. En kijk, dat jongetje daar begint gewoon rondjes te rennen om de kooien.” De kinderen en hun docente kennen overduidelijk de weg. “Ja, als ik dit zie, ben ik een blij man.”
SAMENWERKING MET VERENIGING
Zoals Padelcentrum Noord-Limburg en de school elkaar weten te vinden, slaat Twan ook de handen ineen met de naastgelegen tennisvereniging. “We gaan samen met hen een toernooi organiseren. Bij de vereniging speel je tennis, bij ons padel, maar we doen het met één gecombineerde wedstrijdcommissie, werken met één uitstraling. De feestavond en prijsuitreiking gaan hier in de SportsBar plaatsvinden, maar we hebben afgesproken de omzet te delen. Op vrijdagmorgen gaat de kassa op nul en alles wat binnenkomt, delen we op zondagavond door twee. Voor hen is de samenwerking van belang omdat het toernooi zoals ze dat altijd organiseerden, door teruglopende populariteit niet meer op dezelfde manier georganiseerd kan worden. Natuurlijk zit er ook wat angst om tennissers aan padel te verliezen, maar het is volgens mij een heel goede ontwikkeling dat de vereniging de samenwerking nu ook aan wil gaan
“WAT WE WILLEN IS DAT MENSEN ZEGGEN: BIJ
PADELCENTRUM
NOORDLIMBURG
IS ALLES ZO TOP
GEREGELD, DAAR
WIL IK NAAR TERUG OF OOK EEN KEERTJE NAARTOE”
TWAN LENSEN (PADELCENTRUM NOORD-LIMBURG)
met de insteek om een hartstikke mooi tennis- en padeltoernooi neer te zetten en daar zoveel mogelijk positiefs uit te halen.”
Ondertussen zwaait hij richting de uitgang. Een van de padellers die na zijn ochtendsessie nog in de SportsBar was neergestreken, keert nu echt huiswaarts. “Tot volgend weekend, toch? Ga je meedoen?”
Het antwoord is bevestigend. “Mooi man. Groetjes!”
Verder kijkend dan alleen komend weekend, komen er grotere toekomstplannen aan bod. Te beginnen met de acht pickleballbanen die nu al in het centrum liggen. “Die sport zit er ook aan te komen en heeft heel veel potentie. Nu worden er voor evenementen wel matten uitgerold waarop je pickleball kunt spelen, maar ik denk dat er in West-Europa weinig tot geen andere centra zijn waar acht indoor pickleballbanen van dezelfde kwaliteit als hier liggen. Wij zijn er klaar voor als die hype straks ook echt begint. Ondertussen denk ik ook over padel voor jonge kinderen en zit het aanbieden van G-padel ergens in mijn achterhoofd, maar daar hebben we nu de faciliteiten nog niet voor.”
TIPS & TRICKS
Hoe en wanneer die ontwikkelingen en wensen zich straks ook precies gaan ontvouwen, bij Padelcentrum Noord-Limburg hebben ze hun zaakjes nu (alvast)
meer dan goed op orde. Andere centra of verenigingen mogen Twan daarom altijd bellen en vragen naar tips en tricks. Zo kwamen Amsterdam en Utrecht al eens over de vloer om te kijken naar het reilen en zeilen in Venray. “Ik heb de wijsheid ook niet in pacht, maar vertel ze alles over onze werkwijze. Het mailtje dat ik daarstraks bij jouw binnenkomst nog aan het beantwoorden was, was ook van een andere vereniging die een vraag had. Padel moet groeien en het moet de ruimte krijgen die daarvoor nodig is. Daar help ik graag bij.”
JEUGDCIJFERS OVER 2024 BIEDEN VERTROUWEN
De cijfers over 2024 met betrekking tot jeugd, die ook tijdens het KNLTB Jaarcongres werden gedeeld, laten over het algemeen een positieve trend zien. Het aantal lidmaatschappen tennis en padel steeg ten opzichte van een jaar eerder en de totale uitstroom van jeugdleden daalde met 3 procent.
Bovendien vertoont zowel het instroomaantal tennisleden als het instroomaantal padelleden een stijging. Het blijft voor clubs wel een uitdaging om de uitstroom van jeugdleden bij tennis te beperken. Ten opzichte van 2023 stroomde 4 procent meer jeugdtennisleden uit. De KNLTB weet dat met name goed, aantrekkelijk wedstrijdaanbod de uitstroom kan beteugelen. Elders in dit magazine lees je hoe de genomineerde clubs voor Club van het Jaar 2024 aantrekkelijk wedstrijdaanbod creëren en zo jeugd proberen te behouden.
Onder het motto ‘voor jongeren, door jongeren’ geeft WhoZnext de vereniging een nieuwe impuls. Een WhoZnext-team is ideaal om de betrokkenheid van jongeren op de vereniging te vergroten. Enerzijds maken jongeren op een laagdrempelige manier kennis met vrijwilligerswerk. Ze ontwikkelen spelenderwijs competenties zoals plannen, organiseren en samenwerken. Anderzijds ervaren de leeftijdsgenoten van de deelnemers aan het WhoZnext-programma dat er meer aandacht voor hen is. Zo worden er meer activiteiten voor hen georganiseerd, waardoor het nóg leuker wordt op de vereniging!
JONGEREN WILLEN GRAAG
Voor veel verenigingen is het een uitdaging om de doelgroep van 12 tot 18 jaar aan zich te binden. Een WhoZnext-team kan helpen de uitstroom van jongeren te beperken, omdat jongeren meer binding voelen met de club. In tegenstelling tot wat veel mensen denken, willen jongeren namelijk graag activiteiten organiseren op de vereniging. Ze willen dit alleen wel op hun eigen manier doen en vooral samen met één of meerdere leeftijdsgenoten.
Scan de QR-code voor meer informatie over WhoZnext.
MEET & PLAY MAAKT KENNISMAKEN MET PADEL EN TENNIS OP DE CLUB EENVOUDIGER
Steeds meer mensen hebben behoefte aan flexibiliteit bij het sporten. Ook tennis- en padelspelers willen zelf bepalen waar, wanneer en met wie ze sporten. Hoe ga je als vereniging om met deze sporters die zich niet willen binden aan traditionele lidmaatschappen? KNLTB Meet & Play blijkt een ideale wervingstool voor verenigingen. Met dit boekingsplatform kunnen spelers eenvoudig en laagdrempelig een baan of activiteit boeken om zo kennis te maken met de tennis- en padelsport.
Meer informatie? Scan de QR-code.
DAGTOERNOOIEN LATEN DE VERENIGING BRUISEN
Van ’s ochtends vroeg de banen slepen tot ’s avonds laat met z’n allen aan de bar. Tijdens een dagtoernooi bruist het een volle dag op de vereniging. Een groot voordeel is dat een dagtoernooi gemakkelijker past in de drukke agenda’s van tegenwoordig. En het is voor deelnemers vaak leuk om meerdere wedstrijden op één dag te spelen. Daarom adviseren we toernooiorganisaties om in poulevorm en op tijd te spelen, zodat iedereen lekker veel kan spelen.
Voordelen van een dagtoernooi:
Lage drempel voor nieuwe leden om mee te doen, waarmee je ze sterker aan de vereniging bindt;
• Makkelijk in te plannen voor spelers, waarmee je de groep spelers bereikt voor wie een weektoernooi te lang duurt;
• Alle toernooideelnemers tegelijkertijd op de vereniging, wat zorgt voor veel gezelligheid;
• Deelnemers spelen meerdere wedstrijden op de dag en zijn nooit na één wedstrijd klaar;
• Ideale toernooivorm voor verschillende soorten doelgroepen;
• Het is eenvoudiger om vrijwilligers te vinden voor een evenement van één dag.
VRAAG HET HELE JAAR JOUW DAGTOERNOOI AAN!
Om meer verenigingen te stimuleren een dagtoernooi te organiseren, is het gedurende het hele jaar mogelijk om een open dagtoernooi aan te vragen. Vraag het dagtoernooi aan via MijnKNLTB, scan de QR-code.
LAAT JE
INSPIREREN DOOR
SUCCESVERHALEN
Als club hoef je natuurlijk niet altijd zelf het wiel uit te vinden. In dit Centre Court Magazine vind je natuurlijk inspirerende verhalen van andere verenigingen en centra, maar wist je dat je op onze website nog veel meer verhalen kunt vinden?
Scan de QR-code en laat je verder inspireren!
VERKIEZING
KNLTB CLUB VAN
HET JAAR 2024
Als de genomineerde clubs voor de titel KNLTB Club van het Jaar 2024 iets gemeen hebben, dan toch wel dat ze allemaal een actief, goed doordacht jeugdbeleid voeren om zoveel mogelijk jeugd te werven én te behouden. In deze editie van Centre Court Magazine vertellen ze er zelf over, zo ook TC Boemerang.
“WAAR KINDEREN ZIJN, KOMEN KINDEREN”
Lerares Nikki spin in het web van bloeiend jeugdbeleid TC Boemerang
DOOR: ROBERT HESEN
Bij TC Boemerang in Kaatsheuvel is Nikki van der Linden niet alleen tennis- en padellerares, maar ook voorzitter van de jeugdcommissie én actief lid van de vereniging. Ze is een van de spilfiguren achter de indrukwekkende groei van het jeugdledenbestand in de afgelopen jaren. Centre Court ging op bezoek in Kaatsheuvel en sprak met Nikki over het jeugdbeleid van de club.
De sfeer is uitgelaten op het park van TC Boemerang. Terwijl de jeugd op fanatieke wijze elkaars ‘torentje’ probeert te raken in de padelkooi, sluipt de fotograaf naar binnen om het spel van dichtbij vast te leggen – met een bijna-botsing als gevolg. De kinderen gieren het uit van het lachen. Rondom de banen kijken (groot)ouders geamuseerd toe vanaf een bankje in de zon. Als Nikki tijdens het aanspelen van wat ballen aan een van de ouders vraagt of die even een oogje in het zeil wil houden – ze moet namelijk mee voor
wat foto’s buiten de kooi – is dat geen enkel probleem. Dit typeert hoe het er bij TC Boemerang aan toegaat: iedereen helpt mee. De sociale betrokkenheid en het gedeelde verantwoordelijkheidsgevoel zijn groot.
In de gezellige kantine – met een bar die nog de charme heeft van een ouderwets bruin café – vertelt Nikki, vlak voordat ze de baan opgaat met een groep jeugdleden, enthousiast over haar rol, ambities en
“DOOR ONS TE RICHTEN OP HET VASTHOUDEN VAN JEUGDLEDEN, VOLGT DE WERVING VAAK VANZELF”
NIKKI VAN DER LINDEN, TENNIS/PADELLERARES EN VOORZITTER JEUGDCOMMISSIE
de ontwikkeling van de club. En die ontwikkeling is aanzienlijk: het totale ledenaantal steeg in vijf jaar tijd van ongeveer 600 naar bijna 1.000. Het aantal jeugdleden verdubbelde zelfs in anderhalf jaar tijd: van zestig naar 120. De uitbreiding van het park met acht padelbanen – vier in 2022, vier in 2024 – speelt daarin een grote rol. “Na de opening stelden we de banen zes zondagen lang open voor alle jeugd in de regio – of ze nu lid waren of niet. Dat leverde meteen een flink aantal aanmeldingen op, waardoor we
direct konden starten met lessen voor zo’n dertig kinderen.”
VERSCHILLENDE PETTEN
Nikki is inmiddels onlosmakelijk verbonden met de club. Vijftien jaar geleden begon ze er als tennislerares; inmiddels is ze hoofdtrainer, voorzitter van de jeugdcommissie én actief lid, net als haar man en zoon. “Juist die combinatie van rollen maakt het voor mij zo interessant. Alles komt hier voor mij samen.
teiten is de jeugdhussel. Dat is enerzijds een speelmoment voor jeugdleden onder begeleiding van trainers en ouders, anderzijds een ideale gelegenheid om vriendjes en vriendinnetjes mee te nemen. “Als kinderen enthousiast zijn, krijgen ze een flyer mee met informatie over de club en kunnen ze nog twee proeflessen volgen.”
Nikki merkt dat kinderen ook behoefte hebben aan sociale activiteiten buiten de baan. Die binding zorgt ervoor dat ze het op de baan nog beter naar hun zin hebben. Daarom is het activiteitenaanbod rijk en gevarieerd: van competitie en het mini-maxi-toernooi tot een bowlinguitje, het oliebollentoernooi en het paastoernooi. “We maken geen onderscheid tussen tennis en padel. Natuurlijk: de een tennist, de ander padelt, maar daarna drinken ze samen ranja in de
“NA DE OPENING STELDEN WE DE BANEN ZES ZONDAGEN LANG
OPEN VOOR ALLE JEUGD. DAT LEVERDE METEEN EEN FLINK
AANTAL AANMELDINGEN OP”
NIKKI VAN DER LINDEN, TENNIS/PADELLERARES EN VOORZITTER JEUGDCOMMISSIE
Ik hou van nieuwe uitdagingen. Daarom ben ik ook bij bestuursvergaderingen gaan zitten – om te ontdekken wat er achter de schermen gebeurt. Toen de functie van voorzitter van de jeugdcommissie vrijkwam, heb ik die kans meteen gepakt. Mijn werk als voorzitter van de jeugdcommissie doe ik vrijwillig, maar ik krijg er op én naast de baan ontzettend veel voor terug. Dat maakt het een echte win-winsituatie.”
BEHOUD ALS SPEERPUNT
Nu de vereniging flink is gegroeid, ligt de focus vooral op behoud van leden. “Waar kinderen zijn, komen kinderen. En waar ze weggaan, volgen anderen”, zegt Nikki. “Door ons te richten op het vasthouden van jeugdleden, volgt de werving vaak vanzelf.” Een van de succesvolle, maandelijks terugkerende activi-
kantine of zoeken ze paaseieren. We zijn er trots op dat álle kinderen zich lid voelen van De Boemerang.”
WHATSAPP
Duidelijke en laagdrempelige communicatie met ouders en jeugdleden is voor Nikki essentieel. Daarom introduceerde de jeugdcommissie een WhatsAppgroep waarin alleen commissieleden berichten mogen plaatsen. “E-mails werken niet. Voor activiteiten maken we in de app gebruik van polls: met één druk op de knop kunnen ouders hun kind aanmelden. Ze zien dan ook meteen welke andere kinderen deelnemen. Dat is makkelijk én motiverend.”
De jeugdcommissie vergadert slechts twee keer per jaar. “Dat klinkt weinig”, erkent Nikki, “maar aan het einde van het jaar maken we een complete activiteitenkalender. Alles wordt direct verdeeld, en ik zet
op papier bij wie je moet zijn voor bijvoorbeeld het drukken van flyers. Hoe beter je het vooraf regelt, hoe meer plezier je ervan hebt. De kalender delen we ook meteen met kinderen en ouders, zodat iedereen weet waar hij aan toe is.”
HET AANSPREEKPUNT
Voor jeugdleden en hun ouders is Nikki hét aanspreekpunt. Ze regelt alles: van lesindeling tot het beantwoorden van vragen en het reserveren van banen voor collega-trainers. Clubvoorzitter Frank Geerts, die tijdens het gesprek even langskomt, benadrukt de waarde van haar inzet: “We zijn ontzettend blij dat Nikki zich al zo lang op deze manier inzet voor de club. Dat is van onschatbare waarde. We blijven voortdurend met elkaar in gesprek om te kijken hoe
we kunnen blijven aansluiten bij elkaars ambities –en dat gaat uitstekend.”
Een paar jaar geleden riep Nikki nog dat ze zou stoppen als de club honderd jeugdleden zou hebben. Maar dat getal werd zó snel gehaald, dat stoppen geen optie was. Wat nu haar ambitie is? “TC De Boemerang loopt in de regio voorop als het gaat om padel voor jeugd. We onderzoeken of we het aanbod kunnen uitbreiden, zodat kinderen meer kunnen trainen en de binding sterker wordt. Dat lijkt me een prachtige uitdaging.”
Dan kijkt Nikki door het raam naar buiten. De eerste kinderen arriveren. “We zijn klaar, toch? Dan ga ik nu lekker de baan op met de jeugd – die staan al te trappelen.” Met een brede glimlach loopt ze richting de padelbanen. Helemaal in haar element.
SOCIAL WALL
In april en mei deden ongeveer 200.000 spelers mee aan de voorjaarscompetities tennis en padel. Dat zorgt altijd voor veel levendigheid op de baan of in de kooi, maar ook digitaal besteden zowel clubs als spelers onder #voorjaarscompetitie aandacht aan de wedstrijden!
“PICKLEBALL HEEFT DUIDELIJK POTENTIE”
Uit de Verenigde Staten ‘overgewaaide’ racketsport is na tennis, beachtennis en padel vierde loot aan de tak van de KNLTB
DOOR: LEO AQUINA
“Pickleball is de beste sport ooit.” Het enthousiasme druipt ervan af bij Noah Washington, Nederlands kampioen en fulltime ambassadeur van de sport. Sinds januari 2025 valt pickleball als sport in Nederland officieel onder de auspiciën van de KNLTB. “Het past in onze missie om de racketsporten toegankelijker te maken”, legt bondsdirecteur Edu Jansing uit. Wat is pickleball? Waar komt de sport vandaan en wat moet de KNLTB ermee? Jansing en Alexander Nonnekes (Manager Marketing) leggen het uit.
Hoewel slechts weinig mensen in Nederland pickleball kennen, is de sport al meer dan vijftig jaar oud. Pickleball werd in 1967 bedacht in de Amerikaanse staat Washington en groeide in de Verenigde Staten uit tot een sport met naar schatting zo’n 20 miljoen beoefenaars. De in 2006 met proftennis gestopte Andre Agassi is een van hen. De 55-jarige achtvoudig grandslamwinnaar speelt samen met de 18-jarige
Anna Leigh Weathers (de individuele nummer één van de wereld) in de divisie voor gemengde profs.
PICKLEBALL HOLLAND
In Nederland kent pickleball zo’n 1500 tot 2000 beoefenaars. Enthousiast geworden na een week pic-
kleball spelen in Florida, nam Bernadette Snijders Blok de sport in 2013 letterlijk in haar koffer mee naar Nederland. “Zij is de Pim Mulier van pickleball”, zegt Jansing, refererend aan de man die, onder meer als oprichter van de eerste voetbalclub (1879) en tennisclub (1894) in Nederland, geldt als de grondlegger van de moderne sport in Nederland.” Snijders Blok bracht niet alleen een koffer paddles en ballen naar Nederland, maar ook een enorme dosis enthousiasme. Zij nodigde vrienden en kennissen uit om te spelen, huurde sporthallen af voor clinics en stond aan de wieg van Pickleball Holland, hét vertegenwoordigende orgaan van de sport in Nederland voordat pickleball onder de vleugels van de KNLTB kwam.
GEMEENSCHAPSZIN
Als thuisstad van Snijders Blok was Haarlem de eerste stad met een vaste pickleball-gemeenschap en van daaruit kreeg de sport op steeds meer locaties voet aan de grond. Jansing: “Er is weinig nodig om pickleball te spelen, paddles, een bal en een net, dus je kunt het makkelijk op straat doen of in een gymzaal. Daardoor is het makkelijk te organiseren. Het wordt voornamelijk gespeeld door mensen die zich verenigen in WhatsApp-groepen met veel gemeenschapszin. Het is ook echt een community-sport. Mensen komen in groepen samen om pickleball te spelen.”
HOE IS PICKLEBALL ONTSTAAN?
Joel Pritchard en Bill Bell staan te boek als geestelijk vaders van pickleball. Het Amerikaanse congreslid en de succesvolle zakenman keerden na een middagje golf op een mooie zomerdag in 1967 terug naar het landgoed van Pritchard op Bainbridge Island vlak bij Seattle, waar hun families zich op dat moment stierlijk verveelden. In de tuin lag een badmintonveld, maar er bleken geen rackets en shuttles voorhanden, dus Pritchard en Bell pakten een plastic balletje en pingpongbatjes. Het balletje bleek goed te stuiteren op het asfalt, dus ze hingen het net lager en ze verzonnen gedurende het weekend een set regels waarmee ze het spel voor de hele familie interessant hielden.
HOE WERKT PICKLEBALL?
Pickleball wordt gespeeld op een badmintonveld met een harde ondergrond. Dat kan zowel binnen als buiten. Een pickleballveld is 13,4 lang en 6,1 meter breed (44 bij 20 ft) voor zowel dubbel- als enkelspel. De nethoogte is 91,4 cm (36 inch) aan de uiteinden, en 86,4 cm (34 inch) in het midden.
Het vak tussen de servicelijn en het net heet de non-volley zone of kitchen
Dit deel meet 2,13 meter vanaf het midden van het veld en dat is het enige verschil met een badmintonveld, waar die lijn op 1,98 meter ligt.
De bal wordt onderhands diagonaal geserveerd. De ontvangende partij moet de bal eerst laten stuiten, alvorens te retourneren. De serverende partij moet de bal vervolgens ook nog een keer laten stuiteren. Er mag dus pas gevolleerd worden als de bal tijdens de rally minimaal één keer heeft gestuiterd aan beide zijden van het net. Gedurende de rally mag de bal één keer stuiteren voordat hij wordt teruggeslagen. Volleren mag, maar alleen van achter de non-volleyzone.
Alleen de serverende partij krijgt punten. Als de serverende partij scoort, serveert dezelfde persoon door. Als de retournerende partij scoort, gaat de service naar zijn medespeler. Als ook deze persoon zijn service verliest, gaat de service naar de tegenstander die aan de rechterkant staat. Alleen aan het begin van de wedstrijd serveert maar één speler, voordat de service overgaat naar de andere kant. Bij enkelspel begint een speler links met serveren als hij een oneven aantal punten heeft en rechts bij een even aantal. Een game eindigt als een van de partijen elf punten heeft behaald met twee punten verschil.
Die gemeenschapszin is de charme en de kracht van pickleball, maar de lage organisatiegraad maakte het in het begin ook moeilijk om door te groeien. Daarom nam Snijders Blok een jaar of zes geleden contact op met de KNLTB. Alexander Nonnekes legt uit: “Zij voelden dat de community groeide. Er was steeds meer interesse in het land en dat werd voor een kleine vrijwilligersorganisatie als Pickleball Holland wel wat veel. De KNLTB heeft een beroepsorganisatie met zo’n honderd medewerkers. Daarmee heb je meer slagkracht. Vanaf dat eerste gesprek zijn we heel langzaam naar elkaar toegegroeid en we zijn stapje voor stapje intensiever gaan samenwerken. Uiteindelijk heeft dat ertoe geleid dat de KNLTB vanaf 1 januari 2025 officieel de instantie is waar je moet aankloppen voor pickleball in Nederland. Wij organiseren het Nederlands kampioenschap, en wellicht op termijn ook een competitie. En we zijn internationaal de Nederlandse vertegenwoordiger van de sport.”
“VOOR VEEL MENSEN DIE NOG NOOIT IN AANRAKING
MET EEN RACKETSPORT, IS PICKLEBALL IDEAAL.
ZIJN GEKOMEN
HET KAN ECHT
WORDEN GESPEELD DOOR MENSEN VAN ACHT TOT TACHTIG”
EDU JANSING (DIRECTEUR KNLTB)
DNA
Pickleball is na tennis, beachtennis en padel de vierde loot aan de tak van de KNLTB. “Dat past goed binnen de missie van de bond om zoveel mogelijk mensen te laten tennissen, padellen en nu dus ook pickleballen”, aldus Jansing. “Uiteindelijk gaat het erom dat we deze racketsporten toegankelijker maken voor iedereen. Tennis, padel en pickleball hebben veel natuurlijke verwantschap. Pickleball is
een sport die goed aansluit bij wat wij al te bieden hebben. Tennis is de traditionele klassieke verenigingssport. Padel is juist de nieuwe snelle moderne sport, makkelijker dan tennis om in te stappen maar het vereist ook de nodige infrastructuur en investeringen, wat op een aantal locaties effect heeft op de betaalbaarheid. Pickleball heeft ook een lage instap en er is weinig voor nodig. Het is een heel sociale sport en daarmee spreek je ook weer een andere
doelgroep aan. Het is echt voor jong en oud. Voor veel mensen die nog nooit in aanraking zijn gekomen met een racketsport, is pickleball ideaal. Het kan echt worden gespeeld door mensen van acht tot tachtig.”
ORGANISCH GROEIEN
Padel groeide in de afgelopen jaren explosief en kent inmiddels zo’n 500.000 à 550.000 spelers in Nederland. Bij tennis zijn dat er tussen de 700.000 en 800.000. Gaat pickleball ook die kant op? “Ik verwacht niet dat het net zo hard gaat als padel”, zegt Jansing. “Laat het maar organisch groeien. Natuurlijk hebben we wel verwachtingen opgeschreven. Binnen nu en vijf jaar denken we naar zo’n 20.000 spelers te gaan. We weten nog niet zo goed wat voor sport het wordt. Gaan mensen het regelmatig spelen, of huren ze af en toe een baan? In Amerika is pickleball heel groot, dus dat de sport potentie heeft is wel duidelijk.”
PICKLEBALL KAN EEN
WAARDEVOLLE TOEVOEGING ZIJN
VOOR EEN VERENIGING, OM DE CLUB
AANTREKKELIJK EN LEVENDIG TE HOUDEN”
EDU JANSING (DIRECTEUR KNLTB)
VERENIGINGEN
Wat betekent pickleball voor de bestaande tennisverenigingen? “Dat laten we in eerste instantie aan de verenigingen zelf over”, aldus Nonnekes. “Verenigingen zitten dichter op hun leden en zij kennen de lokale behoefte. Er zijn inmiddels al zo’n honderd verenigingen die interesse hebben getoond in
NOAH WASHINGTON, DE NATIONAAL KAMPIOEN: “IK WAS METEEN VERKOCHT”
Noah Washington is Nederlands kampioen pickleball. Behalve Roos van Reek, die speelt in de Australische PPA Tour, is hij de enige Nederlandse pickleballprof. Als Brabantse jongen met een Amerikaanse vader leerde hij het spel kennen in Michigan. “Ik was bij mijn vader en in de straat waren twee tennisbanen en vier pickleballbanen. Ik vroeg mij af waar die baantjes voor dienden en mijn vader zei dat ik het gewoon een keertje moest proberen samen met de buren. Ik was meteen verkocht. Ik speelde het uren achter elkaar.” Terug in Nederland zocht Washington contact met Pickleball Holland. “Ik ben gewoon in Haarlem naar binnen gestapt en mee gaan spelen”, vertelt hij. Inmiddels houdt hij zich fulltime bezig met pickleball. “Ik speel internationale toernooien op het hoogste niveau en met Pickleball Power heb ik mijn eigen merk. Ik organiseer clinics en workshops en ik verkoop paddles.” Behalve topspeler, is Washington vooral ambassadeur van de sport. Zijn enthousiasme is aanstekelijk: “Mensen moeten vooral de kans krijgen om het een keer te proberen. Pickleball is net als crack maar dan gezond. Het is superverslavend.”
“ER ZIJN AL ZO’N HONDERD VERENIGINGEN
DIE INTERESSE HEBBEN GETOOND IN PICKLEBALL.
WIJ KUNNEN ZE HELPEN”
ALEXANDER NONNEKES (MANAGER MARKETING KNLTB)
pickleball. Wij kunnen die verenigingen helpen om een weloverwogen keuze te maken, waarbij het soms ook zo kan zijn dat pickleball niet de meest logische keuze is. Wij zijn benieuwd; waarom willen ze pickleball oppakken? Mikken ze op een nieuwe doelgroep of komt het voort uit de behoefte van de leden? Wij kunnen adviseren, wij kennen bovendien de groepen pickleballspelers in de omgeving. Bij de commerciële aanbieders moeten we afwachten wat de markt doet. Zelf zou ik het op dit moment wel aandurven om ergens in een grote stad een pand te kopen en tien pickleballbanen aan te leggen.”
TENNISBRIL
WAAR KOMT DE NAAM PICKLEBALL VANDAAN?
De naam pickleball wordt toegeschreven aan Pritchards vrouw Joan. Zij zou het woord hebben ontleend aan de zogenoemde Pickle Boat, de boot waarvan de bemanning bij roeiwedstrijden werd gekozen uit de restjes van andere boten. In een andere versie zou het spel zijn vernoemd naar familiehond Pickles, die achter afgezwaaide ballen aanrende. Aangezien de hond pas in 1968 zijn intrede deed in huize Pritchard, lijkt het er eerder op dat de hond is vernoemd naar het spel dan andersom. Een beetje mythevorming rond het ontstaan kan nooit kwaad voor een sport.
Voor de KNLTB is het in eerste instantie belangrijk om de sport goed te leren kennen. Nonnekes: “Op dat gebied hebben we geleerd van padel. Die sport heeft een eigen cultuur en identiteit. Bij de bond moesten mensen die dachten vanuit tennis een switch maken. Uiteindelijk zijn we daarin geslaagd, maar dat heeft best tijd en moeite gekost. Daarom moeten we de mensen die zich al jaren inzetten voor pickleball dicht bij ons houden. We willen leren van de groepen. Zij organiseren zichzelf. Als bond moeten we ons afvragen op welke manier we een meerwaarde kunnen zijn. Willen die groepen bijvoorbeeld toernooien tegen elkaar spelen, of juist niet? Hebben ze behoefte aan een ledenadministratiepakket, of een strippenkaartmodel? Wij denken heel erg met een tennisbril op: competitie, toernooien, lidmaatschap.” Jansing vult aan: “Vanuit onze missie willen we de speler centraal stellen. Je ziet sowieso een verschuiving in het sportlandschap richting de flexibele sporter, die meer dan alleen één sport beoefent op het tijdstip dat het hem- of haarzelf uitkomt. Met pickleball bieden wij een breder palet aan sporten, ze versterken elkaar en kunnen goed samen. Pickleball kan een waardevolle toevoeging zijn voor een vereniging, om de club aantrekkelijk en levendig te houden.”
“MENSEN MOETEN VOORAL DE KANS KRIJGEN OM HET EEN KEER TE PROBEREN. PICKLEBALL IS SUPERVERSLAVEND”
NOAH WASHINGTON (NEDERLANDS KAMPIOEN)
PLATFORM PA LOKAAL HELPT CLUBS BIJ SAMENWERKING OP LOKAAL NIVEAU
Public Affairs. Het is in veel opzichten een gevleugelde term, waar veel onder valt. Strikt genomen gaat het om het inspelen op politieke en/of maatschappelijke ontwikkelingen of op de publieke opinie, in het belang van je eigen organisatie.
Op lokaal niveau, in de eigen gemeente, kan Public Affairs verenigingen veel brengen. Goede samenwerking met de gemeente kan de positie van verenigingen op lokaal niveau versterken en kansen bieden. Maar hoe pak je Public Affairs op lokaal niveau nu goed aan? Om tennis- en padelverenigingen hierbij te helpen, heeft de KNLTB een speciaal platform, Public Affairs Lokaal. Scan de QR-code voor meer informatie.
DOE MEE AAN DE ZOMER CHALLENGE EN VERWELKOM NIEUWE MENSEN OP JE CLUB
Dé manier om mensen in de zomer kennis te laten maken met tennis en/of padel en jouw vereniging, is de Zomer Challenge. Een mooie kans waar jouw vereniging haar voordeel mee kan doen. En dit jaar maak je als vereniging ook nog eens kans op mooie prijzen met jouw deelname. Dus meld jouw vereniging nu aan!
De Zomer Challenge is een compact lidmaatschapspakket van drie of vier maanden. Deelnemers die meedoen, kunnen tijdens hun lidmaatschap onder meer vrij spelen, een aantal lessen of clinics van de leraar volgen en meedoen aan KNLTB open toernooien. De Zomer Challenge is interessant voor zowel sporters die normaal gesproken een andere sport doen, maar tijdens de zomerstop graag (buiten) willen blijven sporten, zoals voetballers, volleyballers en hockeyers, als voor mensen die (weer) willen beginnen met tennis of padel.
Scan de QR-code voor meer informatie.
FLEXCOMPETITIE | KNLTB MATCH APP
Wedstrijden spelen zorgt ervoor dat je beter wordt en meer plezier krijgt in de sport. Daarnaast leer je ook eenvoudig (nieuwe) mensen kennen. Dat maakt tennis en padel niet alleen uitdagend, maar ook heel gezellig!
De KNLTB Match App is ontstaan vanuit de wens om een flexibel wedstrijdaanbod te creëren waarin spelers onderling bepalen wanneer er gespeeld wordt. De app plant moeiteloos de wedstrijden voor de spelers, zodat de inzet van vrijwilligers voor de organisatie of planning niet nodig is. We noemen deze wedstrijden ‘flexcompetities’. De competities hebben een vriendschappelijk karakter omdat de resultaten van de wedstrijden niet voor de officiële rating meetellen. Voor verenigingen en zelfstandige centra een mooie kans, want met KNLTB Match kunnen jouw spelers dus het hele jaar door wedstrijden spelen.
Scan de QR-code voor meer informatie.
TIPS VOOR HET WERVEN VAN VRIJWILLIGERS
Het vinden van nieuwe vrijwilligers is vaak een uitdaging. Leden zijn wel bereid om de handen uit de mouwen te steken, maar het enthousiasmeren vergt tijd en aandacht. Een persoonlijke benadering is hierin cruciaal. Denk als club goed na hóé je leden benadert en wát je ze gaat vragen om te doen. Bij het zoeken naar een bestuurder hoort een andere aanpak dan bij het zoeken naar iemand voor het organiseren van een open toernooi. Focus daarbij niet alleen op wat het lid kan doen voor de club, maar benadruk ook de voordelen van het vrijwilligerswerk voor het lid. Zoals jezelf ontwikkelen en het opbouwen van een sociaal en zakelijk netwerk. Hiervoor is de club een ideale omgeving.
Scan voor meer informatie de QR-code.
In de sportwereld is bescherming iets vanzelfsprekends. Tennissers dragen bijvoorbeeld goede schoenen om blessures te voorkomen, maar zonbescherming wordt vaak vergeten, terwijl het net zo belangrijk is. Huidkanker is in Nederland namelijk de meest voorkomende vorm van kanker.
Onder het motto ‘Eerst smeren, dan serveren’ slaan de KNLTB, KWF en La Roche-Posay de handen ineen. Binnen drie jaar willen we alle tennis- en padelclubs voorzien van zonnebranddispensers. Gebruik de toolkit met posters, stickers en socialmediaposts om je leden bewust te maken. Heb je de dispenser al hangen? Deel het vooral ook op social media om de boodschap ‘Eerst smeren, dan serveren’ zo breed mogelijk te verspreiden!
Meer informatie? Scan de QR-code.
Weren
Bescherm je huid. Smeer jezelf elke 2 uur in.
VERKIEZING
KNLTB CLUB VAN
HET JAAR 2024
Als de genomineerde clubs voor de titel KNLTB Club van het Jaar 2024 iets gemeen hebben, dan toch wel dat ze allemaal een actief, goed doordacht jeugdbeleid voeren om zoveel mogelijk jeugd te werven én te behouden. In deze editie van Centre Court Magazine vertellen ze er zelf over. Een van hen is WTC, de Winterswijkse Tennisclub.
“KINDEREN ZIJN GEEN SPEELBAL”
Tennis en padel als ‘eerste sport’: zo wil Winterswijkse Tennisclub terug naar 120 jeugdleden
DOOR: ROBERT HESEN
Tennis en padel financieel laagdrempelig houden, een hoge mate van betrokkenheid creëren en het hele jaar door tennissen. Het zijn dé uitgangspunten van de Winterswijkse Tennisclub (WTC) om tennis en padel als volwaardige sport neer te zetten en terug te keren naar 120 jeugdleden. Bestuurslid Sandra Wijnveen-Damkot geeft tekst en uitleg.
In het gezin Wijnveen uit Winterswijk speelt tennis een belangrijke rol. Sandra’s man Simon en hun kinderen Fiene (14) en Boaz (11) zijn allemaal lid bij de WTC, een club waar gespeeld wordt op tien kunstgras- en twee padelbanen. Sandra is al acht jaar actief binnen de jeugdcommissie. Tegenwoordig vertegenwoordigt ze diezelfde commissie in het bestuur. Sandra ziet de club de laatste jaren veranderen. Of beter gezegd: groeien. In vijf jaar tijd is het ledenaantal verdubbeld naar 1.045 leden, waarvan 96 jeugdleden. De stijging zit vooral in het aantal senioren en wordt door de club toegeschreven aan de aanleg van de padelbanen.
Het jeugdledenaantal schommelt inmiddels enige jaren rond dat aantal van 96. De ambitie van de WTC
ligt hoger, niet in de laatste plaats omdat de club in het verleden aantallen van boven de 150 bereikte. Sandra: “We willen terug naar 120 jeugdleden. We denken dat de daling in het aantal jeugdleden vooral komt doordat kinderen tennis zagen als een ‘bij-sport’. Daardoor ontdekten ze niet hoe leuk en veelzijdig tennis in Winterswijk is en haakten ze sneller af. Ons belangrijkste doel is nu om tennis en padel weer op de kaart te zetten als nummer-één-sport voor de jeugd – iets waar je echt voor kiest.”
MEER TRAININGSMOGELIJKHEDEN
Om dat voor elkaar te krijgen, is de club onder meer begonnen met het opnieuw aanbieden van Tenniskids Blauw. In deze eerste fase van Tenniskids
“STABILITEIT IS HEEL BELANGRIJK. DAAR KRIJG
JE TEVREDEN
KINDEREN
EN OUDERS VAN”
BESTUURSLID SANDRA WIJNVEEN-DAMKOT
maken kinderen in de leeftijd van 4 tot 6 jaar oud kennis met de basis van de sport. Dat wordt verzorgd door Arjan Pastoors, drievoudig Nederlands kampioen in het dubbelspel en sinds 2023 als leraar verbonden aan de WTC. Sandra: “Daardoor kunnen we
kinderen nu eerder bij de vereniging betrekken. Ze maken op een speelse manier kennis met tennis of padel, wat de kans vergroot dat ze langer lid blijven.”
Daarnaast geeft de vereniging alle kinderen de mogelijkheid om meer dan één keer per week te trainen. Sandra: “Kinderen die meer willen trainen, krijgen nu ook die mogelijkheid. Ze staan vaker op de baan, verbeteren hun spel en ervaren daardoor meer plezier. Tegelijkertijd groeit hun betrokkenheid bij de club.”
JAARLIDMAATSCHAP
WTC keek ook naar andere sportverenigingen om het lidmaatschap beter te organiseren. Sandra: “Wij kiezen voor het hele jaar door tennissen en trainen, in plaats van een zomer- en winterseizoen. Kinderen
Leraar Arjan Pastoors te midden van enthousiasten jeugdleden van WTC.
“KINDEREN DIE MEER WILLEN TRAINEN, KRIJGEN NU OOK DIE MOGELIJKHEID. ZO VERBETEREN ZE HUN SPEL EN ERVAREN DAARDOOR
kunnen op elk moment instromen en per kwartaal opzeggen. Zo kiezen ze bewust voor tennis en/of padel. Vooraf geven ze de gewenste lesfrequentie aan, die overigens tussentijds ook aangepast kan worden. Ouders waarderen dit: één keer inschrijven en het hele jaar duidelijkheid.”
Als het gaat om nieuwe jeugdleden: de instroom is laagdrempelig georganiseerd met een wekelijks instroommoment. Nieuwe jeugdleden kunnen gedurende een maand vrijblijvend deelnemen aan een aantal proeflessen. Bevalt dat, dan volgt een verlenging van drie maanden en daarna een volledig lidmaatschap. “We hebben een instroommoment georganiseerd dat laagdrempelig en gezellig is”, vertelt Sandra. “Dat werkt heel goed. Voor ons is het ook makkelijker te organiseren dan externe lessen of clinics op scholen of bij andere evenementen.”
BIJDRAGEN AAN TOEKOMSTBESTENDIGHEID
Bij de WTC zijn drie leraren actief. Jerry Renskers begon ooit als jeugdlid en is inmiddels meer dan 25 jaar clubtrainer. Arjan Pastoors is sinds 2023 betrokken bij de club. Hij is, net als Renskers, in dienst bij de vereniging. De derde trainer is Riemer Sijbring, die al vanaf de jeugd lid is bij de WTC. “Hun binding met de kinderen is groot. We hebben enerzijds, met name door Jerry, een vast gezicht. Hij is bijvoorbeeld altijd aanwezig op competitiedagen. Dat is veel waard. Kinderen zijn geen speelbal. Je moet niet te veel met ze schuiven. Daarom is stabiliteit heel belangrijk. Daar krijg je tevreden kinderen en ouders van. Anderzijds hebben we ook de mogelijkheid om kinderen of groepen te wisselen van leraar. Ik denk dat dit de perfecte mix is.”
BESTUURSLID SANDRA WIJNVEEN-DAMKOT
Bijzonder is dat de vereniging substantieel bijdraagt aan de tennis- en padellessen van de kinderen. Zo’n 40 procent wordt vergoed. Dat resulteert in het feit dat de kosten ten opzichte van andere tennisverenigingen in de regio een stuk lager zijn. Sandra over die overweging: “Als je de trainingen van de jeugd 100 procent doorbelast, wordt de sport onbetaalbaar. Dat is ons uitgangspunt. Volwassen leden dragen dus
deels bij aan de jeugd. Om de jeugd in de vereniging te laten groeien en de club toekomstbestendig te krijgen, is dat wat ons betreft uitstekend te verantwoorden. We kunnen op die manier leden makkelijker behouden.”
BETROKKENHEID CREËREN
Van bootcamptraining tot een jeugdkamp en van een oliebollentoernooi tot een ouder-kindtoernooi.
De activiteitenlijst, waarbij ook de ouders worden betrokken, is lang. Alles draait daarbij om betrokkenheid creëren: volgens Sandra een cruciaal aspect op
weg naar de 120 leden. “Vroeger was een clubgevoel meer vanzelfsprekend. Dat is gewoon een algemene trend en daar spelen we op deze manier op in. Gastvrijheid speelt daarin ook een rol. We zijn er met z’n allen scherp op dat we iedereen, ook bezoekende competitieteams, gastvrij ontvangen en hen het gevoel geven welkom te zijn. We willen niet dat de jeugd consumenten worden, maar juist ervaren wat een vereniging betekent. Als we ons met dat uitgangspunt blijven inzetten, zie ik de toekomst voor de jeugd van de WTC rooskleurig in. En die 120 jeugdleden? Ja, die gaan we halen.”
Trainer Jerry Renskers met jeugdlid Veerle.
Maak je clubambities waar.
Waldo en zijn team regelen jouw KNLTB-clubverzekering met de beste service.
Meer weten over verzekeringen voor jouw club?
Our People Make it
COLUMN MONIQUE SPORREL REGIO JEUGD COACH
In de zomer van 2024 stelde de KNLTB drie Regio Jeugd
Coaches aan, speciaal voor het opleiden van kinderen in de leeftijdscategorie 7 t/m 12 jaar. Zij verzorgen inmiddels een jaar regiotrainingen en zijn daarnaast medeverantwoordelijk en aanspreekpunt voor de talentherkenning en -ontwikkeling van jeugd in deze leeftijdscategorie.
WERKEN VANUIT PASSIE
Al vroeg in mijn loopbaan wist ik dat ik met jeugd wilde werken. Wat ik nu doe voor de KNLTB als Regio Jeugd Coach vind ik dan ook geweldig. Het was ook niet geheel toevallig dat ik jaren geleden koos voor een opleiding aan het CIOS. Na mijn opleiding was ik op verschillende verenigingen clubtrainer, tot ik bij een tennisschool terechtkwam.
Bij TAK (Tennis Academy Kockx) in Amersfoort wilde ik graag ook onderdeel worden van het KNLTB Instroomprogramma voor jeugd t/m 10 jaar. Destijds hebben we een pitch ingediend en dat lukte. Eerst werkte ik op een instroomlocatie in Bunschoten en daarna in Vleuten bij BTA. Later werd ik als invaller Instroomcoördinator Midden-Nederland bij de KNLTB en van daaruit werd ik uiteindelijk Regio Jeugd Coach, voor de regio’s Noord-, Midden- en Oost Nederland. Samen met ons team richten wij ons vooral op jeugd van 7 t/m 12 jaar. Binnen het opleidingsprogramma van ‘5 steps to the top’ hebben we het dan over Groep 1 (7 t/m 10 jaar) en de overgang naar Groep 2 (t/m 12 jaar). We richten ons echter ook op Groep 0, de jongste jeugd op de verenigingen.
Wij willen zoveel mogelijk jeugd aan het spelen krijgen, dat is het streven. Dat is goed voor talentherkenning en -ontwikkeling, maar het is net zo goed belangrijk voor alle verenigingen. We gaan ook veel naar verenigingen toe om te praten en te sparren. We weten allemaal dat jeugdtennis en vooral het behoud van jeugdleden uitdagingen zijn. Hoe kunnen we daar samen in optrekken? Hoe ziet het trainings- en wedstrijdaanbod eruit bij een club? Wordt er gewerkt met Tenniskids TOF? Worden er activiteiten georganiseerd? Is er een jeugdbeleidsplan? Het zijn allemaal zaken die aan bod komen tijdens
een verenigingsbezoek. We hebben in het afgelopen jaar al veel goed werk kunnen doen, maar we hebben nog veel meer ideeën.
En dan bedoel ik niet alleen wij als Regio Jeugd Coaches, maar de gehele KNLTB. Het zou bijvoorbeeld goed zijn op termijn meer mogelijkheden te kunnen bieden voor de kinderen in ‘rood’, de jongere kinderen van 5 en 6 jaar. Daar zien we dat de aanwas nog wat achterblijft. In het wedstrijdaanbod hadden we natuurlijk al de Junioren Tour Groen en vorig jaar kwamen daar de oranje instroomtoernooien bij, die lopen ook uitstekend. Bovendien zijn er de rood/oranje events in de regio. Een mooie volgende stap zou dus breder aanbod in ‘rood’ zijn om ook die kinderen meer op de baan te krijgen en te houden.
Verder willen wij verenigingen gaan helpen om kinderen in rood en oranje meer te bieden in de winterperiode. We weten allemaal dat de indoorcapaciteit in Nederland onder druk staat en dat bij verenigingen die geen indoorlocatie tot hun beschikking hebben, kinderen in rood en oranje vaak alleen in de zomerperiode trainen. Die verenigingen willen we meenemen in het idee dat het eigenlijk helemaal niet ingewikkeld is om een net en ballen mee te nemen naar een gymzaal en daar te tennissen.
En zo hebben we nog veel meer ideeën. Op dit moment zijn we vooral bezig met de voorspeeldagen voor het instroomprogramma. Op 14, 15, 21 en 22 juni zijn in het gehele land voor alle kinderen van de geboortejaren 2016 t/m 2019 weer voorspeeldagen. Daar kijken wij met z’n allen naar uit. We stoppen er veel tijd in, ook in de avonduren, maar we werken vanuit onze passie en bevlogenheid en dan gaat het eigenlijk vanzelf.
“LAAT JE ALS VERENIGING NIET VERLEIDEN OM PROEFKONIJN TE ZIJN”
Aanvragen subsidies en slim inzetten zonnepanelen:
SportStroom houdt verenigingen op koers
DOOR: ROBERT HESEN
Het afschaffen van de salderingsregeling en veranderingen in de aanvraag van duurzaamheidssubsidies. Het zijn dé twee onderwerpen waar Robert den Ouden, directeur van SportStroom, de meeste vragen over krijgt van tennis- en padelverenigingen. In dit artikel geeft hij tekst en uitleg. “Het dringende advies is: ‘hold your horses’.”
SportStroom is sinds 2020 dé verduurzamingspartner van de KNLTB. Voor de oprichting van het bedrijf moeten we terug naar 2003. In die periode liberaliseerde de overheid de energiemarkt. Met andere woorden: je mocht vanaf dat moment zelf kiezen waar je stroom (en later ook gas) inkocht. Twee sportbestuurders uit Drachten, de plek van waaruit SportStroom nog altijd werkt, besloten samen stroom in te kopen. Dat idee sloeg aan en binnen een mum van tijd sloten honderden verenigingen zich aan. Inmiddels zijn dat er vele malen meer. Den Ouden: “De basis van ons bedrijf is het leveren en regelen van energiecontracten voor sportverenigingen. Tegelijkertijd ontwikkelden we een breed palet aan producten en diensten om tennisverenigingen te helpen om structureel min-
“NU
ER DUIDELIJKHEID IS OVER DE SALDERINGSREGELING GAAN DE INNOVATIES HARD EN DALEN DE PRIJZEN
VAN BATTERIJOPSLAGSYSTEMEN”
ROBERT DEN OUDEN (DIRECTEUR SPORTSTROOM)
der energie te verbruiken en dus te gaan verduurzamen. Voor al hun vragen over bouwkundig advies, installatietechniek, financiële zaken en subsidies kunnen zij bij ons terecht.”
DUMAVA
Een onderwerp waarover SportStroom op dit moment veel vragen krijgt, is de overgang van de regeling Bouw en Onderhoud Sportaccommodaties (BOSA) naar de Subsidieregeling Duurzaam Maatschappelijk Vastgoed (DUMAVA). De BOSA-regeling is voor duurzaamheidsmaatregelen stopgezet. Daar kwam de DUMAVA voor in de plaats. En dat zorgt voor onrust en onduidelijkheid bij sportbestuurders, merkt Den Ouden. “Het belangrijkste verschil is dat je de DUMAVA, in tegenstelling tot de BOSA, vooraf moet aanvragen. Verenigingen moeten aan de voorkant bijvoorbeeld inschatten in hoeverre het energielabel verbetert en ze moeten een begroting maken. Het hele proces is ingewikkelder, waardoor veel vragen ontstaan.”
Het goede nieuws is dat SportStroom tennisverenigingen hiermee helpt. Dat doen ze door informatie te delen, bijvoorbeeld in kringbijeenkomsten, via webinars of op hun website. En uiteraard zijn ze gewoon telefonisch bereikbaar (‘bij ons geen bandjes, je krijgt gewoon iemand aan de lijn die je helpt’). Anderzijds vraagt SportStroom de subsidies daadwerkelijk aan voor verenigingen, leveren ze stukken aan en kijken ze mee of een offerte voldoet aan de specificaties.
ZONNESTROOM
Dan het tweede thema, waardoor de telefoon van Den Ouden en zijn collega’s regelmatig rinkelt: de salderingsregeling voor eigenaren van zonnepanelen stopt per 1 januari 2027. Voor tennis- en padelverenigingen betekent dit dat ze de zelf opgewekte stroom aan het einde van het jaar niet meer kunnen wegstrepen tegen het verbruik. Den Ouden: “Sinds dat bekend is, brengen energieleveranciers terugleverkosten in rekening. De energie die een vereni-
ging dan overdag opwekt – en niet meteen gebruikt, omdat het zwaartepunt van de bezetting in de avond ligt – leveren ze terug aan het net. Vervolgens krijgen ze daar dus ook nog een rekening voor. Veel verenigingen denken dus: wat ga ik in hemelsnaam met mijn zonnepanelen doen?”
Het eerlijke antwoord is dat er nog geen definitieve puzzel gelegd is, stelt Den Ouden. Wat hij wél zeker weet: de oplossing is om te gaan kijken naar slimme regeltechnieken. “Daarmee bedoel ik: een slim samenspel tussen zoveel mogelijk onder je eigen dak gebruiken of een deel terugleveren op een moment dat de prijs gunstig is.” Een manier kan zijn het thermisch opslaan van stroom, waardoor hier in de avond mee gedoucht kan worden (‘al wordt op tennisverenigingen relatief weinig gedoucht ten opzichte van voetbalverenigingen’). Ook het inzetten van stroom om te koelen met een aircosysteem is een optie.
BATTERIJOPSLAGSYSTEEM
Verder krijgt SportStroom veel vragen over het opslaan van stroom in een accu. Den Ouden: “De moeilijkheid is dat verenigingen de meerderheid van de stroom opwekken in de zomer, terwijl ze in de winter – bijvoorbeeld door verlichting – het meeste verbruiken.
Zolang kun je stroom nog niet opslaan, althans niet zodanig dat het rendabel is. Tegelijkertijd zijn er andere argumenten om voor een accu te kiezen: het verlaagt de piek op het net, waardoor de netbeheerkosten dalen.”
SportStroom heeft op dit moment allerlei pilots draaien met batterijopslagsystemen, ook bij tennis- en padelverenigingen. Daarbij onderzoeken ze de (on)mogelijkheden. “Mijn dringend advies is: laat je als vereniging niet verleiden om proefkonijn te worden van een nieuw bedrijf dat je rooskleurige cijfers voorschotelt. Nu er duidelijkheid is over de salderingsregeling gaan de innovaties hard en dalen de prijzen van batterijopslagsystemen. Ook wij werken hard aan een oplossing, en die komt snel dichterbij. Maar tot 1 januari 2027 zou ik zeggen: ‘hold your horses’.”
MEER PLEZIER EN MOTIVATIE MET TENNISKIDS TOF EN TOF PADEL
Ken jij Tenniskids TOF of TOF Padel al? TOF, wat staat voor Training Ontwikkelings Fases, is de basis van het jeugdprogramma en ondersteunt leraren in het geven van lessen aan de jongste jeugd en zorgt voor behoud van jeugdspelers voor de vereniging. Tenniskids TOF en TOF Padel laat kinderen met meer plezier en motivatie op de baan staan en geeft ze (en hun ouders) inzicht in de ontwikkeling. Het kind staat bij TOF centraal, wat zorgt voor meer motivatie en spelplezier. Er wordt niet alleen gekeken naar techniek en tactiek, maar ook naar mentale en sociale aspecten.
Scan de QR-code voor meer informatie:
FAIR PLAY DOEN WE SAMEN!
De KNLTB staat voor Fair Play! Jij ook? Op en naast de baan of in de padelkooi dient iedereen – van amateurspeler, vrijwilliger en ouder tot leraar, scheidsrechter en topspeler – zich eerlijk en sportief te gedragen. Dit draagt bij aan een veilige en plezierige sportbeoefening. In de strijd tegen ongewenst gedrag heeft de KNLTB gedragscodes en een Reglement Fair Play opgesteld. Met deze aanpak wil de KNLTB bewustwording over Fair Play creëren, voorkomen dat misdragingen plaatsvinden en ervoor zorgen dat een overtreding van de gedragscodes daadwerkelijk wordt aangepakt. Fair Play doen we samen!
Gedragscode voor de verenigingsvrijwilliger
De Algemene gedragscode van de KNLTB is van toepassing op iedereen die op welke wijze dan ook betrokken is bij de tennisen padelsport. De Algemene gedragscode is dus ook van toepassing op clubbestuurders en -vrijwilligers.
Scan de QR-code voor het Reglement Fair Play.
Voor de Algemene gedragscode scan je deze QR-code.
Tenniskids TOF
TOF Padel
“WE HEBBEN GOUD IN HANDEN”
Nieuwe KNLTB-directeur Edu Jansing over zijn liefde voor sport, zijn nieuwe uitdaging en de kansen voor tennis en padel.
DOOR: ROBERT BARREVELD
“Dan voel je je toch gevleid”, zegt Jansing. “Eerlijk, later heb ik ook getwijfeld. Een heel fanatieke tennisser was ik niet, terwijl heel veel mensen bij de bond helemaal gek zijn van tennis of padel.” Gesprekken met verschillende mensen van de KNLTB wakkerden zijn enthousiasme echter aan. “Het professionalisme in deze organisatie maakte indruk op mij. En toen ik de grote uitdagingen hoorde waar ze hier elke dag aan werken, dacht ik: dit is echt heel gaaf.”
Hij had er eigenlijk niet echt over nagedacht, het directeurschap van de KNLTB. Tot de functie via-via op het pad kwam van Edu Jansing. En meerdere mensen in zijn omgeving benadrukten dat het echt iets voor hem zou zijn.
het eerst de gelegenheid zichzelf publiekelijk voor te stellen. Hij zei het op die dag in Ahoy en herhaalt het in dit gesprek: een lange staat van dienst in tennis heeft hij dan niet, sport heeft wel altijd centraal gestaan in zijn leven. Die liefde begint al bij zijn voornaam. Zijn ouders vernoemden hem naar een Braziliaanse voetballer die jaren aan de zijde van legende Pelé speelde bij Santos FC en meerdere malen deel uitmaakte van de Braziliaanse WK-selectie.
Dat professionalisme in de KNLTB-organisatie maakte wederom indruk op hem op het Jaarcongres van de bond, begin februari tijdens het ABN AMRO Open in Rotterdam. Jansing kreeg er voor
“Mijn grootouders emigreerden net na de oorlog naar Brazilië, mijn vader is daar opgegroeid en was helemaal gek van voetbal. Zelf kon ik ook een aardig balletje trappen. Ik werd zelfs gescout door het Brusselse Anderlecht, maar koos uiteindelijk voor mijn school.”
“DE GROOTSTE MAATSCHAPPELIJKE
WAARDE VAN EEN
VERENIGING IS DE SPORT”
ULTRASHOT 4 CLAY
OWN THE COURT
KARTREKKER
Ook zijn indrukwekkende cv verraadt de liefde voor sport. Jansing, die zijn professionele carrière in 1997 startte als commercieel trainee bij Heineken, begon zijn werkzaamheden in de sport in 2005 als directeur van Meer dan Voetbal. De stichting werd in het leven geroepen door de KNVB om de maatschappelijke positie van het Nederlandse profvoetbal te vergroten en de kansen die voetbal biedt voor de samenleving, beter te benutten. In die jaren werd vanuit de stichting, mede in samenwerking met Eredivisieclubs, een groot aantal maatschappelijke projecten opgezet. Jansing was daarna als projectleider onder andere betrokken bij de gebiedsontwikkeling Feyenoord City en het Haags Sportkwartier, een initiatief om mensen uit wijken in Den Haag Zuidwest meer in beweging te krijgen. In 2015 richtte hij adviesbureau Studio Meer dan Sport op om sport in het algemeen in te zetten ten behoeve van de maatschappij. Vanuit dit bureau was hij kartrekken van talloze projecten.
Nu gaat Jansing dus aan de slag in de tennis- en padelsport. Hij is inmiddels lid van TC Elzenhagen en staat regelmatig op de baan. De KNLTB-directeur heeft de sport herontdekt, zou je kunnen zeggen. “In mijn jeugd heb ik veel getennist. Bijzonder genoeg kreeg ik mijn eerste tennisles in India, waar mijn vader een tijd op de ambassade heeft gewerkt. Twee keer per jaar gingen mijn broer en ik daarheen en kregen wij privé-tennisles op een baan bij de ambassade in New Delhi, nog wel van een voormalig Wimbledon-deelnemer. Ik ben daarna altijd wel een beetje blijven tennissen en ik zag het veel op tv. In mijn jeugd had je John McEnroe, Björn Borg, Jimmy Connors, dat soort namen. Schitterend.”
MAATSCHAPPELIJKE IMPACT VERGROTEN
Jansing is de opvolger van Erik Poel, die bijna elf jaar directeur was van de KNLTB en in die tijd een nieuwe, heldere koers uitstippelde. Dat betekende niet alleen veel personele wisselingen in de beroepsorganisatie, maar bijvoorbeeld ook de verhuizing van het bondskantoor naar Amstelveen en de samenvoeging met het daar nieuw gebouwde Nationaal Tennis Centrum (NTC), de verregaande automatisering en digitalisering van de dienstverlening en de professionalsering van de gehele organisatie.
“Mijn voorganger heeft natuurlijk veel bereikt”, beaamt Jansing. “Ik kom terecht in een professionele organisatie die goed op de rails staat.” Om er grappend aan toe te voegen: “Je kunt je afvragen wat prettiger is – zo’n goede voorganger opvolgen of instappen als een
“IN INDIA KREEG IK PRIVÉ-TENNISLES VAN EEN VOORMALIG WIMBLEDONDEELNEMER”
ander het volledig heeft verpest, haha.” Toch ziet hij veel mogelijkheden om zijn eigen waarde toe te voegen aan de koers van de bond vanaf dit moment. Het zal voor velen geen verrassing zijn dat hij vooral kansen ziet om de maatschappelijke impact van tennis en padel te vergroten.
“DE KRACHT VAN TENNIS EN PADEL MOET HET UITGANGSPUNT ZIJN”
“Kijk bijvoorbeeld naar hockey. De KNHB heeft de Hockey Foundation in het leven geroepen om in samenwerking met verenigingen en door het oprichten van nieuwe verenigingen hockey toegankelijker te maken voor een grotere doelgroep, ook voor mensen die normaal gesproken niet snel in aanraking komen met hockey. Zij hebben onder andere HC Feijenoord opgericht. En dicht bij waar ik woon, in Amsterdam Noord, heb je AHC Noorderlicht. Zij hebben ook heel goed nagedacht over hoe ze de sport kunnen aanbieden aan een bredere doelgroep. Of neem 3X3 Unites. We weten allemaal wat er op de Olympische Spelen in Parijs is gebeurd. Je ziet nu in steeds
meer gemeenten 3x3 basketbal verschijnen. Heel leuk en heel goed voor sociale binding. Ik ben ervan overtuigd dat ook onze sporten op die manier nog meer maatschappelijke impact kunnen hebben.”
VERDER VERDIEPEN
Het zijn ideeën die goed aansluiten bij de strategie van de KNLTB voor de komende jaren en de bijbehorende missie: via tennis en padel meer mensen in beweging brengen en houden. Om mensen fitter en gezonder te maken en om ze te verenigen, ongeacht leeftijd, afkomst of geslacht, met en zonder beperking. Ook de flexibilisering van het aanbod de afgelopen jaren, de verdere digitalisering in dienstverlening vanuit de bond, de samenwerking tussen verenigingen en onafhankelijke/commerciële centra, het programma Ruimte voor Tennis en Padel, het staat allemaal in dienst van deze strategie en missie. Het zijn thema’s waar Jansing zich de komende tijd verder in wil verdiepen, vooral door veel gesprekken te voeren met KNLTBmedewerkers.
‘HET DRAAIT OM DE KRACHT VAN SPORT’
“We hebben goud in handen”, weet Jansing. “En dan vooral door de kracht van tennis en padel. Dat moet ook het uitgangspunt zijn. Want als ik in de afgelopen twintig jaar iets heb geleerd, dan is het wel dat het draait om de kracht van de sport zelf. De grootste maatschappelijke waarde van een vereniging is de sport. Dat klopt ook met onze missie: meer mensen meer laten tennissen en padellen. Daarvoor hoef ik geen grote koerswijziging te bewerkstelligen. We doen al heel veel goed, het is voor mij vooral een kwestie van ‘connecting the dots’. Dit wat meer, dat wat minder, wellicht iets meer focus. Ik ben heel benieuwd wat de toekomst brengt!”