“Sport is niet alleen een doel, maar ook een middel”
Juist nu is ondersteuning van sportclubs hard nodig
‘NATTE GYMLESSEN’ EN STREETSOCCER
Uitvoering centraal bij Hengelo Sport
IMPULS AAN INGESLAPEN
SPORTAKKOORD
Verenigingsondersteuner kan het verschil maken
BEWEGING VOOR
SLECHTZIENDEN
“Het draait om fitheid in je hoofd, niet in je ogen”
Nederlandse fabrikant van TOPKWALITEIT KUNSTGRAS
Condor Grass produceert kunstgras voor sport, landscaping en leisure. Met decennialange ervaring is er een internationale marktleiderspositie opgebouwd en wordt er een Nederlands kwaliteitsproduct geleverd tegen een concurrerende prijs. Dankzij continue innovatie biedt Condor Grass alle denkbare oplossingen voor nagenoeg iedere sport; van FIH Global goedgekeurde hockeyvelden (KNHB) tot FIFA gecertificeerd voetbalvelden (KNVB) en van kunstgras zonder infill (non-infill) of met natuurlijke infill zoals Brockfill. Door nauw samen te werken met onze klanten en partners zorgen wij ervoor dat een betrouwbaar kunstgrasveld wordt geïnstalleerd dat voldoet aan hun sportieve eisen en aan het verwachte gebruik.
Benieuwd naar onze oplossingen? Ontdek het op onze website! »
ANDRÉ DE JEU
ANDRÉ DE JEU
Op zoek naar balans: een Kaderwet Sport en Bewegen en de rol van gemeenten
Het klinkt voor veel gemeenten herkenbaar: sport en bewegen staan steeds vaker op de agenda als middel om gezondheid, sociale cohesie en leefbaarheid te versterken. Tegelijk worstelen gemeenten met stijgende kosten voor sportvoorzieningen, de behoefte aan beweegvriendelijke wijken en de vraag hoe sport als preventie-instrument effectiever kan zijn. Een aantal jaren geleden was daar ineens, volgens sommigen, de oplossing: een sportwet. VSG en VNG fronsten de wenkbrauwen: wat zou zo’n wet regelen, waardoor meer mensen zouden gaan sporten en bewegen? En wat betekent dat voor de financiële verhoudingen tussen rijk en lokaal? Gemeenten geven sinds 2023 meer dan twee miljard euro uit aan sportbeleid, waarbij de staatssecretaris circa 400 miljoen heeft te besteden, waarvan circa 185 miljoen vooral btw-compensatie is (SPUK-sportstimulering). Een motie in de Tweede Kamer medio 2022 van CDA en VVD om eerst de resultaten van Sportakkoord II en GALA in 2026 te analyseren, kreeg ruime steun. De tijd verandert snel. Financiën staan onder druk, landelijk en lokaal. Verplichtingen ‘opleggen’ over wat gemeenten ‘moeten’ doen is niet (meer) van deze tijd. De brede maatschappelijke opgaven zijn bovendien te groot om in je eentje op te lossen.
Daarom gaat het ministerie van VWS, samen met VSG en andere partners, de mogelijkheid van een Kaderwet Sport en Bewegen opnieuw verkennen, met de kennis van nu. Let vooral op de toevoeging van het woord bewegen. Een verbreding van de scope van sport als middel naar (vooral ook) sport als instrument én naar bewegen als het algemene doel, waarbij sporten, waar en bij wie dan ook, daarvan een specifieke vorm is.
Een wettelijke verankering van sport en bewegen zou inderdaad erkenning geven aan de maatschappelijke waarde. Maar wat betekent dit voor gemeenten? En hoe zorgen we dat landelijk beleid de gemeentelijke autonomie niet ondermijnt, maar versterkt? En hoe voorkomen we dat het een kerstboom met veel versiering
wordt die in de lokale praktijk niet werkt?
De grote uitdaging van een Kaderwet Sport en Bewegen is dat sportbeleid lokaal maatwerk vereist. Wat werkt in een grote stad als Rotterdam, is niet vanzelfsprekend effectief in een plattelandsgemeente in Drenthe. Verschillen tussen wijken – denk aan sociaaleconomische status, sportparticipatie en de aanwezigheid van beweegvriendelijke ruimte – zijn vaak groter dan de verschillen tussen gemeenten. Een wet moet dus ruimte laten voor lokaal beleid, ondersteund door landelijke kaders.
Om sport en bewegen effectief in te zetten, is monitoring op meerdere niveaus essentieel. Gemeenten hebben behoefte aan fijnmazige data per wijk om te zien waar investeringen het meeste effect hebben. Dit vraagt om een sterke verbinding tussen lokale, regionale en nationale monitoring, zodat beleid niet alleen wordt gebaseerd op gemiddelden, maar juist op specifieke uitdagingen per gebied.
Een mogelijke Kaderwet Sport en Bewegen moet ook ruimte bieden voor regionale, gemeentelijke samenwerking. Provincies kunnen hierbij wellicht ook een rol spelen, bijvoorbeeld door het ontwikkelen van gezamenlijke sport- en beweegagenda’s die aansluiten bij regionale verschillen.
In juni zal staatssecretaris Vincent Karremans de Tweede Kamer informeren over hoe het proces rond de mogelijke Kaderwet eruit gaat zien. Voor gemeenten is het nu het moment om mee te denken en te zorgen dat lokale behoeften en beleidsvrijheid geborgd blijven. Want alleen door maatwerk en lokale autonomie te combineren met landelijke ambitie, maken we van sport en bewegen écht een structureel fundament onder brede welvaart voor alle inwoners.
Wordt vervolgd…
André de Jeu Directeur Vereniging Sport en Gemeenten
Het beleidsterrein ‘Sport en bewegen’ is van groot belang voor het algemeen welzijn van burgers. Sport- en beweegactiviteiten bieden mogelijkheden tot talentontwikkeling, een zinvolle vrijetijdsbesteding, actieve deelname aan de maatschappij en het bevorderen van de gezondheid.
Gemeenten vervullen een belangrijke rol als het om sport en bewegen in Nederland gaat. Als regisseur door middel van voorwaardenscheppend beleid en als financier van de vele sportaccommodaties die ons land rijk is. Zorgen dat sport- en beweegactiviteiten voor alle burgers toegankelijk, in de buurt aanwezig en veilig zijn, vormen samen met het stimuleren van een gezonde levensstijl, speerpunten. Ook is ‘Sport en bewegen’ een waardevolle partner om doelstellingen op andere beleidsvelden te realiseren, zoals onderwijs, zorg, stedelijke ontwikkeling en citymarketing.
Het brede belang van sport en bewegen vergt blijvende en specifieke aandacht van onze gemeenten. Of het nu gaat om breedtesport of topsport, om georganiseerde of ongeorganiseerde activiteiten, om sport als doel of om sport- en beweegactiviteiten als middel.
Dit geldt ook voor de ondersteuning van gemeenten bij de integrale vormgeving, ontwikkeling en uitvoering van sportbeleid en accommodatievraagstukken. Kennisuitwisseling en het bevorderen van deskundigheid vormen belangrijke componenten bij deze ondersteuning.
Deze ondersteunersrol als partner voor gemeenten op het beleidsveld sport en bewegen geeft Vereniging Sport en Gemeenten duurzaam bestaansrecht.
Inhoud
ONDERSTEUNING SPORTCLUBS HARD NODIG, JUIST NU
“Clubondersteuning gaat niet alleen over sport als doel, maar ook over sport als middel”
De gemeente Dordrecht heeft de eervolle titel ‘Sportgemeente van het Sportaanbieders zijn onmisbaar voor de vitaliteit en leefbaarheid in elke gemeente. Het is daarom dat veel gemeenten de lokale sportclubs ondersteunen. Dat gaat in veel gevallen goed, maar bij een aantal gemeenten komt de ondersteuning niet (goed) van de grond. Voor hen is onlangs de handreiking ‘Clubondersteuning in jouw gemeente’ gepubliceerd. Daarnaast verscheen het essay ‘Impactgestuurde clubondersteuning’. Dit essay laat gemeenten nadenken over de meest doelgerichte vorm van ondersteuning.
COLOFON:
Sport & Gemeenten
Is het vaktijdschrift van Vereniging Sport en Gemeenten en beschrijft ontwikkelingen en achtergronden in de lokale sport- en beweegsector. Sport & Gemeenten verschijnt vier keer per jaar en heeft een oplage van 1.500 exemplaren.
Uitgave
Golazo Media
Wiersedreef 7
3433 ZX Nieuwegein
Tel 030 707 30 00 sportengemeenten@ sportsmedia.nl www.sportsmedia.nl
Redactie
Robert Barreveld (hoofdredacteur)
Eindredactie
Joost de Jong
Aan dit nummer
werkten mee:
Robert Barreveld
Guido Davio
IJdo Groot
Remco Hoekman
Eef Hollander
André de Jeu
Luc Keersmaekers
Jeroen Kuypers
Gert-Jan Lammens
Erik Lenselink
Bert van Oostveen
Fotografie
Beweegalliantie
Gemeente Elburg
Hengelo Sport
NewForesight
Omzien Barendrecht
Respect Foundation
Rotterdam Sportsupport
SPORT•GOUDA
Shutterstock
Vereniging Sport en Gemeenten
Coverfoto Shutterstock
Drukker
Damen Drukkers, Werkendam
VAN ‘NATTE GYMLESSEN’ TOT STREETSOCCER IN HENGELO
Het Streetsoccertoernooi in Hengelo beleefde in februari dit jaar alweer zijn elfde editie en omvatte niet minder dan 1300 scholieren, verdeeld over 204 teams. Dat is bijna een vervijfvoudiging sinds het eerste toernooi. Het straatvoetbal is echter slechts een van de sporten die met veel enthousiasme zijn omarmd door de basisschoolleerlingen van deze Twentse stad. Het Streetsoccertoernooi is eigen¬lijk de kers op de taart die Hengelo Sport sinds 2008 heeft opgebouwd. Sport wordt op een geheel eigen manier populair gemaakt en bereikt zo alle Hengelose kinderen. Maar het recept heeft niet alleen pedagogische ingrediënten.
Abonnementenadministratie
VSG Media & Events
Postbus 16268
2500 BG Den Haag
Tel 070 373 8055 info@sportengemeenten.nl www.sportengemeenten.nl
De abonnementsprijzen voor Sport & Gemeenten voor 2025 zijn: Binnenland (incl. btw) € 90,25 Buitenland (incl. btw) € 101,00 Los nummer (incl. btw) €25,00
Ontwerp/DTP Pageturner
Advertentie-acquisitie en druk
Golazo Media
Wiersedreef 7
3433 ZX Nieuwegein
Contactpersoon: Wendy Coppers
Wendy.coppers@golazo.com
Tel 06 155 24226
ISSN Nummer : 2214-5923
Sport & Beweegstimulering
26 Vitality Clubs: zelfsturende beweeggroepen voor ouderen
INDRUKWEKKEND GEZONDHEIDSRENDEMENT
MET MINIMALE INVESTERING
32 Omzien Barendrecht: Beste Beweeginitiatief Zuid-Holland 2024
FITHEID IN JE HOOFD EN NIET IN JE OGEN
38 Aantal gemeenten dat schoolzwemmen aanbiedt of ondersteunt, daalt verder
INFOGRAPHIC
Sport & Accommodatie
42 Gemeente Utrecht ontwerpt innovatief waterbufferingsysteem voor kunstgrasvelden
INSPELEN OP KLIMAATVERANDERING
Sport & Maatschappij
48 Verenigingsondersteuner geeft impuls in Elburg
HERIJKING VAN EEN INGESLAPEN SPORTAKKOORD
58 Gemeenten en hun buurtsport spelen cruciale rol bij bevorderen respect in de samenleving
WEEK VAN RESPECT
Sport & Economie
66 “Nietsdoen is geen optie meer” DUURZAAMHEIDSTRANSITIE
ONDERSTEUNING SPORTCLUBS HARD NODIG, JUIST NU
“Clubondersteuning gaat niet alleen over sport als doel, maar ook over sport als middel”
Sportaanbieders zijn onmisbaar voor de vitaliteit en leefbaarheid in elke gemeente. Het is daarom dat veel gemeenten de lokale sportclubs ondersteunen. Dat gaat in veel gevallen goed, maar bij een aantal gemeenten komt de ondersteuning niet (goed) van de grond. Voor hen is onlangs de handreiking ‘Clubondersteuning in jouw gemeente’ gepubliceerd. Daarnaast verscheen het essay ‘Impactgestuurde clubondersteuning’. Dit essay laat gemeenten nadenken over de meest doelgerichte vorm van ondersteuning.
Tekst: IJdo Groot
De lancering van het sport- en beweegloket in Rotterdam in september 2023.
Sportaanbieders hebben een belangrijke maatschappelijke functie. Ze dragen bij aan onze fysieke en mentale gezondheid, aan onze persoonlijke ontwikkeling en ze creëren saamhorigheid. Daarnaast kunnen zij gemeenten helpen bij het bereiken van maatschappelijke doelen, onder meer in het sociaal domein. Hierbij wordt sport als middel ingezet.
Tegelijkertijd hebben sportaanbieders te maken met allerlei uitdagingen. Bijvoorbeeld op het gebied van verduurzaming of het vinden van voldoende vrijwilligers.
Juist nu
Om sportaanbieders toekomstbestendig te houden – zodat ze hun maatschappelijke waarde behouden en vergroten – kunnen ze op verschillende manieren ondersteuning krijgen. Bijvoorbeeld door de inzet van een professional ter ondersteuning van het bestuurlijk-organisatorisch en/of sporttechnisch beleid en/of maatschappelijke activiteiten, met als doel de zelfredzaamheid van de club vergroten. Deze professionals kunnen op basis van de gesprekken met de club gebruikmaken van het bestaande aanbod zoals trainingen, online tools en subsidies.
Dit soort clubondersteuning is juist nu extra hard nodig. Ten eerste omdat het aantal mensen met overgewicht toeneemt. Als we niets doen, wordt dat probleem alleen maar groter. Bewegen is een belangrijk onderdeel van de oplossing. Ten tweede omdat de behoeften van mensen veranderen; sportaanbieders zoeken hulp om de match te blijven maken. Daarnaast hebben veel clubs te maken met een toenemende regeldruk.
Verschillen
Steeds meer gemeenten erkennen dat sportclubs een wezenlijke maatschappelijke rol vervullen en dat passende ondersteuning nodig is. Wat wordt verstaan onder passende ondersteuning verschilt van gemeente tot gemeente. In 2021 onderzocht het Mulier Instituut deze verschillen, die te maken hebben met de grootte, de ligging (stedelijk of landelijk gebied), historisch gegroeide verhoudingen en relaties, de gemeentelijke organisatiestructuur, de sportinfrastructuur, beleidskeuzes en beschikbare middelen. Uit het onderzoek blijkt dat 60 procent van de gemeenten zelf of via het lokale sportbedrijf clubondersteuning levert. Ruim 40 procent van de gemeenten besteedt de clubondersteuning uit aan een lokaal sportbedrijf of aan andere organisaties. Van de gemeenten met minder dan 50.000 inwoners schakelt ruim de helft een provinciale sportservice in. Zo’n 15 procent van de gemeenten kent geen clubondersteuning.
De consequenties voor de organisatie van clubondersteuning zijn daardoor groot. Zo is in de ene gemeente clubondersteuning een belangrijk speerpunt en wordt intensief en integraal gewerkt aan relatiebeheer. In een andere gemeente wordt geen actief beleid gevoerd en wordt geen of nauwelijks aandacht besteed aan clubondersteuning, anders dan het beschikbaar stellen van subsidies en accommodaties.
Handreiking
Het is voor deze laatste categorie dat onlangs de handreiking ‘Clubondersteuning in jouw gemeente’ is gepubliceerd. “Als clubondersteuning niet goed van de
“Als clubondersteuning niet goed van de grond komt, ligt dat doorgaans aan het ontbreken van een goed omschreven visie en opdracht voor de clubondersteuners”
Hein Veerman (VSG)
”Clubondersteuning is een vak. Bedenk dat niet iedere buurtsportcoach goed is geëquipeerd om deze taak uit te voeren”
Hein Veerman (VSG)
grond komt, ligt dat doorgaans aan het ontbreken van een goed omschreven visie en opdracht voor de clubondersteuners”, zegt de bij de handreiking betrokken Hein Veerman, adviseur lokale sport en regioadviseur brede SPUK bij VSG. “Een dergelijke visie of opdracht geeft weer wat de gemeente onder clubondersteuning verstaat, wat het belang ervan is en wat ermee moet worden bereikt. Om gemeenten te helpen en te inspireren een vorm van clubondersteuning op te zetten, hebben we in de handreiking aangegeven wat het belang zou kunnen zijn. Ten eerste vormen sportclubs een belangrijke verbindende factor voor het sportieve en sociale leven. Zij dragen bij aan een actieve, gezonde en betrokken samenleving. Ten tweede is clubondersteuning een efficiënte manier om via sportclubs maatschappelijke doelen te bereiken. Zoals inclusie van achterstandsgroepen of het versterken van de sociale samenhang in wijken, buurten of dorpen. Daarom is het van belang sportclubs vitaal te houden, zeker nu veel van hen in zwaar weer terecht zijn gekomen. De praktijk laat zien dat clubondersteuning een belangrijke bijdrage levert aan de vitaliteit van sportclubs.”
Onderdeel van de clubondersteuning kan het aanstellen van clubondersteuners zijn. “Clubondersteuners kunnen onder meer helpen verwoorden wat het belang is van de aanwezigheid van sportclubs in een wijk, buurt of dorp”, vervolgt Veerman. “Het aantonen van dit belang is noodzakelijk, omdat de druk op de fysieke ruimte steeds meer toeneemt. En door bestuurders keuzes gemaakt moeten worden: wat gaan we met de beperkte ruimte doen? Als het belang van de aanwezigheid van een sportclub niet wordt gezien, is het gevaar dat niet gekozen wordt voor – uitbreiding van – een sportaccommodatie.”
Financiën
Sommige gemeenten geven aan geen geld te hebben voor clubondersteuning, ervaart Veerman. “Ik adviseer deze gemeenten clubondersteuning niet alleen te financieren uit het budget voor de lokale sport. Clubondersteuning gaat niet alleen over sport als doel, maar ook over sport als middel. De gemeente zou kunnen kijken of geld kan worden gebruikt uit potjes en subsidiekanalen voor het sociaal domein, de gezondheidsbevordering, zorgpreventie en zo
meer. Om deze potjes en subsidiekanalen te kunnen aanspreken, is het van belang dat de gemeente duidelijk omschrijft wat de doelstelling en het beoogd effect zijn van clubondersteuning. Daarbij kan bijvoorbeeld een ambtenaar sportbeleid de handreiking gebruiken om het nut van clubondersteuning bij een bestuurder te verduidelijken.”
Veerman ziet tevens dat sommige gemeenten, al dan niet om financiële redenen, buurtsportcoaches belasten met de taak van clubondersteuner. “Clubondersteuning is een vak. Bedenk dat niet iedere buurtsportcoach goed is geëquipeerd om deze taak uit te voeren. Om de kwaliteit van de clubondersteuning te waarborgen, is het goed een passend profiel voor clubondersteuners op te stellen. Om gemeenten hierbij te helpen, zullen we binnenkort voorbeelden van profielen publiceren op sportakkoord.nl/vitale-sportaanbieders. Daarnaast moet continu aandacht worden gegeven aan de kwaliteit van de clubondersteuners door opleidingen, trainingen enzovoort – vooral op het vlak van persoonlijke competenties en vaardigheden.”
“Verenigingsondersteuning begint met het structureel goed beheren van de relaties”
Marita Verkaik (Rotterdam Sportsupport)
Sport- en beweegloketten
Om de clubondersteuning effectiever en efficiënter te maken, is het wenselijk dat sportaanbieders op één plek terechtkunnen met al hun vragen. Uit onderzoek blijkt namelijk dat veel verenigingen en sportondernemers niet goed weten welke hulp voor hen beschikbaar is of bij welke ondersteunende organisatie ze kunnen aankloppen. Deze plek kan een lokaal herkenbaar sporten beweegloket zijn, waar de sportaanbieders met al hun vragen terecht kunnen. In dit geval wordt met ‘loket’ niet een fysieke ruimte bedoeld, maar de functie van een loket: een plek waar hulpvragen, oplossingen en interventies bij elkaar komen, alsook professionals en organisaties. Welke vorm het loket per gemeente of regio krijgt, is voor een groot deel afhankelijk van de lokale situatie.
“Verenigingsondersteuning begint met het structureel goed beheren van de relaties”
Marita Verkaik (Rotterdam Sportsupport)
In Gouda zijn betrokken partijen al een eind op weg met de inrichting van een sport- en beweegloket. Aanjager is SPORT•GOUDA. “Met dit loket hopen we twee vliegen in één klap te slaan”, zegt Rogier Zandijk, manager bewegen en leefstijl bij SPORT•GOUDA. “Ten eerste scheppen we duidelijkheid voor alle verenigingen en sportaanbieders: zij kunnen voortaan met al hun type vragen over sport en bewegen op één plek terecht. Ten tweede leidt het optuigen van een sporten beweegloket tot meer samenwerking met relevante partijen. Hierdoor kunnen vraag en aanbod beter op elkaar worden
afgestemd. Door een betere coördinatie zullen we in staat zijn de verschillende soorten expertise – en soms ook middelen – te koppelen. Hierdoor kunnen verenigingen, de commerciële en anders georganiseerde sportaanbieders op een passende manier worden ondersteund.”
Relatiebeheer
Ook Rotterdam doet mee met het initiatief een landelijk dekkend netwerk van lokale sport- en beweegloketten op te bouwen. Marita Verkaik, directeur-bestuurder van Rotterdam Sportsupport, benadrukt dat
de belangrijkste taak van een sport- en beweegloket bestaat uit het relatiebeheer met de lokale verenigingen. “Verenigingsondersteuning begint met het structureel goed beheren van de relaties. Daarom praat een afgevaardigde van Rotterdam Sportsupport individueel met de verenigingen. Hij of zij kent de besturen en weet wat er speelt. Het Sportbedrijf Rotterdam, het aanspreekpunt voor de commerciële sportaanbieders, doet dat met commerciële partijen. De naam ‘loket’ is dan ook heel verwarrend. Dit suggereert dat er een luikje is waar een vereniging naar toe kan
komen om een vraag te stellen. Maar het gaat om elkaar leren kennen, een vertrouwelijke band opbouwen. Dat gaat zo veel verder dan achter het luikje afwachten tot er iemand met een vraag komt.”
Impactgestuurd
In de meeste gemeenten werkt clubondersteuning volgens het principe van vraag en aanbod. De vraag van de club en het bestaande ondersteuningsaanbod staan centraal. Sportadviesbureau NMC Bright stelt in zijn essay ‘Impactgestuurde clubondersteuning’ dat clubondersteuning doelgerichter kan. In het essay adviseert het bureau niet alleen vraag- en aanbodgestuurd te werken, maar ook impactgestuurd. Impactgestuurd wil zeggen dat wordt nagedacht over het zo effectief mogelijk inzetten van – vaak schaarse –ondersteuningsmiddelen.
“Mijn broer Gersom en ik hebben dit essay geschreven vanuit een milde frustratie, die we delen met veel clubondersteuners”, vertelt Jorrit Smit van NMC Bright. “Die milde frustratie heeft te maken met de beperkingen die een vraag- en aanbodgestuurde aanpak met zich meebrengt. Vooropgesteld: met deze wijze van clubondersteuning worden mooie dingen bereikt, vooral bij clubs met ontwikkelkracht. Deze clubs hebben de capaciteit om workshops bij te wonen, veeleisende subsidieregelingen aan te boren of vrijwilligers te mobiliseren voor een begeleidingstraject. Maar dit is anders bij clubs met weinig ontwikkelkracht. Zij hebben vaak te maken met uitdagingen zoals een beperkt vrijwilligersbestand, een gebrek aan financiële middelen of onvoldoende bestuurscapaciteit. Ze slagen er minder goed in om zich aan te passen aan veranderende omstandigheden of om nieuwe kansen te benutten. Dit maakt hen kwetsbaar voor externe factoren, zoals economische tegenslagen of veranderingen in het ledenbestand. Deze verenigingen hebben vaak moeite om de ondersteuning die ze van de gemeente ontvangen om te zetten in tastbare resultaten. Zij hebben bijvoorbeeld niet de capaciteit om invulling te geven aan de doelen in het Gezond en Actief Leven Akkoord: meer mensen en specifieke doelgroepen in beweging krijgen. Als een gemeente dus alleen vraag- en aanbodgestuurd werkt, bestaat het risico dat de clubondersteuning niet ten bate komt van clubs zonder ontwikkelkracht.”
Doelen
Impactgestuurde clubondersteuning biedt gemeenten de mogelijkheid om meer rendement te halen uit hun inspanningen en
investeringen in de lokale verenigingen. In tegenstelling tot traditionele methoden, waarbij de focus vaak ligt op het verstrekken van middelen of incidentele hulp, draait impactgestuurde ondersteuning om het realiseren van verbeteringen op lange termijn. Hierbij staan de specifieke behoeften en doelen van de vereniging centraal en wordt de ondersteuning daarop afgestemd. Het gaat er dus niet alleen om wat een gemeente kan bieden, maar vooral wat de vereniging nodig heeft om zich verder te ontwikkelen en zelfredzaam te worden.
“Impactgestuurde clubondersteuning kan een aanvulling zijn op de vraag- en aanbodgestuurde aanpak”, licht Smit toe. “Bestaande interventies zoals een sportcafé, opleiding of WhatsAppcommunity werken vaak heel goed. Ze geven een geweldige impuls aan clubs die stabiel genoeg zijn om te worden gecoacht. Maar clubs met weinig ontwikkelkracht hebben een andersoortige en wellicht meer structurele ondersteuning nodig. Draait de traditionele clubondersteuning vaak om het geven van een hengel en een vereniging leren vissen, bij impactgestuurde clubondersteuning houd je er rekening mee dat een club met weinig ontwikkelkracht soms beter kan worden geholpen met een vette vis.”
Doelgroepgericht
Deze aanpak sluit aan bij het idee dat verenigingen niet alleen faciliteiten bieden voor fysieke activiteit, maar ook een sociale functie vervullen binnen de gemeenschap. Ze kunnen een plek zijn waar mensen samenkomen, waar jongeren zichzelf kunnen ontwikkelen en waar maatschappelijke problemen zoals eenzaamheid en een ongezonde levensstijl worden aangepakt.
“Bij het sport- en beweegloket kunnen verenigingen en sportaanbieders met al hun type vragen over sport en bewegen op één plek terecht”
Rogier Zandijk (SPORT•GOUDA)
“Als een gemeente meer maatschappelijke impact wil hebben, zal zij actief op de clubs moeten afstappen die voor het bereiken van de doelgroep relevant zijn”
Impactgestuurde ondersteuning helpt verenigingen om deze rol te versterken en structureel bij te dragen aan maatschappelijke doelen.
“Deze vorm van ondersteuning zet je dan ook bij voorkeur in bij sportclubs die als gelijkwaardige partner kunnen meewerken met hun gemeente om specifieke doelgroepen te bereiken”, zegt Smit. “Hierbij redeneert de gemeente dus meer vanuit de behoefte van een doelgroep dan vanuit de potentie van een vereniging. Door doelgroepgericht te werken, heb je het niet alleen over clubondersteuning, maar ook over bijvoorbeeld het bevorderen van gezondheid, sociale inclusie en participatie. Zo worden clubondersteuning, sportstimulering en diverse maatschappelijke doelen bij elkaar gebracht.”
Locatie
Hoewel alle clubs ondersteuning verdienen, zal een gemeente een keuze moeten maken: in welke clubs wil zij extra investeren omdat deze extra veel maatschappelijk rendement bieden? “Als een gemeente meer maatschappelijke impact wil hebben, zal zij actief op de clubs moeten afstappen die voor het bereiken van de doelgroep relevant zijn. Die relevantie wordt voornamelijk bepaald door de locatie. Wil je als gemeente de beweegarmoede aanpakken, dan ligt het voor de hand dat je dit samen doet met een club op een locatie waar de doelgroep zich bevindt. De ontwikkelkracht van een club op een zogenoemde hotspot bepaalt of deze zelfstandig de potentie kan waarmaken of dat de club extra ondersteuning nodig heeft. Kortom: de gemeente moet kijken naar relevantie én ontwikkelkracht om te bepalen in welke club zij extra wil investeren. Dit zal waarschijnlijk betekenen dat in plaats van alle clubs in de gemeente er slechts een paar intensief kunnen worden ondersteund.”
Hierbij hoeft een gemeente zich niet te beperken tot verenigingen, stelt Smit. “Onder andere ondernemende sportaanbieders, zoals een goed georganiseerd vechtsportcentrum, een dansschool of een zelfstandige hardlooptrainer, kunnen uiteraard ook waardevol zijn. Een gemiste kans als een gemeente dit bestaande aanbod niet gebruikt om de doelgroep op een bepaalde locatie te bereiken.”
Sportaanbod
Een volgende stap is clubs stimuleren hun aanbod aantrekkelijker te maken. “Bij vraaggestuurde clubondersteuning wordt doorgaans alleen op het traditionele sportaanbod gefocust. Het traditionele sport-
aanbod draait vaak om presteren en competitie. Met dit aanbod bereiken verenigingen maar een deel van de inwoners. Daar is op zich niets mis mee. Het traditionele aanbod verdient dan ook zeker ondersteuning. Maar mensen met een flexibele sportbehoefte of zonder prestatieve motivatie, worden gemist. Van de niet-sportende volwassenen bijvoorbeeld noemt bijna niemand het verbeteren van de eigen prestatie of de competitie als motivatie om te gaan sporten bij een vereniging. Als we ook deze mensen in beweging willen krijgen, zullen verenigingen moeten worden gestimuleerd om laagdrempelig, flexibel en afwisselend aanbod te organiseren. Van de gemeente wordt in dit geval gevraagd deze clubs proactief te benaderen en passend te ondersteunen.”
Co-creatie
Samenwerking met andere partners, zoals een bond, scholen of welzijnsorganisaties is eveneens onderdeel van impactgestuurde ondersteuning. Door een vereniging te verbinden met relevante partners, kunnen gemeenten het netwerk van deze vereniging versterken en bijdragen aan een bredere maatschappelijke impact. Verenigingen worden zo onderdeel van een groter ecosysteem dat hen ondersteunt bij hun ontwikkeling en zelfredzaamheid.
Smit adviseert de beschikbare ondersteuning te combineren. “Breng de inzet van middelen van bijvoorbeeld clubondersteuners, jongerenwerkers, buurtsportcoaches en maatschappelijk werkers samen. Formuleer samen doelen en een actieplan. Wat gaan we waar, wanneer en met wie aanbieden? Zo kunnen gezamenlijk sportdagen, wandelchallenges, een aangepast sportaanbod, pleintjesvoetbal of weerbaarheidstrainingen worden georganiseerd. De overlap is enorm en co-creatie betekent winst voor de doelgroep, de clubs en alle betrokken partijen.”
Financiering
Een integrale benadering kan tevens helpen bij de financiering van de clubondersteu -
Hein Veerman
Marita Verkaik
ning. “Vooral sportclubs met weinig ontwikkelkracht redden het niet met een hengel, waarmee een gemeente ze wil leren vissen. Deze clubs kunnen belangrijk zijn omdat ze in een focuswijk liggen, waar de gemeente een doelgroep meer wil laten bewegen. Er zal dan voor structurele ondersteuning moeten worden gekozen. Dit kost geld. Een gemeente kan dit waarschijnlijk niet alleen uit de pot van clubondersteuning halen. Als integraal en domeinoverstijgend wordt gedacht, kunnen ook potjes worden aangesproken voor bijvoorbeeld valpreventie of het tegengaan van eenzaamheid. Meer doelstellingen betekent meer potjes en dus diepere broekzakken. Ik zie echter nog vaak dat de financiële middelen voor clubondersteuning, sportstimulering en andere regelingen apart van elkaar worden aangevlogen. Als je deze bundelt kun je intensievere en wellicht meer structurele ondersteuning bieden.”
Maatwerk
Welke ondersteuning moet worden geboden, is per club verschillend, weet Smit. “Onze ervaring is dat de meeste clubs wel willen meehelpen, maar niet kunnen. Een gemeente zal per geval moeten bekijken wat een club nodig heeft. De ondersteuning is dan ook maatwerk. Deze wordt onder andere bepaald door de interventie die de gemeente wil inzetten om de doelgroep te
bereiken. Bijvoorbeeld: wat heeft een vereniging nodig om te kunnen helpen bij de interventie voor probleemjongeren? Of bij de interventie voor meiden tussen de 13 en 18 jaar en met een migratieachtergrond, die achterblijven in beweegdeelname? Daar pas je de ondersteuning op aan.”
Nadenken
Eric Lagendijk, projectleider Sportakkoord bij Vereniging Sport en Gemeenten, raadt gemeenten van harte aan het essay te lezen. “Het essay geeft een mooi overzicht van wat heden ten dage rond clubondersteuning speelt. Het laat gemeenten nadenken over de vraag: waar richt ik de verenigingsondersteuning op? Het essay geeft hiervoor een aantal richtingen. Zo wordt gesuggereerd ondersteuning te bieden aan clubs die kwetsbare doelgroepen – bijvoorbeeld mensen met een lage sociaaleconomische positie – kunnen bereiken. Dus daar zou je als gemeente de impactgestuurde clubondersteuning op kunnen richten: zowel op verenigingen als op partijen in de wijk die ervaring hebben met die kwetsbare doelgroepen. Een gemeente moet zich hierbij wel realiseren dat het jaren van intensieve begeleiding kan kosten en ook nog een onzekere uitkomst biedt. Er zijn maar weinig clubs die in staat zijn om de maatschappelijke opgave ‘kwetsbare groepen naar een sportvereniging leiden’, uit te voeren.
Vandaar dat je je moet afvragen: ga ik mijn ondersteuning richten op die enkele clubs die kunnen helpen bij het uitvoeren van maatschappelijke doelen, of geef ik een groter aantal clubs een stevigere basis om hun primaire taak – sport organiseren voor hun leden – goed te organiseren? Je kunt de euro maar één keer uitgeven. Hierover moet je lokaal dus goed nadenken.”
Meer informatie
Handreiking ‘Clubondersteuning in jouw gemeente’: zie https:// www.sportakkoord.nl/vitale-sportaanbieders/clubondersteuning-in-jouw-gemeente/ of scan de QR-code.
Handreiking sport- en beweegloketten: zie https://sportengemeenten. nl/handreiking-sport-en-beweegloketten-verschenen/ of scan de QR-code.
Tussen 2020 en 2022 is de staat van clubondersteuning geëvalueerd. In dit Whitepaper vind je de bevindingen: https://cdn.nocnsf.nl/media/ xcxdi0ky/white-paper-de-toekomst-van-clubondersteuning-final. pdf of scan de QR-code.
Het sport- en beweegloket in Gouda
Hart voor de publieke zaak!
Domein Sport en Bewegen
Voor de vertaling van beleid naar beheer & exploitatie in de sport
Het ravijnjaar en de gemeenteraadsverkiezingen komen eraan. Het rijk heeft plannen om de meeste SPUK-gelden te bundelen in het gemeentefonds1 (inclusief een fikse korting). Een supermooie cocktail om wezenlijke veranderingen door te voeren. En een kans om de ingezette transitie vanuit het Gezond en Actief Leven Akkoord en het Integraal zorg Akkoord een effectief vervolg te geven. Beide akkoorden hebben uitstekende intenties, maar de bedoeling wordt in de uitvoering vaak gegijzeld door allerlei schotten, regels en voorwaarden. Regelvrijer werken verhoogt ongetwijfeld de effectiviteit.
De gemiddelde burger heeft van het bovenstaande geen weet. De gemiddelde burger wil graag in (positieve) gezondheid leven, maar krijgt dat niet altijd zelfstandig voor elkaar. De gemiddelde burger wil graag gesteund, gestimuleerd en ontlast worden door ‘de gemeente’ of liever ‘de gemeenschap’. Problemen en uitdagingen van burgers in buurten en wijken laten zich niet vangen in een stortvloed van specifieke uitkeringen. Het zijn vaak complexe, samenhangende problemen die vragen om opgavegericht maatwerk. Ongelabelde middelen om vraaggericht het individuele of gezinsleven weer op de rit te krijgen of een buurt te revitaliseren zijn dan een zegen. Bovenstaande verhoogt mogelijk het risico dat de verschillen tussen gemeenten onwenselijk gaan toenemen en dat er in de lokale politieke arena’s verkeerde keuzes gemaakt gaan worden. Dat klopt wellicht, maar tegelijkertijd wijst alles erop dat doorgaan op de huidige, versnipperde en top-downweg niet gaat zorgen voor een vitalere samenleving waarin gezondheidsverschillen worden verkleind. En ook niet bijdraagt aan het zo gewenste opgavegericht werken. Een ander financieringsmodel zou wellicht wel eens tot veel betere resultaten kunnen leiden. Enige ondersteunende wetgeving is mogelijk nodig om er in ieder geval
voor te zorgen dat er voldoende middelen worden besteed aan gezondheidsbevordering, inclusief het stimuleren van bewegen. En niet aan het veranderen van rotondes in stoplichtkruispunten. Lokale partijen maken zich warm voor de komende verkiezingen. Elke vier jaar zijn deze interessant maar door de combinatie van minder geld en meer vrijheid van besteding zijn de komende verkiezingen interessanter en bepalender dan ooit tevoren. Vanuit het perspectief van sport en bewegen is er veel te winnen, maar ook veel te verliezen. Het is dus meer dan ooit zaak om gezamenlijk de waarde van sport en bewegen uit te dragen, zodat lokale keuzes de rol van sport en bewegen in de samenleving gaan versterken en niet verzwakken. Anders gezegd, het is meer dan ooit tijd om te laten zien dat investeren in sport en bewegen een krachtig fundament vormt voor een gezonde samenleving waar zo min mogelijk mensen buiten de boot vallen en allerlei maatschappelijke schade op een goedkope manier wordt voorkomen.
1 Het aantal SPUKs is in de periode 2018-2021 gestegen van 16 naar 154!
Erik Lenselink is directeur van de Beweegalliantie.
Erik Lenselink is manager Sportontwikkeling bij NOC*NSF.
VSG-berichten
Ontwikkelingen Brede Spuk
REGIONALE CONTACTDAGEN BREDE SPUK, MELD JE AAN!
Inmiddels loopt weer een nieuwe serie Regionale Contactdagen Brede SPUK. Sinds 11 maart 2025 zijn er bijeenkomsten door het hele land. Samen kijken we naar heden en toekomst van Sportakkoord II en het Gezond en Actief Leven Akkoord (GALA). We delen lokale ervaringen over de situatie in de verschillende regio’s, met ieder hun eigen context en omstandigheden. Wil je erbij zijn, meld je dan snel aan!
Programma
In het plenaire deel praten we je weer helemaal bij over de laatste ontwikkelingen rondom het Sportakkoord II, de Brede Regeling Combinatiefuncties en hun relatie tot de doelen van GALA. Daarna organiseren we twee ronden met deelsessies, waarin we vanuit beleid én uitvoering met elkaar in gesprek gaan over verschillende thema’s. Per ronde kan een keuze gemaakt worden uit twee onderwerpen. Het programma biedt veel ruimte om in te gaan op vragen en thema’s die in de regio’s leven.
Voor meer informatie en details over het programma, de locaties, data en tijd en voor aanmelding, scan de QR-code:
Sport en innovatie
TERUGBLIK KENNISDAG SPORT EN INNOVATIE 2025
Op donderdag 30 januari organiseerde Vereniging Sport en Gemeenten samen met Sportinnovator de Kennisdag Sport en Innovatie 2025 in Purmerend. Tijdens het programma konden de aanwezigen kiezen uit actuele en aansprekende onderwerpen op het prikkelende terrein van innovatie. Er gebeurt veel op het gebied van sport en innovatie, getuige de vele projecten en presentaties die op deze dag de revue passeerden.
Op onze website kun je nog even terugblikken op de dag en staan boven alle presentaties op een rij. Scan de QR-code:
Magazine Sport & Gemeenten
(1 abonnement is inbegrepen in het lidmaatschap)
Abonnement binnenland (incl. btw)
Abonnement buitenland (incl. btw)
Los nummer (incl. btw)
*Prijzen zijn exclusief verzendkosten.
Contributietarieven 2025
Soorten aangeslotenen
€ 90,25
€ 101,00
€ 25,00
Gemeenten tot 10.000 inwoners € 708,00
Gemeenten met 10.000 - 20.000 inwoners
€ 1.002,00
Gemeenten met 20.000 - 50.000 inwoners € 1.857,00
Gemeenten met 50.000 - 100.000 inwoners
€ 3.366,00
Gemeenten met meer dan 100.000 inwoners, alsmede voor publiekrechtelijke lichamen (niet gemeenten) € 6.054,00
Recreatieschappen, gevormd door gemeenten € 473,00
In 2023 gaven Nederlandse gemeenten 2 miljard euro uit aan sport. Dat is 15 procent meer dan een jaar eerder. Na verrekening van de inflatie is het verschil 11 procent. Dat blijkt uit de Monitor sportuitgaven gemeenten 2023 van het Mulier Instituut.
Gemeenten ontvingen 727 miljoen euro aan inkomsten vanuit de sport.
De netto-sportuitgaven komen daarmee uit op 1,3 miljard euro. Tussen 2022 en 2023 stegen de inkomsten met 36 procent en de netto-sportuitgaven met 6 procent. Na verrekening van de inflatie is dat respectievelijk 31 en 2 procent.
Per inwoner gaven gemeenten in 2023 netto 71,3 euro uit aan sport. In 2022 was dat nog 68,8 euro. Er gaat dus netto 2,50 euro per inwoner extra naar sport.
Bij Hengelo Sport staat uitvoering centraal
VAN ‘NATTE GYMLESSEN’ TOT STREETSOCCERTOERNOOI
Het Streetsoccertoernooi in Hengelo beleefde in februari dit jaar alweer zijn elfde editie en omvatte niet minder dan 1300 scholieren, verdeeld over 204 teams. Dat is bijna een vervijfvoudiging sinds het eerste toernooi. Het straatvoetbal is echter slechts een van de sporten die met veel enthousiasme zijn omarmd door de basisschoolleerlingen van deze Twentse stad. Het Streetsoccertoernooi is
eigenlijk de kers op de taart die Hengelo Sport sinds 2008 heeft opgebouwd. Sport wordt op een geheel eigen manier populair gemaakt en bereikt zo alle Hengelose kinderen. Maar het recept heeft niet alleen pedagogische ingrediënten. .
Tekst: Jeroen Kuypers Foto's: Hengelo Sport
“We organiseren ook toernooien voor denksporten als dammen en schaken.
Zo krijgen de binnenblijvers toch die sociaal-emotionele ontwikkeling die hun leeftijdgenoten met de fysieke sporten krijgen”
Bertil Pepers (Sportprogrammeur)
Een idee kan nog zo goed zijn, je moet wel over de materiële mogelijkheden beschikken en er concreet werk van maken. Als we het BasisAanbodSport van de gemeente Hengelo als een piramide beschouwen, dan is de bodem daarvan het leren zwemmen. Vanaf 2008 krijgen de jonge kinderen dat aangeleerd via zogeheten ‘natte gymlessen’, een aanpak die is ontwikkeld en geperfectioneerd door watersporter Bertil Pepers.
Vijftig kinderen tegelijk
“We kunnen die lessen vijf dagen per week, dertig weken per jaar geven in het Twentebad, waar we in 2008 een zogeheten ‘blaashal’ over het openluchtbad hebben mogen plaatsen”, zegt sportprogrammeur Pepers. “Zo kunnen we vijftig kinderen tegelijk lesgeven. Door het succes van Hengelo Sport en de behoefte in de regio heeft de gemeente Hengelo in 2017 besloten om de blaashal te vervangen voor een multifunctioneel 50-metersportbad. Weinig gemeenten beschikken over zo’n zwembad. Gewoonlijk komen ze al snel in conflict met andere gebruikers, die ook allemaal hun rechten willen laten gelden.
De beheerders van het Twentebad hebben echter gedacht dat zoveel kinderen ook evenzoveel enthousiaste klanten in spe zijn, want wij laten ze ook altijd wel een keer van de glijbaan of op een andere manier kennis maken met de pluspunten van het bad. Thuis vertellen ze over wat ze tijdens de lessen gedaan hebben – en over de mogelijkheden van het zwembad – en een deel van de ouders gaat in het weekend met het gezin naar het Twentebad, zodat de kinderen daar kunnen tonen wat ze doordeweeks hebben geleerd. Het aantal bezoekers is daardoor met twaalf procent toegenomen.”
Het belang van herhaling
Gymlessen vormen de spil in de groepen drie en vier, wanneer de motoriek van kinderen nog volop in ontwikkeling is; als ze in de hogere groepen terecht komen, wordt het aanbod breder en maken ze via Hengelo Sport kennis met een brede waaier aan sporten. “Als ze het hele traject hebben doorlopen, hebben ze ook met alle sporten kennisgemaakt”, zegt sportcoördinator Raymond van het Bolscher. “Herhaling is daarbij van groot belang. Eén enkele tennisles is bij lange na niet genoeg om kinderen echt enthousiast te maken voor de sport. We doen dat dus op verschillende momenten en als een kind tennis leuk blijkt te vinden, is het daarna aan de tennisverenigingen om zo’n jongen of meisje structureel aan het tennissen te krijgen. Maar ook de toernooien die we voor diverse sporten organiseren spelen hierin een belangrijke rol. Kinderen leren daarin niet alleen de regels van een specifieke sport, maar ook algemene sociale vaardigheden, zoals het samenwerken in een team en het leren omgaan met winnen en verliezen.”
En die toernooien bestaan niet alleen voor de traditionele sporten, zoals voetbal, hockey en basketbal. “We organiseren ze ook voor denksporten als dammen en schaken,” zegt Pepers. “Steeds meer kinderen hebben de neiging binnen te blijven en in hun eentje te gamen in plaats van gezamenlijk op straat te sporten. Door deze groep warm te maken voor schaken en dammen, bieden we ze toch die sociaal-emotionele ontwikkeling die hun leeftijdgenoten met de fysieke sporten krijgen. Bovendien geven we op deze manier ook een groep ouderen een actieve rol in de organisatie, door hen te betrekken bij het klaarzetten van de tafels,
het opstellen van de borden en stukken, en het verwelkomen van de kinderen in het Denksportcentrum. Linksom of rechtsom slaat Hengelo Sport dus altijd twee of meer vliegen in één klap.”
Zichtbaar en kenbaar maken
Spelenderwijs sporten, het plezier in het ontdekken van de eigen fysieke mogelijkheden, het geleidelijk overwinnen van watervrees – deze principes vormen de kern van het BasisAanbodSport. Waar het traditionele sportonderwijs soms onbedoeld barrières opwierp voor kinderen met minder ontwikkelde motorische of sociale vaardigheden en de nadruk op competitie het sportplezier vroegtijdig kon temperen, heeft Hengelo die obstakels systematisch weggenomen. Ook dat is duidelijk een succesfactor. In dat opzicht bouwen de sportbegeleiders voort op de pedagogische inzichten die hierin de voorbije decennia zijn opgedaan. Maar Hengelo Sport heeft ook als werkorganisatie een andere aanpak dan de traditionele. De typische hiërarchie en werkverdeling tussen beleidmakers en uitvoerders is hier niet te bespeuren.
Hengelo Sport heeft ook als werkorganisatie een andere aanpak dan de traditionele. De typische hiërarchie en werkverdeling tussen beleidmakers en uitvoerders is hier niet te bespeuren
“Wij zorgen ervoor dat iedereen bij de uitvoering betrokken is en blijft,” aldus Pepers. “In veel sportbedrijven zie je medewerkers na verloop van tijd vanuit de uitvoering vertrekken en zich alleen nog bezighouden met coördinatie en andere vormen van management. Ze verliezen het contact met de werkvloer, terwijl degenen die op de werkvloer actief blijven, gedwongen zijn voortdurend hetzelfde werk te doen.” Een dergelijke verkokering is op den duur dodelijk voor zowel het werkplezier als de ontwikkeling van de medewerkers, met als gevolg afnemende productiviteit of zelfs vertrek. “Daarom is het zo fijn dat wij in ons werk veel afwisseling kennen”, zegt Daphne Nijenhuis. “Voor mij geldt bijvoorbeeld dat ik een deel van de week in het Twentebad werk, maar dat ik ook belast ben met de pr en de communicatie van Hengelo Sport. Ik heb flyers gemaakt voor BasisAanbodSport en onze evenementen, maar ook een promotiefilmpje voor het Streetsoccertoernooi. Zo heb ik kunnen helpen om de zichtbaarheid van onze
organisatie bij de gemeentebewoners te vergroten en ook om de schoolbesturen nog beter de programmering van onze activiteiten voor het komend jaar te tonen. Ze kennen ons onderhand goed.”
Een jaar van tevoren
De brede zichtbaarheid en vooral de voorafgaande bekendheid met het volledige programma van Hengelo Sport blijken in de praktijk een aanzienlijke stimulans voor de sportdeelname. “Zowel de ouders als de schooldirecties zijn al een jaar van tevoren bekend met onze programmering, wat het voor hen des te lastiger maakt om nog ‘nee’ te zeggen”, aldus Van het Bolscher. Een programmering die geen ad hoc karakter heeft, maakt het voor scholen natuurlijk veel eenvoudiger de lessen die via het BasisAanbodSport worden aangebracht, in te kaderen in het algemene lessenschema. Schooldirecteuren spreken bovendien niet alleen met ouders, maar ook met collega’s elders in de stad. Hoe enthousiaster die vertellen over de resultaten die ze dankzij
BasisAanbodSport hebben geboekt, hoe meer bestuurders elkaar aansteken. Er ontstaat een positieve beweging die eerst een meerderheid en uiteindelijk de totaliteit van de scholen omvat. Als de resultaten consequent op dit hoge niveau blijven, haken er vervolgens ook geen scholen af en blijft die totaliteit gehandhaafd. Het succes van de toernooien draagt daar zeker toe bij.”
Teams van dak- en thuislozen
“Zo’n succes komt niet bepaald aanwaaien”, benadrukt Pepers. “Aan de eerste editie van het Streetsoccertoernooi deden slechts zes scholen mee. Het is de voortdurende verdubbeling die we in de jaren daarna boekten – al twaalf scholen bij de tweede editie – die het uiteindelijk zo populair heeft gemaakt. Het belang van het Streetsoccertoernooi is ook dat we ons van begin af aan juist niet op de kinderen hebben gericht die al graag deze
“Eén tennisles is niet genoeg om kinderen echt enthousiast te maken voor de sport. We doen dat dus op verschillende momenten”
Raymond van het Bolscher (Sportcoördinator)
sport beoefenen. Dan bereik je slechts dat de kinderen die al goed voetballen nog meer voetballen. Wij willen voetbal, en het plezier van het spelen in een elftal, promoten bij een veel grotere groep.”
Ook hierbij heeft Hengelo Sport weer profijt van het accommodatie-aanbod, want het straatvoetbaltoernooi mag elk jaar plaatsvinden in een grote hangar van het vliegveld Twente in Enschede, en een hangar, dat is buiten en tegelijk binnen, zodat het weer niet kan fungeren als spelbreker.
Tegelijk met het aantal deelnemers groeide ook het aantal sponsors. De Rotary heeft er dit jaar voor gezorgd dat er, parallel aan het jeugdtoernooi, wedstrijden werden gespeeld tussen teams die waren samengesteld uit dak- en thuislozen. Humanitas maakte de selectie. Deze dwarsverbanden tussen kinderen, kwetsbare groepen en bedrijven versterken de maatschappelijke betekenis van het Streetsoccertoernooi. Het evenement gaat nóg meer leven in de Twentse gemeenschap, wat op zijn beurt het verlangen bij kinderen
en scholen aanwakkert om eraan mee te kunnen doen, weer of alsnog.
Loonkostenfactor
De aanpak van Hengelo Sport heeft weerklank gevonden in de rest van Nederland. Al diverse delegaties van raadsleden en ambtenaren uit andere provincies zijn op bezoek geweest om na te gaan wat ze van deze Twentse aanpak kunnen leren. Het is een echo van meer dan twintig jaar geleden, toen dit deel van Overijssel ook al de bakermat bleek van tal
van initiatieven om mensen laagdrempelig en blijvend aan het sporten en bewegen te krijgen. Die innovatieve geest herleeft in Hengelo, of overleeft daar gewoon al heel lang, want Pepers wijst erop dat het succes van zijn gemeente er een van lange adem is. “Ik herinner me nog goed hoe in 2008 de regeling van de combinatiefunctionaris in het leven werd geroepen en hoe wij daar direct op hebben ingespeeld. De regeling stelde ons in staat, midden in de financiële crisis, ons sportbeleid te herijken. We hebben toen vooral op het gebied van
mensen sterk geïnvesteerd – ik ben er zelf een voorbeeld van – maar konden dankzij de nieuwe regeling vanuit Den Haag de loonkostenfactor goed in de hand houden. Die menselijke factor is sindsdien het speerpunt gebleven. Kijk maar naar hoe wij iedereen bij ons aanbod willen betrekken en vooral naar hoe we allemaal stevig met beide voeten op de grond van het uitvoeringswerk blijven staan. Dat is de wortel van ons succes.”
Het straatvoetbaltoernooi vindt elk jaar plaats in een grote hangar van vliegveld Twente. Dat is buiten en tegelijk binnen, zodat het weer niet kan fungeren als spelbreker
Korte berichten
Sport & Beweegstimulering
SOCIALE SPORTINITIATIEVEN: OM MAATSCHAPPELIJKE DOELEN TE REALISEREN
Ben je als beleidsadviseur of uitvoerend professional in sport, zorg en welzijn al bekend met sociale sportinitiatieven? Deze initiatieven zetten bewegen in om complexe maatschappelijke vraagstukken aan te pakken.
Sport en bewegen dragen – onder de juiste voorwaarden – bij aan maatschappelijke doelen. Denk aan minder eenzaamheid bij jongeren en ouderen, minder schooluitval, meer kansen op de arbeidsmarkt, minder overlast en meer zelfredzaamheid. Sociale sportinitiatieven hebben dus niet als doel om de sport- en beweegdeelname
te verhogen. Het zijn planmatige aanpakken en dus meer dan een uurtje bewegen met achteraf een kop koffie.
Op de website van het Kenniscentrum Sport en Bewegen vind je meer informatie en inspiratie over wat sociale sportinitiatieven zijn en hoe je er mee aan de slag zou kunnen. Scan de QR-code:
Korte berichten
ALPE D’HUZES INDOOR RIDE 2025
Op donderdag 5 juni 2025 vindt de eerste editie van de Alpe d’HuZes Indoor Ride plaats in Rotterdam Ahoy, in samenwerking met BasicFit. Meer dan 10.000 deelnemers beklimmen virtueel de Alpe d’Huez, met als doel minstens 1 miljoen euro op te halen voor kankeronderzoek. Met 2.000 Smart Bikes beklimmen de renners de Alpe d’Huez tot wel zes keer.
Kanker raakt jaarlijks duizenden mensen. Deelnemers steunen niet alleen belangrijk onderzoek, maar laten ook de kracht van sport en saamhorigheid zien en onderstrepen bovendien de betekenis van sport en bewegen voor een gezondere samenleving. Deelnemen aan dit evenement kan individueel, maar ook in teams, bijvoorbeeld met collega’s.
Scan de QR-code voor meer informatie en deelname:
Sport & Beweegstimulering
EEN
WIJK DIE UITNODIGT TOT BEWEGING BEGINT BIJ EEN WIJKSCAN
De inrichting van een wijk is medebepalend voor de mate waarin mensen buiten komen, elkaar ontmoeten en bewegen. Maar hoe richt je een wijk zo in dat deze meer uitnodigt tot bewegen en ontmoeten? Dat begint bij een wijkscan. Gemeenten kunnen vanaf nu tot en met 16 oktober subsidie aanvragen voor het uitvoeren van een wijkscan gericht op het bewegen en ontmoeten van ouderen in de wijk.
De uitkomsten van de wijkscan kunnen gemeenten meenemen bij de herstructurering van wijken en toekomstig te maken volkshuisvestingprogramma’s. Bewegen en ontmoeten hebben een positief effect op de gezondheid, de ervaren kwaliteit van leven en de mate van eenzaamheid. Met de wijkscan kunnen gemeenten samen met bewoners bekijken hoe de wijk meer hiertoe kan uitnodigen. De subsidie gaat uit van ZonMw, dat ook meer informatie over de subsidie beschikbaar heeft.
VITALITY CLUBS: ZELFSTURENDE BEWEEGGROEPEN VOOR OUDEREN
Indrukwekkend gezondheidsrendement met minimale investering
Het beweegteam in Woerden.
Met de komst van wat sommigen aanduiden als een financieel ‘ravijnjaar’, is het duidelijk dat gemeenten de komende jaren niet bepaald zullen zwemmen in het geld en dat er budgettair pijnlijke keuzes moeten worden gemaakt. Geen enkel domein zal daaraan ontkomen, en dat net terwijl we weten dat het stimuleren van dagelijks bewegen zulke positieve effecten op de gezondheid heeft –en dus ook op het zorgbudget. Juist daarom is het volgens de Beweegalliantie van belang te investeren in zelfsturende beweeggroepen voor ouderen. Met een minimum aan investering en begeleiding kan zo toch een indrukwekkend gezondheidsrendement worden bereikt.
Tekst: Jeroen Kuypers Foto’s: Beweegalliantie
De Nederlandse beweegwetenschapper Geert Savelsbergh en fysiotherapeut René Wormhoudt ontwikkelden samen het Atlhletic Skills Model (ASM) en maakten er wereldwijd furore mee. Dit model is erop gericht het spier- en zenuwstelsel van sporters zo evenwichtig mogelijk te ontwikkelen door elk soort beweging evenwaardig te trainen. Het nadeel van ASM is dat atleten op iets latere leeftijd pieken, het voordeel is dat ze over een langere termijn betere prestaties neerzetten
“Net als met het walking football richten we ons met padel op een groep ouderen die vroeger regelmatig gesport heeft”
en minder kans hebben op blessures. Anders gezegd: topsporters gaan langer mee in hun carrière en worden gezonder oud.
De Derde Helft
“Dit model is bedoeld voor het ontwikkelen van spieren, maar je kunt het ook andersom toepassen: voor het behoud van spierkracht en coördinatie over een breed spectrum”, zegt Maarten Stiggelbout, Gezonde Leefstijlcoach in Woerden. In deze gemeente maakt hij deel uit van het Beweegteam en begeleidt hij als zodanig groepen ouderen. Het beweegaanbod voor deze groep is uitgebreid en varieert van wandelen tot aangepast sporten. “Ik ben zelf over de zestig en heb van het wandelen een dagelijkse gewoonte gemaakt, met en zonder hond. Het positieve effect daarvan is al snel merkbaar. Tijdens de groepswandelingen doen we oefeningen, voor elk deel van het lichaam, en erna kunnen degenen die dat willen een uurtje padellen bij een tennisvereniging. We noemen dat ‘de derde helft’. Net als met het walking football richten we ons met deze sport op een groep ouderen die vroeger regelmatig gesport heeft, vaak ook in competitieverband. Maar op een bepaald moment kwamen de blessures, hadden ze het gevoel dat ze niet meer mee konden op hun niveau en hielden ze er volledig mee op. Vooral de mannen moet je in het begin een beetje overtuigen; ‘Walking Football? Dat is toch niet echt?’ Maar als ze er eenmaal aan beginnen, worden ze snel enthousiast.”
Vitality Club
Een beweeggroep drijft op een dubbel enthousiasme. De deelnemers hebben plezier in het bewegen an sich maar ook in elkaars gezelschap. Dat geldt in Woerden,
maar ook in Leiden. “We zien hier mensen terug met wie we vroeger op straat wel contact hadden toen de kinderen nog thuis woonden”, zegt een deelnemer. “Het is heel plezierig oude contacten zo weer op te pakken.” Er is geen dwang: wie wil, komt zo vaak als hij of zij kan en hoeft evenmin tevoren af te zeggen. Het heeft geen enkele zin een verplichting in te bouwen. Het zijn de positieve effecten zelf die de deelnemers ertoe brengen misschien aanvankelijk ‘eens’ een keer te gaan en daarna op regelmatige basis. Ook in Leiden is het beweegaanbod divers en erop gericht verschillende groepen spieren te trainen en aspecten als de oog-/ handcoördinatie op peil te houden. In Leiden heeft de brede beweeggroep de benaming Vitality Club gekregen. Geen toevallige benaming in dit geval, want de Leyden Academy on Vitality and Ageing is in deze universiteitsstad gevestigd en het is deze Academy die het initiatief nam tot deze club.
“Dat dagelijks bewegen een positief effect heeft op het voorkomen van diabetes en dementie, dat de bloeddruk erdoor omlaaggaat en nog een hele reeks andere gezondheidseffecten heeft, dát is inmiddels uitgebreid wetenschappelijk bewezen”, zegt wetenschappelijk staflid Frank Schalkwijk. “Wat wij in Leiden aan deze onderzoeksresultaten hebben toegevoegd, is iets anders. Ouderen blijken perfect in staat zelfsturende groepen te vormen. Er is gewoonlijk enkele weken of maanden een vorm van professionele begeleiding nodig. In deze opstartfase kan een buursportcoach of andere beroepskracht een aantal leden van de groep leren hoe ze zelf de oefeningen kunnen geven. Met andere woorden: de groep vormt zijn eigen coaches. Daarna kun je ze loslaten en houdt
ze zichzelf in stand. Tijdens onze monitoring hebben we gezien dat deze zelfsturende groepen niet alleen geen enkele vorm van verzanden of verwateren kennen, maar dat ze zelfs groeien. Een van de oudste, in Ulft, telt momenteel zelfs tweehonderd leden. Over heel Nederland verspreid hebben we inmiddels honderden van dit soort Vitality Clubs.”
Getrouwe afspiegeling van de wijk
Dat zelfsturende groepen onder ouderen een succes zijn, heeft ongetwijfeld voor een deel te maken met het feit dat ze uit babyboomers bestaan. Deze senioren zijn over het algemeen beter opgeleid, mondiger en ondernemender dan de generatie daarvóór. Sterker nog: ze zijn wars van betutteling. “Deze mensen zeggen vaak dat ze geen zin hebben in een gymzaaltje samen te komen, onder leiding van iemand met een opgestoken vingertje”, zegt Schalkwijk. Dat klopt, maar omgekeerd hebben ze ook geen zin meer in de sportschool. Een zelfsturende groep komt dus ook tegemoet aan hun verlangen naar zelfstandig bewegen op hun eigen tempo. Tegelijk mag het succes van de Vitality Clubs niet worden geïnterpreteerd
De materialen en activiteiten die in Woerden worden aangeboden.
als typisch voor de middenklasse en hoger opgeleiden. We zien deze groepen in tal van buurten ontstaan, dus zeker niet alleen in de zogezegde ‘betere’, en daar zijn ze altijd een vrij getrouwe afspiegeling van de bevolking van de wijk. Het fenomeen mag dan ontstaan zijn in Leiden, het is toepasbaar in heel Nederland, overal.”
Vruchten plukken
Het opzetten van een Vitality Club is relatief eenvoudig, de financiering is dat zo mogelijk nog meer. Bedragen als één euro per deelnemer per week, duiken geregeld op in de rapportages. Daarom ziet Marvin Visser, netwerkregisseur bij de Beweegalliantie, veel positiefs in dit middel, speciaal met het oog op de gemeenteraadsverkiezingen van 2026. “Het aantal Nederlanders dat aan de Beweegnorm voldoet zit net onder de vijftig procent. Dat grofweg één op de twee Nederlanders voldoende beweegt, hebben we vooral te danken aan onze goed georganiseerde sportsector. Maar we streven naar 75 procent. Dat volgende kwart zullen we daarom buiten de sport om moeten bereiken, door op alle mogelijke momenten van de dag bewegen te bevorderen. En de meeste gezondheidswinst valt momenteel te boeken bij de snelst groeiende
“In de opstartfase kan een buursportcoach of andere beroepskracht een aantal leden van de groep leren hoe ze zelf de oefeningen kunnen geven. Met andere woorden: de groep vormt zijn eigen coaches”
Frank Schalkwijk (Leyden Academy on Vitality and Ageing)
“Een veldje in een plantsoen waar vijftien mensen af en toe een uur kunnen bewegen, daar is op zich niets ingewikkelds aan, dat is alleen een kwestie van faciliteren”
Marvin Visser (Beweegalliantie)
demografische categorie: de 65-plussers. De hedendaagse gepensioneerden zijn over het algemeen perfect in staat zelf groepjes te vormen die met elkaar beweegactiviteiten organiseren. Daar heb je geen subsidie of intensieve begeleiding voor nodig, daar moet je alleen zaken voor faciliteren. Een veldje in een plantsoen waar vijftien mensen af en toe een uur kunnen bewegen, daar is op zich niets ingewikkelds aan. Ook als de gemeentelijke begroting de komende jaren weinig ruimte laat, kun je als lokale overheid het dagelijks bewegen dus nog sterk stimuleren – en daar, ook financieel, de vruchten van plukken.”
De Vitality Club in Leiden.
De activiteitengids in Woerden.
ISAE 3402 ISAE 3402
COLUMN
GUIDO DAVIO
368 dagen
Nee, dit is niet het aantal dagen tot de Olympische Winterspelen (dat zijn er namelijk 328) of de Paralympische Winterspelen (dat zijn er 356). 368 dagen is het aantal dagen tot de gemeenteraadsverkiezingen op het moment van schrijven van deze column. En hoewel we momenteel dagelijks worden uitgedaagd om ons op de internationale en nationale ontwikkelingen te storten, zijn ook wij ons (al) aan het warmlopen voor de gemeenteraadsverkiezingen. En niet zonder reden.
In februari publiceerde het Mulier Instituut dat in 2023 de Nederlandse gemeenten 2 miljard euro uitgaven aan sport. Gemeenten ontvingen 727 miljoen euro aan inkomsten vanuit de sport. De netto-sportuitgaven komen daarmee uit op 1,3 miljard euro. Dat is gemiddeld 71,3 euro per inwoner per jaar. Voor de snelle rekenaars, dat is 19,5 cent per dag per inwoner.
Zo’n 75 procent van deze netto-sportuitgaven ging naar sportaccommodaties, de overige 25 procent ging naar sportbeleid en activering.
Het gaat dus ergens over op 18 maart 2026, als je sport een warm hart toedraagt. Nu weten we ook allemaal dat gemeenten in de aankomende jaren voor uitdagingen staan en dat ook op gemeentelijk niveau er keuzes gemaakt moeten worden.
Ook wij zullen ons dus in de aankomende 368 dagen inspannen om aan te tonen dat sport veel meer oplevert dan dat het kost. Dat sport een onderdeel is van de oplossing voor de grote maatschappelijke opgaven die we lokaal (en landelijk) hebben omtrent welzijn, sociale cohesie, arbeidsmarkt, betaalbaarheid van de zorg en verduurzaming & klimaatadaptatie en mentale en fysieke weerbaarheid van Nederland. Dat investeren in ruimte voor sport en sterke sportaanbieders loont en sport op andere terreinen een versnelling kan aanbrengen. Investeren in (het behoud) van vierkante meters voor sport is dus niet een probleem, maar een kans voor heel
veel andere beleidsterreinen. Dat is niet alleen een belofte, dat hebben onderzoeken inmiddels herhaaldelijk aangetoond.
Samen sporten is niet alleen goed en verstandig, samen sporten is ook gewoon leuk en brengt mensen samen. Van wandelen tot hockeyen, volleyballen, spinning of Hyrox. Door met elkaar iets te doen dat bij jou past, voel je je verbonden met de mensen om je heen. Hierdoor werken we niet alleen aan een gezonde samenleving, maar bouwen we letterlijk mee aan het verrijken van gemeenschappen waar mensen het fijn hebben met elkaar. En uiteindelijk is dat misschien wel de grootste maatschappelijke opdracht die we hebben; ervoor zorgen dat mensen het fijn vinden om samen ergens te leven. Sport en ruimte om te sporten op het veld, in de zaal of in het park, voor jezelf of je kinderen, zijn daar, net als heel veel andere sectoren, een wezenlijk onderdeel van.
Guido Davio is Directeur
Breedtesport van NOC*NSF.
OMZIEN BARENDRECHT: BESTE BEWEEGINITIATIEF ZUID-HOLLAND 2024
“Bij ons draait het om de fitheid in je hoofd en niet in je ogen”
Een visuele beperking lijkt automatisch tot een grote inperking van de bewegingsvrijheid te leiden, maar Omzien Barendrecht bewijst dat dit automatisme niet bestaat. Deze groep voor blinden en slechtzienden organiseert wandelingen en samenkomsten. In korte tijd verwierf Omzien niet alleen
een trouwe aanhang maar werd ze ook onderscheiden als Beste Beweeginitiatief van de provincie
Zuid-Holland voor 2024. Voor initiatiefneemster Esther Landaal is alles begonnen met wandelingen,
maar vormen die bepaald niet het doel op zich, eerder het uitgangspunt. “We stimuleren elkaar om zo actief mogelijk in het leven te staan. Het echte criterium voor lidmaatschap is dan ook niet je percen-
tage zicht, maar de mate van fitheid in je hoofd.”
Tekst: Jeroen Kuypers Foto's : Omzien Barendrecht
Hoewel Esther Landaal met een geleidehond en een stok de straat op gaat, beweegt ze zich opvallend zelfverzekerd. Als gevolg van een zeldzame aandoening is haar zicht beperkt tot enkele procenten, en dat al haar leven lang, maar die beperking heeft haar er niet van weerhouden veel aan sport te doen. Ze is vrijwilligster bij diverse organisaties, houdt van hardlopen, wandelen, schaatsen en loopt de marathon van
Rotterdam. “Hordenlopen ging wat moeilijk”, grapt ze, “maar voor de marathon kan ik een beroep doen op een buddy.” Als het ene zintuig uitvalt, proberen de andere dat zoveel mogelijk te compenseren en dat is bij Esther duidelijk met succes gebeurd. “Ik ben bovendien opgevoed alsof ik ziende was. Dat heeft ertoe bijgedragen dat ik van jongs af aan heb geleerd mijn visuele beperking te accepteren. Er zijn aspecten aan het leven die ik nooit gekend heb, zoals een betaalde
baan en autorijden, maar ik doe toch volop mee in de maatschappij. Niet iedereen wordt natuurlijk slechtziend of blind geboren, het kan je ook overkomen later in het leven, maar wat de leden van Omzien met elkaar gemeen hebben, is dat ze dit feit hebben geaccepteerd en alles uit het leven willen halen wat er in zit.”
Niet zien maar wel beleven
Blinden en slechtzienden kunnen kiezen uit een waaier van activiteiten die speciaal voor hen georganiseerd worden. “Voor jongeren bestaan bijvoorbeeld uitdagende initiatieven als kajakvaren onder begeleiding, voor ouderen zijn er de ‘Oogcafé’s’, maar voor de groep die hier tussenin zit is er relatief weinig”, zegt Landaal. “Om in die leemte te voorzien, ben ik Omzien begonnen. Iedere eerste woensdag van de maand wandelen wij door Barendrecht en omgeving. Dat kunnen soms kilometerslange tochten zijn, waarbij we ook de onverharde paden op gaan. Daarnaast komen we eens per maand op vrijdagmiddag samen in het Sociaal Hart. Vanuit die twee structurele activiteiten zijn incidentele ontstaan. We hebben bijvoorbeeld een stadswandeling door Rotterdam gemaakt, met Omzienlid Karin als gids, die deze route speciaal voor blinden en doven had aangepast. Wij kunnen de stad niet zien zoals een
“Ons grootste pluspunt is volgens mij onze mentaliteit, de manier waarop wij in het leven staan”
Esther Landaal (Initiatiefneemster Omzien in Barendrecht)
doorsnee toerist, maar dankzij de speciale uitleg van deze gids, waarbij ze onder andere gebruikmaakt van maquettes, wel intensief beleven. In navolging daarvan hebben we ook het plan opgevat de Euromast te bezoeken en die op een speciale manier af te dalen. Je ziet, wij houden ervan ons te laten uitdagen – en elkaar uit te dagen.”
Onontbeerlijke buurtsportcoach
Het idee voor Omzien komt van Landaal, maar het was buurtsportcoach Nine Roman die haar hielp om het concreet handen en voeten te geven. “Zij wees mij erop dat we Omzien konden laten meedingen naar de onderscheiding van Beste Beweeginitiatief. Die prijs hebben
we gewonnen, met daarbij een schenking van 3.000 euro. Dat werd door de provincie verdubbeld als we bereid waren te helpen om ook in andere gemeenten een dergelijk initiatief van de grond te tillen. Op dat voorstel hebben we natuurlijk geen ‘nee’ gezegd.”
Roman beschouwt haar rol binnen Omzien inmiddels als uitgespeeld, maar volgens Landaal is de professionaliteit van een buurtsportcoach in de eerste fase van een dergelijk project onontbeerlijk. “Je loopt dan toch het risico dat de boel niet werkelijk van de grond komt of dat het verzandt, bij gebrek aan echte structuur. Als de dynamiek tussen de leden eenmaal op gang is gekomen, ben je dat punt voorbij en houdt de groep zich in zekere zin zelf
in stand. Dan komen de voorstellen los en dan beginnen de leden ook onderling afspraken met elkaar te maken, los van de vaste bijeenkomsten. We hebben natuurlijk ook een groepsapp die ons in staat stelt tussendoor contact met elkaar op te nemen, ideeën te delen en ervaringen uit te wisselen.”
Meerdere ‘Omziens’
Het ‘werkveld’ van een groep als Omzien hoeft zich niet te beperken tot de gemeente waar ze is opgericht. Omzien Barendrecht trekt mensen aan die niet in Barendrecht zelf wonen en ook de activiteiten van de groep zijn niet gebonden aan de oppervlakte van de gemeente. Barendrecht vormt de kern, zoals de wandelingen in en om de gemeente de basis vormen, maar het kan vanaf daar gaan uitwaaieren. Landaal
kan zich goed voorstellen dat groepen in andere steden hetzelfde uitgangspunt hanteren. “Wij zijn graag bereid bij het opzetten te helpen, maar zodra die eerste stappen zijn gezet, zullen we die andere ‘Omziens’ hun eigen weg laten gaan. Want ons grootste pluspunt is volgens mij onze mentaliteit, de manier waarop wij in het leven staan. Wij zijn nadrukkelijk geen lotgenoten of gehandicapten, in de ouderwetse betekenis van het woord. We zijn zelfredzaam, staan positief in het leven en willen elkaar helpen om zoveel mogelijk uit dat leven te halen.”
“Dit is bijvoorbeeld een tijd met heel veel technologische hulpmiddelen voor blinden en slechtzienden”, vervolgt Landaal. “De een is daar beter in thuis dan de ander en tijdens onze bijeenkomsten en via de
groepsapp zijn we ook geneigd elkaar bij te staan in het onder de knie krijgen daarvan. Die benaming Omzien kun je dan ook op verschillende manieren interpreteren, als omzien naar elkaar, maar evengoed in de zin van: je hebt geen omzien naar deze groep mensen. Vergelijkbare groepen elders in de provincie Zuid-Holland zullen een succes worden als ze, net als wij, een beroep doen op de expertise van een buurtsportcoach, maar vooral als de leden ervan een gelijkwaardige levensinstelling hebben. Dan zul je als groep ook ontdekken dat je naast blinden en slechtzienden mensen aantrekt die helemaal geen visuele beperking hebben. Wij hebben leden die aanvankelijk als begeleider zijn meegekomen en die het vervolgens
gewoon zó leuk vonden, dat ze ook zonder die rol aanwezig willen zijn. Onze ziende leden worden bijna als vanzelfsprekend gezien als vrijwilliger of begeleider, maar dit hoeft helemaal niet het geval te zijn wanneer bijvoorbeeld de slechtziende heel goed de weg weet in het openbaar vervoer, terwijl de goedziende hier niet of nauwelijks bekend mee is. Je zou dus kunnen stellen dat je gewoon samen op
pad bent en elkaar helpt wanneer nodig. Daarom zeg ik dan ook dat onze leden een zicht hebben ergens tussen nul en honderd procent. Dat is niet alleen juist maar het geeft ook nog meer aan dat het bij ons draait om de fitheid in je hoofd en niet in je ogen.”
Voor meer informatie, ga naar: www.omzienbarendrecht.nl.
“Zonder buurtsportcoach loop je toch het risico dat de boel niet werkelijk van de grond komt of dat het verzandt”
Esther
Landaal (Initiatiefneemster Omzien in Barendrecht)
COLUMN REMCO HOEKMAN
Kop
Brede welvaart
Het sport- en beweegbeleid op nationaal en lokaal niveau heeft een sterke focus op gezondheid. Uit de Monitor Lokaal Sportbeleid kwam, net als vier jaar geleden, ‘bevordering van de gezondheid’ bij alle gemeenten als beleidsdoel naar voren. Maar hoe houdbaar is dit als voornaamste doel van sport- en beweegbeleid?
Uiteraard zijn er studies die aantonen dat er een relatie is tussen sport, bewegen en gezondheid. Maar de mate waarin en de wijze waarop nationaal en lokaal beleid op sport en bewegen bijdragen aan gezondheidsbevordering is grotendeels onduidelijk.
Laten we inzoomen op het lokale beleid. Gemeenten geven gemiddeld 71 euro per inwoner uit aan sport. Hiervan is driekwart gerelateerd aan sportaccommodaties en het resterende deel aan beleid en activering. De gezondheidswaarde van deze investeringen is moeilijk hard te maken, want bij de uitgaven aan sportaccommodaties maken gemeenten meestal geen verbinding met het gezondheidsdoel. Zo zijn er maar weinig gemeenten die bij het in gebruik geven van sportaccommodaties voorwaarden stellen rondom bijvoorbeeld een gezonde sportkantine. Dat roept de vraag op hoe op lokaal niveau met cijfers wordt aangetoond of verantwoord dat de beleidsactiviteiten bijdragen aan gezondheidsbevordering. Vanuit gezondheidsbeleid wordt juist sterk gestuurd op cijfers. Daar ligt een risico, want de retoriek van sport- en beweegbeleid mag dan sterk zijn, er komt een moment dat vanuit gezondheid gevraagd wordt om de cijfers die dit onderstrepen. En met de financieel uitdagende tijden die voor ons liggen – en zonder wettelijke kaders voor de sport – kunnen dan andere beleidsmaatregelen in beeld komen die wél laten zien bij te dragen aan de gezondheid van de bevolking.
Sport- en beweegbeleid moet daarom breder worden ingestoken. Het concept brede welvaart biedt hier kansen. Daar is in mijn ogen een sterkere relatie met de inhoud van het sport- en beweegbeleid. Denk aan sportaccommodaties als ontmoetingsplekken en de bijdrage van sportverenigingen aan de sociale cohesie. En aan ondernemende aanbieders als logische partners vanuit het gezondheidsperspectief. Daar sporten mensen immers voor een groot deel vanuit een gezondheidsmotief. Een verbreding in beleid naar de inzet van sport en bewegen voor brede welvaart biedt dus kansen en haalt het sport- en beweegbeleid wat weg uit het op cijfers en effecten gestoelde gezondheidsbeleid. Zo kan meer gekeken worden naar de bredere betekenis van sporten en bewegen en de bijdrage aan de kwaliteit van de leefomgeving. En niet onbelangrijk: dit biedt ook aanknopingspunten om de in de huidige tijd broodnodige samenwerkingen met andere afdelingen te vergroten.
Remco Hoekman is directeurbestuurder bij het Mulier Instituut en bijzonder hoogleraar Sportsociologie en Sportbeleid aan de Radboud Universiteit.
Aantal gemeenten dat schoolzwemmen aanbiedt of ondersteunt, daalt verder
Steeds minder gemeenten bieden schoolzwemmen aan. In 2020 ondersteunde een derde van de gemeenten schoolzwemmen.
Vier jaar later is dat percentage tot onder een kwart gedaald (23%, figuur 1). Dit blijkt uit onderzoek van het Mulier Instituut onder de Nederlandse gemeenten.1
Tekst: Eef Hollander (Mulier Instituut)
Het lijkt er niet op dat dit snel gaat veranderen. Het merendeel van de gemeenten die nu geen schoolzwemmen aanbieden, verwacht dit ook in de toekomst niet te doen (figuur 2). Andere gemeenten weten nog niet wat ze gaan doen. In die gemeenten vindt bijvoorbeeld nog een discussie plaats, of ze wachten af of er landelijk beleid komt.
Bronnen
De factsheet is gebaseerd op een uitvraag bij het gemeentepanel van de Vereniging Sport en Gemeenten (VSG) in mei 2024. 117 gemeenten hebben deelgenomen aan dit onderzoek.
Figuur 1
Aandeel gemeenten dat schoolzwemmen aanbiedt of ondersteunt (in procenten)
Figuur 2
Bron: VSG-peiling mei 2024. Bewerking: Mulier Instituut.
Aandeel gemeenten dat overweegt in de toekomst (weer) schoolzwemmen te gaan ondersteunen of aanbieden (in procenten, n=89)
Nee, in zijn geheel niet
Bron: VSG-peiling mei 2024. Bewerking: Mulier Instituut.
Ja, op langere termijnAnders
Korte berichten
&
Accommodatie
SYMPOSIUM BEWEEGVRIENDELIJKE LEEFOMGEVING
Ben je geïnteresseerd in hoe Zuid-Holland de openbare ruimte nog beweegvriendelijker kan maken? Kom dan op vrijdag 16 mei 2025 naar het symposium Beweegvriendelijke Leefomgeving! Dit evenement, georganiseerd in samenwerking met de provincie Zuid-Holland en Team Sportservice, richt zich op beleidsmakers, programma-aanbieders en ondersteunende netwerken.
Kom jij langs? Dan verlaat je het symposium met praktische tools en nieuwe samenwerkingsmogelijkheden om jouw leefomgeving beweegvriendelijker te maken. Tijdens het symposium inspireren wij je met voorbeelden en werksessies uit Zuid-Holland, deze inhoud is uiteraard ook op andere plekken toepasbaar.
Voor meer informatie en registratie, scan de QR-code:
HERZIENE HANDREIKING ZORGPLICHT
MILIEU KUNSTGRASVELDEN
Onlangs is een herziene uitgave van de Handreiking Zorgplicht milieu kunstgrasvelden gepubliceerd door BSNC. Met deze uitgave komen eerdere uitgaven te vervallen (versies 2019 en 2021). Redenen voor een herziening zijn onder andere de invoering van de regeling Bodemkwaliteit 2022, het EU-verbod op de verkoop van polymere infillmaterialen per 2031 en de PAK-regelgeving.
Met de Handreiking Zorgplicht presenteert de BSNC een compleet, gedragen document voor alle onderdelen van het kunstgrasveld en de maatregelen die genomen kunnen worden om zo netjes mogelijk om te gaan met de gebruikte materialen in het kunstgrassysteem. Ook gelet op hergebruik. Hierin staan de aanbevelingen voor het milieuverantwoord toepassen van materialen bij de aanleg en het onderhoud van kunstgrassportvelden, waarmee invulling kan worden gegeven aan de geldende zorgplicht bepalingen.
Scan de QR-code en vindt de hele handreiking:
Korte berichten
SPORTHALLEN IN SCHEVENINGEN EN SEGBROEK ONTVANGEN VSG-CERTIFICAAT
Op maandag 3 maart zijn de sporthallen De Blinkerd, Houtrust en de Gaslaan officieel gecertificeerd. Teamhoofd Sportaccommodaties Scheveningen/Segbroek, Monique van der Meer, ontving uit handen van Arie Verbaan van de Vaktechnische Commissie van Vereniging Sport en Gemeenten (VSG) het ‘Certificaat Sporthallen’. Het Certificaat Sporthallen is een bewijs van VSG dat de sporthallen aan een vastgesteld kwaliteitsniveau voldoen.
Om hiervoor in aanmerking te komen, worden de sporthallen onderworpen aan een strenge keuring door controleurs van VSG. Naast de wettelijke eisen qua regelgeving en besluiten waaraan de sporthal moet voldoen, het theoretische gedeelte, wordt er uiteraard ook in de sporthal zelf een controle gehouden voordat het certificaat eventueel wordt toegekend.
Sport & Accommodatie
ONDERSTEUNING GEMEENTELIJKE ZWEMBADEN
In 2024 hebben 280 gemeenten, in samenwerking met een of meerdere zwembaden, de regeling specifieke uitkering Meerkosten Energie Openbare Zwembaden (SPUK MEOZ) aangevraagd. In totaal hebben in ieder geval 371 openbare zwembaden aangegeven een verduurzamingsplan te hebben. Een verduurzamingsplan kan gaan over het nemen van één of meerdere maatregelen tot aan het realiseren van integrale renovatieplannen. Ook gaan diverse gemeenten/zwembaden voor de optie van het realiseren van nieuwbouw.
Door het verduurzamen van het openbare zwembad worden niet alleen de duurzaamheidsdoelstellingen gerealiseerd, maar zet je vanuit de gemeente ook actief in op:
• Sturing op de gemeentelijk begroting;
Vitale en gezonde inwoners;
• Zwemveiligheid;
• Ruimte voor sport en bewegen.
Scan voor meer informatie de QR-code:
•
De gemeente Utrecht ontwikkelde in 2023 in eigen huis een innovatief waterbufferingsysteem voor kunstgrasvoetbalvelden. Met dit systeem speelt de gemeente in op de klimaatverandering: meer hete dagen, langere droge periodes, hevigere regenbuien. Zo wordt de kans op wateroverlast sterk verkleind door het hemelwater van een extreme regenbui tijdelijk op te slaan en pas na de bui af te voeren. Tevens wordt gebufferd water gebruikt voor koeling van de kunstgrasmat tijdens warme zomerdagen. Hierdoor wordt het effect van een stedelijk hitte-eiland verminderd. Met een jaar proefdraaien in 2024 werden veel waardevolle ervaring en kennis opgedaan. Op basis daarvan wordt het systeem nu aangelegd onder twee nieuwe velden.
Tekst: IJdo Groot
Het klimaat verandert. In Nederland merken we dit aan het toenemende aantal hete dagen, langere droge periodes en meer extreme neerslag. Gemeenten spelen hierop in door onder andere buitensportaccommodaties klimaatadaptief te maken. Daarbij gaat het niet alleen over het omgaan met droge periodes en daaruit resulterende watertekorten, maar ook om de opvang van het overtollige water van hevige hoosbuien en overstromingen. Werd vroeger hemelwater zo snel mogelijk van een sportveld afgevoerd naar de riolering of het oppervlaktewater, tegenwoordig is het zaak dit water op te vangen en tijdelijk op te slaan, oftewel te bufferen.
Koelen
De gemeente Utrecht ontwikkelde in 2023 een multifunctioneel waterbufferingsysteem onder een voetbalveld met kunstgras. Een systeem waarmee inmiddels de nodige ervaring is opgedaan en waarvan een doorontwikkeling heeft plaatsgevonden. “Met ons nieuwe systeem kunnen we het hemelwater opvangen en bufferen”, vertelt Marcel Bouwmeester, tot voor kort projectmanager en adviseur sportparken bij de gemeente Utrecht en mede-ontwikkelaar van het nieuwe systeem. “Het bufferen van hemelwater heeft meerdere voordelen. Een daarvan is dat we met het opgeslagen water de kunstgrasmat continu kunnen koelen. Dat is nodig, omdat een kunstgras-
mat een potentieel hitte-eiland is. Als de zon erop staat, kan door de opwarming van het polyethyleen en de rubberinfill de temperatuur in de mat flink oplopen – vooral in de zomer. Door de mat continu te koelen wordt het sporten een stuk aangenamer. En wordt het effect van een stedelijk hitte-eiland verminderd.”
Foam
Uniek aan het in eigen huis ontworpen systeem is een speciale watervasthoudende foam in de toplaag, bestaande uit gerecyclede Recticelmatrassen. Dit Recticelfoam is gecombineerd met een onderbouw
Gemeente Utrecht ontwerpt innovatief waterbufferingsysteem voor kunstgrasvelden
INSPELEN OP KLIMAATVERANDERING
“Met het opgeslagen water kunnen we de kunstgrasmat continu koelen. Dat is nodig, omdat een kunstgrasmat een potentieel hitte-eiland is”
Marcel Bouwmeester (mede-ontwikkelaar)
De onderste laag van het waterbufferingsysteem bestaat uit lavastenen 16/40 (tussen 1,6 en 4 cm groot). Tussen de stenen is een holle ruimte waarin het water kan worden opgeslagen.
van – onder andere – zeer grof lava. Na een regenbui wordt het hemelwater in de holle ruimten tussen de lavablokken opgeslagen. Om te voorkomen dat het water wegloopt in de grond, is onder deze laag een waterdichte folie aangebracht.
“Op warme zomerse dagen verdampt en condenseert een deel van het opgeslagen water”, licht Bouwmeester de werking toe.
“In tegenstelling tot gewoon foam kan het Recticelfoam in de toplaag het condenswater absorberen en vasthouden. Hierdoor blijft het foam constant en over de hele oppervlakte vochtig. Dit houdt de grasmat koel. In cijfers: Recticelfoam heeft een absorptievermogen van 5,6 liter water per vierkante meter.”
Als de temperatuur niet hoog genoeg is om het gebufferde water te laten verdampen en condenseren, kan de waterstand in de onderbouw worden aangepast. Bij een bepaald waterpeil wordt de foamlaag alsnog vochtig.
Gecertificeerd
Het Recticelfoam stond als toepassing in een waterbufferingsysteem nog niet op de Sportproductenlijst van Sportinfrastructuur.nl. Inmiddels is het veld door KIWA Isa Sport gekeurd en gecertificeerd. In decem -
ber 2023 is het Utrechtse systeem op de Sportproductenlijst geplaatst als Condor Grass Wave 4609 Cool-Ut TPE Foam. “Voor zover we weten waren wij de eerste die dit systeem toepasten onder een wedstrijdvoetbalveld van kunstgras”, zegt Bouwmeester. “Omdat de gemeente Utrecht het systeem heeft bedacht en het RAW-bestek en de keuringen heeft bekostigd, wilde zij haar inbreng in de naam laten terugkomen. Cool Ut is een afkorting van Cool Utrecht, oftewel Koel Utrecht.”
Vertraging in afvoer
Naast de koelingsmogelijkheden heeft het opvangen en bufferen van hemelwater meer voordelen. Onder andere bij het voorkomen van wateroverlast. “Door het hemelwater van een extreme regenbui vast te houden in de grove lava, wordt het niet meteen afgevoerd naar het oppervlaktewater”, legt Bouwmeester uit. “Pas als een zeker maximum in het buffersysteem is bereikt, wordt via een kantelstuw in de controleput het overtollige water afgevoerd naar de omliggende sloten. Door deze vertraging in de afvoer is de kans op wateroverlast veel kleiner.”
Daarnaast kan het gebufferde water van pas komen tijdens langdurig droge perioden. “In de holle ruimten van de lavalaag kan 1 miljoen liter water worden opgeslagen. Dat is 1.000 kubieke meter. Als tijdens een droge periode een beregeningsverbod geldt, kunnen wij uit dit reservoir putten om het naastgelegen natuurgrasveld van de voetbalclub te beregenen.”
Slootwater
Een ander uniek element in het Utrechtse bufferingssysteem is de mogelijkheid het water in de grove lavalaag bij te vullen met slootwater. “Het hemelwater dat in het najaar, de winter en het voorjaar wordt opgevangen en gebufferd, zou genoeg moeten zijn om de hele zomer de grasmat te koelen. Maar als er te weinig regen valt, lukt het koelen niet. Om dit probleem te voorkomen, hebben we de beregeningsinstallatie op de
De fundering van grove lava wordt aangelegd op Sportpark Welgelegen.
locatie slim omgebouwd. Deze beregeningsinstallatie lag er al ten behoeve van het oude natuurgrasveld, dat vervangen is door het nieuwe kunstgrasveld. We kunnen nu bij regentekort water uit de sloot halen en in de lavalaag pompen.”
Experimenteren
Omdat het systeem geen voorgangers kent, moesten Bouwmeester en zijn team met een aantal aspecten experimenteren. Onder meer met de dikte van de foamlaag. “De foamlaag moet enerzijds voldoende water kunnen vasthouden om de grasmat te koelen, anderzijds moet de toplaag aan sporttechnische normen voldoen. Door verschillende diktes uit te proberen, weten we nu welke dikte aan beide voorwaarden voldoet. Het veld voldoet aan alle sporttechnische waarden van het KNVB 2-15 voorschrift en is daarom door de KNVB gecertificeerd. Ik ben heel tevreden dat de balstuit aan de ondergrens van de norm zit. Omdat het veld minder hard is, vinden de gebruikers het een prettig veld om op te voetballen.”
Waterpeil
Welk effect de koeling precies heeft op de temperatuur in de mat, wordt nog onderzocht. Hiervoor zijn twee sensoren in het kunstgrasveld aangebracht. Ook zijn sensoren aangebracht in drie naastgelegen kunstgrasvelden zonder bufferingssysteem. Door de gegevens van de verschillende typen met elkaar te vergelijken, kan worden bepaald
hoeveel koeler de mat met het bufferingssysteem is. “We weten inmiddels wat de temperatuurverschillen zijn”, vertelt Stefan Beerepoot, die als projectleider sportaccommodaties de verantwoordelijkheid voor het nieuwe bufferingssysteem heeft overgenomen van Marcel Bouwmeester. “Maar we hebben vooralsnog niet tegelijkertijd het waterpeil in de bak onder het kunstgrasveld gemonitord. We kunnen dus nog niet met concrete cijfers aantonen dat bij een bepaald waterpeil de temperatuur in de mat met zoveel graden daalt. Deze koppeling willen we wel maken. Door bijvoorbeeld tijdens een warme periode het waterpeil tot onder de mat te brengen en een week lang het effect op de temperatuur te meten. Daarna voeren we het water af en meten we een week lang opnieuw de temperatuur. Tevens willen we niet alleen weten wat de temperatuur ónder de mat doet, maar ook die aan de oppervlakte. Het is immers de oppervlaktetemperatuur die de ervaring van de gebruikers bepaalt.”
Ontdekkingsreis
De theorie klopt, maar in de praktijk is het project toch ook een proces van trial and error, waarin steeds nieuwe kennis wordt opgedaan en verbeteringen worden aangebracht. Beerepoot zelf omschrijft het als ‘een ontdekkingsreis’. “Als je iets nieuws bedenkt, kan het op papier prima kloppen, maar loop je in de praktijk soms tegen zaken aan die een aanpassing behoeven. Zo heb -
Het voetbalveld met de eerste versie van het waterbufferingsysteem ligt iets lager dan de omgeving, waardoor het hemelwater naar het veld toestroomt.
ter vorstdruk door het gebufferde water te voorkomen. Ook wil je niet dat het waterpeil in de bak zo hoog wordt dat op het veld plassen ontstaan.”
Keuze onderbouw
Gemeenten of verenigingen die een veld met waterbuffering willen bouwen, kunnen het gecertificeerde systeem uit koel Utrecht toepassen. Daarbij kan de opdrachtgever kiezen welke onderbouwmaterialen worden toegepast om het water te bufferen – dit hoeft dus niet de grove lava te zijn die de gemeente Utrecht gebruikt. De onderbouw moet wel voldoen aan de prestatie-voorschriften met betrekking tot stabiliteit en waterdoorlatendheid. Deze prestatie-eisen zijn uitgewerkt in het nieuwe Kwaliteitszorgsysteem voor buitensportaccommodaties.
“Elke opdrachtgever moet zich hierbij realiseren dat hijzelf het risico draagt voor de gebouwde onderbouw en fundatie”, tipt Bouwmeester. “Kies daarom voor materialen die stabiel blijven en niet het gebufferde water vervuilen. Puingranulaat van een gesloopt gebouw bijvoorbeeld lijkt mij geen goede keuze, omdat hierin gips, cement en metalen kunnen zitten die bij uitloging het water vervuilen. Lava of grauwacke is beter. Omdat deze materialen niet uitlogen, worden ze onder meer toegepast bij waterwinning en zelfs waterzuivering. Bovendien kunnen aan het eind van de levensduur van het veld de lava of grauwacke prima worden hergebruikt. Deze materialen behouden hun waarde.” ben we gemerkt dat de kantelstuw een iets te grote lekmarge heeft voor waterbuffering. Bij de vervolgprojecten waaraan we nu werken, gebruiken we de kantelstuw niet meer. Het waterbufferingssysteem dat wordt aangelegd onder de hoofdvelden van zowel sportpark De Vryheit als sportpark Welgelegen, krijgt een kleinere controleput en een eenvoudige stortklep. De beheerders kunnen met een simpele handeling de stortklep openzetten, zodat het water uit de bak wegloopt. Dit kan handig zijn om in de win-
In september 2024 zijn de nieuwe carrièrepaden voor de buurtsportcoaches gelanceerd. Voor alle functies/rollen zoals opgenomen in de bestuurlijke afspraken van de BRC (Brede Regeling Combinatiefuncties), met uitzondering van de cultuurcoach, zijn functiebeschrijvingen en raamwerken met niveau-onderscheidende kenmerken uitgewerkt. Deze zijn samen met onder andere een overzicht, leeswijzer en presentatie te downloaden vanaf www.sportindebuurt.nl
Sport & Maatschappij
Maar hoe kunnen deze carrièrepaden nu bijdragen aan de effectieve en efficiënte inzet van de buurtsportcoach? Daarvoor:
Ontwikkelen we een dialoogspel dat het gesprek tussen gemeente en externe werkgevers van buurtsportcoaches faciliteert (komt in kwartaal 2 van 2025 beschikbaar).
Hebben we in samenwerking met Berenschot trainingen voor zowel de buurtsportcoach zelf, als diens leidinggevenden en HR-professionals. Centraal staat het gebruik van de carrièrepaden, in het bijzonder het gesprek over de ontwikkeling van de professionals.
Voor meer informatie en aanmelding, scan de QR-code:
Korte berichten
Sport & Maatschappij
MULIER: VROUWEN AAN OPMARS BEZIG IN NEDERLANDSE SPORTBESTUREN
Wat is de positie van vrouwen in de Nederlandse sport? Ter gelegenheid van Internationale Vrouwendag, 8 maart jl., beantwoordde Mulier Instituut die vraag met een aantal statistieken. Mulier-onderzoekers verzamelden gegevens over vrouwen in de sport: van sportdeelname en olympische medailles tot de vertegenwoordiging in leidinggevende functies in de sport. Opvallend: bij de besturen van sportbonden is duidelijk een opmars van vrouwen te zien.
Wat bij het onderzoek naar vrouwen in leidinggevende posities vooral opvalt, is dat het aantal vrouwelijke bestuurders van olympische sportbonden van 10 procent in 2002 is gestegen naar 34 procent in 2025. De functie van bondscoach wordt daarentegen
voornamelijk door mannen uitgevoerd: slechts 16 procent van de bondstrainers is vrouw.
Mulier Instituut verzamelde uit verschillende onderzoeken en bronnen onderzoeksgegevens over de positie van de vrouwen in het algemeen. Als het gaat om de sportdeelname wordt duidelijk dat vrouwen ongeveer even vaak sporten als mannen: 54 procent van alle vrouwen sport wekelijks ten opzichte van 57 procent van de mannen. Bij lidmaatschappen van sportbonden is die verdeling minder gelijk: op basis van de ledenaantallen van NOC*NSF wordt duidelijk dat 33 procent van de leden van sportbonden vrouw is.
Verenigingsondersteuner geeft impuls in Elburg
De gemeente Elburg is het lokale sportakkoord momenteel nieuw leven aan het inblazen. De voorbije jaren was de praktijk van het akkoord er een van toenemende versnippering en daardoor ook van verzandend enthousiasme. Niemand kon de rol van coördinator en aanjager op zich nemen. Dat is veranderd met de komst van verenigingsondersteuner Kevin Scholten. Tegelijk ging het werken aan de doelstellingen van het sportakkoord onverminderd door, maar dan via het lokaal preventie- en sportbeleid, dat op een aantal punten in deze Veluwse gemeente verrassend succesvol is. Een van de taken van Scholten is dan ook de doelstellingen van het sportakkoord en het sportbeleid optimaal op elkaar af te stemmen.
Tekst: Jeroen Kuypers
Maatschappij
De oude tegenstelling tussen ‘sport als doel op zich’ en ‘sport als middel tot’ is door de herijking van het Landelijk Sportakkoord in 2022 alleen maar verscherpt. Met de invoering van het GALA (Gezond en Actief Leven Akkoord) is sportbeleid immers nog meer verstrengeld geraakt met zorgbeleid dan het al was. Die stap is volkomen logisch, maar ze betekende ook dat er nu nóg meer van de sportsector gevraagd wordt dan vroeger. “En vooral van de sportverenigingen”, zegt Marijn Hofmeijer-Van den Bosch, beleidsmedewerker Welzijn & Sport bij de gemeente Elburg. “Met GALA kwam er veel extra’s op hun bord terecht. Er was geen onwil om hieraan mee te werken, zeker niet,
maar een aantal besturen gaf aan dat er al zoveel uitdagingen zijn, onder meer om voldoende kader te krijgen en behouden, dat simpelweg de tijd en de aandacht ontbraken om dit er óók nog eens bij te nemen. Vanuit de andere partijen die het akkoord in 2021 ondertekenden werd vanaf het eerste moment veel energie in de uitvoering gestoken en toch kwam het slecht van de grond.”
Te weinig focus
Maar niet alleen door de overbelasting van de verenigingen. De veelheid aan betrokken partijen en het ontbreken van een ondernemende kopgroep, betekende dat er te veel mensen hun inbreng hadden en er te weinig focus was. En zo raakte het
sportakkoord in een soort winterslaap. Daar is het uit aan het ontwaken sinds de aanstelling van Kevin Scholten, begin dit jaar. “Ik ben aangenomen voor 24 uur, met als belangrijkste taak de verenigingen te ondersteunen. Ik kom zelf uit het nabijgelegen Epe, dus ik ken deze regio en zijn mentaliteit goed. Mijn achtergrond is die van buurtsportcoach, maar ik heb ook een sportmanagementopleiding gehad en naar die combinatie was de gemeente juist op zoek: iemand die met beide voeten in de grond van de sportuitvoering staat, maar die tegelijk in staat is afstand te nemen en met een objectieve blik naar de organisatie eromheen te kijken. Een ondersteuner die ook niet schrikt van de administratie eromheen.”
Bovengemiddeld veel
“Inclusief sporten is bij ons werkelijk groot. In alle populaire sporten vindt elke vereniging het doodnormaal dat leden met een beperking volwaardig deel mogen zijn van de vereniging”
Marijn Hofmeijer-Van den Bosch, beleidsmedewerker Welzijn & Sport bij de gemeente Elburg
Een ondersteuner bovendien die in staat is aan te haken bij wat er in Elburg via het sportbeleid allemaal al bereikt is om de zeven doelstellingen van het sportakkoord te ondersteunen. Want dat is bijvoorbeeld op het gebied van inclusief sporten indrukwekkend. “Inclusief sporten is bij ons werkelijk groot”, zegt Hofmeijer-Van den Bosch. “Voetbal steekt er echt bovenuit maar ook in andere populaire sporten als korfbal en gymnastiek, vindt elke vereniging het doodnormaal dat leden met een beperking volwaardig deel mogen zijn van een team. Dat kan een speciaal G-team zijn, maar evengoed worden deze spelers
geïncorporeerd in reguliere teams, en die inclusie verloopt overal probleemloos. Daar zijn we als gemeente ook bijzonder trots op.” Volgens Scholte is deze vanzelfsprekendheid een van de positieve kenmerken van de mentaliteit van de Veluwe. “Maar Elburg is daarnaast ook een gemeenschap die profijt heeft van de vele open ruimten en de natuurlijke omgeving. Er wordt hier veel gesport, in elk van de vijf kernen. In drie grotere kernen is bijvoorbeeld minstens één voetbladclub. Daarnaast wordt er bovengemiddeld veel gefietst door de jeugd, omdat bijna alle kinderen een redelijk grote afstand moeten afleggen naar en van hun school; gymnastiek is erg gewild, evenals volleybal. Tenslotte zijn de watersporten hier erg populair, en dat heeft weer alles te maken met de nabijheid van het Veluwemeer en het strand. Is het geen zwemmen, zeilen of surfen, dan is het wel hengelsport, al blinkt sportvissen natuurlijk meer uit door stilzitten dan bewegen.”
Meer kansen dan bedreigingen
De verenigingen kennen dezelfde problemen als elders in het land, maar de algemene tendens is bepaald niet somber. “We zien bijvoorbeeld hier en daar ledenafname maar elders ook juist ledengroei, te danken aan de toename van het aantal inwoners”, aldus Scholten. “Er zijn bedreigingen voor verenigingen, maar vooral ook veel mooie kansen.” Juist daarom denkt de gemeente dat het aanstellen van
een verenigingsondersteuner veel clubs nét dat zetje kan geven om kansen die nu onbenut blijven alsnog waar te maken. Wanneer het niet zozeer een kwestie van accommodaties of materialen is, maar meer van coördinatie en aanjagen, heeft een dergelijke professional bovendien de beste uitgangspositie om te slagen. “In het kader van het sportbeleid help ik nu al bij het organiseren van allerlei sport- en beweegactiviteiten. Als iemand dertig mensen bij elkaar wil brengen om geregeld te gaan hardlopen, kan ik mijn hulp aanbieden, als het om een even grote groep gaat die wil wandelen, kan ik dat ook. Het eerste gebeurt als onderdeel van sportbeleid, het tweede kan onder de doelstellingen van het sportakkoord vallen. Het is dus niet zo moeilijk om een integratie tot stand te brengen tussen de twee, ook omdat de doelen van het gemeentelijk beleid en die van het sportakkoord en GALA elkaar deels overlappen.”
Korte lijntjes
Een tafeltennisvereniging helpen om vroegere tafeltennisspelers opnieuw voor deze sport te interesseren, is een mooi voorbeeld van een kans helpen waarmaken, maar het is ook een bijdrage op het gebied van waardig ouder worden.
Senioren die (weer) gaan tafeltennissen, zij het in een aangepaste vorm, bewegen immers meer, zijn vaker onder de mensen en lopen dus minder risico op het ontwikkelen van aandoeningen. “Wat voor ouderen geldt, kan ook opgaan voor jongeren”, zegt Scholten. “Jongeren tussen zestien en achttien jaar oud vormen een doelgroep die de neiging heeft het lidmaatschap van de sportvereniging op te geven en dus ook het geregelde sporten. Dat kan samenhangen met leefstijlwijzigingen, zoals het beginnen drinken van alcohol. Ik kan de school – en de ouders – helpen om die jongeren aan het sporten te houden, maar ik kan ook voorlichting helpen organiseren om te waarschuwen tegen de gevaren van alcohol. Opnieuw; de doelstellingen sluiten naadloos bij elkaar aan, en als verenigingsondersteuner in een niet al te grote gemeente leer je snel en makkelijk alle partijen kennen die iets voor je werk kunnen betekenen. De lijntjes zijn kort, hier in Elburg, dat heb ik al snel gemerkt, en de gemeente heeft zich bereid getoond te investeren in het beleid. De heropleving van het lokale sportakkoord kan alleen maar helpen om het zicht op die doelstellingen scherp te stellen en iedereen die er iets voor kan betekenen, er opnieuw bij te betrekken.”
“De doelstellingen van sportbeleid en sportakkoord sluiten naadloos bij elkaar aan, en als verenigingsondersteuner leer je snel en makkelijk alle partijen kennen die iets voor je werk kunnen betekenen”
Kevin Scholten (verenigingsondersteuner)
DE DOMO THERMOLAYER
Warmtewinningssysteem voor een groene toekomst
In een wereld waar duurzaamheid centraal staat en de behoefte aan hernieuwbare energiebronnen blijft toenemen, komt Domo Sports Grass met de Domo Thermolayer. Dit revolutionaire warmtewinningssysteem, speciaal ontworpen voor onder kunstgrassportvelden, biedt een unieke kans om warmte die anders verloren zou gaan, op te vangen en efficiënt te benutten.
Wat is de Domo Thermolayer?
De Domo Thermolayer is een geavanceerd systeem, maar de werking is eigenlijk eenvoudig. Het systeem zit direct onder de grasmat, onttrekt daar warmte aan het kunstgrassportveld en distribueert die warmte vervolgens voor andere doeleinden, zoals verwarming van het clubhuis en kleedkamers of een nabijgelegen school of woonwijk. Voor sportverenigingen zelf, maar ook voor andere complexen en instellingen kan met de Domo Thermolayer de energierekening dus aanzienlijk worden verlaagd. Door de temperatuur op kunstgrasvelden te reguleren, zorgt de Domo Thermolayer ook voor verbeterde speelomstandigheden. Dit betekent dat atleten meer optimaal kunnen presteren, ongeacht het seizoen of het klimaat. Het systeem is goedgekeurd door NOC*NSF en heeft als sporttechnische ondergrond de juiste erkenning. De Domo Thermolayer is bovendien zorgvuldig getest op betrouwbaarheid en effectiviteit.
Voordelen van de Domo Thermolayer op een rij:
1. Duurzaam: de gerecyclede bouwstoffen, de lange levensduur van de Domo Thermolayer en het feit dat er geen werkzaamheden noodzakelijk zijn voor renovatie van de toplaag, zorgen voor een zeer lage C02-footprint.
2. Kosteneffectief: energierekeningen kunnen aanzienlijk worden verlaagd door gebruik te maken van de gratis, hernieuwbare warmte die het systeem genereert. Dit maakt het financieel aantrekkelijk voor sportverenigingen, maar eventueel ook voor de omgeving.
3. Veelzijdig: het systeem is niet alleen ideaal om op te sporten, maar ook voor woonwijken met collectieve verwarmingsbehoeften. Het kan eenvoudig worden geïntegreerd in bestaande infrastructuren, waardoor de inzetbaarheid en schaalbaarheid gegarandeerd zijn.
4. Betere speelomstandigheden: door de temperatuur op kunstgrasvelden te reguleren, zorgt de Domo Thermolayer voor verbeterde speelomstandigheden en betere prestaties, ongeacht het seizoen of het klimaat.
5. Ondersteuning lokale gemeenschappen: Met de Domo Thermolayer kunnen sportclubs en gemeenschappen hun energieverbruik terugdringen en tegelijkertijd de lokale economie stimuleren door minder afhankelijk te zijn van externe energiebronnen.
Een rekenvoorbeeld
Een gemiddelde gezinswoning heeft een jaarlijks verbruik van ongeveer 3.000 Kwh. De Domo Thermolayer zal zo ongeveer 250W/per m2 kunstgras leveren. Voor een veld van 107x71m (netto oppervlakte leidingen) betekent dat concreet: 7.597m2 x 250W = 1.899 KWh. 1.899 KWh x 1.200 vollasturen zoninstraling = 2.278.800 KWh (2.278 MWh). Dat komt neer op jaarlijkse warmte-energie voor ruim 750 huisaansluitingen.
Totaalopbrengst per jaar komt dan neer op 2.278.800 KWh x €0,30 (prijs per KWh) = € 68.340,-.
Rekening houdend met het feit dat de Domo Thermolayer een gemiddelde levensduur heeft van 20 jaar, levert één systeem in totaal dus 20 x € 68.340,00 = € 1.366.800,- op.
Conclusie
De Domo Thermolayer is niet alleen een innovatieve oplossing voor energie-efficiëntie en dus een significant lagere energierekening, maar ook een kans om bij te dragen aan een duurzamere wereld. Met goedkeuring van NOC*NSF en een scala aan financiële voordelen, is dit systeem een heel waardevolle investering voor sportverenigingen en/of -accommodaties.
COLUMN BERT VAN OOSTVEEN
(Geen) Blad voor
Bert van Oostveen is directeurbestuurder van Kenniscentrum Sport & Bewegen.
Het zijn onzekere tijden, ook in de sector sport en bewegen. Er gebeurt veel tegelijk en het is moeilijk in te schatten wat de toekomst gaat brengen. Dat betekent als bestuurder ook voortdurend de afweging maken: waar heb ik wel en niet invloed op, wat kan ik wel en wat kan ik niet zeggen? Voor iemand die gewend is geen blad voor de mond te nemen, is dat vaker schakelen.
Op het moment van schrijven van deze column zitten we nog voor het moment dat de Voorjaarsnota gepubliceerd wordt. En dus komt er snel meer duidelijkheid of de btw-verhoging op sport en cultuur echt van tafel is. Of dat we die links- of rechtsom op een andere manier weer terugkrijgen in de sport- en beweegsector. En dat geldt ook voor de ombuiging subsidie bij- en nascholing medisch specialisten, waarvoor minister Agema een alternatief moet vinden binnen de begroting van VWS. Betekent dit een extra bedreiging voor de sport- en beweegsector?
Onlangs werd bekend dat zelfs binnen de begroting van Ontwikkelingssamenwerking wordt bezuinigd op sport: ‘Nederland stopt alle projecten op het gebied van sport en cultuur, vrouwenrechten, beroepsonder-
wijs en hoger onderwijs en gendergelijkheid.’ Het ligt op het puntje van mijn tong om dan daar mijn ervaringen met KNVB WorldCoaches in Zuid-Afrika tegenover te zetten: als ik ergens de kracht van sport voor ontwikkeling van kansarme jongeren heb ervaren, was het wel in de townships bij Johannesburg. Ondanks eerdere geluiden bij de start van dit kabinet, kan ik niet anders dan constateren dat sport en bewegen onderaan het lijstje staan.
Kiezen voor dat wat werkt
Het blijft nog koffiedik kijken hoe alle maatregelen precies uitpakken. Hoe ga je als bestuurder en organisatie met deze onzekerheden om? En welk geluid kun je zelf laten horen? De afgelopen periode ben ik veel in gesprek geweest met andere organisaties en partijen over hoe we efficiënter en effectiever kunnen samenwerken. Dat leidt zeker ook weer tot een aantal goede ontwikkelingen. Daarnaast gaan we vanuit Kenniscentrum Sport & Bewegen natuurlijk door met dat wat werkt. We weten dat goed onderbouwde kennis over sport en bewegen bijdraagt aan (beleids)doelen binnen sport en bewegen, maar ook binnen andere sectoren zoals preventie, zorg, onderwijs, welzijn en het ruimtelijk domein. Dus zetten
de mond
wij onverminderd in op het ondersteunen van professionals met deze kennis.
Ik realiseer me dat ook voor gemeenten een spannende periode aanbreekt. Of we 2026 nu wel of geen ‘ravijnjaar’ meer mogen noemen, spannend wordt het zeker. Want door de aangekondigde veranderingen in het gemeentefonds en provinciefonds staat vast dat gemeenten moeten bezuinigen. Of meteen alle effecten ervan duidelijk worden, valt nog te bezien. En duidelijk is dat dit ook per gemeente verschilt. Hoe dan ook moeten gemeenten keuzes maken. Ook voor gemeenten helpt het om dit te doen op basis van data en de juiste kennis en inzichten. En zo te komen tot structurele oplossingen. Met onze kennis dragen we daar graag aan bij.
Nieuwe beleidsmedewerkers wegwijs maken in sportsector
Samen met de Vereniging Sport en Gemeenten en Mulier Instituut zijn we recent met een ‘onboarding’ gestart voor nieuwe beleidsmedewerkers binnen gemeenten. Met deze training maken we beleidsmedewerkers wegwijs in het integrale sport- en beweegbeleid, trends en ontwikkelingen, feiten en cijfers en kennisproducten die
hen helpen om beleid te ontwikkelen, maar ook uit te voeren en te monitoren. Deze onboarding vindt in eerste instantie in een drietal steden plaats. Daarna wordt het programma verder uitgerold.
Niet alleen bij gemeenten geven nieuwe beleidsmedewerkers aan graag wegwijs gemaakt te worden binnen de sport- en beweegsector, zo blijkt. Dit is ook het geval bij andere organisaties, zoals een ggd of sportserviceorganisatie. Er komt immers veel op deze professionals af. Zij moeten zich bijvoorbeeld in korte tijd veel sportinhoudelijke thema’s eigen maken en tegelijktertijd leren omgaan met de meest kwetsbare groepen, die vaak wel iets anders aan hun hoofd hebben dan het behalen van de beweegrichtlijnen.
Met sport en bewegen gescheiden leefwerelden doorbreken
Gaan we wachten op de aangekondigde beleidsagenda ‘Gezondheid in alle beleidsdomeinen’ van deze regering? Of trekken we zelf onze conclusies uit het adviesrapport ‘Sociale en Culturele Veranderingen 2025’ van het Sociaal en Cultureel Planbureau? “Mensen die hun gezondheid als minder goed beoordelen, zijn niet alleen nega-
tiever over hun eigen welbevinden, maar ook over sociale samenhang en over hun vertrouwen in de overheid”, constateert het SCP.
Gescheiden leefwerelden doorbreken kan volgens dit belangrijke adviesorgaan van de regering door voorwaarden te creëren waardoor groepen mensen meer kans hebben om elkaar te ontmoeten. Het SCP noemt daarbij als voorbeelden: menging in woningbouw, in het onderwijs en op de werkplek. Het zal niemand verbazen dat ik daar ‘sport en bewegen’ aan toevoeg. In het huidige politieke klimaat worden vaak verschillen tussen (groepen) mensen benadrukt. Maar in plaats daarvan zouden we juist ook kunnen kijken naar wat verschillende groepen mensen gezamenlijk belangrijk vinden in hun dagelijks leven: gezondheid, betaalbare woonruimte en sociaal contact. En ze delen allemaal de zorgen over de toename van armoede in ons land.
“Sturen op kwaliteit van de samenleving vraagt om langetermijnvisie en bestendig beleid”, is een slotconclusie van het SCP. Ik ben het daar hartgrondig mee eens. En het is aan ons allen om de maatschappelijke meerwaarde van sport en bewegen voor die kwaliteit van de samenleving steeds weer te agenderen en te bewijzen.
Korte berichten
OPEN OPROEPEN NATIONAAL FONDS VOOR DE SPORT
Sport & Economie
SPORTINNOVATOR VOUCHERS BESCHIKBAAR VOOR GEMEENTEN, SPORTBONDEN EN (SPORT)BEDRIJVEN
Het Nationaal Fonds voor de Sport werkt met open oproepen. Dat zijn open inschrijvingen waarvoor organisaties in de sport een aanvraag voor een financiële bijdrage kunnen doen. In 2025 worden vanuit het Fonds oproepen opengezet op de thema’s Fysieke Gezondheid, Persoonlijke Ontwikkeling, Mentale Gezondheid en Sociale Cohesie.
De eerste, bedoeld voor verbetering van de fysieke gezondheid van mensen, staat open sinds 15 februari. In april kan een bijdrage op het gebied van persoonlijke ontwikkeling worden aangevraagd en in september wordt de aanvraag voor de andere twee thema’s opengezet.
Voor meer informatie en aanmelden, scan de QR-code:
Werk jij bij een gemeente, sportbond of bedrijf en hebben jullie een innovatievraag op het gebied van sport en bewegen? Met een Sportinnovator Voucher wordt de expertise van een Sportinnovator-centrum ingezet voor het beantwoorden van deze vraag. Sportinnovatie-centra zijn broedplaatsen van innovatie met elk een eigen expertise en zij kunnen je gericht helpen.
Het doel van de Sportinnovator Vouchers is om innovaties op gebied van sporten en sportief bewegen op te schalen. Onder innovatie verstaan we zowel technische als sociale innovatie. Deze innovaties moeten ontstaan zijn uit een behoefte vanuit de sportsector. Dit kan bijvoorbeeld door doorontwikkeling of opschaling van innovatie, de vertaling van een bestaande innovatie naar de sportsector en/of implementatie van een bestaande innovatie bij nieuwe gebruikers of op nieuwe markten.
Korte berichten
Sport & Economie
SPORT DATA VALLEY VERDER ONDER VLAG MULIER
De infrastructuur van Sport Data Valley (SDV) is sinds eind maart onderdeel van het Mulier Instituut. Daarmee gaat de nationale data-infrastructuur voor sport- en beweegdata een volgende fase in. Toen het ministerie van VWS zich eind vorig jaar terugtrok als financier, moest Margot van Beusekom, directeur van Sport Data Valley, alle noodscenario’s uit de kast halen. In Mulier Instituut vond ze een logische partij om de infrastructuur over te nemen.
Dat vijftien organisaties uit de sport bereid zijn gevonden financieel bij te dragen, was voor directeur Remco Hoekman van Mulier Instituut de bevestiging voor het draagvlak voor Sport Data Valley en de overname door Mulier Intituut. Sport Data Valley is sinds 2018 ontwikkeld op initiatief van Sportinnovator en in samenwerking met de TU Delft, de universiteit Leiden, de VU Amsterdam, de Universiteit Twente en de Hogeschool van Amsterdam. In 2024 besloot VWS, met het oog op de bezuinigingen in de sector, af te zien van financiering in 2025.
GEMEENTEN EN HUN BUURTSPORT SPELEN CRUCIALE ROL BIJ
BEVORDEREN RESPECT IN DE SAMENLEVING
“Wat voor de een
de norm is, is
voor
de ander al heel respectvol. Daarover wil je jongeren aan het denken zetten”
Sinds 2006 organiseert de Respect Foundation jaarlijks de Week van Respect. Het doel van deze landelijke campagneweek is om jongeren – de generatie van de toekomst – te inspireren en te activeren om zelf bij te dragen aan een veilige, respectvolle omgeving waarin iedereen zich thuis voelt. Al meer dan zestig gemeenten, honderden gastsprekers en duizenden scholen, sportclubs, jongeren- en buurtsportorganisaties en BSO’s doen ieder jaar in de tweede week van november mee aan de Week van Respect.
Tekst: Luc Keersmaekers
De Respect Foundation is opgericht door rabbijn Awraham Soetendorp en ondernemer Jack van Praag. In (aanloop naar) 2006 zagen zij de verharding en polarisatie in ons land toenemen. Daar wilden ze een positief tegengeluid tegen laten horen. Voor Soetendorp kwam die motivatie voort uit een verschrikkelijk oorlogsverleden en vele studies, die hem dreven tot het inspireren en motiveren van anderen om samen op te staan en een verschil te maken. Zelf deed hij dat door onder andere in het klaslokaal zijn persoonlijke verhaal te delen en in gesprek te gaan met jongeren. Van Praag was als ondernemer bezig met hoe jongeren zichzelf kunnen zijn en zelf durven na te denken. Zodoende staan zij samen, met een wereldse, generatie-overstijgende droom waarin medemenselijkheid en solidariteit ons met elkaar verbindt, aan de basis van de Respect Foundation en de daaruit voortgekomen Week van Respect. Hiermee worden jaarlijks inmiddels ruim 800.000 jongeren bereikt.
Beginnen op lokaal niveau
Voor de Week van Respect zijn gemeenten een fundamentele samenwerkingspart-
ner. Zij weten namelijk bij uitstek wat er bij hen speelt en wat er nodig is. Daarnaast is het, als je respect structureel wil inbedden, belangrijk om de handen eerst op lokaal niveau ineen te slaan. “Gemeenten hebben eigenlijk allemaal de taak om te zorgen voor een respectvolle, veilige, inclusieve samenleving voor hun inwoners”, vertelt Julia Teeuwen. Zij is bij de Respect Foundation verantwoordelijk voor de samenwerking met gemeenten. “Zo’n respectvolle samenleving is ook onze droom, dus dat sluit perfect op elkaar aan. Daarom nodigen we ieder jaar alle gemeenten in Nederland uit om RespectGemeente te worden en samen met ons de Week van Respect te organiseren.”
Moreel kompas
Als RespectGemeente ligt de focus in je gemeente het hele jaar door, maar met nadruk op die ene Week van Respect in november, op het thema respect. Daarbij richt je je op de jongeren, want door hen te inspireren, bouw je als gemeente op een structurele manier aan een respectvolle samenleving. Wat je jong leert, neem je immers de rest van je leven mee. Teeuwen: “We richten ons op alle plekken waar jongeren samenkomen. Als je daarop inzoomt, zijn het eigenlijk allemaal mini-maatschappijen. Op scholen en bij sportverenigingen leren jongeren zichzelf kennen en omgaan met anderen. Wij hebben het vaak over het morele kompas, het vermogen dat je de juiste keuze maakt wanneer het ertoe doet. Iedereen bezit zo’n moreel kompas, maar je moet leren hoe je dat herkent, inzet en ontwikkelt. In die ontwikkeling is bij jongeren een belangrijke rol weggelegd voor hun ‘opvoeders’, dus de docenten, trainers, jongerenwerkers en buurtsportcoaches. Dat zijn dan ook de groepen die wij tijdens de Week van Respect zo goed mogelijk ondersteunen. Via hen en hun domeinen, zoals onderwijs en sport, bereiken wij de jongeren.”
Een van de gemeenten die al jarenlang meedoen aan de Week van Respect, is
“We willen dat jongeren begrijpen wat respect betekent, zich bewust worden van hun gedrag en zich realiseren dat wat ze doen en zeggen niet zomaar weggeveegd kan worden”
Ethan Thielman (Sportleider Streetsport)
Den Haag. De stad is al negen jaar lang RespectGemeente en daarin speelt WSDH (Werken aan Sportstad Den Haag) met zijn sport- en beweegprogramma’s een belangrijke rol. Ethan Thielman is Sportleider Streetsport – een functie die vrijwel naadloos overeenkomt met die van een Buurtsportcoach – en was betrokken bij de Week van Respect in november 2024. “Met de Week van Respect willen we dat jongeren begrijpen wat respect betekent, zich bewust worden van hun gedrag en zich realiseren dat wat ze doen en zeggen niet zomaar weggeveegd kan worden. Over zulke zaken laten we de jongeren met elkaar in gesprek gaan, zodat ze ook later op een respectvolle manier met elkaar kunnen omgaan.”
Buurtsport is een ideale en daardoor logische sector om een thema als respect aan de kaak te stellen. Sport verbindt en verbroedert, wordt gespeeld volgens regels en je hebt te maken met teamgenoten en tegenstanders. Daarnaast heb je altijd een winnaar en een verliezer en daardoor ook emoties. Als respect ergens tot uiting kan komen of juist kan ontbreken, is het wel op de playgrounds waar Thielman als Sportleider Streetsport werkt. “Bij sport is het belangrijk dat je samen een grens aanhoudt. Hier op de pleintjes hebben we geen scheidsrechter of VAR, dus je moet het zo oplossen dat iedereen zich gezien en gehoord voelt. Het is, inderdaad, net een mini-maatschappij.”
RespectBox
Omdat de gemeente Den Haag is aangesloten als RespectGemeente, krijgen Thielman en zijn collega’s tijdens de Week van Respect een zogeheten RespectBox met materialen die zij kunnen gebruiken om het thema onder de aandacht te brengen. Daarmee wordt het behandelen van een groot, ietwat abstract begrip als ‘respect’ een stuk concreter en makkelijker. Er is een RespectBox voor scholen, een voor sportverenigingen, een voor jongerenwerk- en buurtsportorganisaties en een voor BSO’s. In de box zitten dialoogposters, (ideeën voor) activiteiten en inspiratie- en lesmaterialen om aan (zelf)reflectie, integriteit, oordeelloos luisteren, veerkracht, inclusie en weerbaarheid te werken. Kortom: om respect mee in de praktijk te brengen en te oefenen. Thielman: “Ik werkte veel met de stellingen. Een voorbeeld van zo’n stelling is ‘als de bal uitgaat en ik heb hem als laatste geraakt, dan geef ik dat aan’. De jongeren op het pleintje moesten dan rennen naar ‘ja’ of ‘nee’. Vervolgens wilde ik ook dat ze hun keuze konden verdedigen. Waarom wel of waarom niet? Daardoor zijn ze zich meer bewust van hun antwoorden, in plaats van dat ze gewoon een kant op lopen.”
Ook maakte Thielman gebruik van een woordweb. Iedereen mocht drie woorden opschrijven die hoorden bij het begrip ‘respectvol’. En hoewel de jongsten op het pleintje – er zijn kinderen van een jaar of zeven tot een jaar of zeventien – niet zo’n boodschap hadden aan dat maximum van slechts drie woorden, werd de belangrijkste les van het woordweb duidelijk: respect betekent voor iedereen iets anders. “Natuurlijk stonden er zaken op als ‘niet pesten’ en ‘niet over iemands uiterlijk praten’, maar kinderen schreven ook ‘mensen aanspreken met u’, ‘een oude mevrouw helpen met oversteken’ en ‘netjes en niet rommelig zijn’. Dat waren antwoorden die ik zelf niet meteen had verwacht. Wat voor de een de norm is, is voor de ander al heel respectvol. Daarover wil je ze aan het denken zetten.”
Gedragsverandering
Meedoen aan de Week van Respect en jongeren actief kennis laten maken met het thema is één. Of de lessen vervolgens ook echt blijven hangen en je daarmee als gemeente dus weer een stap richting een respectvolle(re) samenleving zet, is een tweede. Gelukkig heeft Thielman goed nieuws. Op de playgrounds waar hij werkt, zijn vaak dezelfde groepjes aanwezig. Hij kent hen inmiddels en kan daardoor dus goed oordelen in hoeverre de Week van Respect al effect heeft gehad. “Ik zie wel dat ze iets zijn veranderd in hun omgang met anderen. Ze wachten rustiger tot ze het woord krijgen of kunnen nemen, ze schreeuwen niet over elkaar heen en schelden minder. Het is niet meteen honderdtachtig graden gedraaid, maar ze zijn zich wel degelijk bewust van de lessen die ze bij de Week van Respect geleerd hebben. Men zegt dat gedragsverandering zes maanden tijd nodig heeft en nu, binnen vier maanden, zie ik er al wat van terug.”
Bij Thielman was de Week van Respect in 2024 dus zowel in de uitvoering als in het effect een succes. Zijn manier van werken heeft daar ongetwijfeld een rol in gespeeld. Niet iedere groep jongeren zou het waarderen als een ‘buitenstaander’ even kwam vertellen over respect, maar weerstand ervaarde Thielman gelukkig allerminst. “Natuurlijk ben ik in mijn functie een soort rolmodel of voorbeeldfiguur, maar ik probeer geen docent te zijn. Ik ben meer een grotere broer. Misschien heeft het ook geholpen dat ik de Week van Respect niet heb gebracht als ‘wij gaan jullie iets vertel -
len over onze eigen normen en waarden’, maar als een thema waarover de jongeren zelf konden praten en hun mening konden geven.”
Week van Respect op maat
Thielman gaat het thema van 10 tot en met 16 november 2025, als de Week van Respect weer plaatsvindt, opnieuw behandelen. Den Haag (en WSDH) gaan daarmee op voor hun tiende jaar als RespectGemeente. Is jouw gemeente nog geen RespectGemeente, maar vind je respect wel een heel belangrijk onderwerp en wil je praktisch en actief invulling geven aan respectvol samenleven en verbinding? Meld je dan aan! De exacte invulling van de week vindt vervolgens plaats in samenspraak met de Respect Foundation. Er is geen vast format dat geplakt wordt op iedere gemeente die zich aanmeldt. Teeuwen: “Elke gemeente is anders. Je kunt een grote en een kleine gemeente heel moeilijk met elkaar vergelijken, dus organiseren we een Week van Respect op maat. We gaan altijd met de gemeente in gesprek over hun doelen, probleemstellingen, ambities en maken samen een plan van aanpak. En of er in 2025 weer meer gemeenten mee zullen doen dan in 2024? Helaas zien we nu ook weer dat de polarisatie en verharding aan het toenemen zijn. Daardoor groeit de vraag naar ons werk, want veel gemeenten hebben de behoefte om nog nadrukkelijker aan een respectvolle samenleving te werken.”
Met tien jaar kennis en ervaring voorloper in sportvloerveiligheid
Een sportvloer onderhouden is méér dan schoonmaken. Goed onderhoud verlengt de levensduur van de vloer en voorkomt dat deze te vroeg vervangen moet worden. Daarnaast draagt goed onderhoud bij aan veiligheid. De kans op blessures bij zaalsporters neemt af, prestaties van sporters verbeteren. Kortom; adequaat onderhoud levert een positieve bijdrage aan de gehele sportgemeenschap. Veiligesportvloer.nl is met 10 jaar kennis en ervaring en praktische oplossingen een absolute voorloper op dit gebied.
Data en kennis als informatiebron voor levensduur
Met ons softwareprogramma Sportvloermanager365 verzamelen we veel data over sportvloeren in Nederland en België. Ons systeem bevat informatie over alle merken, soorten en typen sportvloeren. Denk hierbij aan ouderdom, kleur en materiaalsoort, maar ook aan eigenschappen als stroefheid, glans en schokabsorptie. Met deze gegevens adviseren we sporthalbeheerders, gemeenten en vastgoedbeheerders bij het opstellen van een meerjarenonderhoudsplan en het reserveren van budget.
André van Gerwen, eigenaar van Veiligesportvloer.nl, legt zich met hart en ziel toe op het veilig maken van gladde en slecht onderhouden sportvloeren. Een veilige en duurzame sportvloer is immers dé wens van elke sporthalbeheerder.
Tien jaar geleden kreeg André een tip van een gewaardeerde collega die hij direct
ter harte nam: van proberen kun je leren. Na een cursus over chemie en materialen mocht André een proefstuk zetten op een te gladde sportvloer om de vloer zo weer veilig en goed bespeelbaar te maken. Tot dat moment was het niemand gelukt, de onveilige sportvloer in Voorburg – net zeven jaar oud – stond op het punt vervangen te worden. André ging de uitdaging aan en bleef net zo lang experimenteren en testen tot hij de oplossing had. Door exact het juiste onderhoudsplan ging de vloer uiteindelijk nog tien jaar mee, tot het afgelopen zomer dan toch tijd was voor vervanging. Het is een voorbeeld van hoe de juiste aandacht en aanpak hoge kosten kan voorkomen en zorgt voor een heel duurzaam gebruik van sportvloeren.
“Niemand had hier een oplossing voor”
Een unieke aanpak die veiligheid en prestaties herstelt
Veiligesportvloer.nl hanteert een specifieke aanpak, gebaseerd op de Cirkel van Sinner: een combinatie van voornamelijk handelin -
gen, reinigingsmiddelen en tijd. Zo’n revitalisatie van de vloer gaat verder dan een reguliere schoonmaakbeurt en maakt echt het verschil. Het betekent onder andere verwijdering van de vervuilde laag en herstel van de sporttechnische eigenschappen, zoals stroefheid en glanswaarde. Onze metingen laten duidelijk het verschil zien tussen vóór en na het onderhoud. Heldere rapportages maken deze resultaten bovendien toegankelijk voor beheerders en beleidsmakers. Naast revitaliseren biedt Veiligesportvloer. nl ook renovaties aan voor houten- en linoleum sportvloeren. Een speciale sportcoating beschermt de vloer tegen slijtage en zorgt ervoor dat sporters optimaal kunnen presteren.
Erkenning en zekerheid met Kiwa ISA Sport certificaat
Net als keuringsdienst Kiwa ISA Sport streeft Veiligesportvloer.nl naar zoveel mogelijk duurzame en kwalitatief hoogwaardige sportaccommodaties. Met het verkrijgen van het Certificaat Inspectie en Onderhoudsadvies van Kiwa ISA Sport versterken wij onze onderlinge samenwerking en zetten we een belangrijke stap richting een toekomst waarin sportveiligheid te allen tijde centraal staat. We zijn trots dat Kiwa ISA Sport ons werk erkent en onze missie ondersteunt: een veilige sportvloer voor elke sporter. Het certificaat bevestigt dat ons werk voldoet aan de hoge eisen van het Keurmerk Binnensportvloeren. Procesbeheersing, vakbekwaamheid en prestatiecriteria zijn hiermee gewaarborgd.
Juist en tijdig onderhoud draagt bij aan de veiligheid, langere levensduur en optimale condities van binnensportvloeren. Wilt u meer weten over onze certificering of ontvangt u graag meer informatie over het onderhoud aan uw sportvloeren? Maak een afspraak met onze sportvloerspecialisten.
“We zijn trots dat Kiwa ISA Sport ons werk erkent”
André van Gerwen (eigenaar Veiligesportvloer.nl)
COLUMN GERT-JAN LAMMENS
Meer doen met minder middelen: innovatie, slimme samenwerking en nieuwe (leiderschaps) modellen in de sport
Het zijn onzekere tijden, ook in de sector sport en bewegen. Er gebeurt veel tegelijk en het is moeilijk in te schatten wat de toekomst gaat brengen. Dat betekent als bestuurder ook voortdurend de afweging maken: waar heb ik wel en niet invloed op, wat kan ik wel en wat kan ik niet zeggen? Voor iemand die gewend is geen blad voor de mond te nemen, is dat vaker schakelen.
Op het moment van schrijven van deze column zitten we nog voor het moment dat de Voorjaarsnota gepubliceerd wordt. En dus komt er snel meer duidelijkheid of de btw-verhoging op sport en cultuur echt van tafel is. Of dat we die links- of rechtsom op een andere manier weer terugkrijgen in de sport- en beweegsector. En dat geldt ook voor de ombuiging subsidie bij- en nascholing medisch specialisten, waarvoor minister Agema een alternatief moet vinden binnen de begroting van VWS. Betekent dit een extra bedreiging voor de sport- en beweegsector?
wijs en gendergelijkheid.’ Het ligt op het puntje van mijn tong om dan daar mijn ervaringen met KNVB WorldCoaches in Zuid-Afrika tegenover te zetten: als ik ergens de kracht van sport voor ontwikkeling van kansarme jongeren heb ervaren, was het wel in de townships bij Johannesburg. Ondanks eerdere geluiden bij de start van dit kabinet, kan ik niet anders dan constateren dat sport en bewegen onderaan het lijstje staan.
Kiezen voor dat wat werkt
Het blijft nog koffiedik kijken hoe alle maatregelen precies uitpakken. Hoe ga je als bestuurder en organisatie met deze onzekerheden om? En welk geluid kun je zelf laten horen? De afgelopen periode ben ik veel in gesprek geweest met andere organisaties en partijen over hoe we efficiënter en effectiever kunnen samenwerken.
Gert-Jan Lammens is directeur van Rotterdam Sportsupport.
Onlangs werd bekend dat zelfs binnen de begroting van Ontwikkelingssamenwerking wordt bezuinigd op sport: ‘Nederland stopt alle projecten op het gebied van sport en cultuur, vrouwenrechten, beroepsonderwijs en hoger onder-
Dat leidt zeker ook weer tot een aantal goede ontwikkelingen. Daarnaast gaan we vanuit Kenniscentrum Sport & Bewegen natuurlijk door met dat wat werkt. We weten dat goed onderbouwde kennis over sport en bewegen bijdraagt aan (beleids)doelen binnen sport en bewegen, maar ook binnen andere sectoren zoals preventie, zorg, onderwijs, welzijn en het ruimtelijk domein. Dus zetten
Lucas Simons, directeur van het strategische consultancybureau NewForesight, maakt zich sterk voor het TransMissie Model, dat een aantal leidende systeemveranderingsstrategieën ïntegreert.
HOE KAN DE DUURZAAMHEIDSTRANSITIE WORDEN VERSNELD?
“Nietsdoen is geen optie meer”
Gemeenten staan voor een aantal grote, complexe duurzaamheiduitdagingen. Bij het aangaan van deze uitdagingen blijkt in veel gevallen de traditionele, projectgerichte aanpak niet meer te volstaan.
“Als we echt de duurzaamheidsproblemen willen oplossen, moet het ‘systeem’ om”, stelt Lucas
Simons, directeur van het strategisch consultancybureau NewForesight. Hij lichtte een en ander toe op de Kennisdag Sport en Innovatie 2025.
Tekst: IJdo Groot
Belangrijke thema’s waar gemeenten nu en de komende tijd mee aan de slag moeten, zijn onder meer de energietransitie, circulair en klimaatadaptief bouwen, het bevorderen van biodiversiteit, het verminderen van de ecologische voetafdruk en de transitie naar een circulaire economie. Complexe thema’s, die gemeenten voor niet geringe uitdagingen stellen. Reden voor de organisatie van de Kennisdag Sport en Innovatie 2025 een deskundige uit te nodigen die zijn visie op duurzaamheidstransities met de aanwezigen wilde delen.
Waar begin je?
“Als we de grote duurzaamheidsvragen willen oplossen, moeten we onze economieën structureel hervormen naar efficiente, duurzame, circulaire, regeneratieve, inclusieve en eerlijke markten”, stelt Lucas Simons, spreker op de Kennisdag die afge -
lopen februari in Purmerend plaatsvond. “Hierbij kunnen publieke organisaties, met hun gezamenlijke inkoopkracht, markttransformaties aanjagen of versnellen. Maar hoe en waar begin je met het veranderen van een markt of systeem? Veel gemeenten worstelen nog met deze vraag. Er is weliswaar geen gebrek aan actie – er wordt onderzoek gedaan, pilots en overlegtafels worden georganiseerd, diverse innovatieve duurzaamheidsprojecten worden opgestart, en zo meer. Maar deze individuele initiatieven leiden zelden tot de gewenste structurele hervormingen.”
Formule
Simons constateerde al zo’n twintig jaar geleden dat het lastig is economieën en sectoren structureel te veranderen. Als directeur van Utz, het certificeringsprogramma voor duurzame koffie, cacao, thee, katoen, soja en palmolie, hield hij zich bezig met het
verduurzamen van deze sectoren. “Op dat moment waren dit de meest onduurzame sectoren ter wereld”, blikt de oud-directeur terug. “Het viel mij op dat al deze sectoren dezelfde problemen hadden met dezelfde oorzaken. En hoewel zij allemaal daaraan iets wilden doen, hadden ze ook overeenkomstige argumenten waarom een structurele hervorming van hun sector niet lukte. Ik zag bij elke sector dezelfde patronen, bewegingen, argumenten en gemaakte fouten. Ik ben daar dieper ingedoken en heb ook gekeken naar sectoren waar de transitie wel goed verliep. Ik kwam tot de conclusie dat er voor alle sectoren een formule is om te snappen waarom je klem komt te zitten en hoe je eruit kunt komen. Dat is niet de manier waarop het tot nu toe vaak gebeurt: meer onderzoek, meer pilots, meer subsidieprogramma’s. Of wachten op de ander
Sport
– de overheid, de markt – om initiatieven te nemen. Om een structurele transitie te bewerkstelligen is een andere, slimmere manier van samenwerken nodig, die uitgaat van een missiegedreven transitiestrategie.”
“We weten niet hoe we met complexe problemen moeten omgaan. We blijven daarom vaak steken in de pilotfase”
Lucas Simons (consultancybureau NewForesight)
Model
Inmiddels is Simons directeur van NewForesight, een internationaal opererend strategisch consultancybureau dat complexe duurzaamheiduitdagingen omzet in marktkansen. Samen met het Copernicus Instituut van Universiteit Utrecht en Nyenrode Business Universiteit ontwikkelde
NewForesight een praktisch, actiegericht, marktgedreven, eenduidig en gestandaardiseerd transitiemodel: het TransMissie
Model. In dit model is een aantal leidende systeemveranderingsstrategieën geïntegreerd. Het kan onder meer gemeenten helpen om een missiegedreven transitiestrategie op te stellen en vervolgens de transitie te sturen en coördineren. “Het model is goed toepasbaar op complexe problemen”, licht Simons toe. “Een complex probleem wordt door twee dimensies bepaald. De ene is: we kunnen niet op de oude manier verder, het moet anders. Weliswaar zijn er meerdere oplossingen, maar we snappen nog niet precies hoe deze werken of welke invloed ze hebben. De andere dimensie is: om een structurele systeemverandering te kunnen doorvoeren, moeten meerdere partijen mee veranderen. In de praktijk blijkt het echter lastig alle stakeholders zover te krijgen, omdat er tegenovergestelde belangen zijn. Deze
Waarom is het systeem moeilijk te veranderen?
Het wordt breed erkend dat de oorzaak van de meeste duurzaamheidsproblemen de wereldwijde eenzijdige focus op economische groei is. Volgens Lucas Simons is het belangrijk om te begrijpen hoe het bestaande lineaire economische systeem werkt en waarom het zo lastig is om dit te veranderen.
In de paper TransMissie, de missiegedreven transitieaanpak voor het managen van complexe veranderprocessen (geschreven door Lucas Simons, André Nijhof en Matthijs Janssen) worden vier onderling verbonden systeemfactoren genoemd, die ervoor zorgen dat het systeem zichzelf continu versterkt. Ten eerste dwingt de marktdynamiek bedrijven om te concurreren op groei en winst. Dit leidt tot externalisatie van kosten zoals milieuvervuiling en sociale ongelijkheid. Ten tweede stimuleert het beleidsregime deze dynamiek met regels en investeringen die economische groei bevorderen. Dit gaat vaak ten koste van duurzaamheid. Daarnaast ontbreekt de stem van degenen die de negatieve gevolgen van dit systeem ondervinden. Zoals kwetsbare bevolkingsgroepen, toekomstige generaties en het milieu zelf. Zonder deze tegenmacht blijft het systeem in stand. Tot slot zijn duurzame alternatieven vaak onaantrekkelijk of moeilijk opschaalbaar, omdat het huidige systeem investeringen en innovatie richt op de optimalisatie van bestaande structuren, in plaats van fundamentele verandering. Deze vier factoren creëren een zichzelf versterkend proces, waarbij kennis, investeringen en infrastructuur steeds dieper in het huidige systeem worden verankerd. Dit leidt tot een ‘system lock-in’ die het moeilijk maakt om over te schakelen naar een duurzamer model. Een transitiestrategie is pas effectief als deze dynamiek wordt begrepen en wordt doorbroken met een systematische aanpak en gerichte interventies.
twee dimensies geven aan dat voor het oplossen van complexe problemen een andere manier van denken en samenwerken nodig is dan tot nu toe gebruikelijk. Ook moeten alle tegengestelde belangen onder controle worden gebracht. Daarom gaan we in het TransMissie Model uit van missiegedreven transities. Missiegedreven transities zijn coördinatiemechanismen en organisatieprocessen voor het bepalen van de missie die men wil bereiken, de oplossingen die nodig zijn om de missie te realiseren, de acties die daarvoor moeten worden genomen en hoe deze acties – door uiteenlopende stakeholders – kunnen worden verbonden. Zelfs al redeneert iedereen vanuit eigen perspectief, een missiegedreven transitie zorgt voor consistentie en coherentie in de activiteiten van de verschillende stakeholders.”
Visie
Complexe veranderingsprocessen vragen om een transitie-aanpak waarbij een leidende en verbindende visie essentieel is, stelt Simons. Een leidende en verbindende visie helpt om uiteenlopende stakeholders te mobiliseren en samen te laten werken aan een meetbare en ambitieuze ‘missie’. “Een visie gaat verder dan bijvoorbeeld ‘mensen moeten meer bewegen’. Het is een gedroomd ideaalplaatje: hoe ziet de gemeente eruit als de problemen zijn opgelost? Daarbij wordt nog te weinig de vraag gesteld: onder welke voorwaarden kunnen we dit ideaalplaatje bereiken? Als een visie ontbreekt, blijft een gemeente vaak steken bij het organiseren van een nieuw project of weer een pilot. Ze weet niet goed waar het heen moet. Dit zijn veel geziene symptomen. Dit komt mede doordat we niet gewend zijn met complexe problemen om te gaan.”
Opschaling
Naast het ontbreken van een visie is vaak de opschaling van een duurzame oplossing een hobbel. Simons constateert dat nog weinig gemeenten de stap naar opschaling maken. “Stel dat je als gemeente een circulaire sportaccommodatie wilt laten bouwen. Circulair bouwen vraagt om een andere manier van werken. Niet alleen van jou als opdrachtgever, ook van de leveranciers, aannemers, consultants en andere partijen in de keten. Eén project is echter niet voldoende om alle partners in de keten ‘om’ te laten gaan. Pas als circulair bouwen een ongoing business is, zal echt worden geïnvesteerd, zullen andere aanbieders opstaan die circulaire principes intrinsiek toepassen en leveranciers materialen ontwikkelen die steeds beter passen in een circulaire economie. Als het bij een pilot of eenmalig project blijft, is het voor aanbieders van innovatieve oplossingen moeilijk te concurreren met de oude manier van bouwen. Circulair bouwen zal dan duurder blijven, een accommodatie zal altijd net niet ‘100 procent circulair’ te maken zijn.”
Een pilot is soms nodig, maar op een gegeven moment moet een volgende stap worden gezet, stelt Simons. “Na de pilotfase zou je bijvoorbeeld veertig of vijftig gemeenten bij elkaar kunnen brengen om gezamenlijk de vraag te vergroten. Door alle opdrachtgevers te stimuleren eenzelfde soort uitvraag te stellen, wordt het voor marktpartijen makkelijker om een succesvolle innovatie op te schalen. Daarnaast kunnen deze gemeenten gezamenlijk bijvoorbeeld circulair bouwen als standaard introduceren. De aanbieders zullen zich hieraan moeten aanpassen. Vervolgens kan het circulair bouwen goedkoper worden gemaakt en andere vormen duurder. Bovendien kunnen door het aanpassen van wet -en regelgeving niet-duurzame praktijken helemaal worden afgebouwd of zelfs verboden.”
“Voor het oplossen van complexe problemen is een andere manier van denken en samenwerken nodig is dan gebruikelijk”
Lucas Simons (consultancybureau NewForesight)
“Het gezamenlijk aanjagen van een transitie lukt alleen als het veranderproces behapbaar is voor de partijen die er invloed op kunnen uitoefenen”
Lucas Simons (consultancybureau NewForesight)
Meer informatie
Paper TransMissie, de missiegedreven transitieaanpak voor het managen van complexe veranderprocessen.
Zie https://www.pianoo.nl/ sites/default/files/media/documents/2023-09/transmissie-raamwerk-juni2023.pdf of scan de QR-code.
Fasen
Quikscan: welke fase?
Bij ‘Markttransformatie’ op www. pianoo.nl staat een link naar de Quickscan markttransformaties. Deze quickscan brengt snel in kaart in welke fase van een transitie een duurzame oplossing zit en hoe jij vanuit jouw rol een bijdrage levert aan het bevorderen van deze oplossing. De Quickscan is bedoeld voor alle partijen die betrokken zijn bij het inkoopproces en die inkoop willen inzetten als een instrument om maatschappelijke doelen te realiseren.
In de paper TransMissie, de missiegedreven transitieaanpak voor het managen van complexe veranderprocessen wordt benadrukt dat samenwerking en een gefaseerde aanpak belangrijk zijn. In een matrix wordt aangegeven in welke fase van een transitie welke partij een bijdrage kan leveren. Simons: “Markten en systemen kun je niet in één keer veranderen. Een succesvolle transitie vraagt om een langetermijnstrategie waarbij de juiste interventies, door de juiste partijen, op het juiste moment worden uitgevoerd. Dit veranderproces zal door verschillende fasen gaan. Elke fase heeft specifieke kenmerken en vraagt om specifieke interventies van verschillende stakeholders. Met behulp van de paper kun je kijken welke acties, voorwaarden en deeloplossingen in een bepaalde fase relevant zijn. Ook wordt aangegeven welke stake -
holder welke bijdrage kan leveren. De transitie wordt zo ‘actionable’. Het gezamenlijk aanjagen van een transitie lukt alleen als het veranderproces behapbaar is voor de partijen die er invloed op kunnen uitoefenen. Een uitdaging zoals het realiseren van ‘een volledig circulaire economie’ is te groot en breed om als gemeente goed mee aan de slag te kunnen.”
Voorbeeld
Simons noemt als voorbeeld het duurzaam bouwen van sportaccommodaties. “Voor het duurzaam maken van sportaccommodaties bestaan verschillende deeloplossingen. Zo’n deeloplossing is bijvoorbeeld goed isoleren. Het isoleren van een accommodatie is tegenwoordig technisch al vrij ver ontwikkeld. Daarmee zitten we in fase 3: nadat verschillende, mogelijke oplossingen zijn ontwikkeld in fase 2, brengen de eerste
bedrijven duurzame producten en diensten op de markt. In deze fase kan een gemeente aannemers verplichten een accommodatie goed te isoleren. Circulair bouwen zit nog in fase 1 of 2. In deze fasen wordt het probleem onderzocht en wordt urgentie gecreëerd. In deze fasen kan circulair bouwen niet worden verplicht of afgedwongen. Wel kan in deze fasen worden gekeken welke koplopers hun kennis willen delen. Dit zou een taak kunnen zijn van ngo’s en kennisinstituten. Ook investeerders zoals banken kunnen in deze eerste fasen een bijdrage leveren. Laat ze een lagere rente bieden voor leningen die worden gebruikt voor circulair bouwen, bijvoorbeeld.”
De juiste vragen
Als blijkt dat er niet voldoende resources zijn, of niet aan bepaalde randvoorwaarden
kan worden voldaan om naar de volgende fase van transitie over te gaan, is het zaak je af te vragen wat er moet gebeuren om wel een bijdrage te kunnen leveren, meent Simons. “Als binnen een gemeente de juiste deskundigheid ontbreekt, bijvoorbeeld op het gebied van circulair aanbesteden, kun je aankloppen bij een expertisecentrum zoals PIANOo. Of als gemeentebreed de urgentie ontbreekt, kun je je afvragen wat er moet gebeuren om die urgentie te creëren. Ook kun je je afvragen hoe je urgentie creëert bij gemeenten die deze nog niet zien. Op deze manier stel je als gemeente de juiste vragen.”
Een aantal gemeenten heeft inmiddels ingezien dat duurzaamheidsproblemen niet kunnen worden opgelost met oude methoden, ervaart Simons. “Doorgaans zijn dit de grotere gemeenten die een koplopers-
“Een succesvolle transitie vraagt om een langetermijnstrategie met de juiste interventies, door de juiste partijen, op het juiste moment”
Lucas Simons (consultancybureau NewForesight)
positie hebben ingenomen. Zoals Amsterdam. Maar kleinere gemeenten kunnen ook aan de slag. Zij moeten inzien dat zij kunnen meehelpen aan de oplossing. Dit besef komt langzaam maar zeker op gang, merk ik. Ik verwacht dat het aantal gemeenten dat begrijpt dat nietsdoen geen optie meer is, de komende twee of drie jaar zal toenemen. Voor de komende tijd geldt: wacht niet op elkaar. Zorg voor een goede analyse om te bepalen waar de duurzaamheidstransitie om vraagt en onderneem actie.”
Het TransMissie Model is ontwikkeld door NewForesight, samen met het
Copernicus Instituut van Universiteit Utrecht en Nyenrode Business Universiteit
Bedrijfspartners
ANDRÉ DE JEU
De op deze pagina vermelde bedrijven en organisaties is, op basis van hun (aantoonbare) ervaring en bewezen deskundigheid in de sport- en recreatiesector, het bedrijfspartnerschap toegekend. Voor meer informate over een bedrijfspartnerschap kunt u terecht bij VSG-bedrijfsadviseur Ton van de Braak, t.vandebraak@sportengemeenten.nl of bij het VSG-bureau, telefoon 070 - 373 8055.
Accres realiseert de verbeelding (ambitie) van haar opdracht gevers en hiermee de beleving van bezoekers. Dit door het exploiteren en beheren van vastgoed en dienstverlening waar mensen elkaar ontmoeten, recreeren, ontdekken en sporten. Accres is thuis op het snijvlak van het publieke en private domein en kan als geen ander maatschappelijk rendement realiseren door dit te verbinden met de commerciële vraag.
Alkmaar Sport
Terborchlaan 301 1816 MH Alkmaar tel. 06-11301686
V.Thijssen@alkmaarsport.nl www.alkmaarsport.nl
Het beleidsterrein ‘Sport en bewegen’ is van groot belang voor het algemeen welzijn van burgers. Sport- en beweegactiviteiten bieden mogelijkheden tot talentontwikkeling, een zinvolle vrijetijdsbesteding, actieve deelname aan de maatschappij en het bevorderen van de gezondheid.
Alkmaar Sport houdt zich bezig met exploitatie, beheer en onderhoud van sportaccommodaties en sportservice activiteiten.
Athletic Skills Model
Athletic Skills Model
Burgemeester Postweg 6
Gemeenten vervullen een belangrijke rol als het om sport en bewegen in Nederland gaat. Als regisseur door middel van voorwaardenscheppend beleid en als financier van de vele sportaccommodaties die ons land rijk is. Zorgen dat sport- en beweegactiviteiten voor alle burgers toegankelijk, in de buurt aanwezig en veilig zijn, vormen samen met het stimuleren van een gezonde levensstijl, speerpunten. Ook is ‘Sport en bewegen’ een waardevolle partner om doelstellingen op andere beleidsvelden te realiseren, zoals onderwijs, zorg, stedelijke ontwikkeling en citymarketing.
Het ASM is een praktisch en wetenschappelijk onderbouwd talentontwikkelingsmodel voor de topsport, de breedtesport en ongeorganiseerde sport, het bewegingsonderwijs, de gezondheidszorg en de sector kunst en cultuur. Deze nieuwe manier van denken over bewegen is de basis van kwalitatieve beweegprogramma’s met de materialen en de omgeving die daarbij optimaal aansluiten. Vanuit deze visie leiden we zo’n 500-600 sportprofessionals op. De deelnemers zijn veelal werkzaam als trainer/coach, fysiotherapeut, buurtsportcoach of vakleerkracht. Daarnaast is ASM ontwerper van binnenen buitenaccommodaties.
Het brede belang van sport en bewegen vergt blijvende en specifieke aandacht van onze gemeenten. Of het nu gaat om breedtesport of topsport, om georganiseerde of ongeorganiseerde activiteiten, om sport als doel of om sport- en beweegactiviteiten als middel.
Advies: Onafhankelijk adviesbureau, gespecialiseerd in opstellen van een optimaal buitensport accommodatiebeleid. Ook voor ontwerp- en budgetadvies. Beheer: Beheer van sportparken door opdrachtgevers te adviseren en te ontzorgen. Duurzaam beheer op de lange en korte termijn, communicatie met opdrachtgever, sportverenigingen en aannemers horen daarbij. Projecten: Ruime ervaring met voorbereiding, aanbesteding, toezicht en directievoering bij aanleg en renovatie van buitensportaccommodaties.
bbn adviseurs
De Molen 65 3995 AW Houten tel. 088 - 2267400 fax 088 - 2267406 bbn@bbn.nl www.bbn.nl
bbn is een onafhankelijk adviesbureau dat partijen ondersteunt die betrokken zijn bij het ontwikkelen, realiseren en beheren van gebouwen en gebieden. Advisering en begeleiding van sportaccommodaties en multifunctionele gebouwen voor met name Programma’s van Eisen, investeringskosten en voorbereiding en aansturing van het bouwproces.
Bosan is totaalpartner op het gebied van sportzaalinrichting en sportzaalbeheer. Dankzij een volledige eigen productie levert Bosan maatwerk, topkwaliteit en service.
Drijver en Partners is een onafhankelijk managementen bedrijfskundig adviesbureau dat sterk op de praktijk is gericht. Het bureau bestaat uit een team van professionals dat staat voor een hoge kwaliteit van dienstverlening, persoonlijke uitstraling en betrokkenheid en een doeltreffende afbakening en aanpak van de opgedragen werkzaamheden. Drijver en Partners o mvat het (maatschappelijk) vastgoed in het algemeen en de sectoren sport, recreatie, welzijn en cultuur in het bijzonder.
Aannemersbedrijf Haafkes is een 95-jarig familiebedrijf en een echte utiliteitsbouwer. Het team sport en recreatie is gespecialiseerd in de engineering, realisatie, renovatie én het onderhoud van zwembaden en sportaccommodaties. Vanuit Goor en Deventer werkt Haafkes landelijk. Met het ‘Haafkes Fit Concept’ biedt de organisatie opdrachtgevers een betaalbare turnkey-oplossing voor de nieuwbouw van gym- en sportzalen.
Health Development Institute
Hendrik Figeeweg 1C 2031 BJ Haarlem tel. 0233036808 ziggy@hd-institute.nl www.healthdevelopmentinstitute.nl Health Development Institute levert data-inzichten voor beleids- en beweegprofessionals. Door middel van slimme, onderbouwde methodieken kunnen we op een leuke en laagdrempelige wijze gezonde-leefstijl-data onttrekken aan een groep. Hierdoor worden hyper-lokale (wijk of school) inzichten op het gebied van gezonde leefstijl in een overzichtelijk dashboard beschikbaar gemaakt.
Herculan
Hellebrekers Technieken
Postbus 6
8070 AA Nunspeet tel. 088-4568000 mail@hellebrekers.nl www.hellebrekers.nl
Specialist in ontwerpen en realiseren van waterbehandelings-, werktuigbouwkundige en electrotechnische installaties in zwembaden en overige sport accommodaties.
Hospitality Group
Postbus 2186
3800 CD Amersfoort tel. 033 - 4625555 info@hospitality-group.nl www.hospitality-group.nl
Hospitality Consultants is een adviesbureau voor services, facilities en accommodaties. We adviseren opdrachtgevers bij visieontwikkeling, strategievorming, beheervormafwegingen, accommodatie en services-beleid, conceptontwikkeling, beheer en exploitatie tot en met het verwerven van diensten en de controle daarop in de vorm van contractmanagement. We hebben onze expertise en dienstverlening ondergebracht in competence-centers.
ICSadviseurs is een multidisciplinair adviesbureau op het grensvlak van organisatie en huisvesting. ICSadviseurs werkt vooral op het terrein van maatschappelijk vastgoed. Bij nieuwbouw renovatie of herstructurering van sporthallen, zwembaden of sportparken is voor ICSadviseurs de brede maatschappelijke insteek leidend. ICSadviseurs denkt vanuit de gebruiker mee over het gebouw, het gebied en de organisatie, vanaf de fase van visie en haalbaarheid en programma van eisen tot en met aanbesteding, realisatie, beheer en exploitatie.
Inducon staat al meer dan veertig jaar voor kwaliteit en realiseert projecten in binnen- en buitenland. Inducon levert maatwerk en denkt met u mee over ieder detail, om een robuuste en duurzame installatie te bouwen. Inducon biedt een totaaloplossing, en neemt het project vanaf advies tot aan onderhoud in opdracht met een gedreven team bestaande uit vakmensen.
InnoBeweegLab
Dit geldt ook voor de ondersteuning van gemeenten bij de integrale vormgeving, ontwikkeling en uitvoering van sportbeleid en accommodatievraagstukken. Kennisuitwisseling en het bevorderen van deskundigheid vormen belangrijke componenten bij deze ondersteuning.
Draaier
Manage to Manage adviseert op het gebied van management-, beleids- en organisatieontwikkeling en is al meer dan 15 jaar actief voor lokaal sportbeleid; de ontwikkeling en evaluatie.
B.A.S Begeleiding en Advies Sportterreinen
Deze ondersteunersrol als partner voor gemeenten op het beleidsveld sport en bewegen geeft Vereniging Sport en Gemeenten duurzaam bestaansrecht.
Pythagoraslaan 101 3584 BB Utrecht 030-6592333 info@draaijerpartners.nl www.draaijerpartners.nl Strategisch advies en projectmanagementbureau gericht op gebruikers en eigenaren van sportaccommodaties.
De vaste basis van sportactiviteiten of -wedstrijden is de vloer. Een vloer die onder alle omstandigheden optimaal moet presteren, vele tientallen jaren lang. Dát is het specialisme van Herculan. Als sport staat voor passie, dan deelt Herculan die passie voor sportvloeren. Als wereldspeler produceert Herculan al meer dan 25 jaar de perfecte vloer voor elke binnen- en buitensport.
Veemstraat 401 5617 AG Eindhoven 040 - 2025697 harmen@innobeweeglab.nl www.innobeweeglab.nl
André de Jeu Directeur Vereniging Sport en Gemeenten
InnoBeweegLab innoveert om sport, spel en bewegen vanzelfsprekend te maken. Samen met eindgebruikers, bedrijven, gemeenten en kennisinstellingen ontwikkelen we innovaties die leiden tot maatschappelijke én economische impact. InnoBeweegLab is een nationaal Sportinnovator centrum, onderdeel van stichting InnoSportLab Sport & Beweeg en actief
partner in het Brainport innovatiecluster ‘Sports & Technology’.
Janssen-Fritsen verzorgt de gehele inrichting van sporthallen, gymzalen en turnhallen. JF ontwikkelt en levert naast gymnastiek- en turntoestellen, ook sporten spelmateriaal. Op tal van EK’s, WK’s en Olympische Spelen is gebruik gemaakt van ons materiaal. Met een JF serviceabonnement blijft uw zaalinrichting in topconditie.
Kiwa ISA Sport doet onderzoek, geeft adviezen en verzorgt keuringen. Doelstelling: goede, duurzame en veilige sportvoorzieningen voor verschillende takken van sport garanderen. Opdrachtgevers zijn onder andere de sportbonden, bouwbedrijven, fabrikanten en overheden.
Koninklijke Sportfondsen Nederland B.V. Paasheuvelweg 3 1105 BE Amsterdam tel. 020 - 3550555 info@sportfondsen.nl www.sportfondsen.nl
Sportfondsen Groep is een private onderneming met een groepsomzet van circa € 110 miljoen, waar meer dan 3.000 medewerkers zich inzetten voor een vitaal Nederland. Sportfondsen exploiteert, via een 100-tal ondernemingen, meer dan 550 voorzieningen zoals zwembaden, sporthallen, ijsbanen, multifunctionele sportcentra en sociaal-culturele centra. Deze voorzieningen worden ondersteund door adviseurs en specialisten van het Sportfondsen Shared Services Center in Amsterdam.
Kragten B.V. is een onafhankelijk advies-, ontwerp en ingenieursbureau voor de openbare ruimte zonder belangen bij marktpartijen. Kragten heeft verschillende disciplines in huis zoals landschapsarchitectuur, stedenbouw, GIS, civiel- en cultuur techniek, kostendeskundigheid, (verkeers)planologie en sociologie. Met deze integrale blik wordt er naar ruimte gekeken en domein overstijgend gewerkt. Kragten geeft vorm aan ruimte in al haar verschijningsvormen en geeft ruimte een functie waarbij beleving,
ontmoeten, verbinden en het creëren van een vitale leefomgeving centraal staan.
KYBYS
Bosscheweg 107-08
5282 WV Boxtel tel. 0411 - 678055
bas.vanharen@kybys.nl www.kybys.nl
Van onderzoek en beleid, tot advies over aanleg of renovatie van sportvelden en -parken, KYBYS staat voor je klaar! Of je nu inzicht wil in behoefte en capaciteit of advies kan gebruiken over de aanleg of renovatie van sportvelden of -parken, KYBYS voorziet je van deskundig advies.
Sinds 1867, toonaangevend in de Nederlandse en Belgische zwembadbranche. Innovativiteit en duurzaamheid van filtersystemen. In-house engineeringafdeling en ontwikkeling van diverse attracties, golfslagmachines. 400-tal gerealiseerde projecten waaronder Tikibad1, De Tongelreep en Sportbedrijf Tilburg.
MetroXL produceert o.a. systemen ter bevordering van de akoestiek in een ruimte. MetroXL levert met de Pulastic Soundwall en de Poolsound oplossingen op maat. Elk Acoustiwall-systeem heeft specifieke eigenschappen en toepassingen, zowel voor sporthallen als voor zwembaden, in de ruimste zin van het woord. Bovendien bieden de systemen een groot aantal decoratieve mogelijkheden in de ruimte.
Advisering en engineering van vraagstukken op het gebied van sport en recreatie, waaronder haalbaarheidsonderzoek, exploitatiescreening, planbeoordeling, ontwerp, contractvorming, uitvoeringsbegeleiding en privatisering.
OLCO is een onafhankelijk bureau dat adviseert op het gebied van publieke gebouwen in het maatschappelijk vastgoed. Dit t.a.v. programma en gebruik, duurzame ontwikkeling en realisatie van projecten, met een specialisatie in onderwijs- en sportaccommodaties. Wij zijn met ons team werkzaam in Nederland en Vlaanderen. Voor ons is een succesvol gebouw een duurzaam gebouw waar gebruikers dag in dag uit met plezier bewegen, leren en werken. Onze expertise omvat de gehele vastgoedcyclus, van scenario analyses, haalbaarheidsstudie, programma van eisen, aanbesteding ontwerp en/of uitvoering, projectmanagement en bouwmanagement. Ook hebben wij exploitatie expertise in huis omdat wij vinden dat alle keuzes op effecten op lange termijn moeten zijn gebaseerd. Daarbij laten we ons niet inperken door vaste denkpatronen. We prikkelen om groots te denken om dit vervolgens binnen de meegegeven kaders concreet te maken.
Ontwerp, turn-key realisatie en exploitatie van overdekte sportaccommodaties, droge en natte sport, in de breedste zin van het woord. Zo’n 900 sportaccommodaties in West-Europa.
Al 50 jaar is Polyned dé producent van luchthallen en spankappen. Deze (tijdelijke) accommodatie wordt vaak toegepast als sportaccommodatie voor verenigingen en scholen. Als specialist en marktleider werken wij intensief samen diverse sportbonden en instanties om tot de perfecte duurzame oplossing te komen. In Nederland staan momenteel 75 luchthallen bij gemeenten en tennis/padel-, hockey-, voetbal-, korfbal-, handbal- en beachvolleybal verenigingen.
Sera Dataduiker
Raadhuisstraat 211 2406 AC Alphen aan den Rijn Tel. 0172-473430 info@dataduiker.nl www.dataduiker.nl
Dit is Sera Dataduiker. Zijn de processen van jouw zwembad al helemaal gestroomlijnd? Nee? Dan is het tijd voor Dataduiker! Dataduiker overziet alles wat er in het zwembad gebeurt. En dat is heel wat. Ticketverkoop, snackverkoop, abonnementenbeheer, inschrijven voor zwemlessen, toegangsbeheer, of het volgen van de vorderingen van leerlingen, een website, inkoop, verhuur, facturering tot en met boekhouding: SeraDataduiker regelt alles!
Design, comfort, duurzaam, naadloos en sterk. Talloze design en classic kleuren en decoratieve opties. Kenmerken van een Pulastic® sportvloer; de basis voor uw sportfaciliteiten!
Het Pulastic® team heeft 55 jaar ervaring in het ontwikkelen, produceren en installeren van Pulastic® sportvloeren. Kennis, kunde en jarenlange praktijkervaring stellen ons in staat om in binnen- en buitenland optimale kwaliteit te leveren voor elke opdrachtgever. Een Pulastic® sportvloer waar ook ter wereld staat voor topkwaliteit, een lange levensduur, maximale prestaties, een minimum aan blessures en veelzijdige toepassingsmogelijkheden!
In samenwerking met partners ontwikkelt en installeert het Pulastic® team beweegconcepten. Het Athletic Skills Model is een praktisch en wetenschappelijk onderbouwd ontwikkelingsmodel voor alle bewegers. Pulastic® Ledcourt is een beweegconcept waarbij gebruik gemaakt wordt van lichtlijnen waardoor bijvoorbeeld kinderen spelenderwijs kunnen sporten. Een houten vloer kan een sporthal een professionele en decoratieve uitstraling geven. De Pulastic® Woodgrain heeft het beste van twee werelden: het uiterlijk van een houten vloer en de naadloze, hygiënische normen van een Pulastic® sportvloer.
Maatschappelijk verantwoord ondernemer zijn en bijdragen aan een schoon leefklimaat. In onze overtuiging een organisatiebreed gedragen uitdaging. Wij willen meer dan MVO, ISO en Eurofins gecertificeerd zijn. Wij beseffen dat wij een verantwoordelijkheid hebben om daadwerkelijk een positieve bijdrage te leveren aan de wereld van vandaag én morgen.
SRO is maatschappelijk partner van gemeenten en staat midden in de samenleving. SRO bekijkt samen met gemeenten lokale vraagstukken en denkt mee over de strategische oplossingen daarvan. SRO doet dat op verschillende manieren. SRO beheert, onderhoudt en verhuurt niet alleen zwembaden, sportaccommodaties, sportparken en maatschappelijk vastgoed maar verzorgt ook de dienstverlening daaromheen. Op het gebied van sport en bewegen verzorgt SRO diverse projecten en programma’s.
STRAMAN is een adviesbureau gespecialiseerd in maatschappelijk vastgoed en de organisatie van mens en bedrijf daar omheen. Sportaccommodaties (zwembaden, sporthallen en ijsbanen) vormen een bijzondere specialiteit. Daarin bedrijven we topsport, en werken we aan kleine tot de grootste en meest prestigieuze projecten in Nederland. Voornamelijk in opdracht van gemeenten.
Sweco Nederland B.V. Postbus 203 3730 AE De Bilt tel. 088 - 8116600 info@sweco.nl www.sweco.nl
Sweco is een toonaangevend internationaal ontwerp-, advies- en managementbureau. Sweco levert adviezen en ingenieursdiensten met betrekking tot de stedelijke en natuurlijke leefomgeving, multimodale mobiliteit, schoon water en energie. Samen met haar klanten en erkende kennisinstituten plant en realiseert Sweco duurzame, haalbare oplossingen.
Synarchis Advies Groep Kade 52 3371 EP Hardinxveld - Giessendam tel. 0184 - 616544 / 06-20296300 info@synarchis.nl www.synarchis.nl
Synarchis is een onafhankelijk en innovatief adviesbureau dat vanuit een bestuurs-, bedrijfs- en bouwkundig perspectief partijen ondersteunt bij het ontwikkelen, realiseren, beheren en exploiteren van maatschappelijke voorzieningen.
Het beleidsterrein ‘Sport en bewegen’ is van groot belang voor het algemeen welzijn van burgers. Sport- en beweegactiviteiten bieden mogelijkheden tot talentontwikkeling, een zinvolle vrijetijdsbesteding, actieve deelname aan de maatschappij en het bevorderen van de gezondheid.
Techonomy Sports Torenallee 3 5617 BA Eindhoven 040-7820003 info@techonomy.nl www.techonomy.nl
Gemeenten vervullen een belangrijke rol als het om sport en bewegen in Nederland gaat. Als regisseur door middel van voorwaardenscheppend beleid en als financier van de vele sportaccommodaties die ons land rijk is. Zorgen dat sport- en beweegactiviteiten voor alle burgers toegankelijk, in de buurt aanwezig en veilig zijn, vormen samen met het stimuleren van een gezonde levensstijl, speerpunten. Ook is ‘Sport en bewegen’ een waardevolle partner om doelstellingen op andere beleidsvelden te realiseren, zoals onderwijs, zorg, stedelijke ontwikkeling en citymarketing.
Mensen blijven verrassen met alle digitale en creatieve mogelijkheden is wat Techonomy het liefst doet. Met een team van 70+ specialisten vormt Techonomy die extra collega om technologie, data en creativiteit extreem te verbeteren. Samen leren, ontwikkelen, designen, bouwen en echt resultaat boeken in marketing en sales. Sport stroomt bij Techonomy door het bloed en dat zie je overal in terug, zowel in het klantenportfolio als in de mensen.
Tien Organisatieadvies BV
Het brede belang van sport en bewegen vergt blijvende en specifieke aandacht van onze gemeenten. Of het nu gaat om breedtesport of topsport, om georganiseerde of ongeorganiseerde activiteiten, om sport als doel of om sport- en beweegactiviteiten als middel.
Tien organisatieadvies adviseert op het gebied van sport- en vrijetijdsbeleid, in- en externe verzelfstandiging en privatisering en beheer & ex ploitatie. Voor exploitatieonderzoek wordt het SIAM gebruikt. Tien organisatieadvies geeft concreet vorm en inhoud aan (gemeentelijk) sportbeleid en vertaalt dit naar een passende vorm van beheer en een efficiënte exploitatie.
Dit geldt ook voor de ondersteuning van gemeenten bij de integrale vormgeving, ontwikkeling en uitvoering van sportbeleid en accommodatievraagstukken. Kennisuitwisseling en het bevorderen van deskundigheid vormen belangrijke componenten bij deze ondersteuning.
Treem is een adviesbureau gericht op het haalbaar en effectief maken van (sport-) accommodaties in de breedste zin van het woord. Onze visie is dat gebouw, inhoudelijke deskundigheid en lokale betrokkenheid onmisbare ingrediënten zijn om dat doel te bereiken en dat de invulling daarvan altijd lokaal-specifiek moet worden ingericht. Of het nu gaat om sportvoorzieningen als zwembaden en sporthallen of om ander maatschappelijk vastgoed, Treem kan het volledige proces begeleiden of ondersteunen, van visie- en definitievorming, haalbaarheidsonderzoek, projectmanagement, aanbestedingsbegeleiding, ontwerp- en realisatiebegeleiding tot en met advies op het gebied van beheer en exploitatie.
ANDRÉ DE JEU
Kop
Trenomat - De Graaf en van Stijn B.V.
Postbus 32 2420 AA Nieuwkoop Transportweg 46 2421 LS Nieuwkoop tel. 0172-579720 pvstijn@trenomat.nl www.trenomat.nl
Specialist in het leveren, monteren en onderhouden van beweegbare, akoestische Trenomat wanden. Inclusief de mogelijkheid tot uitvoeren van geluidsmetingen, berekeningen en het geven van een algeheel oplossingsgericht akoestisch totaaladvies op maat. Leverancier van akoestische totaaloplossingen, met een garantie op het behalen van de nagalmtijd volgens de norm.
Als bouwer van maatschappelijk vastgoed dragen wij graag bij aan een beter milieu, door duurzame gebouwen te realiseren voor sport, onderwijs en hulpdiensten. Wij willen werken aan een leefbare, gezonde maatschappij waarin er waarde wordt gecreëerd voor onze opdrachtgevers én de omgeving. Bewust omgaan met grondstoffen en bouwmaterialen, het verminderen van energieverbruik en het voorkomen van afval staan hierbij centraal. Uiteraard richten we hierbij ook de eigen organisatie zo duurzaam mogelijk in.
Het ter plaatse (insitu), met gewoon keukenzout, fabriceren van het desinfectiemiddel natriumhypochloriet en zuur op een veilige en milieuvriendelijke manier.
Van Dorp Zwembadtechniek
betrouwbare partner voor een toekomst bestendig zwembad. Eén partij voor al uw zwembadtechniek: klimaatbeheersing, waterbehandeling, elektrotechniek, verduurzaming, engineering, verwarming, service en nog veel meer. Van Dorp Zwembadtechniek beheerst iedere discipline die voor de nieuwbouw, de renovatie of het onderhoud van zwembaden relevant is en richt zich op duurzame, toekomstbestendige zwembaden, zodat bezoekers kunnen genieten van meer comfort en eigenaren profiteren van lagere kosten op termijn. Zo is Van Dorp Zwembadtechniek de drijvende kracht achter duurzame zwembaden. Door zijn brede expertise kan Van Dorp Zwembadtechniek rekening houden met de onderlinge samenhang tussen de verschillende installaties in uw zwembad, waardoor uw systemen optimaal functioneren. Daarbij is verduurzaming een belangrijke pijler van de dienstverlening. Bij de duurzame zwembadconcepten zet Van Dorp Zwembadtechniek in op besparing en duurzame energiebronnen om uw zwembad klaar te maken voor de toekomst. De Drijvende kracht achter duurzame zwembaden!
Veilige Sportvloer.nl is gespecialiseerd in het veilig maken en houden alsmede het reinigen van diverse vloeren, met name maar niet uitsluitend sportvloeren, het leveren van toebehoren alsmede de handel in producten gerelateerd aan (sport)vloeren.
Van Norel Bouwgroep richt zich op het ontwikkelen, uitvoeren, beheren en onderhouden van bouwprojecten op het gebied van wonen, zorg, werken, recreeren en industrie. Opdrachten komen voort uit design&build, bouwteam en (Europese) aanbesteding. De markt wordt over de gehele breedte bediend. Van grootschalige utiliteit en projecten met een multifunctioneel karakter tot de particuliere opdrachtgever voor nieuwbouw, verbouw, restauratie of onderhoud. In het aan Van Norel Bouwgroep gelieerde De Haag b.v. worden uiteenlopende projectontwikkelingsactiviteiten ontplooid.
Variopool BV
Haarspit 3
Wind Design + Build BV
Burgemeester Wuiteweg 35 9203 KA Drachten tel. 0512-571471 r.wind@winddesignbuild.nl www.winddesignbuild.nl
Wind Design + Build is gespecialiseerd in het turn-key realiseren van complete huisvestingsvraagstukken met een specialisatie in de sportsector. Dit kan zowel een nieuwbouw als renovatieopgaaf zijn. Het ontzorgen van opdrachtgevers is het doel. Creativiteit is de onderlegger van de strategie.
Deze ondersteunersrol als partner voor gemeenten op het beleidsveld sport en bewegen geeft Vereniging Sport en Gemeenten duurzaam bestaansrecht.
Staarten 8 5281 PL Boxtel tel. 088-2501001 zwembadtechniek@vandorp.eu www.vandorp.eu Van Dorp Zwembadtechniek is de
1724 BG Oudkarspel tel. 0226 - 333000 info@variopool.nl www.variopool.nl Beweegbare zwembadbodems en keerwanden, dat is de specialiteit van Variopool. Variopool is marktleider en expert op het gebied van beweegbare zwembadbodems en keerwanden in zwembaden. Al bijna een halve eeuw lopen kwaliteit, veiligheid en duurzaamheid door de bedrijfsvoering van Variopool heen en heeft het bedrijf wereldwijd al vele projecten geïnstalleerd.
André de Jeu Directeur Vereniging Sport en Gemeenten
AKOESTISCHE OPLOSSINGEN
VOOR EEN BETERE BELEVING VAN UW RUIMTE
Specialist in maatwerk Beste kwaliteit & service Meer dan 50 jaar ervaring
SCHEIDINGSWAND TRIPLE COMFORT
Akoestische scheidingswanden Trenomat Triple Comfort Uitstekende geluidsabsorptie, over het gehele wandoppervlak, ongeëvenaarde geluidsisolatie
Esthetisch aantrekkelijke akoestische voorzetwanden en diverse maatwerkoplossingen, voor verbetering van de ruimteakoestiek èn de uitstraling in uw sportaccommodatie.
AKOESTISCHE VOORZETWANDEN EN MEER
AKOESTISCHE TOTAALOPLOSSINGEN
Akoestische metingen, berekeningen, adviezen en leveringen op maat, met een garantie op het gewenste eindresultaat volgens de NOC*NSF norm.
Gemeenteleden
Aa en Hunze • Aalsmeer • Aalten • Achtkarspelen • Alblasserdam • Albrandswaard • Alkmaar • Almelo • Almere • Alphen aan den Rijn • Altena • Amersfoort • Amstelveen
• Dalfsen • Dantumadeel • De Bilt • De Fryske Marren • De Ronde Venen • De Wolden • Delft • Den Haag • Den Helder • Deventer • Diemen • Dinkelland • Doetinchem