MedZ vakblad voor de praktijkhoudende huisarts
jaar 5 • #1 • 2018
Het kostte wat overredingskracht om Heleen Dupuis te strikken voor een gesprek over privacy naar aanleiding van de nieuwe Wet op de Inlichtingen - en Veiligheidsdiensten (ook wel sleepwet genoemd). Ho nog steeds actief is in haar vak, houdt de oud-senator en voormalig hoogleraar medische ethiek de Haagse actualiteit niet meer tot achter de komma bij. Maar de passie voor haar vak zit diep, en er begon to te kriebelen. Als ze dan toch haar mening moest geven over de sleepwet en de gevolgen daarvan voor de privacy, wilde ze wel goed beslagen ten ijs komen. Dus ging ze op internet op zoek naar de wettekst en ve ze zich met veel plezier in de commentaren. Die bevlogenheid is terug te voeren op haar opvoeding in een huisartsengezin. Vader Dupuis begon op 10 mei 1945 zijn huisartsenpraktijk in een arbeiderswijk in R dam - een paar weken voor de geboorte van Heleen. Door weer en wind op een fiets met houten banden op huisbezoek bij een uitgehongerde bevolking. Het was vlak na de hongerwinter, dus kanker en diabetes k nauwelijks voor; infectieziekten wel. En een jaar later vooral: veel bevallingen. Dokter Dupuis was een vooruitstrevend man met een groot sociaal hart. In een tijd dat er nog maar weinig bekend was over antic tie, begon hij in de strijd tegen ongewenste zwangerschappen zijn eigen anticonceptiespreekuur. De kleine Heleen ging al vroeg mee op huisbezoek. Ze herinnert zich nog goed de armoede. Hele gezinnen in woningen met maar één kraan in de keuken die ook dienstdeed als badkamer. Dat maakte veel indruk. ‘Wij hadden praktijk aan huis. Om acht uur was het fondsspreekuur, en moesten wij ons als kinderen patiënten heen wringen om bij onze fietsen te komen. Dan krijg je het nodige mee.’ Bovendien werden aan tafel vaak gesprekken gevoerd over medische kwesties. Dat alles legde niet alleen de basis voo belangstelling voor de gezondheidszorg, maar bracht haar ook gevoel bij voor de praktijk van zorgverlening. Iets wat haar in haar latere werk goed van pas kwam. Bijvoorbeeld toen ze zich als lid van de Eerste moest buigen over het Elektronisch Patiënten Dossier, dat mede dankzij haar verzet in 2011 naar de prullenbak werd verwezen. Dupuis had sterke twijfels bij dit plan. Niet alleen omdat het niet veilig was ook omdat ze vermoedde dat het niet werkbaar was. Je kunt van een huisarts niet verwachten dat die 3.000 gedetailleerde samenvattingen van patiëntendossiers gaat schrijven, vindt ze. Dupuis heeft zic sterk gemaakt voor werkbare regels voor huisartsen, als de beroepsgroep die aan de basis staat van goede zorg. ‘Bewindspersonen richten zich teveel op ziekenhuisgeneeskunde. Terwijl het echte werk geb het basale niveau. Als je één ding moet doen om de zorg goed te laten werken en niet te duur te maken, is het wel: de huisarts maximaal ondersteunen en in ere houden. Dat is niet altijd gebeurd. Huisartsen gek van de bureaucratie en de idiote eisen van zorgverzekeraars op het gebied van rapportage. Ik hoop dat de nieuwe minister, Bruno Bruins, daar verandering in aan gaat brengen. Het domste wat je kunt huisartsen en hun zorgen negeren en hen belasten met dingen die niet relevant zijn voor hun werk en dit zelfs belemmeren.’ Ze heeft naar eigen zeggen ‘maximale sympathie’ voor huisartsen. Maar dat w zeggen dat ze het in alles met hen eens is. Zo heeft ze weinig begrip voor de emoties rondom de sleepwet. De angst dat deze wet een einde maakt aan het beroepsgeheim en daarmee aan de privacy van de p deelt zij absoluut niet. Integendeel. Iedereen die dat roept, heeft het volgens haar niet goed begrepen. Voor de goede orde: als ethica hecht Dupuis veel waarde aan de privacy en het beroepsgeheim in de gezon zorg. ‘Privacy is een grondrecht. De bescherming van de persoonlijke levenssfeer is geregeld in artikel 10 van de Grondwet. Dat recht weegt dus zeer zwaar. Het beroepsgeheim, ook wel zwijgplicht genoemd veel ouder. Mensen denken vaak dat het uit de eed van Hippocrates afkomstig is, maar dat gaat terug op een nog oudere tekst van de Pythagoreërs. Respect voor de privacy van de artsen is altijd een we onderdeel van het doktersvak geweest. En terecht. Medische gegevens behoren tot de meest persoonlijke gegevens van een mens. Daar moeten we zuinig op zijn en zorgvuldig mee omgaan.’ Het belang van is dus groot, stelt Dupuis. Maar het is niet onbeperkt. De beperking ligt in de belangen van de ander. ‘Zoals alles in de ethiek draait het ook hier om een afweging van belangen. In dit geval het belang van inl gen - en veiligheidsdiensten om informatie op te vragen over mensen tegen wie een ernstige verdenking bestaat van betrokkenheid bij terroristische activiteiten. Als dat echt aan de orde is, moet het kunn het beroepsgeheim overruled wordt en dat er inbreuk gemaakt wordt op de privacy van patiënten.’ Als belangen botsen is het zaak daar een goede balans in te zoeken, stelt Dupuis. ‘Dat is ingewikkeld, m hele medische ethiek hangt aan elkaar van ingewikkelde afwegingen en compromissen. Wat doe je bijvoorbeeld als arts als iemand een seksueel overdraagbare aandoening heeft en dat niet aan zijn part vertellen, terwijl die partner ook jouw patiënt is? Dat hoort tot de normale vragen waar je als arts mee te maken krijgt. Artsen en advocaten zijn professionals die met de grote levensvragen te maken hebben afwegingen moeten maken tussen belangen die daaruit voortvloeien. Als je daar weg van wilt blijven, moet je een ander vak kiezen.’ Bij de sleepwet is er sprake van twee belangen: dat van de patiënt en ‘het alg belang’. Het zoeken naar een balans is in dit geval goed gedaan, meent Dupuis. De reactie van de beroepsgroep is in haar optiek dan ook overtrokken en niet gebaseerd op feiten. Ze vermoedt dat de weersta artsen tegen de sleepwet komt doordat de meesten de wettekst niet zelf gelezen hebben en dus niet precies weten waar ze over praten. Dat leidt tot allerlei misverstanden, zoals het idee dat de AIVD ‘z inzage kan eisen in patiëntengegevens. ‘Dat is echt onzin. Er moet echt wel iets aan de hand zijn voordat de AIVD op de stoep staat. Daar gaat een heel traject aan vooraf. Het begint ermee dat er sprak zijn van een ernstig vermoeden van betrokkenheid bij terroristische activiteiten. Vervolgens moet de AIVD een verzoek indienen bij de minister om gegevens in te mogen zien. Dan kijkt een onafhankelijke toe commissie of dit verzoek terecht is. Als dat verzoek wordt gehonoreerd, buigt een commissie van toezicht zich achteraf nog eens over de vraag of de toestemming terecht is verleend. Er zijn dus versch mechanismen ingebouwd om te zorgen dat dit zorgvuldig gebeurt. Er is vooraf en achteraf sprake van toetsing. Dat is echt keurig. Ik begrijp de verontwaardiging van artsen dan ook niet.’ Bang dat de w zorgmijding zal leiden, is ze ook niet. ‘Een arts is verplicht mensen in nood te helpen. Dat was zo en dat blijft zo. De sleepwet sluit het geven van goede zorg op geen enkele wijze uit.’ Ook de roep van art een uitzonderingspositie in de vorm van verschoningsrecht, zoals advocaten hebben, stuit bij Dupuis op onbegrip. Nergens voor nodig om dat in de wet te zetten, want dat recht bestaat voor artsen nam ‘Een arts kan niet gedwongen worden het beroepsgeheim te doorbreken, ook niet als dat van rechtswege wordt gevraagd. Of het nu conventie is of ergens zwart op wit staat, in de praktijk hebben artsen he om informatie over hun patiënten voor zichzelf te houden.’ Kortom: volgens Heleen Dupuis hijsen artsen ten onrechte de stormvlag. Afgezien daarvan lijkt het haar ook nog eens een academische discussie. hoe waarschijnlijk is het nu helemaal dat medische data een cruciale rol spelen bij het opsporen van terroristen? ‘Ik waardeer het dat huisartsen nadenken over hun vak en de zorg, maar ik verwacht dat de sl voor deze beroepsgroep geen issue zal zijn. Ook niet voor specialisten, met uitzondering van professionals op de spoedeisende hulp. Het is zeer wel denkbaar dat inlichtingen - en veiligheidsdiensten geïnter zijn in dingen die daar passeren, en in die hoek verwacht ik de komende tijd dan ook wel beweging. Maar de kans dat je als huisarts de AIVD op bezoek krijgt, lijkt mij verwaarloosbaar. Internet vormt een veel bedreiging voor de privacy dan deze wet. Een goede dataminer kan op basis van social media een heel profiel van mensen maken. Om nog maar te zwijgen over het risico op hacken, zeker met het LSP. Daar me als arts meer zorgen over maken dan over de sleepwet!’ Het kostte wat overredingskracht om Heleen Dupuis te strikken voor een gesprek over privacy naar aanleiding van de nieuwe Wet op de Inlichting Veiligheidsdiensten (ook wel sleepwet genoemd). Hoewel ze nog steeds actief is in haar vak, houdt de oud-senator en voormalig hoogleraar medische ethiek de Haagse actualiteit niet meer tot achter de kom Maar de passie voor haar vak zit diep, en er begon toch iets te kriebelen. Als ze dan toch haar mening moest geven over de sleepwet en de gevolgen daarvan voor de privacy, wilde ze wel goed beslagen ten ijs Dus ging ze op internet op zoek naar de wettekst en verdiepte ze zich met veel plezier in de commentaren. Die bevlogenheid is terug te voeren op haar opvoeding in een huisartsengezin. Vader Dupuis bego mei 1945 zijn huisartsenpraktijk in een arbeiderswijk in Rotterdam - een paar weken voor de geboorte van Heleen. Door weer en wind op een fiets met houten banden op huisbezoek bij een uitgehongerde bev Het was vlak na de hongerwinter, dus kanker en diabetes kwamen nauwelijks voor; infectieziekten wel. En een jaar later vooral: veel bevallingen. Dokter Dupuis was een vooruitstrevend man met een groot hart. In een tijd dat er nog maar weinig bekend was over anticonceptie, begon hij in de strijd tegen ongewenste zwangerschappen zijn eigen anticonceptiespreekuur. De kleine Heleen ging al vroeg huisbezoek. Ze herinnert zich nog goed de armoede. Hele gezinnen in kleine woningen met maar één kraan in de keuken die ook dienstdeed als badkamer. Dat maakte veel indruk. ‘Wij hadden praktijk aa Om acht uur was het fondsspreekuur, en moesten wij ons als kinderen door de patiënten heen wringen om bij onze fietsen te komen. Dan krijg je het nodige mee.’ Bovendien werden aan tafel vaak gesprekken over medische kwesties. Dat alles legde niet alleen de basis voor haar belangstelling voor de gezondheidszorg, maar bracht haar ook gevoel bij voor de praktijk van zorgverlening. Iets wat haar in haar latere we van pas kwam. Bijvoorbeeld toen ze zich als lid van de Eerste Kamer moest buigen over het Elektronisch Patiënten Dossier, dat mede dankzij haar verzet in 2011 naar de prullenbak werd verwezen. Dup sterke twijfels bij dit plan. Niet alleen omdat het niet veilig was, maar ook omdat ze vermoedde dat het niet werkbaar was. Je kunt van een huisarts niet verwachten dat die 3.000 gedetailleerde samenvat van patiëntendossiers gaat schrijven, vindt ze. Dupuis heeft zich altijd sterk gemaakt voor werkbare regels voor huisartsen, als de beroepsgroep die aan de basis staat van goede zorg. ‘Bewindspersonen richte teveel op ziekenhuisgeneeskunde. Terwijl het echte werk gebeurt op het basale niveau. Als je één ding moet doen om de zorg goed te laten werken en niet te duur te maken, is het wel: de huisarts maximaal ond nen en in ere houden. Dat is niet altijd gebeurd. Huisartsen worden gek van de bureaucratie en de idiote eisen van zorgverzekeraars op het gebied van rapportage. Ik hoop dat de nieuwe minister, Bruno B daar verandering in aan gaat brengen. Het domste wat je kunt doen is huisartsen en hun zorgen negeren en hen belasten met dingen die niet relevant zijn voor hun werk en dit zelfs belemmeren.’ Ze heef eigen zeggen ‘maximale sympathie’ voor huisartsen. Maar dat wil niet zeggen dat ze het in alles met hen eens is. Zo heeft ze weinig begrip voor de emoties rondom de sleepwet. De angst dat deze wet ee maakt aan het beroepsgeheim en daarmee aan de privacy van de patiënt, deelt zij absoluut niet. Integendeel. Iedereen die dat roept, heeft het volgens haar niet goed begrepen. Voor de goede orde: als ethica Dupuis veel waarde aan de privacy en het beroepsgeheim in de gezondheidszorg. ‘Privacy is een grondrecht. De bescherming van de persoonlijke levenssfeer is geregeld in artikel 10 van de Grondwet. Dat recht dus zeer zwaar. Het beroepsgeheim, ook wel zwijgplicht genoemd, is nog veel ouder. Mensen denken vaak dat het uit de eed van Hippocrates afkomstig is, maar dat gaat terug op een nog oudere tekst van de Py reërs. Respect voor de privacy van de artsen is altijd een wezenlijk onderdeel van het doktersvak geweest. En terecht. Medische gegevens behoren tot de meest persoonlijke gegevens van een mens. Daar moe zuinig op zijn en zorgvuldig mee omgaan.’ Het belang van privacy is dus groot, stelt Dupuis. Maar het is niet onbeperkt. De beperking ligt in de belangen van de ander. ‘Zoals alles in de ethiek draait het o om een afweging van belangen. In dit geval het belang van inlichtingen - en veiligheidsdiensten om informatie op te vragen over mensen tegen wie een ernstige verdenking bestaat van betrokkenheid bij terrori activiteiten. Als dat echt aan de orde is, moet het kunnen dat het beroepsgeheim overruled wordt en dat er inbreuk gemaakt wordt op de privacy van patiënten.’ Als belangen botsen is het zaak daar een balans in te zoeken, stelt Dupuis. ‘Dat is ingewikkeld, maar de hele medische ethiek hangt aan elkaar van ingewikkelde afwegingen en compromissen. Wat doe je bijvoorbeeld als arts als iemand een s overdraagbare aandoening heeft en dat niet aan zijn partner wil vertellen, terwijl die partner ook jouw patiënt is? Dat hoort tot de normale vragen waar je als arts mee te maken krijgt. Artsen en advocat
Is uw HIS wel altijd volledig?
Privacy