Marathon Magzine editie 1 2024 DEF klein

Page 1


MARATHON MAGAZINE

COLUMN

Kippenvel

Wat was het een feest eind januari op de Weissensee! Een feest met alle aspecten die de Alternatieve Elfstedentocht zo uniek maken. Vier toertochten, vier wedstrijden, de Family Eismarathon, de Blarenballen, de bingo en vooral de duizenden schaatsers, gewoon weer terug op de Weissensee. Dat geeft maar weer eens aan hoe flexibel onze schaatser is. Na twee jaren zonder (2021 en 2022) en een jaar met slechts een half programma (2023), keerden jullie massaal terug naar het Oostenrijkse ijs.

Het schaatsen leeft en de Nederlandse schaatser hunkert naar natuurijs. Vriest het een paar dagen in Nederland, dan worden de schaatsen prompt uit het vet gehaald. Datzelfde gevoel zag en beleefde ik op de Weissensee. De spanning bij de rijdersbijeenkomst, het aftellen naar het verlossende ‘it giet oan’, de ontlading en feeststemming, de start in de schemering, de emotie bij de finish en op het Blarenbal. Zo veel kippenvelmomenten.

Het was ook het jaar zonder Toine Doreleijers. Toine was meer dan 25 jaar betrokken bij de organisatie, in diverse

rollen, waarvan de laatste 15 jaar als voorzitter. Uiteraard zijn we hem zeer dankbaar voor z’n betrokkenheid en bevlogenheid. Onveranderd enthousiast heeft het volledige team vrijwilligers, samen met de gemeente Weissensee en het ijsteam van Norbert Jank, de editie van 2024 vormgegeven. Dat smaakt naar meer. Met de juiste ingrediënten, vorst en onze organisatie, zijn we in staat om een prachtig evenement neer te zetten.

De belangrijkste factor is en blijft natuurlijk de deelnemer, de schaatser, jij. Zonder deelnemers geen evenement. Daarom bedank ik iedereen voor de deelname, het enthousiasme en het vertrouwen in de organisatie. Wij gaan voor een nog mooiere editie in 2025, de 35e keer op de Weissensee.

Ik wens je een mooie sportzomer toe, koester je herinneringen aan afgelopen winter en hopelijk kijk je uit naar een mooie uitdaging op de Weissensee in 2025.

Groet, Hendrik-Jan

COLOFON

Marathon Magazine is een gratis uitgave voor alle bij de Alternatieve Elfstedentocht Weissensee aangesloten schaatsliefhebbers. Het magazine verschijnt drie keer per jaar.

Uitgever

Stichting Wintersporten, Postbus 345, 5550 AH Valkenswaard info@weissensee.nl

Hoofd- en eindredactie

Aukje Schappin / Studio Helderder aukje@studiohelderder.nl

Redactie

Jessica Merkens, Menno Hessels, Hendrik-Jan van den Bogaart, Eefje van de Bor en Aukje Schappin

Fotografie

Tenzij anders vermeld illustratief beeldmateriaal Ben Mobach

Vormgeving

Ben Mobach / AriëS Grafische vormgeving ben.mobach@ariesgv.nl

Druk en verzending

Drukkerij Schoenmakers b.v. www.schoenmakers.com

© 2024 Uitgever en redactie dragen geen verantwoordelijkheid voor inhoud van advertenties, meehechters, bijsluiters en dergelijke.

03 Column

06 Hendrik-Jan van den Bogaart

Achter de schermen is hij al vijftien jaar actief op de Weissensee. De hoogste tijd om onze voorzitter eens aan de tand te voelen.

10 Weissensees mooiste

12 De tocht van...

13 Korte berichten

14 De nieuwe generatie wint

Als je voor de allereerste keer een wedstrijd wint, laat het dan maar meteen de Alternatieve Elfstedentocht zijn. Dat is slechts voor een select groepje schaatsers weggelegd. Toch gebeurde het dit jaar twee keer. De jonge Tessa Snoek en Christian Haasjes sleepten de overwinning binnen op de Weissensee.

22 De tocht van...

24 Toine, bedankt

36 De eerste keer als toerrijder

Toen ik vorig jaar mijn laatste slagen als wedstrijdrijder maakte op de Weissensee wist ik één ding zeker. Die 200 kilometer, die ga ik echt niet meer rijden. Want eerlijk is eerlijk, de de wedstrijd is maar voor één persoon echt leuk: de winnaar. Toch stapte ik één jaar na dato ‘gewoon’ weer op het ijs voor mijn allereerste toertocht.

42 De tocht van...

43 Korte berichten

44 Weissensees mooiste

46 Avontuurlijke drielandentour

26 Vroor het maar wat vaker Ook tijdens kwakkelwinters kan het. Vaak maar twee dagen, maar toch. Ik ben dan altijd ziek. Schaatskoorts.

29 Korte berichten

30 Weissensees mooiste

32 Broer en zus op de Weissensee

Op 28 januari 2024 vertrok ik, samen met mijn broer Cor en beste vriendin en schaatsmaatje Heidi, naar Techendorf, het kleine plaatsje aan de Weissensee en hét decor van de Alternatieve Elfstedentocht.

34 De tocht van...

Ontdek Oostenrijk, Slovenië en Italië op de fiets!

48 Van heinde en verre

Steeds meer schaatsers uit andere landen weten de Weissensee te vinden. Wie zijn zij, en hoe zijn zij hier terechtgekomen?

51 AEW lentepuzzel

ILLUSTRATIE COVER

Twee weken durend ijsfeest op het zonovergoten ijs van de Weissensee. Alles was weer zoals het hoort te zijn: vier toertochten, vier wedstrijden, de Family Eismarathon, de Blarenballen, de bingo en vooral de duizenden schaatsers.

Hendrik-Jan van den Bogaart

‘De start van de toertocht om zeven uur blijft magisch met al die lampjes in het donker’

Achter de schermen is Hendrik-Jan van den Bogaart al vijftien jaar actief op de Weissensee. De hoogste tijd om onze voorzitter eens aan de tand te voelen. Wat is zijn band met de Alternatieve Elfstedentocht? Hoe gaat het er achter de schermen aan toe? En welke uitdagingen ziet hij voor de toekomst?

Toine Doreleijers is gestopt als bestuurslid, hij was voor velen het gezicht van de Weissensee. Jij wil liever niet op de voorgrond treden. Waarom is dat?

‘Voor veel mensen kwam het besluit van Toine als donderslag bij heldere hemel. Maar het is geen besluit geweest van eergisteren op gisteren. Het was weldoordacht, daardoor was het voor mij geen verrassing. Wij hadden het samen zo verdeeld dat hij het gezicht naar buiten was en ik operationeel verantwoordelijk. Nu hij gestopt is wil ik helemaal niet ‘het nieuwe gezicht’ zijn. Ik vind het belangrijk dat het evenement zichzelf draagt en niet aan één of twee mensen opgehangen wordt. We doen dit met een heel team van vrijwilligers. Dat ik daar sturing aan geef is misschien toeval en leuk, maar ik hoef geen gezicht te zijn voor de deelnemers. Ik kom uit ’t zuiden, ben zelf geen schaatser - meer een wielrenner. Daarom

wilde ik ook niet de rijdersbijeenkomst leiden. Dat heeft Tamara dit jaar gedaan, één van de vrijwilligers die ook schaatst en weet hoe het is om 200 kilometer te schaatsen. Zij staat geloofwaardiger op het podium dan ik. De deelnemers moeten zich herkennen in het hele evenement, vind ik.’

Hoe vind je het dat je met dit interview een beetje uit je anonieme rol getrokken wordt?

‘Tsja… Haha. Ik vind het vooral belangrijk om aan te geven hoe de organisatie eruit ziet, dat ik daar niet alleen sta maar met een heel team. En zonder dat team kun je helemaal niks.’

Wat maakt de Alternatieve Elfstedentocht speciaal?

‘We zijn met meer dan 4.000 schaatsers in het buitenland en bouwen daar een compleet Nederlands

festijn. Met alle toeschouwers erbij ben je daar met een community van 8.000 in een klein dorpje waar normaal maar 700 mensen wonen. En dan neem je eigenlijk het hele dorp over met alle Nederlandse schaatsers. En dat organiseren we allemaal met Nederlandse vrijwilligers. Die combinatie maakt het evenement uniek.’

Je hebt vanuit organisatorisch oogpunt meerdere Olympische Spelen meegemaakt. Welke verschillen zie je?

‘De Olympische Spelen zijn natuurlijk veel groter en op een heel andere schaal georganiseerd. Misschien wel overdreven professioneel. In de basis kun je ons evenement wel vergelijken met de Spelen. Het is ook ooit begonnen met de gedachte dat sporten voor iedereen is, met de beroemde slogan van Pierre de Coubertin: ‘Meedoen is belangrijker dan winnen’. Natuurlijk zijn de Spelen steeds verder af gaan staan van de oorspronkelijke gedachte. En dan heb je ons evenement, waarbij

de schaatser nog steeds centraal staat. Wat mij betreft blijft dat ook altijd zo. Dat is waar we het voor doen, waar we alles voor opbouwen, onderhouden en weer afbreken. Als we bij de rijdersbijeenkomst de gespannen deelnemers zien, de vreugde en emotie bij de finish en als kers op de taart de ontlading op het Blarenbal, dan weten we precies waar we het voor doen. Dat creëert een bijzondere sfeer.’

Hoe zou je die sfeer omschrijven?

Een soort gemeenschapsgevoel?

‘Precies dat. Je bouwt met z’n allen iets op wat er nog niet is, met als gemeenschappelijk doel de deelnemer aan de Alternatieve Elfstedentocht Weissensee. Je bent echt samen iets aan het bouwen. En dan ’s avonds allemaal voldaan een borreltje en hapje en de volgende dag weer knallen met z’n allen. Geen dag is hetzelfde. Soms moet er plotseling sneeuw geruimd worden of moeten we een toertocht verzetten. Dat vraagt flexibiliteit. Maar iedereen zet z’n

schouders eronder. Hoe wij daar als team mee omgaan is uniek. Dat heb ik bij geen enkel ander evenement meegemaakt.’

Hoe ben je op de Weissensee terecht gekomen?

‘In 2009 ben ik door het bestuur toentertijd gevraagd om eens te kijken wat er allemaal mogelijk was, gezien mijn ervaring met de Spelen. Logistiek, maar ook vanuit de beleving van de deelnemers. Ik trof wel een ander evenement aan dan nu. Het kon zo zijn dat je daar als deelnemer aankwam en de organisatietent de hele dag dicht was. Dat kon anders. Samen met Toine vormden wij vanaf 2010 het bestuur. Toen hebben we meteen de omslag gemaakt met het Holland Heineken Huis in ons achterhoofd, waarbij je vriendelijke mensen inzet die echt klantgericht bezig zijn. We begonnen met een andere sfeer, andere openingstijden, andere gezichten. Met als duidelijk uitgangspunt dat we het allemaal doen voor de deelnemer. Die is een jaar lang bezig om te trainen, schrijft zich in, heeft er ontzettend veel zin in. Stapt in de auto, is nerveus. Die moet in een warm bad ontvangen worden door een klantvriendelijke organisatie. Dat is wel een metamorfose geweest.’

Terugkijkend, waar ben je het meest trots op?

‘Dat we het evenement verder hebben kunnen professionaliseren zonder het familiaire gemeenschapsgevoel te verliezen. Van de poffertjeskraam tot aan je tas die je de hele dag naast je bankje kan laten staan zonder dat iemand zich erom bekommert. En wat ik ook uniek vind aan de Alternatieve Elfstedentocht is de combinatie van topsport met breedtesport, hoe zij elkaar gevonden hebben. Ik merk in de loop der tijd ook meer respect voor elkaar, dat is van beide kanten erg positief.’

Wat wil je in de toekomst nog verbeteren?

‘Wat ik dit jaar heel leuk vond was de familiedag van 50 kilometer op zondag. Een tocht met stempelposten, koek en zopie en een medaille. We hadden er geen verwachtingen bij, toch zijn er 180 mensen gestart. Het was mooi om de verbinding te maken tussen Nederlanders en Oostenrijkers.’

‘Er zijn wel twee dingen die mij zorgen baren. Ten eerste is dat het veranderende klimaat. Nu hebben we in principe geluk gehad, maar moesten we wel de laatste toertocht vervroegen vanwege dooi. Het klimaat wordt een steeds onzekerdere factor. Daarom zetten wij ons ook in voor de Race to Zero.’

Ten tweede maak ik mij zorgen om de kostenstijgingen en prijzen die de gemeente en hoteleigenaren hanteren. Onze kosten stijgen

ook. Kosten en baten moeten we heel goed in de gaten houden. Het maakt het evenement minder toegankelijk voor deelnemers, zeker voor jongeren. We merken ook dat veel jonge mensen graag willen meedoen maar moeilijk onderdak vinden. Dat is jammer. We moeten ervoor waken dat we niet ten onder gaan aan ons succes. We vinden het prachtig dat we iets hebben gecreëerd waardoor mensen de Weissensee zien als ultieme vakantie. Iedereen wil graag het evenement meemaken, maar uiteindelijk doen we het voor de schaatsers. De verhouding deelnemer-niet deelnemer moet niet te scheef groeien. Dat is een balans die we echt moeten bewaken. We willen aan trouwe bezoekers en supporters die zelf niet meedoen vragen om daarover na te denken. Maak je bed vrij voor een deelnemer die hier voor het eerst naartoe wil komen om die

prestatie neer te zetten. Anders komt het voortbestaan van het evenement in het gedrang.’

Tot slot, welk Weissensee-moment is voor jou speciaal?

‘De start van de toertocht om zeven uur, dat blijft altijd iets magisch. Al die lampjes in het donker, die gespannen gezichten van de mensen en de vrijwilligers. Dat je elkaar om kwart over zeven de high five kan geven dat we het weer geflikt hebben. Wat ook speciaal blijft is de finish van de eerste wedstrijd, als je ziet dat de finishprocedure weer klopt. Hat geeft een kick dat wat je met elkaar hebt bedacht, zo samenkomt. De ontlading na een toertocht en de groepsfoto die we met het hele team maken, daar krijg ik ook kippenvel van. Al die mensen die eraan hebben bijgedragen, dat maakt me echt trots.’

Ben Mobach

Fien ten Doeschate en Saar Nennie

Fien (9) en Saar (9) uit Waddinxveen

schaatsten 50 kilometer tijdens de tweede Alternatieve Elfstedentocht om geld in te zamelen voor Skate4Air en Daan, het broertje van Fien. Hun actiepagina heet Let’s get it Daan.

Voor wie hebben jullie geschaatst?

Fien: ‘Voor mijn broertje Daan, hij is vijf jaar en heeft taaislijmziekte. Hij slikt veel pillen maar je merkt er niet superveel van.’

Hoe vonden jullie de start in het donker? Jullie startten al om 7 uur!

Fien: ‘Leuk, maar het was wel erg donker. We startten aan het einde, dat was wel fijn. Zodat er niet heel veel snelle mensen langs ons moesten. We werden veel ingehaald.’

Hoe was het om te schaatsen?

In koor: ‘Leuk!’

Fien: ‘We kregen ook heel veel support van de mensen die langs

de kant stonden. Maar het was ook vermoeiend…’

En jij Saar, heb je weleens zo ver geschaatst?

Saar: ‘Ja, twee jaar geleden ook al. Toen reed ik ook 50 kilometer.’

Vonden jullie het zwaar?

Fien: ‘Twee ronden waren wel echt heel zwaar. Maar de andere ronden vonden we niet zo super zwaar.’

Wat deden jullie als het zwaar werd?

Saar: ‘Dan gingen we spelletjes doen. Zoals een woordslang maken.’

Fien: ‘Of we maakten een ABC van namen.’

Wat vonden jullie het leukst aan vandaag?

Fien: ‘Schaatsen is gewoon heel leuk om te doen.’

Saar: ‘En dat het voor het goede doel is.’

Weten jullie al wat je wil worden als je groot bent?

Saar: ‘Geen idee.’

Fien: ‘Ik wil nog heel lang blijven schaatsen maar daarna word ik juf.’

En wat gaan jullie verder vandaag nog doen?

Fien: ‘We gaan naar het Blarenbal!’

Saar: ‘Echt?’

Fien: ‘Ja.’

Saar: ‘Oh.’

Fien: ‘Maar eerst thuis uitrusten. Doeg!’

Weissensee Premium Card Korte berichten

Het onderhouden en in stand houden van de infrastructuur op de Weissensee is een kostbare en arbeidsintensieve aangelegenheid. De gemeente Weissensee heeft daarom sinds enkele jaren de Weissensee Premium Card in het leven geroepen.

Deze kaart wordt uitgegeven door de deelnemende accommodaties aan de Weissensee. Met deze kaart kun je vrij gebruikmaken van het ijs en de langlaufloipes. Heb je zo’n kaart, dan kun je tijdens de Alternatieve Elfstedentocht Weissensee 2025 vrij gebruik blijven maken van de winterinfrastructuur.

Wil je meer horen over de Alternatieve Elfstedentocht van Fien en Saar, en alle anderen die op 26 januari gereden hebben? Beluister dan de Alternatieve Elfstedenpodcast van die dag.

Je dient deze kaart, die op naam wordt uitgegeven, te laten zien bij het ophalen van je startnummer in de organisatietent.

Niet aangesloten? Koop dan een toegangsbewijs!

Verblijf je aan de Weissensee, maar doet je accommodatie niet mee met de Weissensee Premium Card? Dan ben je verplicht een toegangsbewijs te kopen voor € 6,- per dag.

Overnacht je in een van de omliggende plaatsen zoals Weissbriach, Hermagor of Greifenburg? Dan dien je een toegangsbewijs te kopen voor € 8,- per dag. De toegangsbewijzen zijn te koop in de organisatietent bij de daarvoor ingerichte balie.

Inschrijven voor de Alternatieve Elfstedentocht Weissensee 2025

De inschrijving voor de 35e Alternatieve Elfstedentocht Weissensee in 2025 is nu al mogelijk via onze website, www.weissensee.nl.

Het programma bestaat opnieuw uit een combinatie van toertochten, wedstrijden en amusement. De Family Eismarathon op zondag 26 januari 2025 maakt het programma compleet.

Ondanks de gestegen kosten zijn de inschrijfprijzen van de voorinschrijving (tot en met 31 december 2024) gelijk gebleven aan die in 2024.

De prijzen bij inschrijving vanaf 1 januari en op de Weissensee zelf hebben we wel verhoogd. Het is dan ook zeker interessant om je tijdig in te schrijven.

Met Tessa Snoek en Christian Haasjes wint de nieuwe generatie op de Alternatieve Elfstedentocht

‘Ervaring die ik later in het bejaardenhuis nog deel’

Als je voor de allereerste keer een wedstrijd wint, laat het dan maar meteen de Alternatieve Elfstedentocht zijn. De allerbelangrijkste wedstrijd - in afwachting van de échte. Dat is slechts voor een select groepje schaatsers weggelegd. Toch gebeurde het dit jaar twee keer, zowel bij de mannen als bij de vrouwen. De jonge Tessa Snoek (24) en Christian Haasjes (21) sleepten na tweehonderd kilometer koers de overwinning binnen op de Weissensee. De vrienden konden samen juichen op het bruggetje.

Door Jessica Merkens

Jullie hebben ooit bij dezelfde ploeg geschaatst en kennen elkaar goed. Wat herkennen jullie van jezelf in de ander?

Christian: ‘Nou, we zijn allebei wel een beetje een feestbeest hè, Tess?’

Tessa: ‘Ja, ik denk dat we allebei vinden dat sport mooi is, maar dat het ook gezellig moet zijn. Natuurlijk willen we er het beste uit halen, maar er is ook meer dan sport.’

Christian: ‘Precies dat. We hadden altijd al wel een klik met elkaar. Omdat we allebei genieten van het leven. Natuurlijk zijn we serieus wanneer het serieus moet zijn en we zijn ook gewoon lekker niet serieus als het niet hoeft. Het is wel heel speciaal dat we nu allebei onze eerste wedstrijd winnen. Toen Tessa klaar was met juichen gaven we elkaar een goede knuffel.’

Tessa: ‘Ik wist tijdens onze wedstrijd natuurlijk niet precies wat er bij de mannen gebeurde. Maar precies toen wij in de laatste lus reden, hoorde ik ineens ‘het is Christian Haasjes!’ Ik was wel even uitzinnig. Toen moesten wij zelf nog wat rondjes, haha.’

Christian: ‘En ik kon jouw finale natuurlijk goed zien.’

Tessa: ‘Ik hoorde achteraf dat iemand aan je had gevraagd: ‘wie zou je naast je willen straks op het podium?’ Dat jij toen zei: ‘een leuke vrijgezelle meid’. En dat je het anders ook wel leuk vond als ik het zou zijn, haha.’

Tessa, laten we even terugblikken. De aanloop naar de Alternatieve Elfstedentocht liep niet vlekkeloos voor jou, je werd ziek. Hoe heb je de week beleefd?

Tessa: ‘Echt, ik voelde me zo beroerd dat ik naar huis

wilde. Ik miste de eerste wedstrijden, dat vond ik echt verschrikkelijk. Je gaat erheen om lekker wedstrijden te rijden en te strijden om de podiumplaatsen en winst. Dat viel helemaal weg. Bij de korte wedstrijd werd ik ineens derde, dat was al boven verwachting. Daar was ik zo blij mee! Iedereen zei meteen: ‘als je dit kan, dan lukt die Alternatieve ook wel’. Hoe dan? Tweehonderd kilometer koers, terwijl alle energie uit mijn lichaam was gegooid. Die ochtend vroeg ik aan m’n zus: ‘als ik het niet haal, is het ook geen schande toch?’ Ik was er niet zeker van. Ze drukte me op het hart dat dat ook oké zou zijn. Dat ik lekker moest gaan rijden en wel zou zien waar het schip strandde. Misschien ging ik daardoor juist ontspannen de wedstrijd in. Want ik was al blij dat ik eindelijk lekker mocht schaatsen.’

‘Omdat ik ziek was geweest, wisten we niet zo goed hoe het zou gaan. Dus we hadden in het team codewoorden bedacht om met elkaar te communiceren. Zodat niet het hele peloton doorhad als één van ons even slecht zat. ‘Kiwi’ betekende dat het slecht ging, ‘keutel’ als het goed ging. Er werd veel ‘keutel’ heen en weer geroepen, dat was natuurlijk hilarisch. Tijdens de koers heb ik het 40 kilometer even heel zwaar gehad. Ik riep naar mijn ploegleider dat ik helemaal ‘kiwi’ was. ‘Wat nou kiwi, iedereen is kiwi! Jij kan dit’, schreeuwde hij terug, haha. Oké, we moeten er gewoon voor gaan, dacht ik toen. En de laatste twee ronden knapte ik ineens helemaal op. In de finale was ik zó scherp! In de eindsprint kwam ik veel te vroeg op kop. Oké, gewoon blijven schaatsen, geconcentreerd blijven. Ik dacht echt dat de anderen over me

Tessa: ‘Kiwi’ betekende dat het slecht ging, ‘keutel’ als het goed ging. Er werd veel ‘keutel’ heen en weer geroepen, dat was natuurlijk hilarisch.

heen zouden komen, maar ze kwamen maar niet.’

Dan win je plotseling je allereerste wedstrijd en meteen de Alternatieve Elfstedentocht. Hoe voelde dat?

Tessa: ‘Nou, iedereen was zo blij, allemaal mensen gingen janken. Maar ik kon zelf geen traan laten omdat ik het echt niet geloofde. Ik voelde me ook helemaal niet moe, je voelt even helemaal niets. Gek hè? Bij iedere andere klassering had ik helemaal kapot gezeten, dat weet ik zeker. Maar als je wint, kun je ineens de hele wereld aan.’

Christian: ‘Dat had ik ook! In één keer kon ik alles weer. Ik had geen pijn en zag iedereen helemaal vermoeid. Terwijl ik met iedereen kon praten en knuffelen. Natuurlijk ben je ergens net zo kapot als nummer twee en drie, die lagen er helemaal uitgeput bij.’

‘Ik vind dat heel interessant. Ik heb ook een ritueel voor mezelf ontwikkeld. Ik neem altijd een inspirerend boek

hallo, we zijn daar in die prachtige natuur en er zijn mensen op de wereld die het veel moeilijker hebben dan ik. Als je denkt dat je moe bent, moet je dat kunnen uitzetten en naar het hogere doel kijken en doorzetten. En dan zie je, je kan een inzinking hebben na 150 kilometer, maar na twintig kilometer is die inzinking weer weg. Bij de commando’s gaat het soms om mensenlevens. Het kan flink tegenzitten, je bent lang van huis. Als ik die verhalen lees, ben ik er toch mee bezig.’

Dan kom je in een bepaalde focus. Christian: ‘Ja, en die focus is heel belangrijk. Je wil niet met randzaken bezig zijn. Ik had de avond ervoor alles al klaargelegd, zodat ik ’s ochtends heel relaxed aan de dag kon beginnen. Je moet dan niet nog je transponders gaan zoeken. Dat leren de commando’s ook, zorg dat je je zaakjes op orde hebt. Als je in de ochtend nog stress hebt, dan haalt dat je uit de focus.’

Tessa: ‘Het is inderdaad heel mentaal. Misschien wel voor 70 procent. Onze koers was niet mega hard en ik werd ook even gefrustreerd toen Sofia

(Schilder, die 140 kilometer op kop reed) zo ver weg reed. Maar ik heb ook enorm genoten. En je moet tegen jezelf kunnen zeggen, blijven doorgaan, als je jezelf tegenkomt. Daar heb ik de afgelopen jaren met een trainer aan gewerkt. Natuurlijk krijg je het lastig, maar gaat erom hoe je ermee omgaat.’

Christian: ‘Ben jij gevallen tijdens de wedstrijd?’

Tessa: ‘Nee.’

Christian: ‘Ik ook niet. Dat scheelt ook veel, hè. En dat is ook focus.’

Wat betekent deze overwinning voor jullie?

Christian: ‘Het voelt als een ommekeer. Terwijl we allebei nog zo jong zijn, hebben we deze toch mooi op zak! Ik ben pas 21 jaar. Dan krijg je ineens allemaal media-aandacht, dat hoort er ook bij. Op zich geeft mij dat wel

Mijn ploeggenoot zei tegen mij: ‘het zit allemaal in je hoofd, er zit nog zoveel meer in je lijf’.

mee naar de Weissensee. Dit keer van Dai Carter, de commando bekend van Kamp van Koningsbrugge. Het boek gaat over je mentale gesteldheid. Heel interessant om te leren over hoe ver je mentaal kan komen. Na 150 kilometer koers zat ik ook echt even stuk. Toen had ik ook kunnen zeggen, het zit erop, ik kap ermee. Mijn ploeggenoot zei tegen mij: ‘het zit allemaal in je hoofd, er zit nog zoveel meer in je lijf’. En dat is ook echt zo. Anders had ik daarna nooit zoveel kopwerk kunnen doen in de kopgroep waar ik in belandde. De andere twee mochten niet rijden van hun ploegleiders. Ik heb toen ongeveer alles op kop gedaan. Soms moet je je hoofd uitschakelen. Je kunt veel meer dan je denkt. En die mindset heb je op de 200 echt wel nodig. Ik neem de wijze lessen mee naar het ijs.’

Welke wijze lessen zijn dat? Christian: ‘Dat er altijd mensen zijn die het zwaarder hebben dan jij. In het begin dacht ik even, goh het is koud. Maar

‘Echt uniek. Al die namen van mensen waar je tegen opkijkt. Heel raar om je eigen naam ertussen te zien staan.’

positieve energie. Maar Tessa, hoe is dat voor jou? Als ik de kranten opensla, staat mijn kop overal ineens heel groot in de bladen. En dan onderin een klein regeltje met ‘Snoek wint bij de dames’…’

Tessa: ‘Ja.’

Christian: ‘Vind je dat vervelend?’

Tessa: ‘Nou, aan de ene kant wel. Het is ook stom voor onze sponsor Vreugdenhil Dairy Foods, waar ik in het dagelijks leven ook voor werk. Die steekt veel geld in een vrouwenteam, dan mag die naam best meer terugkomen. In het vrouwenschaatsen is er één team dat betaald krijgt en verder niet. Dat is anders dan bij de mannen. Ik ben hartstikke gelukkig. Maar het is ook schandalig als je ziet wat we er allemaal voor laten en ervoor terugkrijgen. Ik kies nu bewust voor het schaatsen, maar wil ook ooit een huis kopen. Dan ga je op een gegeven moment andere keuzes maken. Dat vind ik wel zonde.’

Christian: ‘Ja, op Telesport stond ik supergroot met m’n sponsor Sprog. En dan niks over jouw team.’

Tessa: ‘Ja dat vond ik wel lastig. Ik had niet een hele pagina vol verwacht, maar het mag wel wat meer gelijkgetrokken worden. Ik hoop wel dat de sport gezien blijft worden, niet alleen bij de mannen maar ook bij de vrouwen.’

Christian, wat vind jij ervan als je dat ziet?

Christian: ‘Ja, andersom zou ik dat wel jammer vinden. Want uiteindelijk win je allebei. Ik dacht wel, je slaat alle kranten open en overal zie je mijn kop en gaat het over de mannenkoers. En dan alleen heel klein onderin een regeltje over Tessa. Daar mag best wat meer aandacht aan besteed worden, want zij wint ook gewoon de Alternatieve Elfstedentocht. Het is niet dat zij minder kilometers afleggen dan wij.’

Tessa: ‘Ik vind het vooral heel jammer dat je nergens ons verhaal terugleest. Hoe de aanloop naar die overwinning toe is geweest. Hoe je je als team ontwikkelt en tot zo’n overwinning komt.’

Christian: ‘Natuurlijk krijg je wel aandacht, maar de krant is wat iedereen leest.’

Tessa: ‘Ja, dan zeggen mensen: ‘jullie moeten er meer koers van maken’. Maar de NOS heeft ook weinig bij ons gefilmd. En dan denk ik wel, potverdrie, we hebben het echt wel geprobeerd. Ik ben ook nog weggeweest in een kopgroep waardoor het sterkste team in de koers, BDM|BDZ, moest werken in de achtervolging. Van die momenten was weinig terug te zien.’

Wat gaat jullie het meest bijblijven?

Christian: ‘Dat ik nu op het bord sta met alle winnaars. Ik vind dat echt magisch. Zie je ineens je eigen naam staan… Mensen zeiden: ‘kijk eens even met wie je allemaal op dat bord staat…’

Toen dacht ik wel even, wauw ik heb echt iets unieks gedaan. Dit komt het dichtst bij de echte Elfstedentocht.’

Tessa: ‘Echt uniek. Al die namen van mensen waar je tegen opkijkt, dat zijn helden voor mij. Heel raar om je eigen

naam ertussen te zien staan. Ik voel me eigenlijk nog steeds niet een van hen.’

Christian: ‘Wij zijn ook allebei eigenlijk nog maar broekies hè, ik ben de jongste winnaar ooit. En als eerste twee dierennamen die hem winnen!

Haha. Ik zie je op het bruggetje, hadden we elkaar van tevoren geappt. Bijzonder dat je het vervolgens allebei flikt.’

Wat betekent de Weissensee voor jullie?

Tessa: ‘Ik vind het prachtig. De eerste keer dat ik hier kwam was ik nog regionaal rijdster. Ik was zeventien jaar. We kwamen einde middag aan en m’n vader zei meteen, kom we gaan nog even het ijs op. We schaatsten met zonsondergang, dat was zo prachtig. Ik was er ondersteboven van. Dat moment vergeet ik nooit meer, zo schaatsen tussen de bergen op het meer.’

Christian: ‘Ik was pas voor de tweede keer op de Weissensee. Toen ik hier vorig jaar voor het eerst was, wist ik

Christian: ‘In één keer kon ik alles weer. Ik had geen pijn en zag iedereen helemaal vermoeid. Natuurlijk ben je net zo kapot als nummer twee en drie.’

Elma van Laar en Auke-Tjeerd Hiemstra

Elma (20) en Auke-Tjeerd (20) uit Barneveld reden voor het eerst de 200 kilometer uit op de Weissensee in 8 uur.

Waar kennen jullie elkaar van?

Auke-Tjeerd: ‘Van het skeeleren bij ijs- en skeelerclub ’t Grieze Veen in Barneveld. We zijn hier met een groep van 18 man van de club.’

Elma: ‘Tot 150 kilometer zaten we samen in een grote groep, daarna was ik een paar keer gevallen en kon ik niet meer terugkomen in de groep. Drie weken terug heb ik pas besloten mee te doen, toen er een plekje vrij kwam. Ik heb altijd geskeelerd, maar ik schaats pas een jaar.’

En hoe vonden jullie het?

Elma: ‘Heel leuk. Ik heb genoten van de mooie omgeving. Vanaf 150 kilometer vond ik het wel heel zwaar, maar je gaat er gewoon voor. Er hangt een leuk sfeertje, het is echt gaaf om mee te doen. Je ziet weleens films van de echte Elfstedentocht en dan denk je, wow, ik ga het nu zelf ook schaatsen.’

Auke-Tjeerd: ‘Ik zag het echt als een uitdaging, ik wilde een half uur over een rondje doen. Die eerste 100 kilometer waren zo voorbij. In het donker schaatsen vond ik eigenlijk het lastigst. Daarna ging het heel lekker, we hadden een mooi groepje.’

Hoe hebben jullie je voorbereid?

Auke-Tjeerd: ‘Ik heb weleens meegedaan met 12 uur skeeleren voor KiKa, daar kan ik het wel mee vergelijken.

Maar dit was wel zwaarder, omdat je meer concentratie nodig hebt.’

Elma: ‘Mijn vader deed voor de vierde keer mee, we volgden het als gezin altijd al thuis op de livestream. Nu kregen we veel tips van de oudere schaatsers uit de groep. Maar toch, als je zelf gaat schaatsen dan is het toch anders.’

Auke-Tjeerd: ‘Nu kun je zeggen dat je ’t gewoon hebt gedaan! En de goede tijd is ook leuk.’

Wat is jullie het meest bijgebleven?

Elma: ‘Vallen, haha. Ik ben elf keer gevallen.’

Hoe pep je jezelf dan weer op?

Elma: ‘Nou, het was een hele grote groep en wij reden aardig voorin. Dus als ik viel kon ik meestal vrijwel direct weer aansluiten.’

Auke-Tjeerd: ‘Maar dat kost wel veel energie.’

Hebben jullie gedacht aan stoppen?

Auke-Tjeerd: ‘Nee.’

Elma: ‘Nee, alleen één keer moest ik heel nodig plassen. Maar dat lukte niet zo goed, het is toch wel onhandiger als vrouw met zo’n pak aan.’

Auke-Tjeerd: ‘Ik heb wel twee keer geplast.’

Elma: ‘Ik heb ’t uiteindelijk maar opgehouden. We hadden verzorging onderweg dus we hoefden niet te stoppen, dat was super.’

Auke-Tjeerd: ‘We hebben wel gebruikgemaakt van de bananen onderweg, die waren heel erg lekker. Dat was erg fijn.’

Elma: ‘Echt lekker!’

Wat vinden jullie van de sfeer op de Weissensee?

Auke-Tjeerd: ‘Echt gezellig, goed geregeld en alles was heel duidelijk aangegeven.’

Elma: ‘De feesttent is ook leuk en alle sfeer om het ijs heen. Iedereen is vrolijk.’

Hebben jullie veel gepraat?

Auke-Tjeerd: ‘Ja.’

Elma: ‘Je hield niet op met kletsen!’

Auke-Tjeerd: ‘Haha, ja, ik heb alleen maar gepraat in de groep. Hoe ’t ging met iedereen, of ze genoeg hadden gegeten en gedronken. Ook met schaatsers die ik helemaal niet kende. Ik heb ook nog even gebeld onderweg, toen Elma haar tasje met verzorging miste. Of ze die nog een keer konden aanbieden. En ik heb nog een Instagram story gemaakt onderweg.’

Gaan jullie de uitdaging nog een keer aan?

Auke-Tjeerd: ‘Ja, als het kan wel. Nu was het georganiseerd door de ijsclub uit Griezeveen. Dat nam voor mij wel een drempel weg om te gaan, alleen was ik niet zo snel gegaan. En het is ook heel gezellig. De rest van de groep is wel ouder, volgend jaar gaan we proberen meer jeugd mee te krijgen.’

En vanavond naar ‘t Blarenbal?

Auke-Tjeerd: ‘Eén biertje en dan ben ik knock-out denk ik, haha.’

Elma: ‘Het lijkt me heel gezellig, heb er wel zin in.’

Auke-Tjeerd: ‘De rijdersbijeenkomst vond ik ook al vet gezellig. Nu is de spanning eraf en kunnen we lekker feesten en ervaringen delen. Met het kruisje om ons nek!’

niet wat me overkwam. Zo mooi! Net als alle toerrijders die hier ieder jaar opnieuw komen. Daar heb ik ook veel respect voor. Sommigen doen gewoon elf, twaalf uur over hun tocht. En als je ziet hoeveel mensen er dan langs de kant staan bij onze de finish.’

Tessa: ‘Ja, waanzinnig.’

Christian: ‘Ik kwam op Schiphol aan met die grote beker en daar wisten ze óók wat de Weissensee is. Dat is toch mooi. Het zijn ervaringen die je nog in het bejaardentehuis gaat delen met elkaar. Dat weet ik zeker.’

Christian, je werkt ook als onderwijsassistent op een basisschool. Wat vertel je op school over deze ervaring?

Christian: ‘Ik werd gehuldigd op school, stond ik daar op een bankje en mocht ik een praatje doen. Toen vertelde ik ze dat ik vorig jaar tien meter voor de eindstreep onderuit was gegaan en heel diep heb gezeten. Ik heb toen als een klein kind drie kwartier lang gejankt. Hoe kom ik hier ooit uit, hoe ga ik ooit die 200 winnen?

Daarna heb ik dat omgezet in motivatie. Die les wilde ik ze meegeven. Dat je een keer een slecht cijfer voor een vak kan hebben, maar dat je nooit moet opgeven want er komen altijd betere tijden

aan. Na een diep dal volgt altijd een hoge berg.’

En jij, Tessa?

Tessa: ‘Dat je uiteindelijk veel meer kan dan je zelf denkt. Ik was ziek geweest en toch zat dit in het vat. En ook dat we moeten waarderen wat we überhaupt fysiek allemaal kunnen als marathonschaatsers, dat we zo lekker kunnen schaatsen. Ik geniet daarvan, het is een heel mooie sport.’

Christian: ‘Ik hoop ook echt dat onze generatie ook nog Nederlandse natuurijswedstrijden gaat meemaken. Er zijn er maar een paar in het peloton die dat hebben meegemaakt. Als zij stoppen is er niemand meer die dat heeft ervaren.’

Tessa: ‘Die ene natuurijsdag afgelopen winter dacht ik ook, ik moét schaatsen! Gewoon even dat gevoel ervaren. Een collega vroeg me: ‘waar word je nou echt gelukkig van?’ Voor mij is dat schaatsen op natuurijs.’

Christian: ‘En wij niet alleen, als je ziet hoeveel mensen genieten van natuurijs. Ik blijf dromen van een Nederlands Kampioenschap op natuurijs. En natuurlijk de Elfstedentocht.’

Toine, bedankt!

Toine Doreleijers, voorzitter sinds 2009, heeft afscheid genomen van de organisatie van de Alternatieve Elfstedentocht Weissensee. Toine was meer dan 25 jaar betrokken bij de organisatie, in diverse rollen en de laatste jaren prominent aanwezig op en rond het ijs.

Toine was een vertrouwd gezicht van de organisatie. Wij gaan z’n betrokkenheid, bevlogenheid en de verbinding met de organisatie en schaatser dan ook missen. De organisatie is dankbaar dat Toine jarenlang z’n stempel heeft gedrukt op het unieke event.

We wensen Toine veel succes en geluk met zijn vervolgstappen op persoonlijk en professioneel gebied en bedanken hem nogmaals voor z’n tomeloze inzet en enthousiasme.

Vroor het maar wat vaker

Ook tijdens kwakkelwinters kan het. Vaak maar twee dagen, maar toch. Drie dagen vorst is genoeg. Dan ligt de Molenpolder voor even dicht. Niet doorvertellen. Ik ben dan altijd ziek. Schaatskoorts. Ook dit jaar weer. Telefoon roodgloeiend: kan het al? Schaatsen worden langsgebracht. Even de steen eroverheen halen. Iedereen weet mij te vinden.

Een stukje verderop kan het wel. Pikzwart glij-ijs. Zeven centimeter dik!

Waarom hier wel en daar niet?

Het blijft een raadsel.

Na het uitlaten van de hond ga ik snel kijken. Rijkelijk laat: er staan al verkeersregelaars. Dat is mij nog nooit overkomen. Verlies ik mijn scherpte? Mijn moeder was mijn ijsmeester. Haar ijsvriendinnennetwerk wees mij de weg. Maar dat is niet meer. Ik moet het nu zelf doen. Fileparkeren op driehonderd meter van het ijs. Het voelt als een nederlaag. Even erop. Zelf voelen, dat moet. En daarna snel terug naar huis. Vrouw en schaatsen inpakken en weer terug.

Op Google Maps stuur ik spelden naar alle ijsfanaten. Hier kan het! Het is al druk op het ijs. Oppassen bij het riet aan de slootkant. Daar is het ijs altijd onbetrouwbaar. Na een grote stap ben ik op het ijs. Verblind door de zon en de weerspiegeling maak ik mijn eerste slagen. Het kraakt en golft een beetje. Mensen klonteren samen. Schaatsers en krabbelaars door elkaar. Ik passeer een half natte schaatser. Een slag later scheer ik langs het wak. Het

is hier ondiep: niets aan de hand. Aan het eind van de sloot keer ik om. Windje mee slalom ik tussen de andere schaatsers door. Ik vlieg. Mijn neus begint te druipen. Na een uurtje terug naar huis. Er moet gewerkt worden. Helaas.

De volgende ochtend koortsachtig vroeg met vrouw en dochter weer naar het ijs. Op een andere plek met wat meer ruimte. Maar veel te dun, na een paar slagen stap ik af. Een stukje verderop kan het wel. Pikzwart glij-ijs. Zeven centimeter dik! Waarom hier wel en daar niet? Het blijft een raadsel.

Er ligt een mooi baantje van een dikke kilometer. Tussen rietkragen en strekdammen. Lekker lange slagen maken. En elkaar vertellen hoe fijn het is. Lekker hè, die kou in je gezicht? Aan het eind van de sloot een kleine verbreding. Door het weiland komt een meisje aangelopen. Ze trekt haar witte schaatsen aan en draait pirouetjes in de zon. Ze kan het echt. De wind is kil. Het lijkt haar niet te deren, ze draagt een trui en rode wangen. Een eenzame kunstrijdster tussen al dat norenvolk.

Weer terug naar het begin. Bij een eilandje pootje over. Rondje na rondje, steeds harder. Druk op je benen. Op het ijs moet je spelen. Leeftijd telt niet. Na een tijdje met de wind nog in onze oren terug naar

huis. Morgen grauw weer en dooi voorspeld. Was dit de laatste keer dit jaar?

Mijn zoon belt. Hij wil nog wel even, na z’n werk. Yes! Om zes uur gaan we naar het stukje ijs van vanmorgen. Dat moet nog wel kunnen. Bij het licht van een lantarenpaal doen we onze schaatsen aan. Z’n vriendin is ook mee. Verder is er niemand. Logisch: wie schaatst er nou in het donker? Snel het ijs op, uit het licht. Het voelt een beetje illegaal. Straks worden we nog van het ijs gehaald. Vanuit het donker zien we fietsers en auto’s voorbijrijden. Zij zien ons niet. Heel voorzichtig een eerste keer heen en weer. Het ijs kraakt niet, voelt stevig als vanmorgen. We kunnen los. Een onwerkelijk gevoel.

Als zwarte schimmen scheren we over het ijs. We proberen de autolichten op de dijk bij te houden. Als we stilstaan is het doodstil. We horen alleen onze eigen ademhaling. Na een uurtje weer naar huis. ’s Nachts regent het. Uit met de pret, de regen spoelt de schaatskoorts weg. Sneeuw is mooi, ijs is magisch.

Iedereen wordt er blij van. Vroor het maar wat vaker.

Korte berichten

Family Eismarathon 2025

Als onderdeel van het jubileumprogramma staat dit leuke en voor iedereen toegankelijke evenement ook in 2025 op het programma. Maximaal 50 kilometer, met originele stempelkaart, koek en zopie en voor iedereen een mooie medaille. Inschrijven kan ter plaatse in de tent van de organisatie. De uitbater van de feesttent zorg voor de muzikale omlijsting. Heb je er honger of dorst van gekregen? In de feesttent of bij De Lachende Poffer kun je terecht voor pizza, poffertjes, warme chocomel of natuurlijk een lekkere glühwein.

Jubileum 2025

In 2025 organiseren we voor de 35e keer de Alternatieve Elfstedentocht Weissensee. Dat laten we natuurlijk niet ongemerkt voorbij gaan. Samen met de gemeente Weissensee maken we hiervoor een leuk programma.

Heb je foto’s en/of verhalen die je met ons wilt delen, heb je een avontuur meegemaakt dat je ons niet wilt onthouden of heb je ideeën voor het jubileumjaar? Meld je dan via info@ weissensee.nl

Onder de inzenders verloten we drie boeken van Jessica Merkens.

Sluit je aan bij Fietssport

Ben jij een schaatser die in het voorjaar de racefiets, mountain- of gravelbike uit het vet haalt? Die veel fietst om kilometers in de benen te krijgen?

Dan is het Fietssport PLUS-lidmaatschap iets voor jou. Meld je nu aan en profiteer direct van veel voordeel, zoals een NTFU-fietsverzekering, korting bij fietstoertochten en 4 keer Fietssport-magazine in de bus. Bovendien help je wielersportbond NTFU op te komen voor de belangen van de sportieve fietser.

Voor slechts 45 euro ben je al lid en sta je volgend jaar goed voorbereid aan de start van de Alternatieve Elfstedentocht Weissensee.

Op www.fietssport.nl/voordelen kun je alle voordelen nog een keer rustig bekijken.

Ben Mobach

Broer en zus op de Weissensee

Op 28 januari 2024 vertrok ik, samen met mijn broer Cor en beste vriendin en schaatsmaatje Heidi, naar Techendorf, het kleine plaatsje aan de Weissensee en hét decor van de Alternatieve Elfstedentocht.

Door Eefje van de Bor

‘De

cirkel is rond’

Mijn broer leerde mij schaatsen toen ik een jaar of tien was. Ik kon natuurlijk al best wel een beetje schaatsen op kunstschaatsen, want in die tijd was er nog elke winter ijs! Maar dat was voor mijn broer nog lang niet goed genoeg. Ik kreeg een sjaal om mijn middel gebonden die Cor, toen 23 jaar oud, vasthield op zijn rug. Zo trainde hij op zijn noren, mij meeslepend over het randmeer. We stapten het ijs op in onze geboorteplaats Eemdijk en schaatsten zo naar Nijkerk op en neer. Af en toe hoorde ik ‘effe springen’. Dan kwamen we op een breuklijn waar het ijs niet helemaal betrouwbaar was. Cor had nog meer vaste uitspraken, zoals ‘krakend ijs breekt niet’ en ‘zo hard als je kunt over hobbelig slecht ijs, want anders val je’.

Een aantal jaren daarna zei Cor: ‘Weg met die kunstschaatsen. We gaan op noren verder. Dat kan je makkelijk!’ Inmiddels waren de Elfstedentochten van 1985 en 1986 geweest en ging mijn broer zelf ook steeds serieuzer trainen. Verder bleef hij mij de kleine

kneepjes van het rijden op noren leren op de ijsbaan in Baarn, een ondergelopen veld langs de A1.

De jaren daarna ging Cor steeds fanatieker schaatsen en dat deed hij niet onverdienstelijk. Hij heeft veel schaatsmarathons en, in de zomer, skeelerwedstrijden gereden. Zijn snelste tijd op de 200 kilometer reed hij bij de veteranen in 5 uur 14 minuten in wat toen de snelle toer werd genoemd. De veteranen (masters), de B-rijders en veteranen reden toen gelijk met de A-rijders.

In 2000 heeft Cor in Japan een 200 kilometer gereden. In 2016 haalde hij de tweede plek op het EK Skeeleren in Dijon, Frankrijk. Kortom, vanuit Nederland volgde ik mijn broer en het was altijd spannend of hij heelhuids over de finish kwam. Een afgebroken schaats en een valpartij op de finish waren hem niet vreemd!

Inmiddels was ik in 1988 lid geworden van schaatsvereniging Eemland in Soest en trainde ik twee keer per week op de ijsbaan in Utrecht. Nadat ik de laatste echte Elfstedentocht in 1997 had gereden bleef het kriebelen. Tel daar alle heldenverhalen van mijn broer bij op en ik moest die Weissensee toch ook eens zelf ervaren.

In 2012 en 2013 konden we via het werk van Heidi onder de vlag van Weissensee4Kids de Alternatieve Elfstedentocht rijden voor de goede doelen Orange Babies en het Ronald McDonald Huis in Zwolle. Een onvergetelijke ervaring! Cor reed toen nog de masterwedstrijden en werd twaalfde op de 100 kilometer en elfde op de 60 kilometer Grand Prix. Ook reed hij even een rondje mee met mijn 200 kilometer ‘voor de fun’.

Inmiddels heeft Cor het wedstrijdschaatsen en -skeeleren al een aantal jaar niet meer op zijn agenda staan. Op maandagochtend trainen we samen op de Vechtsebanen.

Op dinsdag 30 januari 2024 stonden we samen aan de start van de 200 kilometer op de Weissensee. Best gespannen, want hoe zou de conditie zijn en wat doet twaalf jaar leeftijdsverschil met je? In 2012 reed ik de tocht in 7 uur 42 minuten uit. Dat was nu te hoog gegrepen. Maar de eerste 100 kilometer gingen

Weissensee 2012 Cor & Eefje (rechts) en schaatsmaatje Heidi Rutten. / Eefje

Kobus Schellevis

Kobus (61) uit Zeist, de oud-directeur van Bouwbedrijf Wessels, reed voor de vijfentwintigste keer de 200 kilometer uit tijdens de vierde Alternatieve

Elfstedentocht, samen met een grote groep collega’s.

Je hebt de Alternatieve Elfstedentocht al heel vaak gereden. Hoe voelde deze?

‘Dit was één van de mooiste. Vorige week dachten we niet dat we zouden kunnen rijden toen de weersvoorspellingen dooi voorspelden. En dan kom je hier ’s ochtends aan en ligt er echt top ijs. We kwamen ook nog eens met elf man samen over de finish. Dat maakte het helemaal mooi.’

Wat betekent de Weissensee voor jou?

‘Ik leef er altijd erg naartoe. Vorige week schaatsten mijn twee dochters voor het eerst mee. ‘Nu snappen we pas waarom het zo leuk is’ en willen ze voortaan ieder jaar mee.’

Vijfentwintig jaar geleden kwam je hier voor het eerst met een groep collega’s van je bedrijf. Hoe is deze traditie ontstaan?

‘In de Elfstedenwinter van ’97 reed ik met een groep collega’s een natuur-

ijstocht bij Kortenhoef van zo’n 30 kilometer. Erna zaten we lekker een borreltje te drinken in de kroeg. We dachten, als we dit kunnen, moeten we ook wel 200 kilometer kunnen schaatsen. Ik zei: ik ken nog wel een evenement in Oostenrijk… En zo is het begonnen.’

En reden jullie hem meteen uit?

‘Jazeker. Al hadden we van tevoren ook wel schaatstraining genomen.

De eerste keer waren we hier met zijn zessen en nu met twee groepen verspreid over twee weken. Vandaag met 31 man, vorige week dertien. We waren met zoveel dat we in twee verschillende groepen moesten gaan.’

Wat hoop je de anderen van je bedrijf mee te geven?

‘Ik ben wel redelijk sportief. Je bent niet alleen vandaag aan het schaatsen, ook de aanloop ernaartoe beleef je samen. We hebben er samen voor getraind.

Bewegen is gezond, dat hoop ik mee te geven.’

Hoe voelt het om nu na al die jaren niet meer directeur te zijn?

‘Het is mooi geweest. Nu ben ik nog een beetje als zzp’er aan het werk. Het is fijn om een keer niet altijd aan te staan. Laatst ging ik een weekend weg met mijn vrouw, werd ik voor het eerst in jaren niet gebeld. Nu ben ik voorzitter geworden van de Natuurijsvereniging Zeist, een nieuwe stichting. Ons doel is om de jeugd weer enthousiast te maken voor schaatsen. Laatst konden we drie dagen schaatsen, er zijn in drie dagen tijd 3.500 mensen op ’t ijs geweest. Waaronder veel scholen.’

Wat vind je zo mooi aan schaatsen?

‘Schaatsen op natuurijs is voor mij het ultieme vrijheidsgevoel. Dat heb ik ook met skeeleren, dat komt nog een beetje in de buurt. En je bent lekker buiten.’

Wat is je van al die jaren het meest bijgebleven?

‘We hadden een collega, Arnold, die had ALS. Vanaf 1999 was hij erbij, samen met zijn vrouw. Zij heeft vandaag weer de 200 kilometer gehaald. Hij is helaas overleden. De laatste jaren ging hij mee als supporter en moest hij door verpleegkundigen worden verzorgd. Zijn hotelkamer keek uit op het meer, zo kon hij op het ijs kijken. Hij kon er zo van genieten, ondanks dat hij zelf niets meer kon.’

Wat staat je van al die tochten het meest bij?

‘Dat als je ’s ochtends begint met schaatsen, de zon langzaam opkomt en zo mooi op de bergen schijnt. Prachtig. We hadden vandaag ook een heel leuke groep, er waren er een paar bij die het voor het eerst hebben gehaald. Zij zijn heel blij. En vanavond zien we elkaar weer in de tent. Zijn we mooi sportief uit met elkaar.’

Kobus Schellevis (geheel rechts) reed voor de 25e keer de 200 kilometer samen met een grote groep collega’s.

lekker, we konden de rondjes van 12,5 kilometer zo rond de 29 à 32 minuten volbrengen en we konden ons schema richting de 8 uur redelijk vasthouden.

Daarna werd het lastiger. Het ijs was niet best. Uiterste concentratie was de hele tijd geboden om niet in de lelijke scheuren of in oneffenheden te komen. We moesten ook wat vaker stoppen voor het nodige eten en drinken. Het weer was wel top en we genoten van de zon.

Samen hadden we het zwaar, maar we konden elkaar ook steeds weer oppeppen en vooral tijdens de tweede 100 kilometer was dat nodig. Maar, wat was het super om onderweg te concluderen dat we hier nu toch maar mooi na al die jaren zo met zijn tweetjes bezig waren!

Door steeds van kop te wisselen en hier en daar een groepje aan te pikken, wisten we er toch de schwung in te houden. Genietend van de geweldige omgeving, de Spielplatz der Natur, van zonsopgang tot het invallen van de avond over delen van de baan ploeterden we voort en volbrachten we uiteindelijk de tocht in 9 uur 17 minuten. Samen, als broer en zus van nu 68 en 55 jaar, over de finish van de 200 kilometer op de Weissensee. Wat een voldaan gevoel! De cirkel is rond!

Cor (in rood-wit-blauw pak van KOWA) reed zijn snelste tijd op de 200 kilometer bij de veteranen in 5 uur 14 minuten in wat toen de snelle toer werd genoemd. Cor op de Weissensee. / Eefje

De allereerste Alternatieve Elfstedentocht als toerrijder

Toen ik vorig jaar mijn laatste slagen als wedstrijdrijder maakte op de Weissensee wist ik één ding zeker. Die 200 kilometer, die ga ik echt niet meer rijden. Ja, behalve die ene echte in Friesland. Want eerlijk is eerlijk, de Alternatieve Elfstedentocht - de wedstrijd althans - is maar voor één persoon echt leuk: de winnaar. Pijn voel je niet als je wint. Toch stapte ik één jaar na dato ‘gewoon’ weer op het ijs om 200 kilometer te schaatsen. Voor mijn allereerste toertocht.

Misschien is het net als bij een bevalling, dat je de pijnlijke processie op den duur langzaam vergeet en op een punt komt dat je denkt, ach waarom niet weer? En ja, deze ervaring zou anders worden. Alleen al omdat ik, in tegenstelling tot die andere jaren, vrij weinig had getraind… De aantal keren dat ik in de winter op de fiets had gezeten, was op twee handen te tellen. In de regen trainen kon ik als ex-topsporter missen als kiespijn. Schaatsen deed ik nog één keer in de week op de Jaap Edenbaan. Met enige vertwijfeling reisde ik af naar de Weissensee. Hoe ging ik dit keer de monstertocht verteren? Het bleef toch een takkeneind…

Zodra het prachtige bergmeer in zicht kwam, dwarrelden alle twijfels als verse sneeuw van mijn schouders. De witte bergtoppen lagen er prachtig bij en op het kleine meer lag als vanouds weer een waar kunstwerk van eindeloze lussen. Ik kon niet wachten

om het ijs te proeven en in m’n lijf voelde ik de natuurijskoorts alweer opborrelen. En ik hoefde het niet alleen te doen: mijn oud ploeggenootje Vera Otten ging meeschaatsen.

We maakten ons de avond van tevoren klaar voor de grote dag. We testten onze hoofdlampjes, die hadden we met de wedstrijd nooit nodig gehad. Hoe zou dat zijn, in het donker wegrijden? Eén ding was niet veranderd: het eindeloze gepieker over het aantal laagjes kleding dat we gingen dragen. In de ochtend zou het nog koud zijn, zo’n -7 graden. In de middag zou een stralend zonnetje ons opwachten met temperaturen boven de 0. Thermoshirt uit de kast, toch één extra, toch weer terugleggen. Jasje aan, jasje uit? We zouden dit keer niet de luxe van een verzorgingsstraat hebben, waar we op onze wenken werden bediend door ver-

zorgers die ons een jasje of tasje met eten en drinken aanreikten. Eten en drinken ging dus mee in de achterzak, daar zouden we het hopelijk de eerste honderd kilometer mee redden zonder te hoeven stoppen. Ik dacht aan de winnares van de Elfstedentocht van 1985, Lenie van der Hoorn, die vrijwel de hele tocht niet had gegeten omdat ze haar verzorgers in de wirwar van mensen niet kon ontwaren en pas na honderd kilometer schaatsen haar eerste bekertje water dronk. Met een leeuwenhart kom je ook ver.

Zwarte silhouetten tegen de blanke sneeuw

Met genoegen schepte ik die ochtend mijn yoghurt met muesli

Onze hoofdlampjes brandden als ronde led-fakkeltjes op onze helmen, terwijl we onze plek zochten tussen de lampjes van die zeshonderd andere schaatsers. Mijn gedachten dwaalden af naar de Elfstedentochten die in oorlogstijd werden verreden. Er gold verduisteringsplicht. In geen enkel huis mocht licht branden en de straatlantaarns moesten uit, om zo de geallieerde vliegeniers te desoriënteren. De dappere schaatsers verdwenen na de start letterlijk in het pikkedonker. Alhoewel, pikkedonker… Veel deelnemers hadden een lantaarn op de borst gespeld om nog wat bij te schijnen. Een verslaggever sloeg het tafereel gade: ‘Zoo snelde het legioen der duizenden op de

naar binnen en liet ik me m’n verse kaiserbroodje met kaas smaken. Dat was die andere jaren wel anders geweest: de wedstrijdspanning, verwachtingen, die droom waar je het hele jaar al die uren voor had getraind. Ik kreeg doorgaans geen hap door m’n keel vanwege de spanning. Dit keer ging ik een lekker dagje schaatsen, hoe heerlijk was dat?

In het startvak glom een spiegelgladde ijsplaat ons tegemoet.

smalle ijzers over het ijs met een tocht van tweehonderd kilometer voor den boeg, zwarte silhouetten tegen de blanke sneeuw, terwijl de twinkelende lichtjes der zaklantaarns het geheel iets fantastisch en spookachtigs gaven.’ Het startkanon knalde en ook ik zag een grote sliert dansende lichtjes voor mij uit schijnen, die op het ritme van de slagen heen en weer wiegden. Het legioen van de allereerste Alternatieve Elfstedentocht van 2024.

De uitgelezen kans

Ons plan was om de eerste honderd kilometer door te rijden in een snelle groep, nu het ijs nog puntgaaf was en de benen fris. Dan konden we daarna de rest van de dag over het tweede deel doen. We waren alleen een beetje vergeten dat je daarvoor wel op tijd bij de start klaar moest staan. Terwijl de eerste schaatsers al lang en breed door de eerste lussen heen waren, gleden wij minuten later over de start.

Hier ging voor mij een droom in vervulling. In mijn allerstoutste fantasieën zag ik mezelf ‘vroeger’ namelijk metéén bij de start van de 200 kilometerwedstrijd weg demarreren. Gewoon knallen en zien waar het schip strandtzoals de achttien jaar jonge Sofia

Schilder dit jaar deed. Het leek me heerlijk en bevrijdend, puur omdat ik begrippen als ‘energie sparen’ en ‘inhouden’ maar verschrikkelijk saai vond. Liever ging ik gewoon meteen - BAM - knallen, actie! Nu was de uitgelezen kans. Als een hyperactieve jonge hond schoot ik ervandoor, met Vera in m’n kielzog, om alsnog wat verder naar voren te komen.

Eén voor één raapten we de mannen voor ons op ‘Gaat ‘ie?’, riep ik naar Vera, terwijl ik over m’n schouder keek. In tegenstelling tot mijn onstuimige aard is Vera namelijk voorzichtig en verstandig van aanleg. Als ploegmaat wist ze me vroeger vaak wat common sense in te praten als ik weer een gek plan had bedacht. In haar spoorboekje stond absoluut niet het plan om er meteen hard vandoor te gaan, ook omdat ze al drie jaar niet had geschaatst. ‘Ja hoor’, riep ze terug. Achteraf zou ze bekennen dat ze totaal in het rood achter mij aan had gejaagd. Maar dat ging ze op het moment suprême natuurlijk niet

toegeven. We sjeesden dus door en hopten van groep naar groep. Na tien kilometer racen kwamen we in het voorste groepje schaatsers terecht. Ver voor ons zag ik drie zwarte stipjes schaatsen, verder was de baan leeg. We nestelden ons comfortabel in de groep, dit zouden onze kameraden worden de komende kilometers. Wie het waren? Geen idee. Veel werd er namelijk niet gekletst. Eén voor één raapten we de drie mannen voor ons op, waaronder oud-schaatser Douwe de Vries en een Nieuw-Zeelander. Die laatste was ook meteen vanaf de start weggeblazen.

De groep kachelde lekker door en de kilometers vlogen voorbij. Ondertussen verkleurde de lucht als een toverbal van blauw naar roze en wisselde een stralende zon de bolle maan af. Het ijs was zo mooi, zo strak had ik het zelden meegemaakt. Ik had een ontspannen slagje gevonden en genoot intens. Wat is het gevoel van glijden over ijs toch betoverend. Na zo’n 75 kilometer verdwenen de mannen ineens. Vera en ik keken elkaar verbaasd aan en

Ik had een ontspannen slagje gevonden en genoot intens. Wat is het gevoel van glijden over ijs toch betoverend.
‘Welnee, dit wordt mijn dertigste

keer! Ik heb

een zwarte

hoed, daar verzamel ik al mijn Weissensee speldjes op. Voordat ik het

loodje leg, moet die hoed vol’.

we kwamen ook maar overeind. Fijn, konden we even rustig een reepje eten en uitblazen. Na een paar minuten keerden onze kameraden terug. Ze waren met z’n allen gaan plassen.

No way

‘Lekker dan, ik moet ook’, riep ik oudrijder en ploegleider Piet Hylkema toe, die ook in ons groepje reed. ‘Dat kan hoor, ik wil je wel helpen’, antwoordde hij sympathiek. Ik moest terugdenken aan die keren in de wedstrijd, dat we ons lieten afzakken om met de billen bloot al schaatsend op het ijs te piesen, terwijl een ploeggenootje de ondankbare taak had om je vooruit te duwen. Toen wilde je geen kostbare tijd verliezen door even een wc-hokje op te zoeken. Dan was je wedstrijd voorbij. Ik kende rijdsters die met een grotemensenluier rondreden. Die mannen hadden het wat dat betreft maar makkelijk. Ik bedankte Piet vriendelijk voor z’n aanbod. No way dat ik dat kunstje ooit nog eens vrijwillig zou overdoen. Bovendien begon ons eten en drinken op te raken, we moesten ergens een keer stoppen. Vera en ik raasden nog even door in het groepje tot we na 3,5 uur schaatsen langs speaker Jannes reden en de 100 kilometer aantikten.

Schaatsverlof

Erna strekten we onze ruggen en begonnen we aan deel twee. We namen

een uitgebreide pauze bij de verzorgingspost, waar de geweldige vrijwilligers met een brede lach voor ons klaarstonden met warme sportdrank en eten. En hosanna, we konden eindelijk plassen - zittend op een normale wc-bril. We vervolgden ontspannen met zijn tweetjes onze tocht.

‘Mag ik even achter jullie aan rijden?’, hoorden we van achteren. Een man in een schaatspak met grijs legerprint sloot zijn wagonnetje bij ons aan, ik schatte hem begin veertig in. Hij vertelde dat het zijn eerste keer was, dat hij er vorig jaar ook een week was geweest en het toen niet doorging vanwege de sneeuw. Zijn vrouw paste thuis op hun kindje. Nu hij opnieuw thuis ‘schaatsverlof’ had geregeld kon hij niet anders dan thuiskomen met een kruisje. Al wist hij meteen dat het niet bij deze ene keer zou blijven. ‘Dit is prachtig!’ We schaatsten zo verder tot we een man in een knalgroen pak met een hovenierslogo inhaalden, ook hij sloot gezellig aan. Of hij ook voor het eerst reed? ‘Welnee, dit wordt mijn dertigste keer! Ik heb een zwarte hoed, daar verzamel ik al mijn Weissensee speldjes op. Voordat ik het loodje leg, moet die hoed vol’, vertelde hij lachend.

Verbroedering

Even later sloten we aan bij een grotere groep van zo’n twintig rijders. Vooraan de groep reed een schaatser met een geel jasje. Hij was klein van stuk en reed in diepe schaatshouding, verscholen achter een wat grotere man. Zodra het tempo zakte, stevende de kleine rijder de man voorbij en sleurde de groep voort. Wat leuk, zouden het vader en zoon zijn, samen op missie? Ik reed een stukje naar voren. ‘Hoe oud ben jij?’, vroeg ik. ‘47’… Had ik dat even verkeerd ingeschat. Het bleek de eerste vrouw van de dag te zijn. ‘Ik heb ‘m al vaker geschaatst en wil proberen weer onder de acht uur te finishen’, vertelde ze al rijdend. Niet veel later zette ze aan om de koppositie over te nemen en met ferme slagen het tempo in de groep te houden. Een lange sliert schaatsers volgde haar piepend en krakend terwijl

achteraan verschillende rijders er de brui aan gaven en de groep lieten gaan.

Na wat rondjes namen Vera en ik weer een welverdiende pauze. Dankbaar goten we de warme sportdrank naar binnen. De grote vuilnisbak naast de verzorgingskraam werd om de paar minuten geknuffeld door een uithijgende schaatser. Verderop knalde de deur van het wc-hokje open. Een toerrijder kukelde eruit en lag languit op het ijs. Om ons heen begonnen de gezichten getekend te raken door vermoeidheid. ‘Dit is echt genieten’, riep Vera. ‘Voel jij ook zo’n verbroedering?’ Ik dacht aan alle schaatsers die we onderweg waren tegengekomen, allemaal bezig met hun gedeelde persoonlijke missie. Inderdaad, verbroedering was het juiste woord. Dat had ik in de wedstrijd nooit zo gevoeld. Je moest je kop erbij houden en focussen. Als je even niet oplette kon je de slag missen of een scheur raken, vallen en op achterstand raken. Urenlang achter elkaar opletten en de koers lezen was soms net zo vermoeiend als de fysieke inspanning zelf. En het maakte het ook lastig om tussendoor lang stil te staan bij de schoonheid van het evenement. Al lukte me dat met de jaren steeds beter. Misschien had ik daar nog bewuster van moeten genieten als rijder, al is dat achteraf makkelijk praten. Want ik droomde destijds óók van mijn naam op het bord met Elfstedenhelden. Dit was de zevende keer dat ik de Alternatieve Elfstedentocht zou uitrijden. Vandaag was zo anders dan al die andere keren. Ik genoot van iedere kilometer en was dankbaar voor de ervaring en prachtige schaatsdag.

Ontzag en bewondering

We gingen de laatste ronde in en voor het eerst die dag kwam ik mezelf mentaal tegen. Misschien omdat de eindstreep in zicht kwam? Ik had er even helemaal geen zin meer in, mijn rug begon zeer te doen en in een moment van onoplettendheid reed ik in een scheur en knalde voorover, gestrekt in de sneeuwrand. Mijn eerste valpartij die dag was meteen een flinke klap. ‘Gaat ‘ie?’, vroeg Vera dit keer aan mij. Ik krabbelde overeind en we reden rustig verder. De laatste kilometers kropen irritant langzaam voorbij. Ik begon de lussen af te tellen en vooruit te turen naar de kilometerborden, om ze maar sneller naar mij toe te laten halen. Gelukkig kwam daar eindelijk de finishboog in beeld. Met de luide aanmoedigingen van de speakers gleden we hand in hand juichend over de finish. We hadden het gewoon weer geflikt. Ik keek naar alle schaatsers die nog doorploegden, sommigen zouden nog tot diep in het donker doorgaan die dag. Ik voelde ontzag en bewondering voor hun prestatie. We kluunden naar de organisatietent om daar het felbegeerde kruisje op te halen. Als wedstrijdschaatser krijg je geen kruisje, dus het was de eerste voor ons allebei. En dat voelde toch wel heel speciaal.

Als wedstrijdschaatser krijg je geen kruisje, dus het was de eerste voor ons allebei. En dat voelde toch wel heel speciaal. / Jessica Merkens

De tocht van… Josephine Haisma

Josephine (49) uit Meppel reed de eerste

Alternatieve Elfstedentocht in een speciaal roze pak met Pink Ribbon erop.

Hoe beleefde je deze Alternatieve Elfstedentocht?

‘Het was de derde keer dat ik hem uitreed. Mijn voorbereiding was wel even wat anders. Vorig jaar waren we hier ook, maar ging het niet door. Een week later hoorde ik dat ik borstkanker had. In maart ben ik begonnen met chemo’s. Ik kon nog geen 100 meter lopen. Uiteindelijk ben ik gezond verklaard. Na twintig weken kon ik weer een beetje opbouwen naar deze Alternatieve Elfstedentocht.’

En hoe ging het?

‘Ik heb de tocht samen met Hans gereden, mijn trainer en schaatsmaatje. In coronatijd gingen we

samen heel Nederland door, op zoek naar ijsbanen die open waren om te schaatsen. Toen ik ziek werd zei ik tegen hem: als ik hier doorheen kom dan ga ik de Alternatieve Elfstedentocht in het roze schaatsen. Had ‘ie als verrassing een roze pak voor me gemaakt, met een Pink Ribbon erop. M’n man stond langs de kant te supporten. Ik heb tijdens de tocht geen kopwerk hoeven doen. Het was wel veel zwaarder dan de vorige keren. Maar ik heb het gehaald! Er komt blijkbaar toch zo’n energie vrij…’

Hoe voelde het om over de finish te komen?

‘Super! Ik wilde het zo graag. Het was een emotioneel moment. Ik had van

tevoren echt twijfels of ik het zou halen. En ook onderweg, na 125 kilometer, had ik een moeilijk moment. Maar het is gelukt. Voor mij is het een afsluiting van een rottig jaar, die periode kan ik nu achter mij laten.’

Wat brengt je iedere keer weer terug naar de Weissensee?

‘Ik hou heel erg van schaatsen, het brengt me afleiding. Als ik op de ijsbaan sta, gaat al het andere uit m’n hoofd. Ik hoop ook ooit de echte Elfstedentocht te schaatsen. Dit is een super evenement, echt genieten. Al die sportmensen om je heen. Het groepsgevoel is wel heel speciaal, dat voel je hier enorm.’

En volgend jaar weer?

‘Jazeker, volgend jaar hoop ik hier gewoon weer te staan. We proberen meer mensen van onze ijsclub ST Giethoorn over te halen om mee te gaan. Dit moeten ze een keer meemaken!’

Korte berichten

Toerprogramma 2025

Dinsdag 21 januari

07:00 - 19:00 uur: Alternatieve

Wij zien jullie graag in 2025 weer op de Weissensee! Het toerprogramma is bekend. Aan het voorlopige programma kunnen geen rechten worden ontleend en het kan door omstandigheden worden gewijzigd.

Het KNSB-wedstrijdprogramma wordt later in het jaar bekend gemaakt.

Het boeken van accommodatie op basis van onderstaand programma is geheel voor eigen risico.

Elfstedentocht Weissensee 2025

08:00 - 17:00 uur: Weissensee

Prestatietocht

Vrijdag 24 januari

07:00 - 19:00 uur: Alternatieve

Elfstedentocht Weissensee 2025

08:00 - 17:00 uur: Weissensee

Prestatietocht

Zondag 26 januari

10:00 - 15:00 uur: Weissensee Family

Eismarathon

Dinsdag 28 januari

07:00 - 19:00 uur: Alternatieve

Elfstedentocht Weissensee 2025

08:00 - 17:00 uur: Weissensee

Prestatietocht

Vrijdag 31 januari

07:00 - 19:00 uur: Alternatieve

Elfstedentocht Weissensee 2025

08:00 - 17:00 uur: Weissensee

Prestatietocht

Het gepubliceerde programma is onder voorbehoud. Het actuele programma vind je op onze website: www.weissensee.nl.

Ben Mobach

Ontdek Oostenrijk, Sl ovenië en Italië op de fiets!

Dag 2: Klagenfurt - Bled (ongeveer 65 kilometer/680 hoogtemeters)

Een transfer brengt je naar de Loibl-Pas aan de grens met Slovenië. Daarna gaat het gemoedelijk bergaf richting Kranj (Krainburg), met zijn prachtige middeleeuwse binnenstad, en verder door Radovljica in de richting van het Sloveense sprookjesachtige Bled.

Dag 3:

Rondtour Bled (ongeveer 65 kilometer/1.110 hoogtemeters)

Informatie en boeking: www.alps2adria.info/nl

Wil je ook Oostenrijk, Slovenië en Italië op de fiets verkennen?

Kijk voor meer informatie over deze tocht op de website van FUNATravel.

Meld je aan met de opmerking ‘11-Stedenmagazine’ voor 5% korting op de pakketprijs. Deze tour is ook als racefiets-variant te boeken.

https://alps2adria.info/touren/tour/dreilaendertour-entdecker-tour

Dag 1:

Villach - Klagenfurt (ongeveer 75 kilometer/740 hoogtemeters)

De avontuurlijke fietstocht begint vanuit het prachtige Villach richting Klagenfurt. De route voert door de Karinthische heuvels, maar kent slechts korte beklimmingen op weg naar Klagenfurt. De hele weg wordt begeleid door de majestueuze Karawanken aan je rechterhand, met daarachter de hoogste toppen van de Sloveense Alpen.

Vanuit Bled fiets je een lokale lus door het Triglav Nationaal Park richting het Meer van Bohinj. Wie even rust nodig heeft, kan ontspannen bij het meer van Bled of door de stad slenteren en de bekende ‘Bleder Cremeschnitte’ (een soort tompouce) uitproberen.

Dag 4 :

Bled - Tarvis (ongeveer 60 kilometer/950 hoogtemeters) Deze etappe brengt je naar Tarvis. Onderweg fiets je door het Triglav Nationaal Park, genoemd naar de hoogste berg van Slovenië. Fiets door de rustige Radovna-vallei. Na een korte klim bij Zgorna Radovna gaat het verder vanaf Mojstrana naar het bekende Sava-dal. Een koffiepauze bij het meer Jasjna, vlak naast de route, is een aanrader om te genieten van het prachtige uitzicht op de Triglav. Een ander hoogtepunt zijn de Laghi di Fusine, kort na de grens met Italië. De kleine azuurblauwe meren met op de achtergrond de hoge pieken van Mangart en Jalovec zijn adembenemend.

Dag 5:

Rondtour Tarvis (ongeveer 75 kilometer/1.260 hoogtemeters)

In Tarvis heb je de keuze om de schilderachtige route naar Sella Nevea te verkennen en door het prachtige Kanaltal terug te fietsen naar Tarvis. Als alternatief kun je een ontspannen dag doorbrengen met een authentieke Italiaanse espresso of het bedevaartsoord Monte Lussari bezoeken met de kabelbaan.

Dag 6:

Tarvis Villach (ongeveer 60 kilometer/410 hoogtemeters)

Vanuit Tarvis leidt de route terug naar Oostenrijk. Je fietst door het Gail-dal terug naar het startpunt van de fietstocht in Villach.

Buitenlandse schaatsers op de Weissensee

De Alternatieve Elfstedentocht op de Weissensee is van oudsher een Hollands feestje. Toch weten ook schaatsers uit alle uithoeken van de wereld het Oostenrijkse bergmeer te vinden om 100 of 200 kilometer te schaatsen. Wie zijn zij, en hoe zijn zij hier terechtgekomen?

Solomon Prempeh (22) uit het Verenigd Koninkrijk reed 100 kilometer.

‘Mijn vader is hier alweer voor de tiende keer, hij heeft twee keer de 200 kilometer uitgereden. Hij had over het evenement gehoord via zijn beste vriend en zo is het vuurtje gaan lopen. Nu hoort het bij de familie! M’n ouders staan

Wil je meer horen over de Alternatieve Elfstedentocht van Lyn, Marcelo en alle anderen?

Beluister dan de Alternatieve Elfstedenpodcast.

daar verderop in de tent samen op de tafels te dansen.’

‘Ik heb een achtergrond in het shorttracken, heb jarenlang in het nationale team gezeten. Door blessures moest ik stoppen met shorttrack. Mijn specialisme was de sprint. Het langst dat ik ooit achter elkaar had geschaatst was de relay. En toen maakte ik het sprongetje naar de 200 kilometer, haha. Dat is toch wel even heel anders. Ik had nog nooit van marathonschaatsen gehoord. In het Verenigd Koninkrijk bevriezen onze meren niet eens meer. Zelfs voor langebaanwedstrijden moeten we naar Nederland.’

‘Wat me bij gaat blijven van deze plek is hoe zoveel mensen samen aan het schaatsen zijn. Mensen die elkaar aanmoedigen. De sfeer is zo anders dan bij het ‘normale’ schaatsen. Ik heb nog nooit zoveel saamhorigheid en plezier in schaatsen gezien als hier op de Weissensee, zelfs niet in al die jaren dat ik shorttrack beoefende. Daar ben ik dankbaar voor. Ik had het er met mijn ouders over. De enige plek waar je zulk schaatsplezier ziet, is hier. Het is ‘insane’! Misschien is het contrast zo groot omdat ik uit het Verenigd Koninkrijk kom, daar zijn ook niet zoveel schaatsers. En ook de sfeer hier op het Blarenbal is geweldig.’

‘Volgend jaar ga ik zeker voor de 200 kilometer! Mijn doel is om hem onder de 10 uur te schaatsen. Ik zou ‘m vorig jaar al rijden, maar dat ging vanwege de sneeuw niet door. Nu heb ik een blessure waardoor ik voor de 100 kilometer ben gegaan. Maar volgend jaar wil ik absoluut de Alternatieve Elfstedentocht finishen. Ik heb nu al zin om ervoor te gaan trainen.’

‘Nadat ik stopte met shorttrack ben ik me gaan richten op poëzie. Ik ben spoken word artist. Als dichter reis ik het land rond en laat ik mijn poëzie horen. Mijn poëzie gaat over liefde in de breedste zin van het woord. Of het voor je partner is, je kinderen of een bijzondere plaats die je geluk brengt. Ik heb het ook op het ijs ervaren. Zoveel mensen, die samen genieten van het schaatsen en op een fijne manier met elkaar omgaan. Dat is ook de essentie van liefde. Deze plek heeft me enorm geïnspireerd, ik heb hier al twee gedichten geschreven.’

‘Ik was niet zenuwachtig, ik had er vooral veel zin in. Ik heb meegedaan aan drie Olympische Spelen, op de shorttrack en langebaan. De opgebouwde spanning die je bij de start voelt, had ik nu niet. Met 200 kilometer heb je wel wat tijd om er een beetje in te komen. Ik wilde het vooral graag halen. Verder wist ik niet zo goed wat ik kon verwachten. Ik was vooral bang dat ik mijn ijzers zou breken in de scheuren. Ik wilde ‘m niet alleen uitrijden, maar ook zo hard mogelijk schaatsen. Met de conditie zit het in ieder geval goed! Ik had ook kort het Guinness wereldrecord van de snelste persoon die de wereld rondfietste, in 2015.’

‘Toen ik vijftien was hoorde ik voor het eerst over de Elfsteden-

loopen geweest - wat een pareltje. En ik heb wat marathonwedstrijden geschaatst. In Heerenveen en in Amsterdam in de stromende regen. Al die regen in Nederland… Voor het eerst in mijn leven had ik heimwee, haha.’

tocht, dat was in 1985. Mijn broer kwam terug uit Nederland, hij was ook shorttracker en had daar de wereldkampioenschappen gereden. En hij had de prachtigste verhalen over een lange tocht over natuurijs in Friesland. Hij had gekeken bij de start en finish in Leeuwarden en liet me allemaal video’s zien. Ooit wil ik dit ook meemaken, dacht ik toen meteen.’

‘Die 200 kilometer stond nog steeds op m’n bucketlist. En ik kon het nu mooi combineren. Ik ben al een tijdje onderweg. Ik heb hiervoor de wereldkampioenschappen voor masters in Bormio geschaatst. En daarvoor was ik vijf weken in Nederland. Ik heb alle ijsbanen bezocht, ben naar het schaatsmuseum in Hinde -

‘Ik hou van schaatsen op natuurijs. In Nieuw-Zeeland kun je op het zuidelijke eiland ook schaatsen, op Lake Ida. Daar waren na de Tweede Wereldoorlog zelfs langebaanwedstrijden en marathons, georganiseerd door geïmmigreerde Nederlanders. Toen hadden we echt maandenlang ijs, van half juni tot half augustus. Maar ook daar verandert het. Nu hebben we mazzel als er één of twee dagen ijs ligt. De wedstrijden zijn ook allang gestopt. Daarom ben ik er als de kippen bij wanneer er ergens natuurijs is, ik wil alles meemaken voordat het ijs smelt. De wereld verandert. Daarom ben ik nu ook hier, om dit fascinerende evenement mee te maken!’

‘Hoe ik het vond? Het was echt de coolste dag van m’n leven! En geloof me, ik heb best wat coole dingen meegemaakt. Ik vond het prachtig. Nog even de beentjes omhoog en dan vlieg ik gauw terug naar Nieuw-Zeeland. Lekker naar het strand…’

‘Hoe ik hier terecht ben gekomen? Mijn vrouw is Nederlandse, haar hele familie is gek van schaatsen. Drie jaar geleden probeerde ik het voor het eerst. Op de schaatsen van mijn schoonmoeder - ik heb kleine voeten… Ik vond het meteen geweldig! Later hoorde ik over de Alternatieve Elfstedentocht en wist ik meteen dat ik die 200 kilometer wilde proberen te schaatsen. Sinds oktober heb ik twee keer per week op de Jaap

Edenbaan in Amsterdam getraind. Steeds een uurtje. Het maximaal aantal kilometers dat ik hiervoor had gereden was 25.’

‘De Alternatieve Elfstedentocht was wel andere koek. Het was een prachtige dag. De eerste vier rondjes gingen erg gemakkelijk, daar was ik blij mee. Toen het ijs slechter begon te worden, viel ik een paar keer. Het ijs zag eruit als Capirinha (een Braziliaanse

Andrew Nicholson (53) uit Nieuw-Zeeland reed 200 kilometer.
Marcelo Amaral Vieira Rosa (39) uit Brazilië reed 125 kilometer.

cocktail), haha! De sfeer hier is geweldig. Ik ben een klimmer, maar dit is echt wat anders. Het gevoel van glijden over het ijs

Lyn Krahulec (67) uit Canada reed 100 kilometer.

‘Ik ben een roeier en spendeer veel tijd in Klagenfurt (Oostenrijk), ik heb zelfs m’n eigen roeiboot gebouwd. De roeiers daar vertelden over dit evenement en overtuigden mij ervan om een keer mee te doen. In oktober ben ik hier al eens geweest met mijn boot en heb ik het meer verkend toen het nog vloeibaar was, haha. Dat was prachtig. Als je helemaal naar het Dolomitenblick roeit ben je even helemaal alleen.’

‘Vorig jaar was ik hier ook met twee Spaanse jonge roeiers, ik ben hun mental coach. Toen ze de Olympische Spelen van Tokyo niet haalden, wilde ik een uitdaging voor ze bedenken. Dat was de Alternatieve! Helaas ging het voor hen vanwege de sneeuw niet door. Ik reed de week erop al wel 100 kilometer.’

‘Als klein meisje leerde ik schaatsen op kunstschaatsen. Mijn vader was een ijshockeyspeler. Hij hield van schaatsen en verzamelde schaatsen. Hij

terwijl je omringd bent door de natuur is geweldig.’

‘Ik probeerde mijn moeder in Brazilië uit te leggen wat ik ging doen. Ik zei maar dat ik heel erg lang ging schaatsen, zo lang als je kunt. Ze heeft nog nooit zoiets gezien. In Brazilië had ik alleen maar een paar keer geschaatst in een winkelcentrum, op zo’n ijshockeybaantje.’

‘Ik ga zo m’n vrouw en kinderen bellen, ik denk dat ze trots zullen zijn. Mijn dochter is vijf jaar, ze heeft laatst voor het eerst geschaatst. Ze had een succes-briefje met een tekening voor me gemaakt, ik heb het de

hele tocht bij me gedragen. Het papiertje is wel een beetje vochtig geworden.’

‘Nu ben ik de eerste van de (schoon) familie die de Alternatieve heeft geschaatst! Ooit wil ik ook de echte Elfstedentocht rijden. Ik heb alle formulieren al ingevuld, ik heb alleen nog de handtekeningen nodig. Ik heb vandaag de 200 kilometer niet gehaald, maar dat is prima. Volgend jaar kom ik absoluut terug. Dan wil ik ‘m helemaal uitrijden, ik wil dat euforische gevoel ervaren dat je het hebt gehaald. Nu weet ik beter waar ik aan begin. Dan neem ik ook mijn familie mee, zodat zij deze magische plek ook kunnen ervaren.’

maakte in de winter een ijsbaan in de garage! Schaatste ik daar als driejarig meisje rond. Ik moest nog aan hem denken hier, ik dacht: pap, jij zou hier echt zo goed in zijn’.

‘Vandaag was echt heftig. Ik moest leren hoe ik goed op mijn schaatsen kan rijden, zeker toen het ijs slush werd. Ik liep meer dan ik schaatste, het was echt heel zwaar. Vorig jaar kon ik onderweg nog mijn leven overpeinzen. Ik dacht aan mijn coach van vroeger, zij overleed vorig jaar. Een heel bijzondere powervrouw. Maar dit

AEW lentepuzzel

ALTERNATIEVE

BIORACER

BOELS

BUITENBAAN

CHIPTIMING

ELFSTEDENTOCHT

FINISHLIJN

HAASJES

JANK

KLAPSCHAATSEN

KNSB

KOUD

KRUISJE

KUNSTSCHAATSEN

LUS

MEDAILLE

NOREN

OEFENING

PARCOURS

PIROUETTE

POOTJE OVER PRESTATIETOCHT

RONDE

RONDJES

SCHAATSBAAN

SCHAATSEN

SCHAATSPAK

SCHROBBELER

SHORTTRACK

SLIJPEN

SNEEUW

SNELHEID

SNELLE JELLE

SNOEK

STARTLIJN

TECHNIEK

THERMOKLEDING

TOCHT

TWEEHONDERD

WEDSTRIJD WEISSENSEE

WINTERSPELEN

WINTERSPORT

IJS

IJSHOCKEY

IJSMEESTER

IJSPRET

IJSVLOER

IJSVRIJ

jaar had ik geen minuut om af te dwalen met mijn gedachten, ik moest gefocust blijven. Slag voor slag. Ik zat daardoor helemaal in het moment.’

‘Of ik weer terugkom? Zeker weten! Maar ik ga eerst wat schaatslessen nemen… In de zomer wil ik terug naar Quebec, daar is ook een ijsbaan. Ik vind het eigenlijk heel leuk om verschrikkelijk slecht in iets te zijn en helemaal bij nul te beginnen, weet je dat? Het is goed voor je brein om weer iets nieuws te leren. Ik ben inmiddels toch 67 jaar!’

Puzzel en win!

Heb je de juiste oplossing gevonden?

Stuur je antwoord voor 31 juli 2025 naar redactie@weissensee.nl. Onder de juiste inzendingen verloten we een paar leuke prijzen.

Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.