
6 minute read
Ontwikkelingen in meerjarig perspectief
from Jaarverslag 2021
by Allente
Leerlingen
Het leerlingenaantal van Allente onderwijs is stabiel en zal dit naar verwachting de komende jaren ook blijven. Er zijn echter wel voortdurende ontwikkelingen in de huisvesting rondom enkele van onze scholen.
Advertisement
Daarnaast zien we een ontwikkeling dat ouders meer kiezen voor de scholen van onze stichting op basis van kwalitatieve keuzes gebaseerd op het aanwezige pedagogisch-didactisch concept in de school, het ervaren pedagogisch klimaat en de samenwerking met de kinder- en peuteropvang.
In de tabel worden de feitelijke leerlingenaantallen op 1 oktober 2021 en 1 februari 2022 en het geprognosticeerde aantal leerlingen op 1 februari van de jaren 2023 tot en met 2026 weergegeven:
Ondanks het stabiele leerlingenaantal, dient Allente onderwijs als gevolg van natuurlijk verloop in combinatie met de nog altijd beperkte beschikbaarheid van Pabo-afgestudeerden de komende jaren een actief wervingsbeleid te blijven voeren. Daarom werven wij ook Leerkrachten in Opleiding (LIO), leerkrachten in de verkorte deeltijdopleiding en zij-instromers, maken we gebruik van onze contacten met de opleidingsinstituten in de regio en hebben wij een schoolopleider in dienst om stagiaires te begeleiden.

De ontwikkeling van het aantal FTE en de verdeling over de te onderscheiden functiegroepen binnen Allente onderwijs zal er naar verwachting dan als volgt uit zien:
Ontwikkeling het aantal FTE zoals opgenomen in de jaarrekening van 2021 en meerjarenbegroting van Allente onderwijs 2021-2024.
De stijging van het FTE van de scholen houdt verband met de tijdelijke inzet van leerkrachten en ondersteunend personeel. Deze tijdelijke uitbreiding wordt gefinancierd door NPO subsidies. De uitbreiding van FTE’s zal nog minimaal doorlopen tot en met schooljaar 2022-2023.
Staat van baten en lasten
Binnen de meerjarenbegroting ligt de focus op het continueren van de balans tussen de inkomsten en uitgaven, het verbeteren en duurzaam borgen van de onderwijskwaliteit, het vormgeven aan het proces van Passend Onderwijs en het werven en behouden van voldoende personeel t.b.v. het primaire proces.
Staat van baten en lasten
Gezien het gegeven dat een belangrijk deel van de exploitatiebegroting bestaat uit personele inkomsten en uitgaven, is het noodzakelijk om het personele bestand te laten meebewegen met de ontwikkeling van het leerlingenaantal binnen de bestuurlijke organisatie enerzijds en de ontwikkelingen in de bekostiging, voor zover bekend, anderzijds. Door tijdig te sturen op deze ontwikkelingen, kunnen wij de continuïteit in de bedrijfsvoering van de stichting behouden. In de hierna gepresenteerde meerjarenbegroting is rekening gehouden met alle bekende effecten.
Hieronder laten wij de Staat van baten en lasten over 2021 zien in vergelijking met de werkelijke cijfers van 2020 en de begroting voor 2021 en daarnaast de begroting voor de jaren 2021 tot en met 2023: baten en lasten volgens de jaarrekeningen 2020 en 2021, de begroting voor 2021 en de begrotingen voor de jaren 2022-2024 van Allente onderwijs conform het verslag begroting 2021.
De exploitatieresultaten in 2021, 2022 en 2023 worden voor een belangrijk deel beïnvloed door COVID-19 subsidies (Nationaal Programma Onderwijs (NPO), Inhaal- en ondersteuningsprogramma’s (IOP) en Extra Handen in de Klas (EHK).
Uitgaven die later worden gedaan en afschrijvingslasten die gedekt worden uit de opgebouwde bestemmingsreserves, mogen volgens de regels niet rechtstreeks in reserves worden geboekt. De bestedingen staan daarom in de exploitatierekening, hetgeen mede bijdraagt aan het negatieve exploitatieresultaat, terwijl de dekking ervan pas bij bestemming van dat resultaat naar voren komt.
In de meerjarenbegroting van 2021 is nog geen rekening gehouden met het Nationaal Programma Onderwijs dat de komende jaren moet gaan faciliteren in het inhalen van vertragingen als gevolg van corona en het in gang zetten van vernieuwing op scholen. Er is ook nog geen rekening gehouden met de vereenvoudiging van de bekostiging, die nu gepland staat per 1 januari 2023. Als gevolg van deze vereenvoudiging, waarbij de beschikking overgaat van schooljaar naar kalenderjaar, zal in 2022 de vordering op OCW (circa 1 miljoen euro) moeten worden afgeboekt.
Resultaat 2021
Het resultaat van 2021 is met name vanwege de extra subsidies veel positiever ten opzichte van de begroting voor 2021. Ook verschillende baten die we niet hadden begroot, zoals groeibekostiging, zijn niet of nog niet uitgegeven. De groeibekostiging dient vooral ook ter dekking van reeds ingezet personeel op basis van T = 0. Dit draagt bij aan een positiever resultaat.
In 2021 zijn de extra subsidies en veel budgetten, zoals het scholingsbudget en prestatieboxen, niet (volledig) uitgegeven. Een deel van de genoemde voordelen is via resultaatbestemming bestemd naar de specifieke reserves.
Bekostiging
Zowel ten opzichte van 2020 als ten opzichte van de begroting voor 2021 is de bekostiging toegenomen. Dit heeft naast de eerder genoemde COVID subsidies verschillende oorzaken. Er is groeibekostiging ontvangen in 2021 en de bekostigingsbedragen per leerling zijn hoger. Met dit laatste kon aan de verplichtingen uit hoofde van de CAO worden voldaan. Tot slot zijn er meer middelen ontvangen van het Samenwerkingsverband. Deze middelen worden slechts beperkt begroot. Ten opzichte van 2020 zijn echter juist minder middelen van het Samenwerkingsverband ontvangen, maar hiertegenover weer meer Onderwijs Achterstandsmiddelen.
Overige overheidsbijdragen en Overige baten
In 2021 heeft Allente onderwijs verschillende medewerkers voor een langere periode gedetacheerd naar andere besturen of het Samenwerkingsverband. Met ingang van 2021 worden ook loonkosten van medewerkers van het Centraal Bureau gedeeltelijk doorbelast aan Allente opvang. Tot slot is ook het niet begrote herstel van schade door vandalisme bij de gemeente gedeclareerd.
Personeelslasten
Het gemiddelde aantal FTE is gestegen van 239 in 2020 naar 257 in 2021. In 2021 is een CAO verhoging met terugwerkende kracht tot 1 januari van 2,25% doorgevoerd. Per saldo een forse toename van de loonkosten te zien.
In de overige personeelslasten is te zien dat scholing van medewerkers in veel mindere mate heeft plaatsgevonden. Dit heeft alles te maken met de bijzondere omstandigheden in 2021. Omgekeerd hebben wij meer gebruik gemaakt van extern personeel, door tijdelijke ondersteuning van het Centraal Bureau.

Materiële vaste activa
De materiële vaste activa zijn in 2021 lager dan begroot in verband met lagere investeringen, de bouwkundige vernieuwingen die in 2020 zijn geactiveerd heeft in 2021 geleid tot een hogere afschrijving. In 2020 is een aantal oude en niet meer aanwijsbare activa afgeschreven, samenhangend met de sluiting van Montessorischool Heerhugowaard en de integratie van de activaadministratie in Afas Profit.
Huisvestingskosten
De totale huisvestingslasten zijn lager dan 2020, maar hoger dan begroot. Met name de onderhoudslasten zijn hoger door uitgaven die we met de correctere toepassing van de verslaggevingsregels niet meer aan de voorziening groot onderhoud konden onttrekken. Daartegenover is het schoonmaakonderhoud juist lager. Onderhoud van een aantal vloeren is uitgesteld.
Overige lasten
De overige lasten zijn hoger dan vorig jaar en hoger dan begroot. De administratiekosten zijn eenmalig toegenomen door de begeleiding van optimalisatie van de financiële en personele administratie en ingebruikname van nieuwe begrotings- en rapportagesoftware in 2021. Er zijn in 2021 extra materiële uitgaven gedaan in het kader van het IOP en het NPO
Balans
De balans ziet er voor Allente onderwijs in meerjarenperspectief als volgt uit:
In de meerjarenbalans valt allereerst de toename per 31 december 2021 van de materiële vaste activa enerzijds en de voorzieningen anderzijds op. Dit wordt veroorzaakt door de herrubricering van onttrekkingen van de voorziening groot onderhoud die in 2021 alsnog als bouwkundige vernieuwingen onder de materiële vaste activa zijn gepresenteerd.
Eind 2020 zijn de kortlopende schulden hoog. Dit heeft vooral te maken met ons aandeel in de verbouwingskosten van IKC Oudkarspel, die we eind 2020 aan de gemeente Langedijk verschuldigd waren.
Voor de meerjarenbegroting hebben we een stabiele positie van vorderingen en schulden als uitgangspunt genomen. De vorderingen bestaan voor een belangrijk deel (circa € 1 miljoen) uit een vordering op OCW voor het verschil tussen de geboekte baten en de werkelijk ontvangen baten. De vordering loopt elk jaar af op het einde van het schooljaar, als de volledige bekostiging voor het schooljaar is ontvangen. Bij overgang naar de vereenvoudigde bekostiging op 1 januari 2023, zal vanaf dat moment worden bekostigd op kalenderjaarbasis en wordt de vordering op OCW oninbaar. De vordering zal worden afgeboekt in 2022, waardoor zowel de vorderingen als het eigen vermogen met circa € 1 miljoen zullen verminderen.
Het vermogen neemt de komende jaren licht af met de geplande negatieve exploitatieresultaten. Een deel van het vermogen is bestemd. Een deel van deze bestemde reserves betreft middelen uit onder meer de Prestatiebox en het Werkdrukakkoord en zullen binnen de bovenstaande periode van drie jaar worden ingezet. Omdat het exacte moment van de inzet nog niet bekend is, is er nog geen rekening mee gehouden. Het gaat om circa een derde van de bestemde middelen.
Investeringen
Allente onderwijs verwacht geen grote toekomstige investeringen. Investeringen zullen voornamelijk vervangingsinvesteringen van leermethoden, ICT en meubilair betreffen. Deze zullen daar waar (ver-) nieuwplannen voor huisvesting bestaan, zo mogelijk samenvallen met het moment van ingebruikname van de nieuwe huisvesting. Voor zover er door de gemeente een bijdrage wordt verwacht van het onderwijsbestuur in de (ver-) nieuwbouw, is hiermee rekening gehouden in de meerjarenplannen.